Wereldwijd is cariës een groot probleem. Een Chinees onderzoeksteam is er nu echter in geslaagd om een vaccin tegen cariës te ontwikkelen, waarmee het probleem binnenkort nog wel eens verleden tijd zou kunnen zijn.
Eerder succesvolle fusie met bijwerkingen
De onderzoekers probeerden al eerder de gastheer van gaatjes, de bacterie Streptococcus mutans, te blokkeren door deze te combineren met eiwitten uit de darmbacterie escherichia coli. Deze fusie bleek succesvol, maar bracht teveel bijwerkingen met zich mee.
Optimalisatie
In het nieuwe onderzoek van het team werd de formule op zo’n manier geoptimaliseerd dat de nadelige bijwerkingen uitbleven. De nieuwe versie van het eiwittenvaccins werd getest op muizen en ratten, en toonde hier zowel profylactische als therapeutische effecten. Bij de muizen zonder cariës was een profylactische werking te zien in 64,2% van de gevallen. Bij de muizen met cariës bleek een therapeutische werking in 53,9% van de gevallen.
Goede mondhygiëne
Voordat het vaccin eventueel op de markt gebracht kan worden zullen nog meer tests moeten worden uitgevoerd. Daarnaast benadrukken de onderzoekers dat geen enkele vaccinatie ooit het belang van goede mondzorg weg zal nemen.
Uit een recent onderzoek kwam naar voren dat 41% van de recreatieve duikers last had van problemen met de tanden tijdens het duiken.
Onderzoek
Het onderzoek werd uitgevoerd door Vinisha Ranna. Zelf ervaarde zij tijdens haar eerste duik in 2013 een knijpend gevoel aan haar tanden, ook wel bekend als baradontalgia. Zij kwam erachter dat er weinig onderzoek gedaan is naar tandproblemen tijdens het duiken dus besloot ze zelf een onderzoek op te zetten. Ze verspreidde een onlineonderzoek aan 100 gecertificeerde recreatieve duikers om erachter te komen welke soort symptomen aan de tanden ervaren worden tijdens het duiken.
Resultaten
In totaal hadden 41 deelnemers die tandproblemen hebben gerapporteerd, waarvan 42% ook baradontalgia had ervaren. Daarnaast had 24% last van pijn door het strak vasthouden van de lucht regulator in de mond en 22% last van pijn aan de kaken. Ook had een klein deel van de deelnemers ervaren dat hun kronen losser waren te komen zitten en had een deelnemer een vulling verloren tijdens het duiken. Over het algemeen werd er dus gevonden dat er voornamelijk problemen op treden bij de kiezen.
Uit de studie kwam ook naar voren dat duikinstructeurs het meest last hadden van tandproblemen. Volgens Ranna komt dit omdat zij veel duiken in ondiep water waar grote verschillen zijn in luchtdruk.
De resultaten van dit onderzoek tonen volgens Ranna aan dat er meer aandacht moet komen voor een vaste tandcontrole vóór het duiken. Momenteel zijn er wel een aantal medische standaarden waaraan iemand moet voldoen, maar geen daarvan hebben betrekking op de tanden. Terwijl er volgens Ranna toch veel potentie is om de tanden te beschadigen. “De droge lucht en ongemakkelijke positie van de kaak als er op de regulator wordt gebeten is een interessante combinatie. Een ongezonde tand valt dan veel eerder op. De laatste plek waar je wil zijn als je een gebroken tand hebt is 30 meter onder water.“
Ranna is momenteel bezig met het opzetten van een vervolgstudie met een grotere groep deelnemers om zich verder in het onderwerp te verdiepen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/02/scuba.jpg231399Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-11-30 09:00:062017-12-19 10:56:23Onderzoek naar tandproblemen bij scuba duiken
Interdentale reiniging met bijvoorbeeld een tandenstoker heeft een positieve invloed op de mondgezondheid, maar veel mensen doen dit niet dagelijks. Hoe zou je het gebruik van tandenstokers verder kunnen stimuleren? En is er met tandenstokers nog meer gezondheidswinst te boeken? Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist, doet hier onderzoek naar, en heeft hiervoor een award ontvangen in Israël.
Promotie van tandenstokers
De afgelopen jaren heeft Yvonne Buunk-Werkhoven verschillende onderzoeken verricht naar de promotie van tandenstokers. De meest voorkomende mondziekten, zoals cariës en parodontale aandoeningen, kunnen voorkomen worden door zelf dagelijks het gebit te verzorgen. Dit betekent dagelijks tandenpoetsen en interdentaal reinigen, bijvoorbeeld met behulp van tandenstokers. Veel mensen voeren wel het tandenpoetsen uit, maar laten de interdentale reiniging achterwege. Hoe zou je deze mensen kunnen stimuleren hun gedrag op dit gebied te veranderen?
Yvonne Buunk-Werkhoven zocht uit of het aanbieden van tandenstokers in de publieke ruimte het gebruik ervan bevordert.
Tandenstokers in de horeca
Als eerste onderzocht ze in 2014 het aanbieden van tandenstokers in de horeca. In drie restaurants in Amsterdam werden professionele, individueel verpakte, houten tandenstokers aangeboden. Kwalitatief goede tandenstokers dus in plaats van de cocktailprikkertjes die nog wel eens in restaurants op tafel staan. De tandenstokers werden zowel actief (door het bedienend personeel) als passief (in bakjes op tafel en bij de toiletten) aangeboden. Bij het restaurant waar de tandenstokers actief én passief werden aangeboden, werden er in één dag tijd 295 door de gasten meegenomen. In de twee restaurants waar de tandenstokers alleen op tafel stonden, werden er respectievelijk 370 in vijf dagen en 150 in vier dagen tijd gepakt.
Conclusie van het onderzoek was dat het aantal meegenomen tandenstokers bewees dat de gasten de professionele tandenstokers op prijs stelden. Het lijkt er op dat het aanbieden van tandenstokers in de horeca interdentale zelfzorg bevordert.
Onderzoek op de markt
In 2015 werd een vergelijkbaar onderzoek gedaan in de Foodhallen: een foodcourt/markthal met een reeks eetkraampjes. Daar kregen 290 bezoekers een doosje tandenstokers met aminofluoride uitgereikt nadat zij een vragenlijst hadden ingevuld. 146 van hen kregen na drie weken per e-mail nogmaals een vragenlijst voorgelegd. Hieruit kwam naar voren dat het percentage mensen dat zei minstens een keer per dag een tandenstoker te gebruiken was toegenomen van 15,2 naar 28,9% nadat zij het doosje tandenstokers hadden gekregen.
Vervolgonderzoek bij sportschool
Een recent vervolgonderzoek (2016/2017) is in samenwerking met de kliniek voor mondhygiëne Oral-Vision opgezet. Daarbij werden in de horecagelegenheid binnen de sportschool Medico Vision in Amsterdam tandenstokers neergezet. Daarnaast kregen de bezoekers een vragenlijst voorgelegd. Veertig bezoekers (voornamelijk middelbaar en hoger opgeleide mannen met een gemiddelde leeftijd van 37,5 jaar met een spreiding van 15,2 jaar en variërend tussen de 15 en 71 jaar) hebben de vragenlijst ingevuld.
Resultaten vragenlijst
Uit de resultaten blijkt dat ruim een kwart, 27,5% van de deelnemers nooit bij een mondhygiënist is geweest. 27,5% gaat een keer per jaar, 40% twee keer en twee deelnemers drie keer of meer. De deelnemers gaven hun mondgezondheid gemiddeld een 8 als cijfer.
Significant meer mannen dan vrouwen gaven aan tandenstokers te gebruiken. Een verklaring zou kunnen zijn dat mannen zich minder ‘schamen’ om met een tandenstoker in de mond rond te lopen of dat ze het juist ‘stoer’ vinden. Tandenstokers worden door 52,5% van de deelnemers ‘niet elke dag’ gebruikt, door 25% een keer per dag en door 12,5% twee keer of meer. 10% van de deelnemers gebruikt nooit tandenstokers.
30% geeft aan nooit andere hulpmiddelen zoals flossdraad, ragers en mondspoelmiddelen te gebruiken. 40% doet dit ‘niet elke dag’, 27% een keer per dag en 2,5% twee of meer keer per dag.
De deelnemers vonden het gebruik van een tandenstoker (na het eten) belangrijk voor hun mondhygiëne en/of een fris gevoel: 60% en 30% waren het hiermee respectievelijk eens tot geheel mee eens. Ook het aanbod van tandenstokers in de horeca werd als ‘belangrijk’ (52,5%) en ‘heel belangrijk’ (15%) bevonden. 25% van de deelnemers vond het onbelangrijk en 7,5% heel onbelangrijk.
Pick a T
Met al deze onderzoeken is een basis gelegd voor de publiekscampagne ‘Pick a T’, waarbij mensen worden aangespoord om dagelijks tandenstokers te gebruiken. Het moet gewoon worden om tandenstokers ook in een andere setting dan thuis en in de mondzorgpraktijk te gebruiken.
In het verre verleden (19e eeuw) was het kauwen op tandenstokers in het openbaar een poosje in de mode in de rijkere kringen. Het kauwen op een tandenstoker was toen een teken van tevredenheid en zorgeloosheid. Nu zou het een positief imago kunnen geven aan het je bewust zijn van een goede mondgezondheid en, net zoals bijvoorbeeld sporten, kunnen bijdragen aan een gezonde leefstijl.
Tandenstoker als vervanger van sigaret
Die gezonde leefstijl zou nog verder bevorderd kunnen worden als de tandenstoker gebruikt zou worden als een soort vervanger van de sigaret. Uit onderzoek van Eline Meijer blijkt dat rokers de meeste kans hebben om blijvend met roken te stoppen als zij zichzelf als ‘niet-roker’ kunnen zien. Mensen gedragen zich namelijk het liefst op een manier die past bij hun identiteit. De roker moet dus een ander zelfbeeld krijgen als niet-roker. Als bij de nieuwe identiteit van de gestopte roker een gezonde leefstijl belangrijk is, kan de tandenstoker ten dele de sigaret vervangen en als subsitutie van het rookgedrag fungeren.
Het advies van een zorgverlener is vaak een belangrijke reden om met roken (proberen) te stoppen. Als dat advies van een mondzorgprofessional komt, kan deze ook gelijk het gebruik van tandenstokers als ‘sigaretvervangers’ aanmoedigen. Het gaat dan vooral om het gedrag in de zin van de beweging van ‘iets naar de mond brengen en van de mond afhalen’
Conclusie
Het publiekelijk aanbieden van tandenstokers kan mensen stimuleren deze ook daadwerkelijk te gebruiken. Als de bewustwording van het belang van interdentale reiniging vergroot wordt, zal dit normaler worden om te doen, ook in een andere setting dan thuis. Het gebruik van tandenstokers kan een betere mondgezondheid bevorderen en zo bijdragen aan een gezondere leefstijl.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/Tandenstoker-2.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-11-20 08:45:302021-09-29 13:50:16Kunnen tandenstokers een gezonde leefstijl bevorderen?
De NWVT heeft voorafgaand aan haar Algemene Leden Vergadering de NWVT-TP master scriptieprijs 2017 uitgereikt aan Vera Verploegen – oud student UMC Groningen. Zij ontving de prijs voor haar scriptie Erosieve gebitsslijtage, wat weten jongvolwassenen hierover en hoe wensen zij tandheelkundige informatie te ontvangen?
Uit haar onderzoek bleek dat jongvolwassenen liever een gesprek met hun tandarts of mondhygiënist willen, aangevuld met specifieke informatie voor henzelf – in plaats van een app met informatie over erosieve gebitsslijtage.
Voor haar onderzoek ondervroeg zij circa driehond jongvolwassenen in 25 tandartspraktijken in Groningen, Friesland en Drenthe. Haar begeleider was Dr. Annemarie Schuller
De 2e prijs is uitgereikt aan Jochem Lemain (RU Nijmegen) voor zijn master scriptie: Succes en overleving van kronen in een algemene tandartspraktijk in Nederland met een opvolging van 5 tot 12 jaar.
De 3e prijs is uitgereikt aan Giney Sowidjojo (ACTA): Online review about dentists. What do patients write about dentists and what can dentists do with it?
NWVT-TP master scriptieprijs
De NWVT acht wetenschappelijk onderzoek van belang. Studenten krijgen tijdens hun opleiding hiermee te maken wat leidt tot het opstellen van een scriptie in de masterfase.
Hiertoe heeft de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen in samenwerking met TandartsPraktijk de jaarlijkse NWVT-TP master scriptieprijs ingesteld.
Masterscripties vanuit de Faculteit der Tandheelkunde in Amsterdam (ACTA), Nijmegen (Radboud MC) en Groningen (UMCG) dingen mee naar deze prijs. De jury heeft de inzendingen beoordeeld op geschiktheid en relevantie voor de tandarts algemeen.
Voorafgaand aan de NWVT ledenavond ontving dr. Arie Hoeksema de NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2017 voor zijn proefschrift Oral Health in frail elderly.
De NWVT WTA commissie kent eenmaal per jaar namens de Nederlandse Wetenschappelijke Vereniging van Tandartsen een wetenschappelijke onderscheiding toe aan het tandheelkundig proefschrift dat door de NWVT WTA leescommissie als beste van dat jaar is beoordeeld. Deze onderscheiding draagt de naam NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs, zo genoemd omdat de prijs mede werd gefinancierd vanuit legaten van de tandartsen Hamer en Duyvensz.
Oral Health in frail elderly
Dr. Arie Hoeksema heeft zijn onderzoek verricht aan het Universitair Medisch Centrum Groningen, Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde. Zijn promotores waren: Prof. dr. A. Vissink, Prof. dr. G.M. Raghoebar en Prof. dr. H.J.A. Meijer.
Deze prijs heeft hij ontvangen vanwege de relevantie van het onderwerp voor de tandarts algemeen practicus.
Een samenvatting van zijn onderzoek:
In 2020 zal 40% van de Nederlandse populatie ouder zijn dan 65 jaar, het percentage 80+ zal met 10% toenemen. Velen van hen hebben nog (deels) hun eigen dentitie. De noodzakelijke mondverzorging staat bij ouderen op gespannen voet met andere dagelijkse activiteiten. Het gebrek aan aandacht voor de mondzorg moet worden gezien als een verborgen gezondheidsrisico en beïnvloedt de algemene gezondheid en de kwaliteit van leven.
In hoofdstuk 2 wordt de mondgezondheid in kaart gebracht van 725 nieuw opgenomen patiënten in het verpleeghuis. De groep dementerenden was significant ouder dan de compos mentis. De groep
betande patiënten bedroeg 20%. Bij hen was in ongeveer 70% sprake van een gebrekkige mondhygiëne, cariës, wortelresten en een matige coöperatie
In hoofdstuk 3 worden 275 thuiswonende ouderen beoordeeld die in aanmerking komen voor thuiszorg. Ook bij hen is in 70% sprake van slechte tot matige mondgezondheid. De dentaten in deze groep scoorden beter op kwaliteit van leven, kwetsbaarheid, fysieke mogelijkheden en algemene gezondheid in vergelijk met de edentaten. Er is geen verschil in cognitie en mondgezondheid.
In hoofdstuk 4 wordt aan 1325 thuiswonenden ouderen gevraagd een vragenlijst met betrekking tot orale status, mondgezongheid en tandartsbezoek in te vullen en terug te zenden. De response is 77%. Veertig procent is dentaat, 50% edentaat en 10% heeft een overkappingprothese op implantaten. Betande patiënten en ook zij met een overkappingsprothese scoorden beter dan edentaten op kwetsbaarheid, minder medicijnen en kwaliteit van leven.
In hoofdstuk 5 wordt een prospectief onderzoek beschreven bij een jonge en een oudere groep edentaten die wordt behandeld met twee implantaten en een overkappingsprothese. In een follow up periode van 10 jaar wordt gekeken naar de peri-implantaire gezondheid. In de oudere groep overleven 93% van de implantaten de 10 jaar tegenover 97% bij de jongeren. Er zijn geen verschillen in plaque-, bloeding- en gingiva-indexen. Met andere woorden, een mandibulaire overkappings prothese op implantaten lijkt een verantwoorde keuze ook bij (heel) ouderen.
Ten slotte hoofdstuk 6 waarin een analyse staat bij de afweging om wel of niet te implanteren bij zorgafhankelijke ouderen. Een groot aantal factoren speelt hierbij een rol: welzijn en kwaliteit van leven, passende behandelkeuze op dit moment, mondzorgplan van de patiënt, mate coöperatie, noodzakelijke nazorg door patiënt zelf of zijn omgeving.
Uitgangspunten NWVT WTA Hamer Duyvenszprijs:
De promovendus heeft zijn wetenschappelijke arbeid gepubliceerd in een proefschrift en heeft deze dissertatie met succes verdedigd aan een Nederlandse Universiteit. De promovendus moet als tandarts ingeschreven staan in het BIG-register.
Het onderwerp en de conclusies van de dissertatie moeten (klinisch)tandheelkundig van aard zijn en moeten bij voorkeur relevant zijn voor de tandarts algemeen practicus.
De Wet Kwaliteit Klachten en Geschillen in de Zorg (Wkkgz) is per 1 januari 2016 van kracht voor zorginstellingen en zelfstandige beroepsbeoefenaren en daarmee ook op mondzorgpraktijken. Doel van de wet is enerzijds openheid te bevorderen over klachten en ongewenste gebeurtenissen, waardoor cliënten beter worden gehoord en beschermd en anderzijds de mondzorgverlener te laten leren van zijn fouten.
Omgang met klachten en incidenten en arbeidsverleden controleren
De Wkkgz is gefaseerd ingevoerd. Het eerste deel, in 2016, richtte zich met name op de omgang met klachten en incidenten. Ter zake dienen mondzorgpraktijken een systeem te hebben waarbij incidenten veilig kunnen worden gemeld en moet de cliënt worden geïnformeerd bij fouten. Daarnaast dienen de praktijken het arbeidsverleden van een nieuwe medewerker te controleren vóór indiensttreding en moet ernstig disfunctioneren of geweld gemeld worden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit alles om de kwaliteit van zorg te kunnen waarborgen.
Klachtenfunctionarisen overeenkomst met zorgverleners
Vanaf 2017 dient de mondzorgpraktijk tevens een klachtenfunctionaris gratis ter beschikking te stellen aan haar cliënten die kan bemiddelen om een oplossing te vinden en die de cliënt bij kan staan bij het indienen van een klacht en dient de mondzorgpraktijk aangesloten te zijn bij een erkende geschilleninstantie, zoals de Geschilleninstantie Mondzorg. Tevens dient elke mondzorgpraktijk een schriftelijke overeenkomst aan te gaan met alle zorgverleners die voor haar werken, waarin de normen staan beschreven waaraan de zorgverlener moet voldoen. Ook dit is erop gericht om kwaliteit van zorg evenals een goede afhandeling van eventuele klachten te waarborgen. Deze per 1 januari 2017 toegevoegde voorschriften vragen nogal wat van de mondzorgverlener. Mondzorgverleners dienen hier alert op te zijn. Daarbij zouden zij de Wkkgz niet als een checklist met procedurele eisen moeten zien, maar als een integraal onderdeel van de organisatie. Vandaar 10 vuistregels die elke mondzorgpraktijk in acht zou moeten nemen.
10 vuistregels voor omgang met Wkkgz
Wees u bewust van uw verantwoordelijkheden
Je bent als mondzorgverlener verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede zorg en als eventueel bestuurder van de mondzorgpraktijk eindverantwoordelijk voor de organisatie. Omgaan met klachten, incidenten of calamiteiten behoren ook tot deze verantwoordelijkheden, ook als deze zijn begaan door een medewerker van uw organisatie.
Zorg er voor dat binnen de praktijk iemand is aangewezen aan wie een incident c.q. calamiteit veilig kan worden gemeld.
Zorg ervoor dat er een sfeer is binnen de praktijk die maakt dat mondzorgverleners veilig kunnen melden. Bescherm de melder en de betrokken mondzorgverlener(s).
Zorg ervoor dat iedereen binnen uw organisatie het verschil kent tussen incidenten en calamiteiten en dat iedereen weet waar en bij wie een incident of calamiteit moet worden gemeld:
Incident: een niet beoogde of onverwachte gebeurtenis die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg, en heeft geleid, had kunnen leiden of zou kunnen leiden tot schade bij de cliënt. Meldt een incident aan de cliënt en maak een aantekening in het dossier onder vermelding van de datum en het tijdstip van het incident en de daarbij betrokken mondzorgverleners. Daarnaast moet het incident in het systeem van veilig incident melden worden verwerkt.
Calamiteit: een incident dat heeft geleid tot de dood of ernstige gevolgen voor de cliënt heeft. Een calamiteit moet worden gemeld aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Daarnaast moet een calamiteit in het systeem van veilig incident melden worden verwerkt.
Gaat er wat mis, neem dan uw verantwoordelijkheid
Geef toe dat er iets mis is gegaan en maak excuses aan de cliënt en eventuele familieleden. Schiet niet in de verdediging, reageer niet te zakelijk en vraag niet om sympathie voor uw kant van het verhaal. Wacht geen lange tijd met het reageren op berichten van de cliënt en leg niet het initiatief tot het oplossen van het ontstane probleem bij de cliënt. Straal bereidheid uit om te leren van incidenten/calamiteiten.
Registreer incidenten en calamiteiten op uw eigen manier
Registreer incidenten en calamiteiten op uw eigen manier in een beveiligd (met een wachtwoord voor derden afgeschermd) Word- of Excelbestand of gebruik een daartoe ontwikkeld systeem. Vermeld daarin persoonsgegevens slechts voor zover noodzakelijk voor de analyse van het incident/calamiteit. Verwijder de persoonsgegevens zodra dat voor de analyse niet meer noodzakelijk is. Zorg ervoor dat er één iemand verantwoordelijk is voor het invullen en bijhouden van deze registratie. Meld het incident/calamiteit op de voorgeschreven wijze.
Is er sprake van een incident of calamiteit, neem zo snel mogelijk contact op met de cliënt
Neem een klacht of incident serieus en zorg dat mensen gehoord worden. Bespreek met de cliënt wat er is misgegaan waarbij de kernwoorden openheid en empathie centraal staan. Geef de cliënt duidelijke informatie en vermijd speculaties. Als er nader onderzoek wordt verricht binnen de organisatie, meld u dit aan de cliënt. Nodig de cliënt uit voor een gesprek en neem daar de tijd voor. Laat eventueel een collega of de klachtenfunctionaris aanschuiven. Voorafgaand brengt u in kaart wat er gebeurd is en wat de gevolgen zijn voor de cliënt.
Bespreek binnen de praktijk of het samenwerkingsverband waar u deel van uitmaakt periodiek de genoteerde incidenten/calamiteiten
Richt daarvoor bijvoorbeeld eens in de drie maanden een “Incidentenuur” in. De frequentie laat u afhangen van de hoeveelheid klachten, incidenten/calamiteiten.
Leer van de geregistreerde incidenten/calamiteiten
Ook van die van anderen die u ter ore komen in het “Incidentenuur”. Kijk welke maatregelen getroffen moeten worden om een incident/calamiteit in het vervolg te voorkomen en leg deze handelswijze ook schriftelijk vast. Koppel aan de cliënt terug welke maatregelen er zijn getroffen.
Stel een model van een schriftelijke overeenkomst op,
waarin de normen staan beschreven waaraan de mondzorgverlener die voor u werkt moet voldoen, verwerk deze normen ook in het door u gehanteerde model arbeidsovereenkomst.
Wees kritisch bij het instellen van:
– een klachtenfunctionaris: met name zelfstandige beroepsbeoefenaren sluiten zich aan bij algemene organisaties die klachtenfunctionarissen ter beschikking stellen. Sluit hierbij niet aan “om maar te voldoen aan de eisen van de Wkkgz”. Het is van belang dat de klachtenfunctionaris weet hoe het in de mondzorgpraktijk eraan toegaat, wat de gebruikelijke gang van zaken is, etc. De klachtenfunctionaris moet bemiddelen tussen u en de cliënt/klager en het is goed als deze weet van het reilen en zeilen binnen een soortgelijke organisatie als die van u; en
– het verbinden van de praktijk aan een onafhankelijke, wettelijke erkende geschilleninstantie. Deze instantie geeft namelijk een bindend oordeel over het geschil en daar moeten partijen zich aan houden. Van belang is dan dat de geschilleninstantie weet hoe het eraan toegaat in uw praktijk. Kies een instantie die weet waar die het over heeft.
Workshop Wkkgz: Pharmaknowledge Nascholingen organiseert in samenwerking met Eldermans|Geerts op dinsdagmiddag 7 november 2017 een workshop over de rol van de Wkkgz voor beroepsbeoefenaren in de eerste lijn. Wat moet u doen om het goed te regelen, hoe moet u dat doen en wat zijn de risico’s als u het niet doet? Doel van de workshop is dat naleving van de Wkkgz voor u een way of life wordt in plaats van de zoveelste administratieve verplichting. Want een goede implementatie biedt ook kansen! Lees meer
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/10/administratie.jpg233400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-11-06 09:30:302018-05-29 12:17:56De Wkkgz: van administratieve verplichting naar een way of life
Onderzoek in Taiwan heeft uitgewezen dat er een relatie is tussen chronische parodontitis en een verhoogd risico om Alzheimer te ontwikkelen. In Alzheimer’s Research and Therapy schrijven de onderzoekers dat recente studies hebben aangetoond dat chronische parodontitis kan bijdragen aan een daling van het denkvermogen.
Onderzoek in Taiwan
Dr. Yu-Chao Chang van de Chung Shan Medical University in Taichung City en zijn team hebben data van de Taiwan’s National Health Insurance Research Database gebruikt om te onderzoeken of patiënten van 50 jaar en ouder met chronische parodontitis een verhoogd risico hebben om Alzheimer te ontwikkelen.
70% meer kans op Alzheimer
Zij vonden geen directe link tussen parodontitis en Alzheimer, maar mensen die al tien jaar of langer last hadden van parodontitis hadden 70% meer kans om Alzheimer te ontwikkelen dan mensen zonder parodontitis.
“Onze bevindingen ondersteunen het denkbeeld dat infectieziekten zoals chronische parodontitis mogelijk een substantiële rol spelen bij het ontstaan van Alzheimer,” concludeert het onderzoeksteam.
“Deze bevindingen benadrukken de noodzaak om parodontitis te behandelen.”
Twee kanten op
Volgens Dr. Yago Leira Feijoo van Universidad de Santiago de Compostela in Spanje kan het verband tussen parodontitis en Alzheimer twee kanten op werken. “Met het wetenschappelijke bewijs dat op het ogenblik aanwezig is, weten we niet zeker of dat de parodontitis de risicofactor is of de Alzheimer. Parodontitis is een voorkombare en behandelbare ziekte. Patiënten met parodontitis moeten zich bewust zijn van de mogelijke risico’s van tandvleesinfectie en de systemische impact die deze kan hebben.”
Tandheelkundige zorg
Tandheelkundige zorg voor ouderen is dus van groot belang. Het zorgvuldig poetsen kan de ontwikkeling van parodontitis voorkomen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/09/Alzheimer.gif230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-10-13 09:06:362017-10-12 17:08:53Chronische parodontitis verhoogt de kans op Alzheimer met 70%
De Eklund Foundation is in 2015 opgericht om onderzoek en educatie op het gebied van tandheelkunde mogelijk te maken. Onlangs maakte de Eklund Foundation de vier onderzoeksprojecten bekend die zijn geselecteerd voor een subsidie. Dit jaar wordt er wederom €160.000 aan subsidies verdeeld.
Projecten 2017 Eklund Foundation
De succesvolle kandidaten onderscheiden zich van een groot aantal internationale aanvragers en voldoen aan de beoordelingscriteria. De geselecteerde projecten hebben de potentie om waardevolle kennis op desbetreffende terreinen toe te voegen aldus Joel Eklund, de voorzitter van het raad van bestuur van de Eklund Foundation. De vooraf gedefinieerde beoordelingscriteria omvatten innovatie, originaliteit, wetenschappelijke kwaliteit, haalbaarheid en competentie.
De Eklund Foundation is in 2015 opgericht om onderzoek en educatie op het gebied van tandheelkunde mogelijk te maken. De stichting berust op een donatie van 50 MSEK van de familie Eklund, de oprichters van het Zweedse mondhygiënebedrijf TePe Munhygienproductker AB. De stichting heeft besloten om subsidies toe te kennen aan de volgende projecten:
Peri-implant disease in elderly population: epidemiology and treatment strategy of an emerging problem
Verzoeker: Riccardo Guazzo, Universiteit van Padova, Italië.
Co-aanvrager: Luca Sbricoli, Michele Stocchero Universiteit van Padova, Italië.
Promotor: Eriberto Bressan, Universiteit van Padova, Italië.
Subsidie bedrag: 55.000 EUR.
“Naast de ontwikkeling van de tandheelkundige implantaten komen peri-implantaat ziektes steeds meer voor. Daarnaast is er een verouderende populatie, die steeds vaker de eigen tanden behoudt, evenals implantaten. Deze studie zal epidemiologische gegevens verzamelen over de prevalentie peri-implantaat ziektes in een oudere bevolking, met als doel essentiële preventie- en behandelstrategieën te ontwikkelen.”
Periodontitis prevalence in Colitis & Crohn’s disease (PPCC) patients
Verzoeker: Kristina Bertl, Universiteit van Malmö, Zweden.
Co-aanvrager: Andreas Stavropoulos, Universiteit van Malmö, Zweden.
Subsidie bedrag: 53.960 EUR.
“Er is een sterke focus in dit onderzoek naar het verband tussen algemene ziekte en parodontale ziekte. Echter, de mogelijke relatie tussen Colitis, ziekte van Crohn en parodontale ziekte heeft verder onderzoek nodig, en dit project geeft een dieper inzicht in hoe deze ziekten een wisselwerking kunnen hebben.”
Effect of daily flavonoid supplements on periodontal and systemic conditions before and after periodontal treatment
Verzoeker: Monique Danser, ACTA, Nederland.
Promotor: Ubele van der Velden, ACTA, Nederland.
Subsidie bedrag: 28,995 EUR.
“De gunstige effecten van antioxidanten vanuit een gezondheidsperspectief zijn een populair onderzoeksveld. Deze studie zal het potentieel positieve effect van flavonoïden onderzoeken als aanvulling op conventionele parodontale behandeling, eventueel bijdragend tot een gunstig resultaat.”
Tuberosity versus palatal donor site for subepithelial connective tissue graft in root coverage therapy: a randomized clinical trial
”Chirurgische correctie, in de vorm van weefseltransplantatie, is een mogelijkheid voor het behandelen van recessies. Deze studie heeft een klinische relevantie met als doel het vergelijken van de resultaten van oogsttransplantaten van het palatum durum, tegenover de tuberositas.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/10/Eklund-onderzoek-2017.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-10-10 13:45:102017-10-10 13:45:10Kandidaten 2017 Eklund Foundation
Onder leiding van wetenschappers van het Berlijnse academisch ziekenhuis Charité heeft een groot internationaal onderzoek plaatsgevonden naar de erfelijkheid van parodontitis. Hieruit blijkt dat bij de ontwikkeling van parodontitis aanleg een rol speelt.
Parodontitis wereldwijd probleem
Parodontitis is een veel voorkomende ontstekingsziekte, die wordt veroorzaakt door een bacterie. Naar schatting heeft ongeveer elf procent van de wereldbevolking last van een ernstige vorm van parodontitis. Gevoeligheid voor parodontitis wordt bepaald door een samenspel tussen mondflora, immuunsysteem, roken en voeding, maar ook door stofwisselingsziekten zoals Diabetes mellitus. De genetische eigenschappen van iemand bepalen de reactie van het lichaam op deze factoren.
Grootschalig onderzoek
In het internationale onderzoek is genetische informatie van duizenden patiënten met agressieve en chronische parodontitis vergeleken met die van gezonde individuen. Het doel was vast te stellen welke genen het risico om ziek te worden beïnvloeden. Hiertoe zijn miljoenen DNA-sequentievarianten die over het gehele genoom verdeeld zijn en het grootste deel van de genetische informatie beschrijven, in uitgebreide patiënt- en controlegroepen onderzocht. “Omdat DNA-sequentieverschillen van invloed kunnen zijn op het risico om ziek te worden, is het door het vergelijken van de frequentie bij patiënten en gezonde deelnemers mogelijk om een ziekteverband voor individuele genregio’s te vinden,” aldus Prof. Dr. Arne Schäfer van Charité.
Genregio’s
De onderzoekers vonden twee genregio’s, die samenhangen met een verhoogd risico op diverse vormen van parodontitis. Eén van de twee regio’s is verantwoordelijk voor de synthese van alfa-defensines (antimicrobiële peptiden), die in gespecialiseerde immuuncellen worden geproduceerd. Deze immuuncellen, neutrofiele granulocyten, maken deel uit van de aangeboren immuunafweer en dienen voor de identificatie en vernietiging van micro-organismen. Het tweede gengebied (siglec-5), die wetenschappers gelokaliseerd hebben, remt nogmaals de activering van deze immuuncellen.
“Onze resultaten tonen aan dat de verschillende vormen van parodontitis een gemeenschappelijke genetische basis hebben”, aldus Schaefer. Hij benadrukt: “Er zijn dus groepen patiënten, die door aanleg parodontitis ontwikkelen, die volledig losstaat van andere risicofactoren zoals roken, mondhygiëne of leeftijd.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/06/parodontitis.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-10-06 09:57:002017-10-03 15:02:35Grote studie naar erfelijkheid van parodontitis
De projectgroep Kennisagenda Mondgezondheid inventariseert waar mondzorgprofessionals tegenaan lopen tijdens hun werkzaamheden. Welke mondzorgonderwerpen zijn voor u het belangrijkst? Helpt u mee om de Kennisagenda Mondgezondheid samen te stellen? Vul de vragenlijst in.
Het nemen van beslissingen over behandelingen is niet altijd even simpel. Verschillende bronnen geven verschillende informatie, die dan vaak ook weer kunnen afwijken van uw eigen kennis of ervaring. Deze kloof tussen praktijk en wetenschap lijkt steeds groter te worden, terwijl wetenschappelijk onderzoek wat aansluit op uw kennisbehoefte zou kunnen zorgen voor een hogere kwaliteit van mondzorg en meer maatschappelijke waarde van gedaan onderzoek.
Mondzorgprofessionals aan het woord
Als mondzorgprofessionals zelf meedenken over belangrijke onderwerpen en vraagstukken voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek kan dat de kloof tussen praktijk en wetenschap verkleinen. Dit kan leiden tot betere behandelbeslissingen en betere zorg voor patiënten.
In een eerdere enquête hebben mondzorgprofessionals onderwerpen voor toekomstig onderzoek aangedragen. Deze onderwerpen zijn gebaseerd op lastige beslismomenten in de dagelijkse praktijk van patiëntenzorg.
Nu willen we graag weten welke onderwerpen voor mondzorgprofessionals het belangrijkste zijn. Door te kiezen welke onderwerpen voor u het belangrijkst zijn, helpt u mee om de Kennisagenda Mondgezondheid samen te stellen.
Vul de vragenlijst van de Kennisagenda Mondgezondheid in
Het opstellen van een kennisagenda waarin mondzorgprofessionals zelf kunnen meedenken over belangrijke onderwerpen en vraagstukken kan de kloof tussen praktijk en wetenschap verkleinen. Meer klinische toepasbaar wetenschappelijk onderzoek kan het maken van behandelbeslissingen vergemakkelijken. Maar hiervoor moeten wetenschappers weten wát er precies onderzocht moet worden.
Uw bijdrage is dus belangrijk. Deel uw onderwerpen en vraagstukken waar u in uw werk tegenaan loopt en help mee een representatieve Kennisagenda Mondgezondheid op te stellen.
Longontsteking is een belangrijke overlijdensoorzaak bij verpleeghuisbewoners. Slikproblemen en orale bacteriën vormen een risico voor het ontstaan van een longontsteking door verslikking (aspiratie pneumonie). Dagelijkse mondverzorging vermindert het aantal orale bacteriën, maar het is onduidelijk welke interventies effectief zijn om longontsteking door verslikking te verminderen. Ook is meer inzicht nodig in welke kennis en vaardigheden verplegend personeel moet hebben voor het uitvoeren van complexe mondverzorging bij zorgafhankelijke cliënten.
Chloorhexidine
Uit het promotieonderzoek van Vanessa Hollaar bij 103 verpleeghuisbewoners in 17 verpleeghuizen blijkt onder andere, dat het tweemaal dagelijks toevoegen van een mondspoelmiddel met 0.05% chloorhexidine aan de dagelijkse mondverzorging bij verpleeghuisbewoners met slikproblemen niet zorgt voor een afname van het aantal longontstekingen door verslikking. Slikproblemen blijkt wederom een significante risicofactor te zijn voor het ontstaan van een longontsteking. Het aantal en de samenstelling van de orale bacteriën lijken in mindere mate een rol te spelen, omdat in dit onderzoek geen verschil is gevonden in het aantal longontstekingen tussen dentate of edentate verpleeghuisbewoners. Daarnaast had het verpleegkundig personeel een gebrek aan kennis over het reinigen van kunstgebitten en ervoeren zij praktische belemmeringen bij het uitvoeren van de dagelijkse mondverzorging.
Slikonderzoek
Naast dat er meer onderzoek gedaan moet worden, welke interventies effectief zijn in het verminderen van longstekingen bij verpleeghuisbewoners, wordt aanbevolen een slikonderzoek standaard bij elke cliëntopname in een verpleeghuis uit te voeren. Maar om goed te kunnen slikken, is een gezonde én pijnvrije mond met een goede kauwfunctie noodzakelijk.
Mondhygiënist als lid van zorgteam
Echter is mondverzorging bij zorgafhankelijke mensen complex door de combinatie aan sociale, cognitieve en lichamelijke beperkingen. Om deze complexe mondzorg aan te kunnen, is het belangrijk om mondzorgprofessionals, zoals een mondhygiënist, op te nemen als een vast lid van een multidisciplinair zorgteam. Tevens is het belangrijk dat toekomstige (mond)zorgprofessionals zo worden opgeleid dat zij de orale, tandheelkundige en medische complexiteit van mondzorg bij zorgafhankelijke ouderen aan kunnen ter verbetering van de mondgezondheid en ter voorkoming van problemen in de algehele gezondheid.
Biografie Vanessa Hollaar (1978) studeerde Mondzorgkunde aan de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) en Psychologie aan de Radboud Universiteit. Vanessa is als hoofddocent en onderzoeker verbonden aan de Opleiding Mondzorgkunde van de HAN. Zij voerde bovenstaand onderzoek uit in samenwerking met de afdeling Tandheelkunde van het Radboudumc en HAN Lectoraat Neurorevalidatie. Zij is oprichter van The Oral Evidence Academy (www.oralevidence.nl) en auteur voor het Nederlands Tijdschrift voor Mondhygiëne.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/09/78454659-gebit.jpg231398anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-09-11 08:50:492019-05-22 12:34:35Dagelijks gebruik chloorhexidine bij verpleeghuisbewoners leidt niet tot minder kans op longontsteking
Een multidisciplinair team van onderzoekers aan de KU Leuven, België, heeft een tandheelkundig implantaat ontwikkeld die geleidelijk aan een medicijn laat vrij komen uit een ingebouwd reservoir. Dit helpt infecties te voorkomen en bestrijden.
Infecties Onze mond bevat veel micro-organismen zoals bacteriën en schimmel pathogeen. Op de traditionele tandheelkundige implantaten kan dit pathogeen snel een biofilm vormen, die bezorgt voor bestandheid tegen antimicrobiële middelen zoals antibiotica. Hieruit volgt dat deze implantaten een hoger risico vormen op infecties die moeilijk te behandelen zijn.
Ingebouwd reservoir De onderzoekers van de KU Leuven hebben een nieuw implantaat ontwikkeld dat het risico op infecties verminderd. “Ons implantaat heeft een ingebouwd reservoir onder de kroon van de tand”, zegt hoofdauteur Kaat de Cremer.
“Een schroef maakt het gemakkelijk om dit reservoir met antibiotica te vullen. Het implantaat is gemaakt van een poreus samengesteld materiaal. Dit zorgt ervoor dat het medicijn zich geleidelijk kan verspreiden vanuit het reservoir naar de buitenkant van het implantaat, welke direct in contact staat met de botcellen. Hierdoor kunnen de bacteriën niet langer een biofilm vormen.”
Mondspoeling In het laboratorium werden verschillende testen op het implantaat uitgevoerd met middelen als chloorhexidine. De studie toont aan dat de Streptococcus mutans niet langer biofilms kan vormen aan de buitenkant van het implantaat wanneer het reservoir is gevuld met eerdergenoemde mondspoeling.
Zowel voorkomen als genezen Indien biofilms vooraf aan het implantaat zijn gekweekt, kan dit implantaat ervoor zorgen dat deze weer geëlimineerd worden. Dit betekent dat het implantaat zowel effectief is in het voorkomen als genezen van infecties.
Uit een nieuwe studie is gebleken dat verschillende instrumenten als spuiten, scalers en andere handstukken nog wel eens schadelijke micro-organismen zouden kunnen verspreiden door de tandartspraktijk.
Bioaerosolen en besmettingsrisico’s
Bioaerosolen zijn organische vloeistoffen of vaste deeltjes die uren in de lucht kunnen blijven hangen en oppervlaktes kunnen besmetten. Aangezien ze pathogenen kunnen bevatten kunnen bioaerosolen mogelijk ziektes verspreiden onder het personeel en patiënten. Desondanks werd er eerder geen systematische review gedaan van eerder uitgevoerde studies. Om die reden werd in deze studie door een Amsterdams onderzoeksteam met name gekeken naar waar bioaerosolen vandaan komen, waar ze uit bestaan en hoe gevaarlijk ze eigenlijk zijn. Hierbij werd gekeken naar 62 verschillende studies.
Handstukken en menselijke oorzaken
Een van de dingen die bleek was dat onder andere ultrasonische scalers, handstukken met een hoge snelheid, lucht turbines, drie-in-een spuiten en lucht-water spuiten allemaal hun bijdrage leveren aan de creatie van bioaerosolen. Ook hoesten, niezen en air conditioning blijken hieraan bij te dragen.
Micro-organismen in tandartspraktijken
In de review werden bijna 40 verschillende micro-organismen vastgesteld die voorkomen in veel tandartspraktijken. Sommige hiervan kunnen ziektes veroorzaken, zoals het herpes simplex virus type 1 en Legionella pneumophila, ook al komt deze voornamelijk voor in ziekenhuizen. Er werd echter ook een geval gevonden waarbij een patiënt met deze ziekte hoogstwaarschijnlijk was besmet in een tandartspraktijk.
Ook werd een geval gevonden waarbij een personeelslid van een tandartsenteam besmet werd met HSV-1 nadat deze waarschijnlijk in de ogen had gewreven tijdens het werken na het werken met ultrasonische straling.
Gebrekken van de review
Een van de grootste gebrekken van de review is dat weinig van de studies die ze bekeken daadwerkelijk tandartspraktijken onderzochten. Ook keek geen enkele van de studies specifiek naar het risico van bioaerosole virussen of parasieten, en beschreven veel van de studies niet hoe het uitgevoerde experiment was opgezet. Om die reden dient deze review meer als een samenvatting van eerder gedane studies dan het daadwerkelijk bruikbare conclusies heeft opgeleverd.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/07/24467708_s.jpg249400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-08-17 09:45:452017-08-16 15:48:26Schadelijke micro-organismen door handstukken in tandartspraktijk
Uit recentelijk onderzoek blijkt dat het ultrasoon scalen van implantaten peri-implantitis kan verergeren.
Onderzoek Het onderzoek is uitgevoerd in Tel Aviv door dr. Eger en collega’s. Het voornaamste doel van het onderzoek was om vast te stellen of het ultrasoon scalen van tandimplantaten zorgt voor de vrijlating van titanium deeltjes die ontstekingen veroorzaken. Ze keken hierbij naar verschillen in effecten bij verschillende oppervlaktes van implantaten waaronder bewerkte, gezandstraalde en zuur-geëtste implantaten. Volgens de onderzoekers is dit de eerste studie die onderzoek heeft gedaan naar potentiele biologische consequenties van (ultrasoon) scalen van implantaten.
Effecten van schalen De onderzoekers vonden dat het schalen van implantaten in alle gevallen de vrijlating van titanium deeltjes aanwakkerde, wat op zijn beurt weer ontstekingen stimuleerde. Met deze resultaten is de hypothese dat ultrasonoor-geproduceerde deeltjes een sterke en osteolytische reactie teweegbrengen bevestigd, zo concludeerde dr Eger in Scientific Reports. Deze resultaten benadrukken het belang van een duidelijk protocol voor de behandeling van implantaten wegens de mogelijk negatieve gevolgen hiervan.
Limitatie Het onderzoek is alleen gebaseerd op de korte termijneffecten van het schalen omdat de lange termijneffecten nog onduidelijk zijn. Echter zijn de resultaten van grote significantie wat het volgens de onderzoekers onwaarschijnlijk maakt dat de effecten op lange termijn anders zullen zijn.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/02/Ultrasoon-scalen.gif230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-07-13 09:17:422017-06-27 17:21:37Ultrasoon scalen van titanium implantaten kan peri-implantitis verergeren
Op 19 mei ontving Yvonne Buunk-Werkhoven een award voor de beste buitenlandse poster tijdens de Nazareth Conference on dental public health in Israël.
Poster
Haar poster omschreef een tweede pick a T onderzoek over het bevorderen van tandenstokers in de horeca. In de zomer van 2015 vulden bezoekers van de Foodhallen in Amsterdam een korte vragenlijst in en ontvingen zij een doosje tandenstokers met aminfluoride. Online kregen mensen die hun e-mailadres hadden opgegeven een tweede vragenlijst toegestuurd. De bezoekers waardeerden hun eigen mondgezondheid als goed. Een derde was nog nooit bij een mondhygiënist geweest, mensen vinden het gebruik van tandenstokers in de horeca belangrijk en waarderen het zeer als het wordt aangeboden. Bovendien lijkt het bewustwording van de eigen mondverzorging en bezoek aan de mondhygiënist te bevorderen.
Nazareth Conference De Israëlische minister van Health, M.K. Rabbi Yaakov ‘opende’ de Nazareth Conference. Dental Public Health wordt in Israël binnen de totale gezondheid als een belangrijk aandachtspunt gezien. Het internationale Nazareth congres werd in mei voor de tweede keer gehouden. Het congres gaat over dental public health, van theorie tot praktijk waarbij presentaties worden gegeven over onderzoek en toepassing op dit gebied.
“Ik voel me zeer vereerd en voor mij betekent de award een erkenning voor al mijn werk op het gebied van promotie van mondgezondheid en het vergroten van bewustwording van mondverzorging onder het grote publiek. De mindset en gedragsverandering binnen de preventieve mondzorg – waarbij mondgezondheid een onderdeel is van de algehele gezondheid en de eigen mondverzorging een gewoontegedrag is – is complexer dan ‘gewoon’ twee maal daags tandenpoetsen met fluoridetandpasta en houdt dus ook reiniging tussen de tanden en kiezen in”, aldus Buunk-Werkhoven.
Yvonne Buunk-Werkhoven is gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/05/Yvonne-Buunk-Werkhoven.png230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-06-06 10:29:462018-09-03 12:47:49Award Best Foreign Poster voor Yvonne Buunk-Werkhoven
Kunnen bepaalde gezichts- en halsafmetingen voorspellen welke patiënten een verhoogd risico hebben op obstructieve slaapapneu (OSA)? Een onderzoeker bestudeert een mogelijk verband bij volwassenen. Zij presenteerde onlangs haar bevindingen op de jaarlijkse bijeenkomst van de International Association for Dental Research (IADR) in San Francisco.
Onderzoek obstructieve slaapapneu Bahn Agha, PhD, MSc, orthodontist en klinisch postdoctoraal onderzoeker aan de Queen Mary University of London, onderzocht de relatie tussen gezichts- en halsafmetingen en de aanwezigheid van obstructieve slaapapneu.
Mensen met obstructieve slaapapneu hebben regelmatig ademstilstanden tijdens hun slaap doordat de tong en zachte delen in de keel de ademhaling blokkeren. Dit kan onder andere leiden tot slaperigheid overdag, hartproblemen, auto-ongelukken en een verminderde kwaliteit van leven.
Multifactoriële aandoening Uit het onderzoek van Dr. Agha bleek dat bij volwassenen met OSA de halsomtrek gemiddeld met 1,26 mm was toegenomen.
Slaapapneu is een echter een multifactoriële aandoening, die onder andere wordt beïnvloed door leeftijd, etnische afkomst, geslacht, alcohol- en medicijngebruik en houding van het hoofd.
De halsomtrek alleen kan geen OSA voorspellen. OSA komt ook voor bij personen met een normaal gewicht en een normale halsomtrek. Door de vorm van de schedel te combineren met andere factoren, zoals hoge bloeddruk, obesitas, mannelijk geslacht, een voorwaartse hoofdstand en ouderdom, zou de voorspelling van OSA kunnen verbeteren.”
Betekenis onderzoek voor tandartsen Dr. Agha hoopt door verder onderzoek een model te kunnen creëren dat door tandartsen kan worden toegepast. Tandartsen zouden kunnen helpen OSA te voorspellen door de geschiedenis van slaap-gerelateerde ademhalingsproblemen van een patiënt vast te leggen en metingen te verrichten, zoals de halsomtrek en de body mass index. Potentiële OSA-patiënten kunnen dan doorverwezen worden. “Door mijn onderzoek wil ik graag het bewustzijn van de tandartsen vergroten en de beschikbare mogelijkheden voor voorspelling of diagnose van OSA uitleggen,” aldus Dr. Agha.
Op 2 mei vindt de uitreiking plaats van Nt-GSK-Bachelorscriptie Award 2017. Voor deze award zijn zes eindscripties genomineerd van bacheloropleidingen tandheelkunde. De Award is een initiatief van het Nederlands tandartsenblad in samenwerking met GSK Consumer Healthcare.
Zes genomineerden De Nt-GSK-Bachelorscriptie Award is in het leven geroepen om tandartsen kennis te laten nemen van de interessantste scripties van de verschillende tandheelkundige faculteiten. Elke faculteit mag jaarlijks drie scripties inzenden. Dit jaar zijn de volgende zes scripties genomineerd voor de prijs.
Evidence based reiniging en desinfectie van ultrasone apparatuur
Abbergayle Partoredjo en Mustafa Nourozi (Amsterdam) hebben de besmetting van ultrasone apparatuur met mondbacteriën onderzocht. Ze hebben daarbij gekeken naar de binnenkant van de ultrasone apparatuur, omdat holle instrumenten lastig schoon te maken zijn en dit van invloed kan zijn op het desinfectie- en sterilisatieproces. Ook hebben ze bekeken of aan de hand van de bestaande protocollen voor reiniging, desinfectie en sterilisatie de ultrasone instrumenten goed gedesinfecteerd worden. Tijdens de test werd aangetoond dat met de huidige protocollen niet alle bacteriën worden gedood. Hierdoor kunnen orale bacteriën van patiënt op patiënt worden overgebracht. Nieuw onderzoek kan leiden tot betere protocollen. Tot die tijd kan het instrumentarium het beste handmatig gereinigd worden, eventueel aangevuld met sterilisatie.
Radiografische interpretatie van parodontale problematiek door studenten tandheelkunde en mondzorgkunde
Het onderzoek van Robbin van der Wal, Mais al Saadi en Susan Kok (Groningen) werd verricht in het kader van de taakherschikking tussen tandartsen en mondhygiënisten. Uit onderzoeken is gebleken dat tandartsen zich afvragen of mondhygiënisten bekwaam genoeg zijn om bepaalde werkzaamheden uit te voeren. Er zijn echter slechts enkele onderzoeken verricht naar de competenties van mondhygiënisten.
Voor deze bachelorscriptie is onderzocht wat de competenties zijn van mondhygiënisten op het gebied van interpretatie van röntgenbeelden ten behoeve van parodontale diagnostiek in vergelijking met tandartsen. Laatstejaars studenten mondzorgkunde en tandheelkunde kregen tien röntgenopnamen voorgelegd, waarbij geen contextuele informatie werd gegeven. De studenten moesten de foto’s op drie aspecten beoordelen. Deze beoordelingen werden vergeleken met een ‘gouden standaard’, die gemaakt was aan de hand van de beoordeling van dezelfde röntgenbeelden door drie ervaren parodontologen. Uitkomst van het onderzoek was dat er geen verschil was tussen laatstejaars studenten tandheelkunde en mondzorgkunde.
Angry birds: is boosheid gerelateerd aan bruxisme?
Emese van Pinxteren en Eline Veldhuis (Nijmegen) hebben onderzoek verricht naar de relatie tussen bruxisme (het klemmen of knarsen van de tanden) en boosheid. Deelnemers aan het onderzoek hebben vier weken een dagboek bijgehouden en eenmalig een vragenlijst ingevuld. Zij gaven hierbij zelf aan of ze bruxisme hadden. Daarnaast werd een vragenlijst over boosheid ingevuld door bruxisten en niet-bruxisten, waarna de boosheidsscores uit beide groepen met elkaar zijn vergeleken.
De conclusie is dat bruxisten een hogere mate van boosheid vertonen dan niet-bruxisten, waarbij deze boosheid van invloed blijkt te zijn op de mate van bruxisme.
Storytelling in de tandheelkundige voorlichting
Anna-Christina Nassif en Martine van Mourik-Wijnhorst (Amsterdam) hebben onderzocht of storytelling bij kinderen van zes en zeven jaar effect heeft op het tandenpoetsgedrag , ofwel attitude, gedragsintentie en de hoeveelheid tandplaque.
Ze hebben 132 kinderen uit groep 3 en 4 van twee basisscholen onderverdeeld in een testgroep en een controlegroep. Ze kinderen uit de testgroep kregen een sprookje te horen dat was gerelateerd aan tandenpoetsen (storytelling). Alle kinderen kregen een vragenlijst voorgelegd over attitude, gedragsintentie en poetsgedrag en een tandplaquemeting.
Voor de attitude, de gedragsintentie en het poetsgedrag kon geen verschil worden aangetoond tussen groepen met of zonder storytelling. De plaquescores bleken bij de testgroep wel beter te zijn dan bij de controlegroep. De conclusie was daarom dat storytelling wel effectief lijkt te zijn, maar om welke reden is niet duidelijk.
Het effect van elmex erosion protection op tandglazuur
Vadjiha Behbodi en Juliette Simons (Nijmegen) onderzochten het effect van citroenzuur en jus d’orange op tandglazuur. Ze bekeken de invloed van tandenpoetsen hierop en het gebruik van het mondspoelmiddel Elmex® Erosion Protection.
Voor hun onderzoek maakten ze gebruik van glazuursamples. De helft van de samples werd blootgesteld aan citroenzuur en de andere helft aan jus d’orange. Een deel van de samples werd met het mondspoelmiddel behandeld en een deel werd gepoetst met een elektrische tandenborstel. Na vijftien dagen werd voor alle samples het tandzuurverlies gemeten en het gemiddelde weefselverlies berekend. Conclusie was dat het weefselverlies hetzelfde is bij de gepoetste en niet-gepoetste samples. Het mondpoelmiddel werkt wel beschermend tegen het ontstaan van tanderosie. Daarnaast blijkt citroenzuur tot meer weefselverlies te leiden dan jus d’orange. Zes keer per dag blootstelling aan citroenzuur of jus d’orange geeft meer weefselverlies dan bij drie keer per dag.
De stijfheid van humaan dentine, composiet en biodentine
Chris Dekker, Arjan Hofte en Martijn Koole (Groningen) hebben onderzocht of de stijfheid van humaan dentine, composiet en Biodentine™ vergelijkbaar zijn.
Bij de behandeling van cariës wordt zowel het verloren dentine als het verloren glazuur door composiet vervangen. Dentine en glazuur hebben echter andere materiaaleigenschappen. Een meer natuurlijke situatie zou zijn om de dentine te vervangen door een materiaal dat daar op lijkt en de glazuur door composiet. Het nieuwe materiaal Biodentine™ zou op natuurlijke dentine lijken. In dit onderzoek is één van de eigenschappen van Biodentine™ vergeleken met die van natuurlijke dentine en die van composiet, namelijk de stijfheid.
De conclusie was dat de stijfheid van Biodentine™ en composiet significant overeenkomen. Biodentine™ lijkt qua stijfheid echter niet meer op humaan dentine dan composiet.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/04/Awarrd.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-04-25 17:24:572017-12-06 10:23:46Zes genomineerden voor Nt-GSK-Bachelorscriptie Award 2017
Onderzoekers aan de Universiteit van Michigan bootsen tandglazuur na om als beschermlaag voor duurzamere vliegtuigen en andere apparaten te kunnen dienen.
Unieke eigenschappen Het glazuur op de tanden is een uniek product van de natuur. Het is bestand tegen constante druk en trillingen en is in staat om zichzelf te herstellen waardoor het tientallen jaren meegaat. Deze unieke eigenschappen maakte het dat onderzoekers aan de universiteit van Michigan eenzelfde soort materiaal hebben geprobeerd na te maken.
Voor hun onderzoek waren ze op zoek naar een materiaal wat hoge trillingen aan kan. Ze onderzochten eerst verschillende structuren en kwamen erachter dat tandglazuur in de evolutie nooit is aangepast. De structuur van het glazuur van een Tyrannosaurus was vergelijkbaar met die van een hedendaagse walrus. De onderzoekers vonden dit opmerkelijk aangezien er door het proces van de evolutie vaak grote veranderingen door de jaren heen voorkomen.
Bij zware trillingen Veel materialen die harde trillingen kunnen weerstaan zonder scheuren zijn te zacht om te gebruiken bij apparaten maar de samenstelling van tandglazuur maakt het een goede oplossing. De onderzoekers hebben succesvol in het laboratorium de structuur van tandglazuur nagebootst en hopen dat dit product kan dienen als beschermlaag voor bijvoorbeeld vliegtuigen en andere apparaten die zware trillingen doorstaan.
Ingewikkeld De onderzoekers gaan door met de ontwikkeling van het product maar een uitdaging zal zijn om het product in grote hoeveelheden te produceren omdat het een ingewikkeld proces is.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/03/beschermlaag-vliegtuig.jpg232400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-03-22 10:58:392017-03-22 10:58:39Tandglazuur nagebootst om te dienen als beschermlaag vliegtuigen
Het aantal tanden wat een mens verliest, kan een belangrijke indicator zijn voor de levensverwachting, blijkt uit recent onderzoek gepubliceerd op Periodontology 2000.
Uitkomsten onderzoek Ook kwam uit het onderzoek naar voren dat tandverlies nauw verbonden is aan stresslevels van een mens. Dit omvat de sociale, emotionele en economische status van de mens en andere gezondheidsproblemen.
Het onderzoek vond bijvoorbeeld dat mensen die 5 of meer tanden verloren hadden op hun vijfenzestigste levensjaar een grotere kans hadden op andere serieuze gezondheidsproblemen zoals hart- en vaatziektes en diabetes. Veel van deze ziektes zijn eerder ook gelinkt aan levenskwaliteit en socio-economische status.
Dr. Nigel Carter, CEO van de Britse Health Foundation, sprak over de uitkomsten van dit onderzoek. “Dit onderzoek toont aan dat verlies van tanden vaak een aanduiding kan zijn van een lage kwaliteit van andere delen van een mens’ levensstijl en daarmee ook een hogere waarschijnlijkheid dat een mens hierdoor gezondheidsproblemen krijgt.”
Het is daarom van groot belang dat mensen op hun mondgezondheid letten. “Het is vrij duidelijk dat wat er in onze monden gebeurt een bruikbaar middel is om onze algehele gezondheid te begrijpen.” Hij verwelkomt meer onderzoek naar dit onderwerp omdat dit een manier is om ziektes die gelinkt zijn aan tandverlies te voorkomen en te herkennen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/02/oude-man.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-03-20 10:15:022017-03-20 13:00:04Verlies van tanden gelinkt aan levensverwachting
Bij parodontitis lopen het kaakbot en de bindweefselvezels veel schade op. Daarnaast zou de ziekte nog wel eens een effect kunnen hebben op diabetes mellitus en hart- en vaatziekten. Voor zijn promotieonderzoek onderzocht Wijnand Teeuw de relatie tussen parodontitis, diabetes mellitus en hart- en vaatziekten.
Vroege aanwijzing diabetes
In zijn onderzoek kwam Teeuw tot de conclusie dat ernstige parodontitis een vroege aanwijzing kan zijn van diabetes, gezien er in deze groep bijna twee keer zoveel nieuwe diabetespatiënten werden gevonden als in de groep met geen of milde parodontitis.
Verminderde conditie van vaatstelsel
Ook bestaat er een relatie tussen deze ernstige tandvleesontsteking, een verminderde conditie van het vaatstelsel en een verhoogde totale ontstekingsgraad in het lichaam. Ook werd met het onderzoek aangetoond dat een parodontale behandeling meestal zorgt voor een betere bloedsuikerregulatie bij diabetespatiënten, een verbetering van de conditie van het vaatstelsel en een verlaging van de totale ontstekingsgraad.
De promotie zal plaatsvinden op 10 maart 2017 om 11 uur. Wijnand Teeuw zal spreken. Daarnaast zullen Prof. Dr. Bruno Loos en Dr. V. E. A. Gerdes aanwezig zijn als promotoren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/03/parodontitis.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-03-20 08:30:292017-03-20 12:11:42Promotie: relatie parodontitis, diabetes en hart- en vaatziekten
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.