Uitneembaar gebit

Is ‘een uitneembaar gebit ’voorbij?

Is een uitneembare voorziening nog van nu of neemt het zelfs weer toe? Verslag van de lezing van Nittert Postema tijdens het NVVRT-congres Gewoon over tanden.

Gebitsprothese
Tijdens de presentatie liet Postema ons zien dat een gebitsprothese vaak een goede oplossing is om kauwen, spraak, spierfunctie, esthetiek en welbevinden te herstellen en niet voorbij is. Aan de hand van casussen werd dit duidelijk geïllustreerd en werden toepasbare tips gegeven.

Bij een gebitsprothese wordt de afname van bot vervangen door kunststof. Bij sterke resorptie wordt de bovenkaak smaller en de onderkaak breder en wordt bij voorkeur gekozen voor lingualized occlusion. De beet en beethoogte bepalen is het aller moeilijkst. Kennis van occlusie en articulatie is van groot belang. Waar moeten de boventanden staan en hoeveel mm van de fronttanden is zichtbaar bij ontspannen bovenlip. De hoeveelheid tand is afhankelijk van leeftijd en geslacht. De volledige prothese is een goede voorziening wanneer de eigen dentitie verloren gaat.

De bovenprothese functioneert goed maar de onderprothese functioneert gemiddeld slecht en dan zijn implantaten geïndiceerd. Was het vroeger tandbehoud nu staat botbehoud centraal want als het nodig is, is botvolume voorwaarde om implantaten te kunnen plaatsen. We moeten flabby ridge en botverlies voorkomen in de bovenkaak. Implantaten onder de onderprothese is een voorwaarde voor goed het functioneren van de onderprothese.

Motiverend begeleiden
De behandeling vraagt veel communicatie. Helpen is begrijpen waarom de patiënt doet wat hij doet en niet zeggen wat hij moet doen. Betrek de patiënt in het zorgproces door te vragen naar de verwachting, want kwaliteit is voldoen aan de verwachting van de patiënt. De mens achter het probleem is belangrijk voor Postema. Je hoort vaak één verhaal, maar meestal zijn het er meerdere en die kunnen het behandelresultaat blokkeren. Behandelen is luisteren en communiceren.

Citaten van Postema

  • ‘Poets de tanden die je wilt behouden. Anders worden ze vals. Tandheelkunde begint met een goede mondhygiëne.’
  • ‘Vooraf is het diagnostiek, achteraf is het excuus.’
  • ‘Alles wat je aandacht geeft, wordt groter.’
  • ‘Aandacht voor negatieve zaken is niet productief. Benoem vooral positieve dingen!’
  • ‘Doe aan OPA = Parkeren, Opbouwen, of Afbouwen: patiënten moeten weten waar ze zitten in het tandheelkundig traject.’

Nittert Postema
Drs. Nittert Postema is in 1969 te Utrecht afgestudeerd als tandarts en heeft in 1970, in Amsterdam ,een praktijk gestart die later , mede onder zijn leiding, is uitgegroeid tot een groepspraktijk. Hij was parttime 1 jaar werkzaam als klinisch-docent op de faculteit Tandheelkunde van de RU- Utrecht tot september 1970 en aansluitend aan de VU te Amsterdam tot 1975. Daarna was hij parttime werkzaam in de Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam noord. Vanaf 1986 tot 2008 was hij werkzaam bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde aan de faculteit Tandheelkunde en Geneeskunde van KUN te Nijmegen. Hij was 14 jaar Hoofd van het CBT. Vanaf 1972 tot heden geeft hij theoretische en klinische Bij- en Nascholings Cursussen aan tandartsen en tandtechnici. De volledige gebitsprothese, de totale rehabilitatie, de implantologie en adhesieve tandheelkunde hebben altijd zijn bijzondere belangstelling.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van het NVVRT-congres Gewoon over tanden

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tandprothese | techniek, Thema A-Z

Mondzorgprofessionals en ebola

“De kans is klein dat een patiënt met verschijnselen van ebola zich meldt in een tandartsenpraktijk in Nederland, maar houd er wel rekening mee dat het kan gebeuren.” Dat is het advies van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) aan mondzorgprofessionals.

Wat kan een mondzorgprofessional uit voorzorg doen?
• Lees de LCI-richtlijn Virale hemorragische koorts Filovirussen (ebola, marburg) op de website van het RIVM.
• Neem contact op met de GGD bij verdenking van ebola bij een patiënt. Een GGD-medewerker maakt een risico-inschatting en brengt indien noodzakelijk de persoon naar het dichtstbijzijnde academisch ziekenhuis.
• De Canadese RIVM (Organization for Safety Aspesis and Prevention) en de Canadese tandartsenorganisatie hebben een toolkit specifiek voor mondzorgprofessionals opgesteld.

De Canadese toolkit bevat informatie over de symptomen van de ziekte, hoe het wordt verspreid en praktische informatie voor mondzorgprofessionals. “We hebben in een tandartsenpraktijk te maken met speeksel en bloed en maken gebruik van waterspray. Een tandartsenpraktijk is de laatste plaats waar een ebola-patiënt zou moeten zijn”, aldus een Canadese tandarts.

Voor mondzorgprofessionals is het belangrijk te begrijpen:

• Hoe ebola zich verspreidt: door direct contact met wondjes, door slijmvliezen van ogen, neus of mond, met bloed of lichaamsvloeistoffen van een zieke ebola-patiënt of naalden die met het virus zijn besmet.
• Dat er een laag risiconiveau binnen tandartspraktijken is.
• Dat het van belang is beleid en procedures over het voorkomen van infecties nu te controleren en zo nodig te herzien.
• Dat iedere mondzorgprofessional voorbereid moet zijn om zichzelf en de patiënt te beschermen tegen iedere overdraagbare ziekte, inclusief griep.

Bronnen:
The Vanguard
Oasis discussions.ca
RIVM

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
SOA’s en tandheelkunde

SOA’s en tandheelkunde

Hoe herkent u seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) in de mondholte? Een overzicht van de meest voorkomende SOA’s en de besmettingskans.

Verslag van de lezing van dermatoloog dr. Van Leent tijdens het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info

Wanneer men vraagt wat bedoeld wordt met veilige seks, is het antwoord doorgaans het vermijden van HIV. Over andere seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zit men over het algemeen minder in, terwijl deze vaak voorkomen. SOA’s betreffen bacteriële, virale of parasitaire infecties.

Bacterieel: gonorroe, chlamydia en syfilis
Viraal: herpes, wratten en bloedoverdraagbare virussen (HIV, HBV, HCV)

Gonorroe
In 2012 bezochten 3.991 met gonorroe besmette mensen een SOA-centrum in Nederland. De prevalentie is hoger bij mannen (76%) dan bij vrouwen (24%).

Epidemiologisch:

Mannen die seks hebben met mannen (MSM):

  • 32% met Gonorroe elders heeft ook Gonorroe orofarynx
  • 16% geïsoleerd orofarynx

Vrouwen:

  • 24% Gonorroe elders heeft ook Gonorroe orofarynx
  • 11% geïsoleerd orofarynx

Hetero mannen:

  • Onbekend

Besmetting
Besmettelijke periode is tijdens de incubatietijd, tijdens de klinische fase en bij een asymptomatische infectie. De besmettelijkheid is 24 uur na behandeling met antibiotica waarvoor de stam gevoelig is voorbij.

Besmetting gaat via contact via de slijmvliezen, maar kan ook via de handen. De transmissie kans is van vrouw naar man 20-50% en van man naar vrouw 50-90%. Buiten het lichaam is het slechts kort levensvatbaar.

Bij orofaryngeale gonorroe infecties is 79% van de infecties asymptomatisch, 15% heeft een pijnlijke keelinfectie en 5% purulente tonsillitis lymfadenopathie. En heel zeldzaam is gedissemineerde gonorroe infectie.

Prognose en beleid
Een gonorroe infectie is “self limiting”, meestal verdwijnt deze binnen enkele weken, hooguit een jaar. Toch is het testen en behandelen van MSM en vrouwen relevant in het kader van transmissie. Gonorroe is resistent voor 10-20% van de penicilline en 30-60% van de tetracycline en chinolonen. Cefalosporines kunnen het beste worden ingezet, al komt er al een verminderde gevoeligheid voor in Nederland.

Chlamydia
In 2012 bezochten 14.721 personen besmet met chlamydia een soa centrum in Nederland. De prevalentie tussen mannen (7.664) en vrouwen (7.057) is nagenoeg gelijk. Chlamydia besmetting komt het meest voor op jonge leeftijd (15-19 jaar). Ook komt chlamydia meer voor bij bepaalde bevolkingsgroepen, zoals bij jongeren uit de Nederlandse Antillen, Suriname en Sub-Sahara Afrika. Het is onbekend waarom dit het geval is.

Chlamydia trachomatis komt bij voorkeur voor in het cilindrisch epitheel, meestal asymptomatisch (mannen 50%, vrouwen 70-90%). De specifieke symptomen bij keelinfectie zijn niet bekend.

Besmetting
Besmetting gaat via slijmvlies contact. Transmissiekans van vrouw naar man is 28% en van man naar vrouw 45%.

Syfilis
De prevalentie van syfilis neemt de laatste jaren af. In 2000 was nog 7% (van de MSM) besmet en in 2011 was dat slechts 2%. Ongeveer 200 van de 38.000 bezoekers op de soa poli in Amsterdam was besmet. Al is wel bekend dat het aantal besmettingen in de loop der jaren fluctueert, het komt en gaat in perioden van 20 jaar. In 2012 meldden zich op de soa-poliklinieken in Nederland 571 personen met infectueuze syfilis: 16 vrouwen en 555 mannen. Het komt vooral voor op latere leeftijd bij MSM: 93%.

Stadium 1: primaire syfilis

  • Solitair of multipel, pijnloos, schoon ulcus, op de plaats van inoculatie
  • Meestal op de genitalia of in de mond
  • De laesies zijn besmettelijk
  • 80% heeft ook regionale lymfezwelling
  • Ook zonder behandeling verdwijnt het ulcus na drie tot zes weken

Stadium 2: secundaire syfilis

  • Drie tot zes weken na primaire syfilis
  • Bij 60-90% van de onbehandelde patiënten
  • Maculopapuleus, niet jeukend exantheem op de romp en extremiteiten, inclusief handpalmen en voetzolen
  • Soms condylomata lata
  • Ook de slijmvliezen kunnen laesies vertonen
  • ‘moth-eaten’ alopecia
  • Algemene symptomen als malaise, koorts, spier- en gewrichtspijnen en lymfadenopathie

Stadium 3 is zeldzaam en hier wordt niet op ingegaan.

Syfilis in de mondholte
In het primaire stadium ontwikkelt slechts 4-12% een ulcus in de mond/keelholte. Hoewel in 40-75% extra genitale ulcera. In het secundaire stadium krijgt 30% orale afwijkingen.

Transmissie vindt nagenoeg altijd plaats via direct contact. Overdracht via naalden bij drugsgebruikers of via tatoeage is zeer zeldzaam.

Voor bestrijding van syfilis helpt penicilline het beste. Ook de penicilline die men toevallig gebruikt voor een andere aandoening.

Herpes
Herpes type 1 en 2 zijn seksueel overdraagbaar. Type 1 is wat milder en geeft een kleinere kans op besmetting met type 2. Ongeveer 80% van de Nederlanders is besmet met herpes type 1.

Via de slijmvliezen van de orofarynx, genitaliën of conjunctiva treedt herpes het lichaam binnen, het verspreidt zich naar de autonome of sensibele ganglia (type 1 in de nervus trigeminus). Het speelt periodiek kortstondig op.

Verloop herpes labialis
* Een eerste episode

  • Meestal op de kleuterleeftijd
  • Pijnlijke vesiculairelaesies van de orale mucosa (gingivo stomatitis) eventueel gepaard gaande met systemische symptomen (koorts, malaise)
  • De laesies genezen over het algemeen binnen 1-2 weken
  • Meestal verloopt de eerste episode asymptomatisch

* Een recidief herpes labialis

  • Verloopt minder heftig dan de eerste keer
  • Vaak beperkt tot de lippen, geen slijmvlies betrokkenheid, palatum molle en aangrenzende gingiva
  • Op plaatsen nabij de eerste episode infectie
  • Meestal geen systemische symptomen

Besmetting
Transmissie verloopt via direct contact met lichaamsvocht, mucosa. Via de intacte huid is het moeilijk besmet te raken, eventueel wel mogelijk via (micro)laesies. Besmetting vindt ook plaats door contact met speeksel of mondslijmvlies. Het virus overleeft niet lang in de omgeving buiten de gastheer.

Besmettelijke periode

  • Bij (a)symptomatische primaire herpes uitscheiding van soms grote hoeveelheden virus
  • Bij (a)symptomatische recidieven wordt opnieuw virus uitgescheiden
  • Geïnfecteerden zijn levenslang potentieel besmettelijk, ook zonder de symptomen

70% van de populatie verspreid minimaal een maal per maand het virus in besmettelijke hoeveelheden.

Tandheelkundige behandelingen
Voor tandheelkundige behandeling hoeven buiten de WIP-richtlijn geen extra maatregelen genomen te worden om besmetting tegen te gaan. Het is een recidief, de patiënt kan zichzelf niet opnieuw besmetten. Het is slechts nog besmettelijk voor de personen die nog niet besmet zijn.

HIV
Het is bekend dat in Nederland 20.528 mensen zijn besmet met HIV in 2012. Er overlijden 130 mensen per jaar in Nederland aan HIV. HIV is in Nederland nog nooit overgedragen via een prikaccident.

Typen
Er zijn 2 typen HIV: HIV-1 en HIV-2

Verloop

  • 2-4 weken acuut retroviraal syndroom
  • 4-6 weken seroconversie (window fase)
  • Het duurt 1 tot 15 jaar voordat HIV zich ontwikkelt tot aids.

Opportunistische infecties

  • Orofaryngeale candidiasis*
  • Uitgebreide herpes infecties
  • Kaposi sarcoom

Een gezond volwassen persoon is weerbaar tegen candidiasis, alleen bij een ernstig verstoorde weerstand kan candidiasis de overhand krijgen in de mondholte.

HIV transmissiekans

  • Zeer moeilijk te achterhalen
  • Via besmette lichaamsvloeistoffen, echter tot op heden is overdracht via speeksel of traanvocht bij de mens nog niet bewezen
  • Via slijmvliezen of beschadigde huid
  • Via prik/snijaccident (<0,3%)

Advies
Volgt altijd de WIP-richtlijnen. Onbekende HIV-dragers zijn besmettelijker dan de HIV- dragers die onder behandeling zijn. Oefen en bespreek het protocol bij prikaccidenten in de praktijk, wees voorbereid!

HPV
Het merendeel van type 6 en 11 gaat onopgemerkt, slechts 1% krijgt zichtbare wratten. Het is ernstiger bij immuno-incompetenten. De transmissie kans tijdens één seksueel contact wordt geschat op 60% en een toename hiervan bij meerdere seksuele partners. Ongeveer 25% van de mond- en keel kanker is geassocieerd met HPV type 16. Behandeling volgt vaak alleen bij klachten en is cosmetisch van aard.

Symptomen

Condyloma acuminatum

  • Bleke, verruceuze papels en plaques
  • Meestal lippen palatum durum en gingiva

HPV maligne geïnduceerde maligniteit

  • Meestal geïndureerd ulcus
  • Meestal in tonsillen of tongbasis

Overdraagbaar via direct contact op via voorwerpen.

Verwijzen
Mensen met symptomen van een SOA kunt u doorverwijzen naar een huisarts, SOA-centrum of dermatoloog. Meld erbij dat het zich uit in de mondholte, anders nemen de instanties aan dat het om de genitaliën gaat.

Onderzoek bij de huisarts kost ongeveer €300 aan lab kosten, dit kost de patiënt zijn eigen risico. Een bezoek aan een SOA-centrum wordt door de overheid gefinancierd, GGD’en regelen dit. Het onderzoek wordt gedaan door een verpleegkundige met een arts op de achtergrond.

Bij het opmerken van een keelsoa kunt u doorverwijzen naar een groot soa centrum of naar de dermatoloog.

Info voor behandelaren
www.soa.nl (tabblad professionals)
www.ggd.amsterdam.nl

Info voor patiënten
www.soa.nl
Infolijn: 0900-2042040
E: sense@soaaids.nl

Verslag door Maja Koster-Faasen voor dental INFO van het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info

Edwin J.M. van Leent is werkzaam in het AMC en VUmc als Chef van de poliklinieken Dermatologie. Gespecialiseerd in seksueel overdraagbare aandoeningen. Dr van Leent is daarnaast verbonden aan de Soa polikliniek van de GGD Amsterdam (als plv. opleider). Hij heeft in het verleden als vrijwilliger gewerkt in diverse categorale soa klinieken. Daarnaast geeft hij les op verschillende opleidingen voor artsen en verpleegkundigen. Naast zijn drukke werkzaamheden is hij lid van de KNMG Registratiecommissie Geneeskundig Specialismen (RGS).

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Slechts 8,3% tandartspraktijken in avond geopend

Slechts 8,3% van de tandartspraktijken is één avond per week na zes uur nog open. Dit blijkt uit onderzoek van 123tandarts onder 5.000 praktijken.

In Zeeland is het percentage tandartspraktijken geopend in de avond het laagst, in Flevoland is dit het hoogst.

Percentage tandartspraktijken geopend in avond, per provincie

Openingsuren per week
Gemiddeld is een tandartspraktijk 38,7 uur open. In 2012 was dat nog 39,1 uur, blijkt uit het onderzoek. De daling van de openingsuren zou te maken kunnen hebben met het verminderde tandartsbezoek door de crisis en de lagere vergoedingen door ziektekostenverzekeraars.


Openingsuren tandartspraktijken per provincie

Opening vrijdagmiddag
Op vrijdagmiddag is 26,8% van de tandartspraktijken gesloten.
Van alle provincies ligt dit percentage het hoogst in Overrijssel (gemiddeld ruim 30%) en het laagst in Noord-Holland (gemiddeld 20%).

Percentage tandartspraktijk gesloten op vrijdagmiddag, per provincie

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Taaltoets voor Europese tandartsen in Groot-Brittannië

In Groot-Brittannië kunnen binnenkort geen tandartsen uit de EU-landen, Noorwegen, IJsland en Lichtenstein meer werken als ze het Engels niet machtig zijn. De wet wordt binnenkort aangepast zodat de General Dental Council (GDC) Europese tandartsen op hun kennis van het Engels kan controleren. Tot nu toe kon deze organisatie alleen tandartsen van buiten Europa controleren.

Dramatisch incident
De maatregel is het vervolg op een dramatisch incident zes jaar geleden waarbij een Duitse waarnemer tijdens zijn eerste dienst een patiënt doodde met tienmaal de aanbevolen dosis diamorphine.

Taaltoets Nederlands
In Nederland pleitte vorige maand het ANT en KNMT voor een taaltoets voor buitenlandse tandartsen. “Taal is een essentieel onderdeel van je beroep als tandarts. Wij zijn in Nederland heel erg gericht op preventie en we werken in teams. En als je de taal niet beheerst dan kan je hier niet de tandheelkunde uitoefenen zoals je dat zou willen in Nederland.” Een meerderheid van de Tweede Kamer steunt het plan van de beroepsverenigingen voor een taaltoets.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Vlaamse tandartsenbond hekelt toename aantal Waalse studenten Tandheelkunde

Er zijn dit jaar 700 Franstalige eerstejaars studenten Tandheelkunde en er studeren er jaarlijks 280 af. Dat zijn er teveel volgens het Verbond der Vlaamse Tandartsen. Na hun studie kunnen slechts 70 tandartsen zich per jaar vestigen. Het aantal Vlaamse studenten Tandheelkunde is beperkt sinds de invoering van een ingangsexamen geneeskunde.

Gesloten budget
In België kunnen artsen en tandartsen pas aan de slag als ze in het bezit zijn van een Riziv-nummer. Daarnaast werkt de Belgische ziektekostenverzekeraar met een gesloten budget voor tandartsen, orthodontisten en parodontologen.

Daling honorarium
Het Verbond der Vlaamse Tandartsen vreest dat het honorarium van hun leden zal dalen en stelt voor het aantal studenten Tandheelkunde te beperken of een apart budget aan Waalse en Vlaamse tandartsen toe te kennen.

Bron: De Morgen

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Mislukte tandextractie

Ruim 500.000 euro schadevergoeding na mislukte tandextractie

Een vrouw in Australië heeft ruim 500.000 euro ontvangen na een mislukte tandextractie die geleid heeft tot ernstige gezondheidsproblemen, meldt Australia News.

Oorzaak
De vrouw had last van ernstig tandbederf onder haar vulling. Zij koos ervoor om de kies te laten trekken in plaats van een wortelkanaalbehandeling. Echter, de tand brak tijdens de extractie waarbij de overgebleven tand doordrong tot in de neusholte. De vrouw moest een spoedoperatie ondergaan om het stukje tand uit deze sinusholte te verwijderen.

Gevolg
Na de ingreep kreeg de vrouw last van onder andere hoofdpijn, vermoeidheid en hevige pijn in het gezicht. Ook is in haar aangezicht een verlamming opgetreden.

Besluit rechtbank
De rechtbank heeft besloten dat de vrouw een bedrag toegekend krijgt dat zij zou hebben verdiend voor haar werk als dierenarts.

Lees meer over: Actueel, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving

Voorlichting over je gebit in de bioscoop

Kinderen van 5, 6 en 7 jaar in de Engelse stad Plymouth hebben afgelopen week in een bioscoop geleerd hoe ze goed voor hun gebit kunnen zorgen.

De film ‘Open Wide and Step Inside’ wordt vertoond in een filmtheater in Plymouth waar het scherm als een halve bol om het publiek heenstaat, net zoals in het Omniversum in Den Haag. Het is voor het eerst dat deze technologie wordt gebruikt om kinderen van 5, 6 en 7 te overtuigen goed te zorgen voor hun tanden.

Zelf poetsen
Kinderen van deze leeftijd zijn de doelgroep van de film omdat kinderen van 7 moeten beginnen zelf hun tanden te poetsen, dus zonder begeleiding van hun ouders. Ook kunnen ze zelf goede keuzes maken over wat én wanneer ze eten en drinken.

3-jarigen met rotte tanden
Uit onderzoek blijkt dat andere manieren om kinderen te wijzen op beter poetsen, een beter dieet en halfjaarlijkse controles geen effect hebben. Daarnaast blijkt uit twee rapporten dit jaar dat de gebitten van kinderen in Groot-Brittannië sterk achteruit gaan. Uit de eerste blijkt dat meer kinderen in ziekenhuizen behandeld worden met dentale problemen dan wat voor ziekte dan ook. Uit het tweede rapport blijkt dat 12% van de 3-jarigen al last heeft van tandbederf.

Onderwijspakket
Naast de film is er een onderwijspakket voor onderwijzers en een tasje met cadeautjes voor de leerlingen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Waterkwaliteit? Mij een zorg!

Bacteriën zijn overal. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. Onlangs ook weer met de hygiëne-in-de-keuken-campagne van het ministerie van Volksgezondheid. De concept WIP-richtlijn brengt water ook onder de aandacht. Waarom is zorg voor water in de behandelunit zo van belang?

Overal
Bacteriën zijn overal. Toen Antonie van Leeuwenhoek deze micro-organismen ontdekte, werd snel duidelijk dat het er veel waren en ook van verschillende aard. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. De meerderheid van de bekende bacteriën is gelukkig onschadelijk. Het ministerie van Volksgezondheid startte onlangs een nieuwe hygiënecampagne om weggezakte kennis over hygiëne in de keuken weer naar boven te halen. Tijdens de reclameblokken die onze TV-series onderbreken worden we eraan herinnerd dat alles hygiënisch schoon moet zijn en we regelmatig onze handen moeten wassen. De Werkgroep Infectiepreventie (WIP) brengt ook water onder de aandacht.

Waakzaam
In de afgelopen jaren hebben de kranten gelukkig niet vol gestaan met artikelen over mensen die ziek zijn geworden bij de tandarts. We leven echter in een tijd waarin steeds huiveriger wordt omgegaan met antibiotica, vanwege groeiende resistentie van micro-organismen. Nu de bevolking vergrijst en er dus meer immunogecomprimeerde patiënten in de behandelunit plaats nemen, dienen we waakzaam zijn. Er zijn veel studies over de waterkwaliteit in behandelunits gedaan die dit onderbouwen.

Water in de behandelunit
De tandartsstoel heeft zich in de laatste decennia ontwikkeld tot een heuse behandelunit. Moderne units bestaan uit meerdere complexe integrale onderdelen. Ook worden er meerdere dentale instrumenten – gekoppeld aan een behandelunit – gekoeld of gevoed door water. De instrumenten worden voorzien van water dat laminair (lagen bewegen zich parallel ten opzichte van elkaar) door dunne kunststof leidingen stroomt. De stroomsnelheid wordt hierdoor een stuk lager waar omgevingsbacteriën dankbaar gebruik van maken.

Daarbij stroomt het water niet continu door de behandelunit. Een gemiddelde behandelunit wordt niet langer dan twaalf uur per dag gebruikt. Stagnatie van het water bij kamertemperatuur draagt bij aan een toename van micro-organismen in de unit. Zo hechten ze zich aan het oppervlak in de kunststof leidingen. Zodra er een aantal zich gehecht hebben, wordt het voor andere micro-organismen makkelijker zich ook te vestigen. De bacteriën maken vervolgens een complex netwerk van allerlei polymeren om hun verblijf aan de wanden van de leidingen te vergemakkelijken. Het gevormde complex wordt dan biofilm genoemd. In deze biofilm kunnen ook pathogene micro-organismen, denk bijvoorbeeld aan Legionella, schuilgaan. Als delen van de biofilm loslaten kunnen deze in de mond van de patiënt terecht komen of middels aerosol in de luchtwegen van de patiënt of behandelaar.

Inzicht
Het is dus zaak om inzicht te krijgen in de waterkwaliteit van de behandelunit. Met het verkregen inzicht kan er een scala aan eventuele maatregelen getroffen worden om de waterkwaliteit beheersbaar te maken.

Welke maatregelen?
Maatregelen die een tandheelkundige praktijk zou kunnen nemen om de waterkwaliteit beheersbaar te maken:

– Naleven spoelprotocollen
Het strikt naleven van de spoelprotocollen beschreven in de richtlijnen van de WIP.
Spoelen zal een reductie van het aantal aanwezige micro-organismen realiseren. Echter, zal dit in een reeds sterk verontreinigde unit niet een dusdanige reductie opleveren, zodat een eventuele norm niet overschreden wordt.

– Gebruik desinfecterende middelen
Een tweede optie is het gebruik van desinfecterende middelen om de behandelunit van binnenuit te reinigen. Niet ieder desinfectiemiddel is echter even effectief. Er zijn middelen die micro-organismen goed bestrijden, maar echter niet doordringen in de eerdergenoemde biofilm. Sommige desinfectiemiddelen kunnen het binnenwerk van de behandelunit corroderen, met alle gevolgen van dien. Verder bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat de waterkwaliteit van het aanvoerwater, voordat het in de behandelunit komt, reeds verontreinigd is. In dat geval kunt u netjes spoelen en desinfectiemiddelen gebruiken, maar zal de behandelunit binnen afzienbare tijd weer verontreinigd kunnen zijn.

– Inventarisatie leidingwerk
Middels een inventarisatie van het leidingwerk kan worden nagegaan of er bijvoorbeeld dode leidingen aanwezig zijn.

Omdat niet iedere praktijk gelijk is, is het wenselijk om per situatie te inventariseren wat eventuele knelpunten zijn. Zo blijkt maar weer: meten is weten.

Door:
Vincent Berghuis, Analist – Adviseur, DRS-Waterzorg

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Passie voor patiënten én studenten

Haar studenten kozen Stella van Hoeve, docent Mondzorgkunde aan de Hanzehogeschool Groningen, onlangs tot Docent van het Jaar. Een interview met een mondhygiënist die studenten liefde en passie voor het vak bijbrengt.

Bijna tien jaar geleden begon mondhygiëniste Stella van Hoeve als docente aan de opleiding Mondzorgkunde in Groningen.
“Daar ontdekte ik mijn passie voor het lesgeven en het begeleiden van studenten. De kwaliteiten die ik bezit met betrekking tot de patiëntenzorg kon ik toepassen in mijn werk als docent. Het is mooi om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van studenten en ze mijn liefde en passie voor het vak bij te brengen. Ze bewust te proberen te maken wat het vak inhoudt en dat het niet alleen om scoren en geld verdienen gaat.”

Was het een verrassing dat je onlangs tot Docent van het Jaar werd verkozen?
“De nominatie kwam als een verrassing. Ik weet dat ik streng ben en veel van studenten verwacht. Ik had niet verwacht dat ik genomineerd zouden. Toen ik mijn naam tijdens de uitreiking groot in beeld zag schrok ik wel even. Ik vind het een hele eer. Het gaat uiteindelijk om de studenten en daar doe je je werk als docent uiteindelijk voor. En het is een waardering en een mooie afsluiting van mijn werk bij de opleiding mondzorgkunde. Een mooier afscheidscadeau had ik me niet kunnen wensen.”

Wat is je geheim als docent?
“Ik denk mijn betrokkenheid en inlevingsvermogen, maar ook mijn kennis en deskundigheid. Af en toe een grapje om het allemaal wat luchtiger te maken kan ook helpen. Studenten staan onder grote prestatiedruk en de opleiding Mondzorgkunde is een intensieve opleiding. De meeste studenten zijn vaak perfectionistisch. Daarom is het goed om af en toe de druk eraf te halen door wat luchtiger met wat zaken om te gaan. Als docent verdiep ik me in de student: hoe gaat het echt met hem of haar? Wat kan ik doen om de studenten beter te begeleiden en te motiveren, vraag ik me af. Wat hebben ze van mij nodig om goed te kunnen presteren? De student vrijheid en vertrouwen te geven is vaak essentieel.”

Waar komt je eigen passie vandaan?
“Mijn vader Jan van Hoeve is parodontoloog. Het was voor mij een logische stap om na de Havo aan de opleiding tot mondhygiënist te beginnen. Toen ik in de Praktijk voor parodontologie Arnhem ging werken, ontdekte ik mijn liefde voor het vak. Vooral bij het motiveren en informeren van patiënten ligt mijn kracht. Maar ook het uitvoeren van initiële behandelingen vind ik leuk: hoe dieper en bloediger de pocket, des te beter! Ik merkte dat patiënten zich op hun gemak voelden bij mij en de meest angstige patiënten kreeg ik zover om zich te laten behandelen.”

Stella heeft de afgelopen acht jaar ook als mondhygiënist bij het UMCG Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde gewerkt. Daar heeft ze zich onder andere gespecialiseerd in halitose. “Tijdens mijn werk bij Mondzorgkunde heb ik nauw samengewerkt met Tandheelkunde en was ik lid van de sectie Orale Functieleer (Tandheelkunde) .”

Wat is er in de afgelopen tien jaar belangrijk geworden binnen de opleiding?
“De opleiding heeft een mooie ontwikkeling doorgemaakt. Het curriculum is uitgebreid met prepareren en restaureren.‘Evidence Based Practice’ heeft een belangrijke rol gekregen: studenten leren kritisch artikelen te lezen en niet op reclames en vertegenwoordigers af te gaan, maar zelf een oordeel te vormen.
Er is vanuit het beleidsniveau steeds meer de nadruk op rendement komen te liggen. Er is ook meer aandacht voor professioneel handelen en kritisch denken gekomen. “Daardoor is in mijn beleving wat minder oog voor de vakinhoud en kwaliteit van de inhoud. De studenten worden zelfstandiger en professioneler opgeleid zodat ze duidelijk de rol van paramedicus kunnen pakken.”

Hoe zie je de toekomst van de mondhygiënist?
“De patiënt zou meer centraal moeten staan. Er zou niet alleen vanuit economisch oogpunt gehandeld moeten worden en vanuit de behandelaar om te scoren. Mondhygiënisten zouden moeten zorgen dat er goede en betaalbare zorg wordt geleverd. Samen met andere (para)medici en de tandarts zouden we de mondzorg van de patiënt moeten optimaliseren. Er gaat wellicht een groep patiënten ontstaan die geen mondzorg meer gaat ontvangen. Er ligt een grote taak in het aanbieden van preventie op scholen, consultatiebureaus en in de ouderenzorg. Daar zou de mondhygiënist zich kunnen profileren. Wellicht zou de mondhygiënist een rol moeten nemen binnen de thuiszorg.”

Stella ziet nog meer verantwoordelijkheden voor de mondhygiënist in de toekomst: “Misschien ligt er ook een nog bredere rol voor ons omdat we patiënten regelmatig zien en we een vertrouwelijke band met ze hebben. Daarom zouden we onze kennis en kunde in kunnen zetten om de algemene gezondheid te bevorderden. De mondhygiënist zal dan meer aan lifestyle interventie kunnen gaan doen. Dit zou via internet/social media kunnen want onze maatschappij is hierdoor veranderd. De tijd van alleen patiënten behandelen in een kamertje is al lang voorbij. Patiënten hebben beschikking over meer informatie en worden steeds mondiger. Daar zullen we in de mondzorg op in moeten spelen.”

Hoe ziet je eigen toekomst eruit?“
Mijn vriend en ik verhuizen naar Deventer. Ik ben dan ook op zoek naar een nieuwe baan als mondhygiënist of docent binnen de mondzorg in Deventer en omgeving!”

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist


Lees meer over: Mondhygiëne, Opinie, Thema A-Z

Waarschuwing in Groot-Brittannië voor valse apparatuur

De MHRA (Britse organisatie voor medische instrumenten en medicijnen) heeft in Groot-Brittannië gewaarschuwd voor vervalste tandheelkundige apparatuur. Deze apparatuur werd vanuit China en Pakistan geïmporteerd in Groot-Brittannië.

Afkomstig van veilingwebsites
Ruim 12.000 tandheelkundige instrumenten van slechte kwaliteit werden in beslag genomen door de MHRA. Deze instrumenten werden verkocht via veilingwebsites zoals Ebay, Amazon en Alibaba. De MHRA heeft op het moment nog 6 onderzoeken lopen naar de aanschaf van deze apparatuur door Britse tandartsen.

Gevaar voor patiënten en personeel
De in beslag genomen instrumenten lijken sterk op het echte product, met in veel gevallen een vals keurmerk. De apparatuur kan echter een gevaar vormen voor zowel de patiënten als de tandartsen. Zo zijn er röntgenapparaten gezien waarbij is vastgesteld dat ze een hoge concentratie radiatie afgeven, ook zijn er handboren gevonden die niet goed werken en uit elkaar kunnen vallen in de mond van de patiënt. Er is een geval bekend van een instrument dat in de mond van een patiënt uit elkaar viel. Ook werden er enkele wortelkanaalvijlen gevonden die gemakkelijk kunnen breken.

Betrouwbare leveranciers
Om de veiligheid van patiënten en personeel te garanderen raadt de MHRA aan om alleen apparatuur te kopen waarbij kan worden nagegaan of de leverancier betrouwbaar is. Via veilingwebsites is dit vrijwel onmogelijk.

Bron:
Dentistry



Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Duizenden patiënten getest op infectieziektes na bezoek tandarts

In Engeland is de tandarts Desmond D’Mello beschuldigd van nalatigheid op het gebied van infectiepreventie. Zo’n 22.000 patiënten moeten daarom getest worden om uit te sluiten dat ze besmet zijn met een bloed overdraagbare infectie.

Hoewel het risico op infectie laag is, wordt iedereen die patiënt bij deze tandarts is geweest aangeraden zich te laten te testen.

Handen wassen
De onhygiënische werkwijze van de tandarts kwam aan het licht nadat hij in het geheim gefilmd werd. De tandarts zou onder andere hebben nagelaten zijn handen te wassen. Ook werden dezelfde instrumenten voor meerdere patiënten gebruikt zonder deze tussendoor te steriliseren. De tandarts is inmiddels geschorst.

Onderzoek naar doodsoorzaak patiënte
Er lopen verschillende onderzoeken naar de werkwijze van de tandarts. Hieronder ook een onderzoek waarbij de dood van een vrouw wordt onderzocht die in de maand waarin zij werd behandeld door tandarts D’Mello overleed. In een ander onderzoek naar de dood van een 29-jarige vrouw werd een verband met behandeling door tandarts D’Mello uitgesloten door recherche.

Bron:
Dentistry.co.uk 


Lees meer over: Opmerkelijk, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

OralID: Nieuwe lamp voor vroege ontdekking van mond- en keelkanker

De OralID is een nieuwe draagbare lamp die speciaal is ontwikkeld als hulpmiddel voor oraal onderzoek naar afwijkingen van het slijmvlies. De fluorescerende technologie maakt het mogelijk om weefselveranderingen in de mond te ontdekken voordat ze met het blote oog zichtbaar zijn.

HPV virus
In de afgelopen 10 jaar is het aantal mensen met mond-en keelkanker met de helft gestegen door een nieuwe hoogrisicofactor naast het gebruik van tabak of alcohol: het Humaan Papillomavirus 16 (HPV). Dit virus veroorzaakt voornamelijk keelkanker bij mannen vanaf 40 jaar. HPV gerelateerde keelkankers ontstaan vooral bij de amandelen en de tongbodem. Dit zijn delen van mond die lastig toegankelijk zijn voor het blote oog waardoor eerste signalen van voorstadia kunnen worden gemist.

Te laat
Bij twee van de drie mensen wordt mond-en keelkanker te laat ontdekt, waardoor de 5-jaarsoverleving minder dan 50% is en de patiënt blijvend last heeft van problemen met spreken, slikken, eten en ademen.

OralID
Bij gebruik van de OralID zal gezond weefsel groen oplichten, terwijl afwijkende cellen zwart zullen kleuren. Het onderzoek met de lamp duurt 2 minuten en kan het verschil zijn tussen een voortijdige ontdekking of een te late ontdekking van mond-en keelkanker.

De OralID is ontwikkeld door het bedrijf Forward Science uit Texas, USA. De OralID is geëvalueerd in 2014 door 36 tandartsen in 1.622 behandelingen voor het vakblad Dental Advisor. Tandartsen gaven de lamp de hoogste evaluatiescore van 5 sterren.

Verkrijgbaar
OralID is CE-geregistreerd. De lamp is verkrijgbaar voor 1.295,00 euro excl. btw, inclusief trainingsmateriaal, 2 brillen en filter voor het maken van foto’s. Er zijn geen disposables nodig. De OralID wordt in de Benelux aangeboden door het nieuwe bedrijf Maxdent B.V. uit Geldrop. Maxdent is speciaal opgericht om tandheelkundige behandelaars te ondersteunen bij de vroege ontdekking van mond-en keelkanker.

Lees meer over: Diagnostiek, Producten

NZa is bezorgd over macht verzekeraars

De NZa is bezorgd over de macht van zorgverzekeraars. Bestuursvoorzitter Maarten Ruys zei dit onlangs tijdens een NZa-bijeenkomst voor partijen uit de zorg, meldt Zorgvisie.

Meer macht
Vanaf 1 januari 2015 krijgen zorgverzekeraars geen compensatie meer voor risicovolle patiënten. Ook is er een voornemen om artikel 13 van de Zorgverzekeringswet te wijzigen waardoor zorgverzekeraars niet-gecontracteerde zorg niet meer hoeven te vergoeden. Door deze wijzigingen krijgen zorgverzekeraars meer macht.

Controle
De NZA zal de zorgverzekeraars nu strenger controleren. De autoriteit zal hierbij kijken naar concurrentie tussen zorgverzekeraars, de macht van deze partijen, het doorgeven van inkoopvoordelen, de zorgplicht, ongewenste risicoselectie en de niet toegestane premiedifferentiatie.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Mondhygiënist met hepatitis B toch aan het werk

In 2013 meldde een mondhygiënist met hepatitis B zich bij het reizigersadviesbureau van de GGD. Na navraag van de arts-infectieziektebestrijding bleek ze niet bekend te zijn bij de commissie Preventie iatrogene transmissie die adviezen geeft als een gezondheidsmedewerker hepatitis B heeft.

Opleiding
Tijdens haar opleiding tot mondhygiënist die ze volgde van 2005 tot 2009 had zij aan haar opleiders reeds gemeld dat ze aan hepatitis B leed. Er werd haar echter nooit verteld dat dit riskant zou kunnen zijn voor haar patiënten. De GGD wist te achterhalen dat de situatie in 2005 was voorgelegd aan een arts-microbioloog in het regionale ziekenhuis. De arts-microbioloog had daarop de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) per brief om instructies gevraagd. Hoe het verder is gelopen is niet bekend.

Werkgever en maagleverdarmarts
Toen de vrouw in 2009 bij een tandartsenpraktijk ging werken informeerde haar werkgever niet naar haar beschermingsstatus tegen hepatitis B. In 2010 werd zij verwezen naar een maagleverdarmarts toen bleek dat ze een hoge viremie had. Dit betekende een hoeveelheid hepatitis B-virus in het bloed die veel hoger was dan de waarde waarmee een risicovormer volgens de landelijke richtlijn Preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten mag werken. De arts wees haar echter niet op de risico’s met betrekking tot haar werk. Er werd gestart met een behandeling waarna haar viremie in 2011 gedaald was tot een acceptabel niveau. Hierna heeft er geen controle meer plaatsgevonden.

Maatregelen van de GGD
De GGD sprak met de vrouw af dat zij per direct haar werkzaamheden zou staken. Ook zou ze een nieuwe viremiebepaling laten doel en contact op nemen met de maagleverdarmarts. Uit de viremiebepaling bleek dat haar viremie wederom erg hoog was. Dit betekende dat haar eerdere behandeling mislukt was en dat ze ook nog steeds een risico vormde voor haar patiënten. De GGD meldde haar situatie vervolgens aan de commissie PITH en lichtte ook de IGZ in.

Geen verband met acute hepatitis-B gevallen
Uit onderzoek van de GGD bleek dat de vrouw niet als infectiebron kon worden aangewezen voor gemelde patiënten met acute hepatitis B. Het is daarmee echter niet gezegd dat de vrouw ook niemand heeft besmet. Slechts 1 op 3 besmettingen verloopt symptomatisch. Daarbij is het bekend dat 95% van de gevallen van acute hepatitis B eindigt in genezing.

Werkzaamheden hervat
De vrouw wordt nu behandeld met medicatie en zal deze waarschijnlijk langdurig medicijnen moeten slikken. Op het moment heeft ze toestemming gekregen van het PITH om haar werkzaamheden te hervatten. Wel blijft ze onder toezicht van de commissie en zal ze elk half jaar een viremiebepaling moeten doen.

Leerpunten
Ondanks dat er al sinds 2002 een landelijke richtlijn Preventie transmissie van hepatitis B van medisch personeel naar patiënten bestaat kon het toch misgaan. Dit kwam doordat er meerdere keren werd gefaald in de uitvoering van de regels door deskundigen:

• Bij de opleiding had men doortastender moeten zijn;
• De geconsulteerde arts-microbioloog had op de hoogte moeten zijn van de richtlijn;
• De werkgever had dóór moeten vragen;
• De MDL-arts had kunnen weten dat cliënte een risico vormde voor haar patiënten, ook hij had de richtlijn PITH moeten kennen.

Lees ook over de praktische samenvatting van de richtlijn preventie iatrogene transmissie HBV

Bron:
RIVM

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

NZa ziet opnieuw ruimte vrije tarieven

De NZa ziet opnieuw ruimte voor vrije prijzen in de mondzorg, zij het onder geleide van de zorgverzekeraars. Daarnaast onderzoekt de NZa of het mogelijk is de max-max structuur van tarieven te verbreden. Dit blijkt het uit het NZa rapport “Deregulering eerstelijns zorgmarkten” dat onlangs werd gepubliceerd.

De innovatie van zorgvormen, het anders organiseren en betalen van zorg en het beter inspelen op individuele consumentenwensen, noemt de NZa als voordelen van deregulering in de zorg. Volgens het NZa rapport zouden er in de verloskunde, kraamzorg, logopedie en basis GGZ vanaf volgend jaar vrije prijzen kunnen gelden.

Volgende stap
Voor de mondzorg ziet de NZa weer ruimte voor vrije tarieven. ‘Een volgende stap in het ‘dereguleringsmodel’ is het vrijgeven van de tarieven mits er een overeenkomst is met de zorgverzekeraar’, zegt de NZa in het rapport. Daarnaast onderzoekt de NZa of het mogelijk is de max-max structuur van tarieven te verbreden. ‘Immers, een groot deel van de mondzorg wordt rechtstreeks door de consument betaald, zonder tussenkomst van een verzekeraar. De max-max-tarieven zijn nu nog niet toepasbaar op deze aanbieder-consument verhouding.’

Reacties op Twitter








Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Slechts 30 procent tandartspraktijken heeft contract met zorgverzekeraar

Slechts 30 procent van de tandartspraktijken heeft een contract heeft met een zorgverzekeraar. Als ixorg wordt meegerekend, dan bedraagt dit 55 procent. Dit blijkt uit onderzoek van 123tandarts.nl onder 5.000 praktijken.

ixorg heeft meeste contracten
ixorg, de nieuwe verzekeraar voor tandheelkundige zorg, heeft de meeste tandartsen onder contract in vergelijking met de grote zorgverzekeraars. Tot de grote zorgverzekeraars worden Achmea, VGZ, CZ en Menzis gerekend.

Patiënten die bij een mondzorgpraktijk zijn waarmee hun zorgverzekeraar geen contract heeft, moeten soms een deel zelf bijbetalen van een tandheelkundige behandeling. Bij de keuze van een zorgverzekering moet een patiënt dus goed bekijken of zijn tandarts een contract heeft met deze zorgverzekeraar.

Tandartspraktijken per zorgverzekeraar

 


Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Hoger opgeleiden gaan vaker naar tandarts

Het gebruik van zorg blijkt samen te hangen met opleidingsniveau. Hoger opgeleiden gaan vaker dan lager opgeleiden naar de tandarts en de alternatieve genezer en ze gebruiken vaker medicijnen die niet zijn voorgeschreven. Lager opgeleiden gaan meer naar de huisarts en de specialist, ze liggen meer in het ziekenhuis en gebruiken vaker voorgeschreven medicijnen. Alleen bij de fysiotherapeut is er geen verschil tussen lager en hoger opgeleiden: ruim een kwart van de 25-plussers heeft in één jaar tijd contact met een fysiotherapeut. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS.

In het algemeen maken lager opgeleiden meer gebruik van zorg dan hoger opgeleiden. Volgens het CBS heeft dit mede te maken met verschillen in leeftijd, geslacht, gezondheid en inkomen tussen beide groepen. Als met al deze verschillen rekening wordt gehouden, dan de situatie anders zijn en zouden hoger opgeleiden meer zorg gebruiken.

Zorggebruik naar opleidingsniveau, bevolking van 25 jaar en ouder, 2013

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Steeds meer mensen met diabetes

Het aantal mensen met diabetes is flink gestegen in de laatste jaren. In 2013 gaf 4,5 procent van de Nederlanders aan diabetes te hebben wat overeenkomt met 750.000 mensen. In 2001 gaf 2,8 procent dit aan. Dit meldt het CBS.

Meer kans
Vooral diabetes type 2 komt steeds vaker voor, met name onder 55-plussers. Overgewicht speelt bij dit type een belangrijke rol.
Naast ouderen hebben ook allochtonen van de eerste generatie, lager opgeleiden, mensen met een lager welstandsniveau en mensen met overgewicht vaker diabetes.

Slechtere mondgezondheid
Bij patiënten met diabetes blijft de bloedsuikerspiegel niet meer binnen de normale grenzen. Als gevolg van diabetes kan de mondgezondheid verslechteren. Mensen met diabetes hebben ook vaker last van tandvleesontsteking.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
grafiek dalen

Tandartspraktijk en tandtechnisch laboratorium failliet verklaard

Tandheelkundig Centrum en tandtechnisch laboratorium Prodentique uit Hengelo zijn door de rechtbank in Almelo failliet verklaard, meldt Tubantia. De praktijk blijft gewoon geopend. Andere tandartsen hebben volgens de curator belangstelling om de praktijk over te nemen. Voor het tandtechnisch laboratorium zijn de vooruitzichten minder goed.

De curator zegt dat de problemen onder andere ontstaan zijn door vertrek van enkele tandartsen uit de praktijk die vervolgens patiënten meenamen.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z