Jason Derulo gaat viraal met “gebroken tanden”

R&B-zanger Jason Derulo scoorde onlangs een virale hit met een TikTok filmpje waarin hij zijn tanden “breekt” nadat hij een maïskolf van een draaiende boormachine probeerde te eten. Ja, echt.

De Amerikaanse zanger probeert het beste te maken van zijn quarantaineperiode door komische filmpjes te maken voor op social media. Vooral op het relatief nieuwe platform Tik-Tok weet de zanger veel kijkers en likes binnen te krijgen. Na een kookvideo en een video waar hij een wenkbrauw afscheert (dankzij een verloren weddenschap) heeft hij zijn laatste virale hit te danken aan “gebroken tanden”.

De maïskolf en de boormachine

In de video, die ondertussen al miljoenen keren bekeken is, besluit Jason Derulo een maïskolf te eten. Maar alleen daarmee scoor je natuurlijk geen virale hit. Daarom gaf de zanger er een draai aan. Letterlijk. Hij bevestigde de maïskolf aan een boormachine, zette deze aan z’n mond en begon z’n maaltijd.

Zoals elke tandarts (en weldenkend persoon) je zou vertellen, is dit natuurlijk een ontzettend slecht idee. Daar kwam de zanger ook snel achter, want al na een paar seconden brak hij z’n twee voorste boventanden. Hij lijkt er in ieder geval van geleerd te hebben, want als onderschrift bij de video schreef Derulo “Probeer dit niet”.

Nep?

Het is echter nog maar de vraag of de zanger echt zijn tanden heeft gebroken. TikTok is een platform waarop gebruikers maar al te graag gebruik maken van optische illusies en knappe videobewerking. Ook de Amerikaanse zanger heeft hier een handje van. Het publiek – dat vooral uit 12 tot 18-jarigen bestaat – blijft dan ook vaak verbaasd achter, iets wat de app bijzonder verslavend maakt. Laten we in ieder geval hopen dat de jongere doelgroep Jason Derulo’s advies van harte neemt en dit niet thuis probeert.

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
IGJ geeft aanwijzing aan tandartspraktijk in Deventer

IGJ geeft aanwijzing aan tandartspraktijk in Deventer

Ook in de coronatijd gaat het werk van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) door. Eind mei gaf de inspectie een aanwijzing aan 123 Tandartsen en Orthodontie in Deventer. Volgens de inspectie schiet de kwaliteit van de zorg in deze praktijk tekort en er zijn risico’s voor de patiëntveiligheid en de kwaliteit van de zorg.

Wat is niet op orde?

Volgens de IGJ bleek dat de praktijk op vier onderdelen niet voldeed aan de normen voor het waarborgen van goede zorg. “Zo is de steriliteit van instrumenten niet geborgd, voldoet het röntgenapparaat niet aan de stralingseisen en worden dossiers niet voldoende bijgehouden. Ook is niet bekend waar patiënten buiten kantooruren met spoedklachten terecht kunnen”, schrijft de IGJ. De inspectie vindt dat er hierdoor grote risico’s voor de patiëntveiligheid en kwaliteit van de zorg zijn.

Termijn voor verbetering

Binnen vijf dagen moet de tandartspraktijk gebruik van schoon en steriel instrumentarium hebben geborgd, moet het beleid voor immunisatie op orde zijn en moet het röntgenapparaat voldoen aan de vereisten. Voor de andere tekortkomingen – infectiepreventie, dossiervorming en de organisatie – krijgt de praktijk twee maanden de tijd voor het aanbrengen van verbeteringen.

Update 9 juli 2020

De IGJ berichtte dat 123 Tandartsen en Orthodontie deels voldoet aan de eerste termijn van de aanwijzing die de inspectie had opgelegd.
“De zorgaanbieder heeft meerdere onderdelen uit de eerste termijn van de aanwijzing op orde. Zo voldoet het beleid voor immunisatie inmiddels aan de eisen. Ook voldoet het röntgenapparaat aan de norm”, schrijft de IGJ.

Update 10 november 2020

De IGJ maakte op 5 november bekend dat de aanwijzing voor 123 Tandartsen en orthodontie is beëindigd. De inspectie heeft de naleving van de aanwijzing nauwlettend gevolgd. “De inspectie heeft op 29 juni 2020 de zorgaanbieder bezocht ter verificatie van de getroffen verbetermaatregelen. Uit het inspectiebezoek van 29 juni 2020 en de op 25 mei 2020, 27 juli 2020 en 3 september 2020 toegezonden documenten is gebleken dat de zorgaanbieder heeft voldaan aan de tweede termijn en het resterende onderdeel van de eerste termijn van de aanwijzing”, schrijft de IGJ.

 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Tandarts ontwikkelt ‘Corona-Terminator’ in strijd tegen aerosolen

Onderzoeksinstellingen over de hele wereld zijn al enkele maanden intensief aan het werk om een vaccin en medicijn voor covid-19 te vinden. Een tandarts heeft zich op een ander probleem gericht en heeft nu een apparaat ontwikkeld om virusdeeltjes uit de lucht onschadelijk te maken.

Samenwerking tandarts en wetenschappers

De zogenoemde Corona-Terminator is het resultaat van de samenwerking tussen Dr. Med. Mustafa Ayna en verschillende wetenschappers in Duitsland. De oplossing is gericht op tandheelkundige praktijken; Dr. Ayna maakt er al succesvol gebruik van in haar eigen praktijk.

UVC-licht bestraalt ziektekiemen

Het apparaat bestraalt de afgezogen lucht en daarin aanwezige aerosolen met UVC-licht. Dit inactiveert bacteriën en virussen op een efficiënte manier. “De UVC-straling van de afgezogen lucht vernietigt de ziektekiemen voordat ze op oppervlakken kunnen neerstrijken of de aanwezige mensen aangevallen kunnen worden.”, aldus de tandarts.

Aerosolen verspreiden virus

Aerosolen zijn mengsels van kleine stofdeeltjes of vloeistofdruppels in een gas. De druppeltjes zijn minder dan 5 micrometer groot en kunnen verantwoordelijk zijn voor de verspreiding van virussen. In drie onderzoeken werden coronavirus-RNA-bevattende aerosolen gedetecteerd in luchtmonsters uit de uitgeademde lucht van patiënten of in de kamerlucht in patiëntenkamers.

Patiëntnevel blijft hangen tijdens behandeling

Bij behandelingen in tandartspraktijken wordt vaak met snel roterende instrumenten in de mond gewerkt waarbij aerosolen vrijkomen. Je moet je dit voorstellen als een fijne nevel die zich rond de patiënt verspreidt, een tijdje in de lucht blijft hangen en zich uiteindelijk op oppervlakken nestelt – en daarbij het virus meeneemt.

Betere bescherming patiënt en personeel

Door de lucht te reinigen voordat de virusdeeltjes neerslaan, zijn de patiënten en het personeel aanzienlijk beter beschermd. De ontwikkelaars werken al aan mogelijk gebruik van deze technologie in andere medische vakgebieden.
“In de toekomst zal het steeds belangrijker worden om uitgebreide bescherming te bieden tegen allerlei soorten virussen, bacteriën en ziektekiemen, vooral op medisch gebied.”, zegt Dr. Anya. “Met onze ‘Terminator’ bieden we een passende oplossing.”

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Corona, Thema A-Z

Video: Een diasteem sluiting met behulp van lithium disilicaat facings

In deze video wordt stap voor stap de klinische procedure besproken van de vervaardiging van lithium disilicaat facings ten behoeve van een diasteemsluiting.

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z, Video
Positieve-parodontologie

Positieve parodontologie

Wat is parodontale gezondheid? Gaat het er om wat de patiënt ervaart of wat de behandelaar vindt? En welke stadia van parodontitis zijn er?
Geerten-Has Tjakkes vertelde hierover in zijn lezing over ‘positieve parodontologie’.

Positieve mondhygiënist

Een mondhygiënist die succesvol wil zijn, zou positief moeten zijn. Patiënten hebben een voorkeur voor een positief ingestelde behandelaar. Als je positief bent, gaan je collega’s en patiënten beter met jouw visie en handelswijze mee en daardoor kunnen je behandelresultaten beter worden. Nog belangrijker is dat je jezelf er goed bij voelt. Je kunt jouw boodschap alleen overdragen als je er zelf werkelijk achterstaat. Tjakkes tikte ‘mondhygiënist’ in bij Google afbeeldingen en zag bijna alleen maar vrolijke mensen, mooie monden met een lach. Als je met het woord ‘parodontoloog’ precies hetzelfde doet, dan kom je veel minder positieve plaatjes tegen. Bijvoorbeeld van een bloederige operatie.

‘Positieve parodontitis’

Wat kunnen we met de definitie van gezondheid? Wat is nu parodontale gezondheid? Bij positieve gezondheid is het belangrijk dat mensen om kunnen gaan met hun ziekte. Maar je zal zelf ervaren hebben dat de meeste patiënten totaal geen last hebben van hun parodontitis. “Maar ik heb nergens last van”, is een vaak gehoorde reactie van je patiënt. Je patiënt ervaart aanvankelijk geen probleem en soms voelt het alsof je er eentje probeert aan te praten. Dus wat is dan een gezonde mond? Betekent dat geen ontsteking? Geen pockets? Geen verdiepte pockets? Geen pus? Geen bacteriën? Stabiliteit? Of misschien zelfs edentaat?

Parodontale gezondheid

Er zijn vier categorieën van parodontale gezondheid volgens de nieuwe  AAP/ EFP classificatie:

  1. Zuivere parodontale gezondheid: gedefinieerd als een totale afwezigheid van klinische ontsteking en fysiologische immuunbeheersing bij een parodontium met normale steun (geen aanhechtings- en botverlies)
  2. Klinische parodontale gezondheid, gekenmerkt door afwezigheid van of minimale tekenen van ontsteking in een parodontium met normaal niveau steunweefsel
  3. Parodontale stabiliteit in een gereduceerd parodontium
  4. Remissie van parodontale ontsteking in een gereduceerd parodontium

Volgens Tjakkes bestaat de eerste categorie eigenlijk niet. Bij de tweede mag wel een bepaalde mate van bloeding zijn. Hoe bruikbaar is dat in de praktijk? Bij de derde is de patiënt reeds behandeld aan parodontitis en zit in het nazorgtraject. De parodontitis zou op dat moment dan onder controle zijn. Bij de vierde categorie is er sprake van een ontsteking die weer opvlamt.

Classsificatie in stadia

Alhoewel niet de focus van deze lezing wordt er kort stilgestaan bij de nieuwe classificatie Bij het stellen van de diagnose wordt bekeken wat ongeveer de ernst is. Dus hoeveel botverlies en hoeveel aanhechtingsverlies is er? Men wil er naar toe dat ook wordt gekeken naar hoeveel elementen er verloren zijn gegaan door parodontitis en de uitgebreidheid daarvan. In stadium 1 is de aanhechtingsverlies  1 tot 2 mm, zijn de pockets niet dieper dan 4 mm en is er röntgenologisch niet meer dan 1/3 wortellengte botverlies opgetreden. Dit is zo’n 15%. Bij stadium 2 is de CAL 3 à 4 mm, de maximale pocketdiepte 5 mm en is er 1/3 wortellengte botverlies (15-33%) op de röntgenfoto waar te nemen. In deze stadia zijn er geen elementen verloren gegaan ten gevolge van parodontitis zoals in stadium 3 en 4 wel zou zijn. In stadium 3 en 4 zijn er ook nog andere complicaties zoals verticaal botverlies en furcaties. Verder wordt bekeken hoe groot de kans is dat er stabiliteit kan worden bewerkstelligd. Dat is dus uitgebreider dan de huidige classificatie. Parodontale diagnostiek wordt dus meer dan alleen meten van pockets.

Parodontitis stadium

Parodontitis-stadium

Parodontitis graad

Parodontitis-graad
Klik hier voor vergrote afbeeldingen 

In de praktijk

Hoe het bovenstaande werkelijk naar de praktijk vertaald wordt en wordt nageleefd, is nog  de vraag. Je kunt je voorstellen dat het moeilijk wordt om een goede diagnose te stellen als je niet over (correcte) foto’s beschikt of over een volledig dossier. Hoe achterhaal je of een element gesneuveld is door parodontitis of door iets anders? Om te achterhalen of een element verloren is gegaan door parodontitis is het interessant om een soort rekenmodel te maken. Hierin wordt in het CTM onderzoek gedaan. Zo kun je de classificering hanteren zonder dat je de historie volledig hebt.

Parodontale-diagnostiek-meer-dan-alleen

Extractie heilzaam?

We vroegen ons eerst af of edentaat zijn een gezond parodontium betekent. Paro kan je niet extraheren; de vatbaarheid blijft. Je ziet juist nu dat meerdere extracties vanwege parodontitis betekenen kan dat de patiënt in een hoger stadium  belandt. En je ziet dat bij implantologie in zo’n geval peri-implantitaire infecties kunnen optreden.

Doel van de mondhygiënist

Naar welk doel werk je nu als mondhygiënist? Naar een verlaagde plaquescore? Naar een verlaagde bloedingsscore? Naar behoud van dentitie? Naar aanhechtingswinst? Naar behoud van functie? Naar pocketreductie? Naar een ontstekingsvrije mond of naar stabiel houden? Je werkt naar stabiliteit als mondhygiënist. Paro wordt veroorzaakt door bacteriën, plakretentiefactoren, door het immuunsysteem, de patiënt zelf, door gewoontes, voeding, roken, medicatie, alcohol, erfelijkheid, stress en omgeving. Waar kan je therapie op gericht zijn? Je kunt niet alles beïnvloeden. Je wilt een gezond parodontale situatie creëren die door een patiënt zelf te onderhouden is. Waar streef je naar? Je streeft natuurlijk wel naar de 0% plak en bloeding. Dat is dus je doel. Uiteindelijk zijn enkele pockets van max. 4 à 5 mm en een bloedingspercentage onder de 15% goed stabiel te houden. Het doel moet wel duidelijk zijn voor je patiënt.

Communicatie

Bij het zetten van een doel met je patiënt is het belangrijk dat je heel helder bent over de diagnose en prognose. De eerste klap is een daalder waard! Als je van te voren aangeeft wat hoe ernstig het is, kan het daarna alleen maar meevallen. Behandeling van een ernstige parodontitis kost  moeite, soms frustratie, tijd en ook geld . Een behandeling heeft alleen maar nut als je samenwerkt.. Dus zeg niet dat het ‘even schoonmaken’ is; dat is het ook echt niet en is zelfs denigrerend. Bovendien trek je  daarmee juist de verantwoordelijkheid alleen maar naar jezelf als behandelaar toe, doe dat niet, zodat duidelijk is wat wiens verantwoordelijkheid is en wat van invloed is op een succesvolle behandeling.  Wees van tevoren ook duidelijk of er elementen met een dubieuze of slechte prognose zijn en die je voordeel van de twijfel geeft.

Dus leg uit:

  • dat de situatie ernstig is;
  • dat het behandeld kán worden;
  • dat jij het niet alleen kunt;
  • dat het tijd, moeite (frustratie) en geld kost.

Geef ook gewoon toe als je denkt dat het niet gaat lukken. Het zou onmenselijk zijn als je alle elementen zou kunnen redden. Het lucht op om dat gewoon toe te geven en dan sta je er ook positiever in.

Het effect van de parodontale behandeling volgt niet altijd de tijd die er in het protocol voor staat. Laat dat los. Soms kost het gewoon meer tijd. Patiënten hebben soms meer tijd nodig, en behandelaars soms ook.  Zo sta je er wederom positiever in.

Compleet plan

Spreek met je patiënt af wat het ‘overall idea’ is; wat is de wens van de patiënt? Bijvoorbeeld: “Haal alles er maar uit.” of juist “Koste wat het kost behouden.” Bespreek de prognose op elementniveau: hoe waarschijnlijk is verbetering, welke behandelingen zijn daarvoor allemaal nodig en de kosten. Vertel ook wat er nog mogelijk is als de slechte elementen verwijderd worden. Zorg dus dat er ook een totaalplan vanuit de tandarts is. Dit vergt goed overleg, met tandarts en/of parodontoloog. Soms ontbreekt er echt beleid (vanuit de patiënt of vanuit de tandarts), ook bij navraag. Dan wordt het soms een KWW: een Kiek’n Wat’t  Wot op z’n goed Gronings.

Wie doet wat?

Bekijk ook goed wie wat doet. Een mond met matige pockets kan toch behoorlijk ingewikkeld zijn. Of het kan van te voren er eenvoudig uitzien, bijvoorbeeld als de mond relatief schoon is, terwijl als je echt gaan meten je een heel eind dieper zakt. Bij een mevrouw met een heel hoog risicoprofiel met restpockets na volledige initiële behandeling met antibiotica met een restpocket van 6 mm en de rest ondieper kan beter niet terecht bij bijvoorbeeld de paro-preventieassistent  die roept dat zij tot 6 mm mag reinigen. Deze mevrouw moet dan echt naar de mondhygiënist. En vice versa: een mond kan er ‘vies’ uitzien bij een oude man met wat pockets van 5 mm terwijl het bot prima op niveau ligt. Deze meneer kan dan bij iedereen die in de mondzorg werkt terecht.

 Geerten-Has Tjakkes is in 2002 als tandarts afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij heeft als tandarts in verschillende praktijken in Noord Nederland gewerkt. Naast zijn werkzaamheden als algemeen practicus heeft hij promotieonderzoek verricht aan de afdeling Mondziekten, Kaak – en Aangezichtschirurgie van het UMCG en is in 2010 gepromoveerd. Hij is voorzitter van de expertisegroep Parodontologie van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het CTM, Tevens is hij werkzaam in zijn verwijspraktijk voor parodontologie en implantologie De Parodontoloog in Groningen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna van de lezing ‘Positieve Parodontologie’ door Geerten-Has Tjakkes tijdens het NVM-najaarscongres.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z

Nederlandse vrijwilligers helpen mondzorg schoolkinderen in Dominicaanse Republiek

Jaarlijks bezoeken vrijwilligers namens de stichting Bocas Sanas Holanda-Maimon scholen in de Dominicaanse Republiek om de mondgezondheid van de schoolkinderen te verbeteren. Dit jaar behoorde praktijkondersteuner en preventieassistente Marjolein Faes-Siebgens tot het team. Ze vertelt hier over haar ervaringen tijdens deze reis.

Bocas Sanas Holanda-Maimón

Bocas Sanas (Spaans voor ‘gezonde monden’) Holanda-Maimón is in 2008 opgericht door Cristina Vasquez-Doorman. De organisatie verleent preventieve en beperkte curatieve zorg op 25 scholen in het noorden van de Dominicaanse Republiek. Dit gebeurt met een team van Nederlandse vrijwilligers in samenwerking met Dominicaanse partners. Daarbij ligt de nadruk op preventie door voorlichting en tandenpoetsen op school. De teams behandelen ook kinderen met acute problemen. In de scholen gebruiken de tandartsen en mondhygiënisten daarvoor de ART-methode (A-traumatic Restorative Treatment: A-traumatische Herstellende Behandeling). Bij deze methode is geen geavanceerde apparatuur of elektriciteit nodig, waardoor tandheelkundige zorg buiten de kliniek mogelijk is. Op de scholen poetsen de kinderen minimaal eenmaal per dag hun tanden in speciaal daarvoor gemaakte poetsinstallaties en wassen daaraan voorafgaand hun handen volgens het ‘Fit-for-School’-systeem.

Team 2020

Ik ben in de zomer van 2019 in contact gekomen met de stichting Bocas Sanas. Sinds 2007 ben ik werkzaam in de tandheelkundige sector en ik wilde mij graag eens op vrijwillige basis inzetten voor mensen die de tandheelkundige zorg hoog nodig hebben, maar niet over de middelen of het geld beschikken om dit te realiseren. Na een gesprek met de voorzitter van Bocas Sanas was het voor mij duidelijk dat ik mij graag voor dit project in wilde zetten.
De andere vrijwilligers die dit jaar mee gingen, waren: Nico Moonen, Minke Moonen, Selma Burrekers, Yvonne Buunk-Werkhoven, Jolanda Gortzak, Dominique van den Broek, Nathalie van der Zandt, Seron Wartanian en Safijja Incesulu. Ook bijgedragen aan de hele organisatie hebben Agatha Rypma-Huitema en de in de Dominicaanse Republiek al aanwezige Cristina Vasques-Doorman.

Sponsoren

Vanaf het moment dat de groep definitief was, ontstonden er geweldige initiatieven. Iedereen kreeg de opdracht om, in welke vorm dan ook, iets te sponseren. Zo werd er door familie, vrienden en andere belangstellenden flink gedoneerd.
Dit jaar kreeg de stichting drie grote knuffelolifanten van Jeugdtandzorg West uit Den Haag. Hiervan maakten vooral de kleinste kindjes graag gebruik als ze in de stoel lagen en alles best spannend vonden. Diezelfde praktijk heeft ook een donatie gedaan voor de aanschaf van een poetsbak. Op bijna elke school is inmiddels een poetsbak aanwezig.
Naast Henry Schein Dental als gulle sponsor, steunde ook Oral B. Zij hebben vier elektrische tandenborstels gesponsord en een doos opzetborstels.

Poetsinstructie

Dit jaar bezochten we vijf scholen, die door Cristina al op onze komst waren voorbereid. Bij aankomst op een school was de truck met materiaal al geweest, zodat we gelijk konden beginnen met het opstellen van de tafels met al het sterilisatie- en werkmateriaal.
Aan de kinderen werd poetsinstructie gegeven volgens de BBBA-methode: Binnenkant, Buitenkant, Bovenkant, Achterkant en dat in de volgorde van eerst de onderkaak en dan de bovenkaak. Met een kleurtabletje werd gekeken of er ook daadwerkelijk goed was gepoetst. Vervolgens werd in het behandellokaal de mondgezondheid van de kinderen geïnventariseerd en vastgelegd. Alhoewel de meesten in het team wel een woordje Spaans spraken, waren er ook tolken aanwezig, om daar waar nodig de kinderen gerust te stellen of wat belangrijke informatie door te geven. Echt aandoenlijk is de manier waarop sommige kinderen ons welkom heetten en/of van ons afscheid namen. Er waren dansjes ingestudeerd en sommigen willen ook echt graag iets zeggen. Dan voelde je dat onze aanwezigheid echt gewaardeerd werd.

ART-methode

Soms was het nodig het kind te behandelen volgens de ART-methode of moest er een extractie worden gedaan. Deze werkwijze was in Nederland al veelvuldig geoefend. Het was mooi om te zien dat de methode werkte. We bezochten ook een schooltje dat vorig jaar ook al bezocht was, maar toen door weersomstandigheden niet afgemaakt kon worden. Bij een aantal kinderen waar de ART vorig jaar was toegepast, zat de vulling nog keurig op z’n plek en dat was motiverend om te zien. Een teken dat de behandelmethode echt werkt.

Doorverwijzing naar kliniek

Als bleek dat er te veel aan het gebit mankeerde, werd er doorverwezen naar een lokale kliniek (clinic). Helaas is het niet altijd te controleren of de kinderen ook daadwerkelijk naar de clinic gaan. Daarom stuurt het bestuur er op aan dat de schoolleiding of de lerares in de gaten houdt of de kinderen daadwerkelijk gaan. Gedurende het jaar bezoekt Cristina geregeld scholen om enigszins de controle te houden op de voortgang van het BSHM-programma. Ook gaat ze zo na of de financiële bijdragen serieus en voor het juiste doeleinde gebruikt worden.

Samenwerking met Sonrisas

Dit jaar werd voor het eerst samengewerkt met de Clinicas Odontologicas Sonrisas. Deze samenwerking werd opgelegd door het Ministerie van volksgezondheid van de Dominicaanse Republiek. Sonrisas is een vrijwilligersorganisatie die werkt met subsidie van de Rotary in Canada. Het materiaal krijgen ze gesponsord en de tandartsen worden betaald uit gelden die worden gegenereerd uit de behandelingen. De overheid ziet graag dat de kinderen meer naar de lokale klinieken (clinics) gaan. Dit gebeurt echter niet of nauwelijks. Geen geld, te weinig motivatie en zeker niet te vergeten het weer spelen hierbij een rol. Als het regent of als er bijvoorbeeld verkiezingen zijn, blijven de mensen thuis.

Resultaten BSHM-programma

Minder cariës en vooral minder extracties tonen aan dat het BSHM-programma z’n werk doet. Dit jaar zijn er in totaal zes scholen bezocht, waarvan 225 kinderen gezien werden door het team.
72 kinderen daarvan hadden geen behandeling nodig en 32 werden er doorgestuurd naar de clinic in Maimon of Puerto Plata. Bij de resterende kinderen werd ART toegepast of werden elementen verwijderd (geëxtraheerd).
Het was echt geen ‘snoepreisje’ of vakantie. In de aanloop naar de reis en tijdens het verblijf van twee weken moet je de nodige tijd en moeite in het project steken.

Verslag door Marjolein Faes-Siebgens, praktijkondersteuner/preventie-assistente bij Praktijk voor implantologie, paradontologie en algemene tandarstpraktijk, Axel

Lees ook: Evaluatie Nederlands preventieprogramma op scholen in Dominicaanse Republiek gepubliceerd

 

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Speekselmonsters gevoeliger voor coronatesten dan nasofaryngaele uitstrijkjes

Wat te doen om zicht te krijgen op de coronacrisis? Testen, testen en nog eens testen – maar daarvoor moet er wel voldoende materiaal zijn. Een studie heeft recentelijk gevonden dat het tekort deels kan worden opgelost door nasofaryngaele uitstrijkjes te vervangen door speekselmonsters.

Testen essentieel

Snelle en nauwkeurige tests om infectie te diagnosticeren met het nieuwe SARS-CoV-2-coronavirus zijn een essentieel element bij het beheersen van de huidige COVID-19-pandemie. De huidige tests maken gebruik van RT-PCR-detectie en uitstrijkjes uit de nasopharynx.

Nadelen van nasofaryngaele uitstrijkjes

Hier kleven echter meerdere nadelen aan. Deze manier van diagnosticeren heeft een lage gevoeligheid en hoog risico voor medisch personeel dat erdoor aan het virus wordt blootgesteld. Daarnaast is er een wereldwijd gebrek aan materiaal als wattenstaafjes en beschermingsmiddelen.

Speekselmonsters veelbelovend alternatief

Het is dus noodzakelijk om alternatieve methodes te onderzoeken en valideren. Speeksel is een veelbelovende kandidaat aangezien een monster minimaal invasief kan worden genomen en op betrouwbare wijze zelf kan worden genomen. Ook vertoonde speeksel bij het detecteren van andere respiratoire pathogenen vergelijkbare gevoeligheid met nasofaryngaele uitstrijkjes.

Onderzoek naar gevoeligheid bij SARS-CoV-2

Amerikaanse onderzoekers hebben recentelijke uitgezocht of het laatste ook voor dit coronavirus geldt. Ze testten nasofaryngaele en speekselmonsters van 44 COVID-19-patiënten en zelfgenomen monsters van 98 asymptomatische medische hulpverleners op corona-afdelingen. In totaal werden 244 monsters van medisch personeel en 121 monsters van de patiënten getest.

Grotere gevoeligheid en consistentie

Uit de resultaten bleek dat de speekseldetectie een grotere gevoeligheid en consistentie tijdens de infectieperiode hadden. De wetenschappers vonden bijvoorbeeld vijf gevallen waarbij de gouden standaard eerst negatief testte maar later positief. Dit werd niet gezien bij herhaaldelijk testen van speekselmonsters. Verder rapporteren de wetenschappers minder variabiliteit in zelfmonsterverzameling van speeksel.

Levensvatbaar alternatief

“Alles bij elkaar tonen onze bevindingen aan dat speeksel een levensvatbaar en gevoeliger alternatief voor nasofaryngaele swabs is en het zelf thuis afnemen en verzamelen van monsters voor nauwkeurige, grootschalige SARS-CoV-2-testen mogelijk zou kunnen maken”, schrijven de auteurs in hun preprint. Het onderzoek is nog niet door vakgenoten beoordeeld en mag daarom niet worden gebruikt als leidraad voor in de praktijk.

Bron:
medRxiv

Lees meer over: Corona, Thema A-Z

Post over vrolijke gelaatsbeschermers gericht op kinderen gaat viraal

Mondhygiënist Ellen van der Vlerk postte op LinkedIN deze foto van haar gezichtsbeschermers met vrolijke personages gericht op kinderen. Het bericht ging viraal. “Nooit verwacht dat het zo vaak bekeken zou worden. Inmiddels al bijna 176.000 weergaven en 210 mensen deelden de post”, zegt Ellen.

“De reacties waren echt zo positief. Ik heb vele reacties gekregen vanuit de zorg waaronder diverse ziekenhuizen. De kinderafdelingen overwegen nu om deze maskers ook aan te schaffen voor hun jonge patiëntjes. Ook kreeg ik veel reacties van mensen die coach of manager zijn op het gebied van innovatief en creatief denken en werken. Vele hebben mijn foto al gevraagd voor het geven van presentaties in hun branche. Wat voor mij het allerbelangrijkste is dat kinderen in mijn stoel vooral niet bang zijn en zich laten afschrikken door een gezichtsmasker daarom heb ik juist deze laten ontwerpen. Ik wist dat de hoofdpersonages van Paw Patrol populair zijn onder mijn doelgroep ik krijg nu zelfs al verzoekjes van kinderen dat ze behandeld willen worden door Marshall of Skye”, aldus de enthousiaste mondhygiënist.

Zij kocht de gelaatsbeschermers bij Vriendelijkemaskers.nl

Lees meer over: Corona, Thema A-Z
vakantiegeld

Kan ik vakantiegeld later uitbetalen?

Dankzij de coronacrisis zijn de inkomsten voor veel ondernemers in de mondzorg onzeker geworden. Door vakantiegeld later uit te betalen kun je je uitgaven spreiden, maar mag dit wel?

Een groot deel van de Nederlandse ondernemers zag zijn inkomsten hard achteruit lopen toen de intelligente lockdown van kracht werd. Zij die nog wel open mochten blijven werden bovendien een stuk minder zeker over hun inkomsten. Dit geldt ook voor ondernemers in de mondzorg, die een groot deel van hun werkzaamheden neerlegden. Dit alles natuurlijk omwille van de volksgezondheid, maar om de gezondheid van de eigen onderneming op peil te houden betekent dit dat ook de uitgaven verminderd en uitgespreid moeten worden.

Vakantiegeld uitstellen tot 30 juni

Het uitstellen van de uitbetaling van het vakantiegeld kan een grote kostenpost in mei schelen. Gelukkig mag een werkgever de uitbetaling volgens de wet uitstellen tot maximaal 30 juni. Dit is dus zo’n anderhalve maand later dan de reguliere datum. Bovendien is er een kans dat de inkomsten in juni weer oplopen, wanneer de maatregelen van de overheid versoepeld worden. Een goede manier dus om de kosten te spreiden.

Dit geldt echter alleen maar wanneer de arbeidsovereenkomst of cao geen uitzondering op deze wet benoemd. Zeker een cao is een heel sterk document, waar moeilijk op af te dingen is. Over een arbeidsovereenkomst kan een werkgever onder hoge uitzondering nog overleggen met de werknemer. Dit is natuurlijk een ontzettend uitzonderlijke situatie, dat begrijpen de meeste werknemers ook. In goed overleg is het dan ook mogelijk om de uitbetaling van het vakantiegeld (eenmalig) uit te stellen. Belangrijk is hierbij wel dat deze nieuwe, tijdelijke overeenkomst schriftelijk wordt opgesteld en ondertekend door de betrokken partijen.

NOW-regeling

Bedrijven die een beroep op de NOW regeling doen, ontvangen daarnaast ook een opslag van 30% voor o.a. het vakantiegeld. Dat is natuurlijk maar voor een beperkte periode, maar een deel van de betaling van het vakantiegeld komt dus al via de NOW regeling.

Bron:
Eldermans Geerts

Lees meer over: Corona, Ondernemen, Personeel, Thema A-Z

Evaluatie Nederlands preventieprogramma op scholen in Dominicaanse Republiek gepubliceerd

Nederlandse vrijwilligers helpen sinds 2008 met de stichting Bocas Sanas Hollanda Maimón de mondgezondheid te verbeteren van schooljeugd in de Dominicaanse Republiek. Een artikel over dit project werd onlangs geplaatst in de wetenschappelijke uitgave van Biomedical.

Het artikel beschrijft verscheidene observaties en dataregistratie van het twee weken durende programma voor mondgezondheid en hygiëne van de Stichting Bocas Sanas Holanda-Maimón (BSHM) op scholen in de Dominicaanse Republiek. In februari 2020 werden 225 basisschoolkinderen rondom Puerto Plata – een stad in een arme regio – gescreend en behandeld door het BSHM 2020-team. Bovendien kregen alle kinderen van de bezochte scholen, evenals de leerkrachten, voorlichting over mondgezondheid. Indien nodig werden sommigen behandeld.

Interventie op maat

Uit de observaties kwam naar voren dat de voorlichting en het tandenpoetsen op de scholen niet alleen gewaardeerd werden, maar dat het ook impact had en effectief was. Dit evaluatierapport illustreert dat het belangrijk is dat interventies, die gericht zijn op mondgezondheidsbevordering en preventie van mondziekten, voor elke schoolcontext op maat moeten worden ontworpen. Afstemming met de leerkrachten en schoolomstandigheden zijn bepalend in het wel of niet slagen van het programma. Duidelijk werd dat interprofessionele ondersteuning nodig en voorwaardelijk was, om een ​​optimale werkalliantie voor deze mondgezondheidsinterventie te ontwikkelen tussen de leerkrachten en de BSHM-vrijwilligers.

Vervolg

Op basis van deze observaties en interpretaties zal de huidige aanpak van BSHM specifiek worden afgestemd en aangepast, vooral met betrekking tot het verwijzen voor verdere curatieve tandheelkundige zorg van de kinderen en hun ouders naar de klinieken CEPREDIMA in Maimón, naar de NGO Stichting Clinicas Odotologicas Sonrisas of idealiter, naar het Centro Sanitario, een overheidsinstelling die medische en tandheelkundige zorg verleent en waar gespecialiseerde kindertandartsen werken.

Onderzoeker Yvonne Buunk-Werkhoven: “BSHM wil vanaf nu meer inzetten op samenwerking met instanties op lokaal niveau. Echter, de coronacrisis zal natuurlijk ook een ander licht schijnen op hoe nu verder in het algemeen. BSHM heeft veel materialen, die normalitair door de stichting worden gebruikt, gedoneerd aan de clinics, het bejaardenhuis en enkele scholen in en rond Puerto Plata.”

Bron:

Self-Perceived Behavior and Process Evaluation of Bocas Sanas Holanda-Maimón (BSHM, 2020): From the Past to the Future. Burrekers SY, Doorman-Vasquez MC, Faes-Siebgens MJCM, Pascual RA, Buunk-Werkhoven YAB.
Biomed J Sci & Tech Res 26(5)-2020. BJSTR. MS.ID.004422

Lees ook:
Nederlandse vrijwilligers helpen mondzorg schoolkinderen in Dominicaanse Republiek

Mondgezondheid bij schooljeugd in Dominicaanse Republiek beter door Nederlands preventieprogramma

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

UV-licht laat zien hoe goed persoonlijke beschermingsmiddelen werken

Zelfs wanneer zorgmedewerkers genoeg goede persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) tot hun beschikking hebben geeft dat geen garantie voor effectiviteit. De materialen moeten ook juist worden behandeld en gebruikt. Volgens een recente publicatie is dit echter vaak niet het geval.

Nieuwe trainingstechniek

Een arts en medewerkers van verschillende Amerikaanse universiteiten hebben een nieuwe trainingstechniek uitgevoerd bij werknemers in de gezondheidszorg die voor patiënten moeten zorgen. Zo willen ze het belang van het gebruik van de juiste procedures voor het aan- en uittrekken van PBM benadrukken tijdens deze coronapandemie.

Oplossing van markeerstifvulling

Ze maakten gebruik van een niet-toxische fluorescerende oplossing die alleen zichtbaar is onder ultraviolet licht, schrijven ze in Medical Education. De oplossing werd gemaakt door een markeerstiftvulling gedurende 15 minuten in een warmwaterbad te plaatsen.

Etalagepop met nepbesmetting

Werknemers in de gezondheidszorg namen deel aan een trainingsoefening waarbij ze volledige PBM droegen, waaronder N95-maskers, handschoenen en jassen. Eenmaal aangekleed gingen de deelnemers een kamer in om voor een patiënt te zorgen. De patiënt in kwestie was een etalagepop die was bespoten met de nepbesmetting. Ook werd het markeerstiftmengsel toegevoegd aan een albuterolvernevelaar waarmee de poppen werden behandeld.

UV-licht laat blootstelling zien

Na de behandeling werden de zorgmedewerkers naar een kamer gebracht waar met een UV-licht de gesimuleerde besmetting op de PBM werd bekeken. De handschoenen en jassen lieten logischerwijs door hun directe contact met de patiënt infectie zien. De gebruikte aerosoloplossing zorgde ervoor dat het verder werd aangetroffen op de gelaatsschermen en maskers.

Ook huid onder PBM besmet

Hierna werden de deelnemers geïnstrueerd om de beschermingsmiddelen te verwijderen. Het bleek dat het licht dat de fluorescerende oplossing gaf vaak ook op de huid werd gevonden. Dit gaf aan dat de deelnemers waren blootgesteld aan de gesimuleerde besmetting als gevolg van oneigenlijk gebruik van de PBM.

Richtlijnen volgen

Het experiment liet zien dat de meest voorkomende fout die door het zorgpersoneel werd gemaakt is dat ze het gezicht of de onderarmen verontreinigen tijdens het verwijderen van de beschermingsmiddelen. Degenen die dit volgens de richtlijnen deden hadden echter geen tekenen van nepbesmetting.

Visueel bewijs

De onderzoekers zeggen dat de trainingsmethode de techniek van elk individu blootstelt waarna de tekortkomingen gecorrigeerd kunnen worden. Daarnaast biedt het visueel bewijs van bescherming wat bij zorgmedewerkers vertrouwen in hun training en persoonlijke beschermingsmiddelen wekt.
Een van de auteurs zei: “Dit experiment toonde aan dat het volgen van PBM-training de veiligheid op de werkplek verbetert en het risico op overdracht verkleint. Deze op simulatie gebaseerde aanpak biedt een efficiënte, goedkope oplossing die in elk ziekenhuis kan worden geïmplementeerd.”

Bron:
Medical Education 

 

 

Lees meer over: Corona, Thema A-Z

Geen handtassen maar gezichtsmaskers voor tandartsen

De Duitse oprichter van Spenderschrank, een producent van mondzorgpraktijkinterieur, zag de bui al hangen toen COVID-19 Europa bereikte. Met de (gedeeltelijke) sluiting van tandartspraktijken in verschillende Europese landen zou zijn omzet aanzienlijk dalen. Weinig praktijken zullen nu immers grote investeringen doen. Maar hij ging niet bij de pakken neer zetten. In plaats van zijn normale producten alsnog te proberen te slijten aan de praktijken die nog wel open waren, besloot Klaiber in te spelen op de echte behoefte van dentale specialisten: gezichtsbescherming.

Samenwerking met een tassenmaker

In zijn zoektocht naar gezichtsschermen zocht de Duitse ondernemer contact met een andere ondernemer in nood. Ingo Treu van Lederatelier Apolda, oorspronkelijk gespecialiseerd in handtassen, had ook een groot deel van de bestellingen verloren en alle werknemers moesten worden ontslagen. Toen Klaiber erachter kwam, ontwikkelde hij binnen een dag of twee een concept dat de studio en zijn eigen omzet kon redden.

“Mijn gevoel vertelde me dat vizieren straks in bulk nodig zouden zijn”, vertelt Klaiber aan ZWP-online. “Vervolgens gingen we samen door de productiehallen en bedachten we welke machines, die normaal gesproken gebruikt werden om handtassen te maken, geschikt zouden zijn voor de productie.” Op basis van de beschikbare apparatuur en de vaardigheden van de medewerkers werd het ontwerp van de gezichtsschermen binnen twee weken ontwikkeld. Een week later waren de eerste gezichtsschermen klaar voor verzending. Het gezamenlijke project was geboren.

Uitdagingen

Maar daarmee was het nog niet gedaan. “Allereerst was het een grote hindernis om geschikt materiaal te vinden en het vervolgens tijdig in grote hoeveelheden te ontvangen”, vervolgt de ondernemer. “Maar de grootste uitdaging is het bekend maken van het product. Zonder bestaand verkoopnetwerk en zonder reclamebudget is het eigenlijk hopeloos.”

Daarnaast waren ook de medewerkers van het Lederatelier in eerste instantie gereserveerd. Ze zouden immers ineens een product moeten maken dat niets met tassen te maken heeft. Toch zijn ze dankbaar. “Zonder orders en reserves had de Lederatelier geen toekomst”, zegt Klaiber. “Alle medewerkers waren op straat gezet, maar dankzij de nieuwe orders kon iedereen weer terug aan boord gehaald worden.” Met een verbetering van de workflow beginnen de tassenmakers bovendien al aardig te wennen. Elke dag rollen er nu zo 1.000 schermen van de productieband in Apolda.

Bekijk de website met de gezichtsschermen van de Duitse ondernemer

Bron:
ZWP online
gesichtsviere.de

 

 

Lees meer over: Corona, Thema A-Z
Tim en Amber - figuren 1,5 meter corona

Tim & Amber zorgen voor 1,5 m afstand in de mondzorg

Tim & Amber (1,55 cm hoog x 70 cm breed) helpen mee om op te letten op de 1.5 m afstand in de mondzorg. Zo vind je hen bijvoorbeeld bij SBT en ACTA.

Robbert Lubberhuizen van OralDent is de initiatiefnemer achter de figuren Tim en Amber die ons op een vriendelijke manier herinneren aan het belang van de anderhalve meter afstandregel. “Toen ik een keer in een woonwijk reed zag ik zo’n ‘slow down-poppetje’. Dat gaf mij meteen inspiratie voor een coronavariant, waarbij mensen op een subtiele manier opmerkzaam gemaakt zouden worden op het houden van de anderhalve meter afstand”, vertelde hij aan Dongen.nieuws.nl.

Bewustzijn met een kwinkslag

“Mijn doel met de figuren Amber en Tim is om bewustzijn van gedrag te creëren maar wel met een kwinkslag. Ik ga uit van het gezond verstand, mensen moeten niet het gevoel te hebben dat iets opgelegd wordt. Amber en Tim zorgen voor die kwinkslag en herinneren mensen aan de maatregelen zonder deze op te leggen.”

Tim-en-Amber-bij-ACTA---figuren-corona-afstand

Robbert ontwikkelde Tim en Amber samen met een Dongens bedrijf dat displays voor winkels maakt, mede geïnspireerd op iemand die daar werkte en haar vriend. Tim en Amber bestaan dus echt! Ze hadden trouwplannen maar door de coronacrisis moest hun trouwdatum verplaatst worden.

Lees meer over: Corona, Thema A-Z

‘Zingende’ tandenborstel hit op YouTube

Zwart leren jasje, krullenbol en een pratende auto – is het David Hasselhoff van de serie Knight Rider? Je zou het haast denken maar nee, het is een elektrische tandborstel met wiebeloogjes die in een Michael Knight-outfit optreedt en de bekende soundtrack uitvoert.

Elektrische apparaten met gevoel voor muziek

Klinkt dit misschien een beetje raar? Is het ook wel, maar ook zeker entertainend. Samen met de andere bandleden, onder andere een typemachine, creditcardlezer en scheerapparaat, is de muziek die de tandenborstel maakt een hit op YouTube. De apparaten uitgerust zijn met wiebeloogjes, pruiken en pijpenragerarmen en doen soms zelfs een echte choreografie.

Populair op YouTube

Het zogenoemde Device Orchestra heeft al 25 liedjes gecoverd waaronder Wannabe van de Spice Girls – 1,3 miljoen keer bekeken – en We Will Rock You met in totaal zeven elektrische apparaten – 4,1 miljoen weergaves. Ook populaire titelmuziek van bijvoorbeeld Game of Thrones en Super Mario Bros zijn erg populair. De Knight Rider Theme is het meest recente filmpje en heeft al 211 duizend views vergaard.

Draden en programmeren

Het project is het idee van een Finse programmeur met passie voor muziek. Hij bedient de apparaten met behulp van een microcontroller, een heleboel draden en zijn programmeervaardigheden. Geloof je het niet? Kijk, luister en laat je verbazen. Al het geluid komt daadwerkelijk uit de apparaten!

Bron:
Device Orchestra

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Zzp’ers en werknemers voelen zich betrokken bij de financiële situatie van de praktijk

Zzp’ers en werknemers voelen zich betrokken bij de financiële situatie van de praktijk

We hebben een spannende tijd achter de rug over hoe de coronacrisis financieel opgevangen zou worden in de mondzorg. Hoe verantwoordelijk voelen zzp’ers en mensen in loondienst zich eigenlijk voor de financiële gezondheid van de mondzorgpraktijk waarin zij werken? Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna vroeg het op het Mondzorgforum en kreeg veel reacties.

Geen grote financiële problemen

Gelukkig blijkt vrijwel niemand echt heel diep in financiële problemen te zijn gekomen. Degenen in loondienst hebben alles uitbetaald gekregen en de zzp’ers hadden meestal voldoende buffer. Ook ik ben niet in financiële problemen geraakt, ondanks dat we midden in een verhuizing zaten. Dat komt vooral door allerlei nevenactiviteiten naast het klinische werk waardoor ik het minimale inkomen nog binnenhaalde. Zelf vind ik het heel belangrijk dat de praktijk voldoende geld te besteden heeft om te investeren, zodat we de patiënten het beste kunnen blijven aanbieden. Daarom heb ik diverse materialen zelf aangeschaft en heb ik niet het maximale bedrag op de facturen uitgeschreven. Dit zal ik ook de komende periode blijven doen. De agenda probeer ik zo goed mogelijk te vullen door zelf te bellen. Ik was nieuwsgierig hoe collega’s dit deden. Ik heb met acht collega’s gesproken.

Investeren in de praktijk

Ingrid Pomstra werkt in twee algemene praktijken en is bij een daarvan lid van de maatschap. Ze is mondhygiënist, stuurt personeel aan, doet de financiën en houdt het overzicht. Haar motivatie om de schouders onder het financiële stuk te zetten is dat ze het belangrijk vindt, dat het bedrijf financieel gezond blijft. “Zo kunnen we op lange termijn dezelfde kwaliteit blijven leveren en op een prettige manier,” vertelt ze. Haar collega’s maken zich verder niet druk omdat alles goed geregeld is. Ze zijn wel behulpzaam. “Ons gezamenlijk inspannen betekent dat we daar later de vruchten weer van kunnen plukken,” legt ze uit. Ze zou als tip willen meegeven om de komende tijd privé zuinig te zijn en om in de praktijk te investeren. “Blijf patiënten uitleggen hoe belangrijk onze zorg is.” Ze kreeg van een patiënt een mooie reactie. ”Laatst had ik een IC-medewerker in de praktijk. Hij was zo ongeveer de enige die het toejuichte dat ik al eerder aan het werk was gegaan. Hij zei letterlijk: dat neemt bij ons de druk weg. En precies dat was dan ook mijn motivatie hiertoe.”

Continueren van de zorg

Marjolein Zijm is inmiddels negen jaar werkzaam bij een praktijk voor parodontologie en implantologie in Arnhem, als mondhygiënist. Ze werkt hier in loondienst en heeft dus persoonlijk geen financiële gevolgen gemerkt. Toch voelt ze zich verantwoordelijk: “Ik voel me vooral verantwoordelijk voor de patiënten. De financiële situatie van de praktijk vind ik belangrijk voor onze toekomst, ook voor het continueren van de zorg. Ik heb daarom zelf aangeboden om extra te komen werken, zodat we wat ruimte kunnen creëren voor uitgestelde behandelingen. Onze praktijkmanager was hier blij mee. Niemand heeft voor deze crisis gekozen. De patiënten hebben hun nazorgbehandelingen nodig en ik wil graag mijn steentje bijdragen om zo snel mogelijk weer uit deze economische dip te komen. Een aantal collega’s wil ook een stapje harder werken. Ik zou het wel fijn vinden als er gezien wordt wie er een stap harder wil doen. Dat zijn door de regel meestal steeds dezelfde mensen namelijk.”

Extra werken

Patricia van Vlimmeren werkt drie dagen per week in een algemene tandartspraktijk in loondienst. Ze bemerkte dat er nogal wat onduidelijkheden bestonden bij de praktijk over de financiële tegemoetkoming. “Ik voel mij hier niet heel verantwoordelijk voor de financiële situatie. Ik werk er nu 26 jaar en krijg betaald voor 15 jaar ervaring. Dus zo draag ik eigenlijk al bij en trek ik zeker de praktijk niet het vel over de oren.” Ze werd gevraagd om extra te komen werken, maar het werd niet meteen duidelijk of ze dit uitbetaald zou krijgen. “Mijn motivatie is de continuïteit van de patiënten te waarborgen. Ik verwacht wel betaald te worden of in ruil vrije dagen te krijgen, maar dat maakt mij eigenlijk niet zoveel uit.” Toch raadt ze aan om vooraf goed te overleggen hierover. “Overleg over wat je gaat doen en hoe het geregeld wordt.” Uiteindelijk is gebleken dat Patricia gewoon uitbetaald wordt.

Flexibel zijn

Susan Mees werkt voor een praktijk met twee vestigingen. Dit is een praktijk met algemene tandheelkunde, implantaten, endodontologie en orthodontie. Ook werkt hier een preventieteam. “Mijn functie is hoofdassistent. Ik begeleid de assistentes en stagiaires, beheer de voorraad en assisteer ook zelf. Ik voel mij zeker verantwoordelijk. Het is ook in mijn eigen belang dat het goed gaat, anders krijg ik geen salaris. Ik heb daarom aangeboden om de gemiste uren later in te halen, om de behandelingen in te halen. Dit aanbod werd gewaardeerd. Bijna iedereen werkt nu wel wat meer. Het is gewoon geven en nemen. Dat werkt hier heel goed. Dus wees flexibel als je merkt dat je nodig bent.”

Financiële buffer

Stefanie Huizinga werkt in een vrijgevestigde mondhygiënistenpraktijk. “Hier werk ik al zes jaar als zzp’er op omzetbasis. Sinds januari huur ik een dag in de week een kamer. Op deze dag werk ik dus 100% voor mijzelf en draag ik daar ook alle verantwoordelijkheden voor.” Ze is niet direct in geldproblemen gekomen. “Ik heb de afgelopen jaren gespaard voor het geval ik langdurig ziek zou zijn. Mijn Arbeidsongeschiktheidsverzekering heb ik hieraan aangepast; ik krijg pas na zes weken een vergoeding. Dat scheelt een hoop premie, waarmee je een buffer kan opbouwen. Omdat ik geen personeel heb en maar voor een dag in de week een kamer huur, waren mijn vaste lasten te dragen. Ik heb deze weken dus aanspraak gedaan op mijn zakelijke spaarrekening. Wel heb ik een aanvraag ingediend voor de TOZO, maar tot op heden nog geen reactie hierop gehad.”
Ze voelt zich niet alleen verantwoordelijk voor haar eigen financiële situatie: “Ik voel mij heel erg verantwoordelijk voor de praktijk, maar niet zozeer op financieel gebied. Ja, het is een bedrijf en ja er moet omzet gedraaid worden, wil je kunnen blijven ontwikkelen. Toch heeft dit absoluut bij niemand van ons de hoogste prioriteit. Juist deze tijd hebben we aangegrepen om online te gaan vergaderen en de praktijk aan te pakken. Zoals protocollen maken of herzien, alle pc’s weer nalopen en instrumenten slijpen. Ondanks dat iedereen financieel anders in de praktijk zit (als eigenaar of zzp’er), voelen we ons gezamenlijk verantwoordelijk voor alles. Samen trekken we de kar.” Er is haar niet gevraagd om iets extra’s te doen, in tegendeel. “Na het heropenen van de praktijk op 28 april is er niet gevraagd om meer of anders te gaan werken zodat we meer omzet zouden draaien. We draaien nu zelfs veel minder omzet, omdat wij bewust er voor kiezen meer ruimte in de agenda te creëren. Ook dit is gezamenlijk besloten. We zijn allemaal wel flexibeler in onze werkschema’s. Indien nodig komen we een avond of een zaterdag terug naar de praktijk om het ‘goed te maken’ met de patiënten die we helaas hebben moeten afbellen. In de praktijk komt dit echter nog maar weinig voor.” Stefanie geeft nog een tip: “Ondanks dat het een rare en onzekere periode is, geniet er ook van. Gebruik de tijd om te reflecteren. Geniet van de inhoud van het werk, maar ook van het leven. Juist de afgelopen weken ben ik ook zo dankbaar geweest dat wij tot nu toe gezond zijn geweest en ik heb ook echt genoten van de quality time thuis met het gezin. Juist dat laatste is waardevol. Werken kan altijd nog!”

Patiënten graag weer zien

Lucia Rojas Hernadez is zzp-mondhygiënist bij drie praktijken: twee tandartspraktijken en een mondhygiënistenpraktijk. Ook zij is niet in geldproblemen gekomen door spaargeld te gebruiken en gelukkig kon haar partner blijven werken. “Ook de praktijk is niet in de problemen gekomen, maar als het langer had geduurd waarschijnlijk wel.” Ze voelt zich vooral verantwoordelijk voor patiënten: ”Patiënten zouden op straat staan als de praktijk failliet zou gaan. Ik ben niet gevraagd om extra te komen werken, maar heb dit wel voorgelegd.” Ze kreeg daarop een positieve reactie. “Ik wil mijn patiënten gewoon zelf graag weer zien en werk voor mezelf creëren. Ook kan ik de praktijk op die manier helpen. Ik verwacht daar eigenlijk niks voor terug. Misschien waardering. Ik ben gewoon blij als ik mijn patiënten weer kan zien en behandelen en dat is genoeg.” Ook Lucia heeft een tip: “Begin weer met werk als je je veilig voelt. Overleg over welke maatregelen jullie (extra) nemen. Lijkt me lastig in loondienst, omdat je dan sommige dingen niet kan bepalen voor jezelf.”

Helpen om de agenda gevuld te krijgen

Mirjam Oosting is een jonge zzp’er bij een algemene praktijk, een mondhygiënistenpraktijk en als consultant. Omdat ze net begonnen is, heeft ze dus nog niet echt een buffer. “Het was dus niet zo fijn. Ik voel me daarnaast ook wel verantwoordelijk voor de financiële gezondheid van de praktijk. Ook omdat ze zelf geen verlies wil draaien. Ik heb daarom zelf aangeboden dat ze de omzet later over mogen maken als het niet goed uitkomt. Mijn opdrachtgever vond het fijn dat hij speelruimte kreeg.” Over haar eigen situatie: “Ik heb natuurlijk ook zelf geen zin om rood te komen staan. Vorig jaar heb ik een berekening met een intermediair gemaakt en op basis daarvan zou ik belasting in het voren gaan betalen. Dus dan zijn wel echt inkomsten nodig.” Ook haar collega’s voelen zich verantwoordelijk en hebben ook aangeboden om in de vakantie te gaan werken. Mirjam vertelt: “We komen graag werken. Ik verwacht verder niks terug. Ik vind het zelf leuk om te werken, dus prima zo.” Ze geeft nog een tip voor de zzp’ers en degenen in loondienst: “Ga waar nodig helpen om de agenda goed genoeg gevuld te krijgen.”

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Corona, Financieel, Ondernemen, Thema A-Z

Casus endodontie: Een lang verhaal van een vreemde laesie

In 2006 wordt P. naar onze praktijk verwezen wegens een laesie in de bovenkaak, regio 21, 22, en 23. De laesie van (waarschijnlijk) endodontische origine, een LEO, zo treffend door professor Herbert Schilder benoemd, heeft een vorm op de röntgenopname die afwijkend genoemd mag worden.
De laesie gaat niet uit van de apices van elementen 21 en 22. De apices lijken nog door bot omgeven. Terwijl je zou verwachten dat, indien er sprake is van een endodontische oorzaak, de laesie zeker de wortelpunten van de betreffende elementen zou omvatten. En dat is hier niet zo.

Voorgeschiedenis

P. heeft naar eigen zeggen enige jaren geleden een ongeval gehad waarbij de voortanden betrokken waren. Er is geen incisief geavulseerd geweest, maar enkele elementen hebben wel forse mobiliteit vertoond.
We zien in de overige incisieven kanaalbehandelingen en grote reparaties om de afgebroken delen te restaureren.

Diagnostiek

P heeft nu pijn en er is zwelling ter plekke van de 21 en 22. Element 22 reageert niet op de koudetest maar is verder niet gevoelig. Element 21 is percussiepijnlijk.
Afgaande op de röntgenfoto’s zou verondersteld kunnen worden dat er een fractuur zit in element 21 of 22. Een fractuur halverwege een van de wortels zou tot een laesie met deze vorm kunnen leiden.

1 2006 begin 2

Of element 22 is avitaal en er is een lateraal kanaal halverwege de radix waaromheen de laesie zich gevormd heeft.
Of er is een ongevuld en niet gereinigd lateraal kanaal in element 21.
Met de nog zeer gangbare methode: koude, laterale condensatie van gutta percha worden laterale nooit of bijna nooit gevuld en dus ook niet gezien. In het algemeen kunnen we stellen dat zo er al een poging gedaan wordt om kanaalsystemen 3-dimensionaal te reinigen, lateraal koude condensatie van gutta percha absoluut ongeschikt is om kanaalsystemen 3-dimensionaal te obtureren.

Wat te doen?

We bespreken de opties met patiënt en hij volgt onze suggestie om toch eerst maar element 21 te herbehandelen. Niet dat er met die kanaalbehandeling veel mis is, zeker naar huidige, Nederlandse normen, maar het is wel het enige element wat pijnlijk is, in dit geval bij percussie. Wij zijn fan van professor Schilder, ik noemde en eerde hem in eerdere artikelen, en hij propageerde reinigen en vullen van het hele kanaal inclusief laterale kanalen etc. Ongeacht of een element nu vitaal of avitaal is bij aanvang van de behandeling.
Onze visie is hier dat de 21 fractioneel te kort gevuld is, er dus lege ruimte is in het kanaal – aangezien alles wat we doen in de tandheelkunde lekt – en er dus risico is voor een bacteriële invasie. Het is daarom verstandig om het zekere voor het onzekere te nemen.

Resultaat herbehandeling 21

Opnames 3 en 3b zijn de eindfoto’s van de herbehandeling 21. Enig surplus vulmateriaal baart ons op geen enkele wijze zorgen en is een normaal verschijnsel bij het doen van de Schilder techniek. We nemen waar dat het element nu over zijn hele lengte is gevuld.
We maken een afspraak over 3 maanden en maken controlefoto 4. De situatie is aanzienlijk verbeterd, we zien de laesie fors verkleind ten opzichte van het begin.

3 2006 eind 3b 082006

4 2006 controle

Vier jaar later

We springen van 2006 naar 2010. Bij de afspraak voor de 6-maandelijkse controle in 2006 laat patiënt verstek gaan en we zien hem ook pas weer terug in 2010. Nu met een fistel ter hoogte van de apex 22. Deze diagnose is een stuk eenvoudiger en na openen van het element treffen we dan ook een necrotische kanaalinhoud aan.

5 112010 6 112010a 7 112010b

De kanaalbehandeling verloopt zonder noemenswaardige problemen. Avitale, niet eerder behandelde elementen zijn over het algemeen veel eenvoudiger te behandelen en hebben op de lange duur een betere prognose dan kanaalbehandelingen die gedaan werden in elementen met een vitale pulpa. De reden daarvoor is dat vitaal pulpaweefsel vooral richting terminus heel veel collageen bevat. Collageen is het bestanddeel van het pulpaweefsel dat zich heel makkelijk richting terminus kan laten samendrukken en daar een blokkade vormt voor opvolgende instrumenten en voor de uiteindelijke kanaalvulling.
In avitaal weefsel is het collageen uit elkaar gevallen, verliest het samenhang, en laat zich het zich veel makkelijker uitspoelen.
Op basis van de beginfoto uit 2010 durven we de stelling wel aan dat er een lateraal kanaal in het spel moet zijn. het zwaartepunt van de laesie zit duidelijk niet bij de apex van de 22, maar halverwege de radix. Op de eindfoto’s uit 2018 zien we er aanwijzingen voor. Maar soms zijn laterale kanalen zo smal dat het beetje sealer en gutta dat erin zit niet te zien is op röntgenfoto’s.
Een goede gewoonte is om de gutta percha stift in het kanaal te passen en er een opname van te maken (opname 8), voordat we overgaan tot de verticale warme compactie ervan.
Na de obturatie en het maken van de eindfoto’s (opname 8, 9, en 10) maken we een afspraak met de patiënt voor over 3 maanden. Op de dag van de afspraak kijken we al halsrijkend uit naar zijn komst maar helaas, hij laat opnieuw verstek gaan en reageert ook niet op onze telefonische oproepen en mailtjes. Helaas, maar, geen bericht is goed bericht?

Acht jaar later

Pas in 2018 zien we hem retour. Opnieuw wordt P. ingestuurd door de eigen tandarts, nu vanwege pijn bij bijten op element 21. Op de opnames zien we nu volledige botingroei.

11 102018 12 102018a
Dus succesvol waren we wel met de kanaalbehandelingen. De afgelopen 8 jaar heeft P. geen pijn meer gehad, tot 2 weken geleden. Er lijkt iets aan de hand met de apex 21. Die apex lijkt iets korter of in ieder geval iets anders dan op de foto’s uit 2006 en 2010. Zou herinfectie een rol hebben kunnen spelen? Ondenkbaar is dat niet. Composiet vullingen lekken vanaf dag 1 en gutta percha kan niet zo goed weerstand bieden tegen lekkage. De foto genomen door de microscoop van het palatinale aspect van element 21 doet vermoeden dat er zeker sprake moet zijn van lekkage.

 

13 102018b
We gaan over tot herbehandeling van element 21. En waar we in 2006 nog een apicale opening aantroffen van ISO 40, loopt nu een vijl ISO 90 net vast bij de elektronisch bepaalde terminus.

14 102018c 15 102018d

De laatste paar millimeter van de 21 zijn geresorbeerd.
De vorm van het kanaal noodzaakt tot het overwegen van een alternatieve vulmethode.

MTA

Obtureren met gutta percha stelt redelijk strenge eisen aan die vorm. In dit geval rijst er grote twijfel of we met een diameter ISO 90 bij de terminus wel voldoende ‘shape’ hebben kunnen geven aan het kanaal. Ik ben terughoudend met het introduceren van nog grotere maten K-vijl in de laatste paar millimeter van de apex. Een trechter (funnel, een term van Schilder ) bouwen met een K vijl 100 ½ millimeter korter en een K vijl 110 1 millimeter korter enz., om te bewerkstelligen dat we een continu toenemende diameter hebben bij iedere opvolgende afstand van de terminus, is een hachelijke zaak. Ook al gebruiken we NitiFlex vijlen.
We besluiten om hier MTA (Mineral Trioxy Aggregate) te gebruiken. De moeilijkheden om het lastig te verwerken materiaal aan te brengen zijn te overzien. Het element is niet al te lang, in ieder geval 2 millimeter korter dan in 2006, 20,5 in plaats van 22,5 millimeter en door de microscoop kunnen we de uitgang zien. Het enige nadeel van MTA is dat er geen laterale anatomie mee gevuld wordt.
Na het aanbrengen van de MTA in de apicale paar millimeter van het kanaal is het handig om even een downpackfoto te maken. MTA stijft vrij snel op als het overtollige vocht eruit gehaald wordt met een paperpoint, maar even roeren met de EndoActivator met een druppeltje anesthesievloeistof doet MTA weer vloeien, het is tenslotte het actieve deel van Portlandcement, beton; en beton vloeit ook met behulp van een trilnaald.

Is de downpack niet helemaal goed, dan is dat op die manier eenvoudig te corrigeren.

16 102018e 17 102018f

Aanbrengen van MTA gaat het handigste met behulp van een MTA blok. Daarin zijn kleine gladde groefjes gemaakt waarin een handige assistente een weinig MTA van de juiste consistentie kan smeren. Dat staafje vochtige MTA blijft dan hangen aan een plugger, meestal de dunste Machtou-plugger, en voorzichtig in het kanaal gebracht worden. Daarna voorzichtig en zachtjes aanschuiven. Het streepje op de Machtou-plugger geeft aan dat we 2 millimeter van de terminus zitten, dat geeft enige zekerheid dat MTA op de juiste plaats zit.

 

19 printscreen 3 20 printscreen 4

Na opnieuw aanbrengen van de palatinale afsluiting maken we de laatste opname.

18 112018a

Afspraak drie maanden

En opnieuw maken we een afspraak met P. voor een controle over 3 maanden. En zowaar, hij verschijnt. De controlefoto laat geen bijzonderheden zien. P. weet te melden dat er enkele dagen een wat oncomfortabel gevoel bij bijten is geweest maar dat er nu geen klachten meer zijn.

 

21 112019
Eind goed, al goed? We gaan het hopelijk zien als P. op de laatste afspraak verschijnt over 12 maanden. Spannend!

Door: H.J. van Mill. Rik van Mill is getrained door dr Clifford J. Ruddle uit Santa Barbara, California. Hij geeft cursus endodontie aan algemeen practici. Zie www.hjvanmill.nl voor meer informatie over de cursus.

Lees meer over: Casus, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Positieve gezondheid: wat is het en wat kun je ermee?

Marja van Vliet, onderzoeksmanager aan het Instituut voor Positieve Gezondheid, vertelde in haar lezing wat onder positieve gezondheid wordt verstaan en wat dit betekent voor de (zorg)praktijk.

Lang en gelukkig leven

Er is onderzoek gedaan naar mensen in gebieden waar men lang en gelukkig leeft. Wat bleek? Deze mensen hebben veel beweging, eten gezond en hebben een actief sociaal leven. Daarnaast hebben zij een doel voor ogen en hebben het idee dat ze dit echt kunnen realiseren. Familie en gezin gaan er vaak voor werk. Bovendien hebben zij de levensovertuiging deel uit te maken van een groter geheel en voelen ze zich bij de gemeenschap horen.

Status Syndroom

Hoogleraar Whitehall heeft met een cohortstudie onder Britse ambtenaren levensstijlfactoren en de verwachte levensduur in kaart gebracht. Hieruit bleek dat mensen die sociaaleconomisch lager op de ladder stonden, vaak jaren eerder ziek werden en bovendien zeven jaar korter leefden. Dit zie je ook in Nederland. Standaardfactoren zoals voeding en beweging verklaren maar voor 40% het verschil in uitkomst tussen hogere en lagere sociaaleconomische status. Het Status Syndroom noemde hij dit. Het gevoel dat je lager staat dan de ander maakt dat je je ongezonder voelt. Iemand die lager staat heeft meer stress, terwijl hij minder verantwoordelijkheden heeft. Daardoor hebben deze mensen het gevoel dat ze niet zelf keuzes kunnen maken. Ze hebben minder autonomie en minder gevoel van controle. Zij hebben minder mogelijkheden in de vorm van opleiding, sparen enzovoorts. Ook hebben zij een minder groot netwerk om op terug te vallen.

Sence of Coherence

Hoe kan het dat de een wat heftigs mee maakt en zijn leven daarna weer oppakt en een ander meer klachten blijft houden? Wat is de bron die mensen sterker maakt? Om dit te onderzoeken werden interviews gehouden met mensen die de holocaust hebben overleefd. Mensen die de draad weer oppakten hadden drie eigenschappen:

  • coprehensibility: het gevoel dat ze de situatie konden begrijpen;
  • manageability: het gevoel dat ze er iets aan konden doen;
  • meaningfullness: het ervaren van zingeving.

Deze drie factoren heten samen Sence of Coherence. Mensen die hoog op de lijst van Sence of Coherence scoren, ontwikkelen minder vaak een chronische ziekte.

Oude definitie gezondheid

De oude definitie van gezondheid ontstond vlak na de Tweede Wereldoorlog. Deze behelsde drie factoren. Gezondheid zou de staat zijn van een compleet fysiek, sociaal en mentaal welbevinden. Dus als je ook maar een hoofdpijntje had of pijn aan je kleine teen, dan was je dus niet gezond. Is het dan wel haalbaar om compleet gezond te zijn?

Nieuwe definitie gezondheid

Machteld Huber heeft in 2011 een concept van ‘gezondheid’ in Nederland geïntroduceerd. In 2013 is een vervolgstudie het concept van ‘positieve gezondheid’ ontwikkeld. De definitie van gezondheid is hierbij voorgesteld in het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren. Gezondheid is niet meer een staat van ziek of gezond zijn. Als je stelt dat iedereen hobbels op zijn levenspad krijgt, is gezondheid de mate waarin jij in staat bent om die hobbels te nemen en in een nieuw evenwicht te komen. Dit vertrekpunt sluit mooi aan bij het overheidsbeleid, dat wil dat iedereen als een actieve burger meedoet aan de maatschappij ondanks een bepaalde beperking. Dit is echter wel het ‘ivoren-toren-denken’. Hoe kan het naar de praktijk vertaald worden?

Onderzoek

De overheid vroeg om een vervolgonderzoek om het nader uit te werken. Er is toen eerst in kaart gebracht wie er allemaal betrokken zijn:

  • patiënten;
  • behandelaars;
  • beleidsmakers;
  • verzekeraars;
  • ‘public health actors’;
  • burgers;
  • onderzoekers.

In vijftig semigestructureerde interviews werd aan deze focusgroepen gevraagd:

  1. Wat vindt u van het concept van gezondheid, zowel positief als negatief? Wat zijn voor u indicatoren van gezondheid?
  2. Vallen deze indicatoren onder het concept of juist niet?

Als positief werd gezien dat hiermee het potentieel van iemand werd benadrukt en dat je hiermee de patiënt echt centraal zet. Het riep ook vragen op: “Maar kan iedereen het wel? Wat vraag je aan mensen? Hoe geef je dan de juiste begeleiding?”

Gezondheid is een middel

Er rolde uiteindelijk het volgende advies uit: “Neem gezondheid niet als doel op zich, maar als middel waarmee iemand ‘zijn/haar ding kan doen’.” Hij moet kunnen doen waar hij gelukkig van wordt. Als je dit in je hoofd neemt, biedt dat een heel ander perspectief hoe je aan gezondheid gaat werken.

Hoofddimensies van gezondheid

Uit de resultaten van het kwalitatief onderzoek kwam dat mensen zes hoofddimensies onder ‘gezondheid’ vonden vallen, namelijk:

  • lichaamsfuncties;
  • mentaal welbevinden;
  • zingeving;
  • kwaliteit van leven;
  • sociaal-maatschappelijke participatie, ‘meedoen’;
  • dagelijks functioneren.

Bijbehorende aspecten per hoofddimensie

Per hoofddimensie werden de volgende bijbehorende aspecten onderscheiden.

Lichaamsfuncties:

  • je gezond voelen;
  • fitheid;
  • klachten en pijn;
  • slapen;
  • eten;
  • conditie;
  • bewegen.

Mentaal welzijn:

  • onthouden;
  • concentreren;
  • communiceren;
  • vrolijk zijn;
  • jezelf accepteren;
  • omgaan met verandering;
  • gevoel van controle.

Zingeving:

  • zinvol leven;
  • levenslust;
  • idealen willen bereiken;
  • vertrouwen hebben;
  • accepteren;
  • dankbaarheid;
  • blijven leren.

Kwaliteit van leven:

  • genieten;
  • gelukkig zijn;
  • lekker in je vel zitten;
  • balans;
  • je veilig voelen;
  • hoe je woont;
  • rondkomen met je geld.

Sociaal-maatschappelijke participatie:

  • sociale contacten;
  • serieus genomen worden;
  • samen leuke dingen doen;
  • steun van anderen;
  • erbij horen;
  • zinvolle dingen doen;
  • interesse in de maatschappij.

Dagelijks functioneren:

  • zorgen voor jezelf;
  • je grenzen kennen;
  • kennis van gezondheid;
  • omgaan met tijd;
  • omgaan met geld;
  • kunnen werken;
  • hulp kunnen vragen.

Opvallende verschillen

De vraag was of hier op grotere schaal hetzelfde over werd gedacht. De stellingen werden voorgelegd aan andere mensen van diezelfde doelgroepen. Uit de uitkomsten bleek dat alle doelgroepen lichamelijk functioneren belangrijk vinden, maar niet iedereen vindt de andere onderdelen even belangrijk. Zo vinden beleidsmedewerkers en onderzoekers zingeving niet zo belangrijk, maar patiënten vinden bijna alle dimensies belangrijk. Verpleegkundigen bleken dichter bij de mening van de patiënt te zitten dan artsen.

Zicht op gezondheid niet statisch

Als je een ziekte doormaakt, dan wordt je zicht op gezondheid anders. Ook leeftijd blijkt je blik op gezondheid te veranderen. Mensen met chronische aandoening denken anders over gezondheid dan zonder chronische aandoening. Hetzelfde geldt voor ouderen versus jongeren. Het is dus niet statisch, je blik op gezondheid verandert in je leven.
Hoe zit het qua opleidingsniveau? Academisch geschoold zijn, bleek de grootste voorspeller te zijn om anders te denken over gezondheid. Laten dan nou net de mensen zijn die aan de knoppen zitten. Maar voor wie maak je nu eigenlijk het beleid?
Uiteindelijk bleek dat er brede denkers zijn (zoals de patiënten) en smalle denkers (zoals de beleidsmedewerkers). Uiteindelijk doen we het voor de patiënt, dus die is hierin centraal gesteld. Aan de beleidsmakers is duidelijk gemaakt dat zij ook breder zouden moeten denken. Eigenlijk zegt de patiënt: “Gezondheid is het hele leven.”

Wat is er nu positief aan?

Waarom wordt er gesproken over ‘positieve’ gezondheid? Het positieve is het denken over gezondheid over de hele dimensie heen. Als je op een dimensie minder scoort, dan hou je nog altijd andere dimensies over waar het wel goed mee gaat.

Spinnenweb als hulpmiddel

Je kunt mensen vragen wat zij, subjectief, vinden van elk van de dimensies. Om het visueel te maken is er een spinnenweb gemaakt waarin al die dimensies zijn neergezet. Er zijn assen gemaakt en je zou mensen kunnen vragen naar hun eigen beleving: “Hoe zou jij zelf scoren? Hoe ervaar je het zelf? Waar zou je een stap willen maken?” Dit kun je in het spinnenweb tot uiting laten komen. Vervolgens zou je kunnen bekijken wat je zou kunnen doen, bijvoorbeeld een sociale activiteit gaan doen. Daarna kun je monitoren of er verandering in het web is. Dit kun je laten zien en dit helpt mensen inzicht en overzicht te krijgen in hun eigen beleefde gezondheid. Het is een eerste stap om mensen te helpen om hun eigen gezondheid te verbeteren en henzelf de regie te geven. Die eigen regie is niet een kwestie van ‘zoek het maar uit’, maar de mensen de vraag stellen wat er voor hen belangrijk is. Het spinnenweb is daarbij een hulpmiddel.

De vraag achter de vraag

Enerzijds is positieve gezondheid een visie en anderzijds is het een praktisch middel om mensen stappen te laten maken. Je kunt achter de vraag achter de vraag komen. Een huisarts zette deze tool in, waardoor veel minder mensen naar het ziekenhuis hoefden. De patiënt wordt uitgenodigd om breder te denken, voorbij die klacht. Zo gingen patiënten met een heel ander beeld en andere zorgvraag de spreekkamer in. De kern van het probleem wordt zo heel snel achterhaald.

Ander netwerk

Zo kwam de huisarts er achter dat hij een heel ander netwerk nodig had, zoals het sociale domein. Professionals vanuit de gemeente, 0-lijn, 1e lijn, sport….. , daar ging hij mee samenwerken. In heel Nederland ontstaan nu dit soort positieve gezondheidsnetwerken. Daarbij is eigenlijk zorg en sociaal werk om de burger heen gaan staan.

Instituut Positieve Gezondheid

Als we vanuit dit concept nu de praktijk in willen, moet er ook een instituut zijn dat hiervoor staat. Dat werd het Instituut Positieve Gezondheid. Daar zijn ervaringen uitgewisseld en trainingen gegeven, bijvoorbeeld over hoe je professionals in je buurt vindt. Ook is er onderzoek gedaan. Uiteindelijk kwam er de volgende stip op de horizon van dit instituut. Zij willen meewerken om met elkaar de omslag te maken van ziek-gericht werken naar gezond-gericht werken. Hierin staat het leiden van een goed leven centraal. Als je mensen zo benadert, dan zal ziekte afnemen.

Visie en praktijk

Het instituut werkt zowel op het niveau van visie als van de praktijk. Op visie-niveau werken zij samen met verzekeraars. Wil je dit goed uit kunnen voeren, dan moet er ook een heel ander verzekeringsbeleid komen en een ander vergoedingssysteem. Vanuit het ministerie wordt het ook steeds meer gedragen en verandert het beleid.
Op praktisch niveau zal bij elke burger eerst het spinnenweb ingevuld moeten worden. Daarna volgt ‘het andere gesprek’ en dan vervolgens het koppelen van handelingsperspectieven.
Het spinnenweb heeft vier versies: voor een volwassene, een kind, een jongere en een eenvoudige versie. Deze zijn digitaal, maar ook op papier te krijgen.

Totale persoon

We hopen dat hiermee de professionals uitgenodigd worden om vanuit de totale persoon te denken. Waarom heeft iemand mondklachten? Is het het medische stuk en is het dan klaar of zit er wat achter? En daarbij hoort natuurlijk ook dat je achterhaalt waarom tandenpoetsen niet lukt. Daarvoor is motivational gespreksvoering nodig. Patiënten zullen echt veel tevredener met je zijn.

Overige ontwikkelingen

Er staat veel te gebeuren in de regio en er wordt daarbij veel gevraagd van de mondhygiënist en tandarts. Het interprofessioneel werken krijgt steeds meer vorm. Je zult als tandheelkundige hierbij je best moeten doen om prioriteit te krijgen. Ook gaat het de richting uit dat alleen echt effectieve zorg zal worden beloond. Zo worden de gezondheidsuitkomsten heel belangrijk (en dus ook de meetbaarheid ervan).

Marja van Vliet, PhD, van oorsprong voedings- en bewegingswetenschapper, is onderzoeksmanager aan het Instituut voor Positieve Gezondheid.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing van Marja van Vliet tijdens het NVM-congres ‘Positieve gezondheid’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
antibiotische profylaxe

Het beste protocol voor antibiotische profylaxe bij implantaten

In een nieuwsbrief van de EFP (European Federation of Periodontology) stond een onderzoekssamenvatting over het gebruik van antibiotische profylaxe tijdens het plaatsen van tandheelkundige implantaten. Hierin worden de beste antibiotischeprofylaxeprotocollen om vroege implantaatfalen te voorkomen beschreven.

Antibiotische profylaxe tegen vroege implantaatfalen

Het gebruik van antibiotische profylaxe is een belangrijke kwestie voor clinici. Antibiotica kan worden gebruikt om vroege mislukkingen bij het plaatsen van tandheelkundige implantaten te verminderen. Door mogelijke bijwerkingen en het probleem van antibioticaresistentie wordt antibiotische profylaxe echter niet aanbevolen bij eenvoudige operaties.

Wanneer antibiotische profylaxe wel moet worden toegepast is het nog steeds niet duidelijk welke soort antibiotica, welke dosis en welk regime de voorkeur verdient. Een groep Italiaanse wetenschappers heeft onderzocht wat het beste protocol is om via antibiotische profylaxe vroege mislukkingen met betrekking tot tandheelkundige implantaten te voorkomen. Dit deden ze door middel van een netwerk meta-analyse van negen gerandomiseerde onderzoeken met controlegroepen.

Het meest voorkomende protocol is waarschijnlijk niet het beste

Alle onderzochte protocollen lijken inderdaad vroege implantaatfalen te verminderen. Het meest voorkomende protocol bestaat uit een enkele pre-operatieve dosis van 2g amoxicilline. Volgens de meta-analyse is dit waarschijnlijk niet het beste protocol. Dat is namelijk een enkele dosis van 3g amoxicilline die een uur voor de operatie wordt toegediend. Echter is dit protocol slechts door één RCT met een zeldzame hoge faalpercentage in de controle groep getest.

Het gebruik van post-operatieve antibioticakuren lijkt niet te zijn gerechtvaardigd omdat lange kuren lijken te leiden tot meer ongewenste bijwerkingen, zonder een daadwerkelijke extra vermindering van vroege implantaatfalen. Ook is het effect van antibiotische profylaxe niet dusdanig dat het routinematig gebruikt zou moeten worden in alle klinische situaties. Daarvoor is het risico op bijwerkingen en bacteriële resistentie te groot.

Wat het beste protocol is, is nog niet zeker

Hoewel er uit de meta-analyse een ‘beste protocol’ is gerold, is er nog niet genoeg bewijs dat dit protocol daadwerkelijk het beste is. Hiervoor moet nog meer onderzoek worden gedaan.

Bron:
European Federation of Clinical Periodontology

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Effectiviteit ragers bevestigd in literatuuronderzoek

Effectiviteit ragers bevestigd in literatuuronderzoek

Er is al veel geschreven over de effectiviteit van ragers voor interdentale reiniging. Een recent, uitgebreid literatuuronderzoek biedt een nieuw overzicht van de eerdere onderzoeksresultaten. De onderzoekers concludeerden dat ragers effectiever zijn dan flos of tandenstokers voor het verwijderen van interdentale plak.

Literatuuronderzoek

Hoe effectief zijn ragers nu echt in het voorkomen van cariës en parodontale ziektes? Het is een vraag die al vaak gesteld is door onderzoekers van over de hele wereld. Daarom besloot een groep onderzoekers 1.860 onderzoeken naar de effectiviteit van verschillende interdentale mondverzorgingsmethoden naast elkaar te leggen. Het onderzoek werd geleid door Najith Amarasena, een professor aan de Australian Research Centre for Population Oral Health aan de Australische universiteit van Adelaide. Hun resultaten werden gepubliceerd in het Australian Dental Journal.

Conclusies

Het grote aantal onderzoeken werd uiteindelijk gereduceerd tot conclusies voor zes verschillende mondverzorgingsmethoden, waaronder flos, ragers en tandenstokers. Voor elke methode stelden de onderzoekers een primaire en (waar van toepassing) secundaire conclusie op.

Ragers zijn volgens het literatuuronderzoek effectiever dan flos of tandenstokers voor het verwijderen van interdentale plak. Ook scoorden ragers hoog voor het verminderen van gingivitis, volgens de onderzoekers.

Advies van de onderzoekers

De onderzoekers geven aan dat een constante tekortkoming van de bestudeerde onderzoeken de korte looptijd was. Dit houdt in dat de individuele onderzoeken geen significante klinische veranderingen over lange perioden kunnen aantonen. Aanvullend onderzoek in de vorm van lange-termijn klinische onderzoeken is dus nodig.

Daarnaast concludeerden de onderzoekers hun literatuuronderzoek met een advies: “Het is aanbevolen dat de mondzorgprofessionals goed onderbouwde beslissingen blijven maken bij hun advies voor mondverzorgingsmethoden op basis van de individuele patiënten.”

Bron:
Australian Dental Journal

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Verhoogd risico op implantaatfalen door antidepressiva

Mislukkingen van het plaatsen van implantaten kunnen worden veroorzaakt door het gebruikt van antidepressiva. Het tijdstip waarop de patiënt dit medicijn kreeg was echter cruciaal, volgens Amerikaanse onderzoekers.

SSRI vaak gebruikt bij behandeling van stoornis

Antidepressiva worden veel gebruikt bij het behandelen van stemmings- en angststoornissen. Onderzoekers van de Mayo Clinic in de Verenigde Staten wilden daarom wisselwerkingen identificeren tussen implantaatfalen en het gebruik van medicatie met selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI).

Retrospectieve studie bij 5456 patiënten

Voor dit doel voerden ze een retrospectieve studie uit bij 5456 patiënten. Deze patiënten hadden tenminste één implantaat ontvangen in de periode van 1995 tot 2014. Tijdens het onderzoek letten de onderzoekers op een patiënts geschiedenis van SSRI-gebruik, actief SSRI-gebruik en SSRI-gebruik tijdens een follow-up na eventuele implantaatfalen.

Bij ongeveer 90 procent van de patiënten werd het implantaat succesvol geplaatst. De mediane follow-up bedroeg voor hen 5,3 jaar. Implantaatfalen gebeurde meestal na ongeveer een half jaar.

Eerder SSRI-gebruik verhoog kans op implantaatfalen met 60 procent

Uit de resultaten bleek dat het hebben van een geschiedenis van SSRI-gebruik gekoppeld is aan een 60 procent hoger risico op implantaatfalen. Er werd geen significant effect gevonden tussen implantaatverlies en SSRI-medicatie tijdens of na het plaatsen van implantaten.

Meer onderzoek nodig om koppeling SSRI’s en implantaatfalen helder te krijgen

De studie maakte gebruik van grote aantallen cohorten van individuele SSRI-toepassingen en -controles, en lange observatieperiodes. Dit draagt bij aan de betrouwbaarheid van het onderzoek. Daarentegen hebben retrospectieve cohortstudies altijd recall biases en sample bias als zwakke punten. Om de rol van SSRI-gebruik bij de genezing van implantaten helemaal helder te krijgen is meer onderzoek nodig.

Bron:
Journal of Prosthodontics

 

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z