Reactie NZa: Cijfers blijven overeind na Review mondzorg

De NZa meldt: ‘De berekeningen en conclusies uit de marktscan Mondzorg van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) blijven overeind’. Dit zegt de NZa in reactie op een voorlopige versie van het rapport ‘Review Marktscan Mondzorg’ van bureau MSNP en de Vereniging voor Arts en Automobiel (VVAA). De conclusies die de onderzoeker trekt in het conceptrapport zijn wat de NZa betreft onvolledig en onjuist.

De NOS heeft de NZa eerder gevraagd om reactie op het onderzoek. De reactie van de NZa richting NOS, inclusief cijfermatige onderbouwing, kunt u hier bekijken.

De NZa geeft aan dat zij voor haar marktscan de uitkomsten op basis van de Vektis-data gecontroleerd en vergeleken heeft met declaratiegegevens van álle factoringmaatschappijen over zowel verzekerde zorg (zoals jeugdmondzorg) als onverzekerde zorg. De Review Mondzorg geeft echter aan: ‘De NZa is uitgegaan van het bestand van de verzekerde declaraties, waardoor de jeugdmondzorg is oververtegenwoordigd. Een oververtegenwoordiging in de data hoeft geen probleem te zijn, echter de behandel- en kostenstructuur van de jeugdmondzorg wijkt af van de mondzorg aan volwassenen.’

Ook meldt de NZa dat zij in haar rapportage voor verdoving bij een wortelkanaalbehandeling uitgegaan is van wat tandartsen gedeclareerd hebben. De Review Mondzorg van MSNP geeft als kritiekpunt van de NZa marktscan aan:  ‘Bij het clusteren van de losse declaratieregels zijn zowel codes niet meegenomen (niet geteld) als sommige behandelingen niet goed geïdentificeerd. Dit leidt er toe dat bijvoorbeeld bij de wortelkanaalbehandeling maar 26% van de patiënten volgens de NZa wordt verdoofd.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Kinderen met een onverzorgd gebit: verwaarlozing?

Professionals, en niet alleen degenen die werkzaam zijn in de mondzorg, vragen zich vaak af hoe ze een slechte mondhygiëne of een slecht gebit bij kinderen moeten interpreteren. Is het een vorm van verwaarlozing of niet?

Artikel van Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar.

Voorbeelden
Een peuter met rotte voortandjes. Een meisje van 12 dat voor het eerst bij de tandarts komt. Twee broertjes in de kleuterleeftijd bij wie ieder meer dan de helft van het gebit moet worden getrokken. Kinderen die wegens grote gaatjes een afspraak hebben staan voor behandeling, maar nooit meer terugkomen. Zomaar een aantal voorbeelden uit de praktijk van deelnemers in mijn trainingen.

Gebitsverzorging is een basale levensbehoefte van kinderen en daarnaast een taak van de ouders. Regelmatig en goed tanden poetsen is noodzakelijk om met een gezonde mond groot te kunnen worden. “De mond is de spiegel van de gezondheid”, is een bekende uitdrukking. Maar wat als ouders deze taak niet serieus nemen en kinderen met lagen plak, gaatjes en pijn laten rondlopen?

Signalen
Belangrijke signalen die professionals kunnen herkennen als een mogelijke vorm van tandheelkundige verwaarlozing zijn:

  • Onvoldoende gebitsverzorging (geen tandenborstel hebben, niet of nauwelijks poetsen)
  • Weinig of eenzijdige voeding
  • Onthouden van medische zorg (niet op controle komen, niet komen bij gaatjes die zelfs voor een leek zichtbaar zijn)
  • Gebitserosie (tanden en kiezen worden stompjes)
  • Alleen naar de tandarts of mondhygiënist bij ernstige pijnklachten

Meldcodes
In de Meldcodes voor beroepskrachten in de tandheelkunde en mondzorg is tandheelkundige verwaarlozing opgenomen als een vorm van kindermishandeling. En dat is niet voor niets. Dat ouders, om welke reden dan ook, niet voldoende aandacht besteden aan de mond- en gebitsverzorging van hun kinderen kan ernstige gevolgen hebben. Verwaarlozing van de mondzorg heeft effect op het functioneren van kinderen in hun dagelijks leven: ze hebben pijn, ze stinken, ze hebben moeite met eten en bijvoorbeeld sport en het kan zelfs een achterblijvende groei en ontwikkeling tot gevolg hebben.

Gesprek aangaan
Bij zorgen over de mond- en gebitsconditie van kinderen is het, net als bij signalen van andere vormen van kindermishandeling, essentieel het gesprek met ouders aan te gaan. Door het contact met ouders kun je inschatten in hoeverre zij zich bewust zijn van het belang van goede mondzorg. Je krijgt inzicht in hoeverre zij het kunnen opbrengen om aandacht te hebben voor de gebitsverzorging van hun kinderen. Ervaren ze het als een strijd die ze hebben opgegeven? Heeft het kind altijd pijn bij het poetsen en vinden ze dat zielig? Denken ze dat mondzorg ze veel geld kost? De reactie van ouders op jouw zorgen geeft je informatie die je nodig hebt om de ernst van de situatie te kunnen inschatten.

Meewerkende ouders vergroten de kans op verbetering aanzienlijk. En samenwerking is te stimuleren door bijvoorbeeld samen op zoek te gaan naar haalbare verbeteringen. Kleine stapjes, maar wel stapjes die noodzakelijk zijn om langzaamaan kinderen hun gezonde mond terug te geven.

Blijven ouders in gebreke als het gaat om de lichamelijke zorg van hun kinderen en het inschakelen van medische zorg, dan kun je spreken van een ernstige opvoedingssituatie. De Meldcode biedt dan houvast om de juiste afwegingen te maken, zodat alsnog in het belang van het kind hulp kan worden ingeschakeld.

Bron:
Artikel van Ninke van der Leck van Bureau Bespreekbaar Weet wat te doen bij kindermishandeling.

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Eerste onafhankelijke patientenorganisatie van start

Met de oprichting van Stichting Trikolon heeft Nederland een eerste onafhankelijke patiëntenorganisatie gekregen. De stichting komt op voor de belangen van alle burgers en kan druk uitoefenen op zorgverzekeraars, zorgaanbieders en overheid. Bij een ledental van 5.000 wordt de Trikolon stichting omgezet in de vereniging Samen Gezond die met lokale coöperaties de kostenstijging in de zorg wil aanpakken. Hierbij wil de stichting inzetten op preventie en gezond leven.

Trikolon staat voor:
1. Lokaal georganiseerd
2. Regie over eigen zorg
3. Lokale betaalbare zorg
4. Gezond zijn, gezond blijven en gezond worden
5. Innovatie, ook bij u in de buurt

Voor € 1,- per maand kunnen mensen zich aansluiten bij Trikolon.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Restauratie bij een gezond gereduceerd parodontium

U heeft een perfect gezond gereduceerd parodontium bereikt, maar uw patiënt is niet tevreden. Hij ziet enkel de black triangles: de door de recessies veroorzaakte interdentale ruimtes. Wat kunt u hieraan (laten) doen?

Het goede nieuws is dat de papil altijd weer teruggroeit. Voorwaarde hiervoor is wel dat de juiste horizontale ruimte en druk aanwezig is zodat de papil een ruimte kan vullen die van bot tot contactpunt maximaal vijf millimeter hoog is. Dit kan echter wel drie jaar duren. De sulcusdiepte blijft hierbij een nette 2 à 3 millimeter. Als de afstand tussen de wortels groot is, betekent dit minder papil ingroei.

Kroon- en brugwerk
Kroon- en brugwerk kan ingezet worden om tot mooie, door gingiva opgevulde, interdentale ruimtes te komen. Door van contactpunten contactvlakken te maken wordt er een kleinere interdentale ruimte gecreëerd in de verticale en horizontale richting. Deze ruimtes kunnen vervolgens weer dichtgroeien met de gingiva. Er kan hiermee een zeer goede esthetiek bereikt worden.

Een groot nadeel van deze oplossing is de beperkte indicatie en de hoge kosten. Een kroon is enkel geïndiceerd als vervanging van een oude kroon. Bij het vervaardigen van een kroon op een gezond element is er namelijk sprake van maar liefst 63-72% weefselafname. Om de black triangle te sluiten zal er subgingivaal geprepareerd moeten worden zonder de biologische breedte te overschrijden. Hiervoor moet de restauratierand dus tenminste op twee millimeter afstand van het bot blijven.

Alternatieven

Facing
Een alternatief voor een kroon is een facing. Hier treedt slechts 3-30% weefselverlies op. Met porseleinen facings kan ook zeer goede esthetiek worden bereikt. De hoge kosten hiervan zijn echter een nadeel en nog steeds moet je tandweefsel opofferen.

Composiet
Een goedkopere en minder invasieve oplossing is het sluiten van black triangles met composiet. Een nadeel hierbij is dat de duurzaamheid beperkt is en de randaansluiting erg operateur gevoelig is.

Party Gums
Een andere oplossing, die aan een stille dood gestorven lijkt, is de gingiva-epithese. Ofwel: Party Gums. De epithese blijft een uitneembare voorziening en helaas is de houdbaarheid beperkt, slechts een jaar. Er trekken namelijk gemakkelijk kleurstoffen in. Een groot voordeel is dat er geen weefselafname voor nodig is en dat je ermee ‘nieuw tandvlees’ kunt verkrijgen.

Filler
Meer mogelijkheden voor in de toekomst zitten wellicht in een Filler. Tijdens een pilot study zijn er namelijk 14 ontbrekende papillen ingespoten met hyaluronzuur. Dit bracht een fraai resultaat, maar er is nog weinig over bekend.

Paul de Kok studeerde tandheelkunde op ACTA en is werkzaam aan de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA) als restauratief tandarts. Daarnaast doet Paul onderzoek aan de afdeling materiaalkunde van ACTA en doceert hij daar restauratieve en esthetische tandheelkunde aan de Master-studenten.

Door:
Bertine van Roy en Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënisten

Bron:
Verslag door dental INFO van het congres Paro Keukengeheimen van Dental Best Practice

Lees meer over: Parodontologie, Restaureren, Thema A-Z

Positieve reacties Dag van de Mondhygiënist

Op zaterdag 20 april organiseerde de NVM de eerste Dag van de Mondhygiënist. Het publiek werd uitgenodigd om een kijkje te nemen in een mondzorgpraktijk. Zo’n 250 praktijken door het hele land stelden hun deuren open, is op te maken uit de lijst van deelnemers op de NVM-website.

Opening door look-alike Prinses Maxima
Als symbolische start opende look-alike Prinses Maxima de open dag onder politiebegeleiding en knipte zij om 12.30 uur een lintje door in het centrum van Alkmaar.




In de ‘Poetsbus’, een voormalige Amerikaanse schoolbus, konden mensen plaatsnemen in de behandelstoel voor een mondzorgadvies.

Een greep uit de Twitter reacties

@demondhygienist – Mondhygiënepraktijk Agnes Sluijter

Erg leuke dag #dvdm gehad. Mensen kwamen gericht met vragen. We hebben ons goed op de kaart gezet.



@dvankauuwen – Mondzorg Sittard
Twitterde eerst ‘@NVMmondzorg Onze praktijk mocht gisteren….. niemand(!) verwelkomen! Lieve vrienden, buren&familie zorgden voor een gezellige dag #dvdm’. Uiteindelijk bleek haar praktijk wel de krant gehaald te hebben en twitterde zij ‘@NVMmondzorg We hebben in elk geval wél de krant gehaald ;-)’.



@Jessicabeumer – Jessica van Lingen – Mondhygiënepraktijk Almelo
8 mensen begroet in onze Mondhygiene Praktijk, enthousiast, kritisch en vol vragen. You go hedendaagse zorgconsument! #compliment #dvdm

@ZorgBoxmeer – Zorg Boxmeer
Opendag Mondhygienistenpraktijk #Boxmeer #dvdm vandaag tot 13uur! kiesvoorjegebit.nl



@TandartsRooker – Tandarts Rooker
De mondhygienistendag was een groot succes! Veel enthousiaste en geïnteresseerde mensen in de stoel gehad. Volgend jaar weer!

@wschulein – Wendelien Schülein
Geslaagde dag @ParoUtrecht gehad, nu eindelijk weekend! #dvdm

@mondpluszorg – Mondhygiënistenpraktijk Culemborg
NVM bedankt voor het initiatief voor de #dvm en ook bedanken we de bezoekers en de ruim 20 mensen die ook hun mond open durfden te doen.

@PraktijkNijland – Mondhygiëniste Praktijk Samanth Nijland
Zeer geslaagde eerste Dag van de Mondhygiënist! Leuke en enthousiaste mensen over de vloer gehad. Wat mij betreft volgend jaar weer! #DvdM

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

IT-poster over het effect van softpicks

De IT-mondhygiënistengroep Amersfoort III (Keistad) maakte een poster over het effect van softpicks (rubberen interdentale borstels) op de klinische parameters bij patiënten met gingivitis, in vergelijking met andere interdentale hulpmiddelen. Bekijk de poster.

Conclusie
De IT-groep concludeert dat er op dit moment slechts één klinische studie is die de effectiviteit van rubberen interdentale borstels op de klinische parameters van gingivitis onderzocht. Dit onderzoek laat zien dat het effect van Softpicks op de plaque-, bloeding-, en gingivitis index vergelijkbaar is met Glide Floss, Go-betweens en Flossers.

Discussie
Volgens de IT-groep Amersfoort III is er discussie over de volgende punten:

  • Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs om de vraagstelling te beantwoorden.
  • In Yost et al 2006 blijkt het effect van Softpicks vergelijkbaar met floss. De literatuur beschrijft dat floss onvoldoende effect heeft op plaqueverwijdering en reductie van gingivitis6.
  • Men zal altijd de grootte van de interdentale ruimte mee moeten wegen in de keuze van een interdentaal hulpmiddel.
  • Er is meer onderzoek nodig naar het gebruik van de rubberen interdentale borstels. Het bewijs is niet sterk genoeg om een
    Evidence Based advies te geven.

Bekijk een vergrote versie van de poster

Door:
De poster werd opgezet door de IT-Groep Amersfoort III (Keistad), bestaande uit Venhar Akcan, Zina Alhamrany, Babette Bax, Gerda Blok, Karlijn Borg, Emine Demir, Karien Dijkhuis, Nienke Hennequin, Marlène Richardson. Lilian Dijkhuis deed de vormgeving van de poster.


Download brochure softpicks-poster-a4-nieuw-1.pdf
Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

60 mensen besmet met hepatitis of HIV na bezoek tandarts

Zeker 60 mensen zijn positief getest op hepatitis of HIV na bezoek van een tandarts in Oklahoma, meldt Mailonline. Eind maart werd tandarts Harrington beschuldigd van hergebruik van naalden en het niet goed steriliseren van materialen. Alle patiënten van zijn praktijk worden nu getest.

Van de 7.000 patiënten hebben meer dan 3.200 zich laten testen. 57 bleken positief te scoren op hepatitis C, drie op hepatitis B en een op HIV. De besmette patiënten worden nu begeleid. Ook wordt onderzocht of de besmetting mogelijk op een andere manier is opgelopen.

Harrington heeft zijn tandartsbevoegdheid vrijwillig ingeleverd en wordt op vrijdag 26 april gehoord voor zijn wanpraktijken.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Wortelkanaalvullingen verwijderen met beleid

“Geduld, het juiste instrumentarium en een microscoop zijn van essentieel belang om een herbehandeling te doen slagen”, stelt endodontoloog Michiel de Cleen over de verwijdering van guttapercha, Thermafil en zilverstiften.

Op verwijzing van collega-tandartsen krijgt De Cleen vaak het verzoek om oude wortelkanaalvullingen te verwijderen en de behandeling opnieuw te doen. Op het congres ‘De endodontologische herbehandeling’ liet hij met dia’s zien hoe guttapercha, Thermafil en zilverstiften te verwijderen zijn. “Als je eenmaal weet hoe het moet, is het niet zo moeilijk.”

Verwijderen van zilverstiften
Volgens De Cleen is 75% van de zilverstiften makkelijk te verwijderen. “Bekijk hoe de zilverstift in het element zit. Vaak steekt er nog een stukje uit de pulpakamer. Wanneer dit het geval is, dient men met zorg de stift vrij te prepareren. Pas op voor breuk. Daarna kan men met een tangetje (naaldvoerder) houvast krijgen op de stift en de stift voorzichtig te pakken krijgen.”
Als de stift eenmaal in het kanaal zit, wordt het volgens De Cleen een lastiger karwei. “Bedenk dat er altijd ruimte is tussen de wand van het kanaal en de stift. De stift is immers rond en het kanaal ovaal. Met een zogenoemde ‘D-finder’ kan houvast worden gezocht, door het instrument in de ruimte tussen kanaalwand en stift te prikken. Daarna irrigeren en proberen om met een Hedström-vijl langs de stift te komen. Wanneer dit is gelukt, de vijl voorzichtig langs de stift draaien tot de vijl zich vastdraait. Dit is mogelijk doordat de zilverstift van zeer zacht materiaal is in vergelijking met de Hedström-vijl. Met beleid kan dan met een hefboombeweging en niet al te veel kracht de vijl met stift en al uit het kanaal worden gepakt.”
Is de stift wel te zien via de microscoop, maar komt u er niet langs? Dan adviseert De Cleen een Gates Glidden Drill, waarvan u het puntje verwijdert (inkorten). “Maak het kanaal hiermee wijder tot het dentine naast de stift goed zichtbaar is. Dan kan de Hedström-vijl er alsnog langs. Een ultrasone vijl kan ook uitkomst bieden; door de trillingen laat de stift soms los.”

Verwijderen van guttapercha
Tachtig procent van de behandelingen bestaat uit het verwijderen van guttapercha, simpelweg omdat dit het meest gebruikte materiaal is. Bij slecht gecondenseerd guttapercha kan gebruik worden gemaakt van een microdebrider. Een microdebrider lijkt op een Hedström-vijl, maar heeft een lang handvat. Met beleid en een hefboombeweging kan de guttapercha uit het kanaal worden geschraapt of als een kurk uit de fles worden gehaald.
Is het materiaal wel gecondenseerd, dan adviseert De Cleen het gebruik maken van roterend instrumentarium. Hoe sneller het instrument draait, hoe makkelijker het te verwijderen is. Profile is zeer geschikt; het trekt de guttapercha er als het ware uit.
Restjes die achterblijven op de wanden van het kanaal, kunnen het best worden weggehaald met het oplosmiddel Chloroform. Door de antibacteriële eigenschappen werkt het daarna als desinfectans. Enige voorzichtigheid, zo waarschuwt De Cleen, is geboden met aanbrengen; bij morsen kan het de rubberdam oplossen. “Breng een minimale hoeveelheid Chloroform aan in het kanaal en breng de vloeistof met een papierstift in beweging. Herhaal dit proces een paar keer tot de papierstiftjes wit uit het kanaal komen.”

Thermafil verwijderen
Negentig procent van de behandelingen om Thermafil te verwijderen, gaat volgens De Cleen gemakkelijk. “De behandeling lijkt nog het meest op het verwijderen van zilverstiften. Dit doordat er bij het Thermafil-systeem wat guttapercha op een stift zit. Omdat de stift zelf zacht is, is het vrij makkelijk er met een Hedström-vijl langs te komen. Een naaldvoerder kan een makkelijk hulpmiddel zijn om de stift te pakken.

Tien procent van de behandelingen gaat moeilijk. Dan kan een ProFile worden geprobeerd, of het guttapercha warm worden gemaakt met System B. Dit mag echter niet langer dan vijf seconden, in verband met de temperatuur. Daarna kunnen de ultrasone tip en vervolgens de Hedström-vijl uitkomst bieden.”

Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast-)medewerker verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Thans voert hij een fulltime endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op congressen en is hij cursusdocent op het gebied van de endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in binnen- en buitenlandse vakbladen. 

Verslag door Maja Faasen voor dental INFO van het congres De endodontische herbehandeling, bureau Kalker, oktober 2012.

Lees meer over: Endodontie, Thema A-Z
Tandartsbezoek werknemers kost bedrijven handenvol geld

Tandartsbezoek werknemers kost bedrijven handenvol geld

Werknemers die de tandarts bezoeken, kosten bedrijven veel geld door gemiste werktijd. De Britse verzekeringsmaatschappij Bupa schat dat een mondzorgbehandeling gemiddeld 30 minuten vergt, maar inclusief reistijd zijn veel werknemers gemiddeld drie uur weg bij hun werkgever. Bupa schat de kosten voor tandartsbezoek voor een bedrijf met 1.000 werknemers op gemiddeld £320,000 per jaar. Dit meldt Dentistry.

De Britse tandartspraktijk Bow Lane Dental Group ziet marktmogelijkheden hierin en biedt werkgevers een dental plan aan. Zij adviseren bedrijven om werknemers een lokale tandartspraktijk te laten bezoeken in plaats van een praktijk dicht bij huis. Dit bespaart reistijd en bovendien kunnen de afspraken dan gunstig worden gepland voor bedrijventeams. Ook maken bedrijven regelmatig afspraken met lokale praktijken voor een tandartsbezoek vóór of na werktijd.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Aantal diabeten flink gestegen

Sinds 2000 neemt het aantal mensen met diabetes fors toe, meldt het RIVM. Bij mannen is het aantal verdubbeld, bij vrouwen is er een toename van 65%.

Begin 2011 waren er volgens het RIVM 801.000 mensen met diabetes bekend bij de huisarts. Dit komt neer op 48 mensen per 1.000 Nederlanders. In de leeftijdscategorie van mensen tussen de 40 en 70 jaar komt diabetes meer voor bij mannen dan bij vrouwen. Bij mensen boven de 75 jaar komt diabetes meer voor bij vrouwen. Circa 90% van de diabeten heeft type 2 diabetes.

Het RIVM verwacht een verdere toename van het aantal mensen met diabetes door de groei en vergrijzing van de bevolking en de verwachtte verdere stijging van het aantal mensen met overgewicht in de toekomst.

Bron:
RIVM

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Teun Rietmeijer

Ivoren Kruis bestuurslid Ries de Jong ontvangt Dr. Carl Witthaus Medaille

Dinsdag 9 april jl. ontving scheidend bestuurslid Ries de Jong uit handen van voorzitter Teun Rietmeijer de Dr. Carl Witthaus Medaille. Dat gebeurde in een gezamenlijke bijeenkomst van het bestuur en adviescollege die plaatshad in Hotel Wientjes te Zwolle. De Jong kreeg de onderscheiding voor zijn jarenlange inzet voor het bevorderen van mondgezondheid door middel van preventie. De Jong heeft zich met name gemanifesteerd door zijn gestructureerde aanpak voor de vernieuwing van het beleid voor de collectieve tandheelkundige preventie. Daarmee heeft hij een solide basis gecreëerd voor het stimuleren van een maatschappelijk draagvlak voor preventieve mondzorg voor kwetsbare groepen.



Witthaus

Dr. Carl Witthaus wordt beschouwd als de grondlegger van de sociale tandheelkunde in Nederland. Hij was de stuwende kracht achter de oprichting van het Ivoren Kruis in het begin van de vorige eeuw. Witthaus werd in 1868 in Osnabrück geboren en studeerde tandheelkunde in Berlijn. Op 19-jarige leeftijd behaalde hij het diploma Zahnartzt. Hij kwam naar Nederland en haalde er met succes het tandmeesterexamen. Vervolgens vertrok hij naar Amerika en verwierf aan de universiteit van Pennsylvania de titel Doctor of Dental Surgery. Maar hij kwam ook weer terug naar ons land en vestigde zich als tandmeester in Rotterdam. In 1896 houdt Witthaus voor het Nederlands Tandheelkundig Genootschap een lezing over cariëspredispositie en cariësprofylaxe. Hij betoogt dat levensgewoonten bij het optreden van cariës een grote rol spelen. Hij noemt voeding en roken als belangrijke factoren. Roken zou volgens Witthaus het cariësproces remmen, maar mocht vanwege de schadelijke gevolgen voor de algemene gezondheid, niet worden aangeraden. Cariës zou kunnen worden voorkomen door het gebit te reinigen met een borstel, tandenstokers en zijden of elastieken draadjes. Een man met belangrijke wetenschappelijke visie. Zo belangrijk, dat het Ivoren Kruis zijn waardering voor personen die een zeer belangrijke bijdrage hebben geleverd aan het werk van de vereniging, kan onderscheiden met de Dr. Carl Witthaus Medaille.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Menzis op tweede plaats in Maatschappelijke Imago Monitor

Menzis is naar de tweede plaats gestegen in de top 30 van meest verantwoorde grote organisaties van Nederland. Dit blijkt uit de Maatschappelijke Imago Monitor (MIM) van communicatiebureau Hope and Glory en onderzoeksbureau Motivaction.

Onderzoeksbureau Motivaction, dat het onderzoek in februari van dit jaar uitvoerde, vroeg ruim 3.100 Nederlanders tussen 18 en 70 jaar naar het belang dat zij hechten aan het maatschappelijk verantwoord ondernemen. Menzis kwam hierbij met een score van 6,14 op een tweede plaats (5e in 2012), vóór bedrijven als Rabobank en Philips. FrieslandCampina staat op de eerste plaats in de Maatschappelijke Imago Monitor. Zorgverzekeraars CZ en VGZ staan op respectievelijk de zesde en zevende plaats.

Bron:
Hope & Glory

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Start proces tegen Duitse tandarts: Zelfverminking of inval?

Vandaag begon het proces tegen een Duitse tandarts die verdacht wordt van het afsnijden van een vinger om zijn verzekeringsmaatschappij te bedriegen voor 850.000 euro. De 43-jarige tandarts zou in maart 2012 een inval in zijn praktijk in scène hebben gezet. Hierbij zouden onbekenden zijn linker wijsvinger afgesneden hebben. De man was werkelijk gewond. Volgens de aanklacht zou hij zichzelf verminkt hebben, meldt ZWP-online.

Bron:
DPA en ZWP-online

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Belangrijke rol voor mondhygiënist in de multidisciplinaire aanpak van diabetes

Er wordt hard gewerkt aan een protocol om mondzorg te implementeren in de diabeteszorg. “Maar juich niet te vroeg”, waarschuwde parodontoloog Teeuw tijdens het VPM congres.

Moeten we diabeten anders behandelen? Er is wetenschappelijk bewijs van de relatie tussen diabetes en parodontitis. Er wordt hard gewerkt aan een protocol om mondzorg te implementeren in de diabeteszorg. “Maar juich niet te vroeg, blijf kritisch. Zoals zo vaak komen er straks berichten die de relatie diabetes en mondgezondheid ontkrachten en later hoor je er niks meer over”, waarschuwt Teeuw. Hij spijkerde de congresgangers van het 12e VPM congres bij over diabetes in relatie tot mondzorg.

Type 1 en 2
Net als parodontitis is diabetes een ziekte met multi-factoriele oorzaken. Naast de primaire ziekteveroorzaker zijn zaken als erfelijkheid, omgeving en levensstijl van invloed. We onderscheiden voornamelijk twee typen diabetes:

  • Type 1
    Bij dit type functioneert de alvleesklier niet goed. Er wordt te weinig insuline aangemaakt waardoor de bloedglucose hoog blijft omdat de doelorganen (bijvoorbeeld spieren en hersenen) geen signaal krijgen om glucose op te nemen.
  • Type 2
    Bij dit type – vroeger ook wel bekend onder de naam ouderdomsdiabetes – zijn de doelorganen resistent voor insuline terwijl de alvleesklier in eerste instantie prima functioneert.

Lichamelijk effect
Als de diabeet te weinig glucose in zijn bloed heeft, spreken we van hypoglycaemie. De patiënt kan dan verschijnselen vertonen zoals humeurigheid, duizelingen en kan in het uiterste geval onwel worden. Zorg er daarom voor dat er suiker klaar ligt als u een diabeet in uw praktijk ontvangt. Plan de afspraak op een gunstig tijdstip, zodat de patiënt tijdig kan eten.

Een diabeet kent echter vooral de hyper situatie, een chronisch te hoge bloedsuikerspiegel. Te hoge suikerwaarden kunnen uiteindelijk leiden tot atherosclerose en trombose. De doorbloeding van de ogen wordt hierdoor aangedaan waardoor blindheid kan ontstaan. Ook de nieren en zenuwen kunnen hiervan te leiden hebben. De sensibiliteit kan afnemen, meestal als eerste bij de voeten en handen. Daarnaast kunnen ook macro-vasculaire complicaties ontstaan wat kan leiden tot een hartinfarct, herseninfarct, perifeer vaatlijden en waarschijnlijk ook mondaandoeningen. Dus denk bij het Burning Mouth Syndrome ook eens aan een niet goed gereguleerde diabetes, waardoor de zenuwen van de tong of mondhoek niet goed werken. Mogelijk kan in overleg met de huisarts een betere regulatie bereikt worden, waardoor de symptomen kunnen verminderen of zelfs verdwijnen.

Aandoeningen in de mond
Naast het Burning Mouth Syndrome komen ook schimmels, aandoeningen in de weke delen, xerostomie, een veranderde smaak, cariës, pulpa necrose en gingivitis/parodontitis zeer regelmatig voor bij diabetes patiënten. Denk er daarom goed aan om ook onder de prothese te kijken. Schimmelinfecties worden veel onder een prothese waargenomen. Ook blijkt uit onderzoek dat diabetes patiënten meer apicale ontstekingen hebben dan niet-diabetes patiënten. De afweerreactie van het lichaam is zeer fragiel bij diabeten: de balans van de bacteriën slaat dus snel door. Dit verklaart ook waarom parodontitis twee tot drie keer vaker voorkomt bij diabetes patiënten.

Preventie
Als één van de bovenstaande ziekten bij een diabeet ontstaat dan is het veel lastiger te behandelen dan bij een niet-diabeet. Preventie is daarom ontzettend belangrijk! Ook omdat de behandeling bij een slechte regulatie minder aanslaat.

Rol mondhygiënist
Slecht gereguleerde bloedsuikers maken een diabetes patiënt zeer vatbaar voor ontstekingen. Zo’n ontsteking gaat zeer rap bij een paropatiënt. Als u ineens progresieve parodontitis ziet, moet er een lichtje bij u gaan branden. Vaak heeft een diabeet al heel lang diabetes voordat het werkelijk gediagnosticeerd wordt. Mogelijk is uw waarneming een van de eerste complicaties van een diabeet. “De mondhygiënist heeft zeker een rol in de behandeling en mogelijk vroeg-ontdekking van diabetes”, legt Teeuw uit. “Ook bij de suikerconsumptie, waardoor diabetes kan ontstaan of verergeren, is een rol weggelegd voor de mondhygiënist. Vaak ziet u de patiënt regelmatig. Lifestyle kan makkelijk besproken worden en moet onderdeel zijn van het behandelplan. Het stijgende aantal diabetici is namelijk schrikbarend.”

Negatieve spiraal doorbreken
Als de suikerwaarde in het bloed te hoog is, krijgen de bouwstenen van het lichaam een ander model. Dat noemt men de glycolysering van de eiwitten. Daardoor werken de bouwstenen slechter of niet, met als resultaat dat er een ontstekingsreactie ontstaat. Dit zorgt ervoor dat de insuline nog minder goed werkt, waardoor het suikergehalte in het bloed nog meer stijgt. Wie doorbreekt deze spiraal? De mondhygiënist? Ontsteking in de mond kan bijdragen aan een minder goede werking van insuline. Het ontstekingsoppervlak bij een patiënt met gegeneraliseerde ernstige parodontitis kan wel oplopen tot 40 cm2. De mondhygiënist kan dit ontstoken oppervlak verkleinen dan wel verhelpen. Dat is niet niks. Uit onderzoek blijkt dat de suikerwaarden beduidend beter worden na behandeling van parodontitis. Optimale mondzorg waarbij alle ontstekingen (neem dus geen genoegen met restontsteking na initiële behandeling) in de mond voorkomen dan wel behandeld worden, is van essentieel belang voor de diabetes patiënt.

Communicatie
Helaas blijkt uit onderzoek dat de communicatie tussen de tandarts en de specialist nog moeizaam verloopt. Ze zijn hier beiden schuldig aan en ook de patiënt is wat te verwijten. “Laat de patiënt aan de specialist vertellen hoe het gaat met de mond”, benadrukte Teeuw. De patiënt moeten we goed voorlichten en dat kan met de folders van het Ivoren Kruis. Wat ook geweldig nieuws is, is dat er hard wordt gewerkt aan de implementatie van protocollen in de medische wereld over mondzorg en diabetes. Behandeling van diabetes vraagt een multidisciplinaire aanpak. De mondzorg is er één van!

Wijnand Teeuw behaalde in 2003 zijn doctoraaldiploma Biologie aan de Universiteit Utrecht met als afstudeerrichting Fundamentele Biomedische Wetenschappen (FBMW). In 2006 studeerde hij als tandarts af aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) waaraan hij sinds die tijd verbonden is aan de sectie Parodondologie. Van 2009 t/m 2012 volgde hij aldaar de MSc-opleiding tot parodontoloog, welke hij cum laude heeft afgerond. Zijn promotieonderzoek betreft de relatie tussen parodontitis en de algemene gezondheid, in het bijzonder diabetes mellitus en hart- en vaatziekten.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van het 12e VPM-congres, maart 2013.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z

Een op 70 tandartsen krijgt klacht tegen zich via tuchtcollege

Bijna 8% (126) van de 1625 afgehandelde klachten van regionale tuchtcolleges in 2012 ging over tandartsen. Dit betekent dat 1 op de 70 tandartsen een klacht tegen zich ingediend kreeg, uitgaande van 8.775 werkzame tandartsen.

Andere medische beroepen
Bij andere medische beroepen ligt dit hoger: ongeveer 1 op de 48 huisartsen kreeg een klacht tegen zich ingediend. Voor de urologen was dat 1 op de 23 en voor psychiaters en cardiothoracaal chirurgen lag dit zelfs op meer dan 1 op de 20, meldt Medisch Contact. Allergologen, klinisch genetici, medisch microbiologen, nucleair geneeskundigen, pathologen en reumatologen zagen de regionale tuchtcolleges in het geheel niet.

Vaker tuchtrecht
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft in 2012 vaker de tuchtrechter ingeschakeld dan in de jaren daarvoor. Dit blijkt uit het jaarverslag van de tuchtcolleges, meldt Medisch Contact. De IGZ stuurde 38 klachten van de 1572 ontvangen klachten door aan de regionale tuchtcolleges: ongeveer drie keer zoveel als voorjaande jaren.

De regionale tuchtcolleges zagen geen stijging van het aantal klachten. In 2011 kregen zij ruim honderd klachten meer dan het jaar daarvoor. Het centraal tuchtcollege zag wel een stijgende lijn: zij ontvingen 494 klachten in 2012 versus 428 in 2011. Zaken van het centraal tuchtcollege zijn doorgegeven via de regionale tuchtcolleges wat deze stijging verklaart.

Download het jaarverslag Tuchtcolleges voor de gezondheidszorg en het College voor Medisch Toezicht

Lees meer over: Klachten, Thema A-Z

Tandarts aan het werk zonder papieren

Een vrouw in Amerika komt voor de rechter: zij werkte als tandarts terwijl zij hiervoor niet is opgeleid. Na een anonieme tip bezocht een inspecteur haar praktijk – samen met een getuige – terwijl zij zich voordeden als patiënten. Nadat de ’tandarts’ de undercover getuige een behandeling voorstelde voor het trekken van enkele kiezen werd zij gearresteerd.

De 46 jarige vrouw is nu vrijgelaten na betaling van een borgtocht van $55.000. Er hangt haar een gevangenisstraf van twee tot tien jaar boven het hoofd en een boete van $10.000.

Bron: 
Abclocal.go.com



Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Renovatie gebouw Tandheelkunde en Mondzorgkunde Nijmegen

Onlangs is een ontwerpteam gekozen voor de grootschalige renovatie van het gebouw waarin de opleiding Tandheelkunde en de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Arnhem Nijmegen is gehuisvest. Dit meldt het Universitair Vastgoedbedrijf.

Het ontwerpteam gaat in de komende tijd het programma van eisen verder uitwerken. Architect Inbo uit het team, heeft in een eerste ontwerp gekozen voor een open structuur. In plaats van beton komt er veel glas zodat het een open en transparant gebouw wordt. Er komen nieuwe gevels, een nieuw centraal atrium, een kliniekenplein en een nieuw studielandschap. Ook wordt het gebouw verbeterd op het gebied van energiebesparing en comfortverhoging en krijgt het een eigentijdse uitstraling. 

Tijdens de renovatie gaan onderwijs, patiëntenbehandeling en onderzoek gewoon door.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Huidaandoeningen in de tandheelkundige praktijk

Huidaandoeningen in de tandheelkundige praktijk

Contactdermatitis, ook wel bekend als contacteczeem, is een huidreactie veroorzaakt door irriterende stoffen (irratieve contactdermatitis) of allergenen (allergische contactdermatitis). Waar liggen de gevaren en hoe voorkomt u het?

In de afgelopen decennia is de frequentie van contactdermatitis fors toegenomen in de tandheelkundige praktijk. In de meeste gevallen zijn de handen en vingertoppen aangedaan. De klinische verschijnselen zijn de aanwezigheid van blaasjes, roodheid, kloofjes en jeuk.

Irratieve contactdermatitis (ICD)
Wanneer er sprake is van ICD, is de beschermingsbarrière van de huid aangedaan. Hierdoor ontstaat er een verhoogde kans op overgevoeligheid. Vaak komt ICD voor op de rug van handen en vingers.

Voor de tandarts en mondhygiënist is vooral van belang te weten dat ICD wordt vaak veroorzaakt door chemische bestanddelen uit zepen, desinfecteermaterialen en latex handschoenen. Ook factoren zoals het veelvoudig wassen van de handen of het seizoen (winter) spelen een grote rol bij het ontstaan van ICD. ICD komt ook voor bij de tandtechnicus en wordt vaak veroorzaakt door het bewerken van kunststof en metalen.

Allergische contactdermatitis (ACD)
De diagnose allergische contactdermatitis is vaak lastig te stellen. De reden hiervoor is de grote verscheidenheid aan materialen in de tandartspraktijk en gebrek aan kennis van de samenstelling van deze materialen en de mogelijke gevaren hiervan.
In tegenstelling tot ICD, komt ACD vooral voor op de vingertoppen. Vaak zijn duim, wijsvinger en middelvinger aangedaan.
ACD kan worden veroorzaakt door de volgende materialen:

  • Methacrylaten – Voorbeelden: composieten, prothese materialen, primers
  • Additieven – Voorbeelden: katalysatoren, initiatoren, inhibitoren en kunststofpigmenten
  • Metalen – Voorbeelden: kobalt, nikkel, amalgaam, goud, chromaat
  • Latex handschoenen
  • Siliconen afdrukmaterialen

Preventie
Ten eerste is het gebruik van latex vrije handschoenen aan te raden. Huid irriterende zepen en desinfecteermiddelen moeten vervangen worden. Regelmatig huidverzorging met parfumvrije crèmes heeft een preventief effect.

Ten tweede moet er bewust omgegaan worden met de materialen in de praktijk. Methacrylaten gaan makkelijk door een rubberen of latexhandschoen heen. Het is dus goed om contact met deze materialen te vermijden. Ook zijn andere handschoenen aan te raden die beter beschermen tegen deze materialen. Een goed ventilatiesysteem in de praktijk is ook niet overbodig, hiermee wordt de kans op contactdermatitis via de lucht verminderd.

Ten derde moet de kennis over de gevaren en omgang met bepaalde materialen verbeterd worden. Personeel moet opgeleid worden om op een veilige manier met de materialen te kunnen werken .

Bron:
Samenvatting door Marieke Filius voor dental INFO van het boek van T. Rustemeyer and P.J. Frosch, Occupational Contact Dermatitis in Dental Personnel. De heer T. Rustemeyer is dermatoloog in het VU medisch centrum.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Taakdelegatie: Heeft u de bekwaamheid van uw medewerkers vastgelegd?

Uit ervaring blijkt dat tandartsen de bekwaamheid van medewerkers waaraan zij taken delegeren zelden hebben vastgelegd. Een praktische checklist.

De rol en positie van de tandarts is aan het veranderen. De zorgverlening door de tandarts is steeds meer gebaseerd op taakdelegatie en teamwerk. Hoewel vele tandartsen voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen delegeren, blijkt uit ervaring dat de tandarts maar zelden zich (aantoonbaar) heeft vergewist van de bekwaamheid van de gedelegeerde. Hoewel dit wel een voorwaarde is van taakdelegatie. Hieronder een handige checklist voor het in de praktijk vastleggen van de bekwaamheid van de gedelegeerde.

Taakdelegatie
Bij taakdelegatie gaat het om taken die niet behoren tot het deskundigheidsgebied van de persoon aan wie de taken worden gedelegeerd en kan het zowel gaan om voorbehouden als om niet-voorbehouden handelingen. Aan het delegeren van taken (zowel voorbehouden als niet-voorbehouden handelingen) zijn de volgende voorwaarden verbonden.

Voorwaarden
Bij taakdelegatie in de mondzorg dient te worden voldaan aan de volgende voorwaarden. In geval van voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen:

  • De tandarts verstrekt opdracht, waarbij gebruik wordt gemaakt van protocollen.
  • De tandarts vergewist zich van de bekwaamheid van de gedelegeerde voor het uitvoeren van de handeling en deze moet zichzelf ook bekwaam achten.
  • De gedelegeerde informeert de patiënt dat een handeling wordt uitgevoerd in opdracht van de tandarts.
  • De behandelgegevens worden vastgelegd in één patiëntendossier, waarvoor de tandarts verantwoordelijk is.

Checklist
Deze checklist beschrijft de stappen om de bekwaamheidstoets aantoonbaar vast te leggen:

  1. Inventariseer welke voorbehouden en niet-voorbehouden handelingen in de praktijk worden gedelegeerd en aan wie.
  2. Breng de bekwaamheid van de gedelegeerde in kaart op basis van gevolgde opleidingen en cursussen.
    Indien de gedelegeerde wel bekwaam wordt geacht door de tandarts, maar dit niet kan worden aangetoond met een diploma of certificaat, moet de bekwaamheid worden getoetst door een derde uit het opleidingscircuit.
  3. Leg deze stappen per medewerker vast in een formulier. Daarin staat in ieder geval:
    a. Naam medewerker
    b. Functie
    c. Opleiding
    d. Gedelegeerde voorbehouden handelingen
    e. Gedelegeerde niet-voorbehouden handelingen
    f. Bekwaam o.b.v. cursus, opleiding en/of toetsing door derde uit opleidingscircuit
    g. Handtekening van tandarts dat gedelegeerde bekwaam is voor de aangegeven handelingen
    h. Handtekening van gedelegeerde dat hij/zij zich bekwaam acht voor de aangegeven handelingen
    i. Geldigheidsduur van de ondertekening (bijvoorbeeld een termijn van een jaar, waarna bekwaamheid opnieuw wordt getoetst)

Op basis van bovenstaande stappen kan snel achterhaald worden of gedelegeerde inderdaad bekwaam is – (volgens de eisen die daaraan gesteld zijn -) voor alle gedelegeerde handelingen. Daarnaast wordt vanuit de kwaliteit van de zorgverlening geadviseerd deze bekwaamheidstoets periodiek terug te laten keren, zodat de tandarts gedwongen wordt op regelmatige basis inzicht de kwaliteit van de uitgevoerde handelingen in zijn of haar praktijk te beoordelen.

Bron: “De NMT over rol en positie van zorgverleners in de mondzorg. Verkort visiedocument.” Uitgave van de NMT in september 2012.

Door: Sjoerd Kuiken. Kuiken Praktijkmanagement toetst, adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van kwaliteitsystemen (HKZ / ISO), wet- en regelgeving en het verbeteren van de praktijkvoering.

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z

NZa: Sturende verzekeraar is beste alternatief voor tariefdiscussies

De Nederlandse Zorgautoriteit is gestart met een onderzoek naar de kosten en opbrengsten van mondzorgpraktijken, als onderbouwing van de tarieven voor 2014. In de publicatie ‘Feiten mondzorg in kaart’ wordt NZa-bestuursvoorzitter Theo Langejan aan het woord gelaten over de werkwijze en gedachtengang van de NZa: ‘Het is onmogelijk voor een landelijk overheidsorgaan om bij het berekenen van gemiddelde- landelijke – tarieven, tegelijkertijd een oordeel te geven over de nut en noodzaak van dat soort kosten. Daar zijn wij niet toe in staat’.

Sturende verzekeraar
Langejan geeft als alternatief voor tariefdiscussies een sturende verzekeraar aan. ‘Dit is precies de reden waarom een zorgverzekeraar beter in staat is om de zorg betaalbaar te houden: de verzekeraar heeft inzicht in alle behandelgegevens van aanbieders en kan onder andere regionaal afwijkende prijsafspraken maken met zorgaanbieders. Bijvoorbeeld als de patiëntenpopulatie anders is. Ook kan de zorgverzekeraar in gesprek met zorgaanbieders over het nut en de noodzaak van bepaalde behandelmethodes en innovaties. Levert een innovatie ook echt wat op in termen van gezondheidswinst of kost het alleen maar geld? Zorgverzekeraars hebben de gegevens en de expertise in huis om dat goed te kunnen beoordelen.’

Ontbreken zorgverzekeraar reden mislukken vrije tarieven
Als reden voor het niet slagen van het experiment vrije prijzen in de mondzorg geeft de bestuursvoorzitter het ontbreken van de verzekeraar als centrale zorginkoper. ‘Er zijn nog te weinig contracten tussen tandartsen en verzekeraars, waardoor de sturende rol van de verzekeraar op bijvoorbeeld de kwaliteit maar ook op de tarieven gering is. Een verzekeraar die goed inkoopt kan veel beter onderscheid maken tussen goed en niet goed presterende aanbieders, iets wat niet kan met het klassieke kostenonderzoek vanuit de overheid.’

Over de rol die de verzekeraars speelden door het fors verhogen van de premie en tegelijkertijd verlagen van de dekking van de aanvullende verzekering laat de NZa zich niet uit in de publicatie ‘Feiten mondzorg in kaart’.

Originele publicatie ‘Feiten mondzorg in kaart’

“Een berekening is wat anders dan een mening”

De Nederlandse Zorgautoriteit is gestart met een onderzoek naar de kosten en opbrengsten van mondzorgpraktijken, om de tarieven voor het jaar 2014 goed te kunnen onderbouwen. “Zorgaanbieders vinden altijd dat het tarief te laag is, consumenten vinden altijd dat het tarief te hoog is”, zegt Theo Langejan, bestuursvoorzitter van de NZa. “Daarom zijn de feitelijke gegevens zo belangrijk voor onze berekeningen. Wat wordt er daadwerkelijk gedeclareerd? Welke kosten zijn daadwerkelijk gemaakt?”

“Als rekenmeester in de zorg moet je goed kunnen uitleggen wat je doet, juist omdat veel aanbieders vinden dat ze te weinig verdienen, en veel consumenten vinden dat ze teveel betalen aan de zorg. De methode van onderzoek die we kiezen bespreken we daarom altijd vooraf tot in detail door met verschillende belangengroepen: met consumentenorganisaties, verzekeraars en vertegenwoordigers van de zorgaanbieders.

Controleerbare gegevens
Bij het bespreken van de onderzoeksopzet, voordat een kostenonderzoek begint, zijn belanghebbenden het meestal nog eens over de methode. Maar zodra er resultaten komen, wordt vaak snel gezegd dat de onderzoeksmethode niet deugt en dat het ook anders kan.
Natuurlijk zijn er in ieder onderzoek keuzes te maken. Wat neem je wel en niet mee in je berekeningen, wat onderzoek je apart, wat zet je bij elkaar, hoe kun je een zo goed mogelijk beeld krijgen wat er daadwerkelijk gebeurt? Juist daarom bespreken we de opzet vooraf met belanghebbenden, om eenzelfde vertrekpunt te hebben en hen de gelegenheid te geven met alternatieven te komen. De NZa baseert zich in haar kostenonderzoeken, maar ook in haar marktscans en verdiepende onderzoeken alleen op feitelijke, controleerbare gegevens. Niet op meningen over hoe de uitkomst bijvoorbeeld vanuit een gewenste behandelpraktijk zou moeten zijn. Overigens is het vaak ook niet duidelijk wat dan een gewenste behandelpraktijk is, en dat kunnen wij als overheid in ieder geval niet bepalen.

Zuivere vergelijkingen
Bij het berekenen van de tarieven op basis van de feitelijke kosten en opbrengsten in de zorg moeten we altijd uitgaan van een vastgesteld norminkomen. Zonder norminkomen zou de zorgverlener namelijk een tarief ontvangen zonder beloning voor zijn eigen werk. Zijn de opbrengsten hoger dan het norminkomen? Dan kunnen de tarieven omlaag. Zijn de opbrengsten lager? Dan moeten de tarieven omhoog. De hoogte van het norminkomen is een terugkerende discussie bij kostenonderzoeken. Die discussie moet je op een ander moment voeren, die staat los van de feitelijke gegevens over de kosten en opbrengsten die in het onderzoek verzameld worden.
Ook in onze marktscans en monitors over de verschillende zorgsectoren brengen we alleen de feiten in kaart. We vergelijken daarin uitsluitend de bedragen en behandelingen zoals die daadwerkelijk gedeclareerd en in rekening gebracht zijn, en de praktijkkosten die daadwerkelijk gemaakt zijn. Over dezelfde periode, op dezelfde manier. Dat is ook de enige manier waarop je een goed beeld kunt krijgen van verschillen door de jaren heen. Zo laat je zien wat de consument daadwerkelijk ‘in de portemonnee’ voelt.

Gemiddelden
Als de overheid, in dit geval de NZa, tarieven moet vaststellen voor zorgbehandelingen, doen we een onderzoek naar de kosten en opbrengsten van de gemiddelde zorgpraktijk in de sector. Dit betekent dat er uiteindelijk een tarief uitkomt dat past bij die gemiddelde zorgpraktijk. Nu zijn er altijd zorgaanbieders die van dat gemiddelde afwijken. Bijvoorbeeld omdat zij een andere patiëntenpopulatie behandelen dan het gemiddelde, of omdat hun praktijk beduidend groter of kleiner is dan het gemiddelde. De tarieven passen daarom nooit precies bij alle soorten praktijken, dat kan ook niet. Het gemiddelde tarief is in ieder geval goed voor de meeste praktijken.

Een ander nadeel van klassieke kostenonderzoeken om een landelijk tarief vast te stellen voor zorgbehandelingen, is dat je daarmee de kosten van zorg langzaam maar zeker kunt opschroeven. Als zorgaanbieders hun kosten hoger maken, bijvoorbeeld door meer high-tech apparatuur aan te schaffen, gaan bij dit soort klassieke tariefberekeningen uiteindelijk de tarieven van de zorg omhoog. Terwijl je je soms echt af kunt vragen of die apparatuur noodzakelijk is om goede zorg te leveren.

Het is onmogelijk voor een landelijk overheidsorgaan om bij het berekenen van gemiddelde- landelijke – tarieven, tegelijkertijd een oordeel te geven over de nut en noodzaak van dat soort kosten. Daar zijn wij niet toe in staat, maar het druist ook in tegen de principes van het doen van kostenonderzoek: dat gaat juist louter om daadwerkelijke feiten, daadwerkelijk gemaakte kosten en daadwerkelijk gegenereerde inkomsten.

Beste alternatief voor tariefdiscussies: sturende verzekeraar
Dit is precies de reden waarom een zorgverzekeraar beter in staat is om de zorg betaalbaar te houden: de verzekeraar heeft inzicht in alle behandelgegevens van aanbieders en kan onder andere regionaal afwijkende prijsafspraken maken met zorgaanbieders. Bijvoorbeeld als de patiëntenpopulatie anders is. Ook kan de zorgverzekeraar in gesprek met zorgaanbieders over het nut en de noodzaak van bepaalde behandelmethodes en innovaties. Levert een innovatie ook echt wat op in termen van gezondheidswinst of kost het alleen maar geld? Zorgverzekeraars hebben de gegevens en de expertise in huis om dat goed te kunnen beoordelen.

Het experiment met vrije prijzen in de mondzorg in 2012 is niet geslaagd, vooral omdat de verzekeraar als centrale zorginkoper ontbrak. Er zijn nog te weinig contracten tussen tandartsen en verzekeraars, waardoor de sturende rol van de verzekeraar op bijvoorbeeld de kwaliteit maar ook op de tarieven gering is. Een verzekeraar die goed inkoopt kan veel beter onderscheid maken tussen goed en niet goed presterende aanbieders, iets wat niet kan met het klassieke kostenonderzoek vanuit de overheid.”

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z