Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft geoordeeld dat het kostenonderzoek waarop de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de tarieven voor de huisartsenzorg baseerde, niet voldoet aan de noodzakelijke kwaliteitseisen. Daardoor kunnen de huidige tarieven voor 2023, 2024 en 2025 niet in stand blijven. De NZa moet binnen zes maanden een nieuw tarievenstelsel opstellen en daarbij nauw samenwerken met vertegenwoordigers van de huisartsen. Ook moet de zorgautoriteit voorstellen van de beroepsgroep aantoonbaar serieus afwegen.
Deze uitspraak is ook van grote betekenis voor de lopende procedure van de KNMT, omdat dezelfde bezwaren spelen in het kostenonderzoek voor de mondzorg. De beslissing kan daarmee rechtstreeks invloed hebben op de tarieven die per 2026 in de tandheelkundige en orthodontische zorg zullen gelden.
Kerngebreken kostenonderzoek
De rechter wees op drie kerngebreken in het kostenonderzoek:
Huisvestingskosten De berekening van de praktijkkosten hield onvoldoende rekening met de daadwerkelijke uitgaven die huisartsen maken voor huisvesting, zoals huur, energie en onderhoud.
Normatieve arbeidscomponent (NAC) De methode voor het bepalen van de NAC – het normatieve inkomensniveau voor praktijkhoudende huisartsen – was onvoldoende transparant. Bovendien werd onvoldoende gereflecteerd op de verantwoordelijkheid, risico’s en taken die praktijkhouders dragen.
Aangenomen werkweek van maximaal 36 uur De NZa onderbouwde niet waarom een werkweek van hooguit 36 uur representatief zou zijn. Dit punt speelde al eerder een rol in een vergelijkbare uitspraak over het kostprijsonderzoek bij psychologen en psychotherapeuten.
Relevantie voor lopende zaak KNMT
De uitspraak heeft directe betekenis voor het hoger beroep dat de KNMT tegen de NZa voert over het kostenonderzoek in de mondzorg. Veel van de kritiekpunten komen namelijk overeen, waaronder het urencriterium van 36 uur. De verwachting is dat het CBb zijn oordeel in deze mondzorgzaak voor het einde van 2025 zal uitspreken. Dat betekent dat de definitieve mondzorgtarieven voor 2026 pas in december worden vastgesteld.
KNMT-voorzitter Hans de Vries ziet de uitspraak als bevestiging van de zorgen die ook binnen de mondzorg bestaan. Volgens hem ligt het voor de hand dat de NZa de tariefbeschikkingen voor 2026 intrekt en voorlopig terugvalt op de tarieven van 2025, vermeerderd met de gebruikelijke indexatie. In dat scenario zou een verdere juridische procedure mogelijk niet langer nodig zijn.
Bezwaarprocedure loopt door
Naast de rechtszaak loopt er ook een bezwaarprocedure waarin ruim 4.600 leden van de KNMT zich hebben verenigd. De NZa houdt op 1 december 2025 een hoorzitting over deze bezwaren. Een besluit wordt verwacht in februari 2026, al kan de uitkomst sterk afhangen van de manier waarop de NZa de recente uitspraak in de huisartsenzorg verwerkt.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2021/04/Wat-is-de-transitievergoeding-voor-een-spijtoptant.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2025-11-19 12:59:522025-11-19 12:59:52NZa moet van rechter met nieuwe tarieven voor huisartsen komen
Nieuwe polisvoorwaarden 2026: duidelijke verschillen
De nieuwe zorgpolissen zijn inmiddels gepubliceerd.
DSW, a.s.r. en Zorg en Zekerheid blijven vasthouden aan hun oorspronkelijke koers: vertrouwen in de professional, weinig beperkingen en ruime vergoeding.
CZ legt de nadruk op toegankelijkheid en samenwerking met consultatiebureaus, maar hanteert binnen de mondzorg de meeste restricties.
De overige verzekeraars nemen een positie in tussen deze twee uitersten.
Hoe ontstonden deze beperkingen?
In 2024 introduceerden zorgverzekeraars machtigingen om buitensporige declaraties bij een klein aantal praktijken tegen te gaan. Vanuit hun perspectief begrijpelijk. Maar het gevolg is dat nu ook praktijken worden geraakt die volledig volgens de richtlijnen werken. Het systeem remt daarmee niet alleen de kwaliteit, maar ook de uitvoering van effectieve preventie. Bovendien neemt de administratieve belasting voor mondzorgteams toe.
Ruimte voor effectieve preventie
Tegelijkertijd geldt voor meer dan 80% van de kinderen in de algemene praktijk dat er helemaal geen machtiging nodig is. Dáár liggen grote kansen om preventieve zorg efficiënt en gestructureerd neer te zetten.
Praktische ondersteuning voor mondzorgteams
Om praktijken te helpen heeft Jonny Joker de polisvoorwaarden voor 2026 overzichtelijk samengevat, inclusief:
beschikbare tijd en M-codes per verzekeraar
situaties waarin toestemming wel of niet vereist is
praktische handvatten om een aanvraag goed te onderbouwen
Daarnaast is er de Mondzorg Machtigingshulp, onderdeel van de Johnny Joker-methode. Deze methode ondersteunt teams om automatisch volgens de KIMO-richtlijn te werken en preventie kindvriendelijk, visueel en praktisch te maken. De Machtigingshulp richt zich specifiek op kinderen met een verhoogd risico, zodat aanvragen beter onderbouwd zijn en de kans op goedkeuring toeneemt.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2020/04/vergoeding.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2025-11-19 12:08:052025-11-19 12:21:45Overzicht van standaard vergoedingen per zorgverzekeraar voor kinderen tot 18 jaar
Onlangs is MondzorgHUB gelanceerd: een onafhankelijk samenwerkingsplatform dat data, wetenschappelijke inzichten en praktijkervaring verbindt om samenwerking in de preventieketen te ondersteunen. Hiermee kunnen jeugdgezondheidszorg en mondzorg elkaar gemakkelijk vinden.
De nieuwe JGZ-richtlijn Mondzorg (2025) en de aangekondigde betaaltitel voor mondhygiënisten op het consultatiebureau (2026) markeren een belangrijke stap richting structurele preventieve mondzorg voor jonge kinderen.
Toch blijkt in de praktijk dat jeugdgezondheidszorg en mondzorg elkaar nog niet altijd gemakkelijk weten te vinden.
Tijdens de onderzoeken Gezonde Peutermonden en GigaGaaf werd duidelijk wat er mogelijk is als die samenwerking wél goed verloopt.
Vroegtijdige verwijzing, uniforme voorlichting en afgestemde preventie zorgden ervoor dat kinderen eerder bij de tandarts kwamen, ouders gerichte adviezen kregen en preventie een vanzelfsprekend onderdeel werd van de jeugdgezondheidszorg; wat in beide onderzoeken leidde tot meer cariësvrije kinderen.
Om deze succesvolle aanpak landelijk te versterken, lanceren wij nu MondzorgHUB: een onafhankelijk samenwerkingsplatform dat data, wetenschappelijke inzichten en praktijkervaring verbindt om samenwerking in de preventieketen te ondersteunen.
De eerste stap is de interactieve Netwerkkaart JGZ × Mondzorg, waarmee consultatiebureaus en mondzorgpraktijken elkaar sneller kunnen vinden in hun regio.
De kaart laat in één oogopslag zien:
welke mondzorgpraktijken openstaan voor jonge kinderen (0–4 jaar) en of ze volgens een specifieke preventiemethode werken;
waar consultatiebureaus zijn gevestigd;
en waar nieuwe samenwerkingskansen liggen.
Help mee om dit netwerk op te bouwen!
Controleer of jouw praktijk of JGZ-locatie erop staat
Voeg ontbrekende gegevens toe of deel de kaart met je netwerk
Samen maken we preventieve mondzorg toegankelijk voor elk kind.
“In ons onderzoek zagen we hoe effectief samenwerking tussen JGZ en mondzorg kan zijn,” zegt Peggy van Spreuwel, postdoc-onderzoeker en mede-initiatiefnemer van MondzorgHUB.Met de netwerkkaart willen we die succesvolle samenwerking landelijk mogelijk maken. Het biedt een concreet hulpmiddel dat samenwerkingsmogelijkheden zichtbaar maakt en regio’s ondersteunt bij de implementatie van de nieuwe richtlijn.”
Denise Leusink, onderzoeker en mede-oprichter van MondzorgHUB, vult aan:
“De kaart bespaart tijd bij het zoeken naar partners en laat in de toekomst direct zien waar samenwerking al plaatsvindt of nog nodig is. Zo brengen we professionals bij elkaar en zorgen we dat elk kind, waar het ook opgroeit, de kans krijgt om zonder gaatjes groot te worden.”
De Netwerkkaart zal de komende jaren verder worden ontwikkeld met data-gedreven inzichten in samenwerking met partners uit zorg, onderzoek en beleid, zodat de verzamelde inzichten niet alleen de praktijk maar ook beleidsmakers ondersteunen bij het versterken van preventieve mondzorg in Nederland.
Mondzorgprofessionals die hun praktijk zichtbaar willen maken voor JGZ-verwijzingen;
JGZ-organisaties en gemeenten die werken aan de invoering van de richtlijn en regionale partners zoeken.
Over MondzorgHUB
MondzorgHUB is een onafhankelijk samenwerkingsplatform opgericht door onderzoekers Peggy van Spreuwel en Denise Leusink, beiden betrokken bij het onderzoek Gezonde Peutermonden.
Het initiatief ontstond uit de praktijkvraag hoe JGZ en mondzorg elkaar beter kunnen vinden en samenwerken.
MondzorgHUB wil preventieve mondzorg structureel verankeren in de preventieketen, in aansluiting op landelijke programma’s als Kansrijke Start en de zorgakkoorden.
Vanuit onderzoek en praktijkervaring ondersteunen wij regio’s met datagedreven inzichten en praktische handvatten om samenwerking haalbaar te maken en beleid écht te laten landen in de praktijk, met één doel: ieder kind een gezonde start geven.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2025/11/Mondzorghub.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2025-11-19 09:56:022025-11-19 09:57:35MondzorgHUB lanceert netwerkkaart die samenwerking tussen JGZ en mondzorg stimuleert
De zorgverzekeraars hebben hun polisvoorwaarden en premies voor 2026 bekendgemaakt. Tandarts Daniël van der Meulen van Orthodontiepraktijk Leeuwarden maakte een overzicht van de orthodontievergoedingen per verzekeraar.
Orthodontie is aanvullend te verzekeren. Wel hanteren alle verzekeraars een wachtjaar. Dat betekent dat, als de patiënt de verzekering per 1 januari 2026 laat ingaan, dat hij/zij dan per 1 januari 2027 verzekerd is
Een open deur? Misschien. Maar volgens tandarts-parodontoloog, docent en onderzoeker Tim Thomassen van ACTA, ligt dé sleutel tot een gezonde mond nog steeds in iets heel eenvoudigs: goed en lang genoeg tandenpoetsen.
Poetsgedrag maakt verschil
In zijn proefschrift ‘Oral Disease Prevention – Primum est dentes purgare’ laat Thomassen zien dat niet de nieuwste technologieën, maar juist ons poetsgedrag het verschil maakt tussen een gezonde en ongezonde mond. Wereldwijd hebben zo’n 3,5 miljard mensen last van mondziekten zoals gaatjes of tandvleesontsteking. Toch ligt de oplossing letterlijk binnen handbereik: minimaal tweemaal daags twee minuten poetsen met fluoridehoudende tandpasta en dagelijks reinigen tussen de tanden.
Mondzorgadvies over gedrag en begrijpelijke informatie
Zijn onderzoek bundelt tientallen internationale studies en laat zien dat elektrische tandenborstels weliswaar beter presteren dan handtandenborstels, maar dat het echte probleem elders ligt: we poetsen gemiddeld nog geen anderhalve minuut. “We weten dat poetsen werkt, maar doen het nog niet altijd goed en voornamelijk niet lang genoeg,” zegt Thomassen. “Daarom moet mondzorgadvies niet alleen gaan over welke borstel je gebruikt, maar vooral over gedrag en begrijpelijke informatie.”
Veel mensen vinden het lastig om betrouwbare informatie te herkennen of tegenstrijdige adviezen te beoordelen. Slechts een derde van de tandheelkundige organisaties wereldwijd biedt online duidelijke poetstips. Dat moet beter, vindt Thomassen: “Goede mondzorg start met toegankelijke, begrijpelijke en praktische informatie die mensen direct kunnen gebruiken.”
Praktische richtlijnen
In zijn proefschrift pleit hij voor praktische richtlijnen die passen bij iemands levensstijl, mogelijkheden en budget zodat goede mondzorg voor iedereen haalbaar wordt. Aangezien de kwaliteit en kwantiteit van mondhygiëne vaak onvoldoende inzichtelijk zijn, beschouwt hij een richtlijn voor mondhygiënische zelfzorg als een noodzakelijke eerste stap. Daarnaast benadrukt hij het belang van open toegang tot wetenschappelijk onderzoek, en de kansen die kunstmatige intelligentie biedt als hulpmiddel bij onderzoek en patiëntenzorg.
Toch blijft de belangrijkste boodschap verrassend eenvoudig:
Promotie
Promovendus: T.M.J.A. (Tim) Thomassen
Proefschrift: Oral Disease Prevention – Primum est dentes purgare
Promotores: prof. dr. G.A. van der Weijden, prof. dr. D.E. Slot
Wanneer: vrijdag 12 december 2025
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2025/11/Promotieonderzoek-De-sleutel-tot-een-gezonde-mond-Gewoon-goed-en-lang-genoeg-poetsen.jpg14401920Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2025-11-19 09:23:582025-12-10 09:13:14Promotieonderzoek: De sleutel tot een gezonde mond? Gewoon goed en lang genoeg poetsen
In het Duitse Mosbach is een opmerkelijk zorginitiatief van start gegaan: in de lokale Kaufland-supermarkt kunnen bezoekers sinds kort gebruikmaken van een telemedische spreekkamer. Het project is een samenwerking tussen Kaufland en het Sana MVZ am Stiftsberg GmbH en moet de toegankelijkheid van medische zorg in de regio vergroten.
Videospreekuur met arts
De zogenoemde Medical Room is een afgesloten ruimte van ruim vijftig vierkante meter, gelegen in de entree van de supermarkt. Bezoekers kunnen er tijdens het winkelen een videospreekuur volgen met een arts, die digitaal bereikbaar is. Ter plaatse zijn getrainde medewerkers aanwezig om patiënten te begeleiden en om basismetingen uit te voeren.
Volgens de initiatiefnemers kan het concept vooral in landelijke gebieden uitkomst bieden. In dergelijke regio’s is de beschikbaarheid van huisartsenzorg regelmatig beperkt, waardoor patiënten soms geconfronteerd worden met langere wachttijden voor een consult. Door zorg laagdrempelig aan te bieden op een plek waar veel mensen toch al komen, kan de drempel om advies in te winnen worden verlaagd.
Aanvullende gezondheidschecks
Naast de digitale consulten worden in de Medical Room ook aanvullende gezondheidschecks aangeboden die patiënten op eigen kosten kunnen laten uitvoeren, zoals een bio-elektrische impedantieanalyse voor het bepalen van onder meer vetpercentage, spiermassa en vochtbalans. Daarnaast is er een korte lifestyle-check beschikbaar voor mensen die hun algemene gezondheidsstatus willen laten beoordelen.
Kaufland ziet de voorziening als een proefproject. Op basis van de ervaringen in Mosbach wordt later beoordeeld of soortgelijke telemedische spreekkamers ook op andere locaties kunnen worden ingezet.
TopMondzorg heeft Fresh overgenomen. Per 18 november maken alle onderdelen van Fresh, waaronder Fresh Tandartsen, Fresh Unieke Mondzorg (FUM) en de tandtechnische laboratoria, officieel onderdeel uit van TopMondzorg. Door deze overname groeit het aantal Dental Clinics-praktijken van 128 naar 169. In totaal bedient TopMondzorg na deze overname circa 1,2 miljoen patiënten en cliënten.
Judith Schoenmaeckers, CEO TopMondzorg: “De zorg is een uitdagende markt die continu in beweging is. Door factoren zoals vergrijzing en de toenemende schaarste aan behandelteams is het van essentieel belang dat we de beschikbare behandelcapaciteit optimaal inzetten. Innovatie speelt hierbij een cruciale rol: het maakt de zorg efficiënter, houdt deze toegankelijk voor iedereen en versterkt het werkgeluk van behandelteams, terwijl patiënten een betere ervaring krijgen. Dankzij onze geïntegreerde werkwijzen kunnen we optimaal kennis delen en lokaal samenwerken. In Fresh herkennen we diezelfde visie op kwaliteit, innovatie en samenwerking. Zo blijven we van elkaar leren en verbeteren we de mondzorg iedere dag.”
Jan Gorissen, CEO Fresh, voegt daaraan toe: “Aansluiten bij TopMondzorg is voor Fresh een logische volgende stap die onze groei en professionalisering verder versnelt. Door de energie en het ondernemerschap van Fresh te combineren met de schaal, structuur en professionaliteit van TopMondzorg ontstaat een sterke combinatie. Zo kunnen we processen efficiënter inrichten, de kwaliteit van mondzorg voor onze patiënten en cliënten verder versterken en tegelijkertijd mooie kansen bieden voor de ontwikkeling van al onze collega’s. Zo bouwen we samen versneld aan de toekomst van toegankelijke en kwalitatieve mondzorg in Nederland.”
Over TopMondzorg
TopMondzorg staat achter de teams van Dental Clinics (algemene tandheelkundige tandartspraktijken), TopOrtho (orthodontiepraktijken), Proclin (specialistische verwijspraktijken), MKA groep (Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie) en vier ambulante mondzorglabels. Vanuit het servicecenter in Hilversum worden de praktijken ondersteund op het gebied van HR, IT, kwaliteit & veiligheid, marketing & communicatie, administratie en registratie & declaratie.
Ook al is de orale situatie toereikend, niet elk persoon is geschikt voor een implantaat. Welke contra-indicaties zijn er in de implantologie en in welke situaties moet de behandelaar terughoudend zijn? Verslag van de lezing van Haakon Kuit, parodontologie & implantologie, tijdens het symposium Leerzame mislukkingen in de mondzorg.
Wanneer mislukt iets?
Wat is mislukking?
Voordat je over mislukkingen kan praten moet je voor jezelf vaststellen wat een mislukking is, en wie het een mislukking vindt. Er is natuurlijk onderscheid tussen wanneer de patiënt iets een mislukking vindt en de tandarts niet… En vice versa.
Laakbaar
Vervolgens moet er gevraagd worden of het laakbaar is? Is er sprake van een verwijtbare mislukking? Dan spreken we van een fout. Neem bijvoorbeeld een lastige casus (patient met bruxisme) van een implantaat waaromheen na 25 jaar recessies optreden. Spreken we na 25 jaar dan nog over een mislukking?
Wanneer?
Zelfverzamelde statistieken (bij 9000 implantaten, geplaatst over 20 jaar) wijzen uit dat mislukkingen voornamelijk gebeuren bij botopbouw in de bovenkaak, rokers, peri-implantititis bij paro patiënten en bij een specifiek implantaatmerk. Het implantaatmerk hoeft niet genoemd te worden maar het hoge percentage mislukkingen werd toegeschreven aan een olielaag die de fabrikant op de schroefdraad liet zitten.
Technische complicaties
Er zijn ook technische complicaties, dit zijn in een zekere zin herstelbare mislukkingen. Voornamelijk bij loskomen, breuk abutment/kroon schroef, chipping, decementatie. In de jaren ’90 was het gebruikelijk dat er gelijk na extratie een breed implantaat (6,5 mm) geplaatst werd die de gehele alveole vulde. De gedachte was dat een groot implantaat betere ondersteuning bood en het bot intact hield. Met de kennis van nu plaatsen we een smaller implantaat verder naar palatinaal/linguaal (in de groene zone). De reden hiervoor is mede dat een breed implantaat buccaal kan gaan doorschemeren na langere tijd.
Belangrijke factoren
Enkele factoren maken een belangrijk onderscheid in succes of mislukking bij het eindresultaat: leeftijd, diagnostiek en planning (het liefst cbct), infectievrije mond, leefstijl/gezondheid, roker/niet roker, zacht weefsel conditie/materialen suprastructuur, expertise behandelaar
Jongere patiënten
Bij jongere patiënten wil je implantaten eigenlijk zo lang mogelijk als uitstellen als oplossing. Er vindt continue skeletale gelaatsgroei plaats tot het 30-35e levensjaar. Hier hoort ook tanderuptie bij. Er wordt hierbij geen onderscheid gemaakt tussen man/vrouw en longface/shortface. Hierdoor kan behoorlijke infrapositie van het implantaat met kroon ontstaan bij zowel jongeren als volwassenen. Patiënten moeten er om deze reden duidelijk over geïnformeerd worden over de kans dat er verschillen ontstaan.
CBCT-diagnostiek
Verder krijgt CBCT-diagnostiek de voorkeur. De mogelijkheid om het alveolair bot en de kaak in 3d te kunnen bekijken is vanzelfsprekend erg waardevol als het aankomt op het plaatsen van implantaten.
No-go: niet voorbehandelde paro-patiënt
Uiteraard is het een no-go om in een niet voorbehandelde paro-patiënt een implantaat te plaatsen. Daarom moet er aandacht aan geschonken worden om in een, voor zover mogelijk, infectievrije mond te implanteren. Omdat er in de vroege tijd van de implantaten nog minder kennis over beschikbaar was, komen behandelaars vaker implantaten uit die tijd tegen met parodontale problematiek.
Complicatie
Complicatie als gevolg van parodontale vatbaarheid is nog steeds een lastig begrip. Vaak zijn er al meerdere factoren die meewegen bij parodontitis patiënten. Peri-implantitis is absoluut niet voorspelbaar. Het enige wat wel met zekerheid gezegd kan worden is dat peri-implantitis voornamelijk voorkomt bij mensen met parodontale problemen.
Gezondheid
Tenslotte is gezondheid een van de belangrijkste factoren waar rekening mee gehouden dient te worden. Denk hierbij aan drugsgebruik, roken en ziektes (zoals HIV). Dit speelt een rol in de wondgenezing en eventueel ook in de afbraak van het alveolaire bot. Het is verstandig gebruik te maken van een beslisboom.
Voorbeeld van een beslisboom
Behandelings-risico-bepaling
(PPIA)
P1 – parodontitis patiënt, voorbehandeld, stabiel en nazorg 2-4 x per jaar
P2 – acute snel voortschrijdende vorm van parodontitis, refractoire parodontitis
R – roken >5 sigaretten per dag
SA – systemische aandoening (DM / Bisf)
B – bruxisme
P1 – gering risico, informeren, wel implanteren
P1+ 1 risicofactor (R, Sa of B) – medium – hoog risico, informeren, terughoudend met implanteren
P1 + meer dan 1 risicofactor – hoog risico, niet implanteren
P2 – hoog risico, niet implanteren
Mucositis door materiaalgebruik
Zirkonium moet glad zijn subgingivaal. Kan dit niet gerealiseerd worden dan is de plaque accumulatie gigantisch. Als het zirkonium glad uitgewerkt is, is het mogelijk voor de epitheelcellen om te binden aan dit oppervlak. Het advies is dan ook om niet te sonderen rond deze implantaten.
Afsluiting
Zijn implantaten gedoemd om te mislukken? Nee, mits de behandelaar ervaren is op het gebied van bot- en soft tissue chirurgie. Verder moet er de juiste diagnostiek uitgevoerd worden. Er moet een kundig en multidisciplinair team omheen draaien. Verder moet gestreefd worden naar een optimaal resultaat, niet naar een middenmaat. Ten slotte moeten de nieuwe ontwikkelingen, met een kritische blik, gevolgd en toegepast worden.
Haakon Kuit is sinds 2004 partner in de Praktijk voor Parodontologie en Implantologie Arnhem. Eén dag per week is hij als klinisch docent verbonden aan het masterprogramma Implantologie aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Daarnaast geeft hij lezingen en klinische cursussen op het gebied van de regeneratieve parodontale chirurgie en implantologie.
Haakon heeft na zijn afstuderen aan het ACTA in 1996 in de algemene praktijk gewerkt, waarbij de nadruk op de parodontologie, implantologie en de prothetiek lag. Van 1997 tot 2000 volgde hij de Msc opleiding Parodontologie in Nijmegen. Daarnaast volgde hij een training Advanced Implantology and Periodontology aan de UCLA in de Verenigde Staten bij Sacha Jovanovic. Hier is zijn interesse voor de parodontale plastische chirurgie ontstaan. Er volgden meerdere stages op dat gebied onder andere bij Marcus Hürzeler in München.’’
Verslag door Camil Chakir voor dental INFO van de lezing van Haakon Kuit tijdens het symposium Leerzame mislukkingen in de mondzorg.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2025/01/Zijn-implantaten-gedoemd-om-te-mislukken.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2025-11-17 12:40:352025-11-12 12:35:57Zijn implantaten gedoemd om te mislukken?
In het iconische Olympisch Stadion runt mondhygiënist Jolanda Gortzak een unieke praktijk die zich richt op de mondgezondheid van sporters. In dit interview vertelt zij over haar drijfveren, de link tussen mondgezondheid en sportprestaties en haar missie om bewustwording te creëren binnen de sportwereld over het belang van goede mondzorg.
Hoe ben je in de mondzorg terechtgekomen en wat trok je specifiek aan in het beroep van mondhygiënist?
“Ik was vroeger niet bepaald het liefste meisje van de klas. Mijn aandacht ging liever uit naar muziek en dans dan naar de schoolbanken. Mijn broer, destijds tandarts en voorzitter van de Vereniging Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI), moedigde me na de middelbare school aan om mondhygiëne te gaan studeren. In eerste instantie sprak dat me niet aan. Ik zag mezelf niet als een ‘tandenschraper’, maar de medische kant van het vak wekte mijn interesse en dat motiveerde me om door te zetten.”
“Uiteindelijk werkte ik ruim twaalf jaar op de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het huidige UMC (voorheen AMC) en op de afdeling ziekenhuistandheelkunde. Daar werkte ik samen met cardiologen, oncologen en internisten en assisteerde ik bij diverse kaakoperaties. In die periode ontdekte ik hoe groot de invloed van de mond is op de algehele gezondheid. Het beroep van mondhygiënist is dan ook een paramedisch vak dat veel verder gaat dan alleen tandsteen verwijderen. Ik wil dat graag uitdragen door bewustwording te creëren en kennis te delen, onderbouwd met wetenschap, zodat steeds meer mensen beseffen dat de mond geen losstaand onderdeel is, maar een essentieel deel van onze totale gezondheid.”
Waar komt de interesse in de relatie tussen sport en mondgezondheid vandaan?
“Die interesse werd aangewakkerd in 2016, toen dr. Yvonne Buunk-Werkhoven (psycholoog en mondhygiënist) mij vroeg mee te werken aan een vervolgonderzoek naar hoe mensen denken over hun (mond)gezondheid en het gebruik van tandenstokers. Dat onderzoek, ‘Toothpicks in Dutch catering areas and fitness centres really work’, presenteerde ik in 2019 op het congres van de European Association of Dental Public Health (EADPH) in Gent. Daar bleek veel belangstelling te zijn voor de relatie tussen mondgezondheid en (top)sport. Die ervaring wekte mijn nieuwsgierigheid: ik ontdekte dat de mondgezondheid van veel professionele sporters te wensen overlaat, wat mijn motivatie om dit onderwerp verder te onderzoeken alleen maar versterkte.”
“Vanuit die visie startte ik het project ‘Sport Fit met een Gezond Gebit’, waarin ik (top)sporters als Mark Tuitert en Sem Verbeek interview over de invloed van mondgezondheid op prestaties, voeding, blessures en herstel. Daarnaast schrijf ik artikelen, geef ik lezingen en webinars en werkte ik samen met dr. Yvonne Buunk-Werkhoven aan het e-magazine ‘Mondgezondheid bij (top)sporters’, bedoeld voor iedereen die sport en gezondheid serieus neemt.”
Na jarenlang in het ziekenhuis te hebben gewerkt, wat motiveerde je om een eigen praktijk in het Olympisch Stadion te starten?
“Ik ben altijd op zoek naar nieuwe uitdagingen en maak elke zeven jaar de balans op: heb ik nog plezier in wat ik doe? Na twaalf jaar ziekenhuiservaring en het geven van lezingen aan verpleegkundigen, tandartsen, mondhygiënisten en geneeskundestudenten, had ik het gevoel dat ik op die plek niet verder kon groeien. Ik besloot er even tussenuit te gaan om te gaan reizen. Tijdens die periode werd me duidelijk hoe belangrijk vrijheid en zelfstandigheid voor mij zijn. Toen zich de mogelijkheid bood om een praktijkruimte te huren in het Olympisch Stadion, voelde dat mede dankzij mijn passie voor sport, als een prachtige kans. Ik hoefde niet lang na te denken: de adrenaline stroomde door mijn lijf bij het idee om mondgezondheid en algemene gezondheid te verbinden binnen een sportieve omgeving.”
Kun je iets vertellen over wat jouw prakrijk Oral-Vision onderscheidend maakt?
“Bij Oral-Vision combineren we een wetenschappelijk onderbouwde aanpak met maatwerk, waarbij voorlichting, begeleiding en gedragsverandering samenkomen. Door zowel de fysieke als mentale kant van mondzorg te betrekken, ondersteunen we sporters niet alleen bij het verbeteren van hun mondgezondheid en sportprestaties, maar ook bij het versterken van hun algehele welzijn. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de retrospectieve Oral Discomfort (OD)-schaal, waarmee veranderingen in ervaren mondongemak in korte tijd effectief in kaart worden gebracht. Deze integrale aanpak, waarin mondzorg, beweging (eventueel met een personal trainer), voeding en leefstijl centraal staan, is nog in ontwikkeling.”
“Bij Oral-Vision behandelen we zowel student-amateursporters als professionele atleten. Naast het werken met (top)sporters willen we onze aanpak uitbreiden naar ouderen vanaf 55 jaar. Met het oog op vergrijzing en stijgende zorgkosten wil Oral-Vision deze groep fitter en vitaler maken, vooral voorafgaand aan operatieve ingrepen. Door ouderen fysiek en mondhygiënisch te versterken, kan herstel worden versneld, ziekenhuisopnames verkort en het bewustzijn over de relatie tussen mondgezondheid en algehele gezondheid vergroot. Ook mensen met diabetes type 2 kunnen profiteren van deze totaalbenadering.”
Waarom is de locatie van de praktijk in het Olympisch Stadion zo waardevol?
“De kracht van deze plek zit in de samenwerking: veel specialisten, zoals fysiotherapeuten, diëtisten, personal trainers en sportcoaches, zijn hier gevestigd. Deze multidisciplinaire omgeving stimuleert kennisuitwisseling en samenwerking, wat ideaal is om mondgezondheid te verbinden aan algehele vitaliteit en sportprestaties.”
Wat valt je op aan de mondgezondheid van topsporters?
“Binnen de topsport krijgt mondgezondheid nog te weinig structurele aandacht binnen het medisch team. Vaak vindt slechts één jaarlijkse screening plaats, waarna eventuele problemen niet worden opgevolgd. Terwijl intensief sporten juist invloed heeft op de mond: de speekselproductie neemt af, wat zorgt voor een drogere mond en minder natuurlijke bescherming. Ook stress speelt een rol: positieve spanning versterkt de afweer in het speeksel, maar chronische prestatiedruk verlaagt die juist. Veel sporters kampen daardoor met tandvleesaandoeningen (gingivitis, parodontitis), gebitsslijtage, glazuurerosie door sportdrankjes en een gebrekkige mondhygiëne, zoals wel poetsen, maar vaak te kort of onjuist, en onvoldoende interdentale reiniging met tandenstokers, ragers of floss.”
“Opvallend is dat veel sporters wel sterk gefocust zijn op een wit gebit voor hun uitstraling en zelfvertrouwen. Bij Oral-Vision begrijpen we dit, maar we benadrukken altijd dat een optimale mondzorg de basis is, boven cosmetische ingrepen zoals bleken of facings.”
Hoe reageren sporters op het idee dat mondgezondheid zo’n belangrijke rol speelt in hun prestaties en algehele vitaliteit?
“In de topsport draait alles om details. Voeding, slaap, herstel, training, elk onderdeel telt als het verschil tussen winnen en verliezen slechts tienden van seconden is. Maar één factor wordt nog vaak over het hoofd gezien: de mondgezondheid. Veel sporters realiseren zich niet dat hun mondgezondheid invloed heeft op hun prestaties, herstelvermogen en algehele vitaliteit. Tijdens de intake of behandeling bij Oral-Vision merken ze vaak pas dat problemen zoals tandvleesontstekingen, gebitsslijtage of een droge mond effect kunnen hebben op hun VO2 max, immuunsysteem en stressherstel. Dat leidt bij de meeste sporters eerst tot verwondering. Vaak zeggen ze: ‘Waarom heb ik dit nooit eerder gehoord?’, gevolgd door erkenning: ze zien nu pas dat bepaalde klachten, zoals verminderde energie of ontstekingen, waarschijnlijk verband hielden met hun mondgezondheid.”
“Met deze inzichten groeit ook hun bewustwording; ze begrijpen dat een gezonde mond bijdraagt aan sneller herstel, betere prestaties en minder blessures. Veel sporters raken hierdoor gemotiveerd om hun mondzorg structureel te verbeteren, net zoals ze dat doen met voeding, training of slaap. Daarnaast merken ze dat een gezonde, vaak witte glimlach hun zelfvertrouwen versterkt, wat vooral in sportomgevingen met media-optredens of presentatie belangrijk is.”
Kun je voorbeelden geven van hoe mondgezondheidsproblemen de sportprestaties van atleten beïnvloeden?
“Bart Hoolwerf, mass-startspecialist bij Team Reggeborgh, vertelde in een interview met Oral-Vision hoe een ontstoken verstandskies hem tijdens een wereldbekerwedstrijd flink parten speelde. Ondanks zijn uithoudingsvermogen verloor hij vooral de strijd tegen de pijn. “Ik heb liever een schaafwond dan pijn in mijn mond”, zei hij. Het ongemak kostte hem energie en concentratie, cruciaal in een sport waar scherpte en timing allesbepalend zijn. Sindsdien let Hoolwerf scherper op voeding en spoelt hij zijn mond na snelle suikers. Kleine aanpassingen met grote impact op gebitsgezondheid én prestaties.”
“Een ander voorbeeld: Patrick Roest moest wedstrijden afzeggen na de extractie van een verstandskies; het herstel beïnvloedde zijn energieniveau en trainingsschema. En voetballer Neymar Jr. merkte dat tandvleesontstekingen zijn immuunsysteem en herstellend vermogen verzwakten, waardoor de kans op blessures toenam. Deze voorbeelden laten zien dat zelfs relatief kleine mondproblemen directe consequenties hebben voor topsporters.”
Wat leert dit over de rol van mondgezondheid in topsport?
“Het laat zien dat de mond geen geïsoleerd deel van het lichaam is, maar direct verbonden met het fysieke en mentale functioneren van een atleet. Een ontsteking activeert constant het immuunsysteem, kost energie en verhoogt systemische ontstekingswaarden, wat de zuurstofopname (VO2 max) beïnvloedt. Chronische pijn of ongemak verstoort slaap, voeding en scherpte tijdens trainingen en wedstrijden. Halitose kan psychologische effecten hebben, zoals schaamte en prestatie-angst. In een wereld waarin details het verschil maken, is de mond misschien wel de vergeten schakel.”
“Wat mij daarbij opvalt, is dat bij het medisch team en sportcoaches dit besef vaak nog ontbreekt. Mondzorg wordt nog te vaak als een apart onderdeel gezien, terwijl het juist een integraal begin vormt van gezondheid en spijsvertering. Eigenlijk vreemd, als je bedenkt dat alles al in de mond begint.”
Als de mond zo’n centrale rol speelt in de algehele gezondheid, hoe zie jij dan de rol van de mondhygiënist binnen het multidisciplinaire team van een topsporter?
“De mondhygiënist speelt een cruciale preventieve rol: waar het medische team zich vaak richt op blessures en herstel, bewaakt de mondhygiënist de basis voor optimale prestaties: een gezonde mond. Dit gaat verder dan poetsadviezen: we kijken naar mondzorggedrag, voeding, ademhaling en stressfactoren, zoals kaakspanning of tandenknarsen. Zo wordt de mondhygiënist, zeker met topsportexpertise, ook een coach in gezondheidsbewustzijn. Kleine gedragsaanpassingen, zoals spoelen na een energiegel of kiezen voor minder zure sportdrankjes, kunnen al merkbaar verschil maken in herstel en prestaties.”
“Binnen multidisciplinaire teams werkt de mondhygiënist samen met sportartsen, diëtisten, fysiotherapeuten en mentale coaches. Door structurele monitoring met DPSI/PPS- of BEWE/TWES-scores kan de mondgezondheid op langere termijn worden gevolgd. Het grootste verbeterpunt is het formaliseren van deze samenwerking: mondzorg opnemen in sportmedische screenings en bewustwording vergroten bij coaches en sporters, zodat de mondhygiënist een vaste waarde wordt binnen high-performance teams.”
Hoe overtuig je coaches om mondzorg structureel op te nemen in hun gezondheidsbeleid?
“Het is belangrijk om hun taal te spreken: prestaties, herstel, inzetbaarheid, blessurepreventie en teamresultaten. Coaches zijn gefocust op alles wat bijdraagt aan betere prestaties; door duidelijk te maken dat mondgezondheid zowel directe als indirecte invloed heeft op deze factoren, vergroot je het draagvlak en de kans dat mondzorg structureel onderdeel wordt van het gezondheidsbeleid. En gelukkig groeit die bewustwording steeds meer.”
“Waar het vroeger vooral ging om tandenpoetsen en halfjaarlijkse controles bij de tandarts, verschuift de focus nu steeds meer naar preventie, prestatieverbetering, vitaliteitsbehoud en coaching op leefstijlgedrag. Sommige collega’s die zelf fanatiek sporten, dragen het belang van optimale mondgezondheid binnen de sport actief uit en er is zelfs een vereniging die deze ontwikkeling stimuleert. Dat zijn belangrijke stappen om nog meer bewustwording te creëren.”
Waar hoop je dat Oral-Vision over vijf jaar staat?
“Over vijf jaar hoop ik dat Oral-Vision een toonaangevende rol speelt in preventieve mondzorg binnen de (top)sportwereld. Het ideaal is dat de praktijk bekend staat als hét expertisecentrum waar sporters – van amateur tot professioneel – terechtkunnen voor gespecialiseerde mondzorg gericht op prestaties, preventie en welzijn. Daarnaast is het vergroten van de bewustwording dat mondgezondheid directe invloed heeft op sportprestaties en algehele gezondheid een belangrijke ambitie. Daarom streven wij naar actieve samenwerking met sportclubs, bonden en trainers om educatie over mondgezondheid te integreren in sportprogramma’s. Dit doen we door voorlichtingscampagnes en workshops te organiseren voor sporters, ouders en coaches, wetenschappelijke kennis te vertalen naar praktische adviezen en mondbescherming, zoals op maat gemaakte gebitsbeschermers, toegankelijk te maken. Met deze aanpak hopen wij een mentaliteitsverandering teweeg te brengen, waarbij preventieve mondzorg een vanzelfsprekend onderdeel wordt van een sportieve lifestyle.”
Interview met Jolanda Gortzak, mondhygiënist in haar praktijk OralVision, door Ilona van der Werf.
Uit onderzoek van het CBS blijkt dat jaarlijks 27% van de werknemers in Nederland pestgedrag ervaart. Eén op de tien werknemers voelt zich gediscrimineerd. Als daarbovenop 66% van de bedrijven in Nederland te maken heeft met interne fraude, dan kun je ervan uitgaan dat dit ook voor de mondzorg geldt.
Waarom het handig is om een vertrouwenspersoon te benoemen.
Juist in kleine praktijken van belang
Denk je nu dat dit niet aan de orde is in jouw eigen praktijk, dan mag je je gelukkig prijzen. Of… je steekt mogelijk, net als andere organisaties, je kop in het zand. Het aanstellen van een vertrouwenspersoon is verplicht voor organisaties met meer dan 50 medewerkers. Het wordt sterk aanbevolen voor organisaties vanaf 10 medewerkers. De grootte doet er eigenlijk niet toe. Het gaat erom dat je een gezond en veilig werkklimaat wilt ondersteunen.
Veel kleine praktijken werken in hechte teams. Dat heeft voordelen maar ook risico’s. In zo’n setting kunnen sociale spanningen extra voelbaar zijn. Tegelijkertijd kan het juist moeilijker zijn dit bespreekbaar te maken. Heeft jouw praktijk al een vertrouwenspersoon benoemd?
Structurele aandacht voor de sociale werkomgeving
In veel praktijken is er structurele aandacht voor de patiënt. Patiënten geven hun vertrouwen aan het team dat met zorg en precisie handelt. Hoe is het eigenlijk gesteld met het onderling vertrouwen tussen de collega’s? Is er net zoveel structurele aandacht voor integer handelen en gewenste omgangsvormen die leiden tot onderling vertrouwen en veiligheid binnen het team? Een (extern) vertrouwenspersoon kan die structurele aandacht geven. Dat is vaak geen overbodige luxe. Het feit dat er een vertrouwenspersoon aanwezig is, geeft medewerkers de geruststelling dat als er iets ongepast speelt, zij weten waar ze terecht kunnen.
Voorbeelden van ongewenste situaties die met de vertrouwenspersoon gedeeld worden
De mondhygiënist hoort de twee baliemedewerkers flauwe grapjes maken over het uiterlijk van cliënten. Ze heeft al een keer geprobeerd dit aan te kaarten, maar haar zorgen worden weggewuifd met de opmerking: ‘stel je niet zo aan’. Wat nu?
De stagiaire ervaart stress en voelt zich onzeker. Ze ontvangt bij elke handeling die ze moet leren opmerkingen als: ‘kun je zelfs dit nog niet eens?’ Of: zuchtend: ‘Ze leren ook niks meer bij de opleiding.’ ‘Wat een broddelwerk is dit nu weer!’. Ze komt met buikpijn naar de praktijk.
De assistente werkt voor een tandarts die direct en kortaf communiceert. Zeer weinig spreekt de tandarts diens waardering uit voor het team van vier collega’s. Iedereen loopt op tenen in de omgang met de tandarts. De sfeer is hierdoor niet gemoedelijk. Ook is er veel verloop. Ze krijgt niet de indruk dat de tandarts dit door heeft. Hoe zij dit bespreekbaar kan maken, is de reden van een bezoekje aan de vertrouwenspersoon.
De medewerker die de administratie doet, ziet veel declaraties van een tandarts voor behandelingen langskomen die niet zijn uitgevoerd. De medewerker wil het bespreekbaar maken, maar vreest dat de goede verstandhouding in gevaar komt.
Een jonge medewerker krijgt vaak complimentjes van een mannelijke tandarts over hoe ze eruitziet. Ook krijgt ze waardering met een kneepje in haar schouder, een stootje tegen haar arm bij een grapje. Het zit haar dwars. Is dit nu grensoverschrijdend of niet? Ze wil het niet groter maken dan het is.
Vertrouwenswerk: meer dan alleen een luisterend oor
De vertrouwenspersoon biedt een luisterend oor aan de medewerker die zich zorgen maakt over ongewenste omgangsvormen als pesten, kleineren, (seksuele) intimidatie en discriminatie. Maar ook als een collega niet integer handelt en bijvoorbeeld fraudeert, kun je dit delen met de vertrouwenspersoon.
De vertrouwenspersoon:
is er voor de melder,
luistert,
bespreekt samen welke stappen de medewerker kan nemen,
begeleidt bij een klachtenprocedure,
biedt de melder steun bij gesprekken zonder gesprekspartner te zijn,
signaleert trends en problemen in een geanonimiseerd jaarverslag,
adviseert de organisatie gevraagd en ongevraagd als daartoe aanleiding is,
geeft voorlichting en training over sociale veiligheid en integriteitskwesties.
De voordelen van een sociale en integere werkomgeving
Werken aan een gezonde werkcultuur heeft vele voordelen. Zo stijgt het werkplezier en vermindert het verloop en verzuim. Medewerkers voelen zich gehoord en gewaardeerd. De teamsamenwerking wordt versterkt omdat medewerkers ervaren dat zij lastige situaties bespreekbaar kunnen maken. Bovendien beschermt een gezonde werkcultuur tegen frauduleuze handelingen dankzij een open en transparante samenwerking. Dit straalt ook weer uit naar patiënten en partners met een positief imago tot gevolg.
Welke stappen kun je zetten?
Wil je bewust bouwen aan een gezonde werkcultuur in je eigen praktijk, zet dan een eerste stap en overweeg onderstaande acties:
Stel een vertrouwenspersoon aan
Informeer je team
Formuleer met je team een gedragscode
Verzorg een integriteitstraining
Zet het thema regelmatig op de agenda
Geef zelf het voorbeeld voor respectvolle omgang
Label het vragen stellen en twijfels uitspreken als professioneel en nuttig
Evalueer en verbeter in een structurele, periodieke cyclus
Ter afsluiting
De kranten staan bol van de voorbeelden hoe het mis kan gaan. Een veilige en integere werkomgeving ontstaat niet vanzelf. Die bouw je bewust. Welke stap zet jij?
Bij Bureau Syn’s geloven we dat iedereen op het werk zich veilig en gehoord moet voelen. Daarom geven we advies en training aan organisaties over sociale veiligheid. Soms is er behoefte aan een onafhankelijke gesprekspartner: iemand die luistert zonder oordeel, vragen stelt en meedenkt over mogelijke stappen. De extern vertrouwenspersoon van Bureau Syn’s biedt precies die steun.
Spreker Marlous van Es wilde ons haar passie OMFT laten zien. Eerst vroeg ze aan de zaal wie er kinderen behandelde en wie er weleens naar de logopedist verwijst? Dat waren er maar weinig. Weten we dan wat een logopedist zoal behandelt? De zaal riep: “Verkeerd slikpatroon, tongpersen, duimen, mondademhaling, lipzuigen, knarsen!” en dit zijn inderdaad zaken die je liever niet ziet en waar je iets mee moet.
Wat doen logopedisten?
Logopedisten doen ontzettend veel. Zij werken aan:
Articulatie; klanken die verkeerd worden uitgesproken
Taal; woordenschatontwikkeling, grammatica
Stemproblemen; globus klachten, heesheid, knobbeltjes in de keel
Stotteren, wordt vaak met logopedie geassocieerd maar wordt minder gedaan
Proverbale logopedie, dit is bij baby’s
OMFT traject
OMFT
De vormgeving van de mond en stand van het gebit wordt voor een groot gedeelte bepaald door de spieren in en rondom de mond. Afwijkende mondgewoonte kunnen het evenwicht tussen de spieren verstoren. OMFT is oefentherapie waarbij het evenwicht wordt gerealiseerd. Bij kinderen kunnen er bijvoorbeeld bitjes gebruikt worden die niet orthodontisch werken maar waarbij de spieren aan het werk worden gezet. Het stimuleert de goede slik, want er kan niet foutief worden geslikt met dit bitje in.
Ontstaan en consequenties afwijkende mondgewoonte
Elk kind wordt geboren met natuurlijke neusademhaling. Maar er kan iets misgaan waardoor een afwijkende mondgewoonte ontstaat. Dan hebben we het over een lage tongpositie in plaats van een hoge tongpositie. Hierdoor ontstaat een afwijkende slik, slissen, andere klanken (6) die verkeerd worden uitgesproken. Op het moment dat de tong wat naar voren ligt, heeft dit consequenties voor de stand van de tanden. Openmondgedrag of habituele mondademhaling is zeker niet gezond. Mondademhaling moeten we wel serieus nemen. Het kan voor vele verkoudheden zorgen maar het kan ook een voorland zijn van slaapproblemen, slaapapneu en dat soort zaken.
Interactie met de zaal
Helaas wilde een filmpje zo snel niet opstarten maar de spreekster wist dit goed op te vullen met nog een leuke vraag: Ligt jouw eigen tong wel op de juiste plek? Waar komt je tong tegenaan als je slikt? En: “Hoe vaak slikken wij per dag ?” Het duurde even voordat we er achter kwamen. Namelijk 2000 keer per dag. Wat zou er gebeuren als je nu per dag 2000 keer verkeerd slikt? Je kunt je voorstellen dat je dan op slechts een bepaald element alle kracht zet. Die tong is enorm sterk en dat kan het gebit niet aan. Hierdoor kan bijvoorbeeld crowding ontstaan. Ook na deze interactie bleek het filmpje nog niet te werken en mochten we als publiek vragen stellen:
“Op welke leeftijd begin je met OMFT?” “Bij de preverbale therapie proberen we ouders aan te geven wat er aan de hand is en kan je al veel aan preventie doen. De OMFT zelf wordt rond de 8 jaar ingezet. Het ligt ook aan de motivatie van de ouders hoe goed dit precies allemaal verloopt.”
“Hoe sta je tegenover mondtape?” We krijgen steeds meer patiënten die hier vragen over hebben. Bijvoorbeeld sporters. Gelukkig bleek het filmpje nu wel te werken en werd onze aandacht als bezoekers hierop gevestigd.
Vervorming van zachte en harde weefsels
Zo leerden we dat de lucht direct in de luchtpijn belandt zonder gefilterd te worden. Daar waar de tonsillen liggen. Hierdoor kan er zwelling ontstaan van de tonsillen en lymfen. Hierdoor wordt ademhaling bemoeilijkt en mondademhaling nog meer gestimuleerd omdat dit makkelijker gaat dan door de neus. Uiteindelijk kan er een hoog palatum ontstaan omdat de tong hier niet tegenaan ligt. Vervolgens kan er een openbeet ontstaan. De groei van de kaken wordt hierdoor anders dan normaal.
Observatie
Bij een kind kunnen we door te observeren ontdekken dat er sprake is van fors afwijkende mondgewoonte, bijvoorbeeld:
Dikke lippen
Lage tongligging
Volledig open mond
Speeksel voorin
Geen recht gebit
Andere symmetrie in het gezicht
Bollere wangen
Weinig spierspanning
Kleine neusgaten
Hangende ooghoeken
Ziet er niet gezond uit
Van de tongriem gesneden
Soms zie je ook flinke afdrukken in de tong door een te kort tongriempje. In aangezogen positie moet het riempje een hele duidelijke T vormen. Zo niet dan kan deze tong niet het palatum voldoende bereiken en wordt de tong dus continue naar beneden getrokken. De tong vormt zo geen natuurlijke beugel. Er zijn verschillende gradaties qua ernst. De spreekster nodigt ons uit om een goed naar die tongriem te kijken voordat men het orthodontietraject ingaat. Want de stand kan na zo’n heel traject weer in oude stand komen te staan als het tongriempje te strak is. Het kan nodig zijn om het tongriempje te laten klieven. Dit wordt vaak door een gespecialiseerde tandarts gedaan.
Gewoon door de neus ademen en gewoon even slikken?
Vervolgens werden we weer verwend met wat filmpjes bijvoorbeeld van een kind dat gevraagd wordt om een aantal minuten enkel door de neus te ademen. Je ziet dan van alles gebeuren want het jongetje doet enorm zijn best maar hij wordt ook helemaal onrustig want het wil niet goed lukken. Ook zien we een meisje dat probeert te slikken maar we zien enkel vreemde bewegingen van de tong en een klakkend geluid. Ze slikt naar voren in plaats van naar achteren. Ook bilalaterale slik komt voor.
Mondhygiënisten, wees alert
Wat kunnen wij als mondhygiënisten nog meer doen behalve alert te zijn op het tongriempje en mondademhaling?
Bekijk ook of er sprake is van duimen. Uiteraard kunnen we zwangeren al adviseren over duimen versus speen. Hou ook de beet in de gaten na het beugelen. En vraag gerust om de patiënt de vingers in de mond te doen zodat je mee kunt kijken naar het slikken. Verder kan je opvallen dat de spiertonus erg hoog is van de masseters. Heel veel mensen zijn zich niet bewust van hun mondgedrag dus kijk hier specifiek naar. Bij problemen kan je naar een (OMFT)logopedist verwijzen, maar niet te snel want er zijn enorme wachtlijsten. Je kunt ook zelf een verdiepende cursus volgen.
Mondtape
Dan nog het antwoord op de vraag van de mondtape. De spreekster staat hier positief tegenover. Maar misschien leuk om het zelf eerst te proberen, bijvoorbeeld met fysiotape. Dus je kunt adviseren om af te plakken maar kijk ook wat breder dan dat.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2025/09/Logopedie-en-mondhygiene-samenwerken-voor-een-gezonde-mond-400-230.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2025-11-17 12:20:472025-10-21 11:06:04Logopedie en mondhygiëne, samenwerken voor een gezonde mond
Een nieuw wereldwijd rapport van de FDI World Dental Federation waarschuwt dat illegale tandheelkundige praktijken een steeds grotere bedreiging vormen voor de volksgezondheid. Uit een internationale enquête onder 49 nationale tandartsenverenigingen blijkt dat onbevoegde en ongediplomeerde aanbieders wereldwijd patiënten in gevaar brengen – en dat zwakke handhaving en lacunes in regelgeving het probleem laten voortwoekeren.
Groeiende problematiek
De studie laat zien dat illegale tandheelkunde vooral voorkomt in regio’s waar de toegang tot betaalbare, deskundige zorg beperkt is en waar technische middelen en kennis ontbreken. Het gaat om praktijken die worden uitgevoerd door personen zonder de juiste opleiding, registratie of vergunning. Voorbeelden zijn schoonheidsspecialisten die vaste orthodontische apparatuur aanbrengen in salons, of onbevoegde personen die tandextracties of implantaatbehandelingen uitvoeren in woningen of informele klinieken.
Wetgeving aanwezig, maar vaak slecht gehandhaafd
Hoewel 95% van de deelnemende landen wetgeving heeft tegen illegale tandheelkundige activiteiten, gaf slechts ongeveer de helft van de respondenten aan dat deze regels effectief worden gehandhaafd. Meer dan de helft van de verenigingen meldde aanzienlijke obstakels bij de handhaving, zoals gebrek aan middelen, bureaucratische vertragingen, politieke inmenging en corruptie.
Daarnaast meldde 58% van de verenigingen bevestigde gevallen van patiëntenschade, variërend van ernstige infecties tot blijvende verminkingen en in sommige gevallen levensbedreigende complicaties.
Onderliggende oorzaken
De FDI wijst erop dat illegale tandheelkunde vaak bloeit in omgevingen waar de toegang tot betaalbare zorg beperkt is, met name in lage- en middeninkomenslanden. Economische nood, gebrek aan bewustzijn en culturele acceptatie dragen verder bij aan het probleem. Hoewel informele zorg soms ontstaat uit noodzaak binnen gemeenschappen, benadrukt de FDI dat de risico’s voor de patiënt onaanvaardbaar zijn en het vertrouwen in de tandheelkundige professie ondermijnen.
Bron: FDI World Dental Federation – Illegal Dental Practice: Results of a Global Survey With National Dental Associations (NDAs).
Het volledige rapport is te downloaden via: fdiworlddental.org
Volgens een recent artikel in het Journal of the American Dental Association kunnen cariës en andere intra-orale bevindingen nauwkeurig gedetecteerd worden tijdens afspraken voor tele-tandheelkunde wanneer ouders met hun smartphone foto’s maken van de mond van hun kind.
Tele-tandheelkunde
Tele-tandheelkunde verwijst naar het gebruik van telezorg in de tandheelkunde en heeft de potentie om nuttige en kosteneffectieve manier te zijn om de toegang tot mondzorg te vergroten.
Het doel van de studie is om te evalueren of de door ouders gemaakte smartphone foto’s intra-orale bevindingen zoals cariës bij kinderen met een melkgebit of gemengd gebit nauwkeurig kan worden beoordeeld.
Onderzoek
Aan het onderzoek deden patiënten mee onder de 13 jaar met een melkgebit of gemengd gebit. De ouders van de kinderen dienden intra-orale foto’s in voor het consult met tele-tandheelkunde, vóór tandheelkundig onderzoek in de operatiekamer.
Twee tandartsen registreerden de intra-orale bevindingen van harde en zachte weefsels zoals cariës, demineralisatie, plaque en gingivitis, op basis van de ingestuurde foto’s. Deze bevindingen werden vergeleken met de klinische bevindingen vastgelegd in de operatiekamer.
De ouders werden verzocht om aan de hand van een schriftelijke handleiding drie foto’s te maken, waaronder een frontale, occlusale bovenkaak en occlusale onderkaak.
Resultaten
Van de 138 patiënten die meededen aan het onderzoek had 70% een melkgebit en 30% een gemengd gebit. De fotografische opnamen hadden een hoge specificiteit voor het detecteren van cariës namelijk 97,1-100%. Echter het mandibulaire anterieure gebit had een sensitiviteit van 67,2%, terwijl maxillaire gecombineerde occlusale en frontale beelden een hoge sensitiviteit vertoonde namelijk 94,8-99,1%.
Bij het gemengde gebit werden vergelijkbare resultaten waargenomen.
Conclusie
Er kan worden geconcludeerd dat ouders nauwkeurige en klinische relevante intra-orale foto’s kunnen maken met behulp van hun smartphone door de handleiding te volgen. Op basis van deze foto’s kan detectie van cariës in het melkgebit en gemengde gebit gedaan worden. Er is echter verder onderzoek nodig om de nauwkeurigheid van de foto’s voor detectie van demineralisatie en cavitatie bij kinderen met een lager risico te detecteren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2025/08/Intra-oraal-onderzoek-aan-de-hand-van-smartphonefoto-400.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2025-11-12 12:00:292025-10-21 11:28:47Intra-oraal onderzoek aan de hand van smartphonefoto’s bij pediatrische patiënten
Onderzoekers van de Rutgers School of Dental Medicine in New Jersey suggereren dat natuurlijke mondspoelmiddelen op kruidenbasis schadelijke bacteriën doden en nuttige bacteriën juist intact laten, in tegenstelling tot traditionele aseptische mondspoelingen.
Mondspoelingen
Onderzoekers van Rutgers Health suggereren dat mondspoelingen 99,9% van de bacteriën in je mond doden en daarmee zowel goede als slechte bacteriën elimineren. Studies toonden aan dat natuurlijke mondspoelmiddelen met kruiden selectief de ziekteverwekkende bacteriën doden en de beschermende microben juist behouden blijven.
De onderzoekers hebben het mondspoelmiddel StellaLife VEGA Oral Care getest en vergeleken met twee conventionele mondspoelmiddelen, namelijk chloorhexidine en Listerine Cool Mint.
Resultaten van het onderzoek
Onderzoekers hebben verschillende mondbacteriën blootgesteld aan elke mondspoeling en de groei van bacteriën gevolgd gedurende meerdere dagen. Het onderzoek laat zien dat de natuurlijke spoeling schadelijke bacteriën zoals Fusobacterium nucleatum en Porphyromonas gingivalis verminderd, terwijl nuttige bacteriesoorten zoals streptococcus oralis en veillonella parvula konden overleven.
Mondspoelmiddelen Chloorhexidine en Listerine vertoonden geen selectiviteit en elimineerden zowel schadelijke als nuttige bacteriën.
Conclusie
Volgens de auteurs zou het doel voor mensen die mondspoeling gebruiken zijn om de natuurlijke afweer van de mond te versterken en niet te vernietigen. Zij geven daarnaast aan dat antiseptische mondspoeling nuttig kan zijn voor kortdurend gebruik tegen specifieke ziekten in de mond, maar niet voor langdurig gebruik.
Het jaarlijkse ledencongres van de NVM-mondhygiënisten heeft dit jaar een recordaantal aanmeldingen. Inmiddels hebben een kleine 600 mondhygiënisten en andere mondzorgprofessionals, zich aangemeld. Het hoogste aantal aanmeldingen sinds de coronajaren. Het onderwerp voor het ledencongres, mondzorg en oncologie is dan ook actueel en compleet qua thematiek.
Mondzorg en oncologie
Honderden mondzorgprofessionals, waaronder mondhygiënisten, uit het hele land komen samen om zich te verdiepen in het thema ‘Mondzorg en oncologie’. Het ledencongres van NVM-mondhygiënisten, dat plaatsvindt op 14 november a.s. te Amersfoort, belooft een inspirerende dag te worden waarin wetenschap, praktijk en persoonlijke veerkracht samenkomen. De relatie tussen mondgezondheid en (be)handelingen bij kanker staat centraal – een onderwerp dat zowel professioneel als persoonlijk diepe impact heeft. Experts op het vlak van oncologie en mondzorg zullen ingaan op alle aspecten van dit specialisme: van signalering, begeleiding tot de mentale problematiek.
Veel mensen in Nederland krijgen vroeg of laat in hun leven zelf te maken met kanker. Tegelijkertijd neemt de overlevingskans na een kankerdiagnose meer toe. Dus er komen steeds meer mensen tijdens en na de kankerbehandeling in de mondzorgpraktijk. Deze medisch complexe patiënten kunnen tijdelijk extra kwetsbaar zijn, ook in de mondzorg.
Cruciale rol
“De mondhygiënist speelt een cruciale rol in het vroegtijdig signaleren en adequaat begeleiden van problemen in de mond bij oncologische patiënten,” zegt Loes Velthoven-Verlinden, voorzitter van NVM-mondhygiënisten. “Dit ledencongres laat zien hoe breed ons vakgebied is geworden – van preventie tot ondersteuning tijdens intensieve behandelingen, én aandacht voor de mentale belasting die daarbij hoort.”
Naast de inhoudelijke verdieping biedt het congres ook volop gelegenheid voor ontmoeting en inspiratie. De hoge opkomst laat zien dat de mondhygiënisten zich sterker dan ooit verbonden voelen het de toekomst van de preventieve mondgezondheid in Nederland.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2016/05/NVM-congres-2025.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2025-11-10 12:22:462025-11-10 12:22:53Recordaantal aanmeldingen voor ledencongres NVM-mondhygiënisten: Mondzorg en oncologie centraal in de lezingen
In de mondzorg werken we samen, elke dag. Toch merken we dat goed samenwerken niet vanzelfsprekend is. Hoe zorgen we voor een veilige, efficiënte en ondersteunende werksfeer waarin ieders rol erkend en gewaardeerd wordt?
Om die vraag te onderzoeken én samen oplossingen te ontwikkelen, is de Werkveldgroep Samenwerken in de Mondzorg opgericht.
Wie zitten in de werkveldgroep?
De kracht van de groep zit in de diversiteit.
We werken gelijkwaardig samen met:
Tandartsen
Mondhygiënisten
(Preventie)assistenten
Studenten
Praktijkmanagers
En andere betrokken professionals
Iedereen brengt zijn eigen perspectief en ervaring mee. Precies dat maakt de gesprekken waardevol.
Wat doen we?
We:
Luisteren naar ervaringen van de werkvloer
Vertalen knelpunten naar concrete en haalbare acties
Adviseren (gevraagd én ongevraagd) beroepsverenigingen, organisaties en opleidingen
Denken mee over duurzame verbeteringen voor samenwerking, communicatie en taakverdeling
Thema’s waar we momenteel aan werken
Psychologische veiligheid binnen teams
Hoe zorgen we ervoor dat iedereen zich vrij voelt om vragen te stellen en feedback te geven?
Doorbreken van statusverschillen
Minder “ik ben tandarts / ik ben assistent”, meer: wij zijn mondzorgprofessionals.
Praktijkgerichte ondersteuning
We ontwikkelen o.a. korte videofragmenten voor assistenten en tandartsen om onderlinge communicatie te versterken (bijvoorbeeld subtiele hints tijdens behandelingen).
Onderwijs en stagebeleving
We onderzoeken hoe studenten vroegtijdig ervaring kunnen opdoen met alle rollen in de praktijk, om wederzijds begrip en respect te vergroten.
Ontwikkeling Leerlijn ‘Preventieleider’
Een traject voor (paro)preventieassistenten die meer verantwoordelijkheid willen nemen en teams willen ondersteunen in preventiebeleid.
Wil je hierover meedenken of heb je ideeën wat deze leerlijn zou moeten bieden? Dan horen we jouw input graag.
Waarom meedoen?
Omdat samenwerken niet iets is dat we over mensen bespreken, maar iets dat we samen vormgeven. Jouw ervaring is waardevol, of je nu net begint, al jaren werkt, of iets wilt veranderen binnen je team.
Hoeveel tijd kost het?
We vergaderen twee keer per maand online (Teams).
Tussendoor kun je bijdragen zoals jouw tijd en mogelijkheden toelaten.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2025/11/Werkveldgroep-Samenwerken-in-de-mondzorg-2.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2025-11-10 10:48:302025-11-10 10:48:30Oproep: Doe mee met de Werkveldgroep Samenwerken in de Mondzorg
Patiënten moeten erop kunnen vertrouwen dat zij bij een mondhygiënist in deskundige en bevoegde handen zijn. Toen bij een mondzorgpraktijk in Bunschoten meerdere klachten binnenkwamen over een medewerkster, besloot de praktijk een intern onderzoek te starten. Dat onderzoek bracht ernstige misstanden aan het licht.
De 42-jarige S., afkomstig uit Duitsland, bleek zich met vervalste diploma’s te hebben voorgedaan als mondhygiënist. Zij had naar eigen zeggen de opleidingen Dental Therapy en Dental Hygiene Dentistry afgerond aan King’s College London, maar navraag bij de Britse onderwijsinstelling wees uit dat deze diploma’s niet echt waren.
Met de vervalste documenten had S. zich bovendien weten in te schrijven in het Kwaliteitsregister Mondhygiënisten, waardoor zij lange tijd onterecht de indruk wekte bevoegd te zijn om mondzorg te verlenen. Nadat de onregelmatigheden aan het licht kwamen, deden zowel de praktijk als het kwaliteitsregister aangifte.
Vertrouwen
S. verscheen niet op de geplande zitting bij de politierechter. Desondanks werd de zaak behandeld. De officier van justitie benadrukte het belang van vertrouwen in de mondzorg:
“Patiënten moeten kunnen rekenen op veilige en deskundige behandeling. Je hebt tenslotte maar één gebit,” aldus de officier, die een werkstraf van 120 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van één maand eiste.
Tijdens het onderzoek kwam ook een door S. vervalste brief aan het licht, zogenaamd afkomstig van het ministerie van Volksgezondheid, waarin werd verklaard dat haar diploma’s in Nederland erkend waren.
Werkstraf
De politierechter oordeelde conform de eis en legde de vrouw een werkstraf van 120 uur op, met een proeftijd die twee maanden langer uitvalt dan geëist. Inmiddels is S. ontslagen bij de praktijk. Volgens het Openbaar Ministerie is zij momenteel werkzaam als medisch pedicure, wat aanleiding geeft tot zorg gezien haar eerdere handelen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/04/Tuchtrecht-doorhaling-in-BIG-register-na-stelselmatige-fraude.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2025-11-10 09:19:222025-11-10 09:19:22Mondhygiënist betrapt op diplomafraude: werkstraf opgelegd na klachten
De 47-jarige tandarts Stefan Schmidt uit Hamburg-Bahrenfeld wisselt op vrijdagen zijn tandartsboor in voor het stuur van een lijnbus. Terwijl zijn praktijk gewoon doordraait, rijdt hij in zijn vrije tijd door de straten van Hamburg als buschauffeur voor de regionale vervoersmaatschappij Verkehrsbetriebe Hamburg-Holstein.
Jeugddroom
Wat begon als een jeugddroom is inmiddels werkelijkheid geworden. Al van jongs af aan voelde Schmidt zich aangetrokken tot het busverkeer: de geluiden, de techniek en het ritme van stoppen en optrekken maakten diepe indruk. Om deze passie na te jagen, behaalde hij de vereiste rijbewijscategorie D én de aanvullende kwalificaties die nodig zijn om professioneel buschauffeur te worden, zo schrijft Bild.de.
Tegenwoordig rijdt hij ongeveer twintig uur per maand en ontvangt daarvoor een vergoeding van circa 23 euro per uur. Wat hem vooral aanspreekt is het contrast met zijn dagelijkse werk: het geeft hem een andere kijk op de stad en op mensen. Na zijn dienst parkeert hij de bus, stapt in zijn auto en keert terug naar zijn tandartspraktijk . Het is een ongebruikelijke route, maar eentje die hij met plezier aflegt.
Heb je ook een bijzondere nevenactiviteit die je wilt delen?
Mail naar info@dentalinfo.nl! We nemen graag contact met je op voor een interview voor plaatsing op dentalinfo.nl
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2025/10/Van-tandartsstoel-naar-stuur-Hamburgse-tandarts-verruilt-op-vrijdag-de-praktijk-voor-het-openbaar-vervoer.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2025-11-10 08:50:162025-10-14 17:12:01Van tandartsstoel naar stuur: Hamburgse tandarts verruilt op vrijdag de praktijk voor het openbaar vervoer
Begin augustus richtten Jan Willem Vaartjes, Amée Swart en Geert Landman Bevlogen Tandartsen op, een vereniging van tandartsen die geloven in mondzorg vanuit vertrouwen in plaats van regels en die staat voor vrijheid, ondernemerschap en écht goede mondzorg. In een interview vertelt Jan Willem meer over het initiatief van Bevlogen Tandartsen.
Meneer Vaartjes, kun je kort iets vertellen over jouw loopbaan tot nu toe en hoe je in de mondzorg terecht bent gekomen?
“Ik ben in 1998 afgestudeerd aan de ACTA. Mijn vervolgstudie geneeskunde heb ik afgebroken, want ik vond implantologie het leukste chirurgische onderdeel van de mondzorg en daarvoor hoef je geen kaakchirurg te zijn. Wat ook meespeelde, was de opkomst van internet. Zo heb ik onder andere Tandarts.nl opgericht en later ook iPhone-applicaties ontwikkeld. Implantologie, IT-ondernemerschap en belangenbehartiging zijn mijn grootste passies geworden.”
Je was jarenlang voorzitter van de ANT. Wat was voor jou de belangrijkste ervaring uit die periode?
“Als je ergens voor gaat en er alles aan doet, met lobby, juridische strijd, het zoeken van landelijke media-aandacht en ook door heel veel praten met beslissingsmakers, kun je echt beleid veranderen. Zo waren we de eerste sector die bij COVID weer open mocht, ook al was de overheid er op dat moment nog op tegen. Het plan van VWS om een HBO-tandarts te creëren via het experiment taakherschikking, bedoeld om tarieven en opleidingskosten te besparen, hebben we kunnen uitstellen, wat uiteindelijk tot afstel heeft geleid. Mede natuurlijk omdat na verloop van tijd duidelijk werd dat het geen oplossing was.”
Wat motiveert je nog steeds in je werk en inzet voor de mondzorg?
“We mogen ons gelukkig prijzen dat we werken in een innovatief vakgebied waarin je bijna alle kanten op kunt: van onderzoek en de psychologische kant tot 3D-technieken en esthetiek. Met de strenge numerus fixus behoor je tot een selecte groep gelukkigen. Echter, randverschijnselen als toenemende regeldruk, meer controle vanuit de zorgverzekeraar, ongunstige wetgeving zoals rondom de zzp’ers maken het vak weer minder leuk, maar eigenlijk motiveert me dat om daar weer wat tegen te doen.”
Vanuit je inzet voor de mondzorg heb je Bevlogen Tandartsen opgericht. Waarom vond je het nodig om dit initiatief te starten?
“Het is in eerste instantie ontstaan door de weifelende houding van de KNMT rondom de handhaving van de Wet DBA. Daardoor kwam de positie van zzp’ers verder onder druk te staan en wij vonden dat er een tegengeluid vanuit de ondernemende tandarts nodig was. Ook op het gebied van tegenwicht bieden aan de zorgverzekeraar vonden we dat het wel wat scherper kon.”
“Samen met Amée Swart en Geert Landman heb ik daarom begin augustus 2025 officieel Bevlogen Tandartsen opgericht. Sindsdien is alles in een stroomversnelling geraakt, vooral doordat de KNMT heeft aangekondigd in 2026 een CAO te willen onderzoeken en die vervolgens algemeen verbindend te laten verklaren. Dat zou betekenen dat onze sector feitelijk wordt overgeleverd aan de bureaucratie van de FNV. En eerlijk gezegd: dat is niet alleen een slecht idee, het lost ook niets op van de problemen waar tandartsen nu mee te maken hebben. Er komen niet ineens meer assistenten en zaken als salarisschalen of een salarishuis kun je op een veel effectievere manier organiseren, bijvoorbeeld door een bureau als Berenschot in te schakelen. Maar dat is allemaal niet gebeurd, omdat die CAO de enige oplossing lijkt. We hebben dit eerder gezien: in 2002 maakte de toenmalige ANT bezwaar tegen de algemeen verbindend verklaring van de CAO die toen door de NMT was afgesloten. Dat bezwaar werd toen afgewezen, omdat de minister vond dat de NMT minstens 55% van de werkgevers vertegenwoordigde. Dit keer ligt dat anders. Ketens en niet-KNMT-leden vertegenwoordigen inmiddels zo’n 40% van de sector. Wij hebben berekend dat we ongeveer 200 praktijkhouders nodig hebben die hun lidmaatschap bij de KNMT vóór 30 november opzeggen. Als dat lukt, kan deze geschiedenis zich niet herhalen.”
Voor wie is Bevlogen Tandartsen bedoeld?
“We zijn begonnen met een kleine groep bekenden die, net als wij, meer ondernemerschap en een sterkere vertegenwoordiging in de mondzorg willen. In eerste instantie wilden we het bewust klein houden, want onder gelijkgestemden groei je het snelst. De CAO-plannen hebben dat veranderd. Voor vrije tandartsen is er nu weinig tijd om hun ondernemerschap te beschermen. Tandartsen en praktijkhouders, tegenwoordig vaak ook mondhygiënisten, kunnen vanaf 1 november bij ons inschrijven, maar belangrijker nog: zeg je lidmaatschap bij de KNMT vóór 30 november op. Daarna is het te laat.”
Wat zijn de voordelen voor tandartsen om zich aan te sluiten?
“We hebben een aantal interessante zaken in ontwikkeling, zoals een ZZP-maatschapmodel, eigen richtlijnen rondom salarissen, een kennisbot met alle regels en richtlijnen en gelijkgestemde tandartsen met veel ervaring in de mondzorg. Doordat we een lean en mean organisatie zijn, kunnen we onze diensten ook tegen een veel beter tarief dan de KNMT aanbieden. Al het geld dat overblijft, kunnen we vervolgens investeren in acties, bijvoorbeeld het aanpakken van een zorgverzekeraar die te ver gaat.”
Wat onderscheidt Bevlogen Tandartsen van de bestaande KNMT?
“Wij concentreren ons op een paar onderwerpen: ondernemerschap zoals praktijkvoering, ZZP en arbeid, en daarnaast ook tarieven en zorgverzekeraars. Door een paar dingen te doen, kun je die vaak beter. Daarnaast willen we ook een belangenbehartiging met meer lef, zoals vroeger bij de ANT.”
Hoe zie je de verhouding met de KNMT? Is het concurrentie, aanvulling of samenwerking?
“Ik denk dat ‘aanvulling’ het juiste woord is. De fusie heeft niet gebracht wat het had moeten worden. Er is bij de KNMT geen lef gekomen, terwijl dat juist het idee was. De tandartsen komen bijna nooit meer in het nieuws, waardoor alles reactief is. Er wordt nog steeds geteerd op de successen van de afgelopen tien jaar, maar dat kan niet lang goed blijven gaan. Door een scherpere partner wordt de KNMT gedwongen harder te werken, betere standpunten in te nemen en zichtbaarder te zijn.”
Maar dat roept meteen een belangrijke vraag op: hoe voorkom je dat meerdere sterke stemmen leidt tot versnippering en juist een zwakkere positie in het maatschappelijk debat?
“In de acht jaar dat ik de ANT heb geleid, heb ik gezien dat dit goed werkte. Tenminste, als je natuurlijk de juiste dingen zegt en niet alleen elkaar in de weg wil zitten. De ANT deed veel dingen dubbel die de KNMT ook deed en dat was een verspilling van resources. Met de fusie zou dit afgelopen zijn, terwijl de identiteit van de ANT behouden zou blijven. Daar is weinig van terechtgekomen, behalve op het gebied van het verzet tegen het kostprijsonderzoek. Er was ook een team van oud-bestuurders, waaronder ik, betrokken, en dat was eigenlijk precies wat we met de fusie hadden bedoeld.”
Op de website van Bevlogen Tandartsen zeg je dat mondzorg in Nederland over het algemeen goed functioneert, maar dat er zorgen zijn. Welke zorg is volgens jou het meest urgent?
“Ik denk dat dit het is: kun je als tandarts-praktijkhouder nog wel voldoen aan wet- en regelgeving en tegelijkertijd je staande houden in een mondzorglandschap waar het grootkapitaal steeds verder uitbreidt? Voor de tandarts-zzp’er wordt de drempel bovendien steeds groter om praktijkeigenaar te worden.”
Wat is volgens jou het grootste gevaar van de huidige bureaucratisering voor tandartsen én voor patiënten?
“Je krijgt ‘gamificatie’: uiteindelijk gaat het alleen maar om het afvinken van lijstjes, maar door de wirwar aan regels is niet meer duidelijk wat echt belangrijk is. Het gaat daarbij niet alleen om de behandeling of de veiligheid, maar ook om het verlies van het sociale aspect.”
Bureaucratisering wordt vaak door overheid en toezichthouders verdedigd als noodzakelijk om kwaliteit en veiligheid te waarborgen. Hoe overtuig je beleidsmakers dat minder regels niet gelijkstaat aan minder kwaliteit?
“Beleidsmakers hebben weinig verstand van hoe de mondzorg in elkaar steekt. Daarom willen zij ook ‘objectieve’ criteria, wat vaak neerkomt op afvinklijstjes zonder goed onderscheid te maken welke handeling nu veel belangrijker is dan een andere. Helaas levert de beroepsgroep, samen met alles wat daaromheen hangt aan adviseurs, ook steeds meer regels en richtlijnen, zodat we hier zelf ook een rol in spelen. We zouden zelf een maximale set moeten vaststellen en als we iets willen toevoegen, zouden we ook iets moeten versimpelen of schrappen. Dat verwachten we ook van de overheid, maar zelf kunnen we het evenmin. Als je dat gaat doen, heb je bovendien een voorbeeldfunctie voor beleidsmakers.”
Dat brengt meteen de vraag bij de volgende stap: welke bestaande regels zouden als eerste geschrapt moeten worden?
“De te strenge maximumaantallen voor behandelingen in de jeugdmondzorg moeten alleen worden vastgesteld op aantallen die niet realistisch zijn. Kijk daarnaast naar de gemiddelde kosten die een praktijk maakt in relatie tot de zorggroep die zij bedient. Wijkt dat sterk af, dan zou de zorgverzekeraar met die praktijk in gesprek moeten gaan en, bij geen goede verklaring of verbetering, een controletraject moeten starten. Zo voorkom je een heleboel administratie voor de reguliere praktijk.”
Bevlogen Tandartsen staat voor ‘vertrouwen als basis voor goede mondzorg’. Wat betekent dat concreet in de dagelijkse praktijk?
“Dat betekent op hoofdlijnen sturen en niet werken met honderden dichtgetikte regeltjes. Waarom kijkt een CZ niet naar de gemiddelde kosten per kind, maar legt strenge maxima op? Hierdoor krijgt een praktijk die het goed wil doen toch extra administratie, terwijl uit de dataset blijkt dat normale zorg wordt geleverd. Dit is één voorbeeld, maar in veel wetten zou je moeten sturen op de belangrijkste principes in plaats van op details.”
Wat betekent dit voor eerlijke tarieven en transparante bekostiging?
“De vergoeding is gebaseerd op een normpraktijk van 7 à 8 medewerkers. Dat bedrag is redelijk, maar grotere praktijken worden zwaarder meegewogen in de tariefonderbouwing. Een dergelijke praktijk met bijv. 25 medewerkers krijgt nog steeds de vergoeding van de normpraktijk, waardoor het tarief automatisch daalt voor alle praktijken. Maar de klap valt bij kleinschalige praktijken, die werken dan onder kostprijs. Een oplossing is het norminkomen mee te laten schuiven met de grotere verantwoordelijkheid van grotere praktijken, zodat het geen race naar de bodem wordt.”
En dat brengt ons bij de rol van zorgverzekeraars: hoe zie je een alternatief model van financiering en dekking dat wél eerlijk en houdbaar is voor zowel patiënt als tandarts?
“De dekking van de aanvullende verzekering is de afgelopen tien jaar zo beperkt dat het bijna niet meer zinvol is om deze af te sluiten. Dat is jammer, want het biedt veel mensen juist een financiële steun om naar de tandarts te gaan en behandelingen zoals een kroon of wortelkanaal betaalbaar te houden. Helaas wordt dit unieke stelsel in Nederland steeds verder ondergraven. Oplossingen vereisen intensief overleg tussen zorgverzekeraars, tandartsen en patiëntenorganisaties.”
Hoe wil Bevlogen Tandartsen invloed uitoefenen op beleid en regelgeving?
“Uit mijn tijd bij de ANT weet ik hoe dat moet. De carrot en de stick werken goed. Bied de ander iets, maar schroom niet om actie te voeren. Wij willen ons lidmaatschapsgeld ook echt inzetten voor actie. Dat geld is niet bedoeld voor beleggen, een duur kantoor of hoge vacatievergoedingen.”
Hoe zie je Bevlogen Tandartsen over vijf jaar? Wat moet er dan bereikt zijn om te kunnen zeggen: dit is geslaagd?
“Als we een vereniging zijn met gemotiveerde tandartsen die passie hebben voor het vak, elkaar helpen en een eigen koers kunnen varen. Als we zaken hebben kunnen veranderen en zeker ook de regelzucht van de KNMT en andere organisaties hebben kunnen indammen.”
Interview met Jan Willem Vaartjes van Bevlogen Tandartsen door Ilona van der Werf.
In (mondzorg)praktijken waar persoonlijk contact met cliënten centraal staat, komt ongewenst gedrag relatief veel voor. Dit blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) en de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO).[1]
Grensoverschrijdend gedrag kan voorkomen in verschillende vormen, zoals opmerkingen, lichamelijk geweld, pesten of intimidatie, en is daardoor niet altijd makkelijk te herkennen. Grensoverschrijdend gedrag kan plaatsvinden tussen collega’s onderling, maar ook tussen zorgverleners en cliënten. Voor mondzorgaanbieders in hun rol als werkgever is het belangrijk om alert te zijn op signalen zoals teruggetrokken gedrag of spanningen binnen een praktijk. Ook is een belangrijk aspect het inzetten van preventie. Dat begint bij het creëren van een veilige werkomgeving, met een open cultuur, duidelijke gedragsregels en een toegankelijke vertrouwenspersoon.
Grensoverschrijdend gedrag is, helaas, niet altijd te voorkomen, waardoor het cruciaal is om goed voor ogen te hebben welke maatregelen genomen dienen te worden zodra een incident zich voordoet. In dit artikel gaan wij daarop in en bespreken we een uitspraak waarin de rechter het ontslag op staande voet van een tandarts vanwege grensoverschrijdend gedrag, geoorloofd achtte.
Onderzoek
Als werkgever ben je verplicht een melding van grensoverschrijdend gedrag serieus te onderzoeken. Niet alleen vanuit goed werkgeverschap, maar ook met het oog op het verlenen van goede zorg. Dit begint met het volledig in kaart brengen van de situatie door een open gesprek met de melder, waarbij alle informatie zorgvuldig wordt gedocumenteerd. Bij het onderzoek is het essentieel om hoor en wederhoor toe te passen: zowel de klager als de beklaagde worden afzonderlijk gehoord, bij voorkeur in het bijzijn van minimaal twee personen. Daarnaast bepaal je of het nodig is om (een deel van) het team te informeren over het onderzoek, bijvoorbeeld bij onrust of verdeeldheid. Hierbij moet altijd de privacy en vertrouwelijkheid van alle betrokkenen worden gewaarborgd.
Maatregelen
Indien uit het onderzoek blijkt dat grensoverschrijdend gedrag heeft plaatsgevonden, is het van belang om als werkgever direct actie te ondernemen.
Waarschuwing
Afhankelijk van de ernst van de situatie kan worden gekozen om een waarschuwing te geven aan de persoon die grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond.
Ontslag op staande voet
In zeer ernstige situaties kan grensoverschrijdend gedrag een reden vormen om een werknemer op staande voet te ontslaan. Let wel, dit kan zo zijn. Ontslag op staande voet is zeer vergaand en hier kunnen, indien een werknemer zich tot een rechter richt, nadelige financiële consequenties aan verbonden zijn. Het is dan ook goed om hier heel zorgvuldig mee om te gaan en goed na te gaan of voldaan is aan de vereisten voor ontslag op staande voet In een uitspraak van de rechtbank Overijssel[1] oordeelde de rechtbank dat het door de werkgever gegeven ontslag op staande voet vanwege een ernstig incident (mishandeling van een collega) rechtsgeldig was. De kantonrechter oordeelde dat sprake was van een dringende reden voor het ontslag en wees het verzoek van de tandarts om onder meer doorbetaling van het loon en het toewijzen van een billijke vergoeding af. Hoewel de rechtbank in deze uitspraak in het voordeel van de tandartspraktijk oordeelde, blijft het ontslag op staande voet een uitzonderlijke maatregel die slechts onder strikte voorwaarden standhoudt.
Ontslag via UWV of kantonrechter
Indien ontslag op staande voet niet mogelijk of wenselijk is, maar een beëindiging van de arbeidsovereenkomst wél gewenst of noodzakelijk is, zal de route naar het UWV of de kantonrechter moeten worden bewandeld. Indien uit het onderzoek blijkt dat een werknemer grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond, kan het zo zijn dat het niet langer mogelijk is een werknemer in dienst te houden. Allereerst dient de gedraging voldoende ernstig te zijn. Hierbij gaat het om gedragingen die als onacceptabel of ontoelaatbaar kunnen worden beschouwd, zoals discriminatie of seksuele intimidatie. Daarnaast moet een grondig onderzoek uitgevoerd zijn dat onpartijdig, eerlijk en volledig is. Daarbij dient hoor en wederhoor te worden toegepast. De werknemer moet van tevoren op de hoogte worden gesteld van de beschuldigingen en de gelegenheid krijgen zich te verdedigen. Het ontslag moet daarnaast proportioneel zijn en passen bij de ernst van het gedrag. Bij minder ernstige gevallen zijn minder zware maatregelen, zoals een waarschuwing of schorsing, vaak geschikter. Tot slot is voor ontslag vereist dat het besluit tot ontslag goed moet worden gemotiveerd en gedocumenteerd.
Belangrijk is dat er financiële risico’s gelden, zoals toewijzing van een billijke vergoeding indien sprake is van verwijtbaar handelen vanuit de werkgever.
Meldplicht IGJ
Iedere zorgverlener is verplicht om geweld in de zorgrelatie te melden bij de Inspectie van Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ). Dit is vastgelegd in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Deze meldplicht ziet op de relatie tussen zorgverlener en cliënt / patiënt. Hieronder valt onder andere seksueel grensoverschrijdend gedrag, lichamelijk geweld en geestelijk geweld jegens de cliënt / patiënt. Deze meldplicht geldt ongeacht of de werknemer vast in dienst is of bijvoorbeeld tijdelijk als invaller werkt.
Daarnaast geldt er een meldplicht indien sprake is van beëindiging van het dienstverband vanwege ernstig disfunctioneren. Dat kan dus ook zien op grensoverschrijdend gedrag tegenover collega’s (en niet enkel ten opzichte van de patiënt, zoals de hierboven genoemde meldplicht).
Voor de melding bij de IGJ geldt een termijn van drie werkdagen. Het is goed daarop alert te zijn.
Nazorg
Bovendien is het belangrijk om aandacht te besteden aan juiste nazorg voor de persoon die grensoverschrijdend gedrag heeft ervaren, zoals begeleiding en ondersteuning. Tot slot is het van belang om elk incident uitgebreid te evalueren en de uitkomsten van deze evaluaties te benutten voor optimalisatie van het beleid. In de Handreiking gedragscode (on)gewenste omgangsvormen is praktische informatie te vinden en tips over het opstellen van gedragscodes op de werkvloer. Daarnaast heeft de KNMT op haar website[2]een stappenplan opgenomen over het omgaan met grensoverschrijdend gedrag.
Tot slot
Heeft u vragen over de mogelijke maatregelen verbonden aan grensoverschrijdend gedrag of het opstellen van passend beleid, dan is het raadzaam contact op met ons op te nemen.
Door: mr. Demi van Rossenberg en mr. Puck Wijn – www.eldermans-geerts.nl
Advocaten | Zorgmakelaars | Juristen | Adviseurs in de zorg
[1] Rechtbank Overijssel 28 november 2017, ECLIL:NL:RBOVE:2017:4494.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2025/10/grensoverschrijdend-gedrag-op-de-werkvloer.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2025-11-03 12:45:242025-10-29 13:48:48Hoe ga je als werkgever om met grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer?
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.