Eveline Haisma nieuwe voorzitter NVM

Eveline Haisma nieuwe voorzitter NVM

Tijdens het NVM-congres op 5 april werd de nieuwe NVM-voorzitter bekendgemaakt: Eveline Haisma – van Rossum du Chattel. Zij volgt Corrie Jongbloed op die zes jaar voorzitter was.

Haisma heeft een zeer brede ervaring. Zij is werkzaam als mondhygiënist bij diverse praktijken. Ook is zij stagebegeleider bij de opleiding Mondzorgkunde bij Hanzehogeschool Groningen. Naast de mondzorg is zij werkzaam als operatieassistent met chirurgische vaardigheden, met als specialisatie cardio-thoracale chirurgie. Daarnaast werkt zij als gastdocent Cardiopumonale chirurgie bij het Wenckebach Instituut en als trainingsacteur voor studenten geneeskunde. Ze heeft verschillende functies als manager van een operatiecentrum gehad. Ook had zij zitting in de ondernemingsraad van een groot perifeer ziekenhuis.

Foto: Rob Boelens genomen tijdens het NVM-congres op 5 april. Eveline Haisma staat op de foto in het midden, gekleed in een blauwe jurk met roze jasje.


 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Liever eigen potje voor tandartskosten dan premie kwijt

Driekwart van de klanten van nieuwkomer ixorg is klant geworden omdat ze het geld dat ze apart zetten in een potje van henzelf blijft. Ze geven aan geen premie kwijt te willen zijn aan een aanvullende tandartsverzekering omdat het maar de vraag is of ze die premie eruit halen. Dit blijkt uit onderzoek van ixorg onder haar eigen klanten. Eind 2013 kwam met ixorg een nieuwe keuze voor de consument op de markt. Inmiddels bouwen al bijna 5.000 mensen een eigen ‘spaarpotje’ op voor tandartskosten via ixorg.

Toine Beljaars, directeur van ixorg: “Wij hadden verwacht dat de calamiteitenverzekering die ook onderdeel uitmaakt van ixorg minstens even belangrijk zou zijn voor mensen om voor ons te kiezen. Maar dé reden om over te stappen naar ixorg is het willen vermijden van de stevige premie voor de aanvullende tandartsverzekering. Men bouwt liever zelf een potje op voor tandartskosten. Dat ze daarbij tegelijkertijd ook voor calamiteiten tot 10.000 euro verzekerd zijn is mooi meegenomen maar niet de belangrijkste reden om voor ixorg te kiezen, geeft ons onderzoek aan.”

Bron:
ixorg

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Parodontitis en Voeding

Lees meer over: Thema A-Z, Video, Voeding en mondgezondheid
Implantologie

Implantologie: Afdrukken

Orale implantologie is niet meer is weg te denken als mogelijke behandeloptie voor uw patiënt. Als tandarts algemeen practicus treedt u op als regisseur. Hoe houdt u controle? Wat delegeert u? Wat doet u zelf? Congresverslag over afdrukken.

Verslag van de lezingen van prof. dr. Marco Cune, prof. dr. Henny Meijer, prof. dr. Daniël Wismeyer tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker. Het lezingenprogramma omvatte alles wat u moet weten over implantologie. Zo kunt u uw patiënt begeleiden bij de verwijzing en ervoor zorgen dat u de regie over de behandeling behoudt.

Healing abutment
Tijdens de osseointegratieperiode is het belangrijk dat het healing abutment niet wordt belast.

Met name in het front kunnen soms tijdelijke kronen worden geplaatst tijdens de osseointegratiefase van het implantaat. De patiënten van prof. dr. Meijer worden voor een implantaat in de frontregio ’s morgens geïmplanteerd en meteen wordt een afdruk gemaakt. In het laboratorium wordt dan een tijdelijke kroon vervaardigd van composiet. Als deze tijdelijke voorziening in de middag geplaatst wordt, kan de patiënt naar huis met een vaste voorziening.

Een ander voordeel is dat de tijdelijke voorziening door de anatomische vorm bijdraagt aan het contourherstel van de gingiva. Gemiddeld duurt dit ongeveer drie maanden. Tijdens het plaatsen van de tijdelijke voorziening kan de gingiva anemisch worden. Dit is geen probleem: na ongeveer 10 minuten trekt dat meestal weg. De tijdelijke kronen worden altijd verschoefd met een torque volgens de fabrikant en worden niet geraakt bij occlusie en articulatie. Op die manier kan een belastingvrije osseointegratie plaatsvinden.

Open lepel versus gesloten lepel
Uit een onderzoek op PubMed naar gesloten- en open lepel afdrukken blijkt dat dit een persoonlijke keuze is. Voor een gesloten lepel is klinisch meer ervaring nodig, dit is tandtechnisch foutgevoeliger. Bij een individuele of conventionele lepel is er geen verschil in nauwkeurigheid, mits gebruik wordt gemaakt van een rigide lepel.

Polyether of additiesiliconen kunnen het beste gebruikt worden als afdrukmateriaal voor definitieve afdruk.

Tip: Gebruik flossdraad om de schroevendraaier om inslikken te voorkomen.

Prof. dr. Marco S. Cune
Is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.

Prof. dr. Henny Meijer
Behaalde in 1988 het tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht op het gebied van de implantologie, in 1992 resulterend in een proefschrift. Momenteel is hij werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde & Mondzorgkunde en bij de Afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde van het UMC Groningen. Vanaf 2006 is hij hoogleraar Implantologie en Prothetische Tandheelkunde. Naast de klinische werkzaamheden, doet hij onderzoek op het gebied van de orale implantologie, begeleidt onderzoek en is als docent betrokken bij verschillende cursussen.

Prof. dr. Daniël Wismeyer
Rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KU Nijmegen en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar de ACTA waar hij promoveerde op het proefschrift “BIOS, The Breda Implant Overdenture Study”. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd als Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan de ACTA waar hij een 0,7 Fte aanstelling heeft. Tevens werkt hij in de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwe-zoom te Dieren die hij in 1991 heeft opgericht. Vanaf 2009 is hij voorzitter van de afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde aan de ACTA.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van prof. dr. M.S. Cune, prof. dr. H. Meijer en prof.dr. D. Wismeyer tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker.

Lees ook de overige verslagen van het congres implantologie

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z

Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid geeft mondzorgadvies

Van 2 t/m 16 april kunnen consumenten bij de verzekeringswinkels van Zorg en Zekerheid gratis mondzorgadvies van mondhygiënisten krijgen.

Consumenten kunnen zich aanmelden via Zorg en Zekerheid voor een consult. Tijdens het 15 minuten durende consult wordt de gezondheid van het tandvlees beoordeeld en krijgt de consument advies over mondzorg.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Markttrends, Thema A-Z

Tandverlies is een ingrijpende emotionele ervaring

Tanden verliezen staat voor sommige patiënten gelijk het verlies van een arm of been, blijkt uit een Britse studie. De grote impact van tandverlies vraagt meer aandacht van behandelaars, schrijft Newcastle University.

Gevolgen van tandverlies
Voor de studie werden 39 Britten geïnterviewd over hun ervaringen met het verliezen van tanden. Sommige deelnemers aan de studie hadden het gevoel dat ze gefaald hadden, omdat ze een kunstgebit nodig hadden. Anderen durfden de deur niet meer uit vanwege verloren tanden.

Bij de grote impact van tandverlies speelt mogelijk de verwachting mee dat het gebit tegenwoordig langer mee gaat dan vroeger.

Behandeling
Het verlies van tanden kan emotioneel even ingrijpend zijn als een chronische medische aandoening. Bij sommige patiënten is mogelijk psychische behandeling nodig.

Bron:
Newcastle University

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Mondzorg ouderen in zorginstellingen krijgt te weinig aandacht

Mondzorg voor ouderen in zorginstellingen krijgt niet altijd de benodigde aandacht. Dit blijkt uit onderzoek onder 21 Friese verpleeghuizen door De Friesland Zorgverzekeraar en Zorgkantoor Friesland in samenwerking met de opleiding Mondzorgkunde, meldt Zorgverzekeraars Nederland.

Zorgdossier
Het onderzoek laat ook zien dat mondzorg niet bij alle zorginstellingen onderdeel is van het zorgdossier en niet altijd door tandartsen en mondhygiënisten wordt uitgevoerd. De verantwoordelijkheid en financiering voor mondzorg in de zorginstelling is vaak niet duidelijk.

Onderschat
Preventie wordt teveel onderschat. Diana Monissen, bestuursvoorzitter van De Friesland zegt: “Goede mondzorg werkt preventief voor andere ziektes. Zo kan een gezond gebit voorkomen dat iemand longontsteking krijgt. Als we hier op inspelen kunnen we dus veel voorkomende ziektebeelden bij kwetsbare ouderen voorkomen. Hierdoor wordt de kwaliteit van leven bevorderd voor deze doelgroep.”

Bron:
Zorgverzekeraars Nederland

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Mondgezondheid gaat verder dan de gezondheid van de mond

Wat is het effect van parodontitis op de rest van het lichaam en waarom is kennis hierover belangrijk voor de tandarts en mondhygiënist? Verslag van de lezing van prof. dr. A.J. van Winkelhoff tijdens de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid van de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

Relatie mondgezondheid en algehele gezondheid
Bij een persoon met parodontitis is sprake van een ontstekingsoppervlakte die vergelijkbaar is met een zweer van 10-20 cm2. Vaak wordt de ernst van parodontitis onderschat omdat de ontsteking niet zichtbaar en meestal ook niet pijnlijk is. Het is te begrijpen dat een dergelijke zweer effect heeft op de rest van het lichaam. Uit onderzoek blijkt dan ook dat er relaties zijn gevonden tussen parodontitis en systemische aandoeningen zoals cardiovasculaire aandoeningen, reumatische artritis, focale infecties, diabetes en obesitas.

Wat is precies het effect van een infectie op de rest van het lichaam?
Als er sprake is van parodontitis dan neemt het aantal bacteriën en endotoxinen in de mond toe. Deze kunnen in de bloedbaan terecht komen en worden op deze manier verspreid in het lichaam. Er is dus niet alleen sprake van een lokale respons: de ontstekingsmediatoren (interleukines), opgewekt in de mond, verhogen deze waardes in het bloed en kunnen zich zo verspreiden door het lichaam. De effecten hiervan op de lever zijn onder andere een verhoging van het CRP (C-reactive protein). Het is bewezen dat CRP een verhoogd risico geeft op het ontwikkelen van cardiovasculaire aandoeningen. Ook is het aantal ontstekingscellen (leukocyten) verhoogd in het bloed wanneer er sprake is van parodontitis.
Bacteriën kunnen zich vanuit de mond verplaatsen naar elders in het lichaam, er is dan sprake van een focale infectie. Een recent onderzoek heeft uitgewezen dat paro-bacteriën zich zelfs in de hersenen kunnen nestelen.

Waarom is dit belangrijk voor de tandarts en mondhygiënist?
Uit een onderzoek van Vidal et al. (2013) ‘Non surgical periodontal treatment reduces cardiovascular risk in refractory hypertensive patient: a pilot study’ blijkt dat bij initieel behandelde parodontitis patiënten de CRP en interleukine-6 waarden significant dalen. Er is dus een meetbaar effect van de parodontale behandeling.

Prof. dr. A.J. van Winkelhoff is hoogleraar aan de UMCG en heeft als vakgebieden Medische Microbiologie, Tandheelkunde & Mondzorgkunde en Infectieziekten. Hij is mede-eigenaar van Laboral Diagnostics en Laboral International, een service op het gebied van klinische microbiologie voor Tandheelkundige professionals.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid, georganiseerd door de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z

Herziene richtlijn handschoenen van LCHV RIVM

Het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid van het RIVM herziet momenteel de richtlijnen voor hygiëne met nieuw beleid voor handschoenen. Met een overgangsperiode van een jaar geldt dit beleid voor tatoeëren, permanente make-up en piercen. Het nieuwe beleid wordt ook gefaseerd ingevoerd in verschillende overige LCHV-richtlijnen in de zorg.

Tandheelkunde
De tandheelkunde valt niet onder de LCHV-richtlijnen maar ontwikkelaars van mondzorgrichtlijnen zullen ontwikkelingen in andere zorgsectoren mogelijk in de gaten houden.

Nieuwe beleid voor handschoenen
In het vernieuwde beleid voor handschoenen geeft het LCHV aan:

‘Gebruik alleen handschoenen:

  • Die gemaakt zijn van poedervrije latex of nitril
  • Die voldoen aan de NEN-normen EN 420, EN 455 en EN 374. Deze normen moeten zichtbaar zijn op de verpakking.
    Dit zijn de Europese normen die voortvloeien uit de Medical Device Directive, ofwel de Europese Richtlijn Medische Hulpmiddelen.
  • Uit een verpakking waarop de CE-markering is voorzien van het 4-cijferige nummer van de controlerende instantie.
    Bijvoorbeeld, de nummers kunnen verschillen
  • Uit een verpakking waarop de naam en het adres van de producent staat. Als dit geen adres binnen de EU is, moet ook de naam en het adres van de EU-vertegenwoordiger vermeld zijn.’

Bij vermoeden van een latexallergie type I, adviseert het LCHV nitril handschoenen te gebruiken.

Oude beleid
Het oude beleid stond alleen gebruik van nitril handschoenen toe die voldeden aan NEN normen EN 420, EN 455 en EN 374 maar vroeg geen nummer van de controlerende instantie op de verpakking. Hiermee was het toezicht op naleving dus beperkt.

Het vernieuwde beleid wordt nu naast het oude beleid gehanteerd. Het oude beleid geldt tot 31 december 2014. Daarna zal alleen het nieuwe beleid gelden.

Uitleg over handschoenenbeleid
Op de website van het RIVM vindt u een checklist voor het gebruik van handschoenen. De checklist geeft de volgende informatie over de materiaalkeuze, allergie, de houdbaarheidsdatum en de Europese richtlijnen:

Materiaalkeuze
Er zijn handschoenen in verschillende materialen zoals latex of (soft) nitril. De keuze van het materiaal is afhankelijk van verschillende factoren zoals comfort, pasvorm, beoogd gebruik, de doorlaatbaarheid van stoffen/chemicaliën en uw eventuele gevoeligheid voor het materiaal. De minimale treksterkte van een onderzoekshandschoen is 6 Newton. Hoewel dunnere handschoenen ook aan deze eis moeten voldoen bieden deze niet automatisch dezelfde bescherming tegen stoffen van buitenaf. De bestendigheid en doorlaatbaarheid van handschoenen zijn dus sterk afhankelijk van de dikte en het type materiaal. Kies op basis van uw persoonlijke wensen en eisen ten aanzien van draagcomfort, treksterkte, pasvorm en bekijk of u latex (strikt poedervrij) of (soft)nitril handschoenen gaat gebruiken.

Allergie
Zowel latex (Natural Rubber Latex/ NRL) als (soft)nitril handschoenen kunnen een allergische reactie veroorzaken. Allergenen in Natural Rubber Latex handschoenen kunnen een type I allergie veroorzaken en residuen van chemicaliën gebruikt in het productieproces van zowel (soft)nitril als latex handschoenen kunnen leiden tot een allergische reactie type IV (contact dermatitis). De type IV allergie wordt met name veroorzaakt door versnellers zoals Thiuramen en Mercapto-benzothiazolen. Voor alle handschoenen geldt dat het niveau van latex eiwitten en chemicaliën zo laag als praktisch mogelijk moet zijn.

Indien u latex handschoenen gebruikt kies dan uit voorzorg ALTIJD poedervrije latex handschoenen. De poeder is de belangrijkste vector van de allergene latex partikels. Kies bij voorkeur een fabricaat dat een speciale nabehandeling ondergaan heeft om eiwitten en chemische residuen te reduceren. Controleer de verpakking en vermijd contact met latex indien u of uw cliënt/ patiënt een type I allergie heeft.

Latex handschoenen dienen een zo laag mogelijk niveau eiwitten te bevatten volgens norm EN 455, 3. Latex en nitril handschoenen dienen een zo laag mogelijk niveau chemicaliën te bevatten volgens norm EN 455,3.

De houdbaarheidsdatum
Handschoenen hebben een beperkte levensduur. Fabrikanten geven deze aan middels een einddatum op de verpakking.

 

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Kwaliteit vaak ondergeschikte rol bij zorginkoop verzekeraars

Kwaliteit speelt vooralsnog een ondergeschikte rol bij zorginkoop door verzekeraars. Dit concludeert de Erasumus Universiteit Rotterdam in het rapport Evaluatie Zorgstelsel en Risicoverevening.

Volgens het rapport hebben ‘zorgverzekeraars thans nog onvoldoende prikkels en mogelijkheden om zich op dit terrein te onderscheiden. Voorzover een hogere kwaliteit niet tevens leidt tot lagere kosten, betekenen de fors toegenomen prikkels
voor verzekeraars om op de kosten te letten dan ook dat de kwaliteit van de zorg in het gedrang kan komen’.

Bekijk het rapport (conclusie pagina 53)

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Hiv vroegtijdig opsporen door mondcontrole

Hiv-infecties zijn vroegtijdig op te sporen door in de mond te kijken. Een eenvoudige mondcontrole kan vooral voor mensen in lagelonenlanden levensreddend zijn. In gebieden waar hiv veel voorkomt, is het doen van een hiv-test vaak beperkt. Het is daarom belangrijk om lokale gezondheidswerkers te trainen in het doen van deze mondcontroles. Dit concludeert promovendus Lucina Koyio in een artikel dat op 14 maart verscheen in PLOS One. Op 9 april promoveert zij aan het Radboudumc.

Onderzoek in Kenia
Koyio deed haar onderzoek in Kenia, in een regio in het Nairobi-district met bijna één miljoen inwoners. Meer dan 8 procent van de bevolking in deze regio is met Hiv geïnfecteerd. De bestrijding van de ziekte is een hardnekkig probleem in Kenia. Veel mensen onderschatten de gevolgen van een hiv-besmetting, of laten zich uit sociale angst niet testen. Maar ook onbekendheid met de eerste symptomen van een hiv-infectie spelen een rol bij de moeizame bestrijding van de ziekte.

Zweren door verzwakte afweer
Patiënten met een hiv-besmetting krijgen vaak te kampen met zweertjes of verkleuringen in het gezicht en in de mond die over het algemeen pijnloos zijn. Bij 98% van de patiënten met hiv is het ontstaan van dergelijke plekken een eerste indicatie van een hiv-besmetting. De zweren worden in de meeste gevallen veroorzaakt door een infectie met een Candida schimmel. Deze schimmel komt van nature in de mond voor, maar leidt bij mensen met een verzwakt immuunsysteem (een van de gevolgen van een hiv-besmetting) tot infecties. De zweren ontstaan ook als een patiënt niet reageert op een behandeling met antivirale middelen, of als deze medicijnen niet goed worden ingenomen.

Trainen om hiv te herkennen
De meeste Kenianen zijn voor hun gezondheidszorg aangewezen op laaggeschoolde gezondheidswerkers in gezondheidscentra met erg beperkte middelen. Door het volgen van een training konden deze gezondheidswerkers hiv-infecties herkennen aan de typische mondverkleuringen. Pas nadat ze verkleuringen hadden vastgesteld, lieten ze een hiv-test doen. Op deze manier konden de beperkt beschikbare testen doelmatiger worden ingezet. Ook bij patiënten die al hiv-medicatie kregen konden de gezondheidswerkers op basis van de verkleuringen vaststellen of de antivirale middelen aansloegen.

Bron:
Persbericht Radboud UMC

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
roker

Kaakchirurg Gerry Raghoebar: geen implantaat voor rokers

Gerry Raghoebar, kaakchirurg en hoogleraar implantologie aan het UMC Groningen, wijst steeds vaker een implantaat af bij rokers die niet willen stoppen met roken. Dit meldt Het Dagblad van het Noorden.

Raghoebar zegt in het interview met dit dagblad: ‘De kans dat het niet goed gaat met het implantaat is vele malen groter bij rokers. Daar moet je eerlijk over zijn tegen patiënten, vind ik. Als mensen persisteren in het roken van een pakje per dag, vind ik een implantaat niet verantwoord.’

Volgens Raghoebar is een implantaat een vrije keuze en geen medisch-noodzakelijke ingreep. Hij vindt dat je mensen dan ook de waarheid moet durven zeggen. Rokers met implantaten hebben sneller infecties in de mond, de implantaten groeien bij hen minder goed aan en de wonden genezen minder goed.

Bron:
Dagblad van het Noorden

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Tandimplantaten

Primeur met tandimplantaten bij ziekenhuizen Scheper en Refaja

Het Scheper Ziekenhuis in Emmen en het Refaja ziekenhuis in Stadskanaal, beide onderdeel van Zorggroep Leveste Middenveld, hebben een nieuwe techniek ontwikkeld. Als enige in Nederland zetten zij loszittende kunstgebitten snel en patiëntvriendelijk vast. De eerste resultaten zijn zeer bemoedigend: patiënten ervaren minder pijn en herstellen veel vlotter. “De totale behandelduur is met ruim drie maanden teruggebracht (van zeven naar vier maanden) en patiënten hebben vrijwel geen pijn. Dat waarderen onze patiënten zeer”, benadrukken kaakchirurgen Thomas Putters (Refaja) en Jurjen Schortinghuis (Scheper).

Veel mensen met een kunstgebit ervaren problemen met hun gebitsprothese. Het kunstgebit zit te los of veroorzaakt pijn. In die situaties kunnen tandwortelimplantaten een oplossing zijn. Implantaten zijn metalen kunstwortels die worden vastgezet in het kaakbot. Deze implantaten zijn voorzien van een klikmechanisme waaraan het kunstgebit wordt vastgeklikt. In de onderkaak is meestal voldoende bot aanwezig om implantaten te plaatsen. Omdat het bot in de bovenkaak geleidelijk slinkt, en er dan onvoldoende bot aanwezig is, moet de kaak eerst worden verhoogd of verbreed. Als er veel bot nodig is, wordt dat doorgaans uit de bekkenkam (de heup) gehaald. Nadeel is dat patiënten veel pijn ervaren. Bovendien moet het bot eerst zijn vastgegroeid waarna de implantaten worden geplaatst. De implantaten moeten ook weer vastgroeien voordat het kunstgebit kan worden geplaatst. De totale behandeling duurt daarom lang, minimaal zeven maanden.

Patiëntvriendelijker
De methode die de kaakchirurgen uit Emmen en Stadskanaal hebben ontwikkeld, is veel patiëntvriendelijker. Nadat de patiënt onder narcose is gebracht, ‘oogst’ de kaakchirurg het benodigde bot niet uit de heup, maar uit het schedeldak. Deze procedure is veilig en eenvoudig, waardoor de patiënt nauwelijks pijn of ongemak ervaart. Tijdens dezelfde operatie wordt het bot uit het schedeldak op de kaak gezet en kunnen de implantaten direct worden geplaatst. Daardoor wordt de totale behandelduur met ruim drie maanden teruggebracht. Deze nieuwe methode, die nu drie jaar in beide ziekenhuizen wordt toegepast, is een groot succes. Uit onderzoek van beide kaakchirurgen blijkt dat de eerste twintig patiënten nagenoeg geen pijn hebben ervaren. Omdat deze techniek minder ingrijpend is, kunnen patiënten daags na de operatie al weer naar huis. De resultaten zijn zo positief, dat het Scheper en het Refaja geen heupbot meer gebruiken. Bot uit het schedeldak blijkt in alle opzichten een veel beter alternatief.
Wetenschappelijk onderzoek
Omdat de ziekenhuizen veel waarde hechten aan kwaliteit en patiëntveiligheid, wordt de nieuwe werkwijze wetenschappelijk onderzocht. Alle gegevens rond de behandeling met schedeldakbot worden zorgvuldig geregistreerd en geanalyseerd. Een vergelijkend onderzoek met bekkenkambot, een zogeheten gerandomiseerde trial, gebeurt in nauwe samenwerking met het UMCG.

 

Lees meer over: Implantologie, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
3D Printing: de nieuwe revolutie in de tandheelkunde en tandtechniek

3D Printing: de nieuwe revolutie in de tandheelkunde en tandtechniek

Het 3D printen is momenteel wereldwijd de snels opkomende technologie in een groot aantal branches en maakt ook in de tandheelkunde een indrukwekkende opmars. Dit is ook niet verwonderlijk, want het 3D printen biedt enorme voordelen, zeker in de tandtechniek, maar ook voor tandartsen.

In samenwerking met het Duitse bedrijf Rapidshape GmbH en TNO Eindhoven is NextDent erin geslaagd om een uniek productconcept op de markt te brengen. In april 2014 brengt NextDent als eerste de nieuwe 3D printers de D30 en de D30L op de markt, speciaal ontwikkeld voor de tandheelkunde / tandtechniek.

Toepassing
Met deze printers kunnen nu al individuele lepels, boormallen, tijdelijk kronen, bruggen en modellen worden gemaakt. Verdere producten zijn in ontwikkeling zoals orthodontische producten (oktober 2014) en materialen voor de gebitsprothese (2015).

Kostenbesparend en nauwkeurig
Met deze innovatie is de tandtechniek/tandheelkunde in staat om kostenbesparend en met grote nauwkeurigheid te werken. De techniek is verrassend eenvoudig en zorgt voor een minimum aan materiaal verlies. De open source systeem filosofie van NextDent maakt het mogelijk dat verschillende scanners en software pakketten aan het systeem gekoppeld kan worden.

Er wordt laag voor laag geprint (1cmhoogte in 13 minuten), en dat wil zeggen dat een kroon in 10 -15 minuten geprint kan worden met een precisie van 35 mu. Op het platform van (11 cm x 6,2 cm) kunnen meerdere kronen tegelijker tijd geprint worden, zo kunnen er ca. 30 kronen in 10-15 minuten worden geprint. De materiaal kosten zijn dan ca. 40 cent per kroon. Het materiaal waaruit geprint wordt is biocompatibel en in verschillende kleuren verkrijgbaar. Kortom een kostenbesparende afval besparende en nauwkeurige revolutie voor de tandheelkunde / tandtechniek.

Lees meer over: 3D-printen, Actueel, Restaureren, Thema A-Z
parodontitis

Bindweefselziekte leidt niet tot meer kans op parodontitis

Patiënten met de bindweefselziekte Marfansyndroom hebben geen verhoogde kans op parodontitis. Dat blijkt uit een studie, schrijft ZWP online

Bindweefsel

Bij Marfansyndroom zorgt een genmutatie voor slecht opgebouwd bindweefsel. Het syndroom komt vaak voor bij meerdere familieleden. Onderzoekers veronderstelden dat deze ziekte de mondgezondheid zou kunnen beïnvloeden, doordat het bindweefsel in de mond is aangetast.

Studie

In vergelijking met een controlegroep hadden Marfanpatiënten geen grotere kans op parodontitis. Mogelijk is er wel een verhoogd risico voor tandvleesontsteking. Volgens de onderzoekers is regelmatig bezoek aan de mondhygiënist daarom belangrijk.

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z

Gebitsreiniging bij huisdieren

Ook huisdieren kunnen last hebben van parodontitis. Mondhygiënist Maja Faasen ging met haar kat Jip naar de dierenarts voor een gebitsreiniging.

Wat vooraf ging…
Tijdens Jips jaarlijkse check- up bij de dierenarts werd parodontitis geconstateerd. Uiterst pijnlijk voor zijn baasje: de mondhygiënist… Enthousiast of beroepsmatig, net hoe je het wil noemen, begon ik in gedachten gelijk met het opstellen van een behandelplan. Ik kon me nog net inhouden door niet naar de DPSI te vragen. In plaats daarvan vroeg ik hoe diep de pockets waren.

De pocketsonde moest van ver komen, maar hij was er! Pockets van 3mm en bloeding. Opgelucht haalde ik adem en keek de dierenarts blij aan. Zijn gezicht stond echter wat zorgelijk en hij zei: “Ik hoop dat we die elementen kunnen behouden, niet alleen diepe pockets, maar ook recessies”.

Toen pas viel het kwartje. Bij een mens is 3mm heel gezond, maar bij een kat is dat behoorlijk diep. Onmiddellijk beloofde ik dat ik Jip’s mondhygiëne zou verbeteren. ‘Die pockets zijn zo weg’, dacht ik hoopvol. Gebitsreiniging onder narcose was het onvermijdelijke oordeel van de dierenarts. Met een afspraak verliet ik de praktijk.

De narcose
Jip moet voor de ingreep nuchter zijn en dat is niet makkelijk voor hem. Nadat hij de boel bij elkaar geschreeuwd heeft in de auto komen we in de kliniek aan. Daar krijgt Jip een prikje om wat slaperig te worden. Daarna krijgt hij een masker op met een anestheticum dat hem verder in slaap brengt.

Ik ben verrast als ik daarna de xylocaïnespray zie. Deze spray heeft tot mijn verbazing ook bananensmaak, net als de spray die wij in onze praktijk gebruiken! Jip krijgt er inmiddels niks meer van mee. Na een paar keer sprayen wordt de ’tube’ op zijn plaats gebracht. We kunnen beginnen met de behandeling.

 

De behandeling
Met de pocketsonde worden de metingen herhaald. Gelukkig blijft het bij de twee hoektanden boven met pockets van ‘slechts’ 3mm. Dan starten we met de gebitsreiniging. De dierenarts reinigt ultrasoon, zonder afzuiger. Daarom ligt Jip op een dik servet. Ook is de behandeltafel licht naar voren gekanteld, zodat het water niet in zijn keel komt.

Ik ben dankbaar dat Jip onder narcose is en er niks van mee krijgt! Wat een grote tip zit er op de Cavitron! Zoals te verwachten vormt zich een bloedbad bij het reinigen. Ik ben blij dat ik voor mijn patiënten wat kleinere en fijnere tips heb.
Na het ultrasoon reinigen loopt de dierenarts alles nog na met een scaler. Voor ik er erg in heb zie ik hem met het puntje aan de slag gaan. Les 1 op de opleiding mondhygiëne: nooit met de punt werken! Ik slik mijn woorden in, voor ik ze uitspreek.

Gaatjes
Als al het tandsteen verwijderd is, vraag ik of Jip gaatjes heeft. Nee, katten ontwikkelen geen cariës zoals bij mensen, wel Feline Odontoclastische Resoptieve Laesies (FORL), legt de dierenarts uit. De tand wordt aangetast doordat de odontoclasten weefsel afbreken, en de odontoblasten niet in actie komen om het weer aan te maken. Het is progressief en verspreidt zich door de mond. Het aanbrengen van vitamine D kan het proces vertragen.

Gelukkig heeft Jip geen laesies, een ware opluchting voor mij. Juist wanneer ik denk dat de behandeling erop zit, begint het polijsten. Nog een overeenkomst met de gebitsreiniging zoals ik die bij mijn patiënten uitvoer. Dit had ik echt niet verwacht, zeker niet toen ik de tube Zircate zag! Nadat alle elementen zijn gepolijst fatsoeneert de assistente Jip, voor zover dat kan. Met wat water en een doekje verwijdert ze de resten polijstpasta. Daarna kan het uitslapen gaan beginnen voor Jip.
Nazorg

Een poetsles voor het baasje blijft uit. De dierenarts verwacht dat dat wel gaat lukken bij een mondhygiënist.

Door Maja Koster – Faasen, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Opmerkelijk, Scholing, Thema A-Z
henry-schein

Henry Schein meest bewonderde bedrijf

Henry Schein is het meest bewonderde bedrijf in de categorie groothandel, gezondheidszorg in de Fortune-lijst van Meest bewonderde bedrijven ter wereld 2014.

Henry Schein staat ook op de eerste plaats in elke van de negen subcategorieën van deze ranking: Innovatie, People Management, Gebruik van Ondernemingsassets, Sociale Verantwoordelijkheid, Kwaliteit van het Management, Financiële Gezondheid, Langetermijninvesteringen, Kwaliteit van Producten/Diensten en Mondiale Concurrentiepositie.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Nieuwe WIP-richtlijnen waarschijnlijk voor de zomer ingevoerd

De richtlijnen voor infectiepreventie worden momenteel door de Werkgroep Infectiepreventie (WIP) herzien. Onlangs had de werkgroep haar laatste bijeenkomst, meldt de ANT. Binnenkort start de commentaarfase waarin alle mondzorgpartijen hun commentaar kunnen geven. Na zes weken volgt de autorisatiefase waarin de definitieve versie wordt vastgesteld. De ANT verwacht dat de nieuwe WIP-richtlijnen voor de zomer ingevoerd worden.


Bron:
ANT

Lees meer over: Ondernemen, Praktijkhygiëne, Thema A-Z, Wet- en regelgeving

20 maart 2014: World Oral Health Day

Op 20 maart 2014 is het World Oral Health Day. De World Dental Federation (FDI) wil met dit initiatief het belang van goede mondgezondheid wereldwijd onder de aandacht brengen.

Thema
Dit jaar is het thema ‘celebrating healthy smiles’. Ongeveer 90% van de wereldbevolking krijgt ooit te maken met mondziekten. Daarom wil de FDI de aandacht vestigen op goede mondhygiëne en preventie van cariës, tandvleesziekten en tandverlies.

Deelnemers
Wereldwijd doen scholen, mondzorgprofessionals, bedrijven en gezondheidsorganisaties mee aan de World Oral Health Day. Zij organiseren allerlei activiteiten om het publiek en overheden te wijzen op het belang van mondgezondheid. Voor mondzorgprofessionals die deel willen nemen aan World Oral Health Day is een toolkit beschikbaar.

Activiteiten Nederland

NMT-Kennistest ‘Hoe gezond is jouw mond’
Tijdens Dental Expo presenteert de NMT de kennistest ‘Hoe gezond is jouw mond’. Consumenten kunnen via deze test zien wat ze over mondgezondheid weten. De test wordt via een campagne bekend gemaakt bij het publiek. Praktijken kunnen patiënten informeren over de test aan de hand van materialen die de NMT beschikbaar stelt.

Gratis mondzorgadvies tijdens Week van de mondhygiënist
Van 17 t/m 22 maart 2014 organiseert de NVM de landelijke Week van de Mondhygiënist. In deze week wordt het publiek uitgenodigd om een kijkje te nemen in de mondzorgpraktijk voor een gratis mondzorgadvies. Zelfstandig gevestigde mondhygiënistenpraktijken en algemene praktijken waar mondhygiënisten werkzaam zijn, doen mee aan deze open dag.

Toothcamp
Op donderdag 20 maart wordt Toothcamp gehouden in de RAI, tijdens de Dental Expo, voor elf- en twaalfjarigen. Het doel van deze activiteit is om motivatie voor de eigen pubermond op te wekken, met humor, spanning en verrassingen, schrijft initiatiefnemer Ira van Eelen op de website van Toothcamp. De kinderen leren op een speelse manier over gebitsslijtage en tandplak met spannende chemische proefjes. Ook wordt geprobeerd een poetszingrecord neer te zetten.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Blijf nieuwsgierig over e-health en zie nieuwe ontwikkelingen niet als bedreiging

Huisarts Bart Timmers is een voorloper op de digitale snelweg. Hij blogt voor verschillende zorgwebsites en deelt z’n kennis graag via presentaties en workshops over e-health. Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna interviewde hem over zijn digitale ervaringen in de zorg.

Bart Timmers is huisarts in Groepspraktijk Huisartsen Bergh, in de omgeving van Dinxperlo in de Achterhoek. Ik leerde hem kennen via Twitter. Hij viel op door zijn enthousiasme over het gebruik van de digitale snelweg binnen de gezondheidszorg. We komen elkaar op deze weg regelmatig tegen. Zo blogt hij, net als ik, voor Digitalezorggids.nl, en ook blogt hij voor voor artsennet.nl en gezondtotaal.nl. Timmers deelt zijn kennis over E-health ook graag in het land door middel van presentaties of workshops. Denk dan vooral aan onderwerpen als slim gebruik van ICT in de praktijk en apps.

Ondersteunend en opwindend
Als Timmers een pen krijgt, wil hij nog wel eens het grapje maken: “Hoe werkt zo’n ding?”. Zodra de iPad 4 leverbaar is, ruilt hij z’n iPad 3 hiervoor in. Hij kan niet wachten, zo leuk vindt hij dat. Hij is er ervan overtuigd dat de digitale wereld zowel zorgverleners als zorgconsumenten veel te bieden heeft. “Het kan je werk erg verlichten. Het is heel ondersteunend naar je patiënten. Het is bovendien opwindend om te zien hoe de nabije toekomst aan het veranderen is.”

Facetalk
Op Facebook plaatste hij onlangs een foto van Facetalk, een virtuele spreekkamer. Hierop was een dame op leeftijd te zien met een voet in het verband en daaromheen allerlei zorgverleners. Het was een afbeelding van mulitdisciplinair overleg via de webcam. “Ik ben er nog mee aan het experimenteren, dus heel veel ervaring heb ik nog niet. Maar ik denk dat Facetalk de mogelijkheid biedt om op een laagdrempelige manier met meerdere disciplines over complexe zaken te overleggen. Zonder dat iedereen daarbij veel extra (reis-)tijd verliest”, zegt Timmers.

Het viel mij op dat de patiënt bij dit overleg werd betrokken. Ze had toestemming gegeven om de foto op social media te plaatsen. Ook de patiënt bleek dus enthousiast. “Dit kan prima met de patiënt erbij”, vertelt Timmers. “Maar het hoeft niet. Ik kan me voorstellen dat bijvoorbeeld een oncologie-overleg, waarin nog veel onzekerheden in technische termen worden besproken, minder geschikt is. Alhoewel… waarom eigenlijk niet aan het eind van dat overleg de patiënt even bij het overleg betrekken om de conclusies samen te delen? Je ziet ’t, al pratend kom je vaak op oplossingen of nieuwe ideeën!”

Trial and error
Toch zijn niet alle digitale ideeën goed bruikbaar. Soms faalt Timmers. “Ja, maar dat heeft ook te maken met het feit dat ik graag experimenteer met nieuwe vormen. Daar hoort falen bij. Is niet erg. Als je drie verschillende dingen probeert en het lukt één maal, dan zie ik alleen dat ene succes, die twee andere pogingen vergeet ik weer. Een voorbeeld van problemen: De data die je als patiënt in een app op je smartphone kunt verzamelen, kunnen we nog niet goed kwijt in onze “officiële” software. Sowieso is de hele aansluiting tussen de logge en oude software van praktijken en instellingen op de nieuwe mogelijkheden nog erg matig.”

Niet alleen de gemiddelde software is nog niet klaar voor alle nieuwe mogelijkheden die Timmers ziet. Ook collega’s zijn niet altijd even enthousiast. “Soms zuchten mijn collega’s wel eens als ik weer eens iets nieuws heb. Maar meestal val ik ze niet lastig met het experimentele stadium en probeer ik de geslaagde resultaten te delen. Ik vind soms wel dat de medische wereld in zijn algemeenheid te conservatief is. We mogen best iets sneller onze nek uitsteken, want hij wordt echt niet direct afgehakt.”, grapt Timmers.

Samenwerking
“Zou Facetalk wat kunnen zijn voor de mondzorg en wordt een tandarts/mondhygiënist wel eens betrokken bij dit soort overleg?“, vroeg ik nieuwsgierig en stiekem ook sturend.
“Tot nu toe is er geen overleg tussen huisarts en mondzorg. Incidenteel bel ik wel eens een tandarts. Ik zie nog niet direct een plaats, maar wie weet heb ik een gigantische blinde vlek. Wat vind jij daar eigenlijk van, Lieneke?” Ah, daar zag ik mijn kans! “Nou, ik zou zelf graag eens overleg hebben over hoe we lifestyle problemen kunnen aanpakken bij de patiënt. Je bent het vast met me eens dat enkel een pilletje voorschrijven bij hart- en vaatziekten vaak niet de kern van het probleem raakt. We zouden de voeding samen met de diëtist kunnen aanpakken, want ook tandvleesontsteking veroorzaakt (mede) hart- en vaatziektes. Het zou fijn zijn als ik dat niet alleen roep, maar dat ook de huisarts dit bij de patiënt aankaart. Hoe meer professionals dit tegen een patiënt zeggen, hoe serieuzer de patiënt dit zal nemen. Hetzelfde geldt voor diabetes. En ook patiënten die chemo krijgen, kan de mondhygiënist ondersteunen zodat de kwaliteit van leven wordt beïnvloed. Mensen met obesitas hebben meer kans op ernstige tandvleesontsteking, dementen verbeteren cognitief bij een goed kauwvermogen en ga zo maar door. Ik denk dat wij meer raakvlakken op onze beroepen hebben dan dat je aanvankelijk zou denken. Multidisciplinair overleg zou de patiënt veel ellende kunnen schelen. Lifestyle interventie kan veel geld besparen.”
“Ah, dus toch een blinde vlek!”, reageerde Timmers.

De toekomst
“Welke mogelijkheden zie je nog meer in de toekomst verschijnen?”, vroeg ik.
“Ik zie een enorme groei van mogelijkheden om thuis of onderweg data te verzamelen. Over een jaar komt bijvoorbeeld de Scanadu Scout uit waarmee je als consument niet alleen je temperatuur, maar ook zuurstofgehalte, pols, de mate van stress en zelfs een ECG kunt afleiden. Dit soort ontwikkelingen betekenen nogal wat. Er zitten zeker ook risico’s en gevaren aan. Maar dat mensen zelf meer met hun gezondheid bezig gaan zijn, meer gaan meten en beter geïnformeerd raken, dat gaat iets betekenen voor de gezondheidszorg.”

‘Blijf nieuwsgierig’
Als gouden tip geeft Timmers, die eigenlijk niks liever doet dan hierover kennis delen: “Blijf nieuwsgierig en zie nieuwe ontwikkelingen niet alleen als bedreiging. Denk vooral na over hoe je zelf de zorg anders en uiteraard beter zou kunnen maken. En ga RSS-feeds volgen. En twitteren. En Evernote gebruiken en…..”
Na het interview mailden Timmers en ik nog heen en weer: Hij vond de uitleg over de raakvlakken tussen de mondhygiënist en de huisarts zo interessant dat hij dit doorgeeft binnen zijn regiobijeenkomst. Ook hebben we plannen om met onze IT-groep aan te sluiten bij zijn studiegroep voor protocollen. Waar een interview wel niet toe kan leiden!

Andere digitale samenwerking in zorg
Een ander digitaal samenwerkingsinitiatief in de zorg is Care2U. Dit is een keteninformatiesysteem voor Diabetes, Astma/COPD, CVRM, GGZ en Ouderenzorg. Moderne logistieke principes worden gecombineerd met zelfmanagement door patiënten. De zorg wordt zo niet alleen aangepast aan de individuele patiënt maar ook efficiënter, beter en goedkoper.
De patiënt staat hierbij centraal. De praktijkondersteuner kan voor en met de patiënt een zorgplan op maat maken. Het plan omvat alle komende consulten en onderzoeken. Care2U bewaakt de uitvoering van het plan, verzorgt de communicatie met alle betrokken zorgleveranciers en legt alle informatie vast.

Door Lieneke-Steverink Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: E-health, Kennis, Opinie, Thema A-Z