Preventie: de samenwerking tussen tandarts, preventieassistent en mondhygiënist in beeld

Hoe verloopt de samenwerking bij preventie tussen tandarts, preventieassistent en mondhygiënist?
Lieneke Steverink, mondhygiënist en docent voor preventie assistenten, stelde een online vragenlijst op die door 600 mondzorgprofessionals werd ingevuld. Een overzicht van de uitkomsten voor samenwerking, controle, begeleiding en doorverwijzing.

Vorig jaar werden via het internet vragenlijsten verspreid onder tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten over samenwerking in de praktijk op het gebied van preventie. 82 tandartsen verspreidt over heel Nederland vulden de vragenlijst in, zo ook 254 preventieassistenten en 264 mondhygiënisten.

Het merendeel van de ondervraagde tandartsen (54,9%) werkt intern samen met assistenten, (paro)preventieassistenten en mondhygiënisten. 17,1% werkt intern met tandartsen en assistenten samen, 8,5% werkt enkel met assistenten samen, 8,5% met assistenten en mondhygiënisten, 7,3% met assistenten en preventieassistenten en 3,7% met assistenten, preventie- en paropreventieassistenten. Daaruit blijkt dat een kwart van de ondervraagde tandartsen zonder preventieassistent en/of mondhygiënist werkt en 37% zonder interne mondhygiënist. Bijna 60% van de ondervraagde tandartsen werkt met een externe mondhygiënist samen.

Wie is de specialist in preventie?
De NVM, KNMT en ANT geven in hun communicatie aan de mondhygiënist de specialist in preventie te vinden.

Antwoord tandartsen
De vraag ‘Wie is volgens u specialist in preventie?’ werd als volgt beantwoord door de tandartsen die deelnamen aan het onderzoek:

  • De mondhygiënist – 50,0%
  • De tandarts – 31,7%
  • De (paro)preventieassistent – 18,3%

Opmerkelijk hierbij is dat de (paro)preventieassistent en de tandarts zo hoog scoren gezien de uitspraken van de NVM, ANT en KNMT. De (paro)preventieassistent werkt onder eindverantwoordelijkheid van de tandarts of mondhygiënist. Het zou logisch zijn als de tandarts en mondhygiënist meer kennis en kunde zouden hebben dan de (paro)preventieassistent. Het lijkt zo alsof er tandartsen zijn die zichzelf minder hoog inschatten op gebied van preventie dan hun medewerkers die ze zouden moeten aansturen en/of voorbij gaan aan de rol van de mondhygiënist.

Mondhygiënisten leren in de opleiding om diagnoses en ook prognoses te stellen, zeker op het terrein van parodontitis. Mondhygiënisten kunnen zodoende de tandarts informeren over de conditie van weefsels op basis waarvan de tandarts kan beslissen of extractie en kronen mogelijk zijn. Mondhygiënisten ervaren soms problemen in hoe serieus ze hierin worden genomen door de tandarts.

Tandartsen gaven antwoord op de volgende vraag: In hoeverre bent u het eens met de volgende stelling? Een mondhygiënist heeft meer verstand van parodontitis dan de tandarts. De tandartsen antwoordden:

  • 32,9 % – Totaal oneens
  • 30,5 % – Enigszins oneens
  • 18,3 % – Neutraal
  • 14,6 % – Enigszins eens
  • 3,7% – Totaal eens

Uit de antwoorden van dit online onderzoek blijkt dat veel tandartsen de mondhygiënist niet zien als iemand die meer verstand heeft van parodontitis dan de tandarts.

Antwoord preventieassistenten
Dezelfde vraag – wie is volgens u de specialist in preventie? – werd aan 254 preventieassistenten uit het hele land gesteld. Zij antwoordden als volgt:

  • De tandarts – 15%
  • De mondhygiënist – 55%
  • De (paro)preventieassistent – 29,9%

De (paro)preventieassistenten zien de mondhygiënist meer als specialist in preventie dan de tandarts.

Wellicht is er verwarring rondom het woord ‘preventie’, want dit woord kan op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Aan de hand van deze antwoorden verwacht je dat de preventieassistent liever begeleid zouden worden door de mondhygiënist dan door de tandarts. Wordt dit in de praktijk gedaan? Wie bespreekt zijn patiënten met de mondhygiënist? 55% van de preventieassistenten zou in elk geval graag nauw willen samenwerken met een mondhygiënist en slechts 8,7% niet.

Controleren
De onderzoeksdeelnemers gaven de volgende antwoorden op de vraag wie een gebitsreiniging en/of DPSI van zijn collega controleert.

  • 7% van de preventieassistenten laat zijn werk (gebitsreiniging en/of DPSI) controleren door de mondhygiënist.
  • 2,4 % van de tandartsen laat dit werk door de mondhygiënist doen.
  • 64,6% van de preventieassistenten zegt dat de tandarts de gebitsreiniging en/of DPSI controleert.
  • Maar liefst 28% van de preventieassistenten zegt dat hun werk nooit wordt gecontroleerd terwijl de tandarts en/of mondhygiënist de eindverantwoordelijke is. Verwarrend is dat slechts 3% van de ondervraagde tandartsen die samenwerken met een preventieassistent aangeeft dat zij de preventieassistent nooit controleren.
    Wellicht hebben preventieassistenten het niet in de gaten als zij gecontroleerd worden door de tandarts. Het zou kunnen zijn dat de tandarts het werk van de preventieassistent controleert als de patiënt bij de tandarts in de stoel ligt.

Begeleiding

  • 7,3% van de ondervraagde tandartsen vindt dat de preventieassistent helemaal niet begeleid hoeft te worden.
  • 28% van de tandartsen zegt dat de preventieassistent door de mondhygiënist begeleid zou moeten worden.

Dit komt niet overeen niet met de percentages die de preventieassistenten zelf geven.
Maar liefst 24,8% van de preventieassistenten vindt dan ze hun werk geheel zelfstandig kunnen doen en 36,6% vindt dat ze dit enigszins kunnen. 26% vindt dat ze hun werk niet zelfstandig kan doen.

Wettelijk kan een preventieassistent niet als zelfstandige werken maar wel zelfstandige handelingen doen. De preventieassistente beschikt daarom ook niet over een persoonlijke AGB-code. Je zou verwachten dat de preventieassistent in de dagelijks praktijk flink gecontroleerd en begeleid wordt.

Hoe vaak bespreekt de preventieassistent patiënten met de mondhygiënist?
Op deze vraag gaven de preventieassistenten de volgende antwoorden:

  • Slechts 8,7% bespreekt al zijn patiënten met de mondhygiënist
  • 68,1% doet dit alleen bij bijzonderheden
  • 23,2% bespreekt zijn patiënten nooit met de mondhygiënist
  • Hierbij moet wel opgemerkt worden dat er bij 27,6% van de preventieassistenten geen mondhygiënist in de praktijk aanwezig is en het doorspreken van een patiënt niet mogelijk is.

    Bespreekt de preventieassistent dan een patiënt met de tandarts? Tandartsen gaven de volgende antwoorden op de vraag “Bespreekt u de patiënten met uw ondersteunend personeel”

  • 18,3% – Nee, mijn medewerkers hebben geen patiënten
  • 2,4% – Nee, ik bespreek nooit patiënten met mijn medewerkers
  • 47,6 % – Ja, ik bespreek patiënten met mijn medewerkers als er iets speciaals is
  • 31,7% – ja ik bespreek patiënten altijd met mijn medewerkers

Samenwerking mondhygiënist en preventieassistent
Van de 264 ondervraagde mondhygiënisten zegt 66% dat er een preventieassistent in de praktijk aanwezig is. Toch heeft 42,8% van de gehele groep mondhygiënisten absoluut niet het idee samen te werken met de preventieassistent. Slechts 16,7% heeft echt het idee dat er samengewerkt wordt.

Gelukkig wil 40,9% van de ondervraagde mondhygiënisten de preventieassistent heel graag begeleiden en 39,8% enigszins. 9,5% ziet dit niet zitten. 84,5% van de mondhygiënisten geeft zelfs aan dat preventieassistenten altijd bij hun kunnen aankloppen als ze met een vraag zitten.
Preventieassistenten hebben echter niet allemaal het gevoel dat ze met al hun vragen bij de mondhygiënist terecht kunnen: 17,7% vindt dat ze niet bij de mondhygiënist terecht kan voor vragen. 48% heeft gelukkig dit gevoel wel. Slechts 9,1% van de ondervraagde mondhygiënisten vindt dat de preventieassistent genoeg hulp vraagt.

Vindt u dat de preventieassistent genoeg hulp vraagt?
Antwoorden gegeven door mondhygiënist

  • 9,1% Totaal eens
  • 12%  Eniszins eens
  • 29,9% Neutraal
  • 26,5%Totaal oneens
  • 22,3% Enigszins oneens

Titelmisbruik
Een grote doorn in het oog van mondhygiënisten is titelmisbruik: een preventieassistent die aangeeft mondhygiënist te zijn. De deelnemers van het onderzoek gaven de volgende antwoorden op dit punt.

  • 3,1% van de ondervraagde preventieassistenten zegt zich mondhygiënist te (laten) noemen en 18,5% zegt dat dit wel eens voorkomt.
  • Volgens 20,5% van de preventieassistenten komt het vaak voor dat patiënten hen mondhygiënist noemen zonder dat de praktijk die indruk wekt. Bij 69,1% komt dit wel eens voor.

Het is dan ook niet vreemd dat 25,4% van de ondervraagde mondhygiënisten heel vaak meemaakt dat de preventieassistent zich mondhygiënist heeft (laten) noemen. 39,8% maakt dit af en toe mee en 34,8% maakt dat totaal niet mee. Toch geeft 70% van de ondervraagde tandartsen aan nog nooit te hebben meegemaakt dat de preventieassistent zich mondhygiënist heeft (laten) noemen. Dit is dus een groot verschil met de ervaring van de mondhygiënist.

Het lijkt erop dat vooral patiënten hardnekkig mondhygiënist blijven zeggen tegen preventieassistenten en dat mondhygiënisten dit opvatten als titelmisbruik. Toch blijft het aantal preventieassistenten dat zich (wel eens) mondhygiënist (laten) noemen vrij groot aangezien het wettelijk verboden is. Slechts 15% van de ondervraagde tandartsen geeft namelijk aan dat ze nooit uitleg geeft over het verschil tussen de preventieassistent en de mondhygiënist. De andere ondervraagde tandartsen geven aan dit vooral mondeling te verduidelijken maar een deel doet dit enkel als de patiënt om uitleg vraagt. Bij 9,8% van de tandartsen staat het op de website uitgelegd of ligt in de wachtkamer een uitleg.

Houden aan bevoegdheden
47% van de ondervraagde mondhygiënisten krijgt het idee dat de preventieassistent werk moet doen wat hij/zij niet aankan en 35,6% heeft die indruk enigszins. Meer dan driekwart denkt dus dat preventieassistenten werk doen waarvoor ze niet bekwaam zijn. Preventieassistenten zijn opgeleid om te behandelen in de DPSI-categorie A.

Welke patiënten verwijst de tandarts naar de preventieassistent?

  • 25,6% van de ondervraagde tandartsen verwijst niet naar de preventieassistent
  • 47,6% verwijst alleen bij categorie A
  • 19,5% verwijst ook bij categorie B naar de preventieassistent en
  • 7,3% zelfs bij categorie C.

Van de naar de preventieassistent verwijzende tandartsen, verwijst 36% een te hoge categorie door. Maar dit komt niet overeen met de antwoorden van de preventieassistenten. Slechts 25,6% van de preventieassistenten gaf aan alleen categorie A te behandelen. Iets minder dan driekwart van hen behandelt dus een te hoge DPSI. 23% behandelt zelfs categorie C.

Het is daarom niet vreemd dat maar 32% van de ondervraagde mondhygiënisten vindt dat ze via de preventieassistent tijdige verwijzingen krijgen.

Tijdens de Dag van de Preventieassistent vertelden preventieassistenten in de zaal dat dit komt doordat patiënten niet naar de mondhygiënist willen omdat ze een vertrouwensband hebben opgebouwd met hun preventieassistent en ook wegens te weinig financiële middelen van sommige patiënten.

Daarnaast gaven preventieassistenten aan dat ze zich gedwongen voelen door de tandarts om niet door te verwijzen naar de mondhygiënist: 13,5% van de ondervraagde preventieassistenten gaf aan dat ze zich regelmatig, vaak of altijd gedwongen voelt om behandelingen uit te voeren waarvoor ze niet zijn opgeleid en/of ze zich niet bekwaam in voelen.

Doorverwijzen ASA-scores
Doorverwijzing bij ASA-scores laat een vergelijkbaar beeld zien. De preventieassistent wordt opgeleid om gezonde patiënten te behandelen en toch verwijst maar liefst 13,4% van de tandartsen zelfs ASA score 4 aan de preventieassistent door en vindt zelfs 39% van de tandartsen dat de mondhygiënist dit prima aankan. Dat is vreemd want in deze score is het enkel verantwoord om acute hulp te verlenen. 28% van de tandartsen vertrouwt alleen ASA 1 aan preventieassistenten toe en 2,4% aan mondhygiënisten. 45% van de tandartsen vindt dat preventieassistenten ASA 1 en 2 prima aan kunnen. 20,7% vertrouwd dit aan de mondhygiënist toe. Ook score 3 wordt door 13,4% van de ondervraagde tandartsen nog aan de preventieassistent toevertrouwd en 37,8% verwijst deze patiënten naar de mondhygiënist.

Lengte opleiding
Nog een heet hangijzer is de lengte van de opleiding van de preventieassistenten. 27,6% van de preventieassistenten vindt deze opleiding niet lang genoeg in tegenstelling tot de 33% die het wel lang genoeg vindt. Van de ondervraagde tandartsen geeft 41,5% aan dat ze de opleiding onvoldoende lang vindt, 30,5% vindt het wel voldoende lang. Van de ondervraagde mondhygiënisten vindt zelfs 79,5% dat de opleiding onvoldoende lang is tegenover 6,5% die het wel voldoende lang vindt.

Ondanks het verschil in opleiding geven mondhygiënisten op diverse social media aan over de paro-preventieassistent te struikelen en voelen ze de hete adem van hen op de banenmarkt. Sommige mondhygiënisten geven aan dat ze veel minder verwijzingen zouden krijgen door de komst van deze kracht. De mondhygiënist lijkt zich toch niet zoveel zorgen te hoeven maken over hoe de tandartsen de preventieassistent inschatten. Aan de tandartsen werd gevraagd in hoeverre ze het eens zijn met de volgende stelling: De paro-preventieassistent heeft dezelfde kennis en kunde als de mondhygiënist.

  • 53,7% – Totaal oneens
  • 23,2% – Enigszins oneens
  • 11,0% – Neutraal
  • 9,8% – Enigszins eens
  • 2,4% – Totaal eens

De vragenlijst is geenszins een wetenschappelijk onderzoek maar uitslag van een online vragenlijst. Ik denk wel dat de uitkomsten van de vragenlijst aanzet zouden kunnen geven tot nader onderzoek en/of tot verder nadenken.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z