In deze categorie vindt u artikelen over orthodontie. Van marktontwikkelingen tot congresverslagen over orthodontische diagnostiek en behandeling.

Laterale bovenincisief

Restauratieve overwegingen bij de agenetische laterale bovenincisief

Bij het ontbreken van de lateriale bovenincisief bij 0-18 jarigen zijn verschillende behandelopties mogelijk. De behandelkeuze is onder andere afhankelijk van de kaakrelatie en occlusie. Lees meer over de behandelmogelijkheden.

Incidentie
De prevalentie van een agenetische laterale bovenincisief ligt tussen de 1,5-2,0%. Dit zijn ongeveer vijftig patiënten per praktijk. Alleen de tweede onderpremolaar is vaker agenetisch.

Behandeling
Bij het ontbreken van de lateriale bovenincisief bij 0-18 jarigen zijn verschillende behandelopties mogelijk. De behandelkeuze is onder andere afhankelijk van de kaakrelatie en occlusie. Belangrijk is dat de behandelopties al op jonge leeftijd met de patiënt besproken worden. Het diasteem kan gesloten, geopend of verplaatst worden.

1 Diasteem sluiten
Een diasteem ter plaatse van de laterale bovenincisief kan gesloten worden door het uitvoeren van een orthodontische behandeling, het vervaardigen van een etsbrug of conventionele brug, het plaatsen van implantaten of door het uitvoeren van segment osteotomie. De behandelkeuze ‘orthodontisch sluiten’ heeft de voorkeur maar is afhankelijk van de volgende factoren:

  • Kaakrelatie/occlusie
    Er zijn twee situaties die gunstig zijn om het diasteem te sluiten. Dit is een klasse I relatie met crowding in het onderfront en een klasse II relatie zonder crowding in het onderfront.
  • Profiel
    Een convex profiel is gunstig wanneer er gekozen wordt om het diasteem te sluiten. Het is van belang om te kijken naar de nasolabiale hoek. Wanneer deze hoek groot is dan zal deze hoek toenemen bij het sluiten van het diasteem. Wanneer een incisief 1 millimeter naar dorsaal wordt verplaatst dan zal de lip zich ook 0,75 millimeter naar dorsaal verplaatsen.
  • Kleur en vorm van cuspidaten
    De cuspidaten moeten globaal dezelfde kleur hebben om het esthetisch fraai te houden. Eventueel kan er gebleekt worden. Bij voorkeur gaat het om een smalle cuspidaat omdat de glazuurcementgrens beter past bij de morfologie van een laterale incisief. Om van een incisief een cuspidaat te maken is redelijk wat tandweefselpreparatie nodig. Uit een onderzoek blijkt dat deze weefselafname weinig gevolgen heeft voor het element. Van 37 getransformeerde elementen verkleurde er slechts één. Alle elementen bleven vitaal.
  • Lachlijn
    Tijdens het lachen is de gingiva vaak zichtbaar. De gingivalijn is belangrijk voor de esthetiek. Door de centrale incisieven te intruderen en de cuspidaten te extruderen ontstaat er een mooie gingivalijn. Een andere optie is het chirurgisch corrigeren van de gingiva.

2. Diasteem openen
In sommige gevallen is het sluiten van het diasteem niet mogelijk, bijvoorbeeld bij een klasse III relatie. In dit geval moet er gekozen worden om de diastemen te openen. Het gaat altijd om een lang behandeltraject. Het is verstandig om de patiënt hier zo vroeg mogelijk van op de hoogte te stellen. Openen van een diasteem gaat in de volgende stappen.

  1. Orthodontie
    De kaken worden opgelijnd. Het is belangrijk om gebruik te maken van een orthodontische set-up.
  2. Osteotomie
    De klasse III relatie wordt gecorrigeerd naar een klasse I relatie.
  3. Implantologie
    Ter plaatse van de diastemen worden implantaten geplaatst.

Hoe breed moet dat diasteem worden?
Er zijn verschillende manieren om de breedte van het diasteem te bepalen. De gouden-standaard-verhouding tussen de centrale incisief en de laterale incisief is 1:0,618. Ook kan er gebruik worden gemaakt van een Bolton analyse. Het makkelijkst is het maken van een waxup. De breedte van het diasteem is ook afhankelijk van de definitieve voorziening die vervaardigd zal worden: een brug of een implantaat.

Definitieve voorziening: een element-gedragen restauratie of een implantaat-gedragen restauratie?
Er zijn veel opties voor het opvullen van het diasteem. Opties zijn het vervaardigen van een etsbrug, glasvezelversterkte brug, conventionele brug, cantileverbrug of het plaatsen van een implantaat. Bij de keuze van deze definitieve voorziening moet rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  1. Occlusie en frontrelatie
    Vooral bij het vervaardigen van bruggen is het belangrijk dat de beet gelicht wordt en er goede frontale afsteuning is. Er mag geen sprake zijn van een diepe beet.
  2. Specifieke ruimte
    De ruimte die nodig is voor een implantaat is anders dan voor een adhesiefbrug. Wanneer er een conventionele brug vervaardigd wordt dan moeten de buurelement zo parallel mogelijk aan elkaar gepositioneerd worden.
  3. Restauratieve status buurelement
    Wanneer de buurelementen gaaf zijn dan kan er beter niet gekozen worden om een conventionele brug te vervaardigen. Een betere optie is dan een etsbrug of implantaat.

Implantologie
De meest gekozen optie is het plaatsen van een implantaat. Het voordeel is dat het buurelement niet aangetast wordt en daarnaast is er sprake van een hoog succespercentage. Een implantaat heeft echter ook nadelen en risico’s. Het plaatsen van een implantaat is een invasieve ingreep omdat er bijna altijd te weinig bot aanwezig is. Dit heeft zowel invloed op de behandeling als op het eindresultaat. De esthetische uitkomst is variabel.

Ook stopt niet in alle gevallen de groei rond het 18e levensjaar, vooral jongens groeien langer door. Door het te vroeg plaatsen van een implantaat kan er op latere leeftijd een diasteem ontstaan tussen de centrale incisief en het implantaat. Dit is het gevolg van transversale groei en mesiale drift.

Bij het te vroeg plaatsen van een implantaat kan ook de buccale gingiva gaan doorschemeren. Dit is een gevolg van saggitale groei. Bij mannen stopt dit pas na 20-22 jarige leeftijd. Verticale groei kan zorgen voor een toename in afstand tussen de incisaallijn van de centrale incisief en het implantaat.
Een implantaat moet dus niet te vroeg geplaatst worden, zeker niet bij mannen. Een andere contra-indicatie is de afwezigheid van incisale afsteuning en een afwijkend groeitype (longfaces).

3. Diasteem verplaatsen

Het voordeel van het verplaatsen van een diasteem is dat het esthetische risico kleiner is. Er wordt bijvoorbeeld een implantaat geplaatst ter plaatse van een premolaar in plaats van de laterale incisief.

Conclusie
Uit onderzoek blijkt dat orthodontisch sluiten tot meer tevredenheid leidt dan het vervaardigen van een prothetische voorziening. Ook komen er parodontaal meer problemen voor bij een prothetische voorziening. Orthodontisch sluiten is de meest voorspelbare behandeloptie. Er moet echter wel rekening gehouden worden met de nasolabiale hoek en met de risico-groepen. Interdisciplinair overleg is belangrijk bij het behandelen van patiënten met een agenetische laterale bovenincisief.

Dr. Marijn Créton is tandarts-maxillofaciaal prothetist en sinds 2000 verbonden aan het UMC Utrecht.
Tussentijds was zij werkzaam als docente aan de Internationale Universiteit van Barcelona te Spanje (2003-2004). Haar klinische werkzaamheden in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde Utrecht bestrijken het volledige werkgebied van de bijzondere tandheelkunde, waarbij de aangeboren afwijkingen zoals schisis en oligodontie en oncologie haar bijzondere interesse hebben. Daarnaast startte zij in 2006 een parttime verwijspraktijk. In juli 2012 promoveerde zij op een proefschrift: ‘Severe hypodontia: dental, dentofacial, osseous and genetic aspects.’ Sinds 2008 is ze bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische tandheelkunde.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres De tand in al z’n facetten, georganiseerd door NVT – NVvE – NVVRT – NVvK – VvO – NVMKA – RTV – NVM

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Orthodontie, Restaureren, Thema A-Z
Orthodontische esthetiek

Esthetiek vanuit orthodontisch perspectief

Bij een orthodontische behandeling moeten zowel de occlusie als de esthetiek van de patiënt in de behandelplanning worden meegenomen. De orthodontisten Bert Jongsma en Krista Janssen bespraken de proporties van het aangezicht tijdens de klinische avond CTM-MKA-Ortho in het UMCG op drie niveaus:

  • De marco-esthetiek – gehele aangezicht
  • De mini-esthetiek – het tonen van de gebitselementen, zoals bij bij lachen
  • De micro-esthetiek – rond gebitselementen en gingiva

Zorgvraag
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen subjectieve en objectieve zorgvraag. Het is lastig om de zorgvraag uit te filteren: wat bedoelt patiënt? Ziet de zorgverlener wat er gezien moet worden? Wat beweegt de patiënt? De professionele perceptie komt lang niet altijd overeen met de lekenperceptie. Daarom zullen orthodontisten rekening moeten houden met de perceptie van schoonheid van hun patiënten. (Proefschrift Rosemie Kiekens, 2008)

Wat is mooi?
Schoonheid blijft een mysterie. Er bestaan grote maatschappelijk verschillen, het is tijdsgebonden en de visie verschilt per regio. ‘Wat is mooi’, blijft subjectief. De oudste sporen van menselijke cultuur wijzen op een hang naar esthetiek. In de klassieke oudheid stond Euclides aan de basis van de sectio divina als basisprincipe voor ideale proporties, ook van het menselijk lichaam In de renaissance ontstond een ware revival van de belangstelling voor analyse van gelaatsverhoudingen ten behoeve van onder andere de portretkunst (Leonardo da Vinci, Hans Holbein, Albrecht Dürer ) Als relatief recentelijke ontwikkeling kunnen de röntgen cefalometrie (gevoed vanuit de anthropologie) en 3D imaging worden genoemd. In de orthodontie speelt het streven naar optimale esthetiek naast optimale functie en duurzaamheid een belangrijke rol in de diagnostiek en behandelplanning.

Macro esthetiek
Verhoudingen gelaat
Orthodontisten zijn momenteel bezig met de ontwikkeling van diverse richtlijnen, onder andere voor de orthodontische diagnostiek. Om de diagnostiek van esthetiek gestructureerd te kunnen uitvoeren zullen deze een belangrijke rol krijgen, ook voor tandartsen.

Analyse van de ontwikkeling op leeftijd
Bij adolescenten is er nog steeds kaakgroei, met een grote variatie. Daarbij is bij deze groep de groeispurt van belang. Groei is lastig in te schatten waardoor het effect bij een orthodontische behandeling niet altijd goed voorspelbaar is..

Evaluatie van het profiel
Evaluatie van het profiel geeft in zekere mate een indruk van de skeletale afwijking. Cephalometrie speelt een belangrijke rol in diagnostiek, waarbij wordt gelet op:

  • De voor- achterwaartse kaakrelatie
  • Positie van de lippen en de prominentie van de incisieven
  • De divergentie van het gelaatsprofiel, met name de inclinatie vanhet mandibula vlak

Bij frontaal onderzoek wordt gekeken naar:

  • Positie van de tandboogmiddens in relatie tot het aangezicht
  • Faciale symmetrie
  • Hoogte breedte verhouding (drie indeling)

Welke mogelijkheden zijn er voor behandeling?

  • Groeibeïnvloeding van het aangezichtskelet in combinatie met tandverplaatsing
  • Voornamelijk tandverplaatsing binnen de bestaande marges van de processus alveolaris
  • Orthognatische chirurgie in combinatie met tandverplaatsing

Mini esthetiek
Relatie tussen lippen en elementen

  • Lachlijn
  • Zichtbaarheid elementen en gingiva
  • Breedte van de lach

Mini-esthetiek gaat over het tonen van de gebitselementen bij lachen. De lach is erg belangrijk voor de buitenwereld. Wat maakt een lach een mooie lach?


Hoge lachlijn (gummy smile)

 
(Dys)congruentie incisale lijn bovenfront met onderlip


Er is toch iets mis: scheef occlusievlak


Agenesie 22 en de asrichting van de centrale incisieven wijkt af van de asrichting van de middenlijn door het gelaat.


Tandboogmidden bovenfront naar links na orthodontische behandeling en een ongelijkmatige guirlande vorm van de gingiva


Een van de zeldzame foto’s waarop Cary Grant lacht. Avulise 21 tijdens begin van zijn loopbaan (toneelknecht), het diasteem is grotendeels spontaan gesloten (mondelinge overlevering C. Booy)

Krista Janssen analyseerde de lach van beroemdheden.

Bij de tand-lippen relatie wordt gekeken naar de rust positie van de lippen bij het lachen en in rust. Bij de analyse van de lach wordt een onderscheid gemaakt tussen twee vormen van lach:

  1. Een sociale (is reproduceerbaar)
  2. Een emotionele

In de orthodontie behandelt men naar de sociale lach.
Voor de hoeveelheid blootgestelde gingiva en gebitselelementen zijn de frontale- en driekwart analyse beide belangrijk.

Relatie tussen lippen en lachlijn
Voor de esthetiek van de lach kan gebruikt gemaakt worden van een smile design. Belangrijk zijn dan harmonie & tandexpositie. Bij een smile desgin wordt gekeken naar:

  1. Liplijn
  2. Curve tandboog
  3. Curve van de bovenlip
  4. Laterale ruimte naast de tandboog bij lachen (black triangles)
  5. Lach symmetrie
  6. Kanteling van de kaak
    Op micro-niveau
  7. Element componenten
  8. Gingiva componenten

Micro esthetiek
Esthetiek op element niveau

  • Proporties van de elementen
  • Lengte-breedte verhouding
  • Gingivale niveau

Voor het gingivale niveau is het mooi als de gingivalijn van de centrale incisieven en de cuspidaten op dezelfde hoogte ligt en de gingivalijn van de laterale incisieven circa 1,5 mm lager ligt. Papillen zijn in het front groter. De ideale positie van het contactpunt ligt in het midden van de kroon op 50%. In percentages uitgedrukt neemt het percentage af van 50% tot 30% richting de cuspidaten en komt het contactpunt hoger te liggen.
– 50% tussen centrale incisieven  > 40% tussen centrale en laterale incisief > 30% tussen laterale incisief en cuspidaat.

Een afwijking van een verticale loodlijn valt op. Daarentegen valt een mediaanverschuiving minder op. Tot 4 mm wordt vaak nog als niet storend ervaren.

Wat kan de orthodontist doen op micro-esthetiek niveau?

  • Bovenboog verbreden
  • Extrusie en intrusie steps en torque verschillen aanbrengen bij individuele elementen voor gingivalijn en restauraties
  • Herstellen mediaanlijn
  • Voorbereiden op composietrestauraties
  • Voorbereiden op prothetiek

Lezing door: dr. A.C. Jongsma, en Krista Janssen, orthodontisten bij de afdeling Orthodontie, UMCG.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met het Wenckebach Instituut.

Dec 2015

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Orthodontische spalken bevatten te veel nikkel

Nikkelvrije spalken in de orthodontie bevatten wel nikkel. Dat concludeert Ana Milheiro van het ACTA in haar proefschrift. Er komt uit orthodontische spalken zelfs meer nikkel vrij dan toegestaan voor blootstelling aan de huid volgens de EU-richtlijnen. Er zijn nog geen EU-richtlijnen voor nikkel in de mond.

Metaalvrije alternatieven
Milheiro onderzocht de hoeveelheid metaaldelen in orthodontische materialen. De metaaldeeltjes kunnen via de mond in het lichaam komen en zo cellen beschadigen. Dit kan leiden tot allergische reacties. Voor orthodontische spalke zijn nog geen nikkelvrije alternatieven beschikbaar. Een mogelijk alternatief is een vezel-versterkt-kunststof composief, maar volgens Milheiro is dit materiaal onbetrouwbaar. De onderzoekster pleit daarom voor verder onderzoek naar metaalvrije alternatieven.

Promotie
27 november 2015, Aula van de UvA, Amsterdam.

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z

NVT thematour: Door de beugel – Team Up!

NVT Thematour: oktober en november in Amsterdam, Nijmegen, Zwolle en Rotterdam

Wekelijks zo niet dagelijks komt u tandheelkundige problemen tegen die om een orthodontische oplossing vragen. Een aantal problemen is wellicht zelfs het gevolg van een eerdere orthodontische behandeling. Welke problemen lost u zelf op? Welk probleem verwijst u naar de orthodontist? En welke situaties vragen om een intensieve samenwerking?

Inhoud
De algemeen practicus kan een centrale rol in de vroegtijdige diagnostiek spelen. Hij ziet immers de patiënt – en zijn ouders – vanaf zeer jonge leeftijd regelmatig. Aan het begin van de thema-avond. Door de beugel komen familiair skeletale problemen, agenesieën (openhouden/sluiten), amelogenesis imperfecta en vertraagde/verstoorde eruptie (zoals de geïmpacteerde cuspidaat) aan de orde. Daarbij zullen de klinische blik, maar ook de interpretatie van röntgenfoto’s de aandacht krijgen. Uiteraard komen ook de diverse behandelmogelijkheden voorbij.
De spalk  bijna standaard in het onderfront  zal in deze Thematour met alle voor- en nadelen uitgebreid besproken worden. Diverse soorten spalkdraad, spalktype & – methodes, gingivarecessie en biological envelop zullen de revue passeren.
Orthodontie is niets anders dan het manipuleren van het parodontaal ligament’. De interessegebieden van de sprekers hebben duidelijke raakvlakken en zij hebben dan ook een intensieve samenwerking opgezocht.
In het derde deel van hun presentatie vertellen zij over wat zij samen kunnen bereiken in die gevallen waar intrusie, dan wel extrusie van een of meerdere elementen nodig is. Ook hier opnieuw de vraag: Wat kunt u samen bereiken? En waar dient u op te letten?

Programma
18:00 uur Ontvangst met broodjes, thee, koffie
19:00 uur Opening, welkomstwoord door NVT bestuurslid
19:05 uur DOOR DE BEUGEL – Team Up! Dr. Dick Barendregt en Manfred Leunisse
20:15 uur Pauze
20:30 uur Vervolg presentatie Dr. Dick Barendregt en Manfred Leunisse
21:50 uur Afsluiting, gevolgd door borrel

Data, locaties
27 oktober 2015 (dinsdag) Rotterdam
4 november 2015 (woensdag) Zwolle
11 november 2015 (woensdag) Amsterdam
18 november 2015 (woensdag) Nijmegen

Inschrijven en meer informatie
Thematournvt

Lees meer over: Actueel, Orthodontie, Thema A-Z
TADs en patiënt perceptie

Inleiding over TAD’s en patiënt perceptie

TAD’s bieden veel mogelijkheden in de orthodontie. Via implantaten, minischroeven of botankers wordt er een orthodontische botverankering bewerkstelligd en kunnen er krachten uitgeoefend worden. Wat is de indicatie van TAD’s, waar kunnen ze geplaatst worden en wat is de patiënt perceptie?

TAD’s, oftewel Tempory Anchorage Devices, bieden veel mogelijkheden in de orthodontie. Door middel van implantaten, minischroeven of botankers wordt er een orthodontische botverankering bewerkstelligd en kunnen er krachten uitgeoefend worden.

Osteogeïntegreerde TAD’s
Een implantaat kan functioneren als een osteogeïntegreerde TAD. Wanneer het implantaat binnen de tandboog wordt geplaatst, kan het implantaat eerst gebruikt worden voor tandverplaatsing en naderhand voor restauratieve doeleinden, bijvoorbeeld het vervaardigen van een kroon op het implantaat. Belangrijk is dat het implantaat op de juiste plaats in de tandboog geplaatst wordt. Ook kan er een mini-implantaat buiten de tandboog geplaatst worden, een voorbeeld is een midpalatinale schroef. Een mini-implantaat wordt nog maar weinig toegepast.
Het nadeel van osteogeïntegreerde TAD’s is dat ze lastig of niet te verwijderen zijn.

TAD’s met mechanische retentie
Minischroeven en botankers maken gebruik van mechanische retentie. Een minischroef kan direct belast worden in middels coils of elastieken en wordt dan een ‘direct verankeringssysteem’ genoemd. Een nadeel van indirecte belasting is dat er vaak verlies van de minischroef optreedt.
Minischroeven kunnen ook als indirect verankeringssysteem dienen, in dat geval worden elementen gefixeerd middels de minischroef en vindt de belasting via een ‘ sliding jig’ of hook op de boog plaats.
Botankers vormen ook een ‘indirect’ verankeringssysteem. Een botanker wordt onder het tandvlees, op het bot gefixeerd. Er is een incisie nodig om het botanker te kunnen plaatsen.

De krachtenverdeling van het indirecte verankeringssysteem is gunstiger omdat er sprake is van minder momentkracht op de schroeven dan bij het directe verankeringssysteem.

Indicatie TAD’s
TAD’s kunnen onder ander gebruikt worden bij:

  • Verticale problematiek, open beet in front of overeruptie.
  • Het distaliseren van de boventandboog of ondertandboog (mits distaal te plaatsen).
  • Het sluiten van diastemen.
  • Het intruderen van molaren en incisieven (voorkeur botankers).
  • Het bewerkstelligen van lokale tandbewegingen, zoals het opheffen van een kruisbeet en rotaties.
  • Een niet-lokale toepassing, oftewel een orthopedische tractie.

Waar moet een TAD geplaatst worden?
Voor het plaatsen van een TAD moet er rekening gehouden worden met de onderstaande punten:

  1. Er moet voldoende corticaal bot aanwezig zijn.
  2. Er moet rekening gehouden worden met de ligging van de wortel.
  3. De beste plaats voor een minischroef is 4-6 mm vanaf alveolaire wand.

Patiënt perceptie
Met behulp van vragenlijsten is er een onderzoek gedaan naar ervaring van de patiënt bij het plaatsen van een TAD. Voor dit onderzoek is de VAS-score gebruikt (Visual Analogue Scale). Uit de resultaten blijkt dat:

  • Hinder van activiteit vooral ervaren wordt tijdens de eerste drie dagen. Het grootste probleem is het kauwen van hard voedsel. Dit is op de eerste dag na het plaatsen het heftigst en neemt na 2-3 dagen af.
  • Een dubbel of bilateraal geplaatst anker in de mandibula de meeste last geeft.
  • In de meeste gevallen ibuprofen gebruikt wordt voor pijnstilling. Het gebruik van pijnstilling neemt snel af, na een week wordt het nog maar door een klein percentage gebruikt.
  • Patiënten waarbij een bilateraal zygoma anker geplaatst was het meest tevreden waren na 14 dagen.

Complicaties
De volgende complicaties kunnen voorkomen:

  • Abcesvorming
  • Sensibiliteitsstoornissen
  • Neusbloedingen
  • Beschadiging van de radices
  • Liptraumata
  • Het afbreken van een anker

Orthopedische tractie
Orthopedische tractie wordt vooral uitgevoerd bij een klasse III relatie. Bij deze behandelmethode treden er vaker complicaties op zoals het mobiel raken van ankers, het ontstoken raken van de mucosa en het verkrijgen van slechte toegankelijkheid voor elastieken. Ook treedt er meer verlies van ankers op wanneer er sprake is van oligodontie of een systemische aandoening.

Conclusie

  • Het slecht kunnen kauwen van hard voedsel is de grootste complicatie bij het plaatsen van een TAD.
  • Bilateraal geplaatste ankers in de mandibula worden het minst goed verdragen.
  • Adequate pijnstilling is belangrijk, na 3 dagen blijkt er voldoende verlichting van de pijn te zijn en zijn pijnstillers vaak overbodig.
  • Patiënten waarbij een bilateraal zygoma anker geplaatst is, zijn het meest tevreden.
  • Complicaties zijn van tijdelijke aard.

Lezing door: Drs. Krista Janssen, orthodontist, afdeling Orthodontie, UMCG.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met de afdeling MKA-chirurgie, de afdeling Orthodontie, de Postgraduate School of Medicine van het Wenckebach Instituut en de Stichting PAOT-NN.

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Beter poetsen voorkomt gaatjes bij draadjes achter tanden

Steeds meer mensen hebben draadjes achter hun voortanden die ervoor zorgen dat de voortanden op hun plek blijven na een orthodontische behandeling. Dit is echter ook een risicofactor voor cariës en tandvleesontsteking. Orthodontist Marije Jongsma deed haar promotieonderzoek hierover en ontdekte dat het laagje tandplaque op de draden verminderd kan worden  door gebruik van een elektrische tandenborstel, antibacteriële tandpasta en eventueel een antibacterieel mondspoelmiddel. Ook blijken enkelstrengsdraden een kleinere risicofactor dan meerstrengsdraden.

Vorm
Jongsma concludeerde dat de vorm van de draden van grote invloed is op de hoeveelheid biofilm die eraan hecht. Op een meerstrengsdraad vormt zich meer biofilm dan op een enkelstrengsdraad. Hoe ruwer het offervlak, hoe gemakkelijker bacteriën zich kunnen hechten. Een eenmaal gevormd bacterielaag is moeilijk te doordringen.

Biofilm
De orthodontist ontdekte dat gebruik van een elektrische tandenborstel de stuctuur van de biofilm verandert en beter doordringbaar maakt. Door combinatie van gebruik van een elektrische tandenborstel met een antibacteriële tandpasta en mondspoelmiddel vermindert de hoeveelheid biofilm en wordt de samenstelling ervan minder schadelijk.

Ze geeft in haar proefschrift aan dat de vorming van biofilm niet helemaal voorkomen kan worden, maar dat dit wel verminderd kan worden met de juiste middelen.

Promotie
Promotie: M.A. Jongsma
Wanneer: 01 april 2015, 14.30 uur
Promotors: prof. dr. Y. (Yijin) Ren, prof. dr. ir. H.J. (Henk) Busscher, prof. dr. H.C. (Henny) van der Mei
Waar: Academiegebouw RUG
Faculteit: Medische Wetenschappen / UMCG

Marije Jongsma (1986) studeerde tandheelkunde aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Zij verrichtte haar promotieonderzoek binnen het W.J. Kolffinstituut en de afdeling Orthodontie, binnen het programma Bioadhesion, Biocompatibility and Infection, van het Universitair Medisch Centrum Groningen, die het onderzoek ook bekostigden. Jongsma werkt als orthodontist in de maatschap Jongsma & Jongsma Orthodontisten.

Mrt 2015

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Orthodontie, Thema A-Z

Chirurgische aspecten bij het plaatsen van TAD’s

TAD’s, oftewel Tempory Anchorage Devices, bieden veel mogelijkheden in de orthodontie. Wat zijn de eisen voor het werken met TAD’s? Minischroeven versus botankers: de voordelen, werkwijze en mogelijke complicaties.

Eisen
Om te kunnen werken met TAD’s worden er een aantal eisen gesteld:

  • De TAD moet een mechanische verbinding aangaan met kaakbot.
  • Aan de TAD moet een bevestigpunt zitten voor een draad, elastiek of veer.
  • De TAD mag geen weefselschade veroorzaken.
  • Een TAD moet meerdere jaren kunnen worden gedragen.
  • Het toepassingsgebied moet veelzijdig zijn.

Minischroeven versus botankers
Zowel minischroeven als botankers kunnen geïndiceerd worden voor onder andere het intruderen, oprichten, protraheren of distaliseren van elementen. Botankers kunnen daarnaast nog ingezet worden voor protractie van de maxilla.
In de begintijd waren botankers populairder. Momenteel wordt er steeds vaker gekozen voor minischroeven. Het voordeel van minischroeven is dat ze makkelijker aan te brengen zijn.

Bone Anchored Maxillary Protaction (BAMP)
Het doel van BAMP is het voorwaarts bewegen van de maxilla bij een groeiend individu met een omgekeerde beet of dreigende omgekeerde beet. Deze behandeling werkt het beste als de omgekeerde beet vooral wordt veroorzaakt door de bovenkaak en niet te uitgesproken is. Bij het uitvoeren van deze protractie is het belangrijk dat er rekening wordt gehouden met de volgende punten:

  • Goede documentatie.
  • Op zo jong mogelijke leeftijd beginnen (rond 10 jaar), er moet wel gewacht worden totdat de cuspidaten in de onderkaak doorgebroken zijn.
  • Bij voorkeur wordt er onder lokale anesthesie gewerkt.
  • Er een antibioticakuur meegegeven.
  • Zorg voor adequate pijnstilling.
  • Goede mondhygiëne is belangrijk.
  • Twee weken na plaatsen kunnen er elastieken (lichte tractie) aangebracht worden.

BAMP is minder goed uit te voeren wanneer er sprake is van een klasse III relatie die veroorzaakt wordt door een mandibulaire hyperplasie. Ook wanneer er sprake is van een forse omgekeerde overjet of als de patiënt ouder dan 12 is, kan dit een negatieve invloed hebben op het behandelresultaat.

Botankers

  • Mandibula
    Botankers in de onderkaak (Bollard; lengte 16 mm) worden bevestigd met 2 schroefjes. Het botanker wordt geplaatst tussen de laterale incisief en cuspidaat. Het botanker mag niet in de buurt van de uitgang van de nervus mentalis geplaatst worden.
  • Maxilla
    Het botanker in de bovenkaak (lengte 21 mm) wordt met 3 schroefjes bevestigd. De botankers worden geplaatst op de crista zygomatica-alveolaris. Het bot tussen de eerste en tweede molaar is niet heel erg dik, er moet rekening gehouden worden met de sinus maxillaris. Indien een (pre)molaar gedistaliseerd wordt, moet het onderste schroefje zodanig geplaatst worden dat distalisatie onder het schroefje mogelijk is.
  • Plaatsen
    Voor het bevestigen van de botankers worden schroefjes gebruikt met een lengte van 7 of 5 mm. Bot bij een volwassen persoon is veel steviger dan bij een kind, hier moet rekening mee worden gehouden. Het is belangrijk dat het anker op de goede plek vastgehouden wordt tijdens het vastdraaien van de schroeven. Het plaatje moet contact met het bot hebben en het uiteinde moet uitkomen in de aangehechte gingiva omdat hierdoor de kans op ontsteking kleiner is. Tot slot wordt er gehecht met een oplosbaar materiaal.

Minischroeven
Er bestaan zelftappende en zelfborende minischroeven, de laatsten worden als prettiger ervaren. Er bestaan variaties in de kop en in de diameter van de minischroef. Voordelen van de minischroef zijn dat deze eenvoudig geplaatst kan worden en relatief goedkoop is. Een nadeel is dat de schroef los kan komen. Een minischroef kan echter makkelijk herplaatst worden en dit kan eventueel gebeuren in de tandarts- of orthodontiepraktijk.
Minischroeven kunnen op tal van lokaties in zowel onder- als bovenkaak worden geplaatst. De stevigste verankering wordt vooral in de molaar- en premolaarregio gevonden.

De minischroef moet uitkomen in de niet-mobiele aangehechte gingiva. Om te voorkomen dat de radix geraakt wordt, moet de minischroef daarom soms met een scherpere hoek ingedraaid worden. Minischroeven kunnen geplaatst worden onder lokale verdoving, het is niet nodig om voor te boren. Bij het plaatsen van een minschroef kun je goed voelen of je wel of niet tegen de radix aankomt, hierdoor is het risico op beschadiging klein.

Complicaties
Voor botankers gelden de volgende complicaties:

  • Ontsteking
  • Hyperplasie
  • Breuk anker
  • Los gaan
  • Devitalisatie elementen
  • Nervusschade
  • Radixschade

De grootste complicatie voor minischroeven is het loskomen van de mini-schroef. Dit gebeurt in 20-25% van de gevallen. Een andere complicatie is migratie van de minischroef.

Failures
Oorzaken van het loskomen van botankers/minischroeven zijn:

  • Schroeven/positie/contact
  • Primaire retentie
  • Locatie
  • Slechte mondhygiëne
  • Spelen met tong
  • Excessieve krachten

Protocol bij een losgekomen botankers

  1. Elastieken herplaatsen
  2. Mondhygiëne verbeteren
  3. Eventueel antibiotica voorschrijven
  4. Afwachten
  5. Controle
  6. Indien het niet anders is dan wordt het botanker verwijderd en na 2 maanden herplaatst.

Verwijderen botankers
Botankers worden in principe verwijderd bij klachten of mobiliteit en na actieve behandeling. Zeker bij jonge patiënten kan het lastig zijn om ze om oudere leeftijd te verwijderen. Daarom wordt er in sommige gevallen gekozen om het botanker gedeeltelijk te laten zitten, mits er geen klachten zijn.

Conclusie

  • Een minischroef is eenvoudig te plaatsen.
  • De failure-rate bij minischroeven is relatief hoog maar ze zijn gemakkelijk te herplaatsen.
  • Botankers hebben een hogere morbiditeit.
  • Botankers worden de laatste jaren vooral toegepast bij klasse III.
  • Het verwijderen van botankers is onderwerp van discussie.

Lezing door:
Dr Johan Jansma, MKA chirurg, afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie, UMCG.

Verslag door:
Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met de afdeling MKA-chirurgie, de afdeling Orthodontie, de Postgraduate School of Medicine van het Wenckebach Instituut en de Stichting PAOT-NN.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Kaasmolaren en de (on)mogelijkheden vanuit orthodontisch perspectief

Hypomineralisatie, oftewel de aanwezigheid van een kaasmolaar, komt veel voor. Wanneer kunt u een kind met kaasmolaren doorverwijzen naar een orthodontist? Op welk tijdstip kunnen kaasmolaren het beste geëxtraheerd worden? Congresverslag.

Verslag van de lezing van mevrouw drs. K.I. Janssen, orthodontist, afdeling Orthodontie, UMCG.

Hypomineralisatie in het blijvende gebit

MIH en MH
Hypomineralisatie, oftewel de aanwezigheid van een kaasmolaar, komt veel voor. De prevalentie van een kaasmolaar in het blijvende gebit ligt tussen de 10-19%. In sommige gevallen zijn niet alleen de zessen aangedaan maar ook de incisieven. Hier worden de volgende termen voor gebruikt:

  • ‘Molar Incisor Hypomineralisation’ (MIH)
    Zowel de incisieven als de eerste molaren zijn aangedaan.
  • ‘Molar Hypomineralisation’ (MH)
    Alleen de eerste molaren zijn aangedaan.

Etiologie
De etiologie is multifactorieel.
Zuurstofgebrek tijdens de geboorte of astma, hoge koorts, otitis media, prematuriteit, malabsorptie en zelfs inname van dioxines via de moedermelk bij langdurige borstvoeding worden genoemd als mogelijke oorzaak.

Uitingen
Hypomineralisatie is te herkennen aan het aanwezige glazuurdefect. De aangedane elementen zijn overgevoelig voor warm, koude en mechanische prikkels. Ook is de DMFS-score hoger bij kinderen met kaasmolaren.

Extractie van de kaasmolaar

De behandeling van kaasmolaren kan erg variëren, van sealants tot en met het plaatsen van implantaten. Een van de behandelopties is extractie van de kaasmolaren. Behandeling van M(I)H vergt goede communicatie tussen de verschillende tandheelkundige professionals.

Gebitsontwikkeling bij kinderen met kaasmolaren
Het is bekend dat de wortel afvorming sneller verloopt bij kinderen met kaasmolaren. Het is dus verstandig om kinderen met kaasmolaren al vroeg te verwijzen naar de orthodontist.

Op welk tijdstip moet er geëxtraheerd worden?
De furcatie vorming van de tweede molaren vindt plaats in de intertransitionele periode, dit is in de leeftijdsperiode 8-10 jaar. Extractie van de eerste (kaas)molaar kan het beste plaatsvinden in deze periode, dus wanneer de bifurcatie van de tweede molaren net te zien zijn op de OPG. Als deze timing wordt gehandhaafd dan is de kans groot dat de diastemen goed worden ingenomen door de doorbrekende tweede molaren.
Follow-up is erg belangrijk. Vooral de inclinatie van de tweede molaren moet goed gevolgd worden. Zolang deze parallel verloopt is er geen probleem. Kipt deze molaar naar mesiaal of linguaal dan is orthodontische behandeling nodig om de diastemen te sluiten. De kans is groot dat ook de verstandskiezen uiteindelijk op de plaats van de tweede molaren doorbreken.

Ernstige vormen en craniofaciale afwijkingen
Bij een ernstige vorm van MIH is een snelle wortelresoptie van de melkelementen in de zijdelingse delen opvallend. Ook komt MIH voor met andere craniofaciale afwijkingen. Voorbeelden zijn schisis, cleidocraniale dysplasie waarbij de botresorptie afwijkend verloopt en er veelal sprake is van geretineerde elementen, oligodontie waarbij ectopische resorptie van de eerste molaren geregeld optreedt.

Extractie in de bovenkaak
Indien er sprake is van ruimtegebruik dan kunnen de eerste molaren in de bovenkaak het beste zo lang mogelijk behouden blijven. Bij extractie van de eerste molaren in de bovenkaak moet er rekening gehouden worden met een eventueel zakkende sinusbodem in extractie alveole.

Samenvatting

  • Veel dentities laten hypocalcificaties zien.
  • Niet alle kaasmolaren zijn te behouden.
  • Orthodontische interventie kan verhoudingen verbeteren.
  • Behandeling vergt een goede samenwerking tussen verschillende disciplines.
  • Wortelafvorming verloopt sneller samen met de dentale ontwikkeling bij kinderen met kaasmolaren.
  • Maak op tijd een OPG bij iemand met kaasmolaren.
  • Door een eerste (kaas)molaar te extraheren, behoeven de verstandskiezen niet meer geëxtraheerd te worden.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van mevrouw drs. K.I. Janssen, orthodontist,afdeling Orthodontie, UMCG, tijdens het afscheidssymposium ‘Kaaskiezen? Geen Keuze!’ in het UMCG.

Het afscheidssymposium van Bart Fledderus stond in het teken van kaasmolaren. Bart Fledderus, algemeen practicus, klinisch docent en kinder- en CBT-tandarts, werd door verschillende sprekers in het zonnetje gezet op deze dag. Ook de bezoekers die Bart niet persoonlijk kenden, hadden na deze dag een goed beeld van hem. Bart is een bevlogen man die geen tijd kent. Met plezier heeft hij veel betekend voor de tandheelkundige behandeling van kinderen, angstigen, ouderen en gehandicapten. Ook het behandelen van katten, honden en konijnen was voor Bart geen probleem. Bart heeft ook een tijd in het bestuur van Ivoren Kruis gezeten, de Nederlandse vereniging van mondgezondheid.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Bacteriedodende beugel en tandprothese in ontwikkeling

Orthodontisten van het UMCG onderzoeken de mogelijkheden om beugels en tandprothesen van bacteriedodend materiaal te maken. Zo zou cariës rondom beugels voorkomen kunnen worden, meldt de Groninger Internet Courant.

De Groningse orthodontisten testen nu een polymeer dat veel toepassingen heeft en orale bacteriën doodt zodra ze op het materiaal hechten. Hierbij werken zij samen met een natuurkundige, chemici en microbiologen.

De verwachting is dat het nog enkele jaren duurt voordat de eerste bacteriedodende beugels beschikbaar zijn.

Bron:
Groninger Internet Courant

 

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z

Volwassenen positief over orthodontie

Bijna 20% van de volwassen Britten denkt dat een orthodontische behandeling bij hen zou helpen, blijkt uit onderzoek. Een mooi gebit wordt steeds belangrijker, schrijft Dentistry.

Zuinig op gebit
Het gebit wordt steeds belangrijker. 37% van de respondenten vindt hun gebit nu belangrijker dan 10 jaar geleden. Volgens de respondenten komt dat deels door de populariteit van cosmetische tandheelkunde.

Goed geïnformeerd
Britse volwassenen staan positief tegenover orthodontie en zijn op de hoogte van behandelmethoden. Een derde van de ondervraagden was bijvoorbeeld bekend met linguale orthodontie, waarbij een vaste beugel aan de binnenkant van het gebit geplaatst wordt.

Bron:
Dentistry.co.uk




Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Orthodontie, Thema A-Z
Orthodontie geen oplossing bij onderbeet

Orthodontie geen oplossing bij onderbeet

Kinderen en jongeren met een prominente onderkaak hebben weinig tot geen baat bij de huidige orthodontie. Dat blijkt uit een overzichtsstudie naar orthodontische behandelingen bij klasse III malocclusie.

Oorzaken
Klasse III malocclusie kan veroorzaakt worden door een verkeerde positie van de onder- of bovenkaak. De afwijking kan ook ontstaan als de bovenste snijtanden naar achter hellen, of als de onderste snijtanden naar voren zijn gekanteld.

Behandeling
Er zijn verschillende orthodontische behandelmethoden voor klasse III malocclusie bij kinderen en jongeren. Een daarvan is een gezichtsmasker dat de bovenkaak naar voren trekt.

Effectiviteit
Uit de overzichtsstudie blijkt dat het gezichtsmasker de enige behandelmethode is die mogelijk effectief is op korte termijn. Het resultaat op volwassen leeftijd is echter onbekend. Voor de effectiviteit van andere behandelmethoden was geen overtuigend bewijs, concludeerden de onderzoekers.

Bron:
Studie

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Orthodontie, Thema A-Z

Hoe blijft de orthodontist overeind?

Orthodontisten hebben het zwaar. Voor de tweede keer is er 16% ingeleverd. Bas Njio maakt zich ongerust over de toekomst van zijn specialisatie. Een interview met deze ondernemende orthodontist.

Bas Njio is zeer gepassioneerd over zijn vak, heb ik gemerkt in de jaren dat wij samenwerken op het forum van Tandarts.nl. Zijn tweets werden steeds pittiger: “De totaalkosten orthodontie op macroniveau zullen toenemen in 2013. Na het geplande onderzoek van de NZa zal in 2014 naar alle waarschijnlijkheid de beugelbehandeling in 2015 gratis worden”. Tijd voor een interview.

Njio studeerde cum laude af aan ACTA en volgde van 1993 tot 1997 de specialisatie Orthodontie. Hij legde, met de EURO-QUAL groep onder leiding van Professor Birte Prahl, de basis voor het huidige Europese kwaliteitssysteem op orthodontisch gebied. Zo was hij kwaliteitscoördinator orthodontie bij ACTA en editor voor Euro-Qual voor twee boeken over implementatie van een Europees kwaliteitssysteem voor orthodontie. Nu runt hij twee orthodontiepraktijken waarin hij veel zelf doet en is hij docent bij Orthocourse. Tijdens zijn stage in Kopenhagen ontstond z’n interesse voor orthodontie. “Bij orthodontie moet je veel samenwerken. Zowel met de patiënt, als met een team. Dat sprak mij aan. Het leukste is om samen met de patiënt en je team iets moois te bouwen, waarbij je met je team inspeelt op de vragen en verwachtingen van de patiënten. De laatste tien jaar richt ik mij daarom voornamelijk op de behandeling van volwassenen. Langzamerhand zijn wij uitgegroeid tot een, regionaal en nationaal bekend, orthodontiecentrum voor volwassenen. Wij bieden behandelingen die volledig afgestemd worden op de wensen en omstandigheden van de individuele patiënt. Door onze samenwerking met fijne, deskundige tandartsen om ons heen, kunnen we de complete (cosmetische) tandheelkunde coördineren”, zegt Njio.

Scandinavië is nog steeds zijn voorbeeld. “Typisch voor mijn praktijken is het Scandinavische gevoel: Simpel, eenvoudig en ingetogen, maar tegelijkertijd modern en vooruitstrevend. In balans met de natuur, zou je kunnen zeggen. Ons uitgangspunt is het verzorgen van een moderne beugelbehandeling die past bij de wensen van de patiënt. Wij doen er alles aan om de verwachtingen waar te maken. Daarbij staat niet de ideale occlusie – een verouderd concept uit 1960 – maar het individuele optimum van de patiënt centraal.”

Tariefsverlaging onterecht
Toch heeft Njio zich uitgeschreven als orthodontist in 2008. Maar dit was een politiek spelletje vanwege de tariefsverlaging. “Samen met een groot aantal orthodontisten hadden wij bedacht dat het de beroepsorganisaties NMT, VVO en ANT zou kunnen helpen om duidelijk te maken dat Den Haag toen echt fout zat. Daar is nooit iets mee gebeurt.”

Nu is er weer een daling van 16% maar vreemd genoeg heeft Njio hier geen enkele spontane reactie van patiënten op gekregen. “Noch bij mijn stijging in 2012, noch bij de daling in 2013. Als ik ernaar vraag dan spreken ze alleen hun verbazing uit over de lage prijs van de controles. Zelfs een leek heeft door dat die prijs niet klopt. Een inschrijving, anamnese, overleg, beoordeling, advies, behandelingsplan, kostenbegroting en rapportage via e-mail moeten we nu blijkbaar doen voor 20 euro. En een orthopantomogram is 30% goedkoper bij ons dan bij de tandarts, een vreemde situatie die duidelijk bedacht is vanachter een bureau.”

Degradatie van een super vak ten top
“De echte professionele tegenslag is niet zozeer de hoogte van het tarief, als wel de smalheid van de tariefsopbouw. Er is geen enkele ruimte voor individuele aanpassing, er is alleen plaats voor standaardplannen. Als ik snel klaar kan zijn, dus minder controles nodig heb, of we vinden het onderfront niet belangrijk en doen dus alleen de bovenkaak, dan kan het tarief niet uit. Ook verschillende moderne retentietechnieken zitten niet in het ‘pakket’. En dat voor een wetenschappelijk bewezen kwalitatief zeer hoogwaardige behandeling door een orthodontist. Ook de moeilijke behandelingen (impacties) moeten nu gedaan worden voor dit lage tarief. Terwijl de simpele behandelingen misschien prima in dit tarief te doen zijn. Uitbannen van variatie, daar is Nederland al jaren mee bezig, in het kader van alles moet voor iedereen hetzelfde zijn. Degradatie van een super vak ten top. Nu werken we voor een ruim 35% lager tarief dan 5 jaar geleden, we zijn echt de goedkoopste in Europa, en misschien wel in de wereld. Een behandeling met vaste apparatuur kost nu 1.750 euro all in.

Ik merk dat de prijs zo laag is geworden dat het volume volwassenen nog meer toeneemt. Hun complete jaarlijkse uitgave aan sporten is hoger dan de kosten voor een beugel. Maar daarmee gaan de uitgaven aan orthodontie op macroniveau natuurlijk stijgen. Ik blogde al dat in 2015 de beugel gratis wordt. Er zou een scheiding moeten komen in de prijs voor noodzakelijke behandelingen bij kinderen. Die zijn te meten met de ICON (IOTN). De rest is vrije markt, net als de kapper.”

Trots
Ondanks alles blijft Njio trots op elke beugel die hij met z’n team verwijdert. “Trots op die nieuwe glimlach! Dat verveelt nooit. En ik ben ook trots als ik zie dat mijn team fijn samenwerkt. Na een drukke dag met tevreden patiënten zijn we dan samen moe, maar voldaan.”

Wat moet er veranderen?
Twee dingen: Ten eerste geeft twee derde van de patiënten in het onderzoek van de Consumentenbond aan dat zij van tevoren niet wisten dat zij behandeld zouden worden door een tandarts in plaats van een orthodontist. Dit terwijl wetenschappelijk aangetoond is dat de orthodontist efficiënter behandelt. Hierover moet meer duidelijkheid komen voor de patiënt. “Ik hoor nog dagelijks: ’mijn tandarts is ook orthodontist’ en dat klopt natuurlijk niet.”

“De overheid denkt dat de tandarts de eenvoudigere behandelingen doet. Dat is ook zo bij de tandartsen die ik ken. Die vinden het zelf ook vreemd dat ik evenveel mag rekenen voor een behandeling die zij doorsturen.”

Ten tweede zullen we een voorbeeld moeten nemen aan Noorwegen, volgens Njio. “Daar kunnen ze beter met geld en gezondheid omgaan. In het Noorse systeem krijgen patiënten die om gezondheidsredenen een beugel nodig hebben, 100% vergoed. In Noorwegen wordt alle orthodontie door specialisten begeleid. Een scheve tand of spleetje tussen de voortanden behoeft geen vaste apparatuur, maar individueel kan men hiervoor wel kiezen. In zulke gevallen betaalt de Noorse patiënt de beugel gewoon zelf, zonder verzekeringsvergoeding. Is de beugel een beetje nodig, dan krijg je een gedeeltelijke vergoeding van 40 tot 75%. Realiseer je dan wel dat de verzekeringen in Noorwegen nationaal gereguleerd worden. Niet commercieel, zoals in Nederland. In Nederland wordt minder dan 5% van de orthodontie vergoed vanuit de basisverzekering. De rest komt uit de particuliere zelf-gefinancierde aanvullende verzekering. Mijn volwassen cliënten betalen de behandelingen meestal compleet zelf, zonder bijdrage van hun verzekering. Als wij praten over de behandelingsopties en mijn ideeën over aanvullende service, begrijpen zij niet waar de overheid zich mee bemoeit. Zo wil ik op zaterdag en zondagmiddag open gaan, maar elke ondernemer snapt dat dat met de huidige tarieven onmogelijk is.
Ook dat realiseert Den Haag zich niet. Waarom zou je zo iets moeten reguleren, volledig particulier gefinancierde zorg die wordt uitgevoerd door professionals met 10 jaar opleiding? Uit diverse contacten met de overheid weten ze dit niet, of doen ze alsof. Misschien omdat ze denken ooit zelf een beugel nodig te hebben? En dan is een lage prijs wel lekker natuurlijk. Die strategie hebben ze natuurlijk in de hele tandheelkunde gebruikt.”

Overeind blijven
Ondanks de vele wolken schijnt de zon volop voor Njio. Hij krijgt veel media-aandacht. Het afgelopen jaar verscheen hij vaak in de krant, in diverse glossies en zelfs twee keer op televisie. Njio beschikt over de kunst van het omdraaien: Hij heeft plannen, want hij voelt zich uitgedaagd en dat maakt hem creatief. “Ik luister naar suggesties en klachten van patiënten en denk niet ‘dat-kan-ik-niet’. Ik verzamel de juiste ideeën en pas mijzelf en mijn team aan. Verandering is leuk. En dat zouden mijn collega’s ook moeten doen, willen ze overeind blijven staan.”

Websites
www.rechtetanden.nl 
www.smilelounge.nl

www.njio.nl
Bekijk de video

Interview door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO

 

Lees meer over: Opinie, Orthodontie, Tarieven, Thema A-Z

Uitzending Klokhuis over orthodontie

Het kinderprogramma Klokhuis heeft een aflevering gewijd aan orthodontie. De uitzending is opgenomen bij ACTA.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Orthodontie, Thema A-Z

Herregistratie voor kaakchirurgen en orthodontisten 2013

In maart 2013, 5 jaar na het besluit van het CTS, toetst de Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) voor het eerst of de kaakchirurgen en orthodontisten aan de herregistratie-eisen voldoen.

In maart 2008 heeft het toenmalige Centraal College (thans: College Tandheelkundige Specialismen, CTS) besloten dat de tandarts die de vervolgopleiding tot kaakchirurg of orthodontist met goed gevolg heeft doorlopen, ten hoogste 5 jaar kan worden ingeschreven in het register van specialisten. Wanneer men aan de zogenoemde herregistratie-eisen voldoet kan men aansluitend weer voor een periode van 5 jaar worden ingeschreven.

De NMT heeft kaakchirurgen en orthodontisten een aanvraagformulier voor de inschrijving toegestuurd. Heeft u geen formulier ontvangen? Dan kunt u contact opnemen met de Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen. Meer informatie leest u op de website van de NMT.

Bron:
NMT

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
Behandelopties

Welke behandelopties zijn er als uw patiënt elementen mist?

Welke behandelopties zijn er als uw patiënt elementen mist door bijvoorbeeld agenesie of trauma? Verslag van de lezing van Prof.dr. Yijin Ren en drs. Hoogeveen tijdens de klinische avond in het UMC Groningen.

Prof. dr. Y. Ren benadrukte dat natuurlijk ogende prothetische tandheelkunde erg afhankelijk is van de positie van de elementen. Orthodontie speelt dus een grote rol.

Het missen van elementen kan verschillende redenen hebben, zoals agenesie of verlies als gevolg van trauma. Afhankelijk van een aantal factoren kan er voor verschillende behandelopties gekozen worden. Hieronder wordt dit per element toegelicht.

Behandelopties

Indien er elementen ontbreken, zijn er verschillende behandelopties:

  • Autotransplantatie (hier wordt nu niet op in gegaan)
  • Het open houden of openen van de ruimte t.b.v. prothetische voorzieningen (vast dan wel uitneembaar)
  • Implantologie; er moet aandacht worden besteed aan parallelliteit van de radices
  • Orthodontisch sluiten van de ruimte

1. Afwezigheid centrale incisief

Ruimte open houden
Indien er wordt gekozen voor een implantaat moet de benodigde ruimte worden gecreëerd dan wel open worden gehouden tot de groei volledig voltooid is, vaak middels vaste apparatuur. Tijdelijk kan er een dummy geplaatst worden om de esthetiek te waarborgen.

Ruimte sluiten
Bij het sluiten van de ruimte (substitutie door laterale incisief) dient gecompenseerd te worden voor verschillen in de hoogte van de gingivalijn, omdat gebrek aan symmetrie esthetisch erg storend is. Om dit probleem op te lossen kan het volgende worden gedaan:

  • Intruderen van de laterale incisief die de ontbrekende centrale incisief vervangt en diastemen overlaten aan weerszijden ten behoeve van facing/restauratie (element wordt incisaal eveneens verlengd)
  • Eventueel (bij ruimtegebrek) extractie laterale incisief aan de contralaterale zijde i.v.m. symmetrie
  • Extruderen van de cuspidaten (die de laterale incisief moeten vervangen) i.v.m. gingivacontour; incisaal beslijpen/afvlakken en indien nodig bleken;
  • Intruderen van de 1e premolaren (die de plaats van de cuspidaat innemen) en incisaal opbouwen

Op deze manier kan een esthetisch fraaie gingiva-lijn en de illusie van een “normale” anatomie worden bewerkstelligd.

2. Afwezigheid laterale incisief

Het gezichtsprofiel moet meegenomen worden bij het maken van de behandelkeuze.

Ruimte open houden
Er moet rekening gehouden worden met de hoeveelheid ruimte die benodigd is voor optimale vervaardiging van een implaantaat gedragen kroon of andere prothetische voorziening. Wanneer de cuspidaat is doorgebroken op de positie van de laterale incisief kan deze orthodontisch worden gedistaliseerd naar zijn normale positie. Hierdoor wordt duurzaam bot en een gunstige “implant site” t.p.v. de laterale incisief gecreëerd. Als er een laterale incisief agenetisch is ten gevolge van schisis, dan is het juist verstandig om de elementen te verplaatsen naar de schisiszijde zodat er op de plaats van de premolaar ruimte ontstaat. Het voordeel hiervan is dat er geen bot augmentatie nodig is.

Ruimte sluiten
Hiervoor zijn verschillende opties (afhankelijk van de uitgangssituatie):

  1. Unilateraal missende laterale incisief
    – Extractie van contralaterale laterale incisief
    – Cuspidaten verplaatsen naar de plaats van de laterale incisieven
    – Afbehandelen in Klasse II molaarrelatie
  2. Unilateraal, in geval van crowding
    – Extractie drie premolaren
    – Cuspidaat verplaatsen naar plaats van missende laterale incisief, extruderen en incisaal beslijpen/bleken indien nodig
    – Premolaar verplaatsen naar plaats van cuspidaat (met correctie van gingiva-lijn, incisaal opbouwen)
    – Afbehandelen in Klasse I molaarrelatie
  3. Bilaterale missende laterale incisief, in geval van crowding
    – Extractie 2 premolaren onderkaak
    – Cuspidaten verplaatsen naar plaats van missende laterale incisieven en reshapen
    – Premolaren verplaatsen naar plaats van cuspidaten en reshapen
    – Afbehandelen in Klasse I molaarrelatie

3. Afwezigheid premolaren

Hier kan ook gekozen worden om de ruimte open te houden of te sluiten. Ruimte sluiten: geschikt bij ruimtegebrek of protrusie van incisieven/”vol” profiel; indien de ruimte wordt gesloten, moet er op worden gelet dat dit het profiel niet ongunstig beïnvloedt. Het stapsgewijs sluiten middels distaal beslijpen v/d melkmolaar, gevolgd door een hemisectie en daarna pas extraheren van de mesiale radix voorkomt ernstige resorptie v/d processus en problemen tijdens het sluiten.

Ruimte openhouden: Bij agenesie van een premolaar en afwezigheid van ruimtegebrek, kan de melkmolaar in eerste instantie in situ worden gelaten. De periode tot een eventuele implantologische behandeling kan zo worden overbrugd zonder alveolair botverlies. Bij milde infrapositie dient het element occlusaal opgebouwd te worden om uitgroei van antagonist en buurelementen te voorkomen. Indien het element ankylotisch blijkt en er nog veel verticale ontwikkeling van de processus alveolaris is te verwachten, kan er beter worden geëxtraheerd. Het is dan belangrijk dat de ruimte open gehouden wordt voor eventueel een implantaat op latere leeftijd. Vaak vindt er bij (vroegtijdige) extractie wel botverlies plaats waardoor later vaak botaugmentatie nodig is. Een ander alternatief is om de aanwezige premolaar in de ruimte van het agenetische buurelement te reguleren. Het bot wat op de oorspronkelijke plek achterblijft is van voldoende breedte en niet erg vatbaar voor resorptie, waardoor een gunstige implant site kan worden verkregen zonder botaugmentatie.

4. Afwezigheid molaren

Indien er een molaar mist is het soms verstandig om niet de ruimte van de volledige molaarbreedte te behouden. Een premolaarbreedte is namelijk makkelijker in verband met de breedte van het implantaat. Bovendien kan eventuele verplaatsing van de premolaar naar distaal plaatsvinden, zodat er geen bot augmentatie nodig is.

5. Oligodontie
Bij een oligodontie patiënt is sprake van 6 of meer agenetische elementen (met uitzondering van de derde molaren). Een goede samenwerking tussen prothetische tandarts en orthodontist is dus van belang.

Een aantal punten om rekening mee te houden tijdens een (orthodontische) behandeling, zijn:

  • Houd rekening met de wensen van de patiënt
  • Zorg voor goede communicatie, zowel voor als tijdens de behandeling
  • Geef de mogelijkheden (en beperkingen) duidelijk aan
  • Zorg voor goed verloop/planning van de behandelingen
  • Zorg voor goede samenwerking met de tandarts die de prothetiek uitvoert
  • Informeer de patiënt over de behandelopties en de behandelkeuze

Casuïstiek over pre-orthodontische orthodontie
Na de pauze sprak drs. E. Hoogeveen. De eerste casus betrof een patiënt met een gemutileerde dentitie, grote diastemen in de zijdelingse delen en naar mesiaal gekipte molaren. Het gekozen behandelingstraject was gericht op het oprichten van de molaren ten behoeve van prothetiek (brugwerk).

Het oprichten van molaren
Molaren kunnen worden opgericht op de volgende manieren:

  • Met behulp van (partieel) vaste apparatuur; indien gewenst kan de bracketpositie zodanig worden gekozen dat er geen onderlinge standsveranderingen zullen optreden in het “verankeringsblok”. Reactiekrachten op het hele segment blijven echter wel gelden.
  • Skeletale verankering (miniscrews).
  • Distaal van molaar. Voordeel: simpele biomechanica, nadeel: weinig controle.
  • Miniscrew mesiaal van molaar, ter ondersteuning van het verankeringsblok.
  • Bij implantaatgedragen prothetiek: gebruik maken van het uiteindelijke implantaat, waarbij de bracket op het implantaat geplaatst wordt. Nadeel: voldoende bot en ruimte in de tandboog zijn vereisten.

Implant-site development/orthodontic extraction:
Verder werd er besproken hoe een element dat als verloren wordt beschouwd kan worden benut voor het creëren van een gunstige ‘implant-site’. Door het element stapsgewijs te extruderen (maximaal 1 mm per maand) kan het botniveau naar coronaal worden verplaatst. Incisaal en palatinaal wordt het element beslepen om ruimte te bieden aan de extrusie. De circulaire gingivavezels dienen tijdens het actieve extrusieproces niet te worden gekliefd. Na de retentiefase wordt het element atraumatisch verwijderd en wordt er gelijk geïmplanteerd. Daarentegen, wanneer de behandeling gericht is op behoud en restauratie van een diep afgebroken element, worden de circulaire gingivavezels juist bij iedere activatie gekliefd, met klinische kroonverlenging/toegenomen ferrule als doel.

Bron: Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de Klinische avond van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde (CTM) van het UMC Groningen, in samenwerking met de Stichting PAOT Noord Nederland. Spreker Prof.dr. Yijin Ren

Prof. dr.Yijin Ren voltooide haar orthodontie specialisatie in 1996 (MSc, Beijing), en promoveerde in 2003 (Nijmegen). Sinds 2003 werkt ze full-time bij de afdeling Orthodontie van het Universitair Medisch Centrum in Groningen. Ze werd benoemd tot hoogleraar in 2007 en als hoofd van de afdeling Orthodontie in 2008. Drs.E.J. Hoogeveen voltooide in 2007 de studie tandheelkunde in Groningen en werkte gedurende 2 jaar als algemeen practicus in diverse tandartspraktijken. In 2009 startte hij met de opleiding Orthodontie van het UMC Groningen.

Jan 2013

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Vergelijken van 3D- met 2D-beelden in de orthodontie niet nauwkeurig

Cone Beam Computed Tomography (CBCT) is een röntgentechniek die 15 jaar geleden werd geintroduceerd binnen de orthodontie. Een CBCT-scanner kan, door rond het hoofd van de patient te draaien, een gedetailleerde driedimensionale afbeelding van het hoofd maken.

CBCT heeft door een lagere stralingsbelasting de diagnostische mogelijkheden verruimd. Voor longitudinale studies is het essentieel te weten of de 3D-data van een CBCT te vergelijken zijn met oudere 2D-roentgenopnamen. Tevens is het belangrijk voor toepassing van CBCT evidence-based richtlijnen te ontwikkelen.

Niet nauwkeurig
Om 2D- met 3D-beelden te vergelijken, is een laterale 2D-projectie (naar de zijkant) van het 3D-volume noodzakelijk. Een nauwkeurige vergelijking van 2D-modellen met 3D-volume blijkt echter niet mogelijk, zo toont Olivier van Vlijmen aan. 

CBCT binnen orthodontie
Olivier van Vlijmen deed daarnaast literatuuronderzoek om te bekijken in hoeverre er wetenschappelijk bewijs is voor het gebruik van CBCT binnen de orthodontie. Hieruit blijkt dat CBCT alleen een toegevoegde waarde heeft voor het bestuderen van de luchtweg. Vervolgonderzoek naar de invloed van CBCT op orthodontische diagnostiek is wenselijk.

Promotie
Vrijdag 11 januari 2013, 12.00 uur
Locatie: Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, Faculteit Faculteit der Medische Wetenschappen, UMC St Radboud.
Promovendus: de heer drs. O.J.C. van Vlijmen
Promotors: prof. dr. A.M. Kuijpers-Jagtman, prof. dr. S.J. Berge

Olivier van Vlijmen (Nijmegen, 1980) studeerde Tandheelkunde in Nijmegen. Hij verrichtte bovenstaand promotieonderzoek op de afdelingen Tandheelkunde en Mond-Kaak-Aangezichtschirurgie van het UMC St Radboud, binnen het onderzoeksinstituut Nijmegen Centre for Evidence Based Practice. Hij specialiseerde zich tot orthodontist en is werkzaam in diverse praktijken. Binnen enkele jaren wil hij zijn eigen orthodontistenpraktijk in de omgeving Nijmegen openen.

Bron:
UMC St Radboud Nijmegen

Jan 2013

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Orthodontie, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Naar de orthodontist


www.orthodontie.nl en www.beugel.nl

Lees meer over: Orthodontie, Video

Nieuwe patiëntenfolders orthodontie

De Stichting ter bevordering van de orthodontie in Nederland heeft zes nieuwe patiëntenfolders ontwikkeld. Bekijk de folders.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z
Vergoedingen orthodontie per verzekeraar

Vergoedingen orthodontie per verzekeraar

Wat krijgt uw patiënt voor orthodonie vergoed? Een overzicht van de vergoedingen per verzekeraar vindt u op de website van Zorgverzekeringwijzer. 

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
tandenknarsen

Scheve tanden: een erfenis van verre voorouders

Volgens nieuw onderzoek zijn de onderkaken van de moderne mens gekrompen op het moment dat onze voorouders overstapten van een jagers- en verzamelaarsamenleving naar de landbouw. Mensen gingen toen meer bewerkt voedsel eten, wat makkelijker te kauwen is. Grote, sterke onderkaken waren hierdoor niet langer nodig. Maar helaas bieden kleinere onderkaken vaak niet genoeg ruimte voor al je tanden en kiezen. Met een scheef gebit tot gevolg.

Kaken
Wetenschappers verzamelden schedels van elf verschillende populaties. Zes van die populaties moesten het hebben van de landbouw. De rest moest het doen met jagen en verzamelen. En dat bleek zichtbaar te zijn aan de kaak. Zo hadden de jagers en verzamelaars langere en smallere onderkaken. Ook bleken er verschillen te zijn tussen de vorm van de gehemeltes van jagers en verzamelaars en boeren. En ook die verschillen leidden weer tot een andere manier van kauwen, zo concluderen de onderzoeker in het blad Proceedings of the National Academy of Sciences.

Orthodontist
Om er zeker van te zijn dat de overstap op de landbouw leidde tot andere kaken keken de onderzoekers ook nog naar andere factoren die van invloed konden zijn. Bijvoorbeeld de locatie waar mensen zijn opgegroeid of verschillen in klimaat. Maar de onderzoekers konden geen verband vinden. Ze moeten dan ook concluderen dat het overstappen op de landbouw en het nieuwe dieet dat daarmee samenhing leidde tot een kortere en minder robuuste kaak. Het gevolg: de tanden passen er niet altijd meer zo mooi in. En zo ontstond dan het beroep van orthodontist.

Hoewel het onderzoek redelijk overtuigend is, twijfelen sommigen toch nog aan de conclusies. Sommige wetenschappers wijzen er bijvoorbeeld op dat de onderzoekers de situatie wel heel erg versimpeld hebben. Zo stapten mensen niet van het ene op het andere moment over opeen nieuw dieet: dat ging gaandeweg en gedurende lange tijd gingen mensen boeren, jagen en verzamelen. Anderen vermoeden dat ook andere factoren weldegelijk invloed hebben gehad op de ontwikkeling van een kortere kaak.

Lees het gehele artikel

Bron:
Wetenschap24.nl
Scientias.nl

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z