Aflikken fopspeen: cariësrisico of impuls immuumsysteem?

Het aflikken van de fopspeen van een baby door een ouder wordt als risicofactor voor cariës gezien. Maar nieuw Zweeds onderzoek laat zien dat contact met speeksel van de ouders het risico op andere aandoeningen als allergiën, eczeem en astma vermindert en het imuumsysteem van de baby stimuleert. Dit onderzoek werd gepubliceerd in de Journal of Pediatrics, meldt the New York Times.

Minder gevoelig
De onderzoekers toonden aan dat babies waarvan de ouders hun fopspeen aflikten minder gevoelig voor eczeem en allergiën waren. Als verklaring hiervoor gaven zij aan dat kinderen bacteriën van hun ouders in de mond krijgen als ouders hun speen aflikken waardoor het immuumsysteem wordt gestimuleerd. Hierdoor leert het immuumsysteem met deze bacteriën om te gaan en geen overdreven reactie te geven in de vorm van een allergie.

Schadelijke bacteriën?
De onderzoekers vroeg zich af of ouders op deze manier ook schadelijke bacteriën overbrengen op hun kinderen.

De bacterie die cariës veroorzaakt, Streptococcus mutans, is zeer besmettelijk. Onderzoek laat zien dat kinderen al op jonge leeftijd besmet kunnen raken met deze bacterie via hun moeder. Tandartsen raden ouders daarom af de fopspeen van hun baby met hun eigen mond schoon te maken.

Dr. Joel Berg van de American Academy of Pediatric Dentistry relativeert deze aanname. Hij denkt dat ouders bij de omgang met hun kind sowieso bacteriën overbrengen, bijvoorbeeld bij het kussen en samen gebruiken van bestek. Het cariësrisico wordt volgens hem dus niet groter bij het aflikken van de fopspeen of het checken van de temperatuur van het eten met de lippen.

Bron:
New York Times

Lees meer over: Carrière, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Mondhygiënist op zesde plaats ranking beste beroepen

Het beroep van mondhygiënist staat op de 6e plaats in de Amerikaanse ranking van beste beroepen. De orthodontist is te vinden op plaats 33, gevolgd door de tandarts op positie 42.

De Amerikaanse carrière website CareerCast.com maakte een ranking van de 200 beste tot slechtste banen, gebaseerd op vijf criteria: fysieke inspanning, werkomgeving, inkomen, stress en werkvooruitzichten.

Top 3 van beste beroepen
1. Actuaris
2. Biomedisch ingenieur
3. Software ingenieur

Top 3 van minst aantrekkelijke beroepen
198 Militair
199 Houthakker
200 Verslaggever bij een krant

Bekijk het gehele overzicht op de website van de The Wall Street Journal



 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
tandarts aan het werk

Loopbaanadviezen voor de mondhygiënist

Regelmatig worden de capaciteiten van de mondhygiënist onderschat of juist overschat, Welke gevolgen dat heeft voor de loopbaan, onderzocht Katarina Jerkovic-Cosic.

Onder- of overschatting kan leiden tot ontevredenheid op het werk. De werknemer kan een andere baan zoeken, zich erbij neerleggen, de ontevredenheid compenseren met iets anders of juist in gesprek gaan hierover Maar welke beslissing neemt men nu wanneer? En waar ligt de grens? Jerkovic sprak erover op het lustrumcongres van de NVM.

Rolconflict
Over het algemeen zijn mondhygiënisten behoorlijk tevreden over hun baan, stelt Jerkovic. Dat geldt in mindere mate voor mondhygiënisten met een vierjarige opleiding. Dit komt door een rolconflict, waarbij spanning ontstaat tussen willen, kunnen en moeten. Het schijnt tandartsen niet geheel duidelijk te zijn wat een mondhygiënist wel en niet aankan. Het maken van een behandelplan nemen zij de mondhygiënist vaak uit handen.

Regisseur
De verwachtingen van de net afgestudeerde mondhygiënisten zijn hoog, maar zij komen soms bedrogen uit. En dan is het kiezen…Niet voor niks werken veel mondhygiënisten in verschillende praktijken of hebben er nog een andere tandheelkundige baan naast. Dit doen ze in de hoop daar wel te vinden waarnaar ze op zoek zijn: een match tussen willen, kunnen en daadwerkelijk hiervoor de ruimte krijgen. De mondhygiënist is regisseur van de eigen beroepsuitoefening en loopbaan, meent Jerkovic. “Neem dus je eigen verantwoordelijkheid en ga het gesprek aan met je werkgever.”

Verwarring
Soms is het lastig om te weten hoe je nu er precies tegenover staat. Jeroen Craandijk adviseert op het NVM Lustrumcongres: “Een raadgeving voor het goede leven kan ik niet geven. Maar bekijk het euvel volgens de Socratische methode van alle kanten en stel jezelf en de ander net zolang vragen tot je in totale verwarring bent. Wat je dacht te weten blijkt dan niet zo te zijn. Pas dan kom je tot ware inzichten. Dan kun je kritisch zijn en verantwoording afleggen.” Uit de eigen emotie stappen is essentieel in deze fase van de ethische reflectie en discussie. “Daarna ga je de argumenten wegen”, vervolgt Craandijk. “Welke argumenten hebben voorrang en welke niet? Wat ga je doen? Accepteren, een compromis sluiten of toch weggaan? Als men voor het compromis gaat, dan is het handig om een proeftijd af te spreken. Houdt de werkgever zich aan de afspraken? Voelt het goed aan?”

Soms is het onvermijdelijk om de praktijk te verlaten. Er is dan een impasse tussen werkgever en werknemer. Maar voordat het zover komt, kan ook nog de hulp worden ingeschakeld worden van een derde partij. Zo blijf je uiteindelijk de regisseur van je eigen beroepsuitoefening.

Mr.drs. J. (Jeroen) Craandijk studeerde tandheelkunde, rechten en wijsbegeerte. Specialiseerde zich in de parodontologie en implantologie. Zijn aandachtsgebieden zijn de verhouding mens en techniek, rechtvaardige zorgverdeling, en de immuno biologie van parodontitis.

Dr. K. (Katarina) Jerkovic-Cosic is mondhygiënist en gepromoveerd aan de faculteit Economie en Bedrijfskunde van de Universiteit Groningen met het proefschrift: “The relation between profession development and job (re)design: The case of dental hygiene in the Netherlands”.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van het NVM Lustrumcongres

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z

Kunnen tandpasta’s tandhalsgevoeligheid bestrijden?

Blootliggende tandhalzen en open tubuli kunnen leiden tot tandhalsgevoeligheid. Er zijn verschillende mechanismen waarmee tandpasta’s tandhalsgevoeligheid bestrijden. Welke zijn dit en zijn ze effectief?

Blootliggende tandhalzen en open tubuli kunnen leiden tot tandhalsgevoeligheid. Een oplossing voor dit probleem is het afdekken van de tubuli door gebruik van een speciale tandpasta. Er zijn verschillende mechanismen waarmee tandpasta’s tandhalsgevoeligheid bestrijden. Welke zijn dit en zijn ze effectief? Een verslag van de lezing van prof. dr. Cor van Loveren van ACTA tijdens het Ivoren Kruis congres.

Wat is tandhalsgevoeligheid precies en hoe ontstaat het?
‘In de literatuur is eigenlijk opvallend weinig bekend over tandhalsgevoeligheid’, begon prof. dr. Cor van Loveren z’n lezing tijdens het Ivoren Kruis congres. ‘De literatuur gaat vooral over hoe tandhalsgevoeligheid verholpen kan worden met een tandpasta.’ Voorwaarden voor tandhalsgevoeligheid zijn blootliggende tandhalzen en open tubuli. Blootliggende tandhalzen zijn het gevolg van recessie van de gingiva. Het voorkomen van recessie is dus van belang. Er is sprake van tandhalsgevoeligheid als het probleem niet aan andere pathologieën kan worden toegeschreven. Een patiënt kan echter niet zelf beoordelen of hij tandhalsgevoeligheid heeft.

Bij wie en waar?
Tandhalsgevoeligheid komt voor bij 15% van de volwassen, in de leeftijdscategorie tussen de 15 en 70 jaar met een piek in de categorie 20 – 40 jarigen. Vrouwen hebben er vaker last van. De meest voorkomende plek van tandhalsgevoeligheid is buccaal en cervicaal. Niet iedereen heeft bij recessie last van gevoelige tandhalzen. De vraag waarom de ene persoon deze wel heeft en de andere niet is lastig te beantwoorden. Voedings- en poetsgewoonten kunnen hierbij een rol spelen.
Van Loveren toonde een grafiek van onderzoeksgegevens waaruit bleek dat tandhalsgevoeligheid het meest voorkomt op plaatsen waar mensen met de meeste kracht poetsen. Logischerwijs is juist op deze plekken de hoeveelheid tandplak minder.

Stimuli
De belangrijkste prikkel voor tandhalsgevoeligheid is kou (80%), gevolgd door luchtstroom (23%), aanraking (21%), hitte (13%) en dieetzuren (7%).

Hoe ontstaat het?
Brännstrom (1960) onderzocht de tandhalsgevoeligheid en kwam tot de hydrodynamische theorie. Deze theorie gaat ervan uit de pijn veroorzaakt wordt door de vloeistofstroom in de tubuli. Richting pulpa neemt het aantal tubuli toe en worden de tubuli breder. Hoe meer slijtage er is, hoe meer grote tubuli er dus open zijn wat weer meer gevoeligheid kan geven. Omdat slijtage en open tubuli een voorwaarde zijn, spelen erosieve processen een belangrijke rol bij tandhalsgevoeligheid. De manier van tandenpoetsen, in combinatie met de gebruikte tandpasta, kan de effecten van de erosieve processen bevorderen. Als er slijtage aan de wortel te zien is of als er sprake is van tandhalsgevoeligheid, is het belangrijk om een voedingsanamnese af te nemen bij de patiënt over het zuurgebruik.

Ideale tandpasta
De ideale tandpasta tegen tandhalsgevoeligheid is:

  • Niet irriterend (voor de tandzenuw)
  • Pijnloos bij aanbrengen
  • Makkelijk aan te brengen
  • Snel effectief
  • Langdurig effectief
  • Onder alle omstandigheden effectief
  • Geeft geen verkleuring

Abrasiviteit
De norm RDA-waarde (abrasiviteit) voor een tandpasta bedraagt 200: Als een tandpasta een RDA-waarde onder de 200 heeft, is er geen gevaar voor slijtage van de gebitselementen.

Het is niet zo eenduidig aan te geven welke rol de hardheid van de tandenborstel speelt. Een zachte tandenborstel neemt meer tandpasta mee over het vlak dan een harde tandenborstel wat een meer slijpende werking geeft. Zo kan de afsluiting van de tubuli weer teniet worden gedaan.

Groepen
Tandpasta’s tegen tandhalsgevoeligheid kunnen qua werking worden ingedeeld in twee groepen:

1. Occuldants
Deze type tandpasta’s verstoppen de tubuli, waardoor de gevoeligheid vermindert.
In deze categorie worden de volgende ingrediënten gebruikt:

  • Formaldehyde
  • Strontium-zouten
  • SnF2
  • Ca-dragers (Novamin, Arginine Ca-Carbonaat, CCP-ACP)

2. Geleidingsblokkers
Tandpasta’s in deze groep onderbreken de zenuwgeleiding waardoor de pijn vermindert. Gebruikte ingrediënten in deze categorie:

  • Kaliumchloride
  • Kaliumnitraat

Werking van tandpasta’s tegen tandhalsgevoeligheid
Tandpasta`s uit de eerste groep brengen een stop aan in de tubuli. Dit kan heel snel gebeuren bijvoorbeeld al na een eenmalige applicatie. Hoelang de stop blijft zitten hangt af van de oplosbaarheid van de stop en van factoren als het voedingspatroon en poetsgewoonten van de patiënt. Tandpasta’s tegen gevoelige tandhalzen uit de tweede groep brengen een overmaat kalium aan in de tubuli waardoor de pijngeleiding geblokkeerd wordt. Hier zijn een aantal poetsbeurten (dus dagen) voor nodig. Als je met de tandpasta’s stopt, zal het kalium weer uit de tubuli verdwijnen en is er geen werking meer.

Strontiumchloride is niet compatibel met fluoride. Tandpasta’s waarvan de werking op deze stof gebaseerd zijn, zijn beter niet aan te raden.

‘Patiënt moet uiteindelijk tevreden zijn’
Van Loveren analyseerde de 30 soorten tandpasta’s tegen gevoelige tandhalzen die verkrijgbaar zijn in Nederland. Hieruit bleek dat kalium-nitraat het meest gebruikte ingrediënt is. Alle geanalyseerde huismerk-tandpasta’s bevatten dit ingrediënt. Een Cochrane review over kalium gaf aan dat dit ingrediënt verbetering geeft als een mondzorgprofessional tandhalsgevoeligheid opwekt met een luchtspuit of sonde. Een rapport met bevindingen van patiënten over deze stof liet deze werking niet zo duidelijk zien. Van Loveren gaf daarom aan: ‘De patiënt moet tevreden zijn, anders is hij er niet veel mee opgeschoten. Elke behandeling is een experiment. Controleer het, je weet vooraf niet hoe het afloopt. Werkt een bepaalde variant tandpasta niet, adviseer een patiënt dan een andere type te gebruiken.‘

Prof. dr. Cor van Loveren studeerde tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht van 1970-1976. In 1977 werd hij docent op de afdeling Sociale en Preventieve Tandheelkunde in Utrecht, belast met het onderwijs in de klinische preventie. Vervolgens verhuisde hij naar ACTA, waar hij sindsdien werkt bij de afdeling Cariologie Endodontie Pedodontologie. Hij geeft onderwijs en doet onderzoek op het gebied van de preventieve tandheelkunde en publiceert regelmatig in zowel nationale als internationale tijdschriften. In 1978 werd hij lid van het Adviescollege van het Ivoren Kruis en leidt dit college sinds 2000 als voorzitter. In november 2005 is hij benoemd tot bijzonder hoogleraar Preventieve Tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam vanwege het Ivoren Kruis. Van 2009 tot 2011 was hij voorzitter van ORCA, de Europese organisatie voor cariësonderzoek. 

Verslag door Anita de Klerk voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Cor van Loveren tijdens het Ivoren Kruis congres.



Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
kindermishandeling

Kindermishandeling, en dan?

Per 1 juli zijn zorgverleners verplicht de Meldcode kindermishandeling te gebruiken. Hoe herkent u kindermishandeling en hoe maakt u dit bespreekbaar? Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar gaf uitleg en een duidelijk stappenplan.

Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar was de eerste spreker van het voorjaarscongres van de NVM. Van der Leck sprak over het herkennen en bespreekbaar maken van kindermishandeling. Dit kan via een duidelijk stappenplan maar het is ook zeker belangrijk om naar de eigen intuïtie te luisteren. Per 1 juli zijn we verplicht om de Meldcode te gebruiken.

De motivatie van Van der Leck om als trainer, spreker en adviseur over kindermishandeling te werken spatte duidelijk naar voren tijdens haar inleiding. Zij kwam zelf in contact met jongeren die mishandeld werden. Een ervan was zelf zo ongelukkig dat hij aan zelfmoord dacht. Helaas is zij hem kwijtgeraakt en maakt zij zich nog altijd ongerust over hem. Ze voelde zich machteloos; wat kon ze doen? Ze wilde weten hoe je als professional nou het beste kunt omgaan met dit soort zorgelijke situaties, zodat je écht wat kunt doen. En inmiddels leert ze dit aan de eerstelijns in de vorm van presentaties en trainingen.

Wat is het ergst?
Op het grote scherm verscheen een aantal situaties waarbij sprake was van kindermishandeling: een kind met een volle luier met duidelijk kapotte billen bij de crèche brengen, een kind dat getuige is van ouders die elkaar slaan, een kind dat zelf in het gezicht wordt gestompt en geschopt en een kind dat liefdeloos wordt opgevoed. Van der Leck vroeg ons welke situatie wij het ergst vonden? Voor iedereen blijkt dit anders te zijn en af te hangen van het eigen referentiekader.

Doorbreek de geweldsspiraal
Het kan best lastig zijn om te bepalen of er daadwerkelijk sprake is van mishandeling. Niemand wil mensen te snel veroordelen. Toch vertelde Van der Leck : “Luister naar je onderbuikgevoel. Je kunt je je onzeker voelen over je eigen waarschuwingssysteem, maar luister er toch naar. Maak het bespreekbaar. Dat is wat anders dan dat je gelijk de politie op de stoep laat komen.”

Ze riep ons op de spiraal te doorbreken, want een derde van mishandelde kinderen gaat later zijn eigen kinderen ook mishandelen. En nog veel schokkender: Elke week overlijdt er een kind ten gevolge van kindermishandeling!

Oplettendheid van tandheelkundige gevraagd
Bij kindermishandeling wordt een kind geweld toegebracht of wordt nagelaten het wezenlijke zorg of aandacht te geven. Hierdoor is het welzijn en de veiligheid van het kind in gevaar.
Tandheelkundigen hebben mogelijkheden om de gevolgen van mishandeling te herkennen. Bijna 75% van letsel door lichamelijke kindermishandeling is namelijk zichtbaar in het hoofd-halsgebied. Dit komt doordat de agressie van de pleger zich vaak richt op dat deel dat emotie laat zien. Van der Leck laat hierbij foto’s zien van een handafdruk op de wang en ook een foto van een gescheurd lipbandje.

Door de moeder werd als verklaring gegeven dat het kind op de trap was geklommen en naar beneden was gevallen. Dit kon echter niet kloppen: het kind had nog niet de leeftijd om al op de trap te kunnen klimmen. “Vraag dus altijd hoe het zo gekomen is en check of het verhaal klopt”, adviseerde Van der Leck. Later bleek dat bij dit kindje de fles te ruw naar binnen werd gedrukt. Eigenlijk met alle goede bedoelingen van de ouder die wilde dat het kind genoeg zou drinken. Zo’n ouder heeft behoefte aan begeleiding. Oordeel dus niet te snel. Het bespreekbaar maken is daarom zo ontzettend belangrijk. “ Bekijk in hoeverre ouders bereid zijn om met jou samen te werken. Zo niet? Dan is het pas écht zorgelijk en is de kans groter dat er sprake is van kindermishandeling.”

Een mondzorgprofessional wordt geacht niet alleen te letten op letsel door fysiek geweld. Een vorm van kindermishandeling die de meesten al herkennen, is tandheelkundige verwaarlozing. Van der Leck vertelt: “De meeste mondzorgprofessionals zien in deze gevallen de ernst in van de situatie, maar delen hun zorgen niet met de ouders. Ze repareren de boel of maken de mond schoon en zien de kinderen later weer terug met dezelfde zorgwekkende mondhygiëne. Let ook goed op kinderen die uit beeld verdwijnen. Soms staat een behandeling open en moet je je echt zorgen maken”.

Mondzorgprofessionals kunnen psychische verwaarlozing of mishandeling zelf waarnemen in de praktijk, bijvoorbeeld als ouders het kind niet genoeg steunen. Psychisch ‘geweld’ is net zo goed kindermishandeling.

Maak het bespreekbaar
Als we ons echt ernstige zorgen maken over het welzijn of de veiligheid van een kind, dan ligt er vaak toch een drempel om het bespreekbaar te maken. We zijn soms bang om de patiënt te verliezen uit het patiëntenbestand. Van der Leck stelde ons gerust: “Als professionals zorgen op zorgvuldige wijze bespreekbaar maken bij ouders, wordt dat uiteindelijk vaak gewaardeerd door ouders. In veel gevallen versterkt het zelfs de behandelrelatie”.

Stappenplan

  1. Leg de signalen vast: Wat heb je gehoord, gezien, geroken? De feitelijke waarnemingen dus.
  2. Overleg met een deskundige collega: Misschien speelt je eigen referentiekader een te grote rol of heeft je collega ook zorgelijke signalen herkend?
  3. Bespreek zorgen met ouders. Spreek niet over mishandeling maar over zorgen. Leg goed uit wat de gevolgen zijn van hun handelen en geef advies.
  4. Weeg de ernst van de situatie af. Kun je met de verzamelde informatie spreken van een risico op geweld?
  5. Geen risico: behandel of verwijs door. Wel risico: doe een melding bij het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling, bij patiënten jonger dan 18) of SHG (Steunpunt Huiselijk Geweld, bij patiënten ouder dan 18 jaar).

Meldcode
We zijn verplicht om de Meldcode te gebruiken om kennis hierover te verspreiden. Ook is men verplicht om iemand als een aandachtsfunctionaris binnen de praktijk aan te stellen.

Van der Leck gaf een indrukwekkende en interactieve presentatie. Ze liet een discussiërende zaal achter en dat was precies de bedoeling.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van de lezing van Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar tijdens het NVM voorjaarscongres.

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

NVM-voorzitter Corrie Jongbloed krijgt lintje

Corrie Jongbloed-Zoet, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) mag zich voortaan Ridder in de Orde van Oranje-Nassau noemen. Zij kreeg het lintje van koningin Beatrix voor haar inzet voor de mondzorg.

Naast Corrie Jongbloed kregen 3015 andere mensen er een. De lintjesregen vindt traditioneel vlak voor Koninginnedag plaats.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Onderzoek NZa mondzorgtarieven klopt niet

Onderzoek NZa mondzorgtarieven klopt niet

Dit stelt MSNP, een adviesbureau op gebied van management en ICT. MSNP-onderzoeker Bas van den Heuvel probeerde voor een opdrachtgever een berekening te maken van de tarieven van standaardbehandelingen. Het bureau kwam hierbij niet in de buurt van de tarieven die de NZa in haar Marktscan 2012 liet zien. Van den Heuvel diepte vervolgens het tariefsverschil uit. In de Review Marktscan mondzorg geeft hij aan dat welke fouten de NZa heeft gemaakt bij de berekening van de tarieven.

Lees hieronder de managementsamenvatting van de Review Marktscan mondzorg van MSNP

De managementsamenvatting
De NZa-Marktscan mondzorg beschrijft de door de NZa waargenomen prijsontwikkeling in de mondzorg voor het jaar 2012 t.o.v. het referentiejaar 2011. Het experiment van de “vrije tarieven” waarbij tandartsen zelf de prijs voor een behandeling konden vaststellen is in 2012 begonnen. In het referentiejaar 2011 werd gewerkt met handelingscodes, de zogenaamde UPT codes, die door deze in combinatie te declareren een uitgevoerde behandeling beschreven, i.c. meerdere UPT-codes vormden samen één behandeling. In 2012 werd gewerkt met prestatiecodes die aansloten bij het eindresultaat van een behandeling en feitelijk bestonden uit bij elkaar gevoegde UPT-codes. De NZa beschrijft in de Marktscan hoe het in 2011 en 2012 werkte (pagina 63 van de Marktscan):
Een voorbeeld hiervan is de tweevlaksvulling (code E112 in 2012). In 2011 was de hoofdcode voor het uitvoeren van een tweevlaksvulling een tweevlaksrestauratie (V12). Wanneer een tandarts een tweevlaksrestauratie uitvoerde kon hij daar ook een aantal andere verrichtingen bij uitvoeren. Deze andere verrichtingen konden worden gedeclareerd via een bijcode. Bijcodes die bij een tweevlaksrestauratie werden gedeclareerd waren bijvoorbeeld etsen (V20 of V21), anesthesie (A10, A15 of A20), het gebruik van
een cofferdam (V50), het gebruik van wortelstiften (V70) en pulpa-overkappingen (E40 of V60).

Om tot een goede vergelijking tussen 2011 en 2012 te komen moeten vier stappen worden doorlopen:

  1. De gegevens van de uitgevoerde behandelingen in 2011 en 2012 moeten worden verzameld en omgezet in een databestand voor de analyse.
  2. De losse declaratieregels in 2011 die elk een hoofdcode of een bijcode bevatten, moeten worden geclusterd tot een valide behandeling.
  3. De behandelingen uit 2011 moeten worden geconverteerd naar de prestatiecodes in 2012.
  4. Vervolgens moet worden bepaald of wijzigingen in de definities per 1 januari 2012 invloed hebben op de structuur / kosten van een behandeling in 2012.

Als deze vier stappen zijn doorlopen kunnen de kosten van een mondzorgbehandeling in 2012 en in 2011 worden vergeleken.
In de Marktscan mondzorg presenteert de NZa zeer opvallende prijsstijgingen. Zo schrijft men in het persbericht:
Wie voor een wortelkanaalbehandeling of vulling naar de tandarts ging was duurder uit, een éénvlakvulling werd 21,8% duurder, een volledige wortelkanaalbehandeling 40,6%.

De Review van de Marktscan laat zien dat de NZa fouten heeft gemaakt bij drie van de vier stappen.

  1. De NZa is uitgegaan van het bestand van de verzekerde declaraties, waardoor de jeugdmondzorg is oververtegenwoordigd. Een oververtegenwoordiging in de data hoeft geen probleem te zijn, echter de behandel- en kostenstructuur van de jeugdmondzorg wijkt af van de mondzorg aan volwassenen.
  2. Bij het clusteren van de losse declaratieregels zijn zowel codes niet meegenomen (niet geteld) als sommige behandelingen niet goed geïdentificeerd. Dit leidt er toe dat bijvoorbeeld bij de wortelkanaalbehandeling maar 26% van de patiënten volgens de NZa wordt verdoofd.
  3. Voor de conversie heeft de NZa gebruik gemaakt van een deel van het conversiemodel van de NMT (de beroepsorganisatie van tandartsen), echter dit model was voor deze toepassing niet bedoeld.
    Andere conversiemodellen leiden tot een andere prijsontwikkeling. Het gaat daarbij specifiek om de verdeling van de kosten over codes die in 2012 gelijktijdig werden gedeclareerd. Sommige tandartsen kozen er voor in 2012 juist maar één code te declareren en niet twee. De kosten van de behandeling in 2011 werden in deze situatie toegekend aan de enkele code in 2012.
    Uiteindelijk is ook in deze Review bij dit model aangesloten omdat de discussie over het bestaan van verschillende conversiemodellen met een verschillende prijsontwikkeling, de discussie met de NZa bleek te blokkeren.
  4. Als onderdeel van het experiment van de “vrije tarieven” zijn door de NZa ook nadere eisen gesteld aan de inhoud van een behandeling in 2012. Hierdoor zijn de behandelingen tussen 2011 en 2012 niet per definitie gelijk. Een bekend voorbeeld is dat een verdoving bij een vulling integraal onderdeel is geworden van de prijs van de behandeling, zodat het mogelijk is dat patiënten eerder kozen voor een verdoving. Een ander voorbeeld is de grondige gebitsreiniging, bij deze behandeling
    is het aantal keren dat de behandeling van een individuele patiënt in 2012 wordt gedeclareerd gedaald ten opzichte van het referentiejaar 2011.
  5. De combinatie van tekortkomingen in de analyse door de NZa leidt er toe dat de NZa een onjuist beeld heeft geschetst van de prijsontwikkeling in de mondzorg. De onbewerkte dataset van Famed, waarin zowel verzekerde als onverzekerde zorg vertegenwoordigd is, geeft een opvallend verschillende prijsontwikkeling in de mondzorg weer. Zo is een volledige wortelkanaalbehandeling niet 40,6% duurder geworden maar juist 1.0% gedaald. Ook bij de vullingen is de prijsontwikkeling afwijkend; niet een stijging van 21,8% maar een prijsontwikkeling tussen de 2.8% en de 9.8% afhankelijk van het wel of niet
    meetellen van de extra “gratis” verdovingen.

De NZa heeft uitgebreid kunnen reageren op de conceptrapportage. De toon van de reacties was opbouwend noch constructief en zij zijn niet instaat gebleken de analyse die ten grondslag ligt aan deze Review te falsificeren. Belangrijker is misschien nog de verklaringen die zij gaven voor de verschillen, namelijk:

  1. Bij de vergelijking van de kosten van de mondzorg is de NZa er vanuit gegaan dat tandartsen 50% tot 75% van de bijkomende kosten bij een behandeling, zoals consulten en verdoving, niet declareerden in 2011.
  2. De onderzoeker kiest ervoor aansluiting te zoeken bij de conversie van 1 enkele zorgverzekeraar (Achmea). De NZa ziet niet wat hier de reden van is.
  3. Bij een behandeling over meerdere zittingen, zoals de meeste wortelkanaalbehandelingen, zijn alleen de kosten voor de laatste zitting meegeteld, omdat de NZa niet kon bepalen welke eerdere zittingen bij welke behandeling hoorde.
  4. De kosten van een alternatieve declaratiecode zijn niet meegeteld omdat de tandarts ook gebruik had kunnen, en in de ogen van de NZa had moeten, maken van de standaarddeclaratiecode.
  5. De onderzoekers van de NZa zijn er vanuit gegaan dat de behandelstructuur tussen 2011 en 2012 niet is gewijzigd, en hebben de door de NZa vastgestelde nadere regeling mondzorg niet in hun analyse betrokken.

Samenwerken
Voor de continuïteit van de hoogwaardige zorg in Nederland is kostenbeheersing die volgt uit kosteninzicht noodzakelijk. De NZa is niet in staat gebleken het kosteninzicht voor de mondzorg te verschaffen. Deze Review is dan ook een appel aan de andere organisaties in de zorg, i.c. verzekeraars, beroepsgroepen, patiëntenorganisaties en overheid om gezamenlijk te gaan werken aan
een goed kosteninzicht.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Hoe werkt de Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector?

Patiënten worden steeds mondiger en zorgen voor een flinke toename van het aantal klachten. Een update over de wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector en het belang van een goed patiëntendossier.

Patiënten worden steeds mondiger. Gabrielle Swinkels, jurist en voorzitter van de klachtencommissie van de ANT, geeft aan dat er de laatste jaren een flinke toename van het aantal klachten zichtbaar is en dat de verwachting is dat dit zal aanhouden, zeker als patiënten meer zelf moeten gaan betalen; de ANT klachtencommissie ziet vaak een duidelijke relatie tussen niet (meer) door een verzekering gedekte kosten en een klacht van de patiënt.

Instanties voor klachten
Voor een patiënt zijn er verschillende instanties om een klacht bij neer te leggen, namelijk de tuchtrechter, de civiele rechter of een onafhankelijke klachtencommissie.

De tuchtrechter ziet vooral toe op de kwaliteitsbewaking van de beroepsgroep, de handhaving van de professionele normen. Als een klacht gegrond is kan een waarschuwing worden gegeven of een maatregel worden opgelegd. De civiele rechter is er meer voor persoonlijke genoegdoening van de patiënt en kan een schadevergoeding toekennen.

De klachtencommissie is er voor persoonlijke genoegdoening én kwaliteitsbewaking door de beroepsgroep. Zij oordeel in de vorm van een advies, maar moet in ernstige gevallen een melding doen bij IGZ. De klachtencommissie is vooral bedoeld voor kleinere klachten, waarbij een cliënt ontevreden is of onrustgevoelens heeft.

Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector
De Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (WKCZ) stelt een laagdrempelige klachtenregeling verplicht voor alle zorgaanbieders. De IGZ houdt toezicht op de naleving, maar het werkveld vult de regeling zelf nader in. Bij een solo-praktijk volstaat een individuele klachtenregeling, een instelling zorgt voor een klachtenregeling voor de gehele organisatie. De regeling dient aan patiënten kenbaar te zijn.

Voorwaarden klachtenregeling
Een klachtencommissie bestaat uit ten minste 3 leden, waaronder een onafhankelijke voorzitter, om een evenwichtig en onpartijdig oordeel te kunnen vellen. Er wordt een reglement opgesteld. Een aangeklaagde tandarts neemt geen zitting in de commissie en een verzoek tot wraking van een commissielid is altijd mogelijk.

Klachtenprocedure
Voor een klachtenprocedure is een klacht iedere uiting van ongenoegen. Indien mogelijk zal er nog een poging tot bemiddeling worden gedaan. Er geldt het beginsel van hoor en wederhoor; partijen moeten op een gelijke manier worden gehoord. Zij mogen zich ook (juridisch) laten bijstaan. Instellen van beroep is vaak niet mogelijk. De uitspraak van de klachtencommissie is een niet-bindend advies. Wel is de zorgaanbieder verplicht om te laten weten wat er met de uitspraak gebeurt. Er wordt geen uitspraak gedaan over een schadevergoeding, maar de uitspraak kan wel gelden als deskundigenoordeel bij een civiele procedure.

Wie eist, bewijst
De hoofdregel in een klachtprocedure is ‘Wie eist, bewijst’. Omdat er een ongelijkheid tussen de partijen bestaat, krijgt de tandarts een stelplicht: hij moet aan de patiënt gegevens overleggen om te kunnen bewijzen. Mede hierom is het patiëntendossier van groot belang. De dossierplicht is vastgelegd in artikel 454 van de Wet Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO).

Het dossier dient voor de waarborging van de kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening, de verantwoording en toetsbaarheid, maar ook ter informatie voor een eventuele opvolgend behandelaar. De NMT heeft een praktijkrichtlijn Patiëntendossier opgesteld, ter invulling van de wettelijke plicht. Deze richtlijn is bindend, maar er mag gemotiveerd van afgeweken worden.

Bekijk de NMT-kennisclip over het patiëntendossier.

Inhoud patiëntendossier
Een patiëntendossier bevat in ieder geval basisgegevens als persoonsgegevens en BSN, een medische anamnese, een tandheelkundige historie en anamnese, een status praesens en röntgenfoto’s. Daarnaast bevat het dossier een verslaglegging van ieder patiëntencontact, waaronder de klacht of hulpvraag, het onderzoek, de diagnose, de indicatiestelling, het behandelplan en de informed consent, adviezen, verrichtingen of verwijzingen, maar zo mogelijk ook afgezegde of niet-nagekomen afspraken. Het dossier is goed leesbaar en wordt tenminste 15 jaar bewaard. De patiënt heeft recht op inzage en een kopie. Röntgenfoto’s zijn, anders dan veelal gedacht, geen eigendom van de patiënt maar zijn onderdeel van het dossier. Bij het beëindigen van de behandelrelatie is het goed gebruik om het patiëntendossier (inclusief de bewaarplicht) over te dragen aan de opvolgend tandarts als de patiënt daar zijn toestemming voor geeft.

Indien er geen dossier is, is de argumentatie van de tandarts niet te toetsen. De klachtencommissie zal de stellingen van de klager dan eerder aannemen. Een klachtprocedure is (emotioneel) belastend, voorkomen is beter dan genezen. Zorg voor een goede communicatie over de behandeling, reageer direct persoonlijk op een klacht en wees coulant!

Mr Gabrielle Swinkels is voorzitter van de klachtencommissie van de ANT.

Verslag door Vera Markus voor dental INFO van het ANT-congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Klachten, Patiëntendossier, Thema A-Z
Website mondzorginkaart.nl gelanceerd voor kostenonderzoek mondzorg

Website mondzorginkaart.nl gelanceerd voor kostenonderzoek mondzorg

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) laat een kostenonderzoek uitvoeren door Deloitte en MediQuest om de tarieven voor de mondzorg 2014 te kunnen onderbouwen. Voor het in beeld brengen van de opbrengsten, kosten en productie van mondzorgaanbieders is de website www.mondzorginkaart.nl gelanceerd.

Vragenlijst
250 mondzorgprofessionals worden benaderd om via deze website gegevens over hun praktijk te geven. Het gaat om feitelijke gegevens over de structuur van de praktijk (zoals het aantal ingeschreven patiënten, aantal inzetbare fte en gemiddeld aantal werkuren per week), over de financiën en over de productie (het aantal verrichte prestaties). Met deze resultaten worden de vragenlijsten verder verfijnd.

Vanaf 23 mei start het tweede deel van het onderzoek waarbij meer mondzorgprofessionals worden benaderd voor deelname.

Bron:
MediQuest

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Ouders leren kinderen te poetsen effectiever dan professioneel ingrijpen

Ouders leren om bij hun kinderen goed de tanden te poetsen is effectiever en op de lange termijn waarschijnlijk goedkoper dan cariëspreventie door professioneel ingrijpen. Dit stelt Erik Vermaire van het ACTA in zijn promotieonderzoek, meldt de Universiteit van Amsterdam.

Standaardmethode
Bij de standaardmethode voor cariëspreventie – bestaande uit een tweejaarlijkse periodieke controle, vaak vergezeld van een fluoridebehandeling en routinematig preventief sealen – aangevuld met twee extra fluoridebehandelingen per jaar, krijgt 1 op de 3 kinderen een gaatje. Als uitsluitend de standaardmethode wordt toegepast is dat 1 op de 2.

In zijn onderzoek laat Vermaire laat zien dat bij toepassing van de zogeheten Non-Operative Caries Treatment and Prevention-methode (NOCTP) ongeveer 1 op de 6 kinderen in drie jaar tijd een gaatje ontwikkelt in het blijvende gebit. De NOCTP-methode blijkt drie keer zo effectief te zijn in het voorkomen van gaatjes dan de standaardmethode.

NOCTP-methode
Bij de NOCTP-methode ligt de nadruk op het stimuleren van het tandenpoetsen door de ouders en is de tweejaarlijkse periodieke controle vervangen door een individueel bepaalde frequentie aan de hand van risicocriteria. Daarnaast krijgen de kinderen alleen een fluoridebehandeling of sealing als het cariësproces niet gestopt kan worden met goed tandenpoetsen.

Kostenbesparing op lange termijn
Vermaire onderzocht zo’n 180 zesjarige kinderen gedurende drie jaar. De totale gemiddelde kosten per kind voor cariëspreventie in de controlegroep waarbij de standaardmethode werd toegepast, zijn € 154,-. Bij de NOCTP-methode zijn de aanvullende kosten van het voorkomen van een extra gaatje zo’n € 108,-.

‘De NOCTP-methode brengt dus in eerste instantie hogere kosten met zich mee dan de reguliere behandeling, maar het is zeer waarschijnlijk dat het op de lange termijn juist kostenbesparend is. De verwachte levenslange kosten die een gevulde kies met zich meebrengt, liggen namelijk aanzienlijk hoger’, zegt Vermaire toe.

Aanpassing in het denken
Toepassing van de NOCTP-methode vraagt om de nodige aanpassingen in het denken van zowel de tandarts en mondhygiënist als van de ouder. Vermaire keek daarom ook naar de bereidheid van ouders om te investeren in een goede gebitsgezondheid van hun kind. Veel ouders zijn bereid te investeren in het gebit van hun kind. Toch gaf bijna 12% van de ondervraagde ouders aan nauwelijks geld, tijd en moeite te willen steken in een goede gebitsgezondheid van hun kind.

‘Om NOCTP met succes te kunnen toepassen is het essentieel de mind set van ouders aan te pakken’, aldus Vermaire. ‘De routinematige aanpak die al enkele decennia gevolgd wordt, biedt ouders en mondzorgprofessionals weliswaar een vorm van veiligheid, maar als ouders zich er van bewust worden dat zij zelf voor een groot deel verantwoordelijk zijn voor de mondgezondheid van hun kind, valt een grote winst te behalen’, zegt Vermaire in het bericht van de Universiteit van Amsterdam.

Promotie
Dhr. J.H. Vermaire: Optimizing Oral Health; towards an effective and cost-effective dental care

Promotoren: dhr. prof. dr. C. van Loveren en dhr. prof. dr. W.B.F. Brouwer (EUR)
Co-promotoren: dhr. prof. dr. J. Hoogstraten en dhr. dr. J.H.G. Poorterman

Tijd en locatie
Vrijdag 24 mei 13:00 uur
Aula van de UvA, Singel 411, Amsterdam.

Bron:
Universiteit van Amsterdam

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z

Britse campagne zet tandvleesaandoeningen centraal

De Britse vereniging van parodontologie (BSP) startte onlangs  met een campagne waarin bekendheid wordt gegeven aan de gevaren van tandvleesaandoeningen, meldt Dentistry.

Nieuwe onderzoeken op het gebied van parodontologie laten een verband zien tussen gezond tandvlees en een algehele gezondheid en tonen een link tussen tandvleesaandoeningen en diabetes, hartziekten en zwangerschapscomplicaties.

Campagne
Acht van de tien volwassenen boven de 35 jaar hebben volgens de BSP een vorm van tandvleesontsteking. Via hun campagne laten zij consumenten zien hoe tandvleesaandoeningen problemen kunnen geven met spraak, het vermogen om te eten, slechte adem en zelfs tot verlies van tanden kunnen leiden.

Opdracht
In de komende twee jaar krijgen tandartsen de opdracht om te laten zien dat zij bij elke patiënt de gezondheid van het tandvlees checken en verbeteringen realiseren waar nodig. De BSP zal de komende maanden veel voorlichtingsactiviteiten starten richting consumenten en tandartsen over het belang van een gezonde mond.

De campagne is een initiatief van de World Health Organization. Deze organisatie is ervan overtuigd dat een gezonde mond een goede indicatie is van iemands algehele gezondheid.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Drie mensen besmet met HIV na behandeling bij Amerikaanse tandarts

Drie mensen besmet met HIV na behandeling bij Amerikaanse tandarts

Na maanden van testen is duidelijk geworden dat 3 mensen besmet zijn met HIV na bezoek van de inmiddels beruchte tandartspraktijk uit Oklahoma. Maar liefst 70 patiënten zijn positief getest op hepatitis C en 4 mensen op hepatitis B. De Tulsa Health Department maakte dit bekend, meldt Mailonline.

Eind maart werd tandarts Harrington beschuldigd van hergebruik van naalden en het niet goed steriliseren van materialen. 3.796 patiënten van de praktijk hebben zich inmiddels laten testen.

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Petitie Keuzevrijheid in de zorg 21 mei aangeboden aan Tweede Kamer

De petitie ‘Keuzevrijheid in de zorg’ wordt dinsdag 21 mei aangeboden aan de Tweede Kamer. Bijna 50.000 handtekeningen kwamen binnen op de online petitie en ook ontving de NMT per post veel lijsten met handtekeningen.

De handtekeningenlijsten kunt tot woensdag 15 mei naar de NMT sturen. Het antwoordnummer vindt u onderaan de handtekeningenlijst.

In maart startte de NMT de petitie ‘Keuzevrijheid in de zorg’. De Tweede Kamer heeft een voorstel van de minister in behandeling om artikel 13 uit de Zorgverzekeringswet aan te passen. Deze aanpassing kan ertoe leiden dat patiënten zorg die valt onder de basisverzekering niet meer vergoed krijgen als er geen contract is tussen de zorgverlener en de verzekeraar.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Naamsverandering: NMT FenCS wordt Infomedics

Op vrijdag 24 mei verandert de naam van NMT FenCS in Infomedics. Hiermee wordt invulling gegeven aan de afspraken die met de NMT zijn gemaakt bij de overname van NMT FenCS door Infomedics Groep.

Die naamsverandering lijkt een hele stap maar in de praktijk valt dat mee. Infomedics is al sinds de oprichting van NMT FenCS het bedrijf dat de factoringdiensten daadwerkelijk uitvoert. En dat blijft dus zo.

Voor toegang tot het Self Service Portaal kunnen NMT FenCS klanten vanaf de avond van 24 mei inloggen via www.infomedics.nl. Vanaf zaterdagochtend kunnen zij hun declaratiebestanden via dit portaal indienen. Rond 17 mei ontvangen NMT FenCS klanten een uitgebreid informatiepakket dat helpt bij een soepele overgang naar de nieuwe naam.

Bron:
NMT

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Kassa: Voorlichting in bleekstudio’s schiet tekort

Diverse studio’s vertelden niet welke stof gebruikt werd voor het bleken. Ook wezen zij niet altijd op de mogelijke gevolgen van de gebruikte stof. Een intake voor de behandeling werd bij de helft van de bezochte studio’s nagenoeg overgeslagen.

Gebruikte stoffen
De meeste studio’s maken gebruik van sodium perboraat, een stof waarbij peroxide vrijkomt en waarvoor dus dezelfde maximale percentages gelden als voor perioxide. Ook kwam Kassa de stof natriumbicarbonaat (baking soda) tegen en in één studio werd gebleekt met peroxide boven het maximaal toegestane gehalte van 0,1%.

Sinds 1 november 2012 mogen tandbleekproducten met meer dan 0,1% peroxide tot maximaal 6% alleen door tandartsen toegepast worden. Is iemand geen tandarts, dan mag dus alleen gewerkt worden met 0,1% peroxide.

ACTA, NVM en NVWA
In de Kassa-uitzending reageert professor Roeters van het ACTA. Hij is van mening dat natriumbicarbonaat geen blekende werking heeft, maar alleen een reinigende werking. Langdurig gebruik van deze stof tast volgens hem bovendien het glazuur aan. In de uitzending zegt de woordvoerder van de NVWA (De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) dat zij optreden als bleekstudio’s met stoffen werken die niet zijn toegestaan. Ellen Bol, directeur van de NVM, is in de uitzending ook aan het woord. Zij geeft aan dat het verstandig is om bij plannen voor het tandenbleken eerst met de tandarts te overleggen en een behandeling door een tandarts te laten doen.

Bron:
Kassa

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
3D Close Store Glass Sign - Front View

Tandarts in Kijkduin plots vertrokken

Zorgbelang Zuid- Holland maakt zich zorgen over de plotselinge sluiting van Apollonia Dentistry in Kijkduin, meldt Omroep West. Het lijkt erop dat de tandarts met de noorderzon is vertrokken. Patiënten van de tandartspraktijk kunnen niet worden behandeld door het vertrek van de tandarts en ook hun dossiers kunnen niet worden bekeken. Zorgbelang Zuid-Holland geeft aan dat er tevens onduidelijkheid is over het betaalde geld door patiënten voor hun behandeling.

De tandarts kwam eerder in het nieuws door een conflict met het Rijnland Ziekenhuis over onveilige waterleidingen en huurachterstanden.

Ook de vestiging van Apollonia Dentistry in Alphen aan den Rijn is gesloten. Op de deur van de praktijk hangt een briefje: ‘Door omstandigheden zijn wij gesloten tot nader bericht’, volgens Omroep West.

Zorgbelang Zuid-Holland is een provinciale belangenorganisatie die de belangen behartigt van gebruikers van zorg en welzijn in de provincie Zuid-Holland.

Bron:
Omroep West

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Britse studenten oefenen boren met nieuw 3D-programma

Tandheelkunde studenten van de universiteit Leeds Dental Institute oefenen sinds kort met een nieuwe 3D-simulatie techniek waarmee zij kunnen boren bij virtuele patiënten, meldt Dentistry.

De techologie moet voor studenten de stap overbruggen tussen het de theorie en het moment van behandelen van echte patiënten.
De virtuele mond heeft een vibrerende technologie die vergelijkbaar is met simulatoren voor pilotentrainingen en vibrerende hand controllers van computer games.

Bij het boren van de tanden geeft de virtuele mond feedback aan de studenten waardoor zij het verschil voelen tussen boren in gezond glazuur en op plaatsen met tandbederf. De weerstand leert studenten hoeveel druk zij kunnen toepassen bij het boren.

De universiteit van Leeds heeft voldoende ‘virtuele monden’ aangeschaft om elke student regelmatig te laten oefenen.






He said: ‘Up until now, students have practiced using a phantom head. You need these to help you get to grips with what it’s like to have a real patient in front of you. But it’s still a big step to then drill into someone’s teeth for the first time. Dentistry is all about skill, dexterity and most importantly, practice. So having a virtual mouth to test and perfect your skills on, time and time again, means our students are going to be very well practiced before they treat a patient.’

The virtual environment also allows dental students to play back what they’ve done, examine their technique, analyse how successful they were and identify areas for improvement.

It also prepares students for a wider range of dental procedures, building up more complex cases than a phantom head can offer, such as tackling decay on a single tooth through to opening teeth for root canal treatment.

He added: ‘The students who have trialled the virtual mouths have already appreciated the very realistic experience it offers, even down to working with a tongue that reacts to your touch. This technology presents a huge step forward in the way dentistry students will master their training.’

Lees meer over: Kennis, Restaureren, Scholing, Thema A-Z

In september weer start applicatiejaar Tandheelkunde voor mondhygiënisten

ACTA start medio september weer het applicatiejaar Tandheelkunde voor studenten met een bachelordiploma Mondzorgkunde. Tot en met 1 juni 2013 is aanmelding mogelijk.

 

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
klikgebit-schema-90

Genoeg houvast in bovenkaak voor klikgebit op 4 implantaten

Voor een kunstgebit op implantaten in de bovenkaak is het voldoende om vier implantaten in te brengen, in plaats van de gebruikelijke zes. Deze conclusie trekt UMCG-tandarts en implantoloog Wim Slot, meldt het UMCG.

Promotieonderzoek
Een klikgebit op vier implantaten is volgens Slot goedkoper, vergt een kortere behandeltijd en de nabezwaren voor de patiënt zijn veelal geringer. Slot promoveerde op 22 april aan de Rijksuniversiteit Groningen.

“De keuze voor zes implantaten is indertijd op pragmatische gronden gemaakt. We hebben nu wetenschappelijk onderbouwd dat een klikgebit op 4 implantaten net zo goed is,” licht Slot toe.

Voordelen
Slot stelde vast dat er medisch gezien voordelen zijn om vier implantaten te plaatsen. Er hoeft minder ver in de mond geopereerd te worden, er is iets meer ruimte tussen de implantaten en de kans dat een implantaat niet goed hecht in de bovenkaak is heel klein. “Een veel gebruikt argument voor zes implantaten is de kans dat er eentje verloren gaat. Als je maar vier implantaten hebt, dan is verlies van een implantaat niet wenselijk,” aldus Slot. Hij stelt echter dat dit maar zo zelden voorkomt, dat het argument nauwelijks weegt ten opzichte van de voordelen van de minder zware ingreep bij vier implantaten.

Prothese
De kaakchirurg is verantwoordelijk voor de plaatsing van de implantaten, en de tandarts maakt in samenwerking met de tandtechnicus de prothese. Volgens Slot is het maken van een klikgebit voor zes implantaten lastiger dan eentje voor vier. Hij vindt dat er weinig overleg is tussen beide beroepsgroepen waardoor er weinig gezocht is naar verbeterde procedures. In het UMCG worden inmiddels bij alle patiënten vier implantaten ingebracht in plaats van zes. Slot verwacht dat meer ziekenhuizen hun beleid zullen veranderen.

Wim Slot (Coevorden, 1960) is als tandarts/implantoloog werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde (CTM) van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Hij voerde zijn onderzoek uit bij het Kolff Instituut in het kader van de onderzoekslijn Maintaining Oral Health and Oral Function. Slot promoveert bij prof.dr. H.J.A. Meijer, prof.dr. G.M. Raghoebar en prof.dr. A. Vissink. De titel van zijn proefschrift is “Implant-supported maxillary overdentures.”

Bron:
UMCG

Lees meer over: Implantologie, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

IZA meest klantgerichte zorgverzekeraar

IZA ontving de Customer Centric DNA Award voor meest klantgerichte zorgverzekeraar. De jury bestaande uit louter consumenten oordeelde: ‘IZA zet haar klant het beste centraal in haar klantcontact’, meldt Zorgverzekeraars Nederland.

TNS NIPO vroeg ongeveer 10.000 consumenten naar hun ervaringen met de klantgerichtheid van meer dan 100 organisaties in elf verschillende sectoren.

IZA was in de categorie zorgverzekeraars samen met Univé en Ohra genomineerd voor de Customer Centric DNA Award, uitgereikt door TNS NIPO en Bearingpoint. TNS NIPO deed uitgebreid onderzoek naar de customer centricity van een groot aantal bedrijven. De genomineerden zijn geselecteerd op basis van hun customer centric performance, gemeten op de aspecten: proces performance, medewerker performance, consistente dienstverlening, consistente merkbeleving, kwaliteit van webcare, klant-aanbevelingen (via onder meer social media) en vertrouwen.

Bron:
Zorgverzekeraars Nederland

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen