Minder overstappers zorgverzekering

Het aantal mensen dat van zorgverzekering wisselde daalde van 7,2% in 2013 naar 6,5% in 2014. Dit blijkt uit de Zorgthermometer ‘Verzekerden in beweging 2014’ van Vektis. Dit betekent dat 1,1 miljoen mensen wisselden van zorgverzekeraar. Daarnaast kiezen meer mensen voor een vrijwillig eigen risico en minder mensen voor een aanvullende verzekering.

Wie stapt over?
Sinds 2006 is minder dan driekwart van de verzekerden nog nooit van verzekeraar veranderd. Deze mensen hebben relatief hoge zorgkosten, zijn ouder en wonen vaak in de meer dunbevolkte gebieden van het land.

Meer dan 300.000 verzekerden zijn drie keer of vaker overgestapt. Deze groep heeft 40% lagere verzekeringstarieven dan honkvaste verzekerden maar hebben juist relatief hoge kosten op het gebied van kraamzorg, verloskunde en GGZ. Ze zijn relatief jong, iets vaker vrouw en wonen vaker in stedelijke gebieden.

Aanvullende verzekering, basisverzekering, eigen risico
Het percentage verzekerden zonder aanvullende verzekering neemt toe van 14,3% in 2013 naar 15,5% in 2014.

De premie voor de basisverzekering daalde gemiddeld met 9,7%.
11% van de verzekerden koos in 2014 voor een vrijwillig eigen risico, waarvan tweederde voor het maximale eigen risico.

Bron:
Vektis

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

ANT maant NZa: transparante dialoog of Nationale ombudsman

De Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) roept de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor de laatste keer op tot een transparante dialoog over het rapport Milliman. De vereniging voor tandartsen verwijt de NZa dat deze organisatie er alles aan doet om het kritische rapport Milliman over de Markscans vrije tarieven in de doofpot te stoppen.

Feiten
De NZa krijgt nog één kans om de dialoog aan te gaan met de experts van Milliman, voordat de ANT een procedure start bij de Nationale ombudsman. De ANT doet tegelijkertijd een beroep op de Tweede Kamer om gepaste maatregelen te nemen. Reden is dat de Tweede Kamer verkeerd is geïnformeerd op basis van misleidende informatie van de NZa. Minister Schippers van VWS heeft begin van dit jaar haar antwoorden op Kamervragen over het rapport Milliman gebaseerd op informatie van de NZa, die aantoonbaar onjuist is. De ANT vraagt de Kamer om de Algemene Rekenkamer deze kwestie te laten uitzoeken om de feiten boven tafel te krijgen. De mondzorgsector en consumenten hebben recht op de feiten in belang van de toekomst van de mondzorg.

Verkeerde been
Op basis van uitgebreid onderzoek heeft Milliman aangetoond dat de Marktscans van de NZa ondeugdelijk en onbetrouwbaar zijn. Mede daardoor zijn beleidsmakers en politiek op het verkeerde been gezet en was de besluitvorming om het experiment met de vrije prijzen te stoppen op drijfzand gebaseerd. De ANT heeft een uitgebreid feitenrelaas gemaakt van de kwestie en hierover een openbare brief gestuurd aan de NZa. Deze brief is inmiddels gedeeld met de Tweede Kamer.

Teleurgesteld
De ANT is ernstig teleurgesteld in de reactie van de NZa op het onderzoeksrapport Milliman, waarbij niet inhoudelijk wordt gereageerd. De ANT heeft inmiddels het vertrouwen in de objectiviteit en werkwijze van de NZa verloren. Volgens de tandartsenorganisatie maakt de NZa zich schuldig aan inkomenspolitiek, misleiding van politiek en beleidsmakers en gebrekkige onderzoeksmethoden. De ANT baseert deze conclusies op recente NZa-rapportages en -onderzoeken in de mondzorgsector, waaronder de Marktscans vrije tarieven en het kostenonderzoek mondzorg (Deloitte). De ANT heeft dit meerdere keren aangekaart bij de NZa en aangedrongen op een transparante dialoog met de sector zelf. Deze oproep is tot heden steeds door de NZa genegeerd.

Kwaliteit en toegankelijkheid
De grieven van de ANT zijn gebaseerd op de gevolgen van de werkwijze van de NZa voor de kwaliteit en toegankelijkheid van de mondzorg en de vrije keuze voor consumenten. ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes: “Ons bezwaar richt zich op de ongenuanceerde en vaak speculatieve conclusies, die de NZa onder het mom van ‘feitelijkheid’ aan de publieke opinie verkoopt. Deze conclusies zijn misleidend en hebben behalve de beleidsmakers van VWS ook de politiek meerdere keren op het verkeerde been gezet. Mede daardoor worden besluiten genomen, die op termijn grote gevolgen hebben voor de kwaliteit van de mondzorg. Ook is de Kamer een definitieve Marktscan onthouden over de effecten van het experiment met vrije tarieven, terwijl deze wel was toegezegd. Uiteindelijk is niet alleen de tandarts de dupe, maar is vooral de consument de grote verliezer.”

Misleiding politiek en consument
Voor de ANT en haar leden is de maat nu vol. De mondzorg heeft recht op de waarheid en kan niet langer accepteren dat deze zaak telkenmale in de doofpot wordt gestopt. Met een laatste beroep op de NZa wil de ANT een transparante dialoog afdwingen, met het beroep op de Tweede Kamer een onderzoek van de Algemene Rekenkamer om objectief over de feiten te oordelen. Vaartjes: “De Kamer, maar ook de mondzorgsector en de consument hebben er niettemin recht op te weten wat er aan de hand is.”

Bron:
ANT


Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Geen straf van Tuchtcollege voor verdwenen tandarts

De IGZ straft tandarts Omer niet die in de zomer van 2012 plotseling vertrok uit Oostburg, schrijft De Gelderlander. De IGZ liet deze krant weten dat de werkwijze van Omar berispelijk zijn maar dat er geen redenen zijn om de tandarts een sanctie op te leggen.

De tandarts was eigenaar van een praktijk in Oostburg. In augustus 2012 haalde hij de praktijk leeg en vertrok met de noorderzon.

Bron:
De Gelderlander

 

 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Meldcode kindermishandeling op orde? 6 punten waar de inspectie naar kijkt

Laatst hoorde een deelneemster van een training van Bureau Bespreekbaar dat de inspectie was langs geweest bij haar in de organisatie. Er waren dossiers van patiënten, waarover zorgen waren, onderzocht. Er werd bekeken in hoeverre de stappen van de Meldcode kindermishandeling hierin herkenbaar aanwezig waren. Hieruit blijkt maar weer dat de implementatie van de Meldcode een serieuze zaak is.

Toch blijken veel organisaties de Meldcode nog niet op orde te hebben. Hieronder vindt u de noodzakelijke elementen die in de praktijk ingevoerd moeten zijn. Het zijn eisen die gelden voor alle organisaties en praktijken in gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie.

1. Aanwezigheid van een stappenplan

Elke organisatie moet een meldcode hebben die in ieder geval de volgende 5 stappen bevat:
1. Signalen in kaart brengen
2. Collegiale consultatie
3. Gesprek met betrokkene(n)
4. Wegen van het risico op geweld of verwaarlozing
5. Hulp organiseren of melden

2. Voldoende deskundigheid

De professionals binnen de organisaties moeten gefaciliteerd worden in scholing en ondersteuning om adequaat te kunnen signaleren, te kunnen handelen volgens het protocol en om vermoedens bespreekbaar te kunnen maken.

3. Ondersteuning

De aanpak van kindermishandeling en huiselijk geweld vraagt om een veilig werkklimaat. Alleen dan kan op zorgvuldige wijze op deze kwetsbare problematiek worden gereageerd. Verder moeten professionals begeleid worden in het omgaan met dilemma’s bij vermoedens van kindermishandeling en huiselijk geweld. Aandacht voor en ondersteuning van medewerkers zijn dan ook een essentiële onderdelen van de implementatie.

4. Verdeling van taken en verantwoordelijkheden

Het moet duidelijk zijn wie welke stappen dient te zetten. Wie kan worden geraadpleegd in stap ‘collegiale consultatie’? Wie is eindverantwoordelijk bij het doen van een melding? En met welke organisaties kan worden samengewerkt?

5. Handelen volgens het stappenplan

De Meldcode wordt gezien als toetssteen voor zorgvuldig handelen. Uit dossiervorming moet blijken dat bij zorgelijke signalen over het welzijn van de veiligheid van patiënten, cliënten of leerlingen, de stappen van de Meldcode worden gevolgd.

6. Rapportage en gegevensuitwisseling

De signalen en de afwegingen en besluiten die worden genomen in het kader van de Meldcode moeten zorgvuldig worden vastgelegd. Daarnaast moet duidelijk zijn op welke wijze, met inachtneming van het beroepsgeheim, privacy-gevoelige informatie wordt gedeeld met samenwerkend instanties.

Door:
Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Nieuwe NVM-voorzitter Eveline Haisma: samen vooruit

Tijdens het NVM-congres op 5 april werd de nieuwe NVM-voorzitter bekendgemaakt: Eveline Haisma – van Rossum du Chattel. Zij volgt Corrie Jongbloed op die zes jaar voorzitter was. dental INFO interviewde de nieuwe voorzitter.

Ambities
Gevraagd naar haar ambities als voorzitter, zegt Haisma: ‘Het bestuur bepaalt de koers en visie van de NVM. Ik hoop daar positief aan te kunnen meewerken. Ik hoop dat we als bestuur een goed team blijven dat zich richt op onze leden en op de mondzorg in het algemeen.’

Enthousiast
Oud-voorzitter Corrie Jongbloed wakkerde Haisma’s enthousiasme voor het voorzitterschap aan. ‘Bij de NVM zijn ongelofelijk veel dossiers die zeer professioneel worden benaderd.’

Veelzijdige werkervaring
Haisma kan als voorzitter steunen op haar zeer brede werkervaring. Zij werkt als mondhygiënist bij diverse praktijken.

De nieuwe voorzitter is ook bekend met andere vakgebieden binnen de gezondheidszorg. ‘Ik heb afwisselend gewerkt als mondhygiënist en in diverse functies binnen het ziekenhuis. Zowel op operationeel, management als op beleids- en bestuurlijk niveau.’ Haisma was onder andere manager van een operatiecentrum. Ook had zij zitting in de ondernemingsraad van een groot perifeer ziekenhuis.

Naast mondhygiënist is Haisma ook operatieassistent met chirurgische vaardigheden, met als specialisatie cardio-thoracale chirurgie. Verder is zij gastdocent Cardiopumonale chirurgie bij het Wenckebach Instituut en trainingsacteur voor studenten geneeskunde.


Interview door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Bevoegdheden voor mondhygiënist

Meer bevoegdheden voor mondhygiënist

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kondigde tijdens het NVM-congres aan dat mondhygiënisten vanaf 2017 zelf mogen boren, vullen en verdoven. Ook mogen zij dan röntgenfoto’s maken. Nu mag dat alleen na een opdracht van een tandarts.

Het beroep van mondhygiënist zal worden geregeld in art. 3 van de Wet BIG. Op dit moment is het beroep mondhygiënist geregeld bij Algemene Maatregel van Bestuur ex. art. 34 wet BIG, wat betekent dat de mondhygiënist voor bepaalde handelingen, de zgn. voorbehouden handelingen, opdracht nodig heeft van de tandarts (geven van verdoving, boren en vullen van de eerst ontstane gaatjes en het maken van röntgenfoto’s). Na de wetswijziging is voor het uitvoeren van deze voorbehouden handelingen geen opdracht meer vereist.

Taakherschikking
Deze wetswijziging wordt ingezet vanwege de wens vanuit de overheid de taakherschikking in de mondzorg een impuls te geven. Dit leidt ertoe dat de mondhygiënist volledig zelfstandig bevoegd wordt voor de preventieve mondzorg.

Reacties beroepsorganisaties
De NVM is blij met deze ontwikkeling, meldt zij op haar website.

De ANT vindt dat de kwaliteit en patiëntveiligheid in het geding komt door deze taakherschikking. De beroepsvereniging meldt op haar website: ‘De ANT is ervan overtuigd dat deze verkapte bezuiniging op de mondzorg voor patiënten meer nadelen dan voordelen oplevert. De maatregel is niet doelmatig en leidt tot organisatorische chaos. “Mondhygiënisten vervullen een belangrijk taak in de mondzorg als het om preventie gaat”, stelt Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT. Maar het is onmogelijk dat zij de noodzakelijke spoedbehandeling bij pijnklachten uitvoeren of complicaties kunnen behandelen. Niemand zit te wachten op extra loketten in de zorg. Dit zal dan ook leiden tot grote verwarring bij patiënten. Het is feitelijk misleiding, een fopspeen. Bovendien is het met deze maatregel niet mogelijk om de kwaliteit en patiëntveiligheid te waarborgen.” Volgens de ANT zouden patiënten bij wie extra behandeling nodig is, bijvoorbeeld een wortelkanaalbehandeling, alsnog op zoek moeten naar een tandarts omdat de mondhygiënist deze behandeling niet mag doen.

Beluister ook het interview met ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes op BNR.

De NMT vindt de berichtgeving over de vergroting van de bevoegdheden van de mondhygiënist voorbarig. Volgens de beroepsvereniging heeft het ministerie van VWS nog geen wetsvoorstel hiervoor voorbereid. De NMT is van mening dat taakherschikking moet plaatsvinden in een praktijksetting, ‘onder 1 dak’. Ook moet de gehele eerstelijnsberoepskolom worden bekeken bij taakherschikking. Het deskundigheidsgebied van de tandarts moet volgens de beroepsverenging beter beschreven worden waarbij de tandarts de regie behoudt.
BIG-registratie, tuchtrecht en een nauwkeurige omschrijving van opleidingseisen en deskundigheid zijn voor de NMT belangrijke items om de patiëntveiligheid te waarborgen bij de uitbreiding van de bevoegdheden van mondhygiënisten.

Bron:
NVM
ANT
NMT

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z

Koning Willem-Alexander bij NMT jubileumcongres

Koning Willem-Alexander is op vrijdag 16 mei aanwezig bij het jubileumcongres van de NMT in de Beurs van Berlage.

Het NMT-jubileumcongres heeft als thema ‘Lang leve een gezonde mond’, waarbij de relatie tussen mondgezondheid en algemene gezondheid centraal staat.

In 2014 viert de NMT haar 100-jarig bestaan. Op 16 mei, tijdens het lustrumcongres, richt de beroepsvereniging het NMT Fonds Mondgezondheid op waarmee zij de bewustwording en voorlichting over het belang van een gezonde mond in relatie tot de algemene gezondheid wil vergroten.

Bron:
NMT

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Medische gegevens niet veilig bij NZa: minister start onderzoek

Medische gegevens en concurrentiegevoelige informatie van zorgverleners en zorgverzekeraars zijn niet in veilige handen bij de NZa, meldt NRC. Zo waren voor het complete personeel, vakantiekrachten en uitzendkrachten jarenlang vertrouwelijke documenten te bekijken op de centrale computer, in de Outlook agenda en in het digitale postsysteem. Dit blijkt uit een dossier van een NZa-medewerker die hierover de klok luidde bij zijn werkgever. De medewerker pleegde enkele dagen later zelfmoord.

Na publicatie hierover in het NRC,  informeerde minister Schippers de Tweede Kamer over haar besluit een onafhankelijk commissie in stellen die het interne functioneren van de NZa gaat onderzoeken. Het onderzoek richt zich op het borgen van ICT-veiligheid, vertrouwelijkheid van dossiers en beoordeling van de inmiddels getroffen maatregelen.

Bron:
NRC
Rijksoverheid

Lees meer over: Actueel, Kennis, Patiëntendossier, Tarieven, Thema A-Z

NMT: berichtgeving uitbreiding bevoegdheden mondhygiënist is voorbarig

De NMT vindt de berichtgeving over de vergroting van de bevoegdheden van de mondhygiënist voorbarig. Volgens de NMT heeft het ministerie van VWS nog geen wetsvoorstel hiervoor voorbereid. De NMT zal op korte termijn met het departement overleggen.

De beroepsvereniging is van mening dat taakherschikking moet plaatsvinden in een praktijksetting, ‘onder 1 dak’. Daarnaast vindt de NMT dat de gehele eerstelijnsberoepskolom moet worden bekeken bij taakherschikking. Het deskundigheidsgebied van de tandarts moet volgens de NMT beter beschreven worden waarbij de tandarts de regie behoudt.

BIG-registratie, tuchtrecht en een nauwkeurige omschrijving van opleidingseisen en deskundigheid zijn voor de NMT belangrijke items om de patiëntveiligheid te waarborgen bij de uitbreiding van de bevoegdheden van mondhygiënisten.

Bron:
NMT

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Eveline Haisma nieuwe voorzitter NVM

Eveline Haisma nieuwe voorzitter NVM

Tijdens het NVM-congres op 5 april werd de nieuwe NVM-voorzitter bekendgemaakt: Eveline Haisma – van Rossum du Chattel. Zij volgt Corrie Jongbloed op die zes jaar voorzitter was.

Haisma heeft een zeer brede ervaring. Zij is werkzaam als mondhygiënist bij diverse praktijken. Ook is zij stagebegeleider bij de opleiding Mondzorgkunde bij Hanzehogeschool Groningen. Naast de mondzorg is zij werkzaam als operatieassistent met chirurgische vaardigheden, met als specialisatie cardio-thoracale chirurgie. Daarnaast werkt zij als gastdocent Cardiopumonale chirurgie bij het Wenckebach Instituut en als trainingsacteur voor studenten geneeskunde. Ze heeft verschillende functies als manager van een operatiecentrum gehad. Ook had zij zitting in de ondernemingsraad van een groot perifeer ziekenhuis.

Foto: Rob Boelens genomen tijdens het NVM-congres op 5 april. Eveline Haisma staat op de foto in het midden, gekleed in een blauwe jurk met roze jasje.


 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Liever eigen potje voor tandartskosten dan premie kwijt

Driekwart van de klanten van nieuwkomer ixorg is klant geworden omdat ze het geld dat ze apart zetten in een potje van henzelf blijft. Ze geven aan geen premie kwijt te willen zijn aan een aanvullende tandartsverzekering omdat het maar de vraag is of ze die premie eruit halen. Dit blijkt uit onderzoek van ixorg onder haar eigen klanten. Eind 2013 kwam met ixorg een nieuwe keuze voor de consument op de markt. Inmiddels bouwen al bijna 5.000 mensen een eigen ‘spaarpotje’ op voor tandartskosten via ixorg.

Toine Beljaars, directeur van ixorg: “Wij hadden verwacht dat de calamiteitenverzekering die ook onderdeel uitmaakt van ixorg minstens even belangrijk zou zijn voor mensen om voor ons te kiezen. Maar dé reden om over te stappen naar ixorg is het willen vermijden van de stevige premie voor de aanvullende tandartsverzekering. Men bouwt liever zelf een potje op voor tandartskosten. Dat ze daarbij tegelijkertijd ook voor calamiteiten tot 10.000 euro verzekerd zijn is mooi meegenomen maar niet de belangrijkste reden om voor ixorg te kiezen, geeft ons onderzoek aan.”

Bron:
ixorg

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Parodontitis en Voeding

Lees meer over: Thema A-Z, Video, Voeding en mondgezondheid

Herziene richtlijn handschoenen van LCHV RIVM

Het Landelijk Centrum Hygiëne en Veiligheid van het RIVM herziet momenteel de richtlijnen voor hygiëne met nieuw beleid voor handschoenen. Met een overgangsperiode van een jaar geldt dit beleid voor tatoeëren, permanente make-up en piercen. Het nieuwe beleid wordt ook gefaseerd ingevoerd in verschillende overige LCHV-richtlijnen in de zorg.

Tandheelkunde
De tandheelkunde valt niet onder de LCHV-richtlijnen maar ontwikkelaars van mondzorgrichtlijnen zullen ontwikkelingen in andere zorgsectoren mogelijk in de gaten houden.

Nieuwe beleid voor handschoenen
In het vernieuwde beleid voor handschoenen geeft het LCHV aan:

‘Gebruik alleen handschoenen:

  • Die gemaakt zijn van poedervrije latex of nitril
  • Die voldoen aan de NEN-normen EN 420, EN 455 en EN 374. Deze normen moeten zichtbaar zijn op de verpakking.
    Dit zijn de Europese normen die voortvloeien uit de Medical Device Directive, ofwel de Europese Richtlijn Medische Hulpmiddelen.
  • Uit een verpakking waarop de CE-markering is voorzien van het 4-cijferige nummer van de controlerende instantie.
    Bijvoorbeeld, de nummers kunnen verschillen
  • Uit een verpakking waarop de naam en het adres van de producent staat. Als dit geen adres binnen de EU is, moet ook de naam en het adres van de EU-vertegenwoordiger vermeld zijn.’

Bij vermoeden van een latexallergie type I, adviseert het LCHV nitril handschoenen te gebruiken.

Oude beleid
Het oude beleid stond alleen gebruik van nitril handschoenen toe die voldeden aan NEN normen EN 420, EN 455 en EN 374 maar vroeg geen nummer van de controlerende instantie op de verpakking. Hiermee was het toezicht op naleving dus beperkt.

Het vernieuwde beleid wordt nu naast het oude beleid gehanteerd. Het oude beleid geldt tot 31 december 2014. Daarna zal alleen het nieuwe beleid gelden.

Uitleg over handschoenenbeleid
Op de website van het RIVM vindt u een checklist voor het gebruik van handschoenen. De checklist geeft de volgende informatie over de materiaalkeuze, allergie, de houdbaarheidsdatum en de Europese richtlijnen:

Materiaalkeuze
Er zijn handschoenen in verschillende materialen zoals latex of (soft) nitril. De keuze van het materiaal is afhankelijk van verschillende factoren zoals comfort, pasvorm, beoogd gebruik, de doorlaatbaarheid van stoffen/chemicaliën en uw eventuele gevoeligheid voor het materiaal. De minimale treksterkte van een onderzoekshandschoen is 6 Newton. Hoewel dunnere handschoenen ook aan deze eis moeten voldoen bieden deze niet automatisch dezelfde bescherming tegen stoffen van buitenaf. De bestendigheid en doorlaatbaarheid van handschoenen zijn dus sterk afhankelijk van de dikte en het type materiaal. Kies op basis van uw persoonlijke wensen en eisen ten aanzien van draagcomfort, treksterkte, pasvorm en bekijk of u latex (strikt poedervrij) of (soft)nitril handschoenen gaat gebruiken.

Allergie
Zowel latex (Natural Rubber Latex/ NRL) als (soft)nitril handschoenen kunnen een allergische reactie veroorzaken. Allergenen in Natural Rubber Latex handschoenen kunnen een type I allergie veroorzaken en residuen van chemicaliën gebruikt in het productieproces van zowel (soft)nitril als latex handschoenen kunnen leiden tot een allergische reactie type IV (contact dermatitis). De type IV allergie wordt met name veroorzaakt door versnellers zoals Thiuramen en Mercapto-benzothiazolen. Voor alle handschoenen geldt dat het niveau van latex eiwitten en chemicaliën zo laag als praktisch mogelijk moet zijn.

Indien u latex handschoenen gebruikt kies dan uit voorzorg ALTIJD poedervrije latex handschoenen. De poeder is de belangrijkste vector van de allergene latex partikels. Kies bij voorkeur een fabricaat dat een speciale nabehandeling ondergaan heeft om eiwitten en chemische residuen te reduceren. Controleer de verpakking en vermijd contact met latex indien u of uw cliënt/ patiënt een type I allergie heeft.

Latex handschoenen dienen een zo laag mogelijk niveau eiwitten te bevatten volgens norm EN 455, 3. Latex en nitril handschoenen dienen een zo laag mogelijk niveau chemicaliën te bevatten volgens norm EN 455,3.

De houdbaarheidsdatum
Handschoenen hebben een beperkte levensduur. Fabrikanten geven deze aan middels een einddatum op de verpakking.

 

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z
roker

Kaakchirurg Gerry Raghoebar: geen implantaat voor rokers

Gerry Raghoebar, kaakchirurg en hoogleraar implantologie aan het UMC Groningen, wijst steeds vaker een implantaat af bij rokers die niet willen stoppen met roken. Dit meldt Het Dagblad van het Noorden.

Raghoebar zegt in het interview met dit dagblad: ‘De kans dat het niet goed gaat met het implantaat is vele malen groter bij rokers. Daar moet je eerlijk over zijn tegen patiënten, vind ik. Als mensen persisteren in het roken van een pakje per dag, vind ik een implantaat niet verantwoord.’

Volgens Raghoebar is een implantaat een vrije keuze en geen medisch-noodzakelijke ingreep. Hij vindt dat je mensen dan ook de waarheid moet durven zeggen. Rokers met implantaten hebben sneller infecties in de mond, de implantaten groeien bij hen minder goed aan en de wonden genezen minder goed.

Bron:
Dagblad van het Noorden

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z

Kwaliteit vaak ondergeschikte rol bij zorginkoop verzekeraars

Kwaliteit speelt vooralsnog een ondergeschikte rol bij zorginkoop door verzekeraars. Dit concludeert de Erasumus Universiteit Rotterdam in het rapport Evaluatie Zorgstelsel en Risicoverevening.

Volgens het rapport hebben ‘zorgverzekeraars thans nog onvoldoende prikkels en mogelijkheden om zich op dit terrein te onderscheiden. Voorzover een hogere kwaliteit niet tevens leidt tot lagere kosten, betekenen de fors toegenomen prikkels
voor verzekeraars om op de kosten te letten dan ook dat de kwaliteit van de zorg in het gedrang kan komen’.

Bekijk het rapport (conclusie pagina 53)

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Zorgverzekeraar Zorg en Zekerheid geeft mondzorgadvies

Van 2 t/m 16 april kunnen consumenten bij de verzekeringswinkels van Zorg en Zekerheid gratis mondzorgadvies van mondhygiënisten krijgen.

Consumenten kunnen zich aanmelden via Zorg en Zekerheid voor een consult. Tijdens het 15 minuten durende consult wordt de gezondheid van het tandvlees beoordeeld en krijgt de consument advies over mondzorg.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Markttrends, Thema A-Z
Implantologie

Implantologie: Afdrukken

Orale implantologie is niet meer is weg te denken als mogelijke behandeloptie voor uw patiënt. Als tandarts algemeen practicus treedt u op als regisseur. Hoe houdt u controle? Wat delegeert u? Wat doet u zelf? Congresverslag over afdrukken.

Verslag van de lezingen van prof. dr. Marco Cune, prof. dr. Henny Meijer, prof. dr. Daniël Wismeyer tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker. Het lezingenprogramma omvatte alles wat u moet weten over implantologie. Zo kunt u uw patiënt begeleiden bij de verwijzing en ervoor zorgen dat u de regie over de behandeling behoudt.

Healing abutment
Tijdens de osseointegratieperiode is het belangrijk dat het healing abutment niet wordt belast.

Met name in het front kunnen soms tijdelijke kronen worden geplaatst tijdens de osseointegratiefase van het implantaat. De patiënten van prof. dr. Meijer worden voor een implantaat in de frontregio ’s morgens geïmplanteerd en meteen wordt een afdruk gemaakt. In het laboratorium wordt dan een tijdelijke kroon vervaardigd van composiet. Als deze tijdelijke voorziening in de middag geplaatst wordt, kan de patiënt naar huis met een vaste voorziening.

Een ander voordeel is dat de tijdelijke voorziening door de anatomische vorm bijdraagt aan het contourherstel van de gingiva. Gemiddeld duurt dit ongeveer drie maanden. Tijdens het plaatsen van de tijdelijke voorziening kan de gingiva anemisch worden. Dit is geen probleem: na ongeveer 10 minuten trekt dat meestal weg. De tijdelijke kronen worden altijd verschoefd met een torque volgens de fabrikant en worden niet geraakt bij occlusie en articulatie. Op die manier kan een belastingvrije osseointegratie plaatsvinden.

Open lepel versus gesloten lepel
Uit een onderzoek op PubMed naar gesloten- en open lepel afdrukken blijkt dat dit een persoonlijke keuze is. Voor een gesloten lepel is klinisch meer ervaring nodig, dit is tandtechnisch foutgevoeliger. Bij een individuele of conventionele lepel is er geen verschil in nauwkeurigheid, mits gebruik wordt gemaakt van een rigide lepel.

Polyether of additiesiliconen kunnen het beste gebruikt worden als afdrukmateriaal voor definitieve afdruk.

Tip: Gebruik flossdraad om de schroevendraaier om inslikken te voorkomen.

Prof. dr. Marco S. Cune
Is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.

Prof. dr. Henny Meijer
Behaalde in 1988 het tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht op het gebied van de implantologie, in 1992 resulterend in een proefschrift. Momenteel is hij werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde & Mondzorgkunde en bij de Afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde van het UMC Groningen. Vanaf 2006 is hij hoogleraar Implantologie en Prothetische Tandheelkunde. Naast de klinische werkzaamheden, doet hij onderzoek op het gebied van de orale implantologie, begeleidt onderzoek en is als docent betrokken bij verschillende cursussen.

Prof. dr. Daniël Wismeyer
Rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KU Nijmegen en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar de ACTA waar hij promoveerde op het proefschrift “BIOS, The Breda Implant Overdenture Study”. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd als Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan de ACTA waar hij een 0,7 Fte aanstelling heeft. Tevens werkt hij in de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwe-zoom te Dieren die hij in 1991 heeft opgericht. Vanaf 2009 is hij voorzitter van de afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde aan de ACTA.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van prof. dr. M.S. Cune, prof. dr. H. Meijer en prof.dr. D. Wismeyer tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker.

Lees ook de overige verslagen van het congres implantologie

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z

Mondgezondheid gaat verder dan de gezondheid van de mond

Wat is het effect van parodontitis op de rest van het lichaam en waarom is kennis hierover belangrijk voor de tandarts en mondhygiënist? Verslag van de lezing van prof. dr. A.J. van Winkelhoff tijdens de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid van de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

Relatie mondgezondheid en algehele gezondheid
Bij een persoon met parodontitis is sprake van een ontstekingsoppervlakte die vergelijkbaar is met een zweer van 10-20 cm2. Vaak wordt de ernst van parodontitis onderschat omdat de ontsteking niet zichtbaar en meestal ook niet pijnlijk is. Het is te begrijpen dat een dergelijke zweer effect heeft op de rest van het lichaam. Uit onderzoek blijkt dan ook dat er relaties zijn gevonden tussen parodontitis en systemische aandoeningen zoals cardiovasculaire aandoeningen, reumatische artritis, focale infecties, diabetes en obesitas.

Wat is precies het effect van een infectie op de rest van het lichaam?
Als er sprake is van parodontitis dan neemt het aantal bacteriën en endotoxinen in de mond toe. Deze kunnen in de bloedbaan terecht komen en worden op deze manier verspreid in het lichaam. Er is dus niet alleen sprake van een lokale respons: de ontstekingsmediatoren (interleukines), opgewekt in de mond, verhogen deze waardes in het bloed en kunnen zich zo verspreiden door het lichaam. De effecten hiervan op de lever zijn onder andere een verhoging van het CRP (C-reactive protein). Het is bewezen dat CRP een verhoogd risico geeft op het ontwikkelen van cardiovasculaire aandoeningen. Ook is het aantal ontstekingscellen (leukocyten) verhoogd in het bloed wanneer er sprake is van parodontitis.
Bacteriën kunnen zich vanuit de mond verplaatsen naar elders in het lichaam, er is dan sprake van een focale infectie. Een recent onderzoek heeft uitgewezen dat paro-bacteriën zich zelfs in de hersenen kunnen nestelen.

Waarom is dit belangrijk voor de tandarts en mondhygiënist?
Uit een onderzoek van Vidal et al. (2013) ‘Non surgical periodontal treatment reduces cardiovascular risk in refractory hypertensive patient: a pilot study’ blijkt dat bij initieel behandelde parodontitis patiënten de CRP en interleukine-6 waarden significant dalen. Er is dus een meetbaar effect van de parodontale behandeling.

Prof. dr. A.J. van Winkelhoff is hoogleraar aan de UMCG en heeft als vakgebieden Medische Microbiologie, Tandheelkunde & Mondzorgkunde en Infectieziekten. Hij is mede-eigenaar van Laboral Diagnostics en Laboral International, een service op het gebied van klinische microbiologie voor Tandheelkundige professionals.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid, georganiseerd door de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z

Tandverlies is een ingrijpende emotionele ervaring

Tanden verliezen staat voor sommige patiënten gelijk het verlies van een arm of been, blijkt uit een Britse studie. De grote impact van tandverlies vraagt meer aandacht van behandelaars, schrijft Newcastle University.

Gevolgen van tandverlies
Voor de studie werden 39 Britten geïnterviewd over hun ervaringen met het verliezen van tanden. Sommige deelnemers aan de studie hadden het gevoel dat ze gefaald hadden, omdat ze een kunstgebit nodig hadden. Anderen durfden de deur niet meer uit vanwege verloren tanden.

Bij de grote impact van tandverlies speelt mogelijk de verwachting mee dat het gebit tegenwoordig langer mee gaat dan vroeger.

Behandeling
Het verlies van tanden kan emotioneel even ingrijpend zijn als een chronische medische aandoening. Bij sommige patiënten is mogelijk psychische behandeling nodig.

Bron:
Newcastle University

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Mondzorg ouderen in zorginstellingen krijgt te weinig aandacht

Mondzorg voor ouderen in zorginstellingen krijgt niet altijd de benodigde aandacht. Dit blijkt uit onderzoek onder 21 Friese verpleeghuizen door De Friesland Zorgverzekeraar en Zorgkantoor Friesland in samenwerking met de opleiding Mondzorgkunde, meldt Zorgverzekeraars Nederland.

Zorgdossier
Het onderzoek laat ook zien dat mondzorg niet bij alle zorginstellingen onderdeel is van het zorgdossier en niet altijd door tandartsen en mondhygiënisten wordt uitgevoerd. De verantwoordelijkheid en financiering voor mondzorg in de zorginstelling is vaak niet duidelijk.

Onderschat
Preventie wordt teveel onderschat. Diana Monissen, bestuursvoorzitter van De Friesland zegt: “Goede mondzorg werkt preventief voor andere ziektes. Zo kan een gezond gebit voorkomen dat iemand longontsteking krijgt. Als we hier op inspelen kunnen we dus veel voorkomende ziektebeelden bij kwetsbare ouderen voorkomen. Hierdoor wordt de kwaliteit van leven bevorderd voor deze doelgroep.”

Bron:
Zorgverzekeraars Nederland

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z