Kaasmolaren en de (on)mogelijkheden vanuit orthodontisch perspectief

Hypomineralisatie, oftewel de aanwezigheid van een kaasmolaar, komt veel voor. Wanneer kunt u een kind met kaasmolaren doorverwijzen naar een orthodontist? Op welk tijdstip kunnen kaasmolaren het beste geëxtraheerd worden? Congresverslag.

Verslag van de lezing van mevrouw drs. K.I. Janssen, orthodontist, afdeling Orthodontie, UMCG.

Hypomineralisatie in het blijvende gebit

MIH en MH
Hypomineralisatie, oftewel de aanwezigheid van een kaasmolaar, komt veel voor. De prevalentie van een kaasmolaar in het blijvende gebit ligt tussen de 10-19%. In sommige gevallen zijn niet alleen de zessen aangedaan maar ook de incisieven. Hier worden de volgende termen voor gebruikt:

  • ‘Molar Incisor Hypomineralisation’ (MIH)
    Zowel de incisieven als de eerste molaren zijn aangedaan.
  • ‘Molar Hypomineralisation’ (MH)
    Alleen de eerste molaren zijn aangedaan.

Etiologie
De etiologie is multifactorieel.
Zuurstofgebrek tijdens de geboorte of astma, hoge koorts, otitis media, prematuriteit, malabsorptie en zelfs inname van dioxines via de moedermelk bij langdurige borstvoeding worden genoemd als mogelijke oorzaak.

Uitingen
Hypomineralisatie is te herkennen aan het aanwezige glazuurdefect. De aangedane elementen zijn overgevoelig voor warm, koude en mechanische prikkels. Ook is de DMFS-score hoger bij kinderen met kaasmolaren.

Extractie van de kaasmolaar

De behandeling van kaasmolaren kan erg variëren, van sealants tot en met het plaatsen van implantaten. Een van de behandelopties is extractie van de kaasmolaren. Behandeling van M(I)H vergt goede communicatie tussen de verschillende tandheelkundige professionals.

Gebitsontwikkeling bij kinderen met kaasmolaren
Het is bekend dat de wortel afvorming sneller verloopt bij kinderen met kaasmolaren. Het is dus verstandig om kinderen met kaasmolaren al vroeg te verwijzen naar de orthodontist.

Op welk tijdstip moet er geëxtraheerd worden?
De furcatie vorming van de tweede molaren vindt plaats in de intertransitionele periode, dit is in de leeftijdsperiode 8-10 jaar. Extractie van de eerste (kaas)molaar kan het beste plaatsvinden in deze periode, dus wanneer de bifurcatie van de tweede molaren net te zien zijn op de OPG. Als deze timing wordt gehandhaafd dan is de kans groot dat de diastemen goed worden ingenomen door de doorbrekende tweede molaren.
Follow-up is erg belangrijk. Vooral de inclinatie van de tweede molaren moet goed gevolgd worden. Zolang deze parallel verloopt is er geen probleem. Kipt deze molaar naar mesiaal of linguaal dan is orthodontische behandeling nodig om de diastemen te sluiten. De kans is groot dat ook de verstandskiezen uiteindelijk op de plaats van de tweede molaren doorbreken.

Ernstige vormen en craniofaciale afwijkingen
Bij een ernstige vorm van MIH is een snelle wortelresoptie van de melkelementen in de zijdelingse delen opvallend. Ook komt MIH voor met andere craniofaciale afwijkingen. Voorbeelden zijn schisis, cleidocraniale dysplasie waarbij de botresorptie afwijkend verloopt en er veelal sprake is van geretineerde elementen, oligodontie waarbij ectopische resorptie van de eerste molaren geregeld optreedt.

Extractie in de bovenkaak
Indien er sprake is van ruimtegebruik dan kunnen de eerste molaren in de bovenkaak het beste zo lang mogelijk behouden blijven. Bij extractie van de eerste molaren in de bovenkaak moet er rekening gehouden worden met een eventueel zakkende sinusbodem in extractie alveole.

Samenvatting

  • Veel dentities laten hypocalcificaties zien.
  • Niet alle kaasmolaren zijn te behouden.
  • Orthodontische interventie kan verhoudingen verbeteren.
  • Behandeling vergt een goede samenwerking tussen verschillende disciplines.
  • Wortelafvorming verloopt sneller samen met de dentale ontwikkeling bij kinderen met kaasmolaren.
  • Maak op tijd een OPG bij iemand met kaasmolaren.
  • Door een eerste (kaas)molaar te extraheren, behoeven de verstandskiezen niet meer geëxtraheerd te worden.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van mevrouw drs. K.I. Janssen, orthodontist,afdeling Orthodontie, UMCG, tijdens het afscheidssymposium ‘Kaaskiezen? Geen Keuze!’ in het UMCG.

Het afscheidssymposium van Bart Fledderus stond in het teken van kaasmolaren. Bart Fledderus, algemeen practicus, klinisch docent en kinder- en CBT-tandarts, werd door verschillende sprekers in het zonnetje gezet op deze dag. Ook de bezoekers die Bart niet persoonlijk kenden, hadden na deze dag een goed beeld van hem. Bart is een bevlogen man die geen tijd kent. Met plezier heeft hij veel betekend voor de tandheelkundige behandeling van kinderen, angstigen, ouderen en gehandicapten. Ook het behandelen van katten, honden en konijnen was voor Bart geen probleem. Bart heeft ook een tijd in het bestuur van Ivoren Kruis gezeten, de Nederlandse vereniging van mondgezondheid.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z