Effecten van parodontitis op de hersenfunctie 400

Effecten van parodontitis op de hersenfunctie

Een studie gepubliceerd in the Journal of Periodontology heeft onderzoek gedaan naar middelbare en oudere personen met een normale cognitie en verschillende stadia van parodontitis om de effecten van parodontitis op de hersenfunctie te bepalen. Analyse van het effect van parodontitis op hersenfunctie kan aanwijzingen geven voor de ontwikkeling van Alzheimer en het vroegtijdig voorkomen van dementie.

Onderzoek

Recent onderzoek heeft voorgesteld dat parodontitis een potentiële risicofactor is voor de ziekte van Alzheimer (AD). De relatie tussen parodontitis en de hersenfunctie van middelbare en oudere personen met normale cognitie blijft echter onduidelijk. Van in totaal 51 proefpersonen met een normale connectiviteit (NC) werden parodontale gegevens en functionele magnetische resonantie beeldvormingsgegevens verkregen. Voor de statistische analyse van de gegevens werd onafhankelijke componentanalyse en correlatieanalyse gebruikt.

Resultaten

In de matige tot ernstige parodontitisgroep werd zowel veranderde intranetwerk functionele connectiviteit (FC) als internetwerk FC gevonden. Daarnaast werd parodontitis geassocieerd met een stoornis in de hersennetwerkfunctie in de groep proefpersonen met een normale connectiviteit.

Conclusie

Parodontitis is geassocieerd met zowel intra- als internetwerk FC veranderingen en kan een potentiële risicofactor zijn voor hersenschade, zelfs in het NC-stadium. Het biedt een aanwijzing en nieuw behandeldoel voor de vroege preventie van AD.

Bron: Journal of Periodontology

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Parodontologie, Partnernieuws, Thema A-Z
stop

IGJ legt verkoopverbod op aan Smileie EU voor aligner

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft AK-Group B.V., handelend onder de naam Smileie EU, een formeel bevel opgelegd op grond van de Wet medische hulpmiddelen (Wmh). Het bedrijf biedt onder de merknaam Smileie EU een transparante kunststof gebitsbeugel (aligner) aan. Uit onderzoek blijkt dat dit product op de markt wordt gebracht zonder te voldoen aan de wettelijke vereisten die gelden voor medische hulpmiddelen. Hierdoor kan niet worden vastgesteld of het hulpmiddel veilig is en aan de beoogde prestaties voldoet. Smileie EU is daarom verplicht om binnen 24 uur te stoppen met het aanbieden en verkopen van de aligner.

Achtergrond van het besluit

Volgens de Europese regelgeving voor medische hulpmiddelen (de Medical Device Regulation, MDR) moeten fabrikanten kunnen aantonen dat hun producten veilig zijn en correct functioneren. Uit inspectie door de IGJ is gebleken dat Smileie EU geen conformiteitsbeoordeling heeft laten uitvoeren door een aangemelde instantie. Dit betekent dat de veiligheid en werkzaamheid van de aligner niet zijn gegarandeerd. De IGJ houdt toezicht op de naleving van deze Europese regelgeving via de Wmh.

Vervolgmaatregelen

Gezien de mogelijke risico’s voor gebruikers heeft de IGJ besloten een bevel op te leggen. Smileie EU moet de verkoop en distributie van de aligner binnen 24 uur staken. Daarnaast is het bedrijf verplicht om binnen drie dagen alle afnemers die het product al hebben ontvangen, schriftelijk te informeren dat de aligner niet voldoet aan de toepasselijke wet- en regelgeving. De IGJ zal nauwgezet controleren of aan deze verplichtingen wordt voldaan. Indien dit niet het geval is, kan de inspectie aanvullende handhavingsmaatregelen treffen.

Recht op wederhoor

Smileie EU heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na de publicatie van dit besluit een reactie in te dienen. Indien hiervan gebruik wordt gemaakt, zal deze reactie als bijlage bij dit bericht worden gepubliceerd.

Bron:
IGJ

 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Mondtapen tegen slaapapneu

Mondtapen tegen slaapapneu

Een review gepubliceerd in the American Journal of Otolaryngology is de eerste review over mondtapen en laat zien dat mondtapen tijdens je slaap leidt tot verbetering van obstructieve slaapapneu (OSA), snurken en bilevel ventilatie.

Mondtapen

Nachtelijk mondtapen is een trend waarbij een stuk tape wordt aangebracht van het philtrum tot de onderste vermillion, en die veel aandacht heeft gekregen via social media.
Verschillende influencers bewerend dat het de neusademhaling bevordert en ook andere voordelen heeft zoals onder andere het verbeteren van de energie, immuunfunctie, huid en spijsvertering.

Review

Het doel van de review is om vast te stellen welk onderzoek beschikbaar is dat mondtapen tijdens de slaap evalueert en om de onderzoeken samen te vatten. Dit zal ook bewijs leveren om vragen van patiënten in de klinische setting te beantwoorden en bepaalde onderwerpen voor verder onderzoek te benadrukken.
Van de in totaal 177 geïdentificeerde onderzoeken voldeden 9 aan de inclusie- en exclusiecriteria.
Om de effecten van mondtaping op sociale media platforms te onderzoeken werden 50 TikTokvideo’s geïdentificeerd.

Resultaten

Twee onderzoeken toonden een significante verbetering in de statistieken van OSA, één met alleen mondtaping, en een andere met mondtaping in combinatie met het gebruik van een mandibulair verplaatsingsapparaat.
Bij patiënten zonder slaapapneu toonde het onderzoek dat snurken werd verbeterd met mondtaping en in combinatie met andere maatregelen.
Een onderzoek naar mondtapen bij asthma liet geen voordelen van het tapen zien. Een ander onderzoek liet zien dat mondtaping effectief is het verminderen van mondlekkage tijdens bilevel-ventilatie.
Volgens socialmedia platform TikTok is een voordeel van mondtaping een verbeterde slaap- en mondgezondheid.

Conclusie

Enkele onderzoeken geven aan dat mondtapen voordelig kan zijn bij obstructieve slaapapneu, snurken en bilevel-ventilatie. Er is echter verder onderzoek nodig om de rol en effectiviteit van het tapen te verduidelijken.

Bron:
American Journal of Otolaryngology

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Kom naar Paro Open 2025 – 26 september: Het Lustrum – Samenwerken is Kunst

De mond en algemene gezondheid zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Parodontitis kan bijvoorbeeld een indicatie zijn voor onbehandelde diabetes, de relatie tussen parodontitis en hart- en vaatziekten is wetenschappelijk aangetoond en ook van roken weten we dat het geassocieerd is met een verhoogde vatbaarheid voor parodontitis.

Lees meer over Paro Open 2025 en schrijf je in

Logisch dus dat de blik van tandheelkundige zorgverleners verder reikt dan de vier praktijkmuren. Maar hoe pak je dat grondig op? Welke signalen moet je kunnen herkennen, welke kennis is daartoe noodzakelijk? Welke communicatie is wenselijk en met wie?

Samenwerken is kunst: dát is het thema van Paro Open 2025!

Wat kunt u verwachten?

  • verrassende sprekersduo’s
  • vernieuwende, evidence based inzichten
  • praktische adviezen
  • interactieve congresformule
  • extra feestelijke lustrumeditie!

Ontdek hoe u dankzij een multidisciplinaire samenwerking de kans op het welslagen van uw parobehandeling kunt vergroten.

Datum en locatie

26 september, Leonardo Hotel Vinkeveen

Lees meer over Paro Open 2025 en schrijf je in

 

Paro Open 2025

Lees meer over: Bij- en nascholing, Parodontologie, Partnernieuws, Partnernieuws, Partnervideo, Producten, Video, Video | Podcast
Suikers

Hoger risico op parodontitis door bepaalde voedingsmiddelen

Volgens een onderzoek onlangs gepubliceerd in het International Dental Journal worden glycatie-eindproducten (AGE’s) in voeding, die met name voorkomen in voedingsmiddelen met veel suiker, vet en eiwitten, geassocieerd met een hoger risico op het ontwikkelen van parodontitis.

Parodontitis en glycatie-eindproducten

Parodontitis is een complexe ontstekingsaandoening die wordt veroorzaakt door tandplak en wordt gekenmerkt door tandvleesontsteking, aanhechtingsverlies, botverlies en daaropvolgend tandverlies.
Glycatie-eindproducten (AGE’s) zijn het resultaat van de glycatie van aminogroepen in aminozuren en vertegenwoordigen een heterogene en pro-inflammatoire groep verbindingen. In deze studie werd de relatie tussen AGE’s en parodontitis onderzocht.

Onderzoek

Aan de hand van gegevens van 2334 volwassen in de United States werd het verband tussen een hoge inname van AGE’s via voeding en parodontitis onderzocht.
De parodontale gegevens werden verkregen van NHANES en voedingspatronen werden beoordeeld met behulp van een Food Frequency Questionnaire.

Resultaten

Van de 2334 deelnemers waren er 862 deelnemers met parodontitis en 1472 deelnemers zonder parodontitis. Onder de deelnemers met parodontitis waren er 361 mensen met milde parodontitis en 501 mensen met matige en ernstige parodontitis. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 42 jaar. De prevalentie van parodontitis bij mannen was 45,2% en significant hoger dan bij vrouwen, namelijk 30%.
Daarnaast toonden de resultaten dat hoe hoger het opleidingsniveau, hoe lager de prevalentie van parodontitis is.
41,3% van de deelnemers met een hogere inname van AGE’s ontwikkelde parodontitis, dit is een significant verschil in vergelijking met degenen die een lagere inname van AGE’s hadden.
De resultaten toonden dat deelnemers met een AGE-inname van meer dan 21,41 U/kcal een hogere prevalentie van parodontitis vertoonden vergeleken met degenen met een lagere inname.

Conclusie

Het onderzoek laat zien dat AGE’s geassocieerd zijn met de prevalentie van parodontitis. Echter, in de toekomst is verder onderzoek noodzakelijk.

Bron:
International Dental Journal

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
taakherschikking

Met ingang van 1 juli 2025 stopt het experiment geregistreerd-mondhygiënist

Met het stoppen van het experiment vervalt de BIG-registratie van deelnemende mondhygiënisten. Daarnaast vervalt de volledige zelfstandige bevoegdheid voor het geven van anesthesie en het boren van primaire cariës (ten behoeve van het restaureren) en het maken van röntgenfoto’s.

Tijdens het debat in de Tweede Kamer op 19 december 2024 over het toekennen van de drie zelfstandige bevoegdheden aan mondhygiënisten werd een motie aangenomen. Uit deze motie volgde een verzoek van de Tweede Kamer aan het ministerie van VWS om het Zorginstituut Nederland een opdracht te geven om het beroep van mondhygiënist te laten toetsen voor regulering in het zware regime van de Wet BIG. Toenmalig Minister Agema van VWS gaf aan het oordeel van de Tweede Kamer te zullen volgen. De motie werd ingediend door Tweede Kamerleden Mariska Rikkers-Oosterkamp (BBB) en Judith Tielen (VVD) om het besluit van VWS ongedaan te maken en de mondhygiënisten de zelfstandige bevoegdheid voor de drie voorbehouden handelingen te verlenen. De status van dit vervolgonderzoek is momenteel niet bekend.

Wat betekent het stoppen van het experiment feitelijk voor mondhygiënisten in de praktijk?

Mondhygiënisten zijn vanaf 1 juli 2025 weer functioneel zelfstandig bevoegd voor het geven van anesthesie en het prepareren van primaire cariës, dus na opdracht van de tandarts.

Voor een deel van onze leden betekent dit weer terug naar hoe het geweest is voor het experiment. Voor diegenen die zijn afgestudeerd tijdens het experiment, betekent het een nieuwe manier van werken met een functioneel zelfstandige bevoegdheid, waarmee zij nog niet eerder hebben gewerkt.

NVM-mondhygiënisten heeft een informatiedocument stoppen experiment ontwikkeld, waarin je veel informatie leest over het stoppen van het experiment en de functioneel zelfstandige bevoegdheid. Daarnaast vind je een veelgestelde vragenlijst, waarin je veel vragen en antwoorden vindt, waarmee we je hopelijk op weg helpen. Tot slot is er een “modelformulier opdracht” gemaakt, waarmee je de opdracht met een tandarts goed kunt vastleggen.

Meer informatie en de toolkit vind je hier

Bekijk hieronder het webinar: Stoppen experiment van NVM-mondhygiënisten

 

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
Richtlijn

KIMO-richtlijnen Wortelcariës en Antitrombotica verlengd tot juni 2029

In 2019 publiceerde het Kennisinstituut Mondzorg (KIMO) de klinische praktijkrichtlijnen: Bloedige ingrepen in de mondzorg bij patiënten die antitrombotica gebruiken en Wortelcariës bij (kwetsbare en zorgafhankelijke) ouderen. Deze richtlijnen maken sindsdien deel uit van de professionele standaard binnen de mondzorg.

Omdat KIMO-richtlijnen een geldigheidsduur van vijf jaar hebben, is in 2024 beoordeeld of herziening nodig was. Uit deze toetsing blijkt dat beide richtlijnen nog steeds actueel zijn en goed aansluiten bij de huidige stand van wetenschap en praktijk. Om die reden is besloten de geldigheid van beide richtlijnen in ongewijzigde vorm te verlengen tot en met juni 2029, tenzij nieuwe ontwikkelingen tussentijdse aanpassing vereisen.

Richtlijn Wortelcariës bij ouderen

Deze richtlijn is bedoeld voor tandartsen, tandartsspecialisten en mondhygiënisten, maar ook andere mondzorgverleners en professionals die betrokken zijn bij de zorg voor kwetsbare of zorgafhankelijke ouderen kunnen hier waardevolle informatie in vinden. De richtlijn heeft als doel mondzorgverleners bewust te maken van het verhoogde risico op wortelcariës (ook wel cervicale cariës) bij oudere patiënten. Tijdige signalering en preventie zijn essentieel. Daarnaast biedt de richtlijn handvatten voor de juiste aanpak en behandeling wanneer er toch wortelcariës ontstaat.

Meer informatie Richtlijn Wortelcariës bij ouderen

Richtlijn Antitrombotica en mondzorg

Deze richtlijn is eveneens opgesteld voor tandartsen, tandartsspecialisten en mondhygiënisten. Ook andere zorgverleners binnen en buiten de mondzorgpraktijk kunnen de richtlijn benutten.
Alle vormen van bloedige ingrepen in de mondzorg komen aan bod. De richtlijn benadrukt het belang van een zorgvuldige klinische afweging door de behandelaar. De inhoud sluit aan bij de meest recente inzichten en is afgestemd op de modules van de Richtlijn Antitrombotisch beleid van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV) uit 2025.
Meer informatie Richtlijn Antitrombotica en mondzorg

Lees meer over: Richtlijnen, Thema A-Z
Het implantaat

Het implantaat: de diamant in de restauratieve tandheelkundige workflow of toch een onderdeel van?

Vader Peter Thoolen en zoon Jasper Thoolen zijn mede eigenaren van praktijk Lassus Tandartsen in Oisterwijk. Zij bieden naast hun werkzaamheden aan de stoel trainingen en cursussen aan en stimuleren mondzorgprofessionals om vooral plezier in hun vak te hebben. In hun lezing benadrukten zij dat implantologie een fascinerend vakgebied is, maar wilden ook de uitspraak ‘’Resto meets implantologie’’ kritisch benaderen. In hun lezing wilden zij wat knopen maken en wat dingen verbinden. Dit deden zij aan de hand van zaken die hun bezig houden en inspireren, waaronder hun liefde voor muziek. Ook vertelden zij over hoe de hedendaagse digitale mogelijkheden de tandheelkunde voor altijd veranderd hebben.

Shine on, you crazy diamond

“Het plaatsen van een implantaat stelt niet zo veel voor, je schuift wat gingiva af, je plaatst het implantaat in de juiste richting en de juiste positie.” Peter stelt dat we deze procedure niet tot kunst moeten verheffen, we maken daar een grote fout in. De implantologie is namelijk een onderdeel van ons restauratieve palet aan mogelijkheden.
Het is van cruciaal belang te realiseren dat hoewel het implantaat soms wordt beschouwd als de “diamant” binnen dit palet, deze opvatting niet helemaal recht doet aan de werkelijkheid.

De indicatiestelling

De indicatiestelling voor het plaatsen van een implantaat kent verschillende doeleinden, namelijk:

  • Ter vervanging van een gebitselement
  • Ter ondersteuning van een frame of prothese
  • Ter ondersteuning van een telescoop brug

Ter ondersteuning van een frame

De fysiologie en biomechanica van een frame kunnen worden verbeterd door dorsaal twee implantaten te plaatsen. Door complexe problematiek te vereenvoudigen tot duidelijke en gerichte aandachtspunten, wordt de behandeling aanzienlijk eenvoudiger en beter beheersbaar. Het uiteindelijke behandeldoel voor elke patiënt, zoals beschreven in het waardevolle systeem van Stefan Meutermans (de dynamische systematische diagnostische methodiek), is het streven naar microbiologisch evenwicht en occlusale stabiliteit. Dit geldt als leidraad voor iedere patiënt, ongeacht de complexiteit van de casus.

De fases van ieder behandelplan

Behandeldoel van ieder behandelplan is microbiologisch evenwicht en occlusale stabiliteit creëren. Een behandelplan kent 4 fases:

  1. Ontstekingsmanagement
  2. Uitgangspositie verbeteren
  3. Restauratieve fase
  4. Nazorg

Ontstekingsmanagement

Na het voltooien van de diagnostiek en het opdelen van de behandeling in fases, is het eerste aandachtspunt het ontstekingsmanagement. Dit vormt de basis voordat er wordt gewerkt aan het verbeteren van de uitgangspositie. Daarna kan worden gedacht aan behandelingen zoals orthognathe chirurgie, orthodontie of implantologie. Pas daarna kan de verdere behandeling worden uitgevoerd.

Peter en Jasper beweren dat tandartsen vaak worden gezien als “knutselaars” die snel de neiging hebben om direct aan de slag te gaan, terwijl het maken van een strategisch behandelplan essentieel is. In de getoonde casus is dat ook gebeurd. In het dorsale gedeelte, zijn twee implantaten geplaatst in het dorsale gedeelte, een relatief eenvoudige ingreep die de biomechanische stabiliteit van het frame aanzienlijk had verbeterd. Tijdens de tussenevaluatie, was enige slijtage zichtbaar, maar dit bleek relatief eenvoudig te verhelpen. De röntgenfoto’s lieten zien dat de situatie er verder goed uitzag. Hoewel slijtage zichtbaar was, zou het advies kunnen zijn om de kiezen in de onderkaak te vervangen, maar verder was er weinig op aan te merken. Deze casus toont aan dat implantologie op een relatief eenvoudige manier kan worden geïntegreerd in een behandelplan.

Hopeloos herboren

In de vorige casus werd een implantaat geplaatst ter vervanging van een tand of kies. Volgens Jasper zijn tandartsen vaak geneigd om dogmatisch te denken en vast te houden aan vaste protocollen, waarbij soms de focus ligt op destructieve oplossingen. Jasper stelt dat wanneer een patiënt een vaste oplossing wil, het belangrijk is om die wens te respecteren. De patiënt moet uiteindelijk met de tanden en kiezen rondlopen, en het is essentieel om een behandelplan op maat te maken.
Bij binnenkomst van de patiënt was de eerste indruk dat een volledige gebitsprothese onvermijdelijk zou zijn. De eerste gedachte was om alles te verwijderen en te vervangen door een volledige gebitsprothese. Echter, de patiënt gaf duidelijk aan de voorkeur te geven aan een vaste oplossing, wat de mogelijkheid opende voor implantologische behandeling.

Een radicale aanpak is niet altijd nodig volgens Jasper. Soms kunnen bepaalde elementen in de mond van de patiënt behouden blijven, ondanks de aanvankelijke indruk. In een getoonde casus werd zorgvuldig beoordeeld welke tanden en kiezen behouden konden worden. Uiteindelijk bleken drie elementen in goede staat te verkeren. Er werd een tijdelijke brug vervaardigd van PMMA, en er werden twee implantaten geplaatst om het resterende gebit te ondersteunen. Het ontwerp voor de behandeling werd gebaseerd op de gezichtsstructuur van de patiënt, met behulp van Digital Smile Design, waarna een tijdelijke voorziening werd geplaatst.
Voor de telescoopbrug werd pekton gebruikt als onderstructuur. Dit materiaal werd destijds veel toegepast, maar wordt tegenwoordig minder vaak gebruikt vanwege de kans op breuk. Het inlijmen van de secundaire kappen in de tertiaire structuur werd rechtstreeks in de mond van de patiënt uitgevoerd, wat zorgde voor optimale pasvorm en stabiliteit. Uiteindelijk werd de telescoopbrug succesvol afgerond.

Door strategisch na te denken en twee implantaten bij te plaatsen, kon een betere oplossing worden geboden. Hoewel de situatie complex was, is het resultaat al 3,5 jaar stabiel. De implantaten functioneren naar behoren en de behouden tanden zijn nog steeds in goede staat.

Het implantaat

Het implantaat

Het implantaat

Het implantaat

Krachtwerking binnen de orthodontie

Een andere patiënt werd door een parodontoloog doorverwezen met een indicatiestelling voor chirurgie in alle vier de kwadranten en een implantaat op positie 21.
De intermaxillaire verhoudingen en de tandstand werden beoordeeld, waarbij Peter en Jasper tot de conclusie kwamen dat de situatie niet met een implantaat op te lossen zou zijn.
Bij het bekijken van de OPT viel op dat er geen enkele indicatie was voor parodontale chirurgie, aangezien de patiënt geen verhoogd parodontaal risico had. Er speelden bij deze patiënt andere problemen die aangepakt moesten worden.

Orthodontie bleek een geschikte behandeloptie in deze casus. Het idee was om de elementen vooraf op te bouwen, gebaseerd op een digitaal ontwerp dat door het laboratorium werd gemaakt. Jasper gaf aan dat, hoewel dit proces in eerste instantie complex lijkt, het een cruciale stap is om tot een bevredigend eindresultaat te komen.
Dit wordt vaak uitgevoerd met behulp van een Bart-mal, genoemd naar Bart Jansen, een van de cursisten binnen het CEPCD-programma. Dergelijke mallen helpen bij het correct plaatsen van brackets en het nauwkeurig uitlijnen van de tanden en kiezen.

De behandeling werd versneld met behulp van bone scarving technieken waarbij groeven in de processus alveolaris werden gemaakt, wat de botremodelering stimuleerde en de beweging van tanden en kiezen door het kaakbot versnelde. Daarnaast werd het Jasper duidelijk dat bij gebitselementen met slijtage, de brackets vaak op het afgesleten deel worden geplaatst. De krachten die dan op de gebitselementen inwerken zijn niet optimaal. Het is daarom van essentieel belang om elementen eerst in hun oorspronkelijke anatomische dimensie te herstellen. Dit leidt tot betere resultaten bij orthodontische behandelingen.

Het implantaat

Het implantaat

Het implantaat

Het implantaat

Opbouwen van de gebitselementen vooraf

Het opbouwen van de gebitselementen vooraf is daarom van grote waarde, en volgens Jasper zou deze techniek vaker gebruikt moeten worden. De uitdaging ligt vaak bij tandtechnici, die deze opbouw voorheen met was moesten uitvoeren, wat complex kan zijn. Maar met digitale technieken gaat dat tegenwoordig een stuk gemakkelijker.
Jasper en Peter gaven aan dat de behandeling van de orthodontie misschien wel in handen van orthodontisten ligt, maar dat restauratieve tandartsen ook een belangrijke rol spelen in het gehele behandeltraject en de coördinatie. Restauratieve tandartsen kunnen gebitselementen opbouwen, botmodellering uitvoeren, brackets plaatsen en de bony housing verbeteren en vergroten. Hoewel orthodontisten hierbij betrokken blijven, hebben restauratieve tandartsen soms meer mogelijkheden om het behandelplan te optimaliseren.

Parodontale behandeling

In een getoonde casus was er aanvankelijk de overweging om element 21 te extraheren. Peter benadrukte echter het belang van een zorgvuldige beoordeling van het element na doorverwijzing. Tijdens het gebruik van een pocketsonde werd er ruwheid waargenomen, maar volgens hen wordt het gebitselement pas als gediskwalificeerd beschouwd wanneer er geen behandelmogelijkheden meer beschikbaar zijn. Restauratieve tandartsen hebben namelijk een verantwoordelijkheid in parodontale behandelingen. Wanneer een gebitselement parodontale behandeling, zoals wortel planing en scaling, vereist zouden tandartsen de genezing en behandeling zelf moeten uitvoeren in plaats van de patiënt door te sturen naar de mondhygiënist.
Peter stelt dat er mogelijk behoefte bestaat aan het in het leven roepen van ‘de restauratief parodontoloog’, een restauratieve tandarts die de parodontologische aspecten van de behandeling in overweging neemt, evenals aan een parodontoloog die een restauratieve benadering hanteert.
De 21 werd gemonitord en na drie maanden waren er duidelijke verbeteringen zichtbaar. Met behulp van bone scarving technieken en het plaatsen van brackets werden de tanden in acht maanden tijd correct uitgelijnd. Op positie 21 werd een tijdelijke kroon van PMMA vervaardigd in het laboratorium.

Hoewel de patiënt zeer tevreden was met het resultaat, was er enige tijd nodig om te wennen aan de nieuwe intermaxillaire verhoudingen. Peter merkte op dat het snelle herstel door bone scarving technieken ervoor zorgt dat patiënten zich ook snel moeten aanpassen aan de veranderingen. Dit kan soms enige tijd kosten, maar de voordelen van de behandeling waren duidelijk zichtbaar.

Onderliggende problemen

De volgende getoonde casus illustreert dat in de dagelijkse praktijk binnen de mondzorg, en met name in verwijspraktijken, behandelaren vaak patiënten ontvangen met het verzoek om een implantaat te plaatsen. Bij nadere inspectie blijkt er echter vaak veel meer aan de hand te zijn. Het is daarom van groot belang dat tandartsen, en vooral algemene praktijken, zich realiseren dat het soms noodzakelijk is om de loepbril af te zetten en de onderliggende problemen te onderzoeken.

Bij het intraorale onderzoek bij deze specifieke casus, werd duidelijk dat er naast het verzoek om een implantaat op locatie van de 11 te plaatsen, ook cariës onder de kroon en slijtage aan het onderfront zichtbaar was. Er werden een referentieanalyse en een Digitale Smile Design uitgevoerd, niet enkel met het doel om prothetisch te plannen, maar vooral om vanuit de gezichtssamenhang na te denken over de situatie. Dit resulteerde in een uitgebreidere behandelplanning dan de patiënt oorspronkelijk had verwacht. Er werden aanzienlijke rehabilitaties uitgevoerd aan de bovenkaak en onderkaak. De patiënt kwam oorspronkelijk alleen voor het implantaat op locatie van de 11, maar verliet de praktijk met een veelomvattender behandelresultaat.
Het interessante in deze casus was dat de bovenkaak in keramiek en de onderkaak in composiet werd vervaardigd. De bovenkaak werd zo optimaal mogelijk vervaardigd, terwijl de onderkaak in composiet de flexibiliteit bood om aanpassingen te maken wanneer dat nodig was.

Binnen de restauratieve tandheelkunde is het cruciaal om dynamisch te blijven in de behandelplanning en te overwegen wat er daadwerkelijk aan de hand is. Soms presenteert een patiënt zich met een ogenschijnlijk eenvoudig probleem, maar het is aan de restauratieve tandarts om verder te denken.

Schijnbaar eenvoudige implantologie

Peter benadrukt dat natuurlijke gebitselementen vaak even goed functioneren als implantaten. De vraag rijst dan ook: waarom zouden we een implantaat plaatsen als er andere oplossingen en mogelijkheden zijn? In een recent onderzoek wordt dit bevestigd, waarbij de resultaten variëren afhankelijk zijn van de behandelende tandarts. Bij eenvoudige implantologie of schijnbaar eenvoudige problemen kan de volgende casus worden aangehaald. Binnen deze specifieke casus waren verschillende behandelopties beschikbaar: het extraheren van het gebitselement, het maken van een cantilever op de reeds aanwezige implantaten, of het onmiddellijk vervangen door een nieuw implantaat. Echter, het is essentieel om na te denken over alternatieven. Na het intraorale onderzoek werd wortelcariës vastgesteld, evenals problemen met de gingiva.

Vroeger was er een stompje nodig om voldoende retentie te garanderen, maar tegenwoordig met de adhesieve technieken is dat niet meer noodzakelijk. Dit betekent dat zelfs met een plat vlak, een hechting kan worden gemaakt die goed blijft zitten. Dit opent de mogelijkheid om gebitselementen opnieuw te overwegen en te proberen te behouden. Peter en Jasper zijn voorstanders van de mogelijkheden die adhesieve technieken bieden, maar erkennen ook dat niet alle situaties een succesvolle uitkomst zullen hebben. In de besproken casus bleek het echter wel mogelijk om het gebitselement te behouden, wat een positief resultaat opleverde.

Autotransplantatie een prachtig alternatief

Een 12-jarige patiënt meldde zich via de orthodontist bij de praktijk van Peter en Jasper met het fenomeen ‘’primary failure of eruption’’ van de eerste molaren. Extractie van de elementen op positie van de 36 en 46 was daarom geïndiceerd. Het idee om het element 37 op de locatie van de 36 te plaatsen, werd overwogen. Hetzelfde gold voor het vierde kwadrant. Hiervoor diende eerst een endodontische behandeling te worden uitgevoerd in de 37 en 47. Een replica van het te transplanteren element kon via een CBCT worden geprint en er kon chirurgisch een correcte vorm van de alveole worden geprepareerd. Na het passen van beide elementen werden de 37 en 47 op de locatie van de 36 en 46 geplaatst. Deze procedure kostte slechts 10 seconden en beide elementen werden eenvoudig vastgezet met hechtingen. Uiteindelijk bleek dit een prachtig alternatief te zijn.

De vraag rees later of het niet beter geweest zou zijn om de 38 en 48 direct ook op de locatie van de 37 en 47 te plaatsen. Dit bleek een terechte opmerking, aangezien het leven voorwaarts wordt geleefd maar achterwaarts wordt begrepen. Het was inderdaad een gemiste kans; dit zijn lessen die ook in de praktijk van Peter en Jasper worden geleerd.

Magneten

Een patiënt, waarbij meerdere elementen waren afgebroken na een val op de scooter, melde zich na een doorverwijzing bij Peter en Jasper in de praktijk. De mogelijkheid om de afgebroken wortels te extruderen werd overwogen. Hoewel de “makkelijke” manier zou zijn om dit met orthodontie te doen, wilde de patient daar niet in mee en werden de behandelaren uitgedaagd om te kijken naar een andere oplossing. Er werd besloten om gebruik te maken van magneten. Jasper had uitgebreid onderzoek gedaan naar de magneten. In de procedure werden twee magneten ingelijmd, wat leidde tot interessante overpeinzingen. Wanneer de magneten iets verder van elkaar werden verwijderd, kon de curvatuur van de kracht op de elementen enigszins worden verminderd. Hoe meer composiet er op de magneten werd aangebracht, hoe minder sterk de aantrekkingskracht.

Er werden endodontische behandelingen uitgevoerd en er werd een splint vervaardigd waarin de twee magneten waren ingebouwd. Op deze manier bleek dat de magneten de elementen naar beneden trokken, wat verrassend goed werkte. Door het gebruik van de magneten kon er aanzienlijk meer ferrule worden gecreëerd, wat meer houvast bood voor verdere restauraties. Dit proces duurde tussen de zes en acht weken.

Er waren zeker snellere methoden mogelijk, zoals implantologie of chirurgische of orthodontische extrusie. Het doel was echter om te demonstreren dat het plaatsen van een implantaat niet altijd onmiddellijk noodzakelijk is en dat er verschillende methoden en mogelijkheden zijn om bijvoorbeeld ferrule te realiseren.

Communicatie

Uit de getoonde casus werd ook duidelijk dat communicatie van essentieel belang is bij het omgaan met trauma en het maken van frontrestauraties. In het geval van werkstukken waarbij een centrale voortand vervangen moet worden, is het ontbreken van communicatie een nachtmerrie voor elke tandtechnicus. Zonder enige vorm van communicatie, foto’s, informatie-uitwisseling en samenwerking, is het bijzonder moeilijk om iets te creëren dat lijkt op de naastgelegen tanden. Voor het behalen van een bepaald esthetisch resultaat is goede communicatie essentieel, niet alleen tussen tandartsen en tandtechnici, maar ook tussen alle disciplines binnen- en buiten de mondzorg.

Peter Thoolen studeerde Tandheelkunde aan de Universiteit van Nijmegen waar hij ook enkele jaren als studentassistent in de Prothetische Tandheelkunde fungeerde. Na zijn studie volgde een lange periode van intensieve nascholing, eerst in de Parodontologie en vervolgens in de Implantologie. Dit leidde o.a. tot een medewerkerschap aan de afd. Parodontologie in Nijmegen. Vanaf 1982 tot 2004 voerde hij in Oisterwijk een algemene praktijk, die daarna werd omgezet in een verwijskliniek voor Parodontologie, Implantologie en Reconstructieve THK; de huidige Oisterwijkkliniek Tandheelkunde. Peter bekleedt vele functies in de organisatorische structuren van de Implantologie en Restauratieve Tandheelkunde in Nederland; sinds 2008 is hij lid van het Consilium Implantologicum. Ook is hij lid van de opleidingscommissie van de NVVRT. Daarnaast ontwikkelde hij het CEPID en CEPCD onderwijsprogramma.

Jasper Thoolen studeerde in 2016 af als tandarts aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Hij werkt als tandarts voor Lassus Tandartsen in Oisterwijk en daar houdt hij zich voornamelijk bezig met de restauratieve en reconstructieve tandheelkunde, digital smile design en digitale behandelplanning, orthodontie en implantologie. Jasper is veelgevraagd spreker voor verschillende internationale meetings en symposia en is als trainer verbonden aan verschillende post-academische opleidingen. Naast zijn werk aan de stoel schrijft hij artikelen voor verschillende tandheelkundige vakbladen en is hij als key opinion leader betrokken bij verschillende gerespecteerde tandheelkundige firma’s. Jasper is daarnaast een van de vijf oprichters van het online educatie platform Karma.Dentistry.

Verslag van de lezing van Peter Thoolen en Jasper Thoolen door Mina Fadhil tijdens het NVVRT Restauratiefje Resto meets… Implantologie.

Lees binnenkort deel 2 van deze lezing.

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Thema A-Z
Tongpositie, mondademhaling en slaap

Tongpositie, mondademhaling en slaap

Tijdens het NVVRT-Restauratiefje Chiropractie vertelde Nurcan Yilmaz, restauratief tandarts, over de tongpositie, mondademhaling en het belang van slaap. “Wij als tandarts kunnen patiënten alert maken, zodat zij actief aan de slag kunnen met het aanpassen van het gedrag.” Lees het verslag van haar lezing.

Voor de echte lezing begint, doen we een oefening die ‘boxbreathing’ heet. Hierbij adem je vier seconden in, houd je je adem vier seconden vast en adem je daarna weer vier seconden uit. Dit herhaal je een aantal keer. Deze oefening helpt om over te schakelen van het sympathische naar het parasympathische zenuwstelsel.

Nurcan Yilmaz zelf is op jonge leeftijd orthodontisch behandeld in verband met crowding. Er zijn vier premolaren verwijderd en de elementen zijn opgelijnd. Op latere leeftijd heeft ze nogmaals orthodontie gehad omdat er stijlstand was van onder- en bovenfront. Dit is verholpen, maar het dished in profiel blijft. Ze heeft er geen last van, maar vindt het zelf niet mooi. Ze vergelijkt haar eigen situatie met die van haar zus, die geen orthondontische behandeling gehad heeft. Bij haar is geen sprake van deze ‘dished in’.

Daarnaast kreeg ze last van het fenomeen van Raynaud. Ze had hier vooral last van tijdens het buiten sporten in de winter. Daarnaast begon ze in 2018 met snurken. Hierdoor kwam ze in contact met Steven Zwerink, een ademcoach. Deze leerde haar schakelen van het parasympathische zenuwstelsel naar het sympathische zenuwstelsel om deze problemen de baas te worden en te slapen met mondtape.

Tong op juiste positie

Ademen is iets wat heel al vanaf de geboorte gebeurt. De eerste reflex bij een baby is de beweging naar de borst, de tweede reflex is ademhalen. Wanneer je merkt dat bij een pasgeboren baby het mondje open staat, kun je deze actief sluiten. Je wilt dat de tong al heel vroeg in het leven op de goede plek komt. Op vier jarige leeftijd is namelijk al 80% van de schedel ontwikkeld en op tien jarige leeftijd 95%. Door de tong op de juiste positie te plaatsen, ga je automatisch rechterop zitten met ontspannen lippen en blijft de tong ook op de goede plek met slikken.

Mondademhaling

Bij baby’s is er met regelmaat sprake van een kort tongriempje. Hierdoor kan de tong niet de juiste positie aannemen. Ook een verstopte neus kan ervoor zorgen dat kinderen een mondademhaling ontwikkelen. Snurkende kinderen komen we helaas ook nog met enige regelmaat tegen. Dit is altijd een reden om kinderen (nogmaals) naar de KNO-arts te verwijzen, al nemen deze helaas verwijzingen vanuit de tandarts niet altijd serieus.

Vroeger dachten we dat vergrote amandelen en verkoudheid grote oorzakelijke factoren waren voor mondademhalen, maar tegenwoordig weten we dat allergieën een veel belangrijkere reden zijn. Bij ongeveer 80% van de patiënten met allergie is ook sprake van mondademhalen. Vergrote neustonsillen veroorzaken maar bij 40% van de mensen mondademhalen en vergrootte amandelen in 12% van de gevallen.

Bij mondademhalers ligt de tong vaak slap onderin de mond. Dit zorgt voor de ontwikkeling van een longface met een open beet en een klasse II relatie. In ons lichaam gebeurt 90% van de dingen onbewust. Wij als tandarts kunnen patiënten alert maken, zodat zij actief aan de slag kunnen met het aanpassen van het gedrag. Vindt dit gedrag overdag op de juiste manier plaatst, dan gaat dit automatisch ook in de nacht goed.

Slaap

Slapen is een enorm belangrijk onderdeel van ons leven. Het zorgt onder andere voor:

  • Herstel
  • Housekeeping van de hersenen: afvoeren van toxines.
  • Leren en kunnen leren.
  • Dat het geheugen rust en dingen wordt in de juiste vakjes opgeborgen.
  • Ontwikkeling: jongen kinderen en dieren brengen heel veel tijd slapend door.
  • Impact op dagelijkse gezondheid en functioneren: bijvoorbeeld de immuunrespons, bloeddruk, stemming, gedrag en lifestyle. Ook het ophouden van de urine hangt hiermee samen.

Slaapstadia

We hebben vier verschillende slaapstadia:.

  • N1: NonRemDit is de overgang van wakker naar slaperig. De spieren ontspannen zich en de ademhaling en de hartslag vertragen.
  • N2: lichte slaapHierbij vertragen de ademhaling en hartslag nog meer. Ook de lichaamstemperatuur daalt.
  • N3: diepe slaapDe spieren zijn verlamd, groeihormonen worden afgegeven net als het antidiuretisch hormoon.
  • N4: rem slaapOok wel de droom status. Het zorgt voor stabilisering van emoties en housekeeping in de hersenen.

Bedplassen is één van de signalen dat kinderen niet goed slapen. Ze komen niet in de diepe slaap, waar het antidiuretisch hormoon wordt afgegeven en plassen hierdoor in bed. Juist de N3 en N4 zijn belangrijke slaapstadia om te bereiken: hier rust je uit. Kom je niet in deze fases, zoals bijvoorbeeld een OSAS-patiënt, dan krijg je compensatiegedrag. De mensen vallen bijvoorbeeld overdag in slaap.

Ook kleine kinderen die overdag heel druk zijn, kunnen aan het overcompenseren zijn omdat ze slecht geslapen hebben.

We hebben als volwassenen minimaal zeven uur slaap nodig en kinderen wel tussen de acht en twaalf uur. Ons lymfoide systeem is ons afweermechanisme. Slapen we niet goed, dan is ons afweersysteem ook niet optimaal.

Tonsillen

We weten uit onderzoek dat op tienjarige leeftijd de schedel al bijna zijn volledige omvang heeft bereikt. Terwijl de tonsillen op tienjarige leeftijd ongeveer twee keer zo groot zijn dan op 20-jarige leeftijd. Tegenwoordig worden alleen tonsillen verwijderd als er echt sprake is van ‘kissing tonsills’, maar er zouden genoeg andere redenen kunnen zijn om ze te verwijderen. Nurcan adviseert het artikel van Yoon et al uit 2023. Dit is een openbaar beschikbaar artikel over op welke leeftijd je bij kinderen in zou willen grijpen en op welke manier

OSAS

Bij patiënten met OSAS wordt vaak gewerkt met een MRA om de onderkaak naar voren te verplaatsen tijdens de nacht. Helaas werkt een MRA ook prothetisch en de onderkaak groeit in een klasse III. Daarnaast zien we dat 30-50 % van de mensen met hypertensie ook OSAS hebben. Bij patiënten met ongecontroleerde hypertensie was dit zelfs opgelopen tot 85%. Hoe mooi zou het zijn om dit te kunnen voorkomen door op jonge leeftijd in te grijpen.

Nurcan Yilmaz voltooide haar studie tandheelkunde aan de ACTA in 2011. Vrijwel meteen daarna is zij begonnen met werken in Enschede bij collega Tandarts De Bont. Zij heeft zich in de praktijk van Hans Beekmans het microscopisch werken eigen gemaakt en bij collega Sjoerd Smeekens is zij gespecialiseerd in de reconstructieve tandheelkunde. In 2019 behaalde zij haar EPA examen en mag zij zich reconstructief tandarts noemen. Als ex- lid van de Van Hoytema Stichting en van het Keurmerk voor Onafhankelijke Mondzorg heeft zij zich altijd ingezet voor de kwaliteit van de tandheelkunde. In 2018 besloot zij in Enschede haar eigen praktijk op te richten: Daniels kliniek voor restauratieve en esthetische tandheelkunde. Inmiddels geeft zij regelmatig nascholing in de vorm van lezingen en hands-on trainingen.

Verslag voor dentalinfo.nl, door tandarts Paulien Buijs, van de lezing van Erik-Jan Muts tijdens het NVVRT-Restauratiefje Chiropractie.

 

 

 

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Parodontale aspecten van restauratieve tandheelkunde

Parodontale aspecten van restauratieve tandheelkunde

Om een restauratieve behandeling uit te voeren wil je in een parodontaal gezonde mond werken, het parodontium is namelijk de start van je behandeling. Helaas kunnen er omstandigheden zijn waarin er geen ideale uitgangssituatie is. Het is belangrijk om alles door een roze bril te bekijken want het parodontium kan met de nodige zorg en kennis verbeterd worden. De belangrijkste taak hierbij is om de patiënt in een gezonde toestand te laten blijven door middel van professionele reiniging, herinstructie, motivatie, zelfzorg en monitoren van het behandelresultaat met behulp van pocketmeting, röntgenfoto’s en een T-scan. Aan de hand van een aantal casussen worden verschillende uitdagingen en resultaten besproken.

Verslag van de lezing van restauratief tandarts Alwin van Daelen, tijdens PARO2024.

Casus 1

De patiënt wenst nieuwe kronen in het bovenfront omdat de huidige kronen los zijn gekomen. Bij intra-oraal onderzoek is een rode gingiva en bloeding te zien, de patiënt heeft geen parodontitis. De huidige kroonranden liggen dicht bij het bot en dus in de biologische breedte. De behandeling bestaat uit het verwijderen van de huidige kronen. Echter de outline van de kronen is al bepaald en ligt in de biologische breedte. Er zal daarom een botcorrectie nodig zijn om kroonverlenging te verkrijgen waarna de nieuwe kronen geplaatst kunnen worden.

casus 1 afbeelding

paro afbeelding 1 paro afbeelding 2

paro afbeelding 3

Casus 2

Ook deze patiënt wenst nieuwe facings vanwege esthetiek. Bij intra-oraal onderzoek is er sprake van bloedend tandvlees, een centraal diasteem en de floss rafelt. Er zijn slecht aansluitende facings geplaatst in de biologische breedte, waardoor iatrogene parodontitis is ontstaan. De behandeling bestaat uit kroonverlenging waarna er nieuwe partiële lithiumdisilicaatfacings worden gemaakt. De follow-up van de patiënt is erg belangrijk om het resultaat af te wachten.

paro afbeelding 4paro afbeelding 5

Casus 3

De patiënt stoort zich aan de kroonrand van element 21. Er is een donkere cervicale verkleuring zichtbaar in de lachlijn. Het is een endodontisch behandeld element waardoor er een donkere gloed zichtbaar is. De behandeling bestaat uit het verwijderen van de goud-porseleinen kroon en gegoten stiftopbouw, gevolgd door het dikker maken van het weefsel met een soft-tissue graft en daarna het plaatsen van de nieuwe lithium disilicaat kroon.

paro afbeelding 6paro afbeeldng 7

paro afbeelding 8paro afbeelding 9

Paro-ortho synergie

De orthodontie is steeds meer verbonden met de restauratieve tandheelkunde. Tegenwoordig wordt er steeds vaker een orthodontische behandeling uitgevoerd, eventueel in combinatie met bleken, voordat er restauratief wordt behandeld. Het is ook mogelijk om een orthodontische behandeling uit te voeren bij patiënten die parodontitis hebben gehad.

De bijbehorende casus laat een afgebroken 11 en 12 zien door trauma. De 11 moet geëxtraheerd worden in verband met een verticale wortelfractuur. Eerst wordt er met behulp van orthodontie gezorgd voor langzame extrusie waardoor het botniveau en de soft-tissue contour verbetert. Daarna kan er een implantaat worden geplaatst ter plaatse van de 11. Het is normaal gesproken niet logisch om twee implantaten in het front te plaatsen omdat het lastig is om de soft tissue gezond te houden. Echter, in deze casus is er geen andere optie om element 11 te vervangen. Het is belangrijk om te onthouden dat je behandelplan realistisch moet zijn en niet idealistisch. (V.Kokich)

paro 10paro 11

paro 12paro 13

Endo-implanto rivaliteit

De casus laat een peri-apicale radiolucentie zien ter plaatse van element 11. Er is een endodontische behandeling uitgevoerd maar de peri-apicale radiolucentie is niet verbeterd of juist groter geworden. Het is belangrijk om in deze situatie eerst een CBCT-scan te maken om te beoordelen hoeveel botverlies er is. Op de CBCT-scan lijkt er veel bot weg te zijn. Het is daarom geen optie om de 11 te extraheren en een implantaat te plaatsen. Er is voor deze patiënt een goede endodontoloog ingeschakeld en het peri-apicale defect is na herbehandeling vrijwel volledig genezen.

Immediaat fronttandvervanging

Een studie (B.Wagenberg 2006) waarbij onderzoek is gedaan naar 1925 immediaat geplaatste implantaten in 825 patiënten, laat zien dat er 96% overlevingskans is van immediaat geplaatste frontimplantaten. Een immediaat implantaat in de esthetische zone kent echter wel veel eisen zoals een intacte buccale lamel, juist approximaal botniveau en er mag geen sprake zijn van (parodontale) ontstekingen. Daarnaast moet rekening worden gehouden met de lachlijn, de leeftijd, gezondheid en mondhygiëne van de patiënt.

De bijbehorende casus laat resorptie van element 21 zien door trauma. Het element is teruggeplaatst maar is erg lastig schoon te houden. Het is belangrijk om zelfs wanneer een element lang uit de mond is geweest het element terug te plaatsen en te spalken volgens het traumaprotocol. De behandeling bestaat uit het decapiteren van het element tot net onder botniveau en het plaatsen van een tijdelijke etsbrug. Decoroneren van een element kan ervoor zorgen dat het gingivacomplex goed geneest. Na een aantal jaar kan het implantaat geplaatst worden en een kleine soft tissue graft gedaan worden. De follow up laat een nette genezen gingiva zien.

paro 14paro 15

paro 16paro 18

Implanteren

Implanteren is niet altijd de juiste optie. Implanteren in het onderfront is erg lastig omdat het implantaat vaak breder is dan de eigen onderincisief. Een etsbrug is vaak een duurzaam alternatief voor een implantaat. Uit een studie is gebleken dat een cantilever etsbrug beter presteert dan een etsbrug met twee vleugels en dat een etsbrug in het front beter presteert dan in de zijdelingse delen. Etsbruggen zijn ook geschikt bij patiënten die roken en parodontaal gecompromiteerde patiënten omdat de kans op falen van het implantaat juist erg hoog is bij deze patiënten.

Conclusie

Het parodontium is het begin- en eindpunt van je behandeling. Belangrijk om te houden is dat het gezond maken van het parodontium tijd kost, het parodontium gerespecteerd moet worden en nazorg inclusief instructie, motivatie, voorlichting en professionele reiniging hierbij een grote rol speelt.

Alwin van Daelen is restauratief tandarts, NVVRT.

Verslag door Fabienne de Vries van de lezing van Alwin van Daelen tijdens PARO2024 van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Ivoren Kruis - samenvatting advies cariesprev

Herzien Advies Cariëspreventie van Ivoren Kruis

Het wetenschappelijk adviescollege van het Ivoren Kruis zorgt voor een herziening van het advies Cariëspreventie. Het advies Cariëspreventie is bedoeld voor iedereen die professionele adviezen geeft over preventieve mondzorg. Het huidige advies uit 2011, bestaande uit een Basisadvies en een Aanvullend Advies, wordt met de herziening vereenvoudigd. De herziene samenvatting van het advies is inmiddels beschikbaar. Een herziene versie van de het volledige advies volgt binnenkort.

Bekijk de herziene samenvatting Advies Cariëspreventie op de website van het Ivoren Kruis

 

Lees meer over: Richtlijnen, Thema A-Z
samenwerken

Hoe verloopt de samenwerking tussen tandartsen | mondhygiënisten en (paro)preventieassistenten? Vul de vragenlijst in

Dagelijks werken tandartsen en mondhygiënisten met (paro)preventieassistenten samen. Hoe ervaren tandartsen, mondhygiënisten en (paro)preventieassistenten de samenwerking?
Wij hebben een vragenlijst hierover gemaakt. Doe mee en vul de vragenlijst anoniem in!

Deze vragenlijst is gesloten

Binnenkort plaatsen we een samenvatting van de resultaten op dentalinfo.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
Geld

Financiële drempels belemmeren tandartsbezoek bij mensen met lage welvaart

Uit recent onderzoek blijkt dat mensen met een lagere sociaaleconomische positie aanzienlijk vaker tandartsbezoek vermijden of uitstellen vanwege financiële overwegingen. In de laagste welvaartsgroep geeft één op de drie volwassenen (33%) aan in het afgelopen jaar geen tandarts te hebben bezocht vanwege de kosten. Ter vergelijking: in de hoogste welvaartsgroep ligt dit percentage op 15%.

Een belangrijke factor hierbij is dat reguliere tandheelkundige zorg voor volwassenen, zoals periodieke controles, niet wordt vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering. Dit maakt deze zorg minder toegankelijk voor mensen met beperkte financiële middelen.

Ook bij huisartsenzorg, die wél vanuit het basispakket wordt vergoed, blijkt een vergelijkbare sociaaleconomische kloof. Hoewel minder mensen een huisartsbezoek uitstellen vanwege kosten, geven personen in de laagste welvaartsgroep ook hier vaker aan zorg te mijden. Daarnaast komt in deze groep het ontbreken van een aanvullende zorgverzekering vaker voor, waarbij de kosten de belangrijkste reden zijn.

Deze bevindingen onderstrepen het belang van aandacht voor financiële toegankelijkheid binnen de mondzorg. Voor zorgprofessionals betekent dit niet alleen signaleren, maar ook nadenken over hoe de drempels tot zorg verlaagd kunnen worden — bijvoorbeeld door het verstrekken van informatie over vergoedingsmogelijkheden of het begeleiden van patiënten bij het vinden van passende aanvullende verzekeringen.

Bron:
CBS

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Didi Landman

Straattandarts 010: Het boek van de Rotterdamse straattandarts

Elke donderdagmiddag staat Didi Landman – beter bekend als Straattandarts 010 – klaar voor dak- en thuisloze Rotterdammers. In het Erasmus Medisch Centrum helpt ze mensen met ernstige gebitsproblemen. Maar ze geeft hen meer dan alleen een gezonde mond: ze geeft hen hun zelfvertrouwen terug.

Nu presenteert Straattandarts 010, Didi Landman, met trots haar boek, waarin zij verhalen deelt uit haar praktijk voor dak- en thuislozen. Daarnaast beschrijft ze haar persoonlijke reis: van haar jeugd in Zuid-Afrika tijdens de apartheid tot haar tandartspraktijk in Rotterdam, gedreven door een gevoel van rechtvaardigheid.
Het voorwoord van het boek is geschreven door de Rotterdamse burgemeester, Carola Schouten.

Bestel het boek

Prijs: €20 (excl. verzendkosten) / €25 (incl. verzendkosten binnen Nederland)

Je kunt het boek op twee manieren bestellen:

1. Per e-mail
Stuur een e-mail naar:
dentalcareforthehomeless@gmail.com

Maak het bedrag over naar:
NL40RABO0340324902
t.n.v. Dental Care for Homeless People Foundation, Rotterdam

Let op: het boek wordt pas verzonden nadat de betaling is ontvangen.

2. Ophalen in de praktijk
Het boek is ook verkrijgbaar bij de tandartspraktijk van Didi Landman in Rotterdam.

Opbrengst voor de stichting

De volledige opbrengst gaat naar onze stichting. Daarmee kunnen we doorgaan met het bieden van gratis tandzorg aan dak- en thuisloze mensen.

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Yvonne Buunk - Werkhoven

Wetenschappelijk onderzoek in het buitenland: Yvonne Buunk-Werkhoven vertelt over haar ervaringen

Sinds september 2024 is dr. Yvonne Buunk-Werkhoven als Associate Professor (gedragswetenschapper, psycholoog en mondhygiënist) remote werkzaam aan de Medische faculteit van het Kauno kolegija in Litouwen. Onder leiding van Dr. Giedre Jarienė, de vice-decaan voor Wetenschap, vervult ze naast haar rol als hoofd van de Public Health Research Group, ook de functie als leider van één van de twee subgroepen: ‘Promotie van mondgezondheid’.

Haar collega dr. Ligita Gukauskienė is de leider van de andere subgroep: ‘Studies naar leefstijlbeoordelingen, geletterdheid en kwaliteit van leven.’ Gezamenlijk zijn zij verantwoordelijk voor het organiseren en uitvoeren van toegepast onderzoek (praktijkgericht en studentonderzoek) binnen de teams van jonge onderzoekers en (senior en praktijk) docenten.

Internationale Week en (net)werken in Finland en op locatie in Kaunas

Van 11-13 maart 2025 was dr. Yvonne Buunk-Werkhoven in Tampere, Finland voor de Eye on TAMK internationale week. Aldaar ontmoette ze haar collega’s mondhygiënisten Daiva Mačiulienė, Kristina Paužienė en tandarts Ramuniene Kiauniene om naast het netwerken, ook de gezamenlijke public health research activiteiten door te spreken. Bovendien werden samenwerk- en staf/student uitwisselingsmogelijkheden verkend. Remote werken houdt in dat je al dan niet online kunt werken of op afstand van de faculteit, het instituut, de plaats of het land. (Net)Werken in het buitenland is dan absoluut geen probleem, eerder een uitdaging en avontuur. Een maand later nam ze deel aan de ‘International week’ binnen Kauno kolegija in Litouwen. Ook verbleef ze langer om nader kennis te maken met de andere groepsleden (onderzoekers en docenten). Bovendien is het vermeldenswaardig dat dit jaar het Kauno kolegija Higher Education Institution (HEI) en haar medewerkers het belangrijke 25-jarig jubileum van de oprichting van de instelling vieren. In een kwart eeuw is Kauno kolegija HEI uitgegroeid tot een moderne, open en innovatieve onderwijsinstelling met een sterke positie onder de Litouwse hogeronderwijsinstellingen. En de opgedane ervaringen, kennis en medewerkers vormen de basis om de hoogste wetenschappelijke, culturele en maatschappelijke doelen te bereiken. Het jubileum gaat gepaard overigens met de slogan “Creativiteit, Diversiteit en Synergie”. Voor de lezers van dentalinfo.nl reflecteert en deelt ze haar nieuwe werkervaringen.

Associate professor

In juni 2024, na de uitnodiging voor de vergadering van de competitie commissie voor kandidaten voor academische functies (Associate Professor), reisde ze af naar Kaunas, om op 20 juni jl. haarzelf voor een 9-koppige commissie in 15 minuten te introduceren: “Mano vardas Yvonne…” zei ik in het Litouws en ik vervolgde verder in het Engels wat mijn expertise is en hoe ik denk bij te kunnen dragen aan toegepast wetenschappelijk public health en promotie van (mond)zorg onderzoek binnen de medische faculteit. Welnu, sinds 1 september 2024 werk ik dus op basis van een remote ‘5 years employment contract’ als Associate Professor aan de Kauno kolegija in Litouwen.

Toegepast wetenschappelijk onderzoek

Vorig jaar, vanaf eind januari 2024, dacht en werkte ik – online vanuit Uruguay – al mee aan de uitwerking, de samenstelling van de vragenlijst en andere (onderzoeks)activiteiten voor het interne project van Kauno kolegija HEI “Ontwikkeling van een programma voor mondhygiëne en voedingsvoorlichting op basis van het gebruik van een mobiele applicatie voor kleuters en basisschoolkinderen.” Voor dit project (onderzoek en/of de publicatie) hadden Rasa Tamulienė en Daiva Mačiulienė financiële steun aangevraagd én ontvangen.

Het eerste doel van dit project was om de indexen voor mondhygiënegedrag en mondgezondheidskennis aan te passen voor kinderen in de voorschoolse en basisschoolleeftijd. De indices; ‘Index for Oral Health Behavior’ (OHB-index)en ‘Index for Oral Health Knowledge’ (OHK-index), ontwikkeld door Buunk-Werkhoven et al. (2011) werden met behulp van de Delphi-methode aangepast. Vanuit het perspectief van de ouders werden beide indexen gemodificeerd; de aangepaste OHK-Index omvatte 16 stellingen over de algemene kennis van ouders over de mondgezondheid van hun kinderen. Onderzoekers, professionals in de volksgezondheid en mondzorg professionals kunnen deze indexen gebruiken om het actuele mondhygiënegedrag en kennis over de mondgezondheid van kinderen inzichtelijk te maken en te beoordelen. Ook kunnen ze worden gebruikt om preventieve programma’s te plannen die de mondgezondheid van kinderen verbeteren. Over de vertaling en modificatieproces van de indexen is tijdens het European Association of Dental Public Health 2024 in Kreta, Griekenland gepresenteerd: Tamuliene R, Buunk-Werkhoven YAB, Mačiulienė D. Parents’ perspectives on oral hygiene knowledge and behaviour of their young children. Community Dent Health. (2024) 41(4):445. doi: 10.1922/CDH_EADPHAbstracts2024 en daarnaast is er in het Litouws een artikel gepubliceerd: Tamuliene R, Mačiulienė D. Priešmokyklinių ir pradinių klasių mokinių su burnos sveikata susijusios elgsenos ir žinių vertinimo indeksų adaptavimas. [adaptation of assessment indices of oral hygiene-related behavior and knowledge of pre-school and primary school children]. Sveikatos Mokslai [Health Sci East Eur]. (2024) 34(8):67–71. doi: 10.35988/sm-hs.2024.377

Participatie, begeleiding onderzoeksproject en publicatie

Voorts is het afgelopen jaar het interne project in samenwerking met studenten uitgevoerd en heeft het uiteindelijke schrijfproces van een Engelstalig manuscript geresulteerd in een recente publicatie in Frontiers in Oral Health, sectie Oral Health Promotion, as a part of the Research Topic Impact of Parental Education and Socio-Economic Status on Children’s Oral Health Behaviors: Buunk-Werkhoven YAB, Tamulienė R, Mačiulienė D. Exploring parental opinions on oral hygiene behavior and knowledge of their young children in Lithuania: a cross-sectional survey study. Front. Oral Health. 2025;6:1530265

De Kauno kolegija studie heeft aangetoond dat het merendeel van de 420 ouders, voornamelijk gehuwde moeders met een gemiddelde leeftijd van 37,3 jaar, een handtandenborstel gebruikten. De aangepaste OHB-index toonde aan dat de meeste ouders over het algemeen een goede controle hadden over de poetsgewoonten van hun kinderen. Velen poetsten het gebit tweemaal daags en gebruikten fluoridetandpasta. Een derde van de ouders poetste het gebit van hun kind altijd na, nadat het kind zelfstandig de tanden en kiezen had gepoetst. De ouders hadden veel kennis van de mondgezondheid van hun kinderen, zoals uit de hoge scores op de aangepaste OHK-index bleek, en er werd een positieve correlatie tussen OHB en OHK (r = 0,14, p = 0,05) gevonden. Het gebit van jongere kinderen werden vaker door de ouders nagepoetst, en een hogere OHK van de ouders hing samen met het vaker napoetsen van het gebit, met name bij kinderen jonger dan 10 jaar. Ouders met een hogere opleiding hadden een betere OHK, maar geen betere OHB. Dus voldoende kennis over mondgezondheid laat zich niet altijd te vertalen in betere tandenpoetsgewoonten of tot een optimalere mondhygiënegedrag.
Deze gemodificeerde index voor mondhygiënegedrag kan worden gebruikt om de actuele mondverzorging -daadwerkelijk of gerapporteerd mondhygiënegedrag van individuen als van groepen vanuit het perspectief van ouders- inzichtelijk te maken. Dit laatste geldt ook voor de mate van kennis over mondgezondheid volgens de ouders, gemeten met de gemodificeerde OHK-index.

Lees ook het eerder geplaatste bericht: Gastcolleges mondgezondheid-psychologie in Kaunas, ook aan studenten tandtechniek

Door:
Yvonne Buunk-Werkhoven, gedragswetenschapper, psycholoog en mondhygiënist.

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
tandenknarsen

Orthodontische behandeling zorgt vergroot het risico op parafunctioneren

Een artikel in BMC Oral Health laat zien dat de helft van de patiënten die een orthodontische behandeling ondergaat, last heeft van klemmen en knarsen. Manipulatie van de tandpositie kan leiden tot occlusale interferenties en kunnen bruxisme veroorzaken.

Bruxisme

Bruxisme is de repetitieve kauwspieractiviteit die gepaard gaat met klemmen en knarsen van de tanden. Dit kan leiden tot hypertrofie van de kaakspieren, slijtage en gevoelige of pijnlijke tanden. Daarnaast kan het ook leiden tot fracturen van tandmateriaal of restauraties en verlies van parodontale ondersteuning van de tanden.
Bruxisme is een multifactoriële aandoening veroorzaakt door occlusale discrepanties, kaakanatomie en ook pathofysiologische en psychosociale factoren.
Patiënten die een orthodontische behandeling ondergaan hebben vaak verschillende malocclusies die de kans op het ontwikkelen van bruxisme vergroten.

Onderzoek

Bij 80 patiënten die minimaal zes maanden een orthodontische behandeling ondergingen werd een bruxismevragenlijst afgenomen. Daarbij werden ook de gegevens over het gezichtstype, divergentie, skeletale en dentale malocclusies gemeten. Aan de hand van binominale logistieke regressieanalyse werd de associatie van deze factoren met bruxisme beoordeeld.

Resultaten

Van de orthodontische patiënten meldde ongeveer 45% bruxisme na aanvang van de orthodontische behandeling. Van de patiënten die meededen aan het onderzoek was 60% vrouw en de gemiddelde leeftijd was 19,8 jaar. De binominale regressieanalyse toonde geen verband tussen geslacht en leeftijd met bruxisme. De analyse van de associatie met het type gezicht, divergentie, skeletale en dentale malocclusie toonde ook geen significante associatie. De resultaten lieten zien dat patiënten met een hypodivergent gezicht en malocclusie klasse III vaker bruxisme rapporteerden na de start van de orthodontische behandeling. Er werd daarnaast ook een significante associatie gevonden met kaakvermoeidheid of -pijn bij het wakker worden, klemmen en knarsen in de bruxismegroep.

Conclusie

45% van de patiënten rapporteerde bruxisme na het starten van de orthodontische behandeling, er is dus een risico op bruxisme bij orthodontische patiënten.
Patiënten met bruxisme rapporteerden vaak vermoeidheid van de kaken, pijn bij het ontwaken, klemmen, knarsen, gevoelige tanden en last van het tandvlees.

Bron:
BMC Oral Health

Lees meer over: Orthodontie, Thema A-Z
mondspoeling tegen tandplaque

Veilig door te slikken anti-biofilm mondspoelmiddel

Een persbericht laat zien dat onderzoekers van de Universiteit van Wyoming in de VS een mondwater met natuurlijke anti-biofilmverbindingen hebben ontwikkeld dat veilig is om door te slikken waardoor kinderen en risicogroepen het ook kunnen gebruiken.

Cariës bij kinderen

Cariës wordt veroorzaakt door biofilms (plaques) gevormd door de bacterie Streptococcus Mutans (S. mutans) en treft meer dan de helft van de Amerikaanse kinderen op 8-jarige leeftijd. Echter traditionele mondspoelingen zijn niet geschikt voor kinderen onder de zes jaar vanwege de risico’s voor schadelijke chemicaliën.

Innovatieve mondspoeling

Onderzoekers hebben een innovatieve mondspoeling ontwikkeld waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke anti-biofilm verbindingen die afkomstig zijn van esdoornsap en groene thee. Het product is veilig voor jonge kinderen omdat de verbindingen effectief zijn in het voorkomen van tandplak en omdat er geen gebruik wordt gemaakt van giftige antimicrobiële ingrediënten.

Ascend 2.0-project

Om de nieuwe anti-biofilmmondspoelig te specificeren en het werkingsmechanisme op de bacterie S.mutans te onderzoeken is het Ascend 2.0 project ontwikkeld.
Het doel van het project is het genereren van kritieke gegevens waardoor verdere tests in een rattenmodel van tandcariës mogelijk wordt. Het ascend project speelt een cruciale rol in het staat stellen van biomedische onderzoekers om innovaties om te zetten in gezondheidszorgoplossingen.

Bron: Newswires

Lees meer over: Dental Expo, Mondhygiëne, Thema A-Z, ZZP-er
Meer duidelijkheid over invulling nieuwe beroepsgroep “mondhygiënist” in België

NVM-mondhygiënisten: Val kabinet lost problemen voor mondhygiënisten niet op

Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter NVM-mondhygiënisten: “Het is volstrekt onverantwoord dat de PVV het kabinet heeft laten vallen. Er zijn enorme problemen in de mondzorg die nu aangepakt moeten worden. Stilstand is achteruitgang terwijl de mondzorg voor alle Nederlanders toegankelijk moet blijven.”

Door de val van het kabinet worden problemen in de mondzorg weer verder vooruitgeschoven:

  • Er is een oplopende schaarste aan mondhygiënisten en andere mondzorgprofessionals dat acuut opgelost moet worden als we toegankelijke mondzorg willen bieden voor alle Nederlanders.
  • Een grote groep Nederlanders heeft niet de financiële mogelijkheden om gebruik te maken van de mondzorg. Hier moeten oplossingen voor worden gecreëerd. Iedereen heeft recht op een gezonde mond.
  • Een groot aantal dossiers in de mondzorg staan nu stil. Zoals mondhygiënisten op de consultatiebureaus en de zelfstandigheid van de mondhygiënisten. Dit doet afbreuk aan de kwaliteit van zorg die mondhygiënisten leveren.

“NVM-mondhygiënisten zal de belangen van de leden in politiek Den Haag nauwlettend blijven volgen en behartigen. Zowel in het geval van een nieuwe doorstart van het kabinet of in het geval van nieuwe verkiezingen. We blijven de kansen benutten die door deze nieuwe politieke realiteit geboden wordt”, zegt de beroepsvereniging.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Succes bij behandeling van parodontitis gegarandeerd?

Welke resultaten we kunnen bereiken met het behandeling van parodontitis en wat zijn succes criteria om dat te evalueren? Verslag van de lezing van prof. dr. Fridus van der Weijden tijdens PARO2024. Aan de hand van stap 1 tot en met 4 van de richtlijn van de Europese Federatie voor parodontologie (EFP) en de analogie met de NVvP-richtlijn werd op basis van ‘practice-based research’ het effect van de behandeling besproken. Ook besprak hij de belemmerende risicofactoren.

Stap 1: Voorlichting, mondhygiëne, proberen gedragsverandering te krijgen

Als behandelaar wil je tijdens de intake te weten komen hoe vaak iemand poetst, wanneer iemand poetst, hoeveel kracht er wordt gebruikt, of er fluoridetandpasta wordt gebruikt, gebruik van interdentale reinigingsmiddelen, of de tong wordt gereinigd, welke methode van poetsen wordt gebruikt en welke tandenborstel de patiënt gebruikt. Er is een vragenlijst beschikbaar ‘Oral Health Behavior-9’ die voorafgaande aan het intake bezoek aan de patiënt kan worden toegezonden om dat gestructureerd te evalueren. Op basis van de literatuur en richtlijnen is de huidige standaard dat de patiënt twee keer per dag moeten poetsen met een elektrische tandenborstel in combinatie met fluoridetandpasta en dagelijks ragers gebruiken voor de interdentale reiniging.

In de praktijk hebben zij een onderzoek gedaan waarbij bij evaluatie nogmaals de vragenlijst werd aangeboden. Dit gaf de mogelijkheid om de gedragsverandering in mondhygiënische zelfzorg van de patiënt als gevolg van de behandeling te analyseren.
Wanneer de frequentie van poetsen tijdens de intake wordt vergeleken met die bij de evaluatie dan is er bijna geen gedragsverandering met betrekking tot aantal keer poetsen en het gebruik van fluoridetandpasta. In feite deden de meeste patiënten al wat de standaard is.
Wel bleek bij de evaluatie dat er meer patiënten zijn overgestapt op een elektrische tandenborstel en dat er ook een grote toename is in het gebruik van ragers. Het leuke van dit onderzoek is dat je als behandelaar kunt beoordelen of wat je tijdens de behandeling aan adviezen aan de patiënt hebt aangeboden ook daadwerkelijk opgepakt wordt.

De belangrijkste resultaten van dit “practice-based onderzoek” zijn hieronder weergegeven.

Succes bij behandeling van parodontitis gegarandeerd

Succes bij behandeling van parodontitis gegarandeerd

Succes bij behandeling van parodontitis gegarandeerd

Succes bij behandeling van parodontitis gegarandeerd

Klik hier voor een vergrote versie

Stap 2: Effect van niet-chirurgische parodontale therapie

In de praktijk is verder gekeken naar het effect van niet-chirurgische parodontale therapie. Dit werd beoordeeld aan de hand van de succes criteria zoals ze in de NVvP-richtlijn zijn beschreven, namelijk pockets ≤ 5mm en ≤ 20% bloeding na sonderen (BOP). Bij een grote groep van 1182 patiënten is er geëvalueerd hoeveel mensen na behandeling geen pockets hadden > 5 mm. De resultaten laten zien dat 39% van de patiënten na de parodontale behandeling pockets ≤5 mm had en het gemiddelde percentage BOP was 14%. De bloedingsneiging voldoet daarmee aan de NVvP-richtlijn maar je zou de 39% kunnen interpreteren als weinig succesvol.

Aan de hand van andere succes criteria zoals die bijvoorbeeld te vinden zijn in de EFP-richtlijn (zie de tabel hieronder) wordt echter de vraag gesteld of de voorliggende criteria niet te rigide zijn en een te pessimistisch beeld geven van wat met parodontale behandeling bereikt kan worden. Stel dat we een herberekening doen op basis van de EFP-criteria waarbij dan bij de patiënt sprake was van BOP < 10% dan zouden op basis daarvan maar 19% van de patiënten succesvol behandeld zijn. Hoewel het op basis van de beschikbare gegevens met dit onderzoek niet mogelijk was, is de verwachting dat als de criteria voor pocketdiepte van ≤ 5mm naar ≤4mm gelegd zouden worden bijna geen patiënt meer aan een succesvolle behandeling voldoet.
In dit onderzoek is ook gekeken naar het resultaat bij rokers vs. niet-rokers. Het bleek dat 71% van de rokers nog pockets > 5 mm had, terwijl dit bij niet-rokers 57was. Statische analyse liet zien dat rokers minder goed reageren op behandeling en dat het advies om te stoppen met roken onderdeel van de parodontale behandeling moet zijn.

De EFP richtlijn maakt na behandeling onderscheid tussen 3 soorten patiënten

  1. Stabiele patiënten met een pocketdiepte kleiner of gelijk aan 4 mm en BOP < 10%
  2. Patiënt met gingivitis met pockets kleiner of gelijk aan 3 mm en BOP < 10%
  3. Patiënt met instabiele parodontitis met pockets groter dan 4 mm en BOP > 10%

Stap 3: Kijken naar effect van parodontale chirurgie

Als de niet-chirurgische parodontale therapie onvoldoende succesvol blijkt te zijn, kan in stap 3 overgegaan worden tot het uitvoeren van parodontale chirurgie. Er is in de praktijk ook onderzoek gedaan naar de 3-jaar follow-up van 891 chirurgische ingrepen bij 1835 elementen. De uitkomsten laten zien dat het effect van de behandeling zorgt voor een gemiddelde pocketdiepte reductie van 3,93 naar 3,51. Het percentage pockets > 5 mm is gereduceerd van 31% naar 19%. Als gevolg van de behandeling is de hoeveelheid elementen met een recessie toegenomen van 8% naar 12%. De BOP is gedaald van 34% naar 29%. Gemiddeld is er 2% verlies van betrokken gebitselementen opgetreden. Op basis van dit alles is de conclusie dat de behandeling succesvol is geweest.

De resultaten zijn hieronder weergegeven. Wat blijkt is dat ook hier het effect van roken een negatief effect heeft op de behandelresultaten.

Succes bij behandeling van parodontitis gegarandeerd

Succes bij behandeling van parodontitis gegarandeerd

Klik hier voor een vergrote versie

Stap 4: Parodontale nazorg

Nadat de actieve fase van parodontale therapie is afgerond volgt stap 4 van de behandeling. Ook voor dit onderdeel werd er een onderzoek in de praktijk uitgevoerd onder patiënten die gemiddeld 6,5 jaar in de parodontale nazorg zaten met een gemiddelde frequentie van 4 maanden. Ook uit dit onderzoek bleek dat roken een negatief effect heeft op de stabiliteit van het behandelresultaat. In een analyses van 10-jaars resultaten van patiënten die trouw elke 3-4 maanden voor nazorg kwamen bleek dat uiteindelijk nog maar 9,3% van de patiënten voor behandeling kwamen.

Deze bevinding suggereert dat mondzorgverleners een grotere inspanningen moeten leveren om de therapietrouw van patiënten te bevorderen.

Redenen voor het staken van de parodontale behandeling waren

Uit een analyse onder patiënten die de behandeling gestaakt hadden bleek dat de meest voorkomende redenen voor het staken van de parodontale behandeling waren:

  • Voortzetten nazorg bij eigen tandarts/mondhygiënist
  • Financiële belasting
  • Geen interesse meer in behandeling
  • Ziet geen noodzaak voor verdere behandeling
  • Vanwege gezondheidsredenen
  • Overig

Succes bij behandeling van parodontitis gegarandeerd Gebistelementen met furcatie problemen hebben over het algemeen een slechtere prognose. Daarom werd in de praktijk ook het lange termijn resultaat van elementen met furcatiegraad II en III onderzocht. De resultaten laten zien dat na gemiddeld 13-jaar 67% van de elementen behouden konden blijven. Onder de molaren met furcatie II bleef 31,3% stabiel en 32,8% toonde zelf verbetering. Onder de molaren met furcatie III vertoonde slecht 18,9% stabiliteit en maar 8,9% verbeterde. Furcatie III bleek ook geassocieerd met een hoge kans op gebitsverlies. Als kantekening is het belamgrijk om te realiseren dat furcatie niet uitsluitend een parodontale oorzaak kan hebben. Ook endodontische oorzaken, zoals aanwezige laterale kanalen kunnen zorgen voor botafbraak in het furcatiegebied. Dit werd niet apart geëvalueerd.

Effecten van roken

Roken heeft effect op de lichaamsafweer, de samenstelling van de orale microflora, de doorbloeding van de gingiva en zoals hierboven al meerder malen vermeld ook op het behandelresultaat.

Het roken van sigaretten is een factor die verband houdt met diepere parodontale pockets en een intra-orale distributie (vooral palatinaal) die wijst op een lokaal effect. Er is in de praktijk onderzoek gedaan naar rokers vs. patiënten die in het kader van de behandeling gestopt waren met roken. Enigszins teleurstellend bleek dat het aantal pockets ≤ 5mm, bloedingsneiging en verlies van gebitselementen bij evaluatie niet verschillend was tussen mensen die bleven roken en degene die gestopt waren. Ander onderzoek heeft ook laten zien dat wanneer iemand is gestopt met roken dit juist ook kan zorgen voor een toename in pocketdiepte en bloedingsneiging.

De literatuur geeft aan dat het effect van stoppen met roken in veel gevallen pas na 12 tot 24 maanden zichtbaar is. Stoppen met roken heeft dus geen direct effect op het behandelresultaat.

Uit de literatuur blijkt dat er wel minder risico is op complicaties bij chirurgie en het plaatsen van implantaten en al met al een betere respons op parodontale behandeling op de lange termijn.

Prof. dr. Fridus van der Weijden studeerde af al tandarts, promoveerde en werd benoemd tot hoogleraar ‘Preventie en Therapie van Parodontale Aandoeningen’ aan ACTA. Door zijn wetenschappelijke oeuvre verwierf hij meerdere (inter)nationale prijzen onder andere van de NVvP, het Ivoren Kruis, de IADR en de ORCA. Hij is erkent als tandarts-parodontoloog door de NVvP en tandarts-implantoloog door de NVOI. Het grootste deel van zijn carrière verdeelt hij zijn tijd tussen Paro Praktijk Utrecht, Implantologie Utrecht en de sectie Parodontologie van ACTA.

Verslag door Fabienne de Vries van de lezing van Fridus van der Weijden tijdens PARO2024 van Bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Parodontologie, Thema A-Z
BVNT.nl

Beroepsvereniging van Nederlandse tandartsassistenten (BVNT) opgericht

Afgelopen week is de Beroepsvereniging van Nederlandse tandartsassistenten (BVNT) opgericht. Na het online gaan van de website bvnt.nl verschenen snel berichten op social media. dentalinfo.nl stelde de nieuwe vereniging enkele vragen.

Wat is de doelstelling van BVNT.nl?

“Onze vereniging staat voor de belangen van tandartsassistenten door te pleiten voor collectieve goede arbeidsvoorwaarden, een veilige ondersteunende werkomgeving en eerlijke betaling voor de steeds omvangrijker wordende taken die de tandartsassistent worden toebedeeld.

De beroepsvereniging voor Nederlandse tandartsassistenten streeft naar een collectieve cao die de professionele ontwikkeling, waardering en rechten van onze leden bevordert. Samen werken we aan het verbeteren van de kwaliteit van de mondzorg en de positie van tandartsassistenten in het zorglandschap, met als doel een gezonde en duurzame toekomst voor het beroep.”

Wanneer is de vereniging opgericht?

“De vereniging is pas net opgericht en tot 1 juli 2025 een vereniging met beperkte bevoegdheid. Per 1 juli is er volledige bevoegdheid, de stukken liggen bij de notaris. Omdat de roep tot actie steeds groter werd hebben een aantal mensen het voortouw genomen en zich aangesloten om daadwerkelijk iets te gaan doen.”

Wie zijn de initiatiefnemers van de vereniging?

“De vereniging is opgericht door een groep tandartsassistenten waaronder Stevie-Lyn Henraath en Jaclin de Kok, beiden tandartsassistent. De overige initiatiefnemers voelen zich echter nog niet veilig genoeg om zich openbaar uit te laten over deze voortrekkersrol, als gevolg van een heersende angstcultuur. Ondersteund door een aantal betrokken en ondernemende mondhygiënisten heeft men de twijfel doorbroken en is de BVNT toch van de grond gekomen.

Al jarenlang klinkt de roep om een beroepsvereniging, maar tot op heden had deze geen concrete vorm gekregen. De BVNT is er vóór en dóór de tandartsassistenten. Dit betekent dat tandartsassistenten niet alleen lid kunnen worden, maar ook geheel zelfstandig de koers bepalen die zij gezamenlijk willen varen.

Dat het initiatief een steuntje in de rug nodig had om daadwerkelijk van de grond te komen mag de pret niet drukken. Het is fantastisch dat we al binnen 1 week enorm veel aanmeldingen ontvangen hebben.
Wilfred Volkers, de voorzitter, werd via verschillende kanalen betrokken bij deze problematiek en voelde zich geroepen te helpen en (voor nu) de rol van voorzitter op zich te nemen. Zijn toewijding heeft beweging in de zaak gebracht en daarbij ook de kern van het probleem blootgelegd: hoewel tandartsassistenten plezier beleven aan hun werk, ervaren zij tegelijkertijd een terughoudendheid om hun stem te laten horen. Zij vrezen voor mogelijke gevolgen, zoals het verlies van hun baan of het verstoren van de goede werkrelatie met de tandarts waarmee zij nauw samenwerken. Tegelijkertijd heerst er onder tandartsassistenten een collectief gevoel van onvrede over arbeidsvoorwaarden en salaris, evenals een gebrek aan representatie als beroepsgroep.“

Hebben jullie concrete acties gepland staan?

“Absoluut! We zetten ons met volle kracht in om de positie van tandartsassistenten te versterken en verandering te realiseren. Een belangrijke stap die we al hebben gezet, is het contact met de vakbonden en de KNMT, wat een veelbelovende basis vormt voor de lopende cao-onderhandelingen. Dit betekent dat we inspraak hebben en mee kunnen werken aan betere arbeidsvoorwaarden voor onze (toekomstige) leden.
Onze belangrijkste focus op dit moment is het laten groeien van het ledenaantal. Hoe meer tandartsassistenten zich aansluiten, hoe krachtiger onze stem wordt. Dit is cruciaal voor het succes van de vereniging. Gelukkig zien we dat het aantal leden dagelijks toeneemt, wat ons veel vertrouwen geeft in de toekomst.

Daarnaast zoeken we enthousiaste tandartsassistenten die een actieve rol willen spelen binnen de vereniging. Onze voorzitter komt niet uit de tandheelkunde, maar onze penningmeester is zowel tandartsassistent als rechtenstudent. Een secretaris met ervaring als tandartsassistent zou op korte termijn een waardevolle aanvulling zijn.”

Samenwerking

“Bij BVNT geloven we in de kracht van samenwerking. Daarom zoeken we 10 enthousiaste tandartsassistenten voor onze werkgroep verenigingsontwikkeling. Hier krijgen leden de kans om samen te onderzoeken welke activiteiten een sterke beroepsvereniging zou moeten organiseren. Denk aan initiatieven zoals een periodieke BVNT-assistentendag, waardevolle bij- en nascholingen en het gelijkstellen van diploma’s.

Daarnaast starten we de werkgroep toekomstig werkprofiel en zoeken we 4 tandartsassistenten, 2 opleiders, 2 mondhygiënisten en 2 tandartsen. Samen brengen deze alle wensen en behoeften in kaart. Een mooie eerste stap naar een toekomstbestendig beroepsprofiel voor de tandartsassistent—een profiel waar iedereen met trots en positiviteit naar kijkt.

Ook de tandartsassistent opleidingen zijn inmiddels betrokken. Studenten kunnen zich gratis aanmelden, en afstuderende tandartsassistenten ontvangen het eerste kalenderjaar een kosteloos lidmaatschap.”

Lees meer over de BVNT.nl

 

Lees meer over: Assisteren, Ondernemen, Personeel, Thema A-Z