Red Ticks

NZa roept consument op mondzorgrekening te checken

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) waarschuwt consumenten voor tandartsen, orthodontisten of tandprothetici die mogelijk meer bereken dan het maximale toegestane tarief. Volgens de NZa zou het aantal meldingen van patiënten over die toeslagen toenemen. De NZa start daarom een onderzoek bij een praktijk in Zuid-Holland naar aanleiding van verschillende signalen.

De NZa geeft aan: ‘Soms krijgt een patiënt twee rekeningen mee, waarvan ze er één naar de verzekeraar mogen sturen. Ook vraagt een aantal zorgaanbieders patiënten een deel van de behandeling te pinnen of contant te betalen, zonder factuur of bonnetje. In andere gevallen staat er een niet-bestaande declaratiecode op de rekening. Dit is niet toegestaan.’

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Tandzorg Apeldoorn gesloten door inspectie

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft Tandzorg Apeldoorn bevolen haar deuren te sluiten. Tijdens een inspectiebezoek op 25 juni constateerde de inspectie ernstige tekortkomingen.

Tekortkomingen

In de praktijk is de infectiepreventie onvoldoende gewaarborgd en de praktijk voldoet op cruciale onderdelen niet aan de WIP richtlijn en de Landelijke richtlijn preventie transmissie van Hepatitis B van medisch personeel naar patiënten. Daarnaast voldoet de instelling niet aan de gestelde eisen in het kader van de radiologie, zoals de Kernenergiewet en het Besluit Stralingsbescherming. De patiëntendossiers zijn niet op orde en de inspectie constateerde ook dat de instelling op onderdelen niet voldoet aan de Gedragsregels voor tandartsen en de Gedragscode voor mondhygiënisten. De inspectie concludeert dat de geconstateerde tekortkomingen een acuut risico vormen voor de veiligheid van patiënten.

De instelling mag pas weer open als er, naar het oordeel van de inspectie, weer verantwoorde zorg kan worden geleverd.

Bron: IGZ

 

 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

High teeth introduceert een nieuwe traditie: Tandenfeestje

Het bijzondere moment dat de allereerste tand uitvalt, mag gevierd worden. Het is tevens een moment om kinderen te leren over het belang van goed poetsen en gezond eten. Combineer het educatieve met een gezellig feestje en je hebt een High Teeth. De website High Teeth heeft alle ingrediënten in huis voor een leuk en leerzaam tandenfeestje voor kinderen.

Feestje

Het uitvallen van de eerste tand is de perfecte gelegenheid om kinderen te leren over hun gebit en hoe zij dit gezond houden. Dit kan op een leuke manier met een tandenfeestje thuis of op school. Op de site van High Teeth kun je uitnodigingen, werkbladen, een voorleesboek en het draaiboek voor de middag vinden.

Tandenfee

Naast alle ingrediënten heeft de site ook een deurtje voor de tandenfee, tandendoosjes en het Grote Tandenwisselboek. Verder zijn er diverse gratis downloads zoals kleurplaten en ‘tandenwissel’-bladen waarop te zien is welke tanden wanneer wisselen.

Tandenpost van school

High Teeth heeft ook voor op school een tandenpostkaart ontwikkeld: als een kind op school een tand verliest kan de leraar het mee naar huis geven op deze bijzondere kaart. Scholen kunnen bovendien ook dan meteen aandacht besteden aan het belang van goed poetsen en gezond eten. Voor het onderwijs heeft High Teeth heeft een lespakket samengesteld voor kinderen in groep 3 en 4.

Meer informatie

Meer informatie kunt u vinden op de website: www.highteeth.nl

 

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Nieuwe tandenborstel: geen tandpasta meer nodig

Met de nieuwste tandenborstel is geen tandpasta meer nodig. De tandenborstel hoeft alleen nat gemaakt te worden met water. De tandenborstel maakt gebruik van nanotechnologie uit mineralen waarmee het plak verwijdert en een beschermend laagje op de tanden achterlaat.

Minerale coating

Doordat er voor deze tandenborstel geen tandpasta nodig is zou het bijdragen aan de gezondheid van mensen en beter zijn voor het milieu. De tandenborstel moet echter vaker vervangen worden dan een normale tandenborstel. Na 30 dagen is de minerale coating op de tandenborstel namelijk uitgewerkt en is het tijd voor een nieuwe.

MISOKA

De naam van de tandenborstel is MISOKA en is ontworpen door de Japanse ontwerper Kosho Ueshima. De tandenborstel werd tijdens de Milaan Design Week in april van dit jaar geïntroduceerd. In Azië zijn onderhand al meer dan tweemiljoen exemplaren verkocht.

Bron: MISOKA

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Smile Design

Van ‘Smile Design’ tot composiet facing

‘Smile Design’ speelt een grote rol in de hedendaagse tandheelkunde. Een goed onderzoek, diagnose en behandelplan leiden tot voorspelbare tandheelkunde. Hoe plaats je die tanden in de mond? Hoe bepaal je de verticale en horizontale referentielijnen? Hoe bouw je zo’n Smile op? Wat is de nieuwe Incisal Edge Position? (Digital) Smile Design en een mock-up helpen je daarbij.

De moderne tandarts behandelt minimaal invasief en composiet facings kunnen een keuze zijn uit de uitgebreide behandelopties die ons tegenwoordig ter beschikking staan. Maar is deze facing het ‘schildje’ waar de patiënt altijd over praat? Of gaat er meer techniek schuil achter deze ‘bonded restoration’? Composiet of porselein? Dat is dé vraag die je je moet stellen als de situatie zich voordoet. Minimaal invasieve tandheelkunde betekent keuzes maken. Wat is het mooist? Is porselein nog het materiaal van eerste keuze? Blijft composiet wel mooi?

Stappen ‘Smile Design’
Tegenwoordig is er veel mogelijk met composiet. Het creëren van een goede lach, oftewel ‘Smile Design’, is een belangrijke stap bij het vervaardigen van composietfacings.

De stappen voor dit proces zijn als volgt:

  • Analyse van de initiële situatie.
  • Het maken van een behandelplanning.
  • Het maken van een wax-up.
  • Test drive, oftewel het maken van een mock-up. Op deze manier kan de patiënt wennen aan de situatie en weet hij/zij precies wat het eindresultaat van de behandeling zal zijn.
  • Het vervaardigen van de restauraties.

Keuze composiet
Er bestaan verschillende composietsystemen voor het vervaardigen van composietfacings. Er kan een keuze gemaakt worden uit een multilayer-composiet, waarbij met verschillende lagen composiet gewerkt wordt. Ook kan er gekozen worden voor een dual-layer-composiet. Hierbij wordt er eerst dentinecomposiet aangebracht en vervolgens een dunne laag glazuurcomposiet.

Analyses
Foto’s zijn erg belangrijk voor behandelplanning. Het is goed om te realiseren dat patiënt en tandarts op een verschillende manier naar de mondsituatie kijken, communicatie (luisteren!) is daarom essentieel. De volgende analyses worden uitgevoerd:

  • Esthetische analyse
  • Gezichtsanalyse
  • Dentolabiale analyse
  • Fonetische analyse
  • Tand analyse
  • Gingiva analyse

Composiet veneer versus porseleinen facing
Vaak kiezen patiënten eerder voor een composiet veneer dan voor een porseleinen facing omdat een composiet veneer goedkoper is en ook mooi resultaat geeft. Als we de materialen naast elkaar leggen dan zien we de volgende verschillen:

  • Herstelmogelijkheid: Composiet is makkelijker te herstellen.
  • Roken en andere gewoonten: Roken heeft invloed op beide materialen.
  • Duurzaamheid: Composiet wordt in de loop van de tijd minder mooi, porselein blijft mooi.
  • Mondhygiëne: Beide materialen eisen een goede mondhygiëne.

Test-drive
Een goed ‘Smile Design’ streeft naar het creëren van harmonie. Hierbij is het belangrijk om erachter te komen wat een patiënt wel en niet laat zien in een ontspannen situatie en tijdens het lachen. Om het ‘Smile Design’ te testen kan gebruik worden gemaakt van een mock-up. Door de mock-up te bevestigen met spotetching kan de patiënt de eindsituatie een aantal dagen ‘uitproberen’.

Hoe bouw je een smile desgin op?
Het vastleggen van de positie van de incisale rand is erg belangrijk om voorspelbaar te werken. Dit kan worden gedaan met behulp van een siliconensleutel. Indien er geen referentie beschikbaar is, dan kan de lengte van de oorspronkelijke centrale incisief op de volgende manier berekend worden:

Oorspronkelijke lengte van centrale incisief = 1,35 x breedte

Een ‘Smile Design’ houdt rekening met de rustpositie van de lippen en de zichtbaarheid van de tanden. Hierbij wordt rekening gehouden met de leeftijd en het geslacht van de patiënt.

Vervaardigen composiet facings
Bij het vervaardigen van een composiet facing moet eerst de positie van de incisale rand aangebracht worden. De juiste breedte en hoogte worden gecreëerd om vervolgens het element verder uit te bouwen.

De volgende aspecten van een element bepalen het resultaat:

  • Transitional lines, dit zijn de denkbeeldige verticale lijnen aan de buccale zijde van het element: op deze lijn start de ronding van het element;
  • Contactpunten;
  • Embrasures, dit zijn de V-vormige ruimtes aan weerzijde van het contactpunt;
  • Hoeklijnen;
  • Palatal shelve, door palatinaal eerst een dun laagje composiet aan te brengen wordt er een helo-effect gecreëerd;
  • Mammelons.

Een tip is om altijd het protocol op te volgen voor een voorspelbaar resultaat, dus ook bij een trauma.

Bart Beekmans is in 1985 afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Hij is tandarts implantoloog en is gespecialiseerd in cosmetische tandheelkunde. Naast het werk in zijn praktijk, het Amsterdams Centrum voor Cosmetische Tandheelkunde, schrijft hij voor verschillende tandheelkundige bladen, geeft hij regelmatig cursussen en houdt hij lezingen op gebied van implantologie en cosmetische tandheelkunde, zowel nationaal als internationaal.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Frontrestauraties van bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Gert Stel: We zijn steeds meer coach en cariësmanager

Onderzoek geeft aan dat 90% van de tandartsen boort bij cariës, waar dat eigenlijk niet nodig is.
Kindertandarts dr. Gert stel sprak over diagnostiek en risicofactoren bij cariës.

Verslag van de lezing van dr. G. Stel tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie.

Gert Stel: “Je moet vastleggen, je moet weten wat er gebeurt, je moet dat kunnen controleren in de tijd.” Stel legde uit wat monitoren van cariës betekent. “Als tandheelkundigen moeten we weten of cariës actief is of niet en niet in elke verkleuring een boor zetten. Zelfs als het actieve cariës is, zullen we terughoudend moeten zijn met de boor.” Aan de cursisten werd een heftige foto getoond van een mond vol cariëslaesies. Maar omdat in de mond geen wortelpuntontstekingen aanwezig waren, was geen sprake van een acute situatie. Bovendien was de patiënt pijnvrij. De mond was nu schoon maar de gingiva verraadde dat het tandenpoetsen niet altijd zo goed gebeurde. Het feit dat de patiënt geen pijn had, geeft de behandelaar tijd. Tijd om preventie in te zetten.

Cariësactiviteit
Om te bepalen hoe het met de cariësactiviteit zit, moeten we ten eerste weten wat er de vorige keren al zat. Leg daarom steeds vast welke laesies in welk stadium aanwezig zijn; bijvoorbeeld via het ICDAS systeem. De aanwezigheid van verkleuringen/ontkalkingen op twee of meer plaatsen in de mond die tijdens het vorige mondonderzoek nog niet zichtbaar waren, zijn indicaties van een cariës actieve mond.

Eerst polijsten
Als er echter geen sprake is van nieuwe laesies en de reeds aanwezige laesies geen progressie vertonen gedurende minstens twee jaar dan is de mond stabiel en is er dus geen sprake van cariësactiviteit. De laesies zijn dan als het ware littekens. “Bij aanwezigheid van cariës moet je op je hoede zijn. Je moet het in de gaten houden.”, sprak Stel. Voordat men de elementen goed kan controleren op cariëslaesies, zullen de elementen eerst gepolijst moeten worden. “Beginnende tekenen van cariësactiviteit mis je anders want dit zit onder de plaque. De patiënt moet dus altijd eerst naar de mondhygiënist of preventieassistent en daarna kan de controle gedaan worden. “Een handigheidje is het met een orthodontisch elastiekje separeren van twee kiesjes om de approximale vlakken eenvoudig te kunnen controleren als getwijfeld wordt en er geen röntgenfoto beschikbaar is of gemaakt kan worden.”

Voorspellers van toekomstige cariës
Voorspellers van cariës in de toekomst zijn:

  • Cariëslaesies nu en in het verleden, zeker in pas doorgekomen elementen
  • Speeksel tekort
  • Suikerrijk dieet
  • Lage sociaal economische status / opleiding / inkomen
  • Houding / gedrag
  • Leeftijd

Risicokind
Wat maakt dat een kind een risicokind is? “ Vraag of er broers of zussen zijn. Wonen die thuis? Dit kan de stabiliteit van het gezin aangeven. Vraag wie er na poetst. Alleen mama? Vraag je af hoe het gezin georganiseerd is. Is er regelmaat en structuur? Door vragen te stellen kom je daar achter. Want dat bepaalt (mede) het cariësrisico”, vertelt Stel na aanleiding van het recente proefschrift van Denise Duyster (“Family Matters”). Zij onderzocht de rol van het gezin in relatie tot cariësrisico.

Leeftijd
Bij sommige leeftijden neemt het aantal laesies ineens toe. Zoals bij het doorkomen van de zessen waardoor onder andere de melkkiezen lastiger te poetsen zijn. Hetzelfde zien we als de zevens doorbreken. Ook maakt de grafiek een sprong rond de leeftijd waarop velen uit huis gaan. Dit gaat namelijk vaak gepaard met een ander eet- en poetspatroon.

Controle gebitselementen
Er zijn diverse manieren waarop we de gebitselementen kunnen controleren. Naast de vertrouwde lucht, licht en bitewings – nog steeds de Gouden Standaard – bestaan nieuwe detectie-instrumenten zoals de DIAGNOcam die met sterk doorvallend licht werkt. Een nadeel van de DIAGNOcam is dat het secundaire cariës slecht in beeld kan brengen. De QLF camera (QRaycam en QRayscan) en SIROinspect bieden tevens innovatieve manieren om onder andere plaque te ontdekken en zichtbaar te maken voor de patiënt. Hierbij kleuren bacterieproducten rood op (rode fluorescentie). Nog een, inmiddels al wat oudere, innovatie is het Icon waarmee interdentaal gesealed kan worden.

Coach en cariësmanager
“We zijn steeds meer coach en cariësmanager. We moeten eigenlijk geen tandheelkunde maar cariësmanagent studeren.” Maar helaas is het huidige vergoedingensysteem op basis van verrichtingen nog steeds niet passend om preventieve benaderingen/behandelingen voldoende te waarderen. Daardoor is het moeilijk om cariësmanagement, NOTCP of innovaties breed in te zetten. Daardoor verzandt men nog te vaak in een restauratiecyclus in plaats het voorkomen van cariës. Op dit moment is het volgens onderzoek zo dat 90% van de tandartsen een boor in cariës zet waar eigenlijk geen boor in hoeft. “

Gert Stel studeerde tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG. Tot de sluiting van deze Subfaculteit Tandheelkunde was hij daar werkzaam als docent op de afdeling kindertandheelkunde. In 1992 volgde zijn promotie in Würzburg (D). De (tandheelkundige) behandeling van bijzondere zorggroepen had en heeft zijn bijzondere aandacht. Hij was o.a. voorzitter van de VBTGG en de NVvK. Tot september 2010 lagen zijn tandheelkundige werkzaamheden hoofdzakelijk binnen het Radboudumc te Nijmegen; op het gebied van theoretisch en klinisch onderwijs in de kindertandheelkunde en als tandarts-pedodontoloog binnen de verwijs(staf)praktijk kindertandheelkunde en het CBT van het Radboudumc. Van 2010 tot 2014 was hij verbonden aan het UMC Groningen. Momenteel is hij werkzaam bij de Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT) in Amsterdam. Naast voorzitter van het Nederlandsch Tandheelkundig Genootschap is hij verder bestuurslid van het Ivoren Kruis, verzorgt hij diverse voordrachten en presentaties en is hij nauw betrokken bij de opzet en uitvoering van diverse vormen van vakinhoudelijk nascholingsonderwijs.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Gert Stel tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie.

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Gingivarecessies: oorzaken en behandeling

Gingivarecessies: oorzaken en behandeling

Gingivarecessies worden steeds vaker waargenomen en vastgelegd. De introductie van de microchirurgie in de parodontologie heeft geleid tot baanbrekende en vernieuwende inzichten over de chirurgische benadering en behandeling. Wat zijn de oorzaken en behandelmogelijkheden van gingivarecessies?

Tegenwoordig bestaat de mogelijkheid om gingivarecessie te herstellen. In het verleden werden deze ontsierende recessies vaak als poetstrauma weggewimpeld en moesten deze maar geaccepteerd worden want behandeling was niet mogelijk. De introductie van microchirurgie in de parodontologie heeft geleid tot baanbrekende en vernieuwende inzichten over de chirurgische benadering en behandeling.

Wat is nodig?

  • Adequate vergroting en verlichting voor netter resultaat
  • Juiste instrumentarium
  • Hechtdraad (Op monofilament minder plaque 6-0 of 7-0 )
  • Hechtnaald met snijdende kop + schacht voor minder schade mucosa
  • Scholing om operatietechnieken te leren

Chirurgische technieken

  • Rotational flap procedure
    Chirurgische techniek met translocatie van een gesteelde flap voor het bedekken van een lokale gingivarecessie.
  • Coronally advanced flap
    Chirurgische techniek met coronaal verplaatste gesteelde flap voor het bedekken van een lokale gingivarecessie.
  • Envelope techniek = Gouden standaard
    Met free connective tissue graft (bindweefseltransplantaat). Biotype van de gingiva is hierbij erg belangrijk. Het liefst wil je een stug biotype om resistentie te creëren tegen het terugtrekken van tandvlees.

Microchirurgie vs. macrochirurgie
Bij microchirurgische ingrepen ligt het succespercentage hoger. (Burkhardt et al. 2005) Met een angiografie is het mogelijk om aan te tonen hoe vascularisatievoorziening in het transplantaat verloopt. Bij macrochirurgie komt na 1 week de bloedvoorziening op gang. Bij microchirurgie gaat het sneller en is direct na de ingreep al zichtbaar dat er sprake is van vascularisatie. Na 1 week is de vascularisatie volledig hersteld. Dit is essentieel voor de genezingscapaciteit.

Miller classificatie

  1. Gingivarecessie die begrensd wordt door gekeratiniseerde gingiva
  2. Gingivarecessie voorbij mucogingivale grens (omslagplooi)
  3. Interdentale papil degenereert, er is sprake van een bepaald proces (bijv. parodontitis)
  4. Interdentale papil volledig afwezig

Miller classificatie 3 is nog wel goed te behandelen. Bij Miller classificatie 4 is het chirurgisch niet meer mogelijk een papil te creëren.

Etiologie
Belangrijkste van parodontium is parodontaal ligament (PDL). PDL bepaalt de aanhechting van de tand, daardoor kom je tijdens sonderen niet op het bot terecht. Vezels van Sharpey bepalen dat er regeneratie plaats vindt.

Feiten over gingivarecessies

  • Gingivarecessies ontwikkelen zich alleen in het bijzijn van een botdehiscentie. Er lijkt daarom een relatie te bestaan tussen de mate van recessie en de grootte van de botdehiscentie. (Bernimoulin & Curilovic, 1977)
  • Een dun biotype gingiva is vatbaarder voor gingivarecessie tijdens of na een orthodontische behandeling. Gingivitis lijkt hier een belangrijke rol te spelen. (Melsen &Allais, 2005)
  • Een dun biotype gingiva (<0.5mm) loopt een groter risico om na de orthodontische behandeling gingivarecessie te ontwikkelen. (Yared et al. 2006)
  • Een excessieve labiale of linguale positie van gebitselementen is geassocieerd met een dun type gingiva en/of gingivarecessie. (systhematic review Joss-Vassali, 2010)

De recessiebedekking
Bij de recessiebedekking met bindweefseltransplantaat moet je goed weten waar je het oogst. Goede kennis van histologie is vereist. Er lopen behoorlijk wat vaten in het oogstgebied en bindweefsel is vrij dun. Het verkrijgen van het transplantaat gebeurt ter hoogte van het palatum. Op sommige plaatsen is meer vetweefsel en dat is niet geschikt voor het transplantaat.

Hoe palatumweefsel oogsten:

  1. Lokaal verdoven
  2. Onderliggende bindweefsel wordt uitgeprepareerd
  3. Vet weefsel intact laten; probeer oppervlakkig te blijven
  4. Sluiten met behulp van hechtingen

Het wondbed creëren voor adaptatie van het transplantaat en vervolgens hechten met meerdere hechtingen, bijvoorbeeld matras en kruishechting. Dit is essentieel voor druk en dus cruciaal voor succes.

Tunneltechniek
Bij de tunneltechniek wordt ruimte gecreëerd onder weke delen waarbij de papillen intact worden gelaten. Het transplantaat wordt submucosaal aangebracht.

De orthodontische draadspalk
Er bestaat een verband tussen orthodontische draadspalk en recessie. Orthodontische draadspalk is niet per se een risicofactor voor recessie. Het zijn met name externe factoren die invloed hebben op orthodontisch draad.

Externe factoren:

  1. Elastic deflection (twisted wire; draad wil zich uitdraaien).
  2. Draad kan geactiveerd worden door parafuncties
  3. Mal-positie van de draad
  4. Relaps door een te snel uitgevoerde orthodontische behandeling
  5. Skeletale groei

Secudaire risicofactoren: automutilatie

Uit een studie van Renkema et al. (2013) blijkt dat het gemiddelde aantal recessies in behandelde orthodontie patiënten significant hoger is dan bij onbehandelde patiënten, met name bij onderfront incisieven.
Soms is het beter om de draadspalk opnieuw te maken dan opnieuw vast te zetten. Dit om spanning en daarmee gingivarecessie te voorkomen.

Een endodontische behandeling is geïndiceerd wanneer recessie of defect bot tot voorbij apex reikt.

Gingivarecessie flowchart

De stappen:

  • Mondhygiëne behandeling (a-traumatische poetsinstructies) en halfjaarlijkse controle
  • Verwijderen of vernieuwen orthodontische draadspalk; eventueel uitneembare retainer
  • Orthodontische consult
  • Wel of niet een orthodontische herbehandeling? Soms is het nodig de radix weer terug te brengen in genetische bepaalde envelop
  • Vervolgen en/of jaarlijks evalueren
  • Dan eventueel recessiebedekking

Guido Rhemrev studeerde in 1998 af als tandarts aan de UvA. Na 3 jaar algemene praktijk in Nederland en Italië volgde hij vanaf 2001 de drie jarige Masteropleiding in de parodontologie aan ACTA. Hij is erkend door de NVvP en NVOI als parodontoloog en implantoloog. Sinds 2004 is hij werkzaam op de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA). Daarnaast is hij werkzaam als docent binnen de vakgroep parodontologie van ACTA waar hij parodontologen in opleiding begeleidt in de implantologie. Zijn voornaamste interesse ligt in de plastische parodontale microchirurgie bij patiënten met muco-gingivale en dento-alveolaire afwijkingen ten gevolge van parodontale aandoeningen. Op dit gebied heeft hij diverse artikelen gepubliceerd.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Guido Rhemrev tijdens het congres PARO2015 van Bureau Kalker
Jul 2015

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z

Complete tandvervanging in één dag

Het specialisme Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis biedt een nieuwe en in Nederland unieke behandeling aan, waarbij het complete gebit binnen 24 uur wordt vervangen door een brugwerk in de onder- en bovenkaak. De nieuwe tanden functioneren als een normaal gebit.

Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurg (MKA-chirurg) Erik Nout: “Mensen met een gebitsprothese weten hoe groot de impact hiervan kan zijn op hun dagelijks leven. Het vervangingstraject kan om te beginnen wel een jaar duren, waarbij de patiënt enige tijd zonder tanden rondloopt. Uiteindelijk eindigt de patiënt met een kunststof prothese in zijn mond. Zo’n kunstgebit kan het eten en proeven moeilijker maken en andere klachten veroorzaken.” Daar heeft het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis nu een oplossing voor.

Perfect concept

De innovatieve behandeling wordt het Brugse protocol of ‘tanden in één dag’ genoemd. Zoals de naam doet vermoeden is de behandeling in de Belgische stad Brugge ontwikkeld. Het grote voordeel van deze behandeling is dat het weinig tijd in beslag neemt en dat het eindresultaat erg lijkt op een normaal gebit en zo ook functioneert. De patiënt krijgt vaste tanden en kiezen die – in tegenstelling tot een gebitsprothese – niet uitneembaar zijn.
De patiënt krijgt binnen 24 uur een brug in de boven- en/of onderkaak. “Het is een perfect concept voor mensen die slechte tanden hebben en angstig zijn voor het krijgen van een prothese die los in de mond zit. Op deze manier kunnen ze al het comfort van hun echte tanden behouden”, vertelt Nout. “Daar komt bij dat de procedure binnen twee dagen helemaal klaar is. Dat scheelt een hele lijdensweg.”

Teamwork

“Deze nieuwe behandeling is erg goed doordacht, maar complex in de uitvoering”, vertelt Geert Klomp, tandarts en implantoloog verbonden aan de maatschap Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie. “Dat betekent dat er goed moet worden samengewerkt tussen de kaakchirurg, tandarts en tandtechnicus. We zitten kort op elkaar en kunnen daardoor snel schakelen. Zonder die samenwerking kan de behandeling nooit zo kort duren. ”


De ingreep vereist een goede samenwerking tussen kaakchirurg, tandarts en tandtechnicus.

De behandeling

De MKA-chirurg begint met het weghalen van bot uit de schedel. Daarna verwijdert de tandarts/implantoloog de tanden van de boven- en/of onderkaak. Vervolgens wordt het schedelbot achter het tandvlees in de bovenkaak geplaatst en worden tijdelijke implantaten geplaatst. Dit is het eerste deel van de procedure. Daarna volgt een nacht rust en op dag 2 wordt de prothese ‘die op voorhand al gemaakt is met behulp van innovatieve 3D-technieken’ afgesteld op de implantaten en omgevormd tot de uiteindelijke brug. “Ondanks dat er veel gebeurt in de mond van de patiënt heeft hij nauwelijks tot geen pijn”, stelt Klomp.


Kaakchirurg Erik Nout verwijdert kleine stukje schedelbot bij een patiënt.

Schedelbot

Wat deze behandeling in Tilburg ook bijzonder maakt, is het gebruik van schedelbot in plaats van heupbot. Erik Nout: “Schedelbot is voor deze ingreep veel beter geschikt dan heupbot. Ook zit heupbot verbonden aan buik- en beenspieren, wat voor de patiënt over het algemeen veel pijn oplevert na de behandeling”. Na het verwijderen van het schedelbot wordt deze plek opgevuld met botcement, waardoor er geen deuk in het hoofd van de patiënt ontstaat. Er hoeven zelfs geen haren weggeschoren te worden. De schedel is dan weer net zo sterk als voordien.

De behandeling wordt (nog) niet vergoed door zorgverzekeraars. Erik Nout: “Er zijn zoveel voordelen ten opzichte van een normale gebitsprothese, dat je deze behandeling moet zien als een goede investering in de mond die de patiënt veel plezier en gemak oplevert.”

 

 

Lees meer over: Actueel, Implantologie, Thema A-Z

Secundaire cariës: de invloed van randspleten

Secundaire cariës zijn gaatjes die opnieuw ontstaan naast of onder vullingen. Carolien Kuper bekeek voor haar promotieonderzoek wat de invloed is van verschillende maten randspleten tussen tand en vulling op het ontstaan van secundaire cariës. Uit haar onderzoek bleek dat secundaire cariës in veel kleinere randspleten (ca. 70 µm) dan eerder gedacht kan ontstaan, vooral in hoog cariësrisico patiënten.

Kuper vergeleek ook verschillende vulmaterialen en lijmsystemen met elkaar in relatie tot het ontstaan van secundaire cariës. Bepaalde materialen en een antibacteriëel lijmsysteem zorgen voor minder secundaire cariës. Ook ontdekte de onderzoekster dat secundaire cariës zich sneller vormt naast vullingen die zwaar belast worden.

Promotieonderzoek: Nicolien Kuper, 19 maart 2015
Bron: RadboudUMC

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Oud-voorzitter KNMT Rob Barnasconi naar VvAA

Rob Barnasconi treedt per 1 september 2015 als partner toe tot VvAA Groep. In deze functie gaat hij een bijdrage leveren aan de uitbouw van VvAA als betekenisvol, beroepsgroepoverstijgend ledennetwerk en relevante zorgdienstverlener. Rob Barnasconi (53) is tandarts en heeft daarnaast diverse directie- en bestuursfuncties vervuld. Tot eind vorig jaar was hij voorzitter van het Hoofdbestuur van de KNMT, de beroepsorganisatie van tandartsen en tandartsspecialisten.

Verbindende rol

Rob Barnasconi heeft zich als partner aan VvAA verbonden. In die hoedanigheid gaat hij een belangrijke verbindende rol spelen en thema’s die beroepsgroepoverstijgend impactvol zijn, koppelen aan de dienstverlening van VvAA. Daarnaast zal hij zich richten op onderhoud en verdere uitbouw van de samenwerking met de beroepsorganisaties en een bijdrage leveren aan de ontwikkeling en invulling van de VvAA-ambitie die erop gericht is de gezondheidszorg beter te maken.

Waardevol

“De samenwerking tussen VvAA en Rob Barnasconi past in de filosofie en missie van VvAA waarbij de dienstverlening voor zorgprofessionals, waar mogelijk, ook door zorgprofessionals wordt vormgegeven”, aldus Herman van Hemsbergen, voorzitter van de hoofddirectie van VvAA. “Rob brengt competenties en ervaringen mee die daar naadloos op aansluiten. Zo is zijn brede ervaring in de zorg op bedrijfskundig, bestuurlijk en organisatorisch niveau in combinatie met zijn ‘voeten-in-de-klei’ ervaring in zijn eigen tandartspraktijk enorm waardevol voor VvAA.”

Over Rob Barnasconi

Rob Barnasconi is afgestudeerd in de tandheelkunde. Hij is nu ruim 27 jaar werkzaam als tandarts en hij blijft als zodanig actief in zijn eigen praktijk. Daarnaast heeft hij gedurende die periode diverse directie- en bestuurlijke functies vervuld op een groot aantal zorgterreinen. Onder andere bij diverse advies- en onderzoeksorganisaties op het terrein van medisch onderzoek en medische apparatuur. Hij was van 2006 tot en met 2014 voorzitter van het Hoofdbestuur van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT).

 

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Plan kabinet voor aanpak antibioticaresistentie

Minister Edith Schippers heeft met de zorgsector afspraken gemaakt over de strijd tegen antibioticaresistentie. Over vijf jaar moet de hoeveelheid verkeerd voorgeschreven antibiotica zijn gehalveerd. Ook het aantal te vermijden infecties in de hele zorg moet dan flink zijn verminderd. Daarnaast moet er onderzoek komen naar nieuwe antibiotica, behandelingen, medische technologie en alternatieven voor antibiotica. Dit staat in het plan dat het kabinet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd.

Kern van de problematiek is dat door gebruik van antibiotica steeds meer bacteriesoorten ongevoelig worden voor de werking van antibiotica. Gevolg is dat ziektes die nu eenvoudig te genezen zijn in de toekomst weer levensgevaarlijk kunnen worden.

Volgend jaar is er in Nederland een conferentie met ministers van zorg en landbouw uit de EU-landen over de beste aanpak van antibiotica-resistentie in de Europese Unie. Een dergelijke aanpak is nieuw volgens het ministerie van VWS.

Bron: Rijksoverheid.nl

 

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Medicatie

Medicatie bij pijn in mond, hoofd en aangezicht

Pijnmedicatie en pijnstilling
Wat doet u als uw patiënt pijn heeft? Pijn kan verdwijnen door de tandheelkundige oorzaak weg te nemen. Maar niet in alle gevallen verdwijnt de pijn. Ook kan er sprake zijn van napijn. Goede pijnstilling is dan belangrijk. Antibiotica mag nooit worden voorgeschreven als pijnstiller, deze wordt alleen gereserveerd voor infecties. Wanneer de verwachting is dat een patiënt napijn kan krijgen dan is het verstandig een goed advies te geven. Welk advies geeft u en welke stappen moet u doorlopen?

Therapeutisch proces bij napijn
Welke stappen moet u doorlopen bij het voorschrijven van een pijnstiller?

  • Vaststellen van het patiëntprobleem
    Aan de hand van de uitgevoerde behandeling kan ingeschat worden hoeveel dagen een patiënt napijn kan hebben. Bij een niet-gecompliceerde extractie zal de napijn ongeveer 3 dagen duren.
  • Vaststellen van het therapeutische doel
    Wil je de pijn verminderen of laten verdwijnen?
  • Vaststellen van standaardtherapie
    De standaardtherapie is het voorschrijven van paracetamol. Vaak denken patiënten dat paracetamol niet helpt maar wanneer het op de juiste manier gebruikt wordt dan is het in veel gevallen een goede en veilige pijnstiller. Het advies is om al twee keer 500 mg paracetamol in te nemen voordat de verdoving is uitgewerkt. Elke 4 uur mag er weer 500 mg paracetamol ingenomen worden.
  • Controleer de geschiktheid van het medicijn voor de patiënt
    – Is de toedieningsvorm geschikt? Bij kinderen kan soms beter gekozen worden voor een zetpil.
    – Bestaan er contra-indicaties of interacties met andere medicatie voor de patiënt?
    – Is het handig om een doseerschema mee te geven aan de patiënt?
    – Is er sprake van een risicopatiënt zoals zwangerschap?
    – Komt de therapieduur overeen met de voorgeschreven hoeveelheid?
  • Therapie / farmacotherapie uitvoeren
  • Evaluatieplan
    Tot slot is het belangrijk om een evaluatieplan op te stellen, met andere woorden: controleer je geneesmiddelentherapie. Dit kan bijvoorbeeld gedaan worden als de patiënt toch terug komt omdat de pijn niet over is.

Recept
De volgende informatie moet op een recept staan:

  • Adres, telefoonnummer
  • Naam en handtekening van de tandarts
  • Datum
  • Naam geneesmiddel
  • Hoeveelheid per afleveringseenheid
  • Toedieningsvorm
  • Totale hoeveelheid
  • Wijze van gebruik
  • Naam, adres en geboortedatum patiënt
  • Vanaf 2014 is het verplicht een recept elektronisch voor te schrijven. Het digitale document is gekoppeld aan medicatiegebruik van patiënt. Tandartsen moeten dit ook vanaf 2015.

Geneesmiddelen paspoort – Interacties met andere medicatie
Het geneesmiddelenpaspoort kan door de patiënt opgevraagd worden bij de apotheek. Indien een patiënt veel medicijnen slikt, is dit verstandig om te laten doen omdat op deze manier kan worden gekeken of een pijnstiller eventueel een interactie heeft met een medicijn dat de patiënt slikt.

Pijnstillers

Paracetamol
Paracetamol is een acetanilidederivaat en werkt pijnstillend en koortswerend. Paracetamol remt de ontsteking niet. Dus wanneer er sprake is van veel weefselschade dan kan er beter gekozen worden voor een andere pijnstiller. De chemische naam van deze pijnstiller is para-acetylaminofenol en deze naam is ingekort tot ‘paracetamol’. Na bijvoorbeeld een extractie is het belangrijk dat paracetamol wordt ingenomen voordat de verdoving is uitgewerkt. Daarna moet er elke 4 uur een nieuw tablet ingenomen worden. Na 3 dagen kan er gestopt worden met het medicijn zodat er gekeken kan worden hoe het gaat zonder pijnstilling. Het voordeel van paracetamol is dat het erg goedkoop is. Ook zijn er weinig bijwerkingen, weinig contra-indicaties (alleen bij een ernstige lever- of nierfunctiestoornis moet de dosis verlaagd worden), is het medicijn effectief en vrij verkrijgbaar. Nadelen zijn dat er alleen een licht tot matige pijnstilling gerealiseerd kan worden, dat het medicijn lever-toxisch is bij hoge dosering en dat het niet ontstekingsremmend werkt.

Aspirine (NSAID)
Aspirine remt cyclo-oxygenase 2 (cox-2) en daardoor de prostaglandinesynthese. Prostaglandine is een ontstekingsmediator en zorgt onder andere voor pijn. Aspirine remt dus pijn en ontsteking. Daarnaast heeft het medicijn ook effect op bloedplaatjes en wordt het medicijn dus ook preventief gebruikt bij hart- en vaatziekten. Helaas remt aspirine ook cyclo-oxygenase 1 (cox-1) waardoor er makkelijker beschadiging van de maagwand ontstaat. Ook aspirine is goedkoop, effectief en vrij verkrijgbaar. Het nadeel is dat het medicijn erosief is voor slijmvliezen. Relatieve contra-indicaties zijn astma patiënten, ouderen met maculadegeneratie (schade aan netvlies) en zwangere vrouwen.

Andere NSAID’s
Onder ‘andere NSAID’s’ vallen ibuprofen, diclofenac, meloxicam, naproxen, etoricoxib en celecoxib. Een aantal van deze medicijnen remmen selectief cox-2. Ook deze NSAID’s zijn erosief voor slijmvliezen. Een aantal van deze middelen kan een interactie hebben met bloeddrukverlagers. Ook is het verstandig het medicijn niet voor te schrijven bij een verminderde nierfunctie. NSAID’s zorgen voor een reversibele bloedplaatjesremming. Ook deze medicijnen zijn goedkoop, vrij verkrijgbaar en effectief.

Opoïden
Opoïden zijn pijnstillers die worden voorgeschreven bij ernstige pijn, over het algemeen wordt dit medicijn dus niet voorgeschreven door de tandarts. Opoïden hebben effect op opoïd-receptoren in het centrale zenuwstelsel. Het nadeel van dit medicijn is dat het verslavend kan werken. Ook zijn er veel bijwerkingen bekend, bijvoorbeeld het ontstaan van een ademdepressie.

Er bestaan verschillende soorten:

  • Opiumalkaloïden
    – morfine en codeïne
  • Synthetische opiaat-agonisten
    – methadon
    – fentanyl
    – oxycodon
    – pethidine
    – tramadol

Onbegrepen pijn
Wanneer er niet een duidelijke oorzaak van de pijn te achterhalen is, dan is verwijzing naar een specialist op zijn plaats. Dit kunnen de volgende specialisten zijn: neuroloog, kno-arts, kaakchirurg, pijnspecialist, psycholoog, specialist bij orale kinesiologie.

Neuropathische pijn
Bij pijn door beschadiging van een perifere zenuw of door stoornissen in perifere of centrale zenuwstel kunnen er tricyclische antidepressiva (amitriptylline (Sarotex®, Tryptizol®) of anti-epileptica (pregabaline (Lyrica®)) voorgeschreven worden. Helaas hebben beide medicijnen veel bijwerkingen. Ook is het bekend dat (tricyclische) antidepressiva het effect van adrenaline verhogen. Voorschrijven van deze medicatie dient alleen door ervaren specialisten te worden gedaan.

Denise van Diermen studeerde geneeskunde aan de UvA. Na enige jaren te hebben gewerkt als arts-onderzoeker verplaatste ze haar werkplek naar ACTA. Sinds 1995 is ze werkzaam als universitair docent bij de vakgroep Mondziekten en Kaakchirurgie/Medisch Tandheelkundige Interactie (MTI).
Zij geeft frequent lezingen en nascholingen voor tandartsen en mondhygiënisten. In 2013 is ze gepromoveerd op een onderzoeksproject naar richtlijnen voor invasieve tandheelkundige ingrepen bij patiënten met antitrombotica. Denise van Diermen publiceert regelmatig artikelen in Nederlandstalige en buitenlandse tijdschriften en is mederedacteur van het boek: Ziekteleer voor Tandartsen.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het NVvE najaarscongres.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Weinig pijn door computergestuurde verdovingsinjectie

Italiaanse onderzoekers hebben aangetoond dat pijngewaarwording en ongemak minder worden bij tandartspatiënten door het gebruik van een nieuw computergestuurd systeem voor het toedienen van anesthesie.

De nieuwe methode werd via een poster gepresenteerd op het Amerikaanse IADR (International Association for Dental Research) congres.

Onderzoek

Dertig gezonde volwassen patiënten hebben meegedaan aan het onderzoek. Zij waren betrokken bij een tandheelkundige procedure en hebben ooit in het verleden lokale anesthesie gekregen. Voordat een behandeling bij de patiënten plaatsvond, kregen zij een computergestuurde verdovingsinjectie. Vervolgens werd de pijngewaarwording van de patiënten gemeten.

Resultaten

De patiënten ervoeren weinig ongemak bij het gebruik van de techniek. Meer dan de helft was bereid extra te betalen voor deze ‘pijnloze’ toediening van anesthesie.

Bron: drbicuspid.com

 

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z

Vragenlijst over samenwerking preventieassistent en mondhygiënist

Voor mondzorg van hoge kwaliteit is het belangrijk dat in de tandartspraktijk optimaal samengewerkt wordt. Lieneke Steverink, mondhygiënist en docent voor preventie assistenten, is nieuwsgierig hoe vandaag de dag wordt samengewerkt tussen de preventieassistent en de mondhygiënist. Ook vraagt ze zich af of het samenwerken misschien nog beter zou kunnen. Om antwoord op haar vragen te krijgen, vraagt ze tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten om de enquête in te vullen en te verspreiden. Uiteraard zullen de uitslagen ook op dental INFO bekend worden gemaakt.

 

 

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z

Slechte hygiëne bij tandartsen in Sydney: hiv-alarm voor duizenden patiënten

Ongeveer 11.000 Australiërs zijn mogelijk blootgesteld aan het hepatitis-virus of hiv door onvoldoende hygiënemaatregelen van hun tandartsen. In vier ziekenhuizen in Sydney hebben twaalf tandartsen de hygiënevoorschriften voor reiniging en sterilisatie van instrument niet nageleefd. Dit melden de autoriteiten van de Australische deelstaat New South Wales, schrijft The Syndey Morning Herald.

De kans op besmetting met hepatitis of hiv is klein, maar wel aanwezig. Er zijn zes tandartsen geschorst, de andere zes mogen onder voorwaarden blijven werken. Het onderzoek van de autoriteiten werd gestart na een klacht in november. Alle behandelde patiënten worden ingelicht.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Startende tandartsen opvallend tevreden met hun baan

Startende tandartsen opvallend tevreden met hun baan

Recent afgestudeerde tandartsen zijn bijzonder tevreden met hun functie. Dat blijkt uit onderzoek van Vacatures.nl op basis van gevens van Elsevier. Afgestudeerden van de opleiding Tandheelkunde geven hun functie gemiddeld een 8,5, waar het gemiddelde van wo-opleidingen op 7,5 ligt.

Positie op de arbeidsmarkt

Niet alleen over hun baan zelf, ook over de aansluiting op de arbeidsmarkt zijn de startende tandartsen relatief tevreden. Ze beoordelen deze aansluiting gemiddeld met een 7,8 (tegenover een 6,8 voor de gemiddelde wo-opleiding). Daarnaast zijn tandartsen minder dan gemiddeld op zoek naar ander werk. Slechts 6% geeft anderhalf jaar na afstuderen aan op zoek te zijn naar ander werk, waar dit voor de gemiddelde universitaire studie 22% is.

Gunstige perspectieven

Ook wat betreft de kansen om snel een baan te vinden scoort de opleiding Tandheelkunde goed. Een afgestudeerde tandheelkundige stuurt gemiddeld acht sollicitatiebrieven voordat hij een baan vindt, terwijl dit er voor de gemiddelde wo-opleiding ruim negentien zijn. Het rendement van deze brieven ligt ook nog eens een stuk hoger: de gemiddelde werkzoekende tandarts voert 5,3 sollicitatiegesprekken, terwijl het gemiddelde van alle universitaire studies op 4,6 ligt. De gemiddelde tandarts heeft na zijn afstuderen iets meer dan zes maanden nodig om een baan te vinden.

Toelichting op het onderzoek

Het onderzoek is gebaseerd op het Elsevier-rapport “Beste Banen 2015”.

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z

Belgisch onderzoek: 4 op 5 kinderen poetsen niet goed

Slechts 19 procent van de Belgische kinderen tussen de 1 en 6 jaar poetst hun tanden goed. Dit blijkt uit een enquête van zorgverzekeraar CM, meldt Nieuwsblad.be. “Verontrustende cijfers”, aldus CM, aangezien het op jonge leeftijd extra belangrijk is om goed voor je gebit te zorgen.

Verontrustende cijfers

Slechts 29 procent van de onderzochte kinderen poetst hun tanden twee keer per dag. 55 procent maar één keer, en 3 procent zelfs nooit. Deze cijfers zijn met name verontrustend, omdat het van zeer groot belang is om al vanaf jongs af aan goed te leren zorgen voor het gebit. Ook zijn jonge gebitjes extra gevoelig voor gaatjes, omdat dit glazuur nog niet sterk genoeg is om dit zelf te kunnen voorkomen.

Tanden poetsen niet leuk

Uit enquêtes die werden gehouden bij ouders van jonge kinderen, blijkt dat bijna de helft van de ouders aangeeft dat hun kinderen tanden poetsen niet leuk vinden. Ze zouden hun mond niet willen openen, eten de tandpasta op of zuigen op de tandenborstel. Om dit probleem zo veel mogelijk proberen op te lossen helpt CM ouders door het geven van poetstips.

 

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z

ANT: Opleiding op maat voor tandartsassistenten

De term tandartsassistent is een verzamelnaam geworden voor een breed scala aan functies en daardoor niet meer transparant voor de patiënt. De ANT komt daarom met een standpunt over de vereiste opleidingsniveaus voor verschillende werkzaamheden van het assisterend personeel.

In de afgelopen jaren is de definitie van de werkzaamheden van de tandartsassistent heel divers geworden. “Patiënten hebben behoefte aan inzicht en hebben recht op transparantie”, zegt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes. “Wie behandelt mij? Is deze behandelaar bevoegd en bekwaam? Voor tandartsassistenten is er tot op heden geen consistent beleid voor een professionele standaard van eisen waaraan ze moeten voldoen.”

Generieke opleidingseis niet zinvol
Na een periode van overleg tussen de beroepsverenigingen liet de KNMT onlangs weten een verplichte uniforme opleidingseis te willen stellen, namelijk MBO-4 voor alle tandartsassistenten. De ANT was en is hier geen voorstander van. Vaartjes legt uit waarom: “Gezien de grote variëteit in taken en verantwoordelijkheden is het niet zinvol om aan iedere soort assistent de MBO-4 opleidingseis te stellen. Voor een groot aantal assistenten is dit gezien hun takenpakket overbodig, voor anderen zal dezelfde opleidingseis gezien hun werkzaamheden juist onvoldoende zijn.”
De ANT is volgens Vaartjes niet tegen de MBO-4-opleiding tot tandartsassistent, maar wel tegen het verplicht stellen van deze opleiding voor al het assisterend personeel. “Er zou cijfermatig gezien een verkeerd beeld kunnen ontstaan van een groep assistenten waar de tandarts taken aan kan delegeren, omdat ze ertoe opgeleid zouden zijn. Een dergelijke misinterpretatie kan leiden tot verkeerde beleidsbeslissingen in de toekomst.”

Opleiding op maat
“Wij vinden dat je moet kijken naar het risico voor de patiënt van de verschillende werkzaamheden”, legt de kersverse secretaris van de ANT, Ravin Raktoe uit. “Door de werkzaamheden in te delen in risicocategorieën – waarbij het karakter van de behandelingen duidelijk is gedefinieerd – kunnen we de individuele assistent voorzien van een opleiding op maat. De ANT pleit dan ook voor variabele opleidingseisen op basis van de mate van tandheelkundig risico bij afgebakende werkzaamheden. Kortom, minder opleiding als het kan, méér als het nodig is. Alleen met aantoonbare bekwaamheid bieden we de patiënt echt duidelijkheid en transparantie en bovenal echte kwaliteit en veiligheid. Patiënten krijgen hiermee de garantie van bevoegd en bekwaam personeel aan de stoel en dat geeft houvast. Het is dan immers duidelijk wat een specifieke assistent wel en niet mag doen en dat de assistent is opgeleid voor de handelingen die hij of zij verricht.”

Voordelen
In het ANT-voorstel kan een assistent zowel intern als extern opgeleid worden, afhankelijk van de werkzaamheden. Dit heeft voor alle partijen grote voordelen, vertelt Raktoe: “Tandartsen kunnen assistenten selecteren uit een grotere arbeidsmarkt. Na een gerichte opleiding zijn de assistenten bevoegd en bekwaam voor het uitvoeren van de specifiek beoogde taken. Op deze manier creëren we geen kunstmatige schaarste. Die schaarste ontstaat juist wel bij een verplichte generieke minimale opleidingseis. Uiteraard houden we de kosten hiermee ook beheersbaar. Voor de assistenten zelf is het grote voordeel dat ze snel aan de slag kunnen en zelf hun opleidingsniveau en functie kunnen kiezen, zonder daarbij op onnodige drempels te stuiten. Een opleiding op maat levert meer werkgelegenheid op voor verschillende opleidingsniveaus.”
Daarnaast wijst Raktoe op het maatschappelijke voordeel van het ANT-voorstel: “De overheid wordt door ons voorstel niet geconfronteerd met de noodzaak om de capaciteit van de ROC’s uit te breiden. De hoge maatschappelijke kosten die dat met zich meebrengt, blijven nu achterwege.”

ANT-standpunt lezen?
Bekijk hier het volledige document “ANT standpunt – werkzaamheden assisterend personeel”

“Een systematische rubricering en afbakening van werkzaamheden aan de hand van heldere risicoprofielen en op maat gesneden opleidingsniveaus”


Indeling in risicocategorieën

Lees ook het artikel NVM: Wildgroei van mondzorgmedewerkers brengt kwaliteit en patiëntveiligheid in gevaar

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Uitzending Radio M Utrecht over mondzorg voor ouderen

Tandarts geriatrie Nelleke Bots was op donderdag 11 juni te gast bij Radio M Utrecht in het lunchprogramma Aan Tafel! en sprak over mondzorg voor ouderen.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Twee nieuwe bestuursleden bij ANT

De tandartsen Richard Suy en Ravin Raktoe zijn door de Algemene Ledenvergadering benoemd tot nieuwe bestuursleden van de ANT. Raktoe, tandarts in Arnhem, is de nieuwe secretaris en krijgt onder andere de aandachtsgebieden kwaliteit van de mondzorg en nascholing in zijn portefeuille. De Nijmeegse tandarts Suy is algemeen bestuurslid en gaat zich onder andere richten op tarieven en belangenbehartiging. De nieuwe bestuursleden vervangen Titia Smulders en Sherif El Boushy. Zij zijn na vier jaar bestuur afgetreden.

Foto: links Richard Suy, rechts Ravin Raktoe

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z