Slaapbruxisme beoordelen thuis

Nauwkeurig slaapbruxisme beoordelen met nieuwe elektrodeset voor thuis

Slaapbruxisme, komt voor bij ongeveer 8-15% van de bevolking. Het kan leiden tot bijvoorbeeld gebitsslijtage, gezichtspijn en hoofdpijn. Momenteel richt de aanpak ervan vooral op de gevolgen, omdat er geen methode voor ernstbeoordeling is die zowel betrouwbaar en nauwkeurig als kostenefficiënt en gemakkelijk verkrijgbaar is.

Dure polysomnografie werkt het beste

De beste methode is op dit moment polysomnografie in een slaaplaboratorium. Deze bioelektrische meetmethode is echter beperkt beschikbaar en duur, en wordt dus vooral gebruikt voor de ergste gevallen. Gebruiksvriendelijke apparaten bestaan, maar deze kunnen vaak niet differentiëren tussen bruxisme en bijvoorbeeld gapen, en zijn dus niet nauwkeurig genoeg.

Nieuwe gebruiksvriendelijke methode

Onderzoekers van de University of Eastern Finland hebben recent een nood-EEG-elektrodeset ontwikkeld die wel snel, gebruiksvriendelijk en nauwkeurig is. Als onderdeel van een PhD-project van Tomi Miettinen is de set geüpgraded waardoor hij nu geschikt is om door patiënten thuis te gebruiken.
Deze nieuwe methode heeft een diagnostische nauwkeurigheid vergelijkbaar met conventionele polysomnografie. 90% van de thuis uitgevoerde opnames waren van goede kwaliteit, en maar 1 van de 101 opnames mislukte door elektrodegerelateerde problemen.

Eerste-nachteffect

De studie vond ook bewijs voor de claim dat resultaten van de meting van de eerste nacht anders zijn dan die daarna, een zogenoemd eerste-nachteffect. Slaapbruxisme zou daarom meer dan een nacht moeten worden gemeten. De nieuwe elektrodeset is erg geschikt om slaapbruxismeactiviteit gedurende meerdere nachten te meten.

Methode geschikt voor verschillende onderzoeksvragen

Hierdoor is de methode toepasbaar voor het oplossen van verschillende onderzoeksvragen gerelateerd aan dit onderwerp. Zo zouden verbanden tussen bruxisme en aangenomen gevolgen kunnen worden onderzocht, net als de effectiviteit van beheersmethodes op de lange termijn. Miettinen hoopt dat de elektrodeset uiteindelijk voor nieuwe methodes zorgt om slaapbruxisme te leren beheersen of zelfs behandelen.

Bron:
University of Eastern Finland

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Bruxisme: wat moet je ermee ?

Bruxisme: wat moet je ermee ?

Van oudsher focust de Orale Kinesiologie (nieuwe term voor gnathologie) zich op behandeling van klachten van het kauwstelsel. Het staat aan de rand van de tandheelkunde. Prof. dr. Frank Lobbezoo hield een presentatie over bruxisme waarbij een paradigmashift centraal stond.

Bruxisme van vroeger

Lobbezoo haalde zijn oude dictaten van toen hij nog studeerde (1985) tevoorschijn. Hierin stond de definitie van parafuncties:

Niet-normale en niet-fysiologische en niet-doelbewuste functies van het kauwstelsel.
De belangrijkste parafunctie zou persen en knarsen zijn, nu noemen we dit klemmen en knarsen. De gevolgen zouden schade zijn aan spieren, gewrichten, gebitselementen en parodontium. De behandeling was via bewustwording, inslijpen, Drumplaat (zachte opbeetplaat), harde opbeetplaat en medicatie. Inslijpen en een zachte opbeetplaat worden nu niet meer gedaan, want dat die geeft aanleiding tot meer bruxisme in plaats van minder.

Van gnathologie naar Orale Kinesiologie

Gnathologie is nu veranderd in Orale Kinesiologie; het is een breder en medischer vak geworden. De Orale Kinesiologie omvat:

• Orofaciale pijn en tempomandibulaire disfunctie
• Tandheelkundige slaapstoornissen
• Orale bewegingsstoornissen
• Gebitsstijtage

Hoe kijken we nu tegen bruxisme aan?

De definitie van bruxisme die nu is vastgesteld door experts uit de hele wereld:

Repetitieve kauwactiviteit die wordt gekarakteriseerd door knarsen of klemmen met tanden en kiezen en/of fixeren van of duwen van de onderkaak.

Hier staat dus niet meer parafunctie of stoornis genoemd. Bruxisme is enkel een kauwspieractiviteit en niet meer of minder. Het wordt dus niet meer per definitie als schadelijk beschouwd. Bovendien is tandcontact niet meer per se nodig om als bruxist te worden gezien. Men kan zelfs knarsen en klemmen zonder tanden te hebben. Bruxisme wordt niet veroorzaakt door iets perifeers, het is een centraal fenomeen. Bruxisme vindt zijn oorsprong in de hersenen, de oorzaak heeft niks te maken met tanden en kiezen. De neurotransmitters verkeren in een disbalans.

Wat ook veranderd is, is de omschrijving van dag- en nachtbruxisme. Nu heet het waak- en slaapbruxisme omdat niet iedereen slaapt in de nacht en vice versa.

Diagnostiek bruxisme

Hoe stel je vast of iemand bruxisme heeft of niet? Daar zijn verschillende methodes voor:

• Vragenlijsten
• Klinisch onderzoek
• Door middel van een apparaat dat de spieractiviteit monitort tijdens de slaap

Het afnemen van een vragenlijst leidt enkel tot een vermoeden van bruxisme. Bij klinisch onderzoek wordt er bekeken of er sprake is van slijtage, randen in de wangen, impressies in de tong of lippen en andere tekenen die kunnen wijzen op bruxisme. Dit geeft meer evidentie van het bruxisme. Een apparaat kan enkel wijzen op slaapbruxisme en geeft zekerheid. Een apparaat om waakbruxisme te registeren wordt op dit moment ontwikkeld. Diagnostiek via een apparaat wordt echter zelden gedaan, omdat het zeer arbeidsintensief is. Op dit moment wordt het vooral gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek en bij ernstige gevallen in de kliniek.

Etiologie

Occlusie speelt geen rol alhoewel dit vaak wordt gedacht. Psychosociale factoren staan wel nog steeds hoog op de lijst als etiologie, vooral voor overdag. Bruxisme is voor zeker vijftig procent genetisch bepaald. Zoals eerder genoemd is een asymmetrie in de hersenen bij de neurotransmitters een veroorzaker, met name met dopaminesubstanties. Er is ook een waslijst aan exogene factoren, zoals alcohol, roken, drugs en medicijnen. Bij medicijnen wordt dit als bijwerking vermeld onder de noemer ‘extrapyramidale stoornissen’.

Gedragsbeïnvloeding is dus belangrijk bij behandeling van bruxisme. Zoals je weet helpt het niet om te zeggen ‘je moet stoppen met roken’ of ‘neem dat pilletje nou gewoon niet’ en moeten de mouwen opgestroopt worden. Bij medicatie kan men de medisch behandelaar bellen om te overleggen of er overgestapt kan worden naar andere medicatie.

Gevolgen bruxisme

Negatieve gevolgen van bruxisme:

• Hypertrofie; verdikte masseters
• Gebitsslijtage
• Implantaten die sneuvelen
• Pijn in spieren en gewrichten
• De discus kan zich voorwaarts verplaatsen en zelfs blokkeren

(Mogelijke) Positieve gevolgen:

• Stimulatie van speekselklieren; ophef van hyposalie
• Hogere botdensiteit van de kaak
• Versteviging van de bovenste luchtweg; hierdoor verminderd slaapapneu
• Doorbreking van het slaapapneu event
• Stimulatie van de hersenactiviteit; verbeterde cognitieve prestaties

Denk daarom na voordat je ingrijpt bij een bruxist. Als mensen klachten hebben, kan je ingrijpen, maar als het (mogelijk) een bescherming geeft, blijf er dan vanaf.

Kinderen

Bij kinderen komt knarsen/klemmen veel voor: ongeveer 20% en neemt in de tijd weer af tot 8%. Waarschijnlijk komt het doordat het motorisch systeem nog niet uitgerijpt is en er nog gewend moet worden aan normale bewegingen. Bovendien kan er sprake zijn van ontwikkelingsstress. Het kan ook functioneel zijn want je hebt enige slijtage nodig om de gebitswisseling tot stand te brengen.

Mensen met verminderde cognitie

Ook onder mensen met een cognitieve problemen komt bruxisme vaker voor, bijvoorbeeld bij mensen met syndroom van Down.

Behandeling

Helaas ontbreekt er een effectieve en veilige behandeling. Er zijn wel strategieën waarvan we weten dat ze werken, maar we weten niet of het veilig is. Als je wilt behandelen, gebruik dan de Triple P-methode:

• Peptalk: Psychologie, leg uit wat er aan de hand is, geef instructies, geef ontspanningsoefeningen
• Platen: Geen zachte opbeetplaat, maar een harde opbeetplaat met volledige afdekking en afsteuning
• Pillen: In ernstige gevallen en bij falen van de eerste twee P’s. Geen valium, maar anti-parkisonmedicatie (via een arts of medisch specialist)

Hoewel effectief bij de behandeling van bruxisme is de veiligheid van Botox nog niet volledig aangetoond. Zo is gesuggereerd dat het zou kunnen leiden tot osteoporotische problemen. Terughoudendheid is dus gewenst.

 

Prof. dr. Frank Lobbezoo is tandarts-gnatholoog en hoogleraar Orale Functieleer, in het bijzonder de Orofaciale Pijn en Disfunctie. Tevens is hij voorzitter van de afdeling Mondgezondheidswetenschappen en vice-decaan van ACTA. Prof. Lobbezoo verzorgt theoretisch en praktisch onderwijs voor tandheelkundestudenten op het gebied van TMD, orofaciale pijn en tandheelkundige slaapstoornissen. Hij heeft een groot aantal nationale en internationale publicaties op zijn naam staan.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van het de Quality Practice Themadag Functie en Parafunctie

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Lagere kosten door behandelen slaapapneu in eerste lijn

Lagere kosten door behandelen slaapapneu in eerste lijn

Een nieuw ontwikkelde methode biedt potentie om de hoge kosten die slaapapneu met zich mee brengt terug te brengen. Met de methode die het diagnostisch centrum Diagnostiek voor U ontwikkelde kan per patiënt 400 tot 525 euro worden bespaard.

Hoge kosten OSAS

Het te laat ontdekken en niet behandelen van het obstructief slaapsyndroom OSAS brengt zowel gezondheidsrisico’s als hoge kosten met zich mee. Jaarlijks kost dit Nederland zo’n 1,5 miljard euro. In de Verenigde Staten lopen de kosten zelfs op tot 160 miljard.

Zuurstoftekort en verstoring slaapritme

Bij mensen met slaapapneu stopt de ademhaling tijdens het slapen steeds opnieuw voor 10 tot 30 seconden, meestal veroorzaakt door afsluiting van de bovenste luchtwegen. In sommige gevallen kan dit zelfs meer dan vijftig keer per uur voorkomen. Hierdoor beland er minder lucht in de langen wat een zuurstoftekort in het bloed veroorzaakt.

Waar de patiënt hier op het eerste gezicht niets van merkt verstoort dit wel het slaapritme. Dit verzorgt daarom vaak klachten als vermoeidheid, slechte concentratie, hoge bloeddruk of impotentie. Daarnaast brengt slaapapneu verhoogde risico’s op onder andere hart- en vaatziekten, herseninfarcten en kanker met zich mee.

Slaapapneu in Nederland

In Nederland hebben rond de 600.000 mensen te maken met OSAS. Dit komt vooral, maar niet uitsluitend, voor bij mannen met overgewicht. Minder dan de helft van de mensen met slaapapneu wordt hiervoor behandeld. De behandeling bestaat in de meeste gevallen simpelweg uit een slaapmasker.

Polygrafie in eerste lijn

Om de hoge kosten die OSAS behandelingen met zich mee brengen terug te brengen voerde het diagnostisch centrum Diagnostiek voor U in Eindhoven een uitgebreid polygrafisch onderzoek uit en werd gekeken of polygrafie erkend zou kunnen worden als diagnostiek in de eerste lijn. Het bleek dat de kwaliteit van dit type onderzoek gelijk is aan de tweedelijnskwaliteit, en dat de kosten een stuk lager zijn. Door OSAS bij de huisarts te behandelen, en niet door te verwijzen, kan per patiënt tussen 400 en 525 euro worden bespaard.

De NZa heeft deze resultaten in overweging genomen en als gevolg de eerstelijnsvoorzieningen en het toekennen van een eigen tarief erkend. Daardoor is het vanaf nu toegestaan voor huisartsen en zorgverzekeraars om polygrafische behandelingen aan te bieden.

Bron:
Eindhovens dagblad
Skipr

NVTS congres: Tandheelkundige slaapgeneeskunde in de praktijk. 5 april, Naarden

Op vrijdag 5 april houden wij ons elfde jaarcongres. Zes boeiende sprekers belichten vanuit diverse invalshoeken de slaapapneu-gerelateerde problematiek. De focus ligt op nieuwe kennis ten aanzien van Slaapdetectie & ‘City Safety’, alternatieve diagnostische mogelijkheden en toekomstperspectieven.
Aan bod komen de relatie tussen parodontitis en slaapapneu, gedragsverandering met betrekking tot gezonder leven en slaaphygiëne. Tevens wordt er een overzicht gegeven van de meest relevante recente literatuur op het gebied van OSA en van de ontwikkelingen van de unieke leerstoel ‘Tandheelkundige slaapgeneeskunde’. Lees meer

 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
App, telefoon

Een app die bruxisme en TMD in de gaten houdt

Onderzoekers hebben een mobiele applicatie ontwikkeld die patiënten tijdens hun dagelijkse routine monitort. Het prototype kan op een dag artsen helpen bij het diagnosticeren en bewaken van bruxisme, temporomandibulaire dysfunctie (TMD) en andere kaak-gerelateerde stoornissen.

App en EMG

Het prototype bestaat uit een smartphone applicatie en een klein draadloos elektromyografisch (EMG) apparaat dat patiënten on hun kaken dragen. Het systeem is opgezet door een internationaal team van onderzoekers. Het ontwikkelingsproces en de resultaten van deze pilotstudies staan beschreven in Clinical Oral Investigations (4 januari 2019).

Vergemakkelijken van diagnoses stellen

“Nieuwe draagbare apparaten vergelijkbaar met deze zullen steeds populairder worden in de tandheelkunde, zowel voor onderzoek als voor klinische doeleinden,” vertelt senior auteur Mauro Farella. “Ze kunnen niet alleen worden gebruikt om de kaakfunctie en het eetgedrag te controleren, maar ook om wakker- en slaapbruxisme te detecteren, waarvan diagnose stellen bijzonder uitdagend kan zijn.”

Spieractiviteit volgen

Onderzoekers en clinici gebruiken oppervlakte-EMG om samentrekkingen van de kauwspier te volgen. Het helpt bij het diagnosticeren en volgen van verschillende kaakaandoeningen. De huidige gegevensverzameling is echter beperkt tot grote, stationaire machines in laboratoria en ziekenhuizen, of draagbare machines met vervelende bedrading.

Een kwartje

“Tegenwoordig is er zeer beperkte informatie over de activiteit van de kaakspieren omdat deze van nature overdag voorkomt.” De oplossing voor het verkrijgen van die gegevens is een kleine, draadloze EMG-machine. Het nodulair apparaat bevindt zich in de wangkauwspier en detecteert contractie-activiteit. Hij wordt gevoed door een lithium-ion-batterij en weegt ongeveer hetzelfde als een kwartje.

Automatisch registeren

De draagbare EMG synchroniseert met een app die automatisch spieractiviteit registreert, kalibreert en visualiseert. De app vraagt gebruikers ook om relevante gegevens in te voeren, bijvoorbeeld wanneer ze eten, drinken of slapen.

Klein apparaat, groot resultaat

Het relatief kleine onderzoek bestond uit 12 gezonde deelnemers zonder geschiedenis van orofaciale pijn of hoofdpijn in de afgelopen maand. Er werden test uitgevoerd met behulp van software die de deelnemers begeleidde bij verschillende spier-gerelateerde taken. De tests werden gelijktijdig uitgevoerd met zowel het draadloze prototype als het traditionele systeem.

Kleine verschillen

De resultaten waren zeer vergelijkbaar. Het prototype worstelde echter tijdens sommige testen, zoals bij lachen of wanneer tanden in contact kwamen met iets. “De kleine verschillen kunnen mogelijk worden verklaar door kleine verschillen in de amplificatie en voorverwerking van EMG-signalen. De verschillen in amplitudes waren echter en zeker niet klinisch relevant.”

Lange termijn

Het team onderzoekt momenteel de lange termijn kaakspieractiviteit van patiënten met TMD-pijn, maar het prototype wordt ook gebruikt om kinderen met eetstoornissen en beroerte-patiënten met dysfagie te bestuderen.

Meer onderzoek nodig

Er zijn nog meer normatieve gegevens en controles nodig om de grenzen te identificeren tussen wat kan worden beschouwd als een normaal of abnormaal patroon van kaakconstructies, aldus Dr. Farella. Tevens moet de volgende versie van het apparaat nog slanker, gebruiksvriendelijker en goedkoper worden.

 

Bron:
Clinical Oral Investigations

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Ouderen moeten vaker worden getest op slaapapneu

Ouderen moeten vaker worden getest op slaapapneu

Nieuw onderzoek suggereert dat, met name oudere, patiënten vaker op slaapapneu getest zouden moeten worden. Uit de studie bleek dat waar de helft van deze groep risico loopt op slaapapneu, momenteel slechts 10 procent van de mensen hierop wordt gescreend.

Aantal mensen met obstructieve slaapapneu onbekend

Het is onbekend hoeveel volwassenen in de Verenigde Staten kampen met obstructieve slaapapneu, aangezien de paar goede studies die hiernaar zijn gedaan inmiddels al meer dan 30 jaar oud zijn. Daarom wilden Galit Levi Duniets, PhD in slaap epidemiologie aan het Michigan Medicine’s Sleep Disorders Center aan de Universiteit van Michigan in Ann Arbor, en zijn team onderzoeken hoeveel Amerikanen hier risico op lopen. Daarnaast wilden ze kijken of deze risicopatiënten evaluaties, diagnoses en behandelingen ontvangen.

STOP-Bang vragenlijst

Het onderzoek werd gedaan met behulp van data van een nationale gezondheids- en verouderingsenquête, met data van meer dan 1000 patiënten van 65 jaar of ouder. De deelnemers werden gevraagd naar hun slaapproblemen, met behulp van de STOP-Bang vragenlijst. STOP staat hierbij voor snoring (snurken), tiredness (vermoeidheid), observed apneas (geobserveerde slaapapneu), high blood pressure (hoge bloeddruk), body mass index (bmi), age (leeftijd), neck circumference (halsomtrek) en gender (geslacht).

Deze vragenlijst kan nauwkeurig bepalen of mensen wel of niet gevoelig zijn voor obstructieve slaapapneu. Over het algemeen staat een score van 0 tot 2 voor laag risico, 3 tot 4 voor gemiddeld risico en 5 of hoger voor hoog risico.

Meer dan helft ouderen groot risico op slaapapneu

De onderzoekers vonden dat 56 procent van de onderzochte patiënten groot risico loopt op slaapapneu, terwijl slechts 8 procent van deze patiënten hier daadwerkelijk op was getest. Van de geteste patiënten werd 94 procent daadwerkelijk gediagnosticeerd met slaapapneu. Dit toont overduidelijk aan dat ouderen veel te weinig worden getest op slaapapneu. De onderzoekers hopen dat dit in de toekomst vaker kan worden gedaan.

Bron:
Journal of the American Geriatrics Society

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z, Uncategorized
Botox als oplossing voor bruxisme

Botox als oplossing voor bruxisme?

In de Verenigde Staten is een kleinschalig onderzoek gedaan naar het injecteren met Botox als remedie tegen bruxisme. Dertien patiënten die lijden aan bruxisme werden geïnjecteerd met Botox, tien anderen met een placebo. De resultaten waren positief.

Bruxisme

Bij bruxisme wordt tijdens de slaap een beweging van de kaakspieren gecombineerd met tanden knarsen of kaakklemmen. Het kan leiden tot temporomandibulaire dysfunctie, hoofdpijn en schade aan tanden en kiezen. Er is nog geen standaardbehandeling voor die de oorzaak aanpakt.

Onderzoek

Dr. W. Ondo, onder andere professor in de neurologie bij het Houston Methodist Research Institute, heeft onderzocht of injecties met onabotulinum toxin-A (Botox) invloed hebben op bruxisme. Voor dit onderzoek heeft hij 31 patiënten met bruxisme geselecteerd. Alleen die patiënten waarbij tijdens hun slaap met behulp van elektromyografie bruxisme gemeten kon worden, hebben uiteindelijk aan het onderzoek deelgenomen. Dit waren er 23.

Dertien van hen kregen een injectie in de kauwspieren met Botox en tien met een placebo.

Vier tot acht weken later werd bij de deelnemers nogmaals het bruxisme gemeten.

Resultaten

De deelnemers die de placebo-injectie kregen vertoonden geen verbetering. Bij degenen die de Botox ingespoten kregen, waren de bruxisme-klachten ‘verbeterd’ of ‘erg verbeterd’. Deze deelnemers gaven ook aan dat de pijnklachten verminderd waren, terwijl de placebo-deelnemers geen vermindering van de klachten ervaarden.

Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of Botox als reguliere behandelmethode tegen bruxisme ingezet kan worden.

Bron:
Neurology

 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Slaapapneu verhoogt kans op terugkomen beroerte of overlijden

Slaapapneu verhoogt kans op terugkomen beroerte of overlijden

Uit nieuw onderzoek is gebleken dat mensen die in het verleden een beroerte hebben gehad en kampen met slaapapneu meer kans hebben op het krijgen van nog een beroerte, of zelfs te overlijden.

De onderzoekers van de University of Michigan vonden dat 24% van de overlevenden van een beroerte met slaapapneu meer kans hadden om in de opvolgende 600 dagen nog een beroerte mee te maken of te overlijden. Daarnaast werd gevonden dat het hebben van een Mexicaans-Amerikaanse afkomst deze kans nog eens 1,7 keer vergroot.

Relatie slaapapneu en terugkomende beroertes

De relatie tussen slaapapneu en terugkomende beroertes werd onderzocht aangezien dit nog nooit eerder was gedaan op basis van populatie data, grote samples of etnisch diverse groepen. Er werd data verzameld van het Brain Attack Surveillance project in Texas. De 842 patiënten die tussen 2010 en 2015 te maken kregen met een beroerte werden geselecteerd en werden getest op slaapapneu, met een ApneaLink Plus apparaat. Op basis hiervan werd een apneu-hypopneu index gemaakt die aangaf hoeveel adempauzes er elk uur tijdens slaap voorkwamen.

Deelnemers onderzoek

De gemiddelde leeftijd van de deelnemers aan het onderzoek was 65, met 47 procent vrouwen, bijna 60 procent van Mexicaans-Amerikaanse afkomst en 34 procent volledig blank. 63 procent van de deelnemers had last van slaapapneu, met een gemiddelde van 14 adempauzes per uur. Er bleek een verband tussen het hebben van slaapapneu en de volgende factoren:

  • Man
  • Mexicaans-Amerikaanse afkomst
  • Het hebben van een verzekering
  • Niet roken
  • Diabetes
  • Hypergevoeligheid
  • Laag opgeleid

24% terugkomende incidenten

In de circa 600 dagen na de eerste beroerte werden nog 90 beroertes en 125 sterfgevallen gerapporteerd. Dit staat gelijk aan 24 procent van de deelnemers die nog een beroerte kregen of overleden na het hebben van een beroerte. Voor elke unit toename in de apneu-hypopneu index vergrootte de kans met 9 procent.

Bron:
American Heart Association

 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Tandartspatiënten screenen op obstructieve slaapapneu nuttig

Tandartspatiënten screenen op obstructieve slaapapneu nuttig

Het screenen van tandartspatiënten op het obstructieve slaapapneu syndroom (OSAS) redt levens, aldus een presentatie op de jaarlijkse ADA (American Dental Association) bijeenkomst. Daarom zou dit binnenkort nog wel eens deel van het ADA beleid kunnen worden.

Tijdens de bijeenkomst besprak Ken Berley, DDS, JD, het belang dat tandartsen patiënten screenen op OSAS, en raadde hij alle tandartsen aan om een cursus te volgen om te leren hoe dit kan en waarom het nodig is. De ADA zal binnenkort stemmen over of het screenen van patiënten op slaap gerelateerde ademhalingsstoornissen wel of niet een vast onderdeel van hun beleid zou moeten worden. Dr. Berley legde uit dat zijn vader in zijn slaap aan een beroerte is overleden, wat voorkomen had kunnen woorden als hij hem hierop had gecontroleerd.

Rond de 52 miljoen Amerikanen en bijna een kwart van de mannen heeft last van OSAS, aldus Dr. Berley. Slechts 15% van deze gevallen is hier echter mee gediagnosticeerd, waarvan maar 25% succesvol ‘s nachts gebruik maakt van een continuous positive airway pressure (CPAP) apparaat.

Slaap gerelateerde ademhalingsproblemen vallen binnen de praktijk van de algemene tandheelkunde, om welke reden Dr. Berley stelt dat tandartsen verplicht zouden moeten zijn om hun patiënten hierop te screenen. Hij legt uit dat tandartsen dit dan wel niet moeten kunnen behandelen, maar dat zou wel in staat zouden moeten zijn om het probleem te herkennen.

Hoe scan ik op OSAS?

Dr. Berley noemde verschillende manieren om te screenen voor OSAS, waaronder:

  • Neem vragen over de diagnose van OSAS, CPAP gebruik en slaapgewoontes mee in het noteren van de medische geschiedenis
  • Schrijf een tandheelkundige geschiedenis op
  • Vraag OSAS-gerelateerde gezondheidsvragen
  • Kijk binnen de mond naar dentale tekenen en symptomen van OSAS
  • Vraag de familie van de patiënt naar gerelateerde symptomen
  • Meet de bloeddruk van de patiënt – meer dan de helft van de mensen met een hoge bloeddruk heeft OSAS
  • Meet de maat van de nek van de patiënten – een grotere nek wordt geassocieerd met OSAS

Dentale tekenen en symptomen van OSAS zijn onder andere:

  • Bruxisme
  • Temporomandibulaire gewrichtsstoornis (TMD)
  • Abfracties
  • Beschadiging aan het gebit
  • Het gebruiken van een mondspleet
  • Cervicale afscheidingen

Algemene gezondheidsvragen over OSAS zouden bijvoorbeeld kunnen gaan over:

  • Luid snurken
  • Naar adem moeten happen tijdens het slapen
  • Vaak wakker worden
  • ’s Nachts vaak naar de wc moeten
  • Overdag slapen of vermoeid zijn, slechte concentratie, snel geïrriteerd, in slaap vallen tijdens routine activiteiten
  • Het drinken van veel koffie
  • BMI
  • Insomnia

Tot slot verhogen de volgende factoren de kans op het hebben van OSAS met een bepaald percentage:

  • Ooit een beroerte gehad (80%)
  • Obesitas (50%)
  • Hoge bloeddruk (50%)
  • Depressie (32%)
  • TMD of bruxisme (30%)
  • Coronaire hartziekte (28%)

Bron:
Plos one

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
bruxisme

Meer kans op bruxisme door roken en drinken

Regelmatige consumptie van sigaretten en alcohol verhoogt niet alleen het risico op gaatjes en parodontitis, maar ook op bruxisme. Dit is gebleken uit nieuw onderzoek. Met de resultaten hopen de onderzoekers dat tandartsen hun patiënten hierop zullen gaan scannen, aangezien dit tot gebitsslijtage, parodontitis en hoofdpijn kan leiden.

Slaap bruxisme
Tussen de 8 en 31 procent van de bevolking heeft de dag of nacht versie van bruxisme. Deze conditie kan tot gezondheidsproblemen leiden. Eerder werden al linken gevonden tussen deze ziekte en alcohol en tabak, maar deze link was nooit eerder gevalideerd. Om die reden keken Dr. Bertazzo-Silveira en zijn collega’s naar verschillende studies die onderzoek deden naar bruxisme onder volwassenen, waarbij deelnemers geen neuromusculaire ziektes hadden of aan de medicatie waren.

Zeven studies
Uit deze selecties kwamen zeven studies naar voren, met een sample grootte variërend van 51 tot meer dan 10,000 deelnemers. De meerderheid onderzocht bruxisme door middel van een vragenlijst. Uit deze studies kwamen tabak en een grote alcohol consumptie naar voren als verdubbelaars van de kans op slaap bruxisme. Hetzelfde geldt voor deelnemers die meer dan 8 koppen koffie per dag drinken.

Identificeren van bruxisme door tandartsen
Een van de zorgen van de onderzoekers is dat in geen van de onderzochte studies homogeniteit werd genoemd. Het is daarom mogelijk dat de populatie niet willekeurig gekozen was of representatief is van een grote, diverse bevolking. Ook zijn sommige van de studies meer dan 40 jaar oud. Hoe dan ook, de resultaten zijn van groot belang voor tandartsen in klinische praktijken, aangezien deze dagelijks patiënten behandelen die risico lopen op deze factoren. Dr. Bertazzo-Silveira hoopt dat tandartsen in staat zijn om slaap bruxisme te identificeren en dat onderzoekers in de toekomst nog veel meer onderzoek zullen gaan doen over factoren die met deze conditie kunnen worden geassocieerd.

Bron:
Journal of American Dental Association

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
minder snurken door mondsticker

Minder snurken door mondsticker

Amerikaanse onderzoekers experimenteren met een nieuw middel tegen snurken: een speciale mondsticker, genaamd de Varnum mouthpiece.

Ademen door ventieltje
De sticker sluit de mond af en laat lucht door met gebruik van een soort ventieltje. Aangezien neus ademen geen rol speelt bij snurken hoeft hier ook niks mee te gebeuren, aldus de onderzoekers. Of de sticker ook echt gaat werken is nog maar de vraag, daarmee wordt op dit moment druk geëxperimenteerd.

Proeffase
Op dit moment wordt de Varnum mouthpiece in een slaaplaboratorium getest door 30 snurkers. Mocht de sticker aanslaan, dan zal deze niet permanent gedragen hoeven te worden. De sticker leert namelijk direct een nieuwe ademtechniek aan, waardoor uiteindelijk vanzelf minder gesnurkt zal worden. Wat zeker is, is dat de sticker minstens tot minder dan 30 procent minder snurken zal leiden. Of en wanneer het product op de markt wordt gebracht hangt af van de uitkomst van de proef.

Bron:
Clinical Trials

 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Slaapapneu

Luchtpomp en antisnurkbeugel verlagen bloeddruk bij patiënten met slaapapneu

Zowel de luchtpomp (CPAP) als de antisnurkbeugel (MRA) verlaagt de bloeddruk bij patiënten met obstructieve slaap apneu (OSAS). Dit blijkt volgens een nieuw onderzoek gepubliceerd in het Journal of the American Medical Association.

OSAS
In Nederland zijn er zo’n 500.000 mensen zijn met obstructief slaap apneu syndroom (OSAS). Dit is een slaapstoornis waarbij sprake is van ademstilstand tijdens het slapen. De meeste klachten van OSAS-patiënten gaan over het snurken, de vermoeidheid en verstoorde slaappatronen. Slaapapneu kan ook ernstige gevolgen voor de gezondheid hebben. De aandoening wordt geassocieerd met zuurstofverlies en slapeloosheid, dat kan leiden tot bloeddrukverhoging en het risico op hart- en vaatziekten. Er zijn zowel niet-chirurgische als chirurgische behandelingsmethoden voor slaapapneu.

CPAP en MRA
Met hulp van een CPAP (continous positive airway pressure) worden de luchtwegen onder geringe overdruk opengehouden. Sommige patiënten krijgen in plaats van een CPAP, een mondbeugel (mandibulair repositie apparaat, MRA). De mondbeugel houdt de onderkaak tijdens het slapen naar voren. Dat voorkomt dat de onderkaak en tong naar achteren zakken en de luchttoevoer ter hoogte van de keel geblokkeerd raakt.

Onderzoek
In het huidig onderzoek hebben de onderzoekers CPAP en MRA met elkaar vergeleken om te kijken wat voor invloed de apparaten hebben op de bloeddruk van de patiënten. Zij hebben hiervoor een meta-analyse uitgevoerd van 51 onderzoeken, met een database van 4888 OSAS-patiënten.

Resultaten
Zowel CPAP en MRA verlaagt de bloeddruk bij OSAS-patiënten. De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen CPAP en MRA betreft een verandering in bloeddruk.

Bron:
Journal of the American Medical Association 

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slaapapneu

Online begeleiding van patiënten met slaapapneu

Patiënten met slaapapneu van het Sint Franciscus Gasthuis, het Havenziekenhuis en het Nederlands Slaap Instituut (NSI) kunnen sinds kort gebruik maken van de NSI – Apneu Coach®. Dit meldt het Havenziekenhuis op haar website.

Monitoren
Via internet krijgen patiënten hulp bij het zelf monitoren van de behandeling van hun ziekte. Ook kunnen patiënten via de NSI Apneu Coach vragen stellen en direct advies krijgen. Uit de ervaring die deze ziekenhuizen hebben opgedaan met andere zelf-management programma’s is gebleken dat een actievere rol van de patiënt positief werkt op de resultaten van de behandeling.

Beter omgaan
Longarts In’t Veen werkt bij het Sint Franciscus Gasthuis en verwacht veel van de online Apneu Coach. ‘Via de NSI Apneu Coach helpen we patiënten in de eerste maanden beter om te gaan met hun CPAP (een apparaat dat tijdens de slaap voor een positieve luchtdruk zorgt) of een MRA (een gebitsprothese die de onderkaak naar voren houdt tijdens de slaap). Juist die eerste periode blijkt van groot belang in het welslagen van de behandeling. Patiënten kunnen zo zelf zien in hoeverre zij hun slaapapneu onder controle hebben’.

Zijn collega Klaaver, longarts bij het Havenziekenhuis vult aan. ‘Wij werken al een aantal jaren met soortgelijke toepassingen als ‘Mijn COPD-online’ en ‘Mijn Astma-online’. We zien dat patiënten door de online hulpmiddelen nog beter geïnformeerd zijn en zelf keuzes kunnen maken in hun behandeling, die het best passen bij de persoonlijke situatie. Patiënten die gebruik gaan maken van de NSI Apneu Coach bespreken samen met de longverpleegkundige hun persoonlijke doelen en vullen die in. Zij kunnen ook online vragen stellen.’

Slaapapneu
Slaapapneu is een veel voorkomend probleem, waarbij het soms lang kan duren voordat de juiste diagnose gesteld wordt. Een apneu is een pauze van de ademhaling van meer dan tien seconden. Bij een deel van de snurkende mensen is de keelholte zo nauw dat de luchtweg afgesloten wordt. Door deze apneus en alarmsignalen uit de hersenen lukt het de patiënten eigenlijk niet of nauwelijks om diep genoeg te slapen. Dit leidt tot moeheid overdag, soms zelfs zo erg dat zij zomaar ongewild in slaap kunnen vallen. Ook een slechte concentratie en vergeetachtigheid kunnen het gevolg zijn. Het spreekt voor zich dat dit in het dagelijkse leven tot gevaarlijke situaties kan leiden. Bijvoorbeeld in het verkeer. Verder treden er door de alarmsignalen wisselingen in de bloeddruk op waardoor patiënten een hoge bloeddruk kunnen krijgen. Patiënten worden vaak behandeld met een CPAP-apparaat of een MRA. Juist voor deze groep is de NSI Slaap Apneu Coach een goede ondersteuning bij de behandeling.

De NSI – Apneu Coach is ontwikkeld door het Nederlands Slaap Instituut in samenwerking met longspecialisten en de Apneuvereniging en deelname is gratis voor alle patiënten.

Bekijk een video over de werking van de NSI- Apneu Coach®

Bron:
Havenziekenhuis

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Een update over het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS)

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn? Verslagen van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Wat is de rol van de tandarts bij een patiënt met verdenking op OSAS?
Dr. P.J. Wijkstra/ Dr. C. Stellingsma

Het diagnosticeren van OSAS gebeurt in een Slaapapneu Centrum. Indien u een patiënt heeft die u verdenkt op OSAS dan kunt u die verwijzen naar het Slaapapneu Centrum van het UMCG. Patiënten komen binnen via één loket en worden vervolgens gezien door verschillende artsen en specialisten (een multidisciplinair team). De diagnose wordt vervolgens gesteld in het Slaapapneu Centrum en behandeling kan gestart worden.

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff, AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron: Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

OSAS: Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Prof. dr. L.G.M. de Bont

Dertig jaar geleden was er nog vrijwel niets bekend over OSAS. Patiënten kwamen met klachten als slaperigheid overdag, snurken en invaliditeit. Inmiddels is de kennis omtrent OSAS erg gegroeid en kan er makkelijk een diagnose gesteld worden.

Laterale Tele-X Foto
Een laterale Tele-X foto kan een handig diagnosemiddel zijn. Op deze foto is doorgaans te zien of er sprake is van een obstructie in de ademweg. Een veel nauwkeuriger diagnosemiddel is de Cone Beam CT (CBCT).

Polysomnografie (slaaponderzoek)
Normaliter komt een persoon tijdens de slaap in verschillende slaapfases: eerst 4 REM fases (fase 1,2,3,4) gevolgd door de non-REM fase. Deze laatste fases zijn van belang om goed uit te rusten. Een ‘normaal’ persoon komt dan ook 3 tot 4 keer per nacht in deze ‘uitrustfases’. OSAS-patiënten komen vrijwel nooit in REM fase 3,4 en de non-REM fase en rusten daarom nauwelijks uit. Tijdens een verblijf in een Slaapapneu Centrum kan worden vastgesteld of een patiënt wel of niet in alle slaapfases komt en of er dus sprake is van OSAS.

Apneu Hypopneu Index (AHI)
De AHI-waarde geeft het aantal ademstilstanden per uur aan. Aan de hand van de AHI-waarde kunnen patiënten worden verdeeld in een van de volgende groepen: milde, matige of ernstige OSAS.

Impact
De impact van OSAS is groot. Het leidt tot het volgende:

  • Hypersomnie (slaapstoornis)
  • Sociaal disfunctioneren: schaamte, isolement, discommunicatie, snurken, hypersomnie, vermoeidheid.
  • Invaliditeit, WAO

Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat OSAS een grote impact heeft op de patiënt en zijn omgeving. Daarnaast is er een multidisciplinaire aanpak nodig. De kaakchirurg en tandarts kunnen hierin een grote rol spelen.

Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

Hoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?
Dr. A. Hoekema

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?
Dr. ing. M.H.J. Doff

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont,  kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron:
Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Hoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Dr. A. Hoekema

OSAS kan worden behandeld op de volgende manieren:

1. Conservatieve behandeling
Dit houdt vooral gedragsverandering in zoals afvallen en verminderen van alcoholinname en het stoppen met roken. Ook behandeling met sedativa en positietherapie horen bij een conservatieve behandeling.

2. Chirurgie

  • Verbetering van de neuspassage die belemmerd wordt door: concha hypertrofie, scheefstand neustussenschot, neuspoliepen of een collaberende inwendige neusklep
  • Uvulopalatopharyngoplastiek (UPPP)
  • Coblatie: Door verlittekening van het weefsel ontstaat er stugger weefsel en wordt het snurken verminderd.
  • Hyoïdthyroïdepexie (tongbeen): Door het tongbeen aan larynx vast te hechte, ontstaat er meer ruimte in de keel.
  • Genioglossus advancement: De tongspier wordt hier naar voren gezet waardoor er ruimte in de keel wordt gecreëerd. Dit wordt echter niet veel meer gedaan.
  • Multilevel chirurgie: Indien de oorzaak voor het slaapapneu op meerdere niveaus in de bovenste luchtweg ligt, kan er ook gekozen worden om de bovenstaande behandelingen te combineren.
  • Bimaxillaire osteotomie (Le Fort I + BSSO): Dit zorgt voor een verruiming van de bovenste luchtweg.

3. Continue Positive Airway Pressure (CPAP)
Deze behandeling wordt nog altijd gezien als de standaard therapie en helpt bij een groot deel van de patiënten. Een van de grootste nadelen is dat er een masker gedragen moet worden.

4. Mandibulair Repositie Apparaat (MRA)
De MRA is is vooral als therapeutisch alternatief voor CPAP naar voren gekomen omdat een belangrijk deel van de patiënten deze laatste behandeling niet accepteert. Er zijn verschillende soorten MRA’s (o.a. Monobloc en Bibloc). Belangrijk is dat ze aan de volgende eisen voldoen:

  • Protusie van de onderkaak
  • Mondademhaling is mogelijk
  • Adequate retentie
  • Vervaardigd in een tandheelkundig laboratorium (geen confectie i.v.m. matige retentie en comfort)

Korte termijn effecten MRA
Op korte termijn blijkt dat MRA het snurken tot 90% vermindert, patiënten minder slaperig zijn en dat de quality of life van patiënten verbetert. Ook daalt de AHI waarde en nemen non-REM fase 3,4 en REM fase slaap toe.

Contra-indicaties MRA
Er zijn contra-indicaties voor het indiceren van een MRA.

Absolute contra-indicaties:

  • Protusie van de onderkaak tot 5-6 mm.
  • Mondopening van minder dan 25 mm.

Relatieve contraindicaties:

  • Niet gesandeerde dentitie
  • Edentate personen (behandelmogelijkheid met implantaten?)

Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat er als eerste gericht moet worden op een conservatieve behandeling. Daarna kan, in geval van milde tot matige OSAS, in veel gevallen gekozen worden voor MRA. In geval van ernstige OSAS kan beter gekozen worden voor CPAP.

Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?
Prof. dr. L.G.M. de Bont

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?
Dr. ing. M.H.J. Doff

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron:
Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Dr. ing. M.H.J. Doff

Onderzoek
Onderzoek naar de lange termijn effecten bij de behandeling van OSAS heeft geleid tot de volgende conclusies:

  • Ook op de lange is MRA therapie succesvol bij milde of matige OSAS (AHI<30) en kan naast CPAP gezien worden als de therapie van eerste keus.
  • In geval van ernstige OSAS gaat de voorkeur uit naar CPAP behandeling.
  • Op lange termijn blijkt de AHI signifcant lager en de minimale zuurstofsaturatie tijdens de slaap significant hoger bij CPAP therapie vergeleken met MRA therapie.
  • Bij patiënten met een ersntig OSAS (AHI>30) waar CPAP niet geaccepteerd wordt, kan gekozen worden voor een MRA.
    Neveneffecten
  • Korte termijn (enkele maanden): overmatige speekselproductie, droge mond, gestoorde beet, kaakgewrichtsklachten en een kokhalsreflex. De meeste effecten verdwijnen vanzelf.
  • Lange termijn (1-2 jaar): Er is een vermoeden dat de behandeling effect heeft op de steunweefsels van tanden en kiezen, er treedt soms een permanente verandering van de beet op. Voorts kunnen elementen en bruggen fractureren (zeldzaam).

Conclusie

Bij matige of milde OSAS, gebaseerd op de lange termijn resultaten, kan ook gekozen worden voor een MRA.

  • Er moet rekening worden gehouden met de neveneffecten van de behandeling, CPAP geeft echter ook behoorlijk neveneffecten.
  • Duidelijke explicatie naar de patiënten is vereist.
  • Er moet sprake zijn van informed consent.
  • Follow up is belangrijk.
  • Bij- en nascholing in de tandheelkundige slaapgeneeskunde van tandarts (specialisten) is belangrijk.
  • Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

    Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?
    Prof. dr. L.G.M. de BontHoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?
    Dr. A. Hoekema

    Sprekers
    Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
    Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
    Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
    Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
    Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
    Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

    Bron:
    Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Veel mensen weten niet dat ze slaapapneu hebben

Driekwart van de mensen die slaapapneu hebben, is zich hiervan niet bewust terwijl zij wel met klachten rondlopen. Soms zijn ze zelfs onder behandeling voor hartklachten, hoge bloeddruk, depressie en diabetes. Dit blijkt uit onderzoek onder Philips medewerkers van de Universiteit Twente, de ApneuVereniging, Medisch Spectrum Twente en Philips.

Bevestiging onderdiagnose
Voor de ApneuVereniging vormen de uitkomsten een bevestiging van de grote onderdiagnose. Uit onderzoek dat de ApneuVereniging stelselmatig sinds 2004 houdt, komt naar voren dat het gemiddeld vijf tot acht jaar duurt voordat slaapapneu ontdekt wordt. Voor 37% van de patiënten duurde het zelfs langer dan 8 jaar. In die periode lopen mensen grote schade op; lichamelijk, maar daardoor ook op hun werk en in hun relatie. Schade die soms onherstelbaar is. Dit terwijl slaapapneu goed te behandelen is en mensen bij een tijdige diagnose en adequate behandeling 100% normaal kunnen blijven functioneren.

Werknemers
Volgens het onderzoek heeft 6,4% van de werknemers slaapapneu. De onderzoekers berekenen nu hoe ze deze cijfers kunnen vertalen naar de (werkende) bevolking in heel Nederland. Als deze cijfers worden doorgetrokken, dan zouden 473.000 werknemers slaapapneu hebben en als de cijfers vertaald worden naar alle Nederlanders boven de 40 jaar dan zouden er zelfs meer dan 750.000 patiënten zijn. Momenteel worden er slechts 80.000 mensen behandeld voor apneu, meldt de ApneuVereniging.

Bron:
ApneuVereniging

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slapen, vrouw, bed

Steeds meer vrouwen snurken

Onderzoek door de Kliniek voor Snurken en Apneu naar aanleiding van de Internationale vrouwendag heeft aangetoond dat steeds meer vrouwen snurken.

4 miljoen Nederlanders snurken, 40% hiervan is vrouw. In 2006 was nog maar 20% van de aanmeldingen van het vrouwelijke geslacht, in 2011 is dit aantal al naar 35% gestegen. Dit komt ook overeen met het aantal vrouwelijke snurkers dat Nederland telt. Dit betekent dat er tussen 2006 en 2011 bijna een verdubbeling is van het aantal aanmeldingen van het vrouwelijk geslacht.

Niet charmant
De man heeft geen problemen met zijn eigen gesnurk, een vrouw daarentegen vindt het niet charmant en schaamt zich hiervoor naar haar partner en vriendinnen toe. Eén op de drie mannen heeft hinder van het gesnurk van zijn vrouwelijke partner. Slapen en vrouwen zijn al jaren geen perfect huwelijk, wisselende hormoonspiegels kunnen hier een oorzaak van zijn. Een verhoogde BMI index veroorzaakt dikwijls ook het snurkprobleem. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, is dit niet de hoofdoorzaak. Veelal zit het probleem in de genen en heeft het met de anatomie/bouw van de luchtweg en tong te maken.

Beugel
Door de stijgende vraag van het vrouwelijke geslacht heeft de Kliniek voor Snurken en Apneu een speciale beugel ontwikkelt voor de snurkende dame. De SnörEx® Lady Snore, een speciaal op maat gemaakte snurkbeugel. Deze op maat gemaakte beugel is buiten de roze kleur, eleganter, kleiner, niet zichtbaar in de mond en geeft geen pijnlijke kaakstand verandering. Daarbij kan zelfs ook de oudere dame met tandprothese deze snurkbeugel dragen.

Bron:
Snurken.org

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slaapapneu

Doorbraak behandeling slaapapneu

Wetenschappers hebben een belangrijke stap voorwaarts geboekt in de behandeling van mensen met slaapapneu. Na bijna 5 jaar onderzoek en ontwikkeling, onder meer aan de TU Delft, krijgt vandaag de eerste apneu-patiënt de Slaap Positie Trainer aangemeten. De Slaap Positie Trainer van NightBalance is een klein apparaatje dat mensen op een intelligente manier leert om ’s nachts niet meer op de rug te slapen.

Slaapapneu is een verstoorde ademhaling tijdens de slaap, met als gevolg extreme vermoeidheid en concentratieverlies overdag. Ongeveer 300.000 mensen in Nederland hebben slaapapneu, en bij de helft van hen hangt de aandoening samen met slapen op de rug. Voor deze groep mensen was tot nu toe geen therapie beschikbaar om het slapen op de rug voorgoed af te leren. Het apparaat is uitgebreid getest met zeer goede resultaten. De Slaap Positie Trainer is vanaf vandaag verkrijgbaar op voorschrift van een medisch specialist (KNO- of longarts).

Bron:
Dentland

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
slapen, vrouw, bed

Proefschrift Ghizlane Aarab over behandelopties voor slaapapneu

Op 5 oktober promoveerde mevr. Ghizlane Aarab aan de Universiteit van Amsterdam op het onderwerp ‘Mandibular Advancement Device Therapy in Obstructive Sleep Apnea’. Mevr. Aarab ontving een bijdrage van de NVGPT in de kosten van haar promotie. Hieronder een samenvatting van het proefschrift.

Het obstructieve slaapapneu syndroom (OSAS) wordt gekenmerkt door het herhaald optreden van volledige of partiële obstructies van de hogere luchtweg. Snurken, overmatige slaperigheid en vermoeidheid overdag zijn veel voorkomende klachten. Deze klachten kunnen een grote invloed hebben op iemands leven, mogelijk zelfs met invaliderende gevolgen.

CPAP
Continue positieve luchtdruk behandeling (“continuous positive airway pressure”; CPAP) wordt internationaal beschouwd als de gouden standaard in de behandeling van OSAS. Hoewel CPAP als een zeer effectieve en veilige behandeling voor OSAS wordt beschouwd, is er toch behoefte aan andere behandelingsopties, omdat CPAP vaak niet wordt geaccepteerd door patiënten. Een afname in therapietrouw is hiervan het gevolg.
Tegenwoordig worden voornamelijk mandibulaire repositie-apparaten (MRA’s) voorgeschreven voor de behandeling van milde en matige OSAS, omdat deze behandeling vaker wordt geaccepteerd door OSAS-patiënten dan een CPAP-behandeling.

MRA
Ten tijde van de start van onze gerandomiseerde gecontroleerde studie (RCT) in 2002 was het MRA voornamelijk onderzocht in de vorm van casuïstiek. Dit resulteerde in onvoldoende wetenschappelijk bewijs voor de therapeutisch effectiviteit van het MRA. Wij besloten daarom drie belangrijke aspecten van de MRA-behandeling te onderzoeken in een RCT: (1) de variabiliteit van de apneu-hypopneu index (AHI) en de gevolgen hiervan voor diagnostiek en therapie-evaluatie (hoofdstuk 2); (2) de invloed van mandibulaire protrusie op tekenen en symptomen van OSAS (hoofdstuk 3 en 4); en (3) de korte en lange termijneffecten van zowel MRA als CPAP in de behandeling van OSAS (hoofdstuk 5 en 6).
De AHI wordt in de meeste studies gebruikt als primaire uitkomstmaat in de diagnostiek en de therapie-evaluatie van OSAS-patiënten. Het is daarom van belang dat deze variabele stabiel is over de tijd. In hoofdstuk 2 van dit proefschrift is de variabiliteit van de AHI gedurende tien weken bepaald, en een wiskundige techniek beschreven om de mogelijke gevolgen hiervan voor diagnostiek en therapie-evaluatie bij OSAS-patiënten te bepalen. Op basis van deze studie kan er geconcludeerd worden dat er een aanzienlijke intra-individuele variabiliteit bestaat tussen AHI-registraties. Dit betekent dat een enkele registratie de aanwezigheid van OSAS alleen kan bevestigen of ontkennen als de uitkomst van die registratie buiten een cut-off-band valt die rondom een cut-off-punt ligt.

Geen klinisch verschil
Ten behoeve van de RCT werd een MRA ontwikkeld met een schroefmechanisme dat het mogelijk maakte om de protrusiestand van de mandibula te veranderen bij een constante verticale dimensie. In hoofdstuk 3 van dit proefschrift is de initiële effectiviteit van dit MRA bepaald in een pilotstudie. Er is tevens gekeken in hoeverre de procedures van deze pilotstudie ook gebruikt konden worden in de toekomstige RCT. In hoofdstuk 4 van dit proefschrift is de invloed van vier verschillende mandibulaire protrusiestanden, bij een constante verticale dimensie, op tekenen en symptomen van OSAS onderzocht. Op basis van deze studie werd aanbevolen om het MRA bij de start van de behandeling in te stellen in de 50%-protrusiestand voor het optimale effect en minimale bijwerkingen.
Na de start van onze RCT hebben een aantal andere RCTs aangetoond dat de effectiviteit van MRA’s kleiner is dan die van CPAP. In deze voorgaande studies was echter alleen CPAP objectief getitreerd. Om een gelijkwaardige vergelijking te kunnen maken tussen beiden therapieën, is het van belang om ook het MRA objectief te titreren. Het doel van hoofdstuk 5 van dit proefschrift was daarom een vergelijking tussen MRA en nasale CPAP (nCPAP) in effectiviteit, na objectieve titratie van beiden therapieën met behulp van polysomnografie. Bovendien werden deze behandeleffecten van beiden groepen over een periode van één jaar geëvalueerd in hoofdstuk 6. Op basis van beide studies werd er geconcludeerd dat er geen klinisch relevant verschil is tussen MAD en nCPAP in de behandeling van milde en matige OSAS.

Conclusies

 

  • Er moet rekening worden houden met een aanzienlijke intra-individuele variabiliteit tussen AHI-registraties in de diagnostiek en de therapie-evaluatie van OSAS (hoofdstuk 2).
  • Het is aan te bevelen om een MRA-behandeling in de 50%-protrusiestand te starten bij de behandeling van milde en matige OSAS (hoofdstuk 3 en 4).
  • Er is zowel op de korte termijn als op de lange termijn geen klinisch relevant verschil tussen MRA en nCPAP in de behandeling van milde en matige OSAS (hoofdstuk 5 en 6).

Bron:
Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z