Uitneembaar gebit

Is ‘een uitneembaar gebit ’voorbij?

Is een uitneembare voorziening nog van nu of neemt het zelfs weer toe? Verslag van de lezing van Nittert Postema tijdens het NVVRT-congres Gewoon over tanden.

Gebitsprothese
Tijdens de presentatie liet Postema ons zien dat een gebitsprothese vaak een goede oplossing is om kauwen, spraak, spierfunctie, esthetiek en welbevinden te herstellen en niet voorbij is. Aan de hand van casussen werd dit duidelijk geïllustreerd en werden toepasbare tips gegeven.

Bij een gebitsprothese wordt de afname van bot vervangen door kunststof. Bij sterke resorptie wordt de bovenkaak smaller en de onderkaak breder en wordt bij voorkeur gekozen voor lingualized occlusion. De beet en beethoogte bepalen is het aller moeilijkst. Kennis van occlusie en articulatie is van groot belang. Waar moeten de boventanden staan en hoeveel mm van de fronttanden is zichtbaar bij ontspannen bovenlip. De hoeveelheid tand is afhankelijk van leeftijd en geslacht. De volledige prothese is een goede voorziening wanneer de eigen dentitie verloren gaat.

De bovenprothese functioneert goed maar de onderprothese functioneert gemiddeld slecht en dan zijn implantaten geïndiceerd. Was het vroeger tandbehoud nu staat botbehoud centraal want als het nodig is, is botvolume voorwaarde om implantaten te kunnen plaatsen. We moeten flabby ridge en botverlies voorkomen in de bovenkaak. Implantaten onder de onderprothese is een voorwaarde voor goed het functioneren van de onderprothese.

Motiverend begeleiden
De behandeling vraagt veel communicatie. Helpen is begrijpen waarom de patiënt doet wat hij doet en niet zeggen wat hij moet doen. Betrek de patiënt in het zorgproces door te vragen naar de verwachting, want kwaliteit is voldoen aan de verwachting van de patiënt. De mens achter het probleem is belangrijk voor Postema. Je hoort vaak één verhaal, maar meestal zijn het er meerdere en die kunnen het behandelresultaat blokkeren. Behandelen is luisteren en communiceren.

Citaten van Postema

  • ‘Poets de tanden die je wilt behouden. Anders worden ze vals. Tandheelkunde begint met een goede mondhygiëne.’
  • ‘Vooraf is het diagnostiek, achteraf is het excuus.’
  • ‘Alles wat je aandacht geeft, wordt groter.’
  • ‘Aandacht voor negatieve zaken is niet productief. Benoem vooral positieve dingen!’
  • ‘Doe aan OPA = Parkeren, Opbouwen, of Afbouwen: patiënten moeten weten waar ze zitten in het tandheelkundig traject.’

Nittert Postema
Drs. Nittert Postema is in 1969 te Utrecht afgestudeerd als tandarts en heeft in 1970, in Amsterdam ,een praktijk gestart die later , mede onder zijn leiding, is uitgegroeid tot een groepspraktijk. Hij was parttime 1 jaar werkzaam als klinisch-docent op de faculteit Tandheelkunde van de RU- Utrecht tot september 1970 en aansluitend aan de VU te Amsterdam tot 1975. Daarna was hij parttime werkzaam in de Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam noord. Vanaf 1986 tot 2008 was hij werkzaam bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde aan de faculteit Tandheelkunde en Geneeskunde van KUN te Nijmegen. Hij was 14 jaar Hoofd van het CBT. Vanaf 1972 tot heden geeft hij theoretische en klinische Bij- en Nascholings Cursussen aan tandartsen en tandtechnici. De volledige gebitsprothese, de totale rehabilitatie, de implantologie en adhesieve tandheelkunde hebben altijd zijn bijzondere belangstelling.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van het NVVRT-congres Gewoon over tanden

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
SOA’s en tandheelkunde

SOA’s en tandheelkunde

Hoe herkent u seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) in de mondholte? Een overzicht van de meest voorkomende SOA’s en de besmettingskans.

Verslag van de lezing van dermatoloog dr. Van Leent tijdens het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info

Wanneer men vraagt wat bedoeld wordt met veilige seks, is het antwoord doorgaans het vermijden van HIV. Over andere seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zit men over het algemeen minder in, terwijl deze vaak voorkomen. SOA’s betreffen bacteriële, virale of parasitaire infecties.

Bacterieel: gonorroe, chlamydia en syfilis
Viraal: herpes, wratten en bloedoverdraagbare virussen (HIV, HBV, HCV)

Gonorroe
In 2012 bezochten 3.991 met gonorroe besmette mensen een SOA-centrum in Nederland. De prevalentie is hoger bij mannen (76%) dan bij vrouwen (24%).

Epidemiologisch:

Mannen die seks hebben met mannen (MSM):

  • 32% met Gonorroe elders heeft ook Gonorroe orofarynx
  • 16% geïsoleerd orofarynx

Vrouwen:

  • 24% Gonorroe elders heeft ook Gonorroe orofarynx
  • 11% geïsoleerd orofarynx

Hetero mannen:

  • Onbekend

Besmetting
Besmettelijke periode is tijdens de incubatietijd, tijdens de klinische fase en bij een asymptomatische infectie. De besmettelijkheid is 24 uur na behandeling met antibiotica waarvoor de stam gevoelig is voorbij.

Besmetting gaat via contact via de slijmvliezen, maar kan ook via de handen. De transmissie kans is van vrouw naar man 20-50% en van man naar vrouw 50-90%. Buiten het lichaam is het slechts kort levensvatbaar.

Bij orofaryngeale gonorroe infecties is 79% van de infecties asymptomatisch, 15% heeft een pijnlijke keelinfectie en 5% purulente tonsillitis lymfadenopathie. En heel zeldzaam is gedissemineerde gonorroe infectie.

Prognose en beleid
Een gonorroe infectie is “self limiting”, meestal verdwijnt deze binnen enkele weken, hooguit een jaar. Toch is het testen en behandelen van MSM en vrouwen relevant in het kader van transmissie. Gonorroe is resistent voor 10-20% van de penicilline en 30-60% van de tetracycline en chinolonen. Cefalosporines kunnen het beste worden ingezet, al komt er al een verminderde gevoeligheid voor in Nederland.

Chlamydia
In 2012 bezochten 14.721 personen besmet met chlamydia een soa centrum in Nederland. De prevalentie tussen mannen (7.664) en vrouwen (7.057) is nagenoeg gelijk. Chlamydia besmetting komt het meest voor op jonge leeftijd (15-19 jaar). Ook komt chlamydia meer voor bij bepaalde bevolkingsgroepen, zoals bij jongeren uit de Nederlandse Antillen, Suriname en Sub-Sahara Afrika. Het is onbekend waarom dit het geval is.

Chlamydia trachomatis komt bij voorkeur voor in het cilindrisch epitheel, meestal asymptomatisch (mannen 50%, vrouwen 70-90%). De specifieke symptomen bij keelinfectie zijn niet bekend.

Besmetting
Besmetting gaat via slijmvlies contact. Transmissiekans van vrouw naar man is 28% en van man naar vrouw 45%.

Syfilis
De prevalentie van syfilis neemt de laatste jaren af. In 2000 was nog 7% (van de MSM) besmet en in 2011 was dat slechts 2%. Ongeveer 200 van de 38.000 bezoekers op de soa poli in Amsterdam was besmet. Al is wel bekend dat het aantal besmettingen in de loop der jaren fluctueert, het komt en gaat in perioden van 20 jaar. In 2012 meldden zich op de soa-poliklinieken in Nederland 571 personen met infectueuze syfilis: 16 vrouwen en 555 mannen. Het komt vooral voor op latere leeftijd bij MSM: 93%.

Stadium 1: primaire syfilis

  • Solitair of multipel, pijnloos, schoon ulcus, op de plaats van inoculatie
  • Meestal op de genitalia of in de mond
  • De laesies zijn besmettelijk
  • 80% heeft ook regionale lymfezwelling
  • Ook zonder behandeling verdwijnt het ulcus na drie tot zes weken

Stadium 2: secundaire syfilis

  • Drie tot zes weken na primaire syfilis
  • Bij 60-90% van de onbehandelde patiënten
  • Maculopapuleus, niet jeukend exantheem op de romp en extremiteiten, inclusief handpalmen en voetzolen
  • Soms condylomata lata
  • Ook de slijmvliezen kunnen laesies vertonen
  • ‘moth-eaten’ alopecia
  • Algemene symptomen als malaise, koorts, spier- en gewrichtspijnen en lymfadenopathie

Stadium 3 is zeldzaam en hier wordt niet op ingegaan.

Syfilis in de mondholte
In het primaire stadium ontwikkelt slechts 4-12% een ulcus in de mond/keelholte. Hoewel in 40-75% extra genitale ulcera. In het secundaire stadium krijgt 30% orale afwijkingen.

Transmissie vindt nagenoeg altijd plaats via direct contact. Overdracht via naalden bij drugsgebruikers of via tatoeage is zeer zeldzaam.

Voor bestrijding van syfilis helpt penicilline het beste. Ook de penicilline die men toevallig gebruikt voor een andere aandoening.

Herpes
Herpes type 1 en 2 zijn seksueel overdraagbaar. Type 1 is wat milder en geeft een kleinere kans op besmetting met type 2. Ongeveer 80% van de Nederlanders is besmet met herpes type 1.

Via de slijmvliezen van de orofarynx, genitaliën of conjunctiva treedt herpes het lichaam binnen, het verspreidt zich naar de autonome of sensibele ganglia (type 1 in de nervus trigeminus). Het speelt periodiek kortstondig op.

Verloop herpes labialis
* Een eerste episode

  • Meestal op de kleuterleeftijd
  • Pijnlijke vesiculairelaesies van de orale mucosa (gingivo stomatitis) eventueel gepaard gaande met systemische symptomen (koorts, malaise)
  • De laesies genezen over het algemeen binnen 1-2 weken
  • Meestal verloopt de eerste episode asymptomatisch

* Een recidief herpes labialis

  • Verloopt minder heftig dan de eerste keer
  • Vaak beperkt tot de lippen, geen slijmvlies betrokkenheid, palatum molle en aangrenzende gingiva
  • Op plaatsen nabij de eerste episode infectie
  • Meestal geen systemische symptomen

Besmetting
Transmissie verloopt via direct contact met lichaamsvocht, mucosa. Via de intacte huid is het moeilijk besmet te raken, eventueel wel mogelijk via (micro)laesies. Besmetting vindt ook plaats door contact met speeksel of mondslijmvlies. Het virus overleeft niet lang in de omgeving buiten de gastheer.

Besmettelijke periode

  • Bij (a)symptomatische primaire herpes uitscheiding van soms grote hoeveelheden virus
  • Bij (a)symptomatische recidieven wordt opnieuw virus uitgescheiden
  • Geïnfecteerden zijn levenslang potentieel besmettelijk, ook zonder de symptomen

70% van de populatie verspreid minimaal een maal per maand het virus in besmettelijke hoeveelheden.

Tandheelkundige behandelingen
Voor tandheelkundige behandeling hoeven buiten de WIP-richtlijn geen extra maatregelen genomen te worden om besmetting tegen te gaan. Het is een recidief, de patiënt kan zichzelf niet opnieuw besmetten. Het is slechts nog besmettelijk voor de personen die nog niet besmet zijn.

HIV
Het is bekend dat in Nederland 20.528 mensen zijn besmet met HIV in 2012. Er overlijden 130 mensen per jaar in Nederland aan HIV. HIV is in Nederland nog nooit overgedragen via een prikaccident.

Typen
Er zijn 2 typen HIV: HIV-1 en HIV-2

Verloop

  • 2-4 weken acuut retroviraal syndroom
  • 4-6 weken seroconversie (window fase)
  • Het duurt 1 tot 15 jaar voordat HIV zich ontwikkelt tot aids.

Opportunistische infecties

  • Orofaryngeale candidiasis*
  • Uitgebreide herpes infecties
  • Kaposi sarcoom

Een gezond volwassen persoon is weerbaar tegen candidiasis, alleen bij een ernstig verstoorde weerstand kan candidiasis de overhand krijgen in de mondholte.

HIV transmissiekans

  • Zeer moeilijk te achterhalen
  • Via besmette lichaamsvloeistoffen, echter tot op heden is overdracht via speeksel of traanvocht bij de mens nog niet bewezen
  • Via slijmvliezen of beschadigde huid
  • Via prik/snijaccident (<0,3%)

Advies
Volgt altijd de WIP-richtlijnen. Onbekende HIV-dragers zijn besmettelijker dan de HIV- dragers die onder behandeling zijn. Oefen en bespreek het protocol bij prikaccidenten in de praktijk, wees voorbereid!

HPV
Het merendeel van type 6 en 11 gaat onopgemerkt, slechts 1% krijgt zichtbare wratten. Het is ernstiger bij immuno-incompetenten. De transmissie kans tijdens één seksueel contact wordt geschat op 60% en een toename hiervan bij meerdere seksuele partners. Ongeveer 25% van de mond- en keel kanker is geassocieerd met HPV type 16. Behandeling volgt vaak alleen bij klachten en is cosmetisch van aard.

Symptomen

Condyloma acuminatum

  • Bleke, verruceuze papels en plaques
  • Meestal lippen palatum durum en gingiva

HPV maligne geïnduceerde maligniteit

  • Meestal geïndureerd ulcus
  • Meestal in tonsillen of tongbasis

Overdraagbaar via direct contact op via voorwerpen.

Verwijzen
Mensen met symptomen van een SOA kunt u doorverwijzen naar een huisarts, SOA-centrum of dermatoloog. Meld erbij dat het zich uit in de mondholte, anders nemen de instanties aan dat het om de genitaliën gaat.

Onderzoek bij de huisarts kost ongeveer €300 aan lab kosten, dit kost de patiënt zijn eigen risico. Een bezoek aan een SOA-centrum wordt door de overheid gefinancierd, GGD’en regelen dit. Het onderzoek wordt gedaan door een verpleegkundige met een arts op de achtergrond.

Bij het opmerken van een keelsoa kunt u doorverwijzen naar een groot soa centrum of naar de dermatoloog.

Info voor behandelaren
www.soa.nl (tabblad professionals)
www.ggd.amsterdam.nl

Info voor patiënten
www.soa.nl
Infolijn: 0900-2042040
E: sense@soaaids.nl

Verslag door Maja Koster-Faasen voor dental INFO van het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info

Edwin J.M. van Leent is werkzaam in het AMC en VUmc als Chef van de poliklinieken Dermatologie. Gespecialiseerd in seksueel overdraagbare aandoeningen. Dr van Leent is daarnaast verbonden aan de Soa polikliniek van de GGD Amsterdam (als plv. opleider). Hij heeft in het verleden als vrijwilliger gewerkt in diverse categorale soa klinieken. Daarnaast geeft hij les op verschillende opleidingen voor artsen en verpleegkundigen. Naast zijn drukke werkzaamheden is hij lid van de KNMG Registratiecommissie Geneeskundig Specialismen (RGS).

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Beste tandheelkunde bachelor in Nijmegen

Voor de beste bacheloropleiding tandheelkunde gaan studenten naar het Radboudumc in Nijmegen. De opleiding is door de Keuzegids Universiteiten uitgeroepen tot de beste opleiding binnen zijn vakgebied.

Topopleiding
De Keuzegids Universiteiten is een onafhankelijke instelling die wetenschappelijke opleidingen beoordeelt op kwaliteit. De Keuzegids Universiteiten kent daarnaast aan de beste opleidingen in het Nederlandse bacheloronderwijs het kwaliteitskeurmerk ‘topopleiding’ toe. Dit keurmerk heeft de bacheloropleiding tandheelkunde van het Radboudumc ook in de wacht weten te slepen.

Bron: Radboudumc

Lees meer over: Kennis, Scholing

Commentaarronde richtlijn injectables

De Nederlandse Vereniging voor Dento Faciale Esthetiek (NVDFE) heeft in samenwerking met de ANT een richtlijn opgesteld voor het gebruik van injectables door tandartsen en tandarts-specialisten, meldt de ANT in haar nieuwsbrief.

Met de richtlijn kan de kwaliteit van behandelingen met injectables worden gewaarborgd en continu worden verbeterd. Volgens de ANT zijn tandartsen bij uitstek opgeleid en deskundig in deze behandeling door de handvaardigheid en de uitgebreide kennis van de anatomie, de farmacologie en de dento faciale esthetiek.

ANT-leden kunnen – binnen 6 weken – commentaar geven op de richtlijn.

Bron:
ANT

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Het boek Beter poetsen: Tiffany Claus wil kennis delen

De Brabantse mondhygiëniste Tiffany Claus schreef het boek ‘Beter poetsen’ voor iedere bezoeker van tandarts en mondhygiënist. Ze wil klanten aanzetten tot nadenken en tot actie “want zelfzorg is de goedkoopste zorg die er is.”

“Als de kennis niet voldoende gedeeld wordt, zorgt dit voor een onevenwichtige relatie tussen zorgverlener en klant.” Dit is een van de wijze zinnen uit de mond van Tiffany Claus. Je zou zeggen dat ze met drie praktijklocaties in Noord-Brabant en een evenveel aan kinderen druk genoeg zou zijn. Maar Tiffany heeft nou eenmaal een onuitwisbare drive om tandheelkundig Nederland en de zorgconsument op één lijn te krijgen. “Mijn grootste passie is het motiveren van mensen om zelf interesse te ontwikkelen in hun mondgezondheid. Ik zie graag dat mensen zich ontwikkelen van ‘patiënt’ naar klant. Klanten die zelf zorgrichtingen kiezen en deze kunnen communiceren met hun zorgverlener.”

Uden, Oss en Schaijk
Tiffany Claus studeerde in 1998 af aan de opleiding Mondhygiëne in Nijmegen. Ze heeft bijna alle kanten van het vak al gezien. Ze heeft ervaring als mondhygiënist in de algemene tandheelkundige praktijk, orthodontie, parodontologie, implantologie, het ziekenhuis, gehandicaptenzorg en ouderenzorg. Sinds 2001 is ze eigenaar van een zelfstandige solopraktijk met locaties in Uden en Oss en sinds kort in verpleeghuis de Nieuwe Hoeven in Schaijk. Daarnaast behandelt ze ook sportpaarden als gecertificeerd Gebitsverzorger Paard.”

Visueel aansprekend boek
Tiffany heeft vele talenten, maar ook uitdagingen nodig. Ze is goed in het observeren en overzien van processen. “Zelfstandig ondernemerschap is een leuke uitdaging geweest. Ik hou van organiseren en plannen. Daarnaast heb ik de 2-jarige opleiding gevolgd voor gebitsverzorger paard in Deurne. Ik behandel dan ook regelmatig sportpaarden. Ook in dit vakgebied vind ik het voorlichten van paardeneigenaren de leukste kant. Het laatste jaar heb ik me vastgebeten in mijn boek Beter poetsen, dé gebruiksaanwijzing voor een gezonde mond.” Knap als je je bedenkt dat Tiffany dyslectisch is. “Het is een enorme klus en project geworden waar het hele gezin aan heeft bijgedragen. Ik wilde een ‘visueel aansprekend boek’ maken.” Haar dochter Sterre is fotomodel, en zo doende kreeg het boek een glossy uitstraling met allerlei sprekende en hippe foto’s.

Preventie is belangrijk
Waarom moest het boek Beter poetsen er komen?
“Het idee voor de gebruiksaanwijzing voor de gezonde mond, is ontstaan omdat ik een praktisch mens ben en denk dat klanten de juiste informatie verdienen. Zelf ben ik ervan overtuigd dat preventie van problemen het belangrijkste is. Het voorkomt namelijk pijnklachten en zorgt voor kostenbeheersing in de zorg. Daarom wil ik mensen bewust maken van de dingen die ze zelf kunnen doen in plaats van alle ‘verwachtingen’ alleen neer te leggen naast zichzelf en op het bordje van de zorgverlener. Zelf nadenken, zelf onderzoeken en ook zelf kiezen en verantwoordelijkheid nemen voor hun mond!”

Goedkoopste zorg is zelfzorg
Wat kunnen we verwachten van het boek?
“Het boek is voor jong en oud in begrijpelijke taak. In het boek Beter poetsen ben ik alle basisinformatie en menukaart van de tandheelkunde gaan bundelen in een goed vormgegeven boek. Het geeft niet alleen informatie, maar zet ook aan tot denken en actie. Ik denk dat namelijk de goedkoopste zorg, zelfzorg is.” Daarnaast willen klanten vaak andere informatie hebben dan dat wij in gedachten hebben. Met het boek probeer ik daar verandering in te brengen. Het boek combineert de nodige basisinformatie met de informatie die de klant graag wil lezen.

Uit de App store
Nog meer?
“Jawel… voor actuele informatie kan er gebruikgemaakt worden van een Layar App. Augmented Reality combineert drukwerk met digitale media. Daarom gebruik ik de Layar App. Deze App (gratis verkrijgbaar in de App store of Google play) haalt de actuele informatie naar boven, deze info wordt telkens online aangepast. Op deze manier blijft het boek altijd actueel. De informatie varieert van tandheelkundige tarieven, informatie over tandheelkundige beroepsverenigingen, kwaliteitsregister. Maar ook mondhygiëne instructiefilmpjes, het Basis fluoride advies, antwoorden op ‘veelgestelde vragen’ en social media. Op deze manier kan ik klanten langdurig voorzien van actuele informatie. Overigens is de informatie ook beschikbaar via de website www.beterpoetsen.nl

Van controle naar consult
Het boek is online verkrijgbaar. Wachtkamerexemplaren zijn te bestellen op www.beterpoetsen.nl Als u hier de kortingscode MONDZORG gebruikt krijgt u 5 euro korting. U betaalt dan 10 euro voor het boek. Wegens overweldigend succes zijn er helaas geen gratis wachtkamerexemplaren meer beschikbaar. 

Er is ook een mogelijkheid voor zorgverleners om het boek in hun praktijk voordelig te verkopen aan hun klanten. “Ik denk dat goede zorgverleners de klant alle informatie bieden die voorhanden is. Zij geven de klant daarna de ruimte om zelf hun keuzes te maken. Dit boek kan dus ook zorgverleners helpen hun klanten volledig te informeren. Op deze manier kan een klant met gerichte vragen naar de zorgverlener. Ze ontwikkelen grip op hun mondzorg. Ik hoop een bewustwording te bewerkstelligen zodat ze die kroon niet ‘moeten’ van de tandarts, maar dat ze hem willen hebben! Dit geeft een hele andere (financiële) lading aan een behandeling. Klanten gaan dan niet meer naar de ‘halfjaarlijkse controle’ maar naar een consult!”

Dynamisch proces
Wat wordt je volgende uitdaging?
“Ik zou het een uitdaging vinden om alle tandheelkundige beroepen meer op een lijn te krijgen. We bekijken allemaal de klant vanuit een ander perspectief en daar hoort wederzijdse waardering bij. Vanuit mijn beroep bekeken, als mondhygiënist, ben ik geen tandarts en heb ook geen ambitie om dat te zijn of een tandarts light te worden. De verschuivingen binnen het tandheelkundige team vormt een dynamisch proces waarin iedereen zijn plek moet zien te vinden omdat de taken niet meer volledig afgebakend zullen zijn.”

Proces van zelfreflectie
Wat zouden je collega’s kunnen doen?
“Het is goed als er een proces van zelfreflectie komt waarin we weten wat onze beperkingen in behandelingen zijn, maar ook onze sterke kanten kunnen profileren. We moeten dit eerlijk delen met de klant. In het boek Beter poetsen heb ik daar vast een aanzet tot gegeven door de beschrijving van de tandheelkundige beroepen. Kwaliteit komt in verschillende vormen. Geef klanten voldoende informatie en wij hoeven dit zelf niet meer te reguleren. Klanten kunnen heel goed zelf beslissingen nemen door wie ze behandeld willen worden. Voorlichting, dat is kwaliteitsverbetering naar de klant!”


Tiffany Claus

Interview door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO. 


Mail & Win: Maak kans op het boek Beter poetsen
Maak nu kans op het boek Beter poetsen. Wilt u meedingen? Stuur een e-mail met uw naam, functie, praktijknaam en adres naar info@dentalinfo.nl vóór 6 januari a.s. Onder de inzenders worden 2 boeken verloot. De winnaars ontvangen het boek per post. Vanaf 6 januari worden de winnaars ook vermeld op dental INFO.





Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Geneesmiddelen tegen botafbraak: andere werking in de kaak

Geneesmiddelen tegen botafbraak, zoals osteoporose, werken anders tegen cellen die het bot afbreken in de kaak dan tegen soortgelijke cellen in de pijpbeenderen, blijkt uit onderzoek van Jenny Vermeer van het ACTA.

Botafbraak bij ziektes als osteoporose en naar het bot uitgezaaide kanker kan geremd worden door medicijnen als bisfosfonaten. Deze medicijnen helpen het risico op fracturen te verminderen en de botgezondheid te verbeteren. In de kaak kan het gebruik van deze middelen ertoe leiden dat beenweefsel afsterft (osteonecrose) met pijnklachten tot gevolg.

Onderzoek
Jenny Vermeer onderzocht deze bijwerking in de kaak. Haar onderzoek laat zien dat voorlopercellen van de botafbrekende cellen – de osteoclasten – uit de kaak meer bisfosfonaten opnamen dan voorlopercellen uit pijnbeenderen. Ook stelde zij vast dat bij muizen die met bisfosfonaten waren behandeld de tandwortels in de kaak werden afgebroken.

De resultaten van het onderzoek tonen aan dat er belangrijke verschillen bestaan tussen de reactie van botcellen van de kaak en die van andere botcellen op een medicijn als bisfosfonaten. Dit kan een verklaring zijn voor het afsterven van het beenweefsel in de kaak.

Promotie
Op 21 oktober verdedigt Jenny Vermeer haar promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU).

Tijd: 11:45
Locatie: Auditorium van de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdam
Titel: Promotie: Bone-site-specific responses to bisphosphonates – long bone and jaw compared
Promotor: Prof. dr. V. Everts, Orale Celbiologie ACTA
Copromotor:  Dr.ir. T.J. de Vries, Parodontologie ACTA


Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Concept advies erosie

Concept Advies Erosieve gebitsslijtage

Het Advies Erosieve gebitsslijtage is bedoeld voor tandartsen, mondhygiënisten en preventie-assistenten. Het beoogt mondzorgverleners te ondersteunen bij het herkennen, diagnosticeren en preventief behandelen van erosieve gebitsslijtage. Het advies deelt de meest recente wetenschappelijke kennis van en inzicht in erosieve gebitsslijtage en adviseert over preventieve maatregelen die door de mondzorgverlener kunnen worden genomen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Conceptadvies
U kunt een gedrukt exemplaar van het conceptadvies bestellen. Bij dit conceptadvies hoort een toetsingsformulier. Op basis van de feedback wordt het concept mogelijk aangepast en wordt het definitieve advies uitgegeven.

Lees meer over: Adviezen, Communicatie patiënt, Kennis

Drastische maatregelen opleiding tandheelkunde Groningen

De opleiding tandheelkunde in Groningen neemt drastische maatregelen om de heersende angstcultuur aan te pakken. Voor Frank Abbas, hoofd van het CTM en bachelorcoördinator Nynke Blanksma is dit een reden om op te stappen, meldt UK nieuws.

Brandbrief
In het voorjaar stuurden masterstudenten een brandbrief naar het UMCG-bestuur over de kwaliteit van de opleiding. Een commissie deed vervolgens onderzoek en concludeerde dat er een gevoel van onveiligheid heerst onder veel medewerkers en studenten. ‘Binnen de opleiding heerst een crisissituatie. Mede hierdoor is bij veel medewerkers een defaitistische houding ontstaan, waardoor een aantal goede docenten is vertrokken en het momenteel onmogelijk is om goede docenten aan te trekken’, schrijft de commissie volgens UK nieuws in haar rapport. De commissie stelt dat zowel de opleiding als de organisatie van de opleiding op veel punten niet voldoet aan de kenmerken van een goede leeromgeving.

Maatregelen
Als maatregel wordt nu het hoofd van het centrum voor tandheelkunde verantwoordelijk voor zowel onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg. Deze verantwoordelijkheden waren eerder gescheiden. De huidige interim manager Lina van der Ploeg gaat ook andere aanbevelingen van de commissie bekijken zoals herstel van een gezaghebbend leiderschap, herstel van vertrouwen, onprofessioneel gedrag door docenten, verbeteringen in communicatie, scholing van docenten en vermindering van het aantal deeltijdaanstellingen.

Geen twijfel
De commissie twijfelt niet aan de kwaliteit van de afgestudeerde tandartsen.

Lees meer over: Kennis, Scholing

Tandheelkunde studenten Luik voeren actie

Studenten tandheelkunde en geneeskunde van de universiteit van Luik voerden op donderdag 30 oktober actie. Ze zijn boos
omdat er te weinig RIZIV-nummers voor afgestudeerde tandartsen en artsen zijn. Om hun beroep te kunnen uitoefenen hebben zij een RIZIV-nummer nodig, meldt De Tijd.















































0 reacties







PAGINA 6
Centrumrechts haalt lijken uit de kast
Liefde voor Europa bij jongeren bekoeld
Rekenhof zeer kritisch over Vlaams sportbeleid






























Abonnees

Mijn Diensten



Hoe abonnee worden

Abonneren


Registeren



Helpcenter

Help


Contact & suggesties





Over

Adverteren


Algemene voorwaarden


Privacy


Vacatures



E-center

e-Books



Volg ons op

















Tools & diensten

Zoeken


Digitale krant


Tijd.tv


Foto


Grafieken


Blogs


Bedrijvengids


Vastgoedgids


Rentegids


Finipedia


Jaarverslagen


T-zine


Nieuwsbrieven & Alerts




Lees de tijd op tablet

lees de tijd op uw tablet
download de tijd android app download de tijd ios app





mediafin logo

© 2014
De Tijd
L’Echo
Netto
Mon Argent
Sabato
De Belegger
L’Investisseur
Trustmedia

logo vwdgroup
logo cim
logo license publish
Feedback

Lees meer over: Kennis, Scholing

Glasionomeervullingen even goed als amalgaamvullingen

Lange tijd werd aangenomen dat amalgaanvullingen beter en duurzamer zouden zijn dan glasionomeervullingen. Onderzoek wijst echter uit dat er helemaal geen bewijs is voor deze aanname op inferioriteit van de glasionomeervullingen.

Het onderzoek werd gedaan door dr. Steffen Mickenautsch en Professor Veerasamy Yengopal, beiden van de Systematic Review initiative for Evidence-based Minimum Intervention in Dentistry (SYSTEM Initiative). Zij voerden een systematische analyse van klinisch vergelijkende onderzoeken uit en een meta-epidemologische studie.

10.000 tandreparaties
In de meta-analyse, uitgevoerd door SYSTEM Initiative, werden 38 klinisch vergelijkende onderzoeken opgenomen. Het aantal tandreparaties dat in dit onderzoek zijn opgenomen komt daarmee boven de 10.000 uit. Op basis van de gegevens in dit onderzoek kan niet worden geconcludeerd dat glasionomeer minder goed is dan amalgaam, zoals lange tijd wel werd aangenomen. Er werd namelijk geen significant verschil gevonden tussen deze twee restauratiemethodes tijdens de verschillende follow-up periodes na de restauraties.

Onjuiste statistische vergelijkingen
Volgens dr. Mickenautsch zijn de uitspraken die eerder werden gedaan over de inferioriteit van glasionomeer ten opzichte van amalgaam gebaseerd op onjuiste statistische vergelijkingen. Hiervoor werden onderzoeken met verschillende voorwaarden en patiëntengroepen met elkaar vergeleken. Waar de voorwaarde voor een juiste statistische vergelijking is dat er sprake is van een directe vergelijking van de behandelingen door middel van klinisch vergelijkende onderzoeken.

Patiëntvriendelijk alternatief
Glasionomeer kan dienen als alternatief voor de amalgaamvullingen. Glasionomeer is daarbij meer patiëntvriendelijk omdat het bij deze vulling niet nodig is om op hoge snelheid te boren. Daarnaast is het bij het herstellen van een eerdere restauratie niet nodig om alle vulmateriaal uit de tandholte te verwijderen.

Bronnen:
University of Witwatersrand
Journal, PLOS One
South African Dental Journal
Journal of minimum intervention in dentistry

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Restaureren, Thema A-Z

Bacteriën in de mond kunnen veranderen van dieet

Bacteriën in de mond veranderen drastisch van gedrag wanneer je ziek bent. Dat blijkt uit onderzoek van Marvin Whiteley, professor moleculaire biowetenschap van de Universiteit van Texas in Austin.

Paradontitis
Whiteley en zijn team zetten tegelijkertijd 6.400 computers in om 160.000 genen te vergelijken van gezonde en zieke tandplak. Van de 10.000 verschillende soorten bacteriën die kunnen voorkomen in ieder mens koos Whiteley 60 representatieve soorten uit voor zijn onderzoek. Hij focuste binnen zijn onderzoek op paradontitis omdat het een van de meest voorkomende ziekten ter wereld is.

Soort bacteriën in de mond maakt niet uit
“Uit ons onderzoek blijkt dat bacteriën in je mond van dezelfde soort zijn als je gezond bent en dezelfde als je ziek bent. “Het maakt dus niet uit welke bacteriën je hebt omdat ze hetzelfde reageren. Een gezonde mond heeft een goed metabolisme, ongeacht welke bacteriën er voorkomen. Bij ziekte blijkt het metabolisme heel anders te zijn. Bacteriën blijken dan bijvoorbeeld van voeding te veranderen.

Preventie en herstel
Het onderzoek is bijzonder interessant omdat het veranderende metabolisme van de mondbacteriën kan leiden tot biomarkers die ziektes voorspellen zoals parodontitis, diabetes en de ziekte van Crohn. Dan behoren preventie en herstel van deze ziekten tot de mogelijkheden.

Bron:
TACC

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Succes en falen bij enkelvoudige composietrestauraties

Het vervaardigen van een enkelvoudige composietrestauratie in het front vormt een routine procedure in de dagelijkse praktijk. Met als uitdaging het realiseren van een minimaal invasief en duurzaam herstel in esthetiek en functie. Welke succes en faalfactoren spelen een rol?

Materiaalkeuze en kleurengamma
Bij het vervaardigen van een enkelvoudige composietrestauratie heeft de clinicus controle over de volgende factoren:

Materiaalkeuze
Er bestaan verschillende composieten die verschillen in sterkte, polijstbaarheid, kleurengamma en consistentie. Voor frontrestauraties bestaan er drie types composieten:

1. Microfijne composiet (vulstof 40-50 nm)
Een microfijn composiet kan optimaal gepolijst worden, behoudt zijn glans en geeft een goed esthetisch resultaat. Dit composiet is echter niet sterk genoeg voor zwaar belaste gebitselementen omwille van een verhoogd risico op chipping.

2. Microhybride composiet (vulstof 0.6-1micron, + microvulstof)

3. Nano-gevulde composieten (vulstof 5-100 nm): bevat sferische vulstofpartikels

4. Nano-hybriede composieten: combinatie van micro-hybried composiet en nanogevuld composiet.
Deze laatste 3 groepen van composieten zijn voldoende sterk voor frontrestauraties en kunnen ook in het posterieure gebied gebruikt worden. Deze materialen kunnen tot een goede oppervlakteglans gepolijst worden mist er voldoende tijd aan de polijstfase besteed wordt. Er bestaat een uitgebreid kleurengamma voor deze composieten.

Kleurengamma
Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen dentine-composiet, voor het opbouwen van de dentine kern, en glazuur-composiet om de glazuurlaag te vervangen. Momenteel is er qua kleur veel mogelijk met composiet. Zo kunnen er onder andere incisale opalescenties, white spots en andere karakteriserende aspecten nagebootst worden.

Herstel van cervicale slijtage laesies
Cervicale laesies komen vrij vaak voor. Om esthetische redenen of gevoeligheidsredenen kan gekozen worden voor herstel. Dit wordt gedaan in de volgende stappen:

  • Opruwen dentine oppervlakte met diamantboor (terughoudend zijn bij mild of ultra-mild‘zelf-etsend’ adhesief in verband met het creëren van een te dikke smeerlaag).
  • Bevel maken van 1-2 mm.
  • Isolatie onder rubberdam of met behulp van een contourstrip, metalen matrix, retractiedraad of teflontape.
  • Selectief etsen met fosforzuur en gebruik maken van een mild twee stappen ‘zelf-etsend’ adhesief die een 10-MDP als functioneel monomeer bevat (voorkeur).
  • Composiet in laagjes opbouwen van cervicaal naar incisaal om polymerisatie krimp op te vangen en de juiste kleur te kunnen creëren (1. Opaak dentine; 2. Dentine)
  • Aanbrengen van een heel dun laagje glazuurcomposiet. Het is belangrijk het composiet zo goed mogelijk te modelleren zodat er zo min mogelijk afgewerkt hoeft te worden.
  • Restauratie afwerken en polijsten. De volgorde van grofheid van het afwerkingsinstrumentarium is hiervoor erg belangrijk en moet dus altijd opgevolgd worden.
  • Het onderhoud van de restauratie is medebepalend voor de levensduur van de restauratie. Randen kunnen worden bijgewerkt en gepolijst.

Cervicaal slijtage letsel onder kroon
De minst invasieve oplossing voor het behandelen van een cervicaal slijtage letsel onder een goed functionerende kroon, is het vervaardigen van een cervicale composiet restauratie. Dit gaat in de volgende stappen:

  •  Dentine oppervlakte opruwen met een diamantboor.
  •  Het opruwen van de kroonrand (2-3 mm bevel) met een diamantboor of met air-abrasion.
  •  Aanbrengen rubberdam. Dit wordt aangeraden in verband met de volgende stap.
  •  Aanbrengen van een zeer toxisch zuur op de kroon (HF-zuur (4.5%); Ceramic etch gel van Ivoclar). Dit toxische zuur mag absoluut niet op het dentine komen.
  •  Grondig afspoelen en drogen.
  •  Applicatie van silaan op porselein.
  •  Adhesief systeem aanbrengen op het worteloppervlakte en kroonrand.
  •  Composiet-lagen aanbrengen. Vaak voldoet alleen dentine-composiet goed voor de kleur. Eventueel kan bij een  bestaande VMK kroon de metalen rand of de verkleurde wortel gemaskeerd worden met vloeibare opaker.

Herstel van een kroonfractuur
Empress direct van Ivoclar vivadent kan hier goed voor gebruikt worden.

Hier volgen een aantal tips bij het herstellen van een kroonfractuur:

  • Maak gebitsmodellen en een diagnostische opwas.
  • Maak gebruik van een siliconensleutel vervaardigd op de diagnostische opwas .
  • Maak gebruik maken van gepersonaliseerde kleurensleutel.
  • Teflon tape kan gebruikt worden om elementen af te zonderen.
  • Een gecontoureerde plastic strip kan gebruikt worden voor de interproximale opbouw en voor de incisale opbouw kan gebruik worden gemaakt van de siliconensleutel.
  • Breng het dentine-composiet aan in lagen en creëer eventueel speciale effecten met een extra opalescent composiet of met een witte tint.
  • Vervolgens moet het glazuur-composiet aangebracht worden.
  • De restauratie wordt gepolijst. Eerst wordt met soflex en eventueel fijne diamantboren de proximale vormgeving zo ideaal mogelijk gemaakt. Daarna volgen de incisale rand, het vestibulaire vlak, de overgangshoeklijn en de glooiing/karakteristieken. Tot slot wordt er gepolijst met een brownie en greenie.

Lokale verkleuring in het front
Het liefst worden lokale verkleuringen zo minimaal invasief mogelijk verwijderd of gemaskeerd.

Post-orthodontische vlekken
Een mooie techniek om deze vlekken te maskeren is de lokale kunsthars-infiltratie, wat betekent dat het oppervlakte met waterstofchloorzuur (15%) wordt bewerkt. Hiervoor kan het product icon (DMG) gebruikt worden:

  •  Gebruik de Icon-ets en laat het 120 seconden inwerken. Spoel en droog het vervolgens.
  •  Gebruik ethanol om het extra te laten drogen. Bij applicatie van de ethanol moet men zien dat de vlek sterk verminderd is. Indien niet wordt de applicatie met HCl zuur herhaald (tot max. 3 keer)
  •  Breng de Icon-infiltrant aan en laat het 3 minuten inwerken. Polymerisatie
  •  Breng nog een laagje Icon-infiltrant aan gedurende 1 min (om de polymerisatiekrimp van de eerste laag op te vangen). Polymerisatie
  •  Tot slot kan er worden gepolijst.
    Deze techniek is zeer geschikt voor post-orthodontische vlekken. Bij diepe vlekken lukt een volledige maskering niet.

Hypomineralisatie vlekken
Wanneer er sprake is van hypomineralisatie-vlekken in het front – dit komt vaak voor bij iemand met kaasmolaren – dan kunnen deze geel/bruine vlekken het beste weggeboord worden en met composiet opgevuld worden.

Volledige verkleurde centrale bovensnijtand
Het maskeren van een volledige verkleurde centrale bovenincisief is lastig, helemaal wanneer het element duidelijk verkleurd is door bijvoorbeeld avitaliteit. Duidelijk gemaakt moet worden dat er wel verbetering mogelijk dmv een directe composietveneer, doch het eindresultaat zal nooit optimaal zijn. Om dit te bereiken is er een chamfer-preparatie nodig die voldoende interproximaal eindigt. Het maskeren van zware verkleuringen vergt 1 millimeter dikte voor het composiet. Maak gebruik van een vloeibare opaquer, doch deze mag niet thv de preparatieranden komen. Vervolgens kan het dentine-composiet aangebracht worden en kunnen de mamelons gecreëerd worden. Na het aanbrengen van extra karakterisaties wordt het glazuurcomposiet aangebracht.

Samenvatting

  • De huidige composietrestauraties zijn behoorlijk duurzaam, indien een correcte klinische procedure wordt gevolgd.
  • Patiëntfactoren zijn mede verantwoordelijk voor de duurzaamheid.
  • Voor een zo voorspelbaar mogelijk resultaat is het belangrijk dat het kleurengamma van het composiet gekend is, dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de kleur-analyse, kleuropbouw, vormgeving en afwerking van de restauratie.

Prof. Dr. Marleen Peumans studeerde in 1987 af aan de KULeuven waarna zij de post-graduate opleiding tot Tandarts-specialiste volgde. In 1997 promoveerde zij. Haar bijzondere aandacht gaat uit naar het herstel van elementen met adhesieve restauratiematerialen en het klinisch gedrag van deze restauraties. Verschillende nationale en internationale publicaties zijn verschenen betreffende veneer restauraties, composietrestauraties in de frontregio en de levensduur van adhesieve restauraties. Vanaf 2004 is zij full-time werkzaam als Tandarts Adjunct Afdelingshoofd op de afdeling Conserverende Tandheelkunde (UZ-Leuven), en is deeltijds hoofddocent aan de KU Leuven.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Frontrestauraties van Bureau Kalker.




Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Concept advies erosie

Concept Advies Erosieve gebitsslijtage

Het Advies Erosieve gebitsslijtage is bedoeld voor tandartsen, mondhygiënisten en preventie-assistenten. Het beoogt mondzorgverleners te ondersteunen bij het herkennen, diagnosticeren en preventief behandelen van erosieve gebitsslijtage. Het advies deelt de meest recente wetenschappelijke kennis van en inzicht in erosieve gebitsslijtage en adviseert over preventieve maatregelen die door de mondzorgverlener kunnen worden genomen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Concept advies
U kunt vooralsnog het concept advies bekijken,  downloaden en/of printen. Bij dit conceptadvies hoort een toetsingsformulier. Op basis van de feedback wordt het concept mogelijk aangepast en wordt het definitieve advies uitgegeven.


Download brochure ivk-advies-erosieve-gebitsslijtage-okt-2014.pdf
Download brochure ivk-advies-erosieve-gebitsslijtage-okt-2014.pdf
Lees meer over: Kennis
pijlen

Samenwerken oké, maar van wie zijn de dossiers?

In navolging op het artikel Nieuwe praktijk oude patiënten, waarin ik – kort gezegd – inging op de oneerlijke concurrentie van een voormalig medewerker/partner, sta ik in dit artikel stil bij een ander aspect van samenwerkingsverbanden in de tandheelkunde: het patiëntendossier. Niet zelden komt het voor dat een samenwerkende tandarts en mondhygiënist na jarenlange samenwerking besluiten zonder elkaar door te gaan. Doorgaans vertrekt de mondhygiënist fysiek uit de praktijk van de tandarts, maar wenst dan de “eigen” patiënten mee te nemen. Het touwtrekken om de patiënten begint, en speelt zich vaak af, rond de vraag wie rechthebbende is op de patiëntendossiers.

Van wie is het dossier?
Artikel 7:454 BW schrijft voor:

‘De hulpverlener richt een dossier in met betrekking tot de behandeling van de patiënt. Hij houdt in het dossier aantekening van de gegevens omtrent de gezondheid van de patiënt en de te diens aanzien uitgevoerde verrichtingen en neemt andere stukken, bevattende zodanige gegevens, daarin op, een en ander voor zover dit voor een goede hulpverlening aan hem noodzakelijk is.’

De verplichting om een dossier aan te leggen en bij te houden rust op de hulpverlener, ook wanneer sprake is van een gezamenlijke behandeling van een patiënt. De mondhygiënist is in dat verband een aparte hulpverlener. De hulpverlener is ‘eigenaar’ van het patiëntendossier, dit betekent dat hij bevoegd is om over het dossier te beschikken. Hulpverlener en patiënt hebben namelijk ieder eigen rechten. Zo heeft de hulpverlener zeggenschap over de opneming en de wijziging van bepaalde gegevens, heeft de patiënt recht op kennisneming en aanvulling van de gegevens en, binnen bepaalde grenzen, op vernietiging van de hem betreffende gegevens. Persoonlijke werkaantekeningen (indrukken, vermoedens en vragen) van de hulpverlener vormen geen onderdeel van het dossier.

Loondienst of vrijgevestigd?

Loondienst
Allereerst moet onderscheid gemaakt worden tussen de hulpverlener in loondienst en de vrijgevestigde hulpverlener. Volgens de (wetsgeschiedenis van de) Wet op de Geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) is de hulpverlener in loondienst geen partij bij de geneeskundige behandelingsovereenkomst met de patiënt. Daardoor is die hulpverlener ook niet aan te merken als een hulpverlener, in de zin van de WGBO, maar moet hij uit hoofde van zijn arbeidsovereenkomst deze wet wel naleven. In een dergelijk geval blijft de werkgever de hulpverlener, en is diegene ‘eigenaar’ van de patiëntendossiers.

Vrijgevestigd
Wanneer de hulpverleners zelfstandige hulpverleners zijn, zoals de meeste mondhygiënisten in een tandartsenpraktijk, dan ligt het anders. Volgens de Hoge Raad zijn in dat geval zowel de tandarts als de mondhygiënist aan te merken als hulpverlener in de zin van de WGBO. Omdat een hulpverlener te allen tijde inzage moet kunnen hebben in de dossiers, moet een vrijgevestigde hulpverlener bij zijn vertrek zijn dossiers mee kunnen nemen, aldus de Hoge Raad. Het argument dat de arts een kopie van het dossier kon ontvangen wanneer een patiënt zich tot hem zou wenden, was onvoldoende.

Kortom, het dossier is bij samenwerkende hulpverleners eigenlijk van beiden. Het is deels van de tandarts en deels van de persoon (mede hulpverlener) met wie hij werkt, of dit nu een andere maat is of een mondhygiënist. Wanneer de mondhygiënist afscheid neemt, dan heeft hij alleen recht op diens deel van het dossier. Dat kan belangrijk zijn wanneer de mondhygiënist besluit met een andere tandarts uit uw praktijk de benen te nemen, terwijl ù altijd de desbetreffende patiënt als tandarts behandelde. Wanneer het een van uw maten is die uit uw maatschap vertrekt, dan moet gekeken worden naar wie de patiënt doorgaans behandelde. Was dat de desbetreffende tandarts of werd de patiënt door iedereen behandeld?

Allebei eigenaar?

Tips voor de praktijk

Inzagerechten
De tandarts zal in een samenwerkingsverband met een mondhygiënist – al dan niet digitaal -inzage hebben in het vaak gecombineerde dossier. Het valt echter aan te bevelen dat u als tandarts de macht heeft over de toegangscodes tot de dossiers zodat u bij een aanstaand vertrek van de mondhygiënist bepaalde inzagerechten kunt beperken.

Dossier digitaal scheiden
Daarnaast is het verstandig de dossiers digitaal te scheiden, zodat de vertrekkende mondhygiënist – zo deze al recht heeft op een gedeelte of een kopie van de dossiers – alleen diens dossier(gedeelte) kan meenemen en niet ook nog eens uw tandheelkundige dossier.

Gebruik
Ook verdient het de voorkeur om in de samenwerkingsovereenkomst tussen de tandarts en de mondhygiënist op te nemen dat de tandarts zorg draagt voor een adequate dossiervorming voor diens patiënten, dat de mondhygiënist gebruik mag maken van het dossier maar dat de bewaarplicht van het dossier bij de tandarts rust. Een dergelijke afspraak is van waarde gebleken in de jurisprudentie.

Afschermen
Soms wil de discussie voorafgaand aan de vraag van wie de patiënten ‘zijn’ nog wel eens overgeslagen worden en begint men simpelweg aan patiënten te vertellen, te schrijven of zelf te flyeren dat men er mee stopt en ergens anders iets nieuws (en uiteraard veel beters) gaat beginnen. Het is in een dergelijk geval verstandig dat u de digitale gegevens afschermt, alhoewel u daarmee niet voorkomt dat uw voormalige medewerker (zolang hij nog toegang heeft tot de dossiers) schriftelijk een eigen patiëntenbestand aanlegt.

Tips voor de mondhygiënist
Voor de mondhygiënist geldt het omgekeerde van de bovenstaande tips. Zorg dat u zelf het beheer houdt over het klantenbestand, de inlogcodes hebt en u wel eens een back-up maakt van het bestand.

Daarnaast hebben beide partijen er baat bij dat de dossiers (hoewel integraal één dossier) makkelijk te scheiden zijn, zodat partijen makkelijk afscheid van elkaar kunnen nemen.

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V



Sebastiaan van der Leer is gespecialiseerd in het tuchtrecht voor tandartsen en publiceert ook op dat specifieke gebied. Daarnaast staat hij tandartspraktijken bij die geconfronteerd worden met uiteenlopende procedures in verband met de samenwerkingsverbanden.

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Wet- en regelgeving

Dental Studie Update Congres – 6 & 7 februari 2015, Amsterdam

Kwaliteits- en kennisimpuls voor de tandarts van nu

In twee dagen een complete update van alle aspecten van het vak. Vijftien toonaangevende sprekers over de belangrijkste actuele ontwikkelingen in de mondzorg en de toepassing ervan in de praktijk.

cariësbehandeling • parodontologie • implantologie • endodontologie • gebitsslijtage • infectiepreventie • wetgeving • teamcommunicatie • digitalisering (Cad Cam) • vertrouwensrelatie t.o.v. regelgevers/controleurs • medische diagnostiek

Waarom geen enkele tandarts dit congres mag missen!

  • 15 inspirerende sprekers
  • Twee dagen congres, een jaar werkplezier
  • Snel uw kennis weer op peil
  • Compact en up-to-date
  • Alle differentiaties komen aan bod
  • Wetenschappelijk onderbouwd
  • In samenwerking met ACTA
  • Geaccrediteerd (14 nascholingspunten)
  • Aantrekkelijke, centrale locatie in Amsterdam
  • Ontmoet collega’s

Doelgroep
Tandartsen

Het congres is een initiatief van de ANT en wordt gerealiseerd met het ACTA.

Lees meer over: Kennis, Scholing

Papierwerk geeft zorgprofessional slapeloze nachten

De steeds groter wordende hoeveelheid papierwerk bezorgt zorgprofessionals slapeloze nachten. Dit blijkt uit onderzoek van de VvAA onder 9.000 zorgprofessionals.

Punten van zorg zijn met name:

  • De rol van zorgverzekeraars en de overheid,
  • De toegenomen administratieve druk
  • De bemoeienis van zorgverzekeraars en overheid bij de behandelingen
  • De moeizame onderhandelingen over contracten en vergoedingen

Uitspraken
Enkele uitspraken van mondzorgprofessionals, die de VvAA noemt:

‘Het blijft een uitdaging om alles wat de overheid over ons uitstrooit, zo te handelen dat het je plezier in het werk niet verpest.’

‘Ik merk nu dat mensen sneller wegblijven. Als we niet oppassen gaan we weer terug naar het verleden. Mensen met geld gaan naar de mondhygiënist, mensen zonder geld blijven weg.’

‘De invloed van zorgverzekeraars is een bedreiging op verlenen van goede zorg en is enigszins beangstigend voor mijn toekomst.’

 

Lees meer over: Patiëntendossier

Looddeeltjes in gebit helpen bij identificatie lichaam

Tanden geven een nauwkeurig beeld van waar en wanneer iemand leefde. Het onderzoeken van looddeeltjes in tanden helpt om lichamen te identificeren, blijkt uit nieuw onderzoek. Dat schrijft ScienceDaily.

Loodsporen
Elke plek op aarde heeft een eigen type lood, met een herkenbare combinatie van vier isotopen. Iedereen krijgt als kind loodsporen binnen, bijvoorbeeld tijdens het buitenspelen. Dat lood wordt opgenomen in het tandglazuur. Daardoor kunnen onderzoekers achterhalen waar iemand leefde aan de hand van loodsporen in tandglazuur.

Tijdsbepaling
Omdat de vorming van tandglazuur per tand verschilt, zeggen verschillende tanden iets over de woonplaats op verschillende leeftijden. Het is zelfs mogelijk om te bepalen uit welke tijdsperiode een lichaam komt. Hoe ouder het lichaam, hoe minder lood het bevat.

Bron:
Science Daily

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Hokwerda award voor multifunctionel app uitwisseling casuïstiek

Stanley Pranato en Joanna Li (links op de foto) ontvingen de Hokwerda Award 2014 voor hun multiplatform app waarmee mondzorgprofessionals klinische casuïstiek kunnen delen. Zij ontvangen voor hun initiatief de award en € 1000,-.

De tweede prijs ging naar Marije Kaan en Angela Frowein (rechts op de foto) voor het ontwikkelen van samenvattingskaarten voor richtlijnen. De awards werden uitgereikt tijdens het KNMT Studentcongres 2014. Aan het evenement namen 500 studenten deel.

Bron en foto: Howerda Award

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
Minder dan 3% suiker per dag voor een gezonde mond

Minder dan 3% suiker per dag voor een gezonde mond

Onderzoekers van onder meer de University College van Londen constateren dat, ondanks het gebruik van fluoride tandpasta, minder dan 3% van de ingenomen calorieën uit suiker mag bestaan om het ongemak en de kosten van cariës te beperken. Een uiterst maximum wordt gesteld op 5%.

Zonder suiker zelden cariës
Geraffineerde suiker in voeding of drank is de belangrijkste oorzaak van cariës. Uit onderzoek blijkt dat in landen waar weinig suiker werd geconsumeerd cariës enorm afnam. Bijvoorbeeld in Japan, waar tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog de gemiddelde Japanner slecht 2 ons suiker per jaar gebruikte. Voor en na deze periode was de inname 15 kg per persoon per jaar. Bij deze hoeveelheden komt cariës veel voor. In Nigeria bleek dat bij een inname tot 2 gram suiker per dag er vrijwel geen sprake van cariës was, ook niet bij ouderen. Bij 2% van de mensen was er wel sprake van cariës. In Amerika, waar het gemiddelde dieet veel suiker bevat, heeft 92% van de mensen last van tandbederf.

Suikertax
Cariës is een van de meest voorkomende chronische ziekten in industrialiseerde landen en de meeste lage inkomens landen. De auteurs roepen overheden op voedingsmiddelen met veel suiker te labelen en een suikertax in te voeren om cariës en obesitas te voorkomen. De wereldgezondheidsorganisatie WHO heeft recent haar limiet van 10% van de dagelijkse calorieën van toegevoegde suiker bijgesteld naar 5%. Dat betekent voor volwassenen een reductie van 12 naar 6 theelepels aan toegevoegde suiker en de van nature voorkomende suikers in honing, stroop en vruchtensap.

Bronnen:
BMC Public health 
Dentistry




Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Stevigere botten beschermen gezicht tegen geweld

Het geweld dat de mens in het verleden onderging, is te zien aan het gezicht. Als gevolg van het altijd al blootstaan aan geweld is het gezicht steviger geworden, stellen onderzoekers van de universiteit van Utah.

De evolutie van de kaak en het voorhoofd
Het geweld dat de mens in het verleden onderging, is opmerkelijk genoeg te zien aan het gezicht. Volgens biologen van de Universiteit van Utah heeft de mens een dikker voorhoofd en kaak, voortkomend uit de evolutie van de aap naar de mens. Voorheen werd echter beweerd dat deze ontwikkeling van het voorhoofd en de kaak te maken had met de lichamelijk aanpassing voor een zogenaamd dieet, namelijk het kunnen nuttigen van noten.

Op de Universiteit van Utah is niettemin vastgesteld dat de ontwikkeling van het voorhoofd en de kaak gelijktijdig plaatsvond met het vermogen om van de hand een vuist te kunnen maken.

Botsterkte van het gezicht
Het gezicht is sinds jaar en dag het mikpunt in vuistgevechten. Als gevolg van het altijd al blootstaan aan geweld, stelt professor Corner dat het gezicht daarom steviger is geworden. De plekken die de meeste klappen hebben moeten verwerken zouden ook de dikste botvorming hebben.

De botten in het gezicht van de moderne mens worden overigens steeds minder robuust. Men krijgt immers normaal gesproken niet te maken met geweld, in tegenstelling tot de mens van begin der tijden.

Het verschil in de botsterkte in het gezicht is daarbij duidelijk te zien tussen mannen en vrouwen. Zo hadden vrouwen altijd al minder met geweld te maken dan mannen.

Bron:
Daily Mail



Lees meer over: Kennis, Onderzoek