slaapapneu

Online begeleiding van patiënten met slaapapneu

Patiënten met slaapapneu van het Sint Franciscus Gasthuis, het Havenziekenhuis en het Nederlands Slaap Instituut (NSI) kunnen sinds kort gebruik maken van de NSI – Apneu Coach®. Dit meldt het Havenziekenhuis op haar website.

Monitoren
Via internet krijgen patiënten hulp bij het zelf monitoren van de behandeling van hun ziekte. Ook kunnen patiënten via de NSI Apneu Coach vragen stellen en direct advies krijgen. Uit de ervaring die deze ziekenhuizen hebben opgedaan met andere zelf-management programma’s is gebleken dat een actievere rol van de patiënt positief werkt op de resultaten van de behandeling.

Beter omgaan
Longarts In’t Veen werkt bij het Sint Franciscus Gasthuis en verwacht veel van de online Apneu Coach. ‘Via de NSI Apneu Coach helpen we patiënten in de eerste maanden beter om te gaan met hun CPAP (een apparaat dat tijdens de slaap voor een positieve luchtdruk zorgt) of een MRA (een gebitsprothese die de onderkaak naar voren houdt tijdens de slaap). Juist die eerste periode blijkt van groot belang in het welslagen van de behandeling. Patiënten kunnen zo zelf zien in hoeverre zij hun slaapapneu onder controle hebben’.

Zijn collega Klaaver, longarts bij het Havenziekenhuis vult aan. ‘Wij werken al een aantal jaren met soortgelijke toepassingen als ‘Mijn COPD-online’ en ‘Mijn Astma-online’. We zien dat patiënten door de online hulpmiddelen nog beter geïnformeerd zijn en zelf keuzes kunnen maken in hun behandeling, die het best passen bij de persoonlijke situatie. Patiënten die gebruik gaan maken van de NSI Apneu Coach bespreken samen met de longverpleegkundige hun persoonlijke doelen en vullen die in. Zij kunnen ook online vragen stellen.’

Slaapapneu
Slaapapneu is een veel voorkomend probleem, waarbij het soms lang kan duren voordat de juiste diagnose gesteld wordt. Een apneu is een pauze van de ademhaling van meer dan tien seconden. Bij een deel van de snurkende mensen is de keelholte zo nauw dat de luchtweg afgesloten wordt. Door deze apneus en alarmsignalen uit de hersenen lukt het de patiënten eigenlijk niet of nauwelijks om diep genoeg te slapen. Dit leidt tot moeheid overdag, soms zelfs zo erg dat zij zomaar ongewild in slaap kunnen vallen. Ook een slechte concentratie en vergeetachtigheid kunnen het gevolg zijn. Het spreekt voor zich dat dit in het dagelijkse leven tot gevaarlijke situaties kan leiden. Bijvoorbeeld in het verkeer. Verder treden er door de alarmsignalen wisselingen in de bloeddruk op waardoor patiënten een hoge bloeddruk kunnen krijgen. Patiënten worden vaak behandeld met een CPAP-apparaat of een MRA. Juist voor deze groep is de NSI Slaap Apneu Coach een goede ondersteuning bij de behandeling.

De NSI – Apneu Coach is ontwikkeld door het Nederlands Slaap Instituut in samenwerking met longspecialisten en de Apneuvereniging en deelname is gratis voor alle patiënten.

Bekijk een video over de werking van de NSI- Apneu Coach®

Bron:
Havenziekenhuis

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Mondhygiënist en Vitaliteitstherapeut: de relatie tussen mondgezondheid en algehele gezondheid in praktijk gebracht

Veel wetenschappelijke onderzoeken laten een relatie zien tussen mondgezondheid en de algehele gezondheid. Mondhygiënist Yvonne van Vugt brengt deze combinatie ook echt in praktijk. Naast haar werk als mondhygiënist is zij opgeleid tot vitaliteitstherapeut.

Wat doet een vitaliteitstherapeut precies?
Een vitaliteitstherapeut begeleidt zowel gezonde als zieke mensen om vitaler te worden. Dit wordt gedaan via de drie interventiegebieden: gezonde voeding, beweging en emotiemanagement. Het is algemeen bekend dat lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarom worden juist deze gebieden gebruikt om de kwaliteit van leven te verbeteren. Bij een vitaliteitstherapeut komen gezonde mensen, die regelmatig moe zijn en meer energie willen hebben. Of mensen die willen afvallen, gezonder willen leven of lekkerder in hun vel willen zitten. “Maar ook als je een van de volgende klachten hebt, kun je bij een vitaliteitstherapeut terecht: slaapstoornissen, stress, burnout, diabetes, nek- en rugklachten waar je maar niet van af komt, angst en depressie, hart- en vaatziekten, COPD, astma en kanker. Ook als je zwanger bent, kan je met kleine aanpassingen in je leefstijl vitaal door de zwangerschap heen”, zegt Van Vugt.

Als consument kun je zelf op zoek gaan naar een vitaliteitstherapeut. Ook een huisarts kan je doorverwijzen maar in de praktijk blijkt dit wel eens lastig te zijn. ‘Bij veel huisartsen werken praktijkondersteuners die denken dat zij hetzelfde werk als een vitaliteitstherapeut doen.’

Keuze
Yvonne van Vugt is mondhygiënist en vitaliteitstherapeut. Nieuwsgierig naar haar drive interviewde ik haar. Yvonne en ik kennen elkaar van de opleiding Restauratieve Zorg door de Mondhygiënist aan het UMC St Radboud in het jaar 2006/2007. Via social media hielden we contact met elkaar. Na het behalen van haar VWO-diploma wilde Yvonne zich inschrijven voor de studie Tandheelkunde maar helaas had ze niet het juiste vakkenpakket. Vervolgens besloot ze om zich in te schrijven voor de HBO-studie Mondzor gkunde. Na het behalen van haar diploma startte zij in 2004 in een Paropraktijk en in een algemene praktijk waar zij ook tandheelkundige behandelingen deed. Het jaar daarop startte ze samen met een vriendin een vrije mondhygiëne praktijk in Gorinchem. Dit alles bleek nog niet voldoende uitdaging te bieden en verder studeren bleef lonken. Ze schreef zich in voor de studie Vitaliteitstherapeut.

Yvonne legt uit waarom ze nu juist vitaliteitstherapeut wilde worden: “De opleiding vitaliteitstherapeut heb ik echt gekozen uit een zeer grote interesse in gezondheid en leefstijl. Mijn beide opleidingen – mondhygiënist en vitaliteitstherapeut – laten zien dat ik graag mensen help om het beste uit zichzelf te halen en gelukkiger te worden. Ik gun iedereen een gezond, gelukkig en vitaal leven.” Er zijn verschillende opleidingen tot vitaliteitscoach. Yvonne koos voor de Chivo.

Andere kijk
Yvonne blijft werken als mondhygiënist, voor 24 uur per week. Daarnaast werkt ze 8 uur als vitaliteitstherapeut. Door deze combinatie kijkt ze anders tegen dingen aan. “Ik zie nog duidelijker de overeenkomst tussen mondgezondheid en algehele gezondheid. Ik kan patiënten iets meer meegeven dan de adviezen die iedere mondhygiënist geeft. Ook heb ik veel kennis opgedaan in coaching, wat ik zeker toepas.” Andersom heeft haar achtergrond als mondhygiënist zeker geholpen tijdens haar studie tot vitaliteitstherapeut doordat ze al het een en ander over gezondheid wist. Toch was de studie wel erg pittig door het hoge wetenschappelijke gehalte. “Er wordt zoveel onderzoek gedaan op het gebied van gezondheid en leefstijl, maar helaas wordt niet ieder onderzoek goed uitgevoerd. Wij werken naar het beste bewijs, wat er op dit moment is. Dus je moet jezelf voortdurend blijven bijscholen.”

Mailconsulten
Yvonne geeft ook mailconsulten. “Er is zeker een markt voor deze consulten. Iedereen heeft tegenwoordig een mobiel en is erg druk. Een mailconsult kun je gemakkelijker inpassen in je leven. Misschien wordt de stap ook kleiner, doordat je in je eigen vertrouwde omgeving aan de slag kan. Emailtrajecten staan nog in de kinderschoenen, maar er zijn zeker voordelen ten opzichte van face-to-face contacten. Misschien dat de mondhygiënist hier ook wat mee kan bij het motiveren van een patiënt. Hoeveel mensen zeggen niet: ‘Als ik hier vandaan kom, ga ik trouw aan de slag, maar na 4 weken verwatert het’. Wellicht biedt een motiverende mail uitkomst.”
Yvonne gaat nog lang niet achterover leunen en blijft leren: “Ik wil veel mensen begeleiden om de beste versie van zichzelf te worden!”

Yvonne van Vugt, Yvital

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Emotionele problemen beïnvloeden tandartsangst

Emotionele problemen en copinggedrag van kinderen kunnen een rol spelen bij tandartsangst bij kinderen. Dit blijkt uit het proefschrift van ACTA-onderzoeker Janneke Krikken. Zij onderzocht de relatie tussen de opvoedstijl van ouders, tandartsangst van kinderen en het gedrag van kinderen tijdens de tandheelkundige behandeling.

Opvoeding
Hoewel tandartsen vaak aangeven dat zij geloven dat de opvoeding van ouders invloed heeft op de behandelbaarheid van kinderen, kon Krikken deze relatie in haar onderzoek niet aantonen. Wel kunnen emotionele problemen en coping-gedrag van kinderen een rol spelen bij tandheelkundige angst bij kinderen.

Kinderen met slaapproblemen, concentratieproblemen en agressief gedrag vertonen meer oncoöperatief gedrag bij de tandarts. Emotioneel reactieve kinderen en kinderen met concentratieproblemen blijken angstiger voor de tandarts.

Coping
Voortdurende blootstelling aan neutrale tandheelkundige handelingen, zoals een controle, blijkt te zorgen voor minder tandartsangst bij kinderen met een schisis. In drie jaar tijd daalde de tandartsangst van deze kinderen van gemiddeld boven het landelijk gemiddelde tot een gemiddeld niveau. Het aantal copingstrategieën dat de kinderen gebruikten tijdens een tandheelkundige behandeling verminderde in deze tijd.

Ouders bij de behandeling
Krikken onderzocht ook of de aanwezigheid van ouders invloed had op de angst of het gedrag van hun kinderen tijdens de behandeling. Tandartsen wisten op voorhand goed de ouders van bange kinderen te identificeren, evenals de ouders die weinig vertrouwen hadden in de behandeling.

In geval van vrije keuze zouden de tandartsen er de voorkeur aan geven deze ouders niet bij de behandeling van hun kinderen te betrekken. Echter, de aanwezigheid van ouders bleek niet van invloed op de angst of het gedrag van hun kinderen tijdens de behandeling.

Proefschrift
Janneke Krikken promoveerde op 14 juni. De titel van haar proefschrift is: ‘Dental anxiety and behaviour management problems; the role of parents’.

Bron: ACTA

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z
ANT: NZa-kostenonderzoek onjuiste onderbouwing voor beleid mondzorg

ANT: NZa-kostenonderzoek onjuiste onderbouwing voor beleid mondzorg

De beroepsorganisatie Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) maakt zich ernstige zorgen over de opzet en uitkomsten van het NZa-kostenonderzoek. De NZa wil met het onderzoek de opbrengsten, productie, praktijkkosten en tijdsbesteding van mondzorgaanbieders in kaart brengen om zo de mondzorgtarieven voor 2014 vast te stellen. De ANT constateert dat het NZa onderzoek onjuist is opgezet. ‘Elke conclusie of consequentie die de NZa aan de onderzoeksuitkomsten verbindt, is discutabel en arbitrair’, zegt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes.

De ANT heeft op 4 juli een brief aan de NZA gestuurd waarin zij hun bezwaren uiten tegen de opzet van het kostenonderzoek.
Lees deze brief

Een interview met ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes

Voor het NZa-onderzoek is een klankbordgroep ingesteld waarin beroepsverenigingen van mondzorgaanbieders, waaronder de ANT, zorgverzekeraars en consumentenorganisaties zijn vertegenwoordigd.

Kunt u iets vertellen over uw bijdrage in de klankbordgroep?

De ANT is onverminderd voorstander van vrije tarieven in de mondzorg, een standpunt dat feitelijk ook al jaren door de NZa gedeeld wordt. Zowel de NZa als de ANT betreuren daarom het terugdraaien door minister Schippers van een driejarig experiment na amper zes maanden. Voor de NZa is de consequentie dat ze alsnog het kostenonderzoek moeten uitvoeren dat vanwege het experiment on hold was gezet. En de ANT blijft onverminderd en uit principe tegen dit kostenonderzoek omdat de tarieven in de mondzorg vrij zouden moeten zijn. Niettemin hebben we besloten om zitting te nemen in de klankbordgroep. Wanneer een dergelijk onderzoek gedaan wordt is het belangrijk om gezamenlijk met alle marktpartijen kennis en input te leveren en tot een aanpak te komen. Met deze inbreng vanuit de praktijk als vertrekpunt voor de opzet van het onderzoek kan het de resultaten opleveren als basis voor beleid.
Tijdens overleg met de klankbordgroep is tot in detail gesproken over de onderzoeksmethode. Nu de vragenlijst openbaar is, kunnen we daarover meer vertellen en op voorhand onze bezwaren openbaren. Het is belangrijk dat we voor de resultaten van het onderzoek bekend zijn duidelijk maken dat er sprake is van een onjuiste onderzoeksopzet. Ook vinden wij dat de beroepsorganisaties slechts zeer beperkt invloed hebben op de onderzoeksopzet en besluiten hierover van de NZa. De klankbordgroep lijkt vooral te worden gebruikt om het beleid te rechtvaardigen.

Wat zijn de grootste bezwaren van de ANT tegen het onderzoek?

Alleen onderzoek mondzorgondernemingen
We zien verschillende bezwaren en gevaren. Allereerst is met de huidige opzet van het onderzoek geen conclusie te trekken over het gemiddelde inkomen van een tandarts. Het onderzoek richt zich op mondzorgondernemingen en niet op de beroepsbeoefenaren zelf. Dat is merkwaardig als je bedenkt dat de NZa aangeeft dat zij de mondzorgtarieven voor 2014 wel gaat herijken aan de hand van een norminkomen.

ZZP’ers vallen buiten onderzoek
Los van de discussie over de hoogte van het norminkomen, zou het norminkomen bedoeld moeten zijn om het gemiddeld inkomen van de werkzame en BIG-geregistreerde tandartsen te beschrijven. Daarom is het relateren van de winst van een mondzorgonderneming aan een norminkomen een methodologisch onjuiste stap. De mondzorgondernemer is niet per definitie een tandarts, er bestaan zeer diverse samenwerkingsverbanden. Bovendien worden een paar duizend tandartsen die in de mondzorg werkzaam zijn als zelfstandig ondernemer zonder personeel (ZZP’ers) buitengesloten in het onderzoek.

Compensatie grote praktijken
Daarnaast is het niet duidelijk of er gecompenseerd gaat worden als een praktijk heel groot is. Bedrijfseconomisch kan je niet verwachten dat een grote groepspraktijk met meer dan 50 medewerkers slechts een winst van eenmaal het norminkomen zou mogen behalen. Hetzelfde geldt voor een mondzorgonderneming met bijvoorbeeld tien vestigingen opererend onder één entiteit.

Tandartspraktijken zijn tegenwoordig kleine ziekenhuizen en de methodiek van het onderzoek had hierop moeten aansluiten. Nu gebruikt de NZa een onderzoeksopzet die misschien bij andere beroepsgroepen zonder ingewikkelde samenwerkingsverbanden en hightech apparatuur nog zou kunnen werken, maar de plank geheel misslaat in de mondzorg.

Selecte steekproef
Naast de aselecte steekproef van 450 praktijken worden verschillende specialismen in kaart gebracht middels een handgekozen selectie. Tandartsen gespecialiseerd in de parodontologie, implantologie en endodontologie werken vaak samen in grote gespecialiseerde centra. Doordat de onderzoeksopzet erop gericht is om de opbrengsten van mondzorgondernemingen in kaart te brengen en niet zozeer de individuele opbrengst van een tandarts, moest de selectie worden uitgebreid om meerdere specialisten, werkzaam in dezelfde praktijk, erbij te betrekken.

Een gevolg van deze methodiek is dat nagenoeg alle grote verwijspraktijken voor parodontologie, implantologie en endodontologie zijn geselecteerd. Door deze rekenmethodiek ontstaat echter wel een probleem voor de aannames voor de gehele beroepsgroep. De verwijspraktijken zijn zeer zeldzaam, zowel door grootte in personeel en medewerkers als door het volume van geavanceerde prestaties. Het is dus volkomen te verklaren dat in deze centra, waar specialisten samenwerken, de totale praktijkopbrengst als som van al deze specialisten en ondersteunend personeel bovengemiddeld zal zijn.

De groep van gespecialiseerde verwijspraktijken heeft door het selectieve beleid nu een vertekend aandeel gekregen in het onderzoek. Deloitte zal de gegevens van deze selecte steekproef gescheiden aanleveren, maar op voorhand is niet bekend hoe de NZa de gegevens zal gebruiken en al of niet zal vermengen.

Data torturing
Ondanks herhaaldelijk vragen is niet bekend hoe de NZa na het verzamelen van de data er conclusies aan verbindt, waardoor kans bestaat op data torturing. Als je maar genoeg verschillende uitkomsten van je data analyseert komt er altijd wel iets uit wat je graag wilt horen. In de medische wetenschap kan deze methode niet meer door de beugel en moeten onderzoekers van tevoren vastleggen wat ze precies gaan meten en hoe een uitkomst wordt gedefinieerd.

De NZa heeft als opdrachtgever een grote mate van vrijheid om Deloitte correlaties te laten berekenen die wenselijke uitkomsten kunnen opleveren. De leden van de klankbordgroep zullen die vrijheid niet krijgen. En wij zullen als ANT nooit de gedetailleerde databasegegevens krijgen om zelf aan het rekenen te slaan. Je staat dus als belangenvereniging al 3-0 achter bij de start.

Reputatieschade
We willen voorkomen dat in het uiteindelijke NZa-rapport van het kostenonderzoek het woord ‘tandarts’ wordt gebruikt omdat dit onderzoek gericht is op de winst uit mondzorgondernemingen, ongeacht het aantal zelfstandige tandartsen. Het publiekelijk maken van een onderzoek over mondzorgpraktijken waarbij onterecht conclusies worden getrokken voor individuele tandartsen, zal een onjuiste beeldvorming tot gevolg hebben bij verzekeraars, politiek en het grote publiek in Nederland. Wij zijn van mening dat dit onderzoek al lang niet meer over de individuele tandarts gaat, die echter wel wordt aangesproken als het rapport op media als Nu.nl staat.

Visie
Daarnaast is het gebrek aan visie op de mondzorg fnuikend. Dit is niet de verantwoordelijkheid van de NZa maar van de politiek. Maar de NZa kan met haar tarieven wel degelijk de mondzorg in hoge mate sturen en die verantwoordelijkheid kun je niet nemen zonder een beleidskader. Mondzorg is heel divers: van pure basiszorg tot en met luxe zorg met hoogstaande hospitality kenmerken. Dit laat zich nu al niet goed met uniforme tarieven regelen. Indien de gemene deler de norm wordt, dan zullen dit soort praktijken en ook gedifferentieerde tandartsen het meest moeten opofferen. Wrang is dan dat de patiënten van deze praktijken dit allemaal particulier moeten betalen en dat zij graag maatwerk zouden willen zien in plaats van eenheidsworst.

De Nederlandse mondzorg staat goed aangeschreven en de kosten liggen onder het Europees gemiddelde. Waar we bang voor zijn, is dat dit onherstelbaar beschadigd zal worden. Dat alles op basis van een onderzoek wat ontzettend belastend is en alleen gemaakt lijkt te zijn om te fungeren als een stok om de komende jaren in onderhandelingen mee te kunnen slaan.

Lees meer over: Opinie, Tarieven, Thema A-Z, ZZP-er
snoep

Britse tandartsen voeren campagne tegen suikerrijk voedsel

De British Dental Association (BDA) moedigt tandartsen aan om verkopers te wijzen op de schadelijke gevolgen van ongezonde voedingsmiddelen voor het gebit van kinderen. Daarmee wil de BDA de mondgezondheid van Britse kinderen verbeteren, meldt Dentistry.

Campagne
Onderdeel van de campagne is een brief die Britse tandartsen naar winkels kunnen sturen. Daarmee uiten ze hun bezorgdheid over de verleidelijke presentatie van snoepgoed en frisdrank vlakbij kassa’s.

Tandbederf
Een adviseur van de BDA zei tegen Dentistry dat tandbederf te voorkomen is, maar dat veel Britse kinderen er toch last van hebben. De BDA wil daarom dat verkopers beter nadenken over de presentatie van ongezonde producten en de gevolgen die dat heeft voor de gezondheid van kinderen.

Bron
Dentistry 


Lees meer over: Actueel, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Tandarts is te duur volgens Belgen

Tandarts is te duur volgens Belgen

Belgen zijn tevreden over hun tandarts, maar vinden de kosten voor tandartszorg hoog. Dat meldt Knack.

Hoewel de prijs van het tandartsbezoek transparant is, vinden veel Belgen een tandartsbehandeling duur. Dat blijkt uit een onderzoek waarin Belgen werd gevraagd hoe tevreden zij zijn over de gezondheidszorg in België. Het onderzoek werd gehouden onder 22.000 Belgen.

Uitstel
Van de respondenten kan 39% de rekening van de tandarts met moeite betalen. Elf procent van de Belgische ondervraagden stelde een behandeling zelfs uit, omdat deze te duur is, schrijft Knack.

Bron:
Knack

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Gen bepaalt juiste frequentie tandartsbezoek

Niet iedereen hoeft even vaak naar de tandarts of mondhygiënist, volgens een nieuw onderzoek in Journal of Dental Research. CBS News meldt dat mensen met een bepaald gen minder vaak op controle kunnen komen.

Advies
Amerikanen krijgen het advies om elk half jaar op controle te komen, zonder dat daar onderzoek naar gedaan is, schrijft CBS News. Uit het huidige onderzoek blijkt dat een bepaald gen ertoe leidt dat sommige mensen minder vaak op controle hoeven te komen. Ze moeten dan wel hun gebit goed verzorgen.

Onderzoek
Onderzoekers achterhaalden het aantal gevallen van tandvleesaandoeningen en tandverlies onder 5117 patiënten in een periode van 16 jaar. Daarbij onderzochten zij het verband met drie risicofactoren: diabetes, roken en een mutatie in het interleukin-1 gen.

Risico
Als patiënten geen van de drie risicofactoren hadden, was er geen verschil tussen een halfjaarlijkse of jaarlijkse controle. Mensen die daarentegen meer dan één risicofactor hadden, zouden vaker dan twee keer per jaar naar de tandarts of mondhygiënist moeten gaan. Zij hebben namelijk een verhoogde kans op het verliezen van tanden.

Kritiek
Een tekortkoming van de studie is dat er geen onderzoek is gedaan naar mondhygiëne als risicofactor, schrijft CBS News. Naast de drie onderzochte factoren, speelt mondhygiëne ook een belangrijke rol bij tandverlies.

Bron
Journal of Dental Research
CBS News

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Overname Utrecht Dental, Eurodent en Dental Ergonomics

Utrecht Dental in Nederlandse handen
Het management van Utrecht Dental, inrichter van tandheelkundige praktijken, heeft een drietal overnames gedaan. Allereerst zijn 100% van de aandelen in Utrecht Dental B.V., inrichter van circa 1.000 van de in totaal 8.500 tandartspraktijken in Nederland, overgenomen.

Eurodent doorverkocht
Gelijktijdig zijn de activa van Eurodent overgenomen en overgedragen aan Promed, producent van onder meer Dentalmatic tandartsstoelen en –units.

Dental Ergonomics overgenomen
Deze twee overnames volgen kort na de overname van de activiteiten van Dental Ergonomics B.V., inrichter van ergonomische tandartspraktijken uit Roosendaal.

Door deze drie overnames ontstaat een sterke combinatie die gespecialiseerd is in het ontwerpen, produceren, leveren en onderhouden van tandheelkundige stoelen en units en alle bijbehorende apparatuur. Middels passende adviezen, diensten en producten zorgt de combinatie ervoor dat tandheelkundigen met plezier en gezond kunnen werken. De krachtenbundeling betekent een verbreding van de dienstverlening en sluit aan bij de schaalvergroting van praktijken.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Duitse tandarts veroordeeld voor verzekeringsfraude

Duitse tandarts veroordeeld voor verzekeringsfraude

Een Duitse tandarts sneed zijn wijsvinger eraf om verzekeringsgeld te kunnen innen, schrijft The Local. De tandarts werd veroordeeld tot een jaar voorwaardelijk wegens verzekeringsfraude.

Met het verzekeringsgeld wilde de tandarts zijn financiële problemen oplossen. Bij arbeidsongeschiktheid zou de tandarts €600,000 uitgekeerd krijgen van zijn verzekeringsmaatschappij. Als hij bewees dat hij het slachtoffer was van een overval, kreeg hij nog eens €250,000.

Rechtszaak
Tijdens de rechtszaak vertelde de tandarts dat twee mannen hem overvallen hadden in zijn praktijk. Omdat hij geen geld of goud had, zouden zij zijn linkerwijsvinger afgesneden hebben. Bij onderzoek in de praktijk van de Duitse tandarts werden echter bloedsporen gevonden die pijnstillers bevatten. Ook werden de daders en de afgesneden vinger niet gevonden. De tandarts werd veroordeeld voor verzekeringsfraude en het voorwenden van een misdaad.

Frauderen
Dit soort verzekeringsfraude is voor tandartsen aantrekkelijker dan voor de gemiddelde werknemer, schrijft The Local. Tandartsen en dokters krijgen namelijk een hogere uitkering voor verlies van een lichaamsdeel dan andere werknemers. Ook hebben zij makkelijker toegang tot pijnstillers.

Bron:
The Local

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Zorgverzekeraars niet transparant

Zorgverzekeraars maken enorme winsten en laten eigen kosten als zorgkosten zien. Dit blijkt uit onderzoek van Annalise in opdracht van financiële dienstverlener zorgsector VvAA. Het onderzoek werd onlangs gepresenteerd in het BNR-debat ‘De zorgverzekeraar regeert’.

Met name de vier grote zorgverzekeraars Achmea, CZ, Menzis en VGZ – die 90% marktaandeel bezitten – hebben een hoog eigen vermogen, terwijl zij ook forse winsten maken.

Onterecht
Kosten die zijn gemoeid met het binnenhalen van nieuwe klanten zijn niet inzichtelijk en bovendien presenteren zorgverzekeraars eigen kosten ten onrechte als zorgkosten.

Verschil reclame- en aquisitiekosten
Een andere opvallende uitkomst is dat in de jaarverslagen van de vier grote verzekeraars reclamekosten worden opgegeven van in totaal € 58 miljoen in 2011. Volgens de jaarstaten die de zorgverzekeraars inleverden bij De Nederlandse Bank blijken andere getallen, die echter niet worden toegelicht. Daar wordt gesproken van in totaal € 353 miljoen aan acquisitiekosten (binnenhalen van klanten). Zowel uit de jaarstaten als uit de jaarverslagen blijkt verder niet wat onder die kosten wordt verstaan.

Edwin Brugman, directeur kennismanagement van VvAA: “Als we nog even bij de reclamekosten blijven, zien we dat de vier grote concerns verantwoordelijk zijn voor 20 verschillende verzekeringsmerken, daar waar de andere vijf verzekeringsmaatschappijen maar zes merken in de lucht houden. Wanneer mensen overstappen is de kans groot dat deze overstap wordt gemaakt naar een ander merk, maar binnen hetzelfde verzekeringsconcern. Ze blijven vaak gewoon binnen dezelfde organisatie.”

Omlaag
Brugman, directeur kennismanagement van VvAA: “Zorgverzekeraars komen bij monde van zorgverzekeraars nu naar buiten met de mededeling dat de premies omlaag kunnen omdat de winsten dit jaar zo hoog zijn. Dit was de afgelopen jaren ook al het geval, echter toen is aangegeven dat de premies omhoog zouden gaan vanwege stijging van de zorgkosten. Daarbij werd de bal doorgespeeld naar zorgverleners en zorginstellingen.

De winsten en daarmee het eigen vermogen blijven echter zeer hoog. Nu wordt er aangegeven dat de premies dit jaar al over de hele linie € 6,- zijn gedaald. Dit kost de zorgverzekeraars € 65 miljoen. Daarbij vergeet men te vermelden dat het eigen risico met € 140,- is gestegen. Dit betekent dat zorgverzekeraars per saldo zo’n € 1,5 miljard zouden kunnen besparen.”

Bron:
VvAA

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Nog 400 deelnemers kostenonderzoek gezocht

De NZa heeft 950 brieven verzonden aan praktijken die moeten deelnemen aan het kostenonderzoek. De NMT heeft inmiddels 560 meldingen van praktijken ontvangen die aan dit onderzoek moeten meedoen. Zo’n 400 praktijken hebben zich dus nog niet gemeld.
De NMT roept deze praktijken op zich te melden voor ondersteuning en voor informatie over het schaduwonderzoek dat door PwC wordt uitgevoerd.

Bent u aangeschreven, maar heeft u zich nog niet gemeld? Doe dit dan zo snel als mogelijk via het eenvoudige online aanmeldingsformulier Kostenonderzoek. Kent u een collega in uw omgeving die is aangeschreven? Geef uw collega dan het advies om zich zo snel als mogelijk te melden. Er zijn in totaal 4 informatiebijeenkomsten georganiseerd waarbij diverse experts alle vragen over het kostenonderzoek en de vragenlijst kunnen beantwoorden. Op 31 juli volgt nog een extra bijeenkomst in Nieuwegein voor diegenen die nu verhinderd zijn. Meld u, zodat de NMT u optimaal kan ondersteunen.

Bron:
NMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Diefstal gouden vullingen in Duits crematorium

Vier medewerkers van een Duits crematorium worden verdacht van het diefstal van gouden vullingen uit de as van overledenen.
Bij een huiszoeking werd bij één van de verdachten een kilo goud met een waarde van ongeveer 30.000 euro gevonden. Bij de andere verdachten zijn geen bewijzen gevonden, meldt ZWP online.

Een anonieme tip heeft de zaak aan het rollen gebracht. Tot nu toe heeft nog geen van de verdachten gereageerd op de beschuldigingen.

In Duitsland is niet duidelijk geregeld wie eigenaar is van de reststoffen. Vaak sturen crematoria de reststoffen naar een Nederlands bedrijf dat de opbrengst aan een goed doel beschikbaar stelt.

Het crematorium waar de vier verdachten werkzaam zijn, heeft inmiddels een camera geïnstalleerd en de houder van de reststoffen vergrendeld.

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Tandheelkunde studenten helpen ouderen met gebit

Zestig studenten tandheelkunde van het UMC St Radboud uit Nijmegen helpen ouderen thuis met hun gebit. Het project wordt gedaan onder leiding van hun hoogleraar professor Cees de Baat, meldt het Eindhovens Dagblad.

De extra zorg is vaak hard nodig. Bij veel ouderen gaat het gebit achteruit als ze een ziekte krijgen. Het bezoek aan de tandarts wordt dan snel overgeslagen en ook hun gebitsverzorging komt in het gedrang, geeft de hoogleraar aan.

Bron:
Eindhovens Dagblad

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Enorm enthousiasme tijdens 10.000ste poetsles Hou je mond gezond! in Utrecht

Dinsdag 18 juni gaf kindertandarts Arie Riem samen met mondhygiënist Lisanne Lageweg de 10.000ste poetsles Hou je mond gezond!. De leerlingen van groep 4 van de Utrechtse Schoolvereniging waren de gelukkigen.

Zelfs de hitte op de zolder van de school mocht de pret niet drukken. De camera van RTV Utrecht maakte de toch al bijzondere poetsles nóg spannender. Op UStad volgde dezelfde middag een mooi beeldverslag. De trots straalt van Arie en Lisanne af als ze voor de klas staan. Diverse kinderen krijgen een ‘high five’ van de pedodontoloog als ze het juiste antwoord geven op zijn vraag. Arie en Lisanne brachten de kinderen op een luchtige manier kennis bij over de mond en het gebit, tandenpoetsen, gaatjes, tanderosie en de zeven eet- en drinkmomenten. “Hoe bacteriën gaatjes maken, niet zo veel snoepen, in een vaste volgorde tandenpoetsen”, antwoordden de leerlingen spontaan op de vraag wat ze vandaag hebben geleerd.



Gezond gebit is een groot cadeau
“Een gezond gebit voor een kind is een groot cadeau”, zegt Arie Riem. “Wie op jonge leeftijd een gezond gebit heeft, houdt dat vaak ook zo. En het is zo simpel om een gezond gebit te hebben en te houden: twee keer per dag goed je tanden poetsen met fluoridetandpasta en niet meer dan zeven eet/drinkmomenten per dag.” Arie vond het een eer om de 10.000ste poetsles te geven. “Ik ben trots op onze beroepsgroep dat ik de 10.000ste les zal geven. Het is fantastisch dat je als tandarts een bijdrage kunt leveren aan de aandacht voor mondgezondheid van kinderen en hun ouders.

73% mondzorgverleners denkt dat kinderen beter tandenpoetsen na poetsles
Leerkrachten en mondzorgverleners zijn lovend over de Hou je mond gezond! poetslessen. Uit de enquêteresultaten blijkt dat 97% van de leerkrachten (zeer) tevreden is over de gegeven lessen. Ook het schriftelijk lesmateriaal vindt 73% goed. Het poetspakket met tandenborstels, tubes tandpasta en een ouderfolder met tips voor een gezond kindergebit vindt 96% van de onderwijzers een goede aanvulling op de poetsles. Bijna 70% van de leerkrachten denkt dat de kinderen na de poetsles beter hun tanden zullen poetsen. Verder denkt ruim 40% dat het project een impuls zal geven aan het tandartsbezoek. Bijna 90% van de mondzorgverleners vindt het schriftelijk lesmateriaal Hou je mond gezond! goed en de poetsmaterialen een goede aanvulling op de poetsles. Verder verwacht 73% van de mondzorgverleners dat de kinderen na de poetsles beter hun tanden zullen poetsen en denkt 42% dat meer kinderen regelmatig naar een tandheelkundig zorgverlener zullen gaan.

Kindergebitten tellen minder gaatjes door poetslessen
Uit het Signalement Mondzorg 2013 van het College voor zorgverzekeraars (CVZ) blijkt dat kinderen en jongeren minder vaak gaatjes hebben in hun gebit. Het CVZ vergeleek de cijfers van mondheelkundige zorg in 2011 met die in 2005. Had acht jaar geleden slechts 44 procent van de 5-jarigen nog een gaaf gebit, bij de laatste peiling had 59 procent van die kleuters nog nooit een gaatje gehad. Onder 17-jarigen steeg het aantal jongeren zonder gaatjes van 29 naar 39 procent. De tandartsenorganisatie NMT denkt dat de betere gezondheid van de kindermond te maken heeft met de toegenomen voorlichting die kinderen over de verzorging van hun gebit krijgen, onder meer door poetslessen op school. Die poetslessen zijn een initiatief van en ontwikkeld door het Ivoren Kruis, de Nederlandse Vereniging voor Mondgezondheid. Sinds de start van het populaire onderwijsproject Hou je mond gezond! is de animo voor poetslessen overweldigend. Centraal onderdeel van het onderwijsproject voor basisscholen en peuterspeelzalen is het bezoek van een vrijwillige mondzorgverlener aan de schoolklas.



Cariës en tanderosie terugdringen
Doel van het lesproject is het bevorderen van een gezonde mond door het terugdringen van cariës (gaatjes) en tanderosie en het stimuleren van tandartsbezoek. Ook wil het Ivoren Kruis bij kinderen van peuterspeelzalen en basisscholen bewustwording creëren van de eigen invloed op de (mond)gezondheid. Kinderen die de juiste houding, kennis en vaardigheden aanleren om hun gebit en mond goed te verzorgen, zijn ook vaardiger in preventie en zelfzorg bij het voorkomen van ernstiger vermijdbare ziektes.

Slechte kindergebitten
De verslechterde situatie van de kindergebitten in ons land was de aanleiding voor de ontwikkeling van het project. Gebleken was dat 25% van de kinderen in Nederland zijn tanden niet of slecht poetst. In 2005 had 56% van de 5 jarige kinderen gaatjes in het melkgebit. In 2011 is dat 41%. Het gaat beter, maar het is nog steeds te veel. Bovendien komen te veel kinderen niet of te laat bij de tandarts. Ouders kunnen hun kinderen al vóórdat ze twee jaar zijn meenemen naar de mondzorgpraktijk. Veel ouders weten niet dat een bezoek aan de tandarts of mondhygiënist is opgenomen in de basisverzekering en dus voor kinderen tot 18 jaar gratis is. Meer informatie over het onderwijsproject is te vinden op www.houjemondgezond.nl.


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

NMT-jubileum thema: Lange leve een gezonde mond

Volgend jaar viert de NMT haar honderdjarig bestaan met als thema ‘Lang leve een gezonde mond’. De beroepsvereniging laat hiermee het belang zien van een gezonde mond voor de algehele gezondheid, het welbevinden en het maatschappelijk succes.

Voor het jubileum heeft de NMT voor leden en voor consumenten diverse activiteiten gepland.

Lange termijninvestering in mondgezondheid Nederlanders
Het thema blijft duurzaam bestaan door de oprichting van het Fonds NMT Mondgezondheid. Het fonds stelt zich als doel de Nederlandse bevolking bekend te maken met de relatie tussen de algehele gezondheid en de mondgezondheid. Het stimuleert en financiert daarvoor onderzoek naar deze relatie in de komende jaren. Daarnaast wil het fonds de preventieboodschap over het voetlicht brengen. Rondom de World Oral Health-day op 20 maart 2014 zal in publieke media aandacht worden besteed aan de relatie tussen mondgezondheid en de algehele gezondheid en het belang van preventie.

Festiviteiten voor NMT-leden 
De jaarlijkse NMT-activiteiten als Apolloniaborrel, het NMT-jaarcongres, de algemene ledenvergadering (AV) en het studentencongres worden feestelijk opgetuigd. Zo komt er een 2-daags jaarcongres in de Beurs van Berlage, voor het tandheelkundige team op vrijdag en op zaterdag met een internationaal karakter. Aansluitend aan de AV op 20 juni geeft de NMT een midzomernachtfeest op een strandlocatie.

Bron:
NMT

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

NMT roept deelnemers NZa kostenonderzoek op zich te melden

De NZa stuurde onlangs een aangetekende brief aan mondzorgpraktijken die moeten deelnemen aan het kostenonderzoek. De NMT weet niet wie hiervoor geselecteerd is. De NMT roept deelnemers nu op zich bij de NMT te melden voor ondersteuning en voor informatie over het schaduwonderzoek dat de NMT door PwC laat uitvoeren.

Heeft u een brief van de NZa ontvangen? Dan kunt u zich melden bij de NMT via het online formulier. U ontvangt daarna een informatiepakket en informatie over de bijeenkomsten die de NMT samen met de ANT, ONT en NVM organiseert op:

  • Woensdagavond 26 juni 20.00 in Nieuwegein
  • Vrijdagmiddag 28 juni 14.00 uur in Eindhoven
  • Woensdagavond 3 juli 20.00 uur in Zwolle
  • Vrijdag 5 juli 14.00 uur in Nieuwegein (bij deze bijeenkomst is een aparte toelichting voor orthodontisten en tandartsen die orthodontie uitvoeren)

Bron:
NMT

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Mensen zonder aanvullende verzekering minder naar tandarts en mondhygiënist

Uit onderzoek van het NIVEL blijkt dat mensen zonder aanvullende verzekering de tandarts en mondhygiënist minder bezoeken. Voor periodieke controles willen zij wel zonder verwijzing naar een mondhygiënist kunnen gaan. Zij geven aan vaker naar een mondhygiënist te gaan als de kosten hiervoor lager zijn dan voor de tandarts.

In 2012 ging zo’n 34% van de mensen met alleen een basisverzekering naar de tandarts en mondhygiënist, tegenover 47% van mensen met een aanvullende zorgverzekering.

Onbekend
Het onderzoek laat zien dat mensen zonder aanvullende verzekering vaker niet weten of er een tariefsverschil is tussen tandarts en mondhygiënist en welke behandelingen door een tandarts of mondhygiënist gedaan mogen worden. Wel geven ze aan dat zij vaker naar de mondhygiënist willen gaan als die een lager tarief biedt dan de tandarts.

Onderzoek
Het NIVEL voerde het onderzoek uit in opdracht van het Capaciteitsorgaan in januari 2012. Het onderzoek was in eerste instantie bedoeld als nul-meting vóór de invoering van de vrije tarieven in de mondzorg die halverwege dat jaar werden afgeblazen.

Bron:
NIVEL

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Rechtvaardiging en ALARA bij röntgenfoto’s

In tegenstelling tot veel andere vormen van diagnostiek heeft röntgendiagnostiek een potentieel negatief effect voor de patiënt. Dat stralingsrisico moet opwegen tegen de positieve effecten van röntgenonderzoek, namelijk het diagnosticeren van de aan- of afwezigheid van cariës, paroproblemen of andere pathologie. Waar moet u op letten?

Verslag van de lezing van dr. Erwin Berkhout, tandarts en staflid van de afdeling tandheelkundige radiologie van ACTA, tijdens het NVT-congres Het Gat.

Wanneer een foto?
De rechtvaardiging voor het maken van een röntgenfoto kan uitsluitend worden verkregen door eerst klinisch onderzoek te doen. Het klinisch mondonderzoek kan een vraag opleveren die aanvullende diagnostiek nodig maakt. Als daarbij alle niet of minder schadelijke varianten zijn overwogen, komt ook röntgendiagnostiek in beeld. In de tandheelkundige radiologie zijn de Europese richtlijnen voor het gebruik van röntgenstraling in de tandartspraktijk uit 2004 het handvat voor een juiste rechtvaardiging van röntgenfoto’s.

Bij het gebruik van röntgenstraling dient de tandarts het ALARA (As Low As Reasonably Achievable) principe te volgen. Dus de toegepaste dosis zo laag als redelijkerwijs mogelijk houden. Een voorbeeld van het werken volgens het ALARA principe is het gebruik van een rechthoekig diafragma waarbij de veldgrootte niet veel groter is dan de afmetingen van de sensor of fosforplaat.

Eerste keuze
Bitewings en periapicale (solo)opnamen zijn volgens de Europese richtlijnen de eerste keuze. Voor panoramaopnamen bestaat slechts een beperkte rechtvaardiging. Dit heeft onder andere te maken met de slechte zichtbaarheid van veel voorkomende aandoeningen (cariës, parodontale problemen, periapicale problemen) op panorama opnamen en onder andere daardoor het risico op fout-negatieve diagnoses en fout-positieve diagnoses. Het maken van panorama opnamen voor screenings doeleinden (bijvoorbeeld bij iedere nieuwe patiënt, eens in de zoveel jaar, bij iedere patiënt van een bepaalde leeftijd, standaard in de weekenddienst) heeft geen toegevoegde waarde voor de patiëntenpopulatie en is daarom verboden.

Duidelijker
Bitewings en periapicale opnamen geven meestal een duidelijker beeld dan panorama opnamen door minder vertekening en overlapping van structuren. En zelfs dan wordt slechts 65% van de aanwezige dentine cariës op een bitewing ook daadwerkelijk gevonden. En 2% van de op de bitewing gevonden dentinelaesies blijkt in werkelijkheid een fout-positieve bevinding. Een goede diagnose vloeit dus voort uit een combinatie van het klinische beeld samen met de röntgenfoto en eventuele andere aanvullende diagnostiek.

Berkhout laat een aantal OPG’s met grote gaten zien en daarbij geeft hij aan dat tandartsen hier toch verschillende conclusies uit trekken en dus verschillende beslissingen over kunnen nemen.

Erwin Berkhout (1974) studeerde af als tandarts in 1998. Sinds 2004 heeft hij een tandartspraktijk in Loosdrecht.
Daarnaast werkt hij bij de afdeling tandheelkundige radiologie van ACTA als universitair docent. Erwin promoveerde in 2007 en voltooide in 2009 de opleiding tot stralingsdeskundige niveau 3. Op ACTA houdt hij zich bezig met onderwijs aan studenten tandheelkunde, mondzorgkunde en radiologisch laboranten en verzorgt hij radiodiagnostische rapporten. Hij is actief lid van de internationale en de Europese wetenschappelijke vereniging voor dentomaxillofaciale radiologie.

Meer verslagen 
In uw praktijk ziet u een grote verscheidenheid aan gaten. Gaten in het melkgebit, een gat naast een restauratie, een gat in de processus, gaten in de tandenrij, discussies over gaten kunnen alle kanten op. Afhankelijk van uw preventief beleid, uw conserverende blik, uw restauratieve, prothetische, orthodontische, implantologische en/of chirurgische inzichten is er voor elk gat wel een oplossing. 

Lees de andere verslagen van het NVT-congres Het Gat.

Bron: Verslag door dental INFO van de lezing van dr. Erwin Berkhout tijdens het NVT-congres Het Gat.


Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Een update over het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS)

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn? Verslagen van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Wat is de rol van de tandarts bij een patiënt met verdenking op OSAS?
Dr. P.J. Wijkstra/ Dr. C. Stellingsma

Het diagnosticeren van OSAS gebeurt in een Slaapapneu Centrum. Indien u een patiënt heeft die u verdenkt op OSAS dan kunt u die verwijzen naar het Slaapapneu Centrum van het UMCG. Patiënten komen binnen via één loket en worden vervolgens gezien door verschillende artsen en specialisten (een multidisciplinair team). De diagnose wordt vervolgens gesteld in het Slaapapneu Centrum en behandeling kan gestart worden.

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff, AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron: Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

OSAS: Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Prof. dr. L.G.M. de Bont

Dertig jaar geleden was er nog vrijwel niets bekend over OSAS. Patiënten kwamen met klachten als slaperigheid overdag, snurken en invaliditeit. Inmiddels is de kennis omtrent OSAS erg gegroeid en kan er makkelijk een diagnose gesteld worden.

Laterale Tele-X Foto
Een laterale Tele-X foto kan een handig diagnosemiddel zijn. Op deze foto is doorgaans te zien of er sprake is van een obstructie in de ademweg. Een veel nauwkeuriger diagnosemiddel is de Cone Beam CT (CBCT).

Polysomnografie (slaaponderzoek)
Normaliter komt een persoon tijdens de slaap in verschillende slaapfases: eerst 4 REM fases (fase 1,2,3,4) gevolgd door de non-REM fase. Deze laatste fases zijn van belang om goed uit te rusten. Een ‘normaal’ persoon komt dan ook 3 tot 4 keer per nacht in deze ‘uitrustfases’. OSAS-patiënten komen vrijwel nooit in REM fase 3,4 en de non-REM fase en rusten daarom nauwelijks uit. Tijdens een verblijf in een Slaapapneu Centrum kan worden vastgesteld of een patiënt wel of niet in alle slaapfases komt en of er dus sprake is van OSAS.

Apneu Hypopneu Index (AHI)
De AHI-waarde geeft het aantal ademstilstanden per uur aan. Aan de hand van de AHI-waarde kunnen patiënten worden verdeeld in een van de volgende groepen: milde, matige of ernstige OSAS.

Impact
De impact van OSAS is groot. Het leidt tot het volgende:

  • Hypersomnie (slaapstoornis)
  • Sociaal disfunctioneren: schaamte, isolement, discommunicatie, snurken, hypersomnie, vermoeidheid.
  • Invaliditeit, WAO

Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat OSAS een grote impact heeft op de patiënt en zijn omgeving. Daarnaast is er een multidisciplinaire aanpak nodig. De kaakchirurg en tandarts kunnen hierin een grote rol spelen.

Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

Hoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?
Dr. A. Hoekema

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?
Dr. ing. M.H.J. Doff

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont,  kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron:
Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z