Checklist patiëntendossier

Checklist patiëntendossier

Voor veel praktijken ligt er een grote uitdaging om minimaal te voldoen aan de richtlijn Patiëntendossier. Onderstaand een checklist ter ondersteuning met verplichte en gewenste onderdelen in het patiëntendossier.

De basis voor medisch professioneel handelen wordt gevormd door onderzoek en consensus binnen de beroepsgroep vastgelegd in richtlijnen, praktijkwijzers en protocollen. De richtlijn is dan een weergave van de professionele standaard. Rondom het patiëntendossier ligt er voor veel praktijken een grote uitdaging om minimaal te voldoen aan deze professionele standaard. Onderstaand een checklist ter ondersteuning.

Dossiervoering
De KNMT-richtlijn Patiëntendossier geeft de tandartspraktijk een leidraad voor het inrichten en bijhouden van een patiëntendossier. Een zorgvuldige dossiervorming is van belang in het kader van:

  • Kwaliteit en continuïteit van de zorgverlening
  • Verantwoording en toetsbaarheid

Alle informatie die nodig is voor het verlenen van goede tandheelkundige zorg moet dus worden vastgelegd. Dit is in lijn met het uitgangspunt dat de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) hanteert bij haar beoordeling: “wat niet is opgenomen in het dossier, is ook niet uitgevoerd”.

Checklist
De NMT-richtlijn maakt onderscheid tussen verplichte onderdelen (die de professionele standaard weergeven) en gewenste onderdelen (voor tandartsen die op het terrein van het patiëntendossier een hogere kwaliteit nastreven).

Enkele verplichte onderdelen:

  • Medische anamnese, bijvoorbeeld de ASA scorelijst
    Bij elk contact wordt de patiënt gevraagd naar eventuele wijzigingen in de anamnese. Maak dit aantoonbaar door hiervan een notitie te maken in het dossier (bijvoorbeeld: medische anamnese geen bijzonderheden).
  • Actueel medicatieoverzicht in de eerste lijn
  • Uitgeschreven recepten
    Geneesmiddelen mogen (in de nabije toekomst) alleen nog elektronisch voorgeschreven worden. Advies is dan ook om meerdere receptenbrieven digitaal aan te maken, zodat deze snel aangepast kunnen worden. Het uitgeschreven recept wordt vervolgens in het digitale dossier van de patiënt opgeslagen.
  • Allergische reactie op toegediende of voorgeschreven medicatie
  • Bevindingen van het uitgevoerde extra- en intraorale (basis-) onderzoek
  • Röntgenologisch onderzoek: tenminste de diagnose en in principe de indicatie en de bevindingen
    Zowel de indicatie tot de röntgenopname (rechtvaardiging) en de uitkomst van de interpretatie van die opname moeten in principe worden vermeld in het patiëntendossier. Bij solo- of bitewing foto’s is het niet altijd noodzakelijk om de bevindingen in het patiëntendossier vast te leggen. Vaak is hier sprake van het maken van een opname in directe samenhang met de behandeling (opsporen pijnklachten, lengtebepalingen). Dat zelfde geldt voor foto’s die met een bepaalde individuele frequentie gemaakt worden bijvoorbeeld ten behoeve van cariësonderzoek. Wanneer sprake is van waarnemingen die bij toeval op de opname zichtbaar zijn, is het vastleggen van bevindingen in het patiëntendossier wel aangewezen.
  • DPSI-score
    Parodontale screening (en het bepalen van de DPSI-score) vindt plaats bij elke periodieke controle.
  • Informed consent (op adequate informatievoorziening gebaseerde toestemming)
    De toestemming van de patiënt voor een behandeling is geketend aan de informatievoorziening hierover. Het is een wettelijke plicht om toestemming te vragen in combinatie met het verstrekken van relevante informatie. Zo zijn informatie en toestemming aan elkaar geketend. De toestemming kan expliciet, impliciet of verondersteld zijn. Bij een impliciete of veronderstelde toestemming dient hiervan een notitie te worden gemaakt in het patiëntendossier.
  • Vastleggen dat toestemming is verleend de behandeling te delegeren
    De patiënt dient toestemming te geven indien een behandeling wordt gedelegeerd. Maak ook hiervan een notitie in het patiëntendossier.
  • Gegevens in het kader van horizontale en verticale verwijzing
    Neem bijvoorbeeld verwijsbrieven en terugrapportages altijd op in het patiëntendossier.
  • Gebruikte anesthesie (bijvoorbeeld Ultracaïne, Septanest of Citanest)
    De tandarts kan ook in een protocol vastleggen welke anesthesie standaard gebruikt wordt. In dat geval hoeven alleen afwijkingen van het protocol in het dossier te worden vermeld.
  • Verklaringen van de patiënt over in het dossier opgenomen stukken
  • Complicaties bij behandelingen, zoals afgebroken vijl of perforatie
  • Onbedoelde effecten van verrichtingen (zoals mislukte verrichtingen)

Gewenste onderdelen:

  • Beoogd zorgdoel / zorgrichting en eventuele aanpassing daarvan met de reden
  • Persoonlijke risico’s (medisch en tandheelkundig, zoals cariësrisico, parodontale risico, slijtagerisico, etc.)
  • De vastgestelde controletermijnen naar aanleiding van de risicoanalyses en het zorgdoel
  • De te verrichten diagnostiek (soort / planning) om schadelijke processen op te sporen en/of te monitoren (bijvoorbeeld intervalfoto’s, interval bloedingsindex, speekseltest)
  • Stand van zaken omtrent het behandelplan

Door:
Sjoerd Kuiken adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, kwaliteitsystemen en financieel gezonde praktijkvoering.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Ondernemen, Patiëntendossier, Wet- en regelgeving

Mail & Win het boek: Stoppen met foppen

Maak nu kans op het Stoppen met foppen boek. We geven 3 boeken weg, ter waarde van elk 15 euro.

Stoppen met de vertrouwde fopspeen is best moeilijk. Het 15 dagen stopplan is zorgvuldig opgebouwd en biedt voor elke dag een verhaaltje en een opdracht of spelletje. Ondertussen geeft Soe Soe de fopspenenfee nog tips voor ouders en wordt het programma duidelijk toegelicht. Geadviseerd door een kinderarts en een kinderlogopediste is zo een boek ontstaan dat zowel voor ouder en kind verantwoord, leerzaam en plezierig is. Op de 15de dag kan de laatste fopspeen worden toegestuurd aan Soe Soe de fopspenenfee en zal Fopmuis, de troost muis (die ook in het verhaal een rol speelt) worden opgestuurd naar het kind.

Mail & Win
Wilt u meedingen? Stuur een e-mail met uw naam, functie, praktijknaam en adres naar info@dentalinfo.nl vóór 24 april a.s. Onder de inzenders worden 3 boeken verloot. De winnaars ontvangen het boek per post. Vanaf 24 april worden de winnaars ook vermeld op www.dentalinfo.nl

Deelnemers van de Mail & Win aktie ontvangen automatisch de dental INFO e-mailnieuwsbrief. Als u de nieuwsbrief al ontvangt, verandert er uiteraard niets.


Lees meer over: Folders

Wanneer is een keurmerk geaccrediteerd?

Om de buitenwereld te laten zien dat u hard werkt om uw patiënttevredenheid te verbeteren, kunt u een keurmerk voeren. Welke certificerende instellingen zijn er?

Indien u een kwaliteitsmanagementsysteem hebt geïmplementeerd waarmee u voortdurend werkt aan kwaliteitsverbetering, bent u daar trots op. Om de buitenwereld te laten zien dat u hard werkt om uw patiënttevredenheid te verbeteren, kunt u dit doen door het voeren van een keurmerk.

Waarde
Een keurmerk heeft waarde als dit verstrekt wordt door een externe en daarmee objectieve partij, een zogenaamde certificerende instelling. Een keurmerk dat een tandartspraktijk bijvoorbeeld zelf maakt en zichzelf toebedeelt, is als een slager die zijn eigen vlees keurt. Op die manier wordt het vlees natuurlijk altijd goedgekeurd!

Certificerende instelling
Om ware objectiviteit te waarborgen, krijgt een certificerende instelling toestemming om op basis van een bepaald normenschema een externe audit uit te voeren. De toestemming wordt verleend door de stichting Raad voor Accreditatie (RvA). Zo zijn de certificerende instellingen Tüv, Kiwa en Lloyd’s Register geaccrediteerd om te toetsen op basis van de HKZ-normen voor tandartsenpraktijken. Indien één van deze certificerende instellingen de externe audits uitvoeren, mag een tandarts het officiële HKZ-keurmerk voeren, de beschermde en geregistreerde logo’s staan op de website van HKZ.

ISO 9001
De ISO 9001 normen – waaraan u ook voldoet indien u beschikt over het HKZ-certificaat – mogen door een veel groter aantal certificerende instellingen getoetst worden. Dit geldt ook voor de EN 15224, de ISO 9001 normen voor de zorg. Deze normen zijn nog relatief nieuw en daarom zijn er nog geen certificerende instellingen hiervoor geaccrediteerd. Enkele certificerende instellingen hebben echter al wel de vraag ter accreditatie ingediend bij de RvA.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Tandverlies is een ingrijpende emotionele ervaring

Tanden verliezen staat voor sommige patiënten gelijk het verlies van een arm of been, blijkt uit een Britse studie. De grote impact van tandverlies vraagt meer aandacht van behandelaars, schrijft Newcastle University.

Gevolgen van tandverlies
Voor de studie werden 39 Britten geïnterviewd over hun ervaringen met het verliezen van tanden. Sommige deelnemers aan de studie hadden het gevoel dat ze gefaald hadden, omdat ze een kunstgebit nodig hadden. Anderen durfden de deur niet meer uit vanwege verloren tanden.

Bij de grote impact van tandverlies speelt mogelijk de verwachting mee dat het gebit tegenwoordig langer mee gaat dan vroeger.

Behandeling
Het verlies van tanden kan emotioneel even ingrijpend zijn als een chronische medische aandoening. Bij sommige patiënten is mogelijk psychische behandeling nodig.

Bron:
Newcastle University

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Mondgezondheid gaat verder dan de gezondheid van de mond

Wat is het effect van parodontitis op de rest van het lichaam en waarom is kennis hierover belangrijk voor de tandarts en mondhygiënist? Verslag van de lezing van prof. dr. A.J. van Winkelhoff tijdens de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid van de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

Relatie mondgezondheid en algehele gezondheid
Bij een persoon met parodontitis is sprake van een ontstekingsoppervlakte die vergelijkbaar is met een zweer van 10-20 cm2. Vaak wordt de ernst van parodontitis onderschat omdat de ontsteking niet zichtbaar en meestal ook niet pijnlijk is. Het is te begrijpen dat een dergelijke zweer effect heeft op de rest van het lichaam. Uit onderzoek blijkt dan ook dat er relaties zijn gevonden tussen parodontitis en systemische aandoeningen zoals cardiovasculaire aandoeningen, reumatische artritis, focale infecties, diabetes en obesitas.

Wat is precies het effect van een infectie op de rest van het lichaam?
Als er sprake is van parodontitis dan neemt het aantal bacteriën en endotoxinen in de mond toe. Deze kunnen in de bloedbaan terecht komen en worden op deze manier verspreid in het lichaam. Er is dus niet alleen sprake van een lokale respons: de ontstekingsmediatoren (interleukines), opgewekt in de mond, verhogen deze waardes in het bloed en kunnen zich zo verspreiden door het lichaam. De effecten hiervan op de lever zijn onder andere een verhoging van het CRP (C-reactive protein). Het is bewezen dat CRP een verhoogd risico geeft op het ontwikkelen van cardiovasculaire aandoeningen. Ook is het aantal ontstekingscellen (leukocyten) verhoogd in het bloed wanneer er sprake is van parodontitis.
Bacteriën kunnen zich vanuit de mond verplaatsen naar elders in het lichaam, er is dan sprake van een focale infectie. Een recent onderzoek heeft uitgewezen dat paro-bacteriën zich zelfs in de hersenen kunnen nestelen.

Waarom is dit belangrijk voor de tandarts en mondhygiënist?
Uit een onderzoek van Vidal et al. (2013) ‘Non surgical periodontal treatment reduces cardiovascular risk in refractory hypertensive patient: a pilot study’ blijkt dat bij initieel behandelde parodontitis patiënten de CRP en interleukine-6 waarden significant dalen. Er is dus een meetbaar effect van de parodontale behandeling.

Prof. dr. A.J. van Winkelhoff is hoogleraar aan de UMCG en heeft als vakgebieden Medische Microbiologie, Tandheelkunde & Mondzorgkunde en Infectieziekten. Hij is mede-eigenaar van Laboral Diagnostics en Laboral International, een service op het gebied van klinische microbiologie voor Tandheelkundige professionals.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Parodontitis en de algemene gezondheid, georganiseerd door de Stichting PAOT-NN in samenwerking met het UMCG Wenckebach Instituut.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
Implantologie

Implantologie: Afdrukken

Orale implantologie is niet meer is weg te denken als mogelijke behandeloptie voor uw patiënt. Als tandarts algemeen practicus treedt u op als regisseur. Hoe houdt u controle? Wat delegeert u? Wat doet u zelf? Congresverslag over afdrukken.

Verslag van de lezingen van prof. dr. Marco Cune, prof. dr. Henny Meijer, prof. dr. Daniël Wismeyer tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker. Het lezingenprogramma omvatte alles wat u moet weten over implantologie. Zo kunt u uw patiënt begeleiden bij de verwijzing en ervoor zorgen dat u de regie over de behandeling behoudt.

Healing abutment
Tijdens de osseointegratieperiode is het belangrijk dat het healing abutment niet wordt belast.

Met name in het front kunnen soms tijdelijke kronen worden geplaatst tijdens de osseointegratiefase van het implantaat. De patiënten van prof. dr. Meijer worden voor een implantaat in de frontregio ’s morgens geïmplanteerd en meteen wordt een afdruk gemaakt. In het laboratorium wordt dan een tijdelijke kroon vervaardigd van composiet. Als deze tijdelijke voorziening in de middag geplaatst wordt, kan de patiënt naar huis met een vaste voorziening.

Een ander voordeel is dat de tijdelijke voorziening door de anatomische vorm bijdraagt aan het contourherstel van de gingiva. Gemiddeld duurt dit ongeveer drie maanden. Tijdens het plaatsen van de tijdelijke voorziening kan de gingiva anemisch worden. Dit is geen probleem: na ongeveer 10 minuten trekt dat meestal weg. De tijdelijke kronen worden altijd verschoefd met een torque volgens de fabrikant en worden niet geraakt bij occlusie en articulatie. Op die manier kan een belastingvrije osseointegratie plaatsvinden.

Open lepel versus gesloten lepel
Uit een onderzoek op PubMed naar gesloten- en open lepel afdrukken blijkt dat dit een persoonlijke keuze is. Voor een gesloten lepel is klinisch meer ervaring nodig, dit is tandtechnisch foutgevoeliger. Bij een individuele of conventionele lepel is er geen verschil in nauwkeurigheid, mits gebruik wordt gemaakt van een rigide lepel.

Polyether of additiesiliconen kunnen het beste gebruikt worden als afdrukmateriaal voor definitieve afdruk.

Tip: Gebruik flossdraad om de schroevendraaier om inslikken te voorkomen.

Prof. dr. Marco S. Cune
Is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.

Prof. dr. Henny Meijer
Behaalde in 1988 het tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht op het gebied van de implantologie, in 1992 resulterend in een proefschrift. Momenteel is hij werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde & Mondzorgkunde en bij de Afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde van het UMC Groningen. Vanaf 2006 is hij hoogleraar Implantologie en Prothetische Tandheelkunde. Naast de klinische werkzaamheden, doet hij onderzoek op het gebied van de orale implantologie, begeleidt onderzoek en is als docent betrokken bij verschillende cursussen.

Prof. dr. Daniël Wismeyer
Rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KU Nijmegen en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar de ACTA waar hij promoveerde op het proefschrift “BIOS, The Breda Implant Overdenture Study”. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd als Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan de ACTA waar hij een 0,7 Fte aanstelling heeft. Tevens werkt hij in de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwe-zoom te Dieren die hij in 1991 heeft opgericht. Vanaf 2009 is hij voorzitter van de afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde aan de ACTA.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van prof. dr. M.S. Cune, prof. dr. H. Meijer en prof.dr. D. Wismeyer tijdens het congres Implantologie van Bureau Kalker.

Lees ook de overige verslagen van het congres implantologie

 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z

Cursus: tandheelkundige verwaarlozing en vermoedens van kindermishandeling bespreekbaar maken

De meldcode verplicht mondzorgprofessionals te communiceren met ouders over zorgelijke signalen van verwaarlozing en kindermishandeling. In deze cursus leert u hoe u, met behoud van de behandelrelatie, uw zorgen verwoordt zonder dat dit veel tijd hoeft te kosten.

Deze training is geschikt voor u als:

  • U niet goed weet wat u kunt zeggen tegen ouders als u kindermishandeling of verwaarlozing vermoedt;
  • U bang bent dat u de opgebouwde relatie met ouders op het spel zet;
  • U bang bent voor een heftige reactie van ouders;
  • U slechte ervaringen heeft met gesprekken waarin u uw zorgen uitte naar ouders;
  • U het lastig vindt om aan ouders aan te geven wanneer de grens bereikt is;
  • U de neiging heeft om het gesprek uit de weg te gaan;
  • U verwacht dat het voeren van gesprekken u alleen maar meer tijd gaat kosten;
  • U bang bent voor een klacht of een slechte naam.

In deze training leert u hoe u als mondzorgprofessional met minder moeite en in minder tijd uw zorgen helder kunt verwoorden en daarbij de samenwerkingsrelatie met ouders kunt versterken.

  • U krijgt inzicht in wat u persoonlijk in de weg staat om tandheelkundige verwaarlozing en kindermishandeling bespreekbaar te maken;
  • U leert hoe u uw zorgen helder en concreet kunt verwoorden;
  • U weet hoe u effectief kunt reageren op ouders die zich niet herkennen in uw zorg, zodat u ze toch kunt bereiken;
  • U weet precies wat u kunt doen om tijdens het gesprek bij uzelf en bij de ander spanning weg te nemen zodat u het contact versterkt;
  • U kunt kunt effectief reageren op heftige emoties en boosheid bij ouders;
  • U krijgt essentiële vaardigheden aangereikt die u in elk lastig gesprek kunt inzetten om de vertrouwensrelatie met de ouders te verstevigen;
  • U weet hoe u ouders motiveert om poetsgedrag te verbeteren.

Ervaringen van deelnemers
“Ik vind het erg belangrijk om als para-medicus goede en verantwoorde zorg te kunnen bieden. Ik merkte alleen dat als het om kindermishandeling en verwaarlozing ging, ik veelal uit intuïtie handelde. Ik wilde concrete handvatten om met meer zekerheid te kunnen reageren op zorgelijke situaties. Ik heb door de training meer zelfvertrouwen gekregen en weet veel beter wat ik in gesprekken kan doen om mijn zorgen bespreekbaar te maken. De sfeer was heel prettig en persoonlijk. Ik heb er echt veel aan gehad voor de praktijk.”
Nicolette de Boer – Mondhygiënist Universitair Medisch Centrum Utrecht.

“Ik vond de training zeer leerzaam en professioneel. Alles vond plaats in een heldere en veilige omgeving. Ik heb goede handvatten aangereikt gekregen om toe te passen in de praktijk. Mijn houding naar ouders toe is echt veranderd.”
Yvonne Davans, tandarts te Eindhoven.

Tijdstip
Donderdag 15 mei van 14.30 tot 21.30 in Deventer. Een maaltijd is inbegrepen.

Meer informatie of aanmelden

Lees meer over: Kennis, Scholing
Patiëntentool voor berekening tandartskosten

Patiëntentool voor berekening tandartskosten

De website Zorgwijzer.nl biedt een tool waarmee patiënten een schatting kunnen maken van de kosten van een specifieke behandeling bij de tandarts. Bekijk de tool

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Duurzame opbouw van endodontisch behandelde gebitselementen

Duurzaamheid, esthetiek, functie en doelmatigheid zijn belangrijk bij de opbouw van endodontisch behandelde gebitselementen. Welke materialen en technieken kiest u bij uw behandeling? Verslag van de lezing van dr. P. Bolhuis.

Duurzaamheid, esthetiek, functie en doelmatigheid zijn belangrijk bij de opbouw van endodontisch behandelde gebitselementen. Richtlijnen kunnen hierbij een goed hulpmiddel zijn om de juiste behandeling te kiezen. Echter deze zijn niet zo zwart-wit op te stellen. Vaak zal er per casus bekeken moeten worden wat het meest optimale behandelplan is. Beslissingsbomen kunnen wel behulpzaam zijn voor een weloverwogen beslissing en het kiezen van de beste optie (zorg op maat).

Verslag van de lezing van tandarts-implantoloog Peter Bolhuis, tijdens het TP congres Endo meets Resto, georganiseerd door Bohn Stafleu van Loghum.

Richtlijn behandeling met adhesieve stiftopbouw
Voor de behandeling van endodontisch behandelde elementen met een stift is een richtlijn opgesteld.

C3-concept (2004)

  1. Verwijdering gutta-percha en sealer (bij endo en opbouw in 1 zitting niet nodig)
  2. Reinig stift net alcohol (eventueel zandstralen)
  3. Etsen dentine met phosforzuur 15 sec.
  4. Spoelen, drogen (paper points)
  5. Primer op dentine (overmaat verwijderen paper points)
  6. Bonding op dentine (overmaat verwijderen paper points) en belichten
  7. Stift met alcohol reinigen en bonding (+porcelein activator) op stift en belichten
  8. Composiet in wortelkanaal (needle tube)
  9. Stift plaatsen, overmaat verwijderen
  10. Opbouw composiet (met hoge E-modulus) en belichten
  11. Overmaat stift verwijderen (snelloop diamant + spray)

Stiften
Kunt u beter wel of geen stift gebruiken? Weefselbehoud staat altijd voorop en is een must! Het is belangrijk om kritisch te kijken naar gebruik van stiften. Let bij de molaren in de onderkaak op de mesiale zijde van het distale kanaal (furcatiezijde): in 82% van de gevallen is er nog maar 1 mm dentine over, dus kijk hier uit met stiftpreparatie. Ga uit van de bestaande vorm van het kanaal en prepareer niet met de boortjes die bij de stiftjes worden geleverd. De kans op perforatie kan op deze manier worden vermeden. Dit geldt vooral voor molaren en premolaren. Het gebruik van een niet te lange glasvezelstift, double tapered van vorm en waarvan de E-modulus dichtbij de dentine ligt, heeft de voorkeur. De stift hoeft niet precies te passen, maar cementeer de stift met een duaal uithardend composiet.

Argumenten voor gebruik glasvezelstift

  • Opbouwrestauratie in 1 zitting
  • Geen tijdelijke stiftopbouw nodig, waardoor er geen lekkagerisico is
  • Geen laboratoriumkosten
  • Behoud tandweefsel en handhaving ondersnijdingen
  • Biocompatibel
  • Esthetiek

Algemene richtlijnen voor opbouw volledige kroon op non-vitale elementen

≥ helft benodigde tandweefsel -> adhesieve composietopbouw
≤ helft benodigde tandweefsel -> adhesieve composietopbouw met glasvezelstift
≤ ¾ benodigde tandweefsel of strategische pijler -> adhesieve composietopbouw met glasvezelstift

Let ook op de verhouding kroon-wortellengte en op voldoende ferrule zonder beschadiging van de “biologic width”. Bij te weinig resterend tandweefsel voor adequate ferrule > eerst crown lengthening procedure (paro) of extrusie van het gebitselement (ortho), ofwel extractie en daarna indien gewenst implantologie.

Bonding
Waarom bonding:

  • Betere penetratie weefsel
  • Vermindering krimpspanning
  • 3-staps ethanol houdende bonding voor lange termijn succes
  • Waterpenetratie groter bij 1-staps bonding, hechtsterktes aan dentine nemen met de tijd meer af dan bij bovenstaande conventionele 3-staps bondings

Stift bij voorkeur eerst silaniseren door porcelain primer of porcelain activator toevoegen aan bonding.

Wees kritisch bij beoordeling van nieuwe producten: waarmee wordt het vergeleken en wat voor onderzoek staat er achter? Clearfil Photobond (+ SA-primer) en Optibond FL hebben zich in dit opzicht wetenschappelijk en klinisch reeds bewezen.

Composiet
Een conische stift heeft als voordeel dat de vorm in overeenstemming is met die van het wortelkanaal. Hij heeft echter minder retentie dan een paralelle stift en moet daarom geplaatst worden met een composiet cement. De E-modulus van het opbouw composiet speelt ook een rol en heeft bij voorkeur een E-modulus die dentine benadert (18 GPa). Goede opbouw composieten variëren tussen ongeveer 11 en 18 MPa. Daarmee kan een voldoende rigide opbouw worden vervaardigd (met of zonder stift), die de kroon van voldoende houvast en stabiliteit voorziet.
Gebruik voor de plaatsing van de stift een duaal uithardend composiet cement en voor de opbouw een duaal of licht uithardend composiet. Clearfill DC Core en Clearfil Photocore vormen in dit kader goede keuzes, maar er zijn ook andere goede opbouw composieten verkrijgbaar. Het gebruik van een rubberdam is voor een adhesieve opbouw eigenlijk een onmisbare schakel en verschaft de tandarts controle en gemak bij de klinische procedure.

Duurzame restauratie
Na een adhesieve opbouw is er geen vrijbrief om fors af te nemen ten behoeve van de kroon. Vooral cervicale reductie van tandweefsel heeft een negatief effect op de levensduur van de restauratie. Kortom een adequate ferrule is vereist (circa 2mm), maar niet ten koste van te veel tandweefsel.

Ook voor porselein restauraties is het tegenwoordig mogelijk om cervicaal spaarzaam te prepareren, zeker dankzij de nieuwe technieken waarbij kronen door middel van CAD CAM deels(kap) of geheel worden vervaardigd. Kunt u beter overkappen of juist niet? Bolhuis adviseert om dit per casus te beoordelen: om wat voor patiënt gaat het (krachtenspel, speeksel en mondhygiëne)) en wat is de positie en functie van het betreffende element in de mond?

Dr. Peter Bolhuis is werkzaam als algemeen practicus in zijn eigen groepspraktijk in Amsterdam en als implantoloog in de Praktijk Implantologie Amsterdam. Hij promoveerde in 2004 met het proefschrift “An in vitro evaluation of core build-up restorations on endodontically treated premolars”, heeft een aantal publicaties op zijn naam staan, en redigeerde en vertaalde recentelijk het boek “Adhesive Restoration of Endodontically Treated Teeth” van Francesco Mannocci. Op dit moment is hij verbonden als universitair gastdocent aan de afdeling Materiaalkunde van ACTA en geeft regelmatig postacademisch onderwijs.

Verslag door: Amée Swart, tandarts, voor dental INFO van de lezing van dr. Peter Bolhuis tijdens het TP congres Endo meets Resto, georganiseerd door Bohn Stafleu van Loghum. 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis

Blijf nieuwsgierig over e-health en zie nieuwe ontwikkelingen niet als bedreiging

Huisarts Bart Timmers is een voorloper op de digitale snelweg. Hij blogt voor verschillende zorgwebsites en deelt z’n kennis graag via presentaties en workshops over e-health. Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna interviewde hem over zijn digitale ervaringen in de zorg.

Bart Timmers is huisarts in Groepspraktijk Huisartsen Bergh, in de omgeving van Dinxperlo in de Achterhoek. Ik leerde hem kennen via Twitter. Hij viel op door zijn enthousiasme over het gebruik van de digitale snelweg binnen de gezondheidszorg. We komen elkaar op deze weg regelmatig tegen. Zo blogt hij, net als ik, voor Digitalezorggids.nl, en ook blogt hij voor voor artsennet.nl en gezondtotaal.nl. Timmers deelt zijn kennis over E-health ook graag in het land door middel van presentaties of workshops. Denk dan vooral aan onderwerpen als slim gebruik van ICT in de praktijk en apps.

Ondersteunend en opwindend
Als Timmers een pen krijgt, wil hij nog wel eens het grapje maken: “Hoe werkt zo’n ding?”. Zodra de iPad 4 leverbaar is, ruilt hij z’n iPad 3 hiervoor in. Hij kan niet wachten, zo leuk vindt hij dat. Hij is er ervan overtuigd dat de digitale wereld zowel zorgverleners als zorgconsumenten veel te bieden heeft. “Het kan je werk erg verlichten. Het is heel ondersteunend naar je patiënten. Het is bovendien opwindend om te zien hoe de nabije toekomst aan het veranderen is.”

Facetalk
Op Facebook plaatste hij onlangs een foto van Facetalk, een virtuele spreekkamer. Hierop was een dame op leeftijd te zien met een voet in het verband en daaromheen allerlei zorgverleners. Het was een afbeelding van mulitdisciplinair overleg via de webcam. “Ik ben er nog mee aan het experimenteren, dus heel veel ervaring heb ik nog niet. Maar ik denk dat Facetalk de mogelijkheid biedt om op een laagdrempelige manier met meerdere disciplines over complexe zaken te overleggen. Zonder dat iedereen daarbij veel extra (reis-)tijd verliest”, zegt Timmers.

Het viel mij op dat de patiënt bij dit overleg werd betrokken. Ze had toestemming gegeven om de foto op social media te plaatsen. Ook de patiënt bleek dus enthousiast. “Dit kan prima met de patiënt erbij”, vertelt Timmers. “Maar het hoeft niet. Ik kan me voorstellen dat bijvoorbeeld een oncologie-overleg, waarin nog veel onzekerheden in technische termen worden besproken, minder geschikt is. Alhoewel… waarom eigenlijk niet aan het eind van dat overleg de patiënt even bij het overleg betrekken om de conclusies samen te delen? Je ziet ’t, al pratend kom je vaak op oplossingen of nieuwe ideeën!”

Trial and error
Toch zijn niet alle digitale ideeën goed bruikbaar. Soms faalt Timmers. “Ja, maar dat heeft ook te maken met het feit dat ik graag experimenteer met nieuwe vormen. Daar hoort falen bij. Is niet erg. Als je drie verschillende dingen probeert en het lukt één maal, dan zie ik alleen dat ene succes, die twee andere pogingen vergeet ik weer. Een voorbeeld van problemen: De data die je als patiënt in een app op je smartphone kunt verzamelen, kunnen we nog niet goed kwijt in onze “officiële” software. Sowieso is de hele aansluiting tussen de logge en oude software van praktijken en instellingen op de nieuwe mogelijkheden nog erg matig.”

Niet alleen de gemiddelde software is nog niet klaar voor alle nieuwe mogelijkheden die Timmers ziet. Ook collega’s zijn niet altijd even enthousiast. “Soms zuchten mijn collega’s wel eens als ik weer eens iets nieuws heb. Maar meestal val ik ze niet lastig met het experimentele stadium en probeer ik de geslaagde resultaten te delen. Ik vind soms wel dat de medische wereld in zijn algemeenheid te conservatief is. We mogen best iets sneller onze nek uitsteken, want hij wordt echt niet direct afgehakt.”, grapt Timmers.

Samenwerking
“Zou Facetalk wat kunnen zijn voor de mondzorg en wordt een tandarts/mondhygiënist wel eens betrokken bij dit soort overleg?“, vroeg ik nieuwsgierig en stiekem ook sturend.
“Tot nu toe is er geen overleg tussen huisarts en mondzorg. Incidenteel bel ik wel eens een tandarts. Ik zie nog niet direct een plaats, maar wie weet heb ik een gigantische blinde vlek. Wat vind jij daar eigenlijk van, Lieneke?” Ah, daar zag ik mijn kans! “Nou, ik zou zelf graag eens overleg hebben over hoe we lifestyle problemen kunnen aanpakken bij de patiënt. Je bent het vast met me eens dat enkel een pilletje voorschrijven bij hart- en vaatziekten vaak niet de kern van het probleem raakt. We zouden de voeding samen met de diëtist kunnen aanpakken, want ook tandvleesontsteking veroorzaakt (mede) hart- en vaatziektes. Het zou fijn zijn als ik dat niet alleen roep, maar dat ook de huisarts dit bij de patiënt aankaart. Hoe meer professionals dit tegen een patiënt zeggen, hoe serieuzer de patiënt dit zal nemen. Hetzelfde geldt voor diabetes. En ook patiënten die chemo krijgen, kan de mondhygiënist ondersteunen zodat de kwaliteit van leven wordt beïnvloed. Mensen met obesitas hebben meer kans op ernstige tandvleesontsteking, dementen verbeteren cognitief bij een goed kauwvermogen en ga zo maar door. Ik denk dat wij meer raakvlakken op onze beroepen hebben dan dat je aanvankelijk zou denken. Multidisciplinair overleg zou de patiënt veel ellende kunnen schelen. Lifestyle interventie kan veel geld besparen.”
“Ah, dus toch een blinde vlek!”, reageerde Timmers.

De toekomst
“Welke mogelijkheden zie je nog meer in de toekomst verschijnen?”, vroeg ik.
“Ik zie een enorme groei van mogelijkheden om thuis of onderweg data te verzamelen. Over een jaar komt bijvoorbeeld de Scanadu Scout uit waarmee je als consument niet alleen je temperatuur, maar ook zuurstofgehalte, pols, de mate van stress en zelfs een ECG kunt afleiden. Dit soort ontwikkelingen betekenen nogal wat. Er zitten zeker ook risico’s en gevaren aan. Maar dat mensen zelf meer met hun gezondheid bezig gaan zijn, meer gaan meten en beter geïnformeerd raken, dat gaat iets betekenen voor de gezondheidszorg.”

‘Blijf nieuwsgierig’
Als gouden tip geeft Timmers, die eigenlijk niks liever doet dan hierover kennis delen: “Blijf nieuwsgierig en zie nieuwe ontwikkelingen niet alleen als bedreiging. Denk vooral na over hoe je zelf de zorg anders en uiteraard beter zou kunnen maken. En ga RSS-feeds volgen. En twitteren. En Evernote gebruiken en…..”
Na het interview mailden Timmers en ik nog heen en weer: Hij vond de uitleg over de raakvlakken tussen de mondhygiënist en de huisarts zo interessant dat hij dit doorgeeft binnen zijn regiobijeenkomst. Ook hebben we plannen om met onze IT-groep aan te sluiten bij zijn studiegroep voor protocollen. Waar een interview wel niet toe kan leiden!

Andere digitale samenwerking in zorg
Een ander digitaal samenwerkingsinitiatief in de zorg is Care2U. Dit is een keteninformatiesysteem voor Diabetes, Astma/COPD, CVRM, GGZ en Ouderenzorg. Moderne logistieke principes worden gecombineerd met zelfmanagement door patiënten. De zorg wordt zo niet alleen aangepast aan de individuele patiënt maar ook efficiënter, beter en goedkoper.
De patiënt staat hierbij centraal. De praktijkondersteuner kan voor en met de patiënt een zorgplan op maat maken. Het plan omvat alle komende consulten en onderzoeken. Care2U bewaakt de uitvoering van het plan, verzorgt de communicatie met alle betrokken zorgleveranciers en legt alle informatie vast.

Door Lieneke-Steverink Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: E-health, Kennis, Opinie, Thema A-Z

Tips voor betere mondgezondheid bij tieners

Het advies voor goede mondgezondheid bij tieners blijft hetzelfde: gebruik fluoride, eet minder suiker en verwijder plak. Maar als u de boodschap op een nieuwe manier verpakt, is de kans groter dat tieners uw advies opvolgen.

Effectiviteit
Uit studies blijkt dat geschreven instructies, zoals folders, nauwelijks effect hebben. Video-instructies werken beter. Toch zorgt een instructie nog steeds voor de beste resultaten. Uw boodschap is nog effectiever als u uw mondelinge instructies aanvult met een filmpje, een online quiz of een app.

Gadgets

Veel jongeren zij dol op gadgets. Elektrische tandenborstels kunnen de gadgetliefhebber aanspreken.

Apps

U kunt uw patiënten ook wijzen op apps voor smartphones die instructies geven voor tandenpoetsen en het poetsen timen.

Lees meer over: Communicatie patiënt, E-health, Kennis, Thema A-Z
Speeksel en gebitsslijtage: een glibberig verhaal

Speeksel en gebitsslijtage: een glibberig verhaal

Speeksel is onmisbaar voor het behouden van een optimale mondgezondheid. ‘Speekselonderzoek zou bij gebitsslijtage een standaard procedure moeten zijn’. Wanneer is er sprake van een droge mond en welke informatie kunt u uit een voedingsdagboek halen?

Verslag van de lezing van dr. Casper Bots, tandarts-epidemioloog en initiatiefnemer van het Nederlands Speekselcentrum, tijdens het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

Speeksel is onmisbaar voor het handhaven van een optimale mondgezondheid. Over de relatie tussen speeksel en gebitsslijtage bestaan verschillende en uiteenlopende gedachten, opvattingen, meningen en onderzoeksresultaten. ‘Bij gebitsslijtage zou speekselonderzoek een standaard procedure moeten zijn. Het is denkbaar dat de grondslag van de slijtage nauw samenhangt met een te droge mond’ zei Bots. ‘Ook kan het zijn dat de buffer tekort schiet waardoor de kans op erosie blijvend groot is.’ Op het speekselspreekuur van het Nederlands Speekselcentrum wordt speeksel van patiënten met (erosieve) gebitsslijtage nader onderzocht en wordt de slijtage nauwkeurig in beeld gebracht.

Eigenschappen speeksel
Er komt onder normale omstandigheden ongeveer 0,5 liter aan speeksel per dag in de mond. Een aantal eiwitten uit speeksel hebben een bijzondere eigenschap:

  • Statherine: komt uit het speeksel van de parotis en heeft een antischimmel werking.
  • Histatine: zorgt voor snellere wondgenezing.
  • Mucine: heeft suikerketens aan de buitenkant die water binden.

Parotisspeeksel is waterig en zorgt voor buffering. Mucine-rijk speeksel daarentegen, heeft geen buffer, maar zorgt voor het glibberige, visco-elastische effect. Alleen vermindering van de hoeveelheid parotisspeeksel leidt dus tot een lagere buffercapaciteit voor zuren. Door deze lagere buffercapaciteit kan er sneller erosieves gebitsslijtage optreden.

Droge mond
Factoren waar je een droge mond van kunt krijgen:

  • Medicatie: meer dan 4 medicijnen leidt tot een objectief droge mond
  • Bestraling in het hoofd- halsgebied
  • Het Syndroom van Sjögren

Factoren die kunnen bevestigen dat er zeer waarschijnlijk sprake is van een droge mond:

  • Objectieve speekseltest
  • Droge lippen
  • Glad leren aspect van de tong
  • Progressieve gebitsslijtage
  • Plakken van de mondspiegel aan de wang
  • Wanneer de patiënt de tong uitsteekt, blijft de mondspiegel daarop plakken
  • Glanzend palatum en gingiva
  • Debris achter op het palatum
  • Veel en frequent hebben van cariës

Voedingsdagboekje
Het is van groot belang om een voedingsdagboekje bij te laten houden. U kunt er veel informatie uit halen, bijvoorbeeld:

  • Is het überhaupt ingevuld? Dit zegt iets over het commitment van de patiënt.
  • Sociaal-economische status van de patiënt.
  • Dagbesteding van de patiënt.
  • Welke hoeveelheid drinkt de patiënt? Als dat veel is, kan het verklaren waarom de patiënt geen subjectieve klachten heeft van een droge mond, terwijl deze wel objectief droog kan zijn.
  • Is er sprake van een erosief en zuur dieet? Dit stimuleert namelijk de parotis.

Dr. Casper P. Bots is tandarts-epidemioloog en werkzaam op het grensgebied van kliniek en onderzoek. Hij is initiatiefnemer van het Nederlands Speekselcentrum vanuit waar wekelijks bij SBT in Amsterdam en Zwolle een speekselspreekuur wordt georganiseerd. Hij is als gastmedewerker verbonden aan de afdeling Orale Biochemie van het ACTA waar zijn onderzoeksinteresse ligt bij de samenstelling van speeksel in relatie tot veranderingen in de mondgezondheid. In 2008 heeft hij De Mondzorgkliniek in Bunschoten opgericht. Als redacteur is hij werkzaam geweest voor diverse tandheelkundige bladen waaronder het NTvT en ACTA-QP, waar hij momenteel de rubriek “Wetenschap op de werkvloer” verzorgt. Daarnaast is hij voorzitter van de Commissie Onderzoeksbegeleiding van de NMT.

Door: Chantal Schreuder voor dental INFO van het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Restaureren, Thema A-Z

VGT start portal Stralingsbescherming

De Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT) start met een portal Stralingsbescherming voor ondersteuning van praktijken bij de implementatie van de nieuwe wetgeving in het kader van het Besluit Stralingsbescherming.

RI&E en beoordeling
Deze portal zal worden uitgebreid met alle aspecten die in de wetswijziging aan de orde komen, inclusief een op maat gemaakte RI&E en een beoordeling hiervan door een wettelijk geregistreerde coördinerend deskundige niveau 2. Op deze wijze kan de VGT iedere individuele praktijk snel en tegen lage kosten op het vereiste wettelijke niveau brengen. Ook krijgen praktijkhouders veel beter toegang tot alle vereiste gegevens en kunnen toekomstige wijzigingen in de praktijksituatie veel sneller en beter worden doorgevoerd.

Fase I
De eerste fase van deze portal (de praktijk-, persoons- en toestelgegevens) is al opgeleverd. Deelnemers aan het huidige VGT KEW-systeem (de bekende gele map) hebben inmiddels vrijwel allemaal hun emailadres kenbaar gemaakt, nodig voor de inlogprocedure in het systeem.

Andere portals
Op termijn zal de VGT meer relevante gegevens in portals gaan onderbrengen en aanbieden. Zo staat voor het tweede kwartaal van 2014 een portal voor producten met gevaarlijke stoffen op stapel, waarin onder meer de gegevens van veiligheidsinformatiebladen omgezet worden in een hanteerbaar register met ook weer een individuele risicobeoordeling per praktijk.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Gewoon Gaaf: preventiemethode voor kinderen en hun ouders

Het Ivoren Kruis krijgt veel positieve reacties over de ingeslagen weg voor preventie met de Gewoon Gaaf-methode. Gewoon Gaaf is de nieuwe naam voor NOCTP (Non Operative Caries Treatment and Prevention). De enorme haalbare gezondheidswinst, 70% minder caviteiten bij kinderen, maakt menigeen nieuwsgierig. Niet alleen vakgenoten en vakbladen, ook de algemene pers pakt het op. Wie op de juiste manier zijn tanden poetst en er een gezond voedingspatroon op na houdt, houdt zijn gebit gewoon gaaf.

Gewoon Gaaf
Gewoon Gaaf is een preventiemethode voor ieder individueel kind van 0-18 jaar en zijn ouders/verzorgers. Bij Gewoon Gaaf wordt het interval tussen twee preventieve bezoeken individueel bepaald op basis van risico-inschatting (niveau zelfzorg, mondhygiëne die de ouder bij het kind weet te bereiken, cariësontwikkeling). Gewoon Gaaf is vooral gericht op het verhogen van het niveau van zelfzorg van ouder en kind. De mondzorgverlener coacht zijn patiënt en begeleidt hem bij het hebben en houden van een gaaf gebit.

Patiëntenfolder, website en protocol
Het Ivoren Kruis komt dit jaar met een patiëntenfolder en een website Gewoon Gaaf. Ook ontwikkelt de vereniging een korte instructiefilm voor mondzorgverleners waarin een voorbeeld van een Gewoon Gaaf gesprek met een patiënt en ouder is te zien. Verder komt er een protocol voor in de mondzorgpraktijk. Het gezicht van Gewoon Gaaf onthult het Ivoren Kruis tijdens de Preventie Academie op 11 april waar Gewoon Gaaf op het programma staat.

Download hier het magazine Gemotiveerde patiënten met gezonde monden


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Aandacht voor bloedend tandvlees tijdens Week van de Mondhygiënist – 17 – 22 maart

Tijdens de Week van de Mondhygiënist (17 – 22 maart) vraagt de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten aandacht voor bloedend tandvlees. Mondhygiënisten in deze week hun deuren: iedereen kan dan langskomen voor gratis mondzorgadvies.

Bloedend tandvlees, 80% van de Nederlanders heeft hier in meer of mindere mate mee te maken. Het is een teken van tandvleesontsteking, en die is niet alleen verantwoordelijk voor bijvoorbeeld het verlies van tanden en kiezen, maar blijkt ook een rol te spelen bij hart- en vaatziekten, diabetes, vroeggeboorte en meer serieuze narigheid.  Van de genoemde 80% van de Nederlanders met bloedend tandvlees heeft maar liefst 10-15% een ernstige tandvleesontsteking (parodontitis). Op het eerste gezicht misschien onschuldig, maar niets is minder waar.

Tandvleesontsteking en hart- en vaatziekten
Er is een relatie aangetoond tussen tandvleesontsteking en hart- en vaatziekten. Als gevolg van de tandvleesontsteking komen er bacteriën uit de mond in de bloedbaan, waar zij problemen kunnen veroorzaken bij de vaatwand en kunnen leiden tot bloedstolsels, die bijv. een hartinfarct of beroerte kunnen veroorzaken.

Tandvleesontsteking en diabetes
Mensen met diabetes hebben vaker problemen met hun tanden en tandvlees. Als gevolg van de diabetes wordt de doorbloeding van verschillende weefsels minder. Ook hebben diabetespatiënten vaker een droge mond, waardoor ontstekingen en gaatjes eerder ontstaan. Daarbij komt dat diabetespatiënten een verhoogd risico hebben op hart-en vaatziekten, waarbij hetgeen hierboven is gemeld, een extra complicatie kan zijn.

Tandvleesontsteking en vroeggeboorte
Tijdens de zwangerschap is er een verhoogde gevoeligheid voor het ontwikkelen van ontstoken tandvlees. Als gevolg daarvan komen er allerlei ontstekingsmediatoren vrij die wanneer ze in hoge mate geproduceerd worden, ervoor kunnen zorgen dat tijdens de zwangerschap de weeën te vroeg worden opgewekt. Ook kunnen schadelijke mondbacteriën via de bloedbaan de placenta of foetus bereiken en ter plekke een infectie veroorzaken.

Tandvleesontsteking en overige aandoeningen
Naast de relatie met hart- en vaatziekten, diabetes en vroeggeboortes, blijkt steeds meer uit wetenschappelijk onderzoek dat er ook relaties zijn tussen tandvleesontsteking en reuma, longontstekingen, kanker, COPD en dementie (zeer recent gepubliceerd).

De Week van de Mondhygiënist van 17 t/m 22 maart
Van maandag 17 tot en met zaterdag 22 maart vindt de landelijke Week van de Mondhygiënist plaats, georganiseerd door de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM). In deze actieweek wordt het publiek uitgenodigd om een kijkje te nemen in de mondzorgpraktijk voor o.a. een gratis mondzorgadvies. Kijk op www.weekvandemondhygienist.nl voor deelnemende praktijken.

Bron:
NVM


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Straling Fukushimaramp afgelezen uit babytanden

Straling Fukushimaramp afgelezen uit babytanden

Om langetermijngevolgen van de ramp in Fukushima te achterhalen, bestuderen Japanse tandartsen de tanden van baby’s. Daarmee willen ze de stralingsbelasting voor kinderen bepalen, schrijft Spreadnews.

Inzameling
Voor hun onderzoek vragen de tandartsen ouders om melktanden van kinderen die in de buurt van de kerncentrale waren tijdens de ramp. De tandartsen hopen jaarlijks 4000 tanden te verzamelen.

Stralingsbelasting
Omdat een melktand nog niet helemaal uitgehard is, kan radioactief materiaal zich ophopen in de tand. Daardoor kan precies gemeten worden aan hoeveel straling een baby heeft blootgestaan. De onderzoekers willen de resultaten vergelijken met melktanden uit anderen delen van Japan.

Eerdere pogingen tot onderzoek werden verhinderd door autoriteiten uit de prefectuur Fukushima.

Bron:
Spreadnews


Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Kwaliteitsjaarverslag vóór 1 juni indienen

Als in een tandartspraktijk 2 of meer tandartsen een patiëntenbestand delen, wordt de praktijk beschouwd als zorginstelling en is deze praktijk verplicht tot het maken van een kwaliteitsjaarverslag.

Het jaarverslag van 2013 dient voor 1 juni 2014 verstuurd te worden naar de Inspectie, het ministerie van het VWS en een regionale patiëntenfederatie. Indien u dit verslag stuurt, vergeet u dan geen ontvangstbevestiging te vragen als bewijs van aanlevering. Indien u reeds de directiebeoordeling of het managementreview heeft verricht, bevat dit ook input (beleidsplannen bijvoorbeeld) voor het kwaliteitsjaarverslag.

Door:
Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Coaching over mondgezondheid helpt diabetici

Diabetici hebben meer profijt van gezondheidscoaching dan van informatiefolders over mondgezondheid, schrijft Dentistry. Door coaching gaat de gezondheid van diabetici er op vooruit, blijkt uit een studie.

Studie
Aan de studie namen 180 patiënten deel met diabetes type II. De controlegroep kreeg alleen een informatiefolder over mondgezondheid. Een andere groep kreeg persoonlijke gezondheidscoaching.
Gezondheid verbeterd
Bij de controlegroep veranderde niets nadat zij de informatiefolder hadden ontvangen. In de coachgroep waren biologische markers voor periodontitis verminderd met 50% na zes maanden. Ook daalde de bloedsuikerspiegel.

Investeren in coaching
De gecoachte groep voelde zich beter in staat om om te gaan met ziekte en gezondheidsproblemen. Investeren in gezondheidscoaching levert uiteindelijk mogelijk meer besparingen op voor de gezondheidszorg dan informatiefolders uitdelen.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Gebitsreiniging bij huisdieren

Ook huisdieren kunnen last hebben van parodontitis. Mondhygiënist Maja Faasen ging met haar kat Jip naar de dierenarts voor een gebitsreiniging.

Wat vooraf ging…
Tijdens Jips jaarlijkse check- up bij de dierenarts werd parodontitis geconstateerd. Uiterst pijnlijk voor zijn baasje: de mondhygiënist… Enthousiast of beroepsmatig, net hoe je het wil noemen, begon ik in gedachten gelijk met het opstellen van een behandelplan. Ik kon me nog net inhouden door niet naar de DPSI te vragen. In plaats daarvan vroeg ik hoe diep de pockets waren.

De pocketsonde moest van ver komen, maar hij was er! Pockets van 3mm en bloeding. Opgelucht haalde ik adem en keek de dierenarts blij aan. Zijn gezicht stond echter wat zorgelijk en hij zei: “Ik hoop dat we die elementen kunnen behouden, niet alleen diepe pockets, maar ook recessies”.

Toen pas viel het kwartje. Bij een mens is 3mm heel gezond, maar bij een kat is dat behoorlijk diep. Onmiddellijk beloofde ik dat ik Jip’s mondhygiëne zou verbeteren. ‘Die pockets zijn zo weg’, dacht ik hoopvol. Gebitsreiniging onder narcose was het onvermijdelijke oordeel van de dierenarts. Met een afspraak verliet ik de praktijk.

De narcose
Jip moet voor de ingreep nuchter zijn en dat is niet makkelijk voor hem. Nadat hij de boel bij elkaar geschreeuwd heeft in de auto komen we in de kliniek aan. Daar krijgt Jip een prikje om wat slaperig te worden. Daarna krijgt hij een masker op met een anestheticum dat hem verder in slaap brengt.

Ik ben verrast als ik daarna de xylocaïnespray zie. Deze spray heeft tot mijn verbazing ook bananensmaak, net als de spray die wij in onze praktijk gebruiken! Jip krijgt er inmiddels niks meer van mee. Na een paar keer sprayen wordt de ’tube’ op zijn plaats gebracht. We kunnen beginnen met de behandeling.

 

De behandeling
Met de pocketsonde worden de metingen herhaald. Gelukkig blijft het bij de twee hoektanden boven met pockets van ‘slechts’ 3mm. Dan starten we met de gebitsreiniging. De dierenarts reinigt ultrasoon, zonder afzuiger. Daarom ligt Jip op een dik servet. Ook is de behandeltafel licht naar voren gekanteld, zodat het water niet in zijn keel komt.

Ik ben dankbaar dat Jip onder narcose is en er niks van mee krijgt! Wat een grote tip zit er op de Cavitron! Zoals te verwachten vormt zich een bloedbad bij het reinigen. Ik ben blij dat ik voor mijn patiënten wat kleinere en fijnere tips heb.
Na het ultrasoon reinigen loopt de dierenarts alles nog na met een scaler. Voor ik er erg in heb zie ik hem met het puntje aan de slag gaan. Les 1 op de opleiding mondhygiëne: nooit met de punt werken! Ik slik mijn woorden in, voor ik ze uitspreek.

Gaatjes
Als al het tandsteen verwijderd is, vraag ik of Jip gaatjes heeft. Nee, katten ontwikkelen geen cariës zoals bij mensen, wel Feline Odontoclastische Resoptieve Laesies (FORL), legt de dierenarts uit. De tand wordt aangetast doordat de odontoclasten weefsel afbreken, en de odontoblasten niet in actie komen om het weer aan te maken. Het is progressief en verspreidt zich door de mond. Het aanbrengen van vitamine D kan het proces vertragen.

Gelukkig heeft Jip geen laesies, een ware opluchting voor mij. Juist wanneer ik denk dat de behandeling erop zit, begint het polijsten. Nog een overeenkomst met de gebitsreiniging zoals ik die bij mijn patiënten uitvoer. Dit had ik echt niet verwacht, zeker niet toen ik de tube Zircate zag! Nadat alle elementen zijn gepolijst fatsoeneert de assistente Jip, voor zover dat kan. Met wat water en een doekje verwijdert ze de resten polijstpasta. Daarna kan het uitslapen gaan beginnen voor Jip.
Nazorg

Een poetsles voor het baasje blijft uit. De dierenarts verwacht dat dat wel gaat lukken bij een mondhygiënist.

Door Maja Koster – Faasen, mondhygiënist

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Opmerkelijk, Scholing, Thema A-Z
Welke anesthesie kiest u?

Welke anesthesie kiest u?

Patiënten willen een pijnloze behandeling. Welke types anesthesie zijn er en wat kiest u in verschillende situaties? Verslag van de lezing van Johan Aps, gespecialiseerd in lokale verdoving en meer bepaald in intra-osseuze anesthesie.

Toedienen
Pijn door anesthesie wordt meestal veroorzaakt door een te hoge injectiedruk. Naalden zijn verkrijgbaar in verschillende diameters, ook wel gauge genoemd. Het is een misverstand dat een dunne naald minder pijn veroorzaakt. Er is geen verschil tussen dikke en dunne naalden qua pijngewaarwording die gebruikt worden in de tandheelkunde. Het is zelfs zo dat met een dunne naald de injectiedruk hoger is, waardoor er meer pijn kan veroorzaakt worden. Elke naald heeft aan de punt een bevel waardoor de naald makkelijk door de weke delen gaat. De bevel dient gericht te worden naar de plek waar de anesthesievloeistof naartoe moet, meestal is dit richting het bot.

Types lokale anesthesie
Amides:

  • Lidocaïne
  • Prilocaïne
  • Mepivacaïne
  • Articaïne
  • Bupivacaïne
  • Ropivacaïne

Esters

  • Procaïne
  • Benzocaïne
  • Amethocaïne
  • Cocaïne

Esters worden niet meer gebruikt voor lokale injecties, enkel de amides. Hoe hoger de vetoplosbaarheid van een anestheticum (articaïne is vetoplosbaarder dan prilocaïne bijvoorbeeld), des te sneller de inwerking. De plasma eiwitverbinding is dan weer bepalend voor de werkingsduur van de anesthesie (articaïne bindt meer met de plasma eiwitten dan prilocaïne bijvoorbeeld). Bupivacaine werkt erg lang (ongeveer 7 uur) en wordt om die reden in Nederland nauwelijks toegepast in de tandheelkunde.

Zwangerschap
Welk anestheticum kunt u gebruiken bij patiënten die in verwachting zijn?

  • Ja:          Articaïne, Mepivacaïne, Lidocaïne
  • Nee:      Bupivacaïne, Prilocaïne

Vasoconstrictor
Alle amide anesthetica veroorzaken een vasodilatatie, wat resulteert in snelle uitwerking van de lokale anesthesie. Daarom worden er vasoconstrictoren toegevoegd. De voordelen hiervan zijn:

  • Langere werking, dus minder volume nodig
  • Anestheticum blijft lokaal
  • Anti-vasodilatatie
  • Minder bloeding
  • Verlaagt de systemische toxiciteit (dit is de belangrijkste reden om een vasoconstrictor te gebruiken)

Het is dus veiliger. Ook voor de cardiaal gecompromitteerde patiënt. Het heeft echter ook nadelen:

  • Door minder bloedcirculatie, ontstaat een pH daling
  • Minder bloedcirculatie zorgt voor een vertraging van de wondgenezing
  • Rebound effect. Een te plotse uitwerking van de vasoconstrictie kan bij sommige patiënten een verhoogde kans op nabloeding betekenen.
  • In geval van een intra-vasculaire injectie (beschadiging van het bloedvat endotheel in feite, want een echte intravasculaire injectie is onmogelijk in de tandheelkunde), kan dit zorgen voor een verhoging van de hartfrequentie

Maximale dosis
Een truc om het maximaal aantal carpules anesthesie met articaïne te bepalen bij een gezonde patiënt is: Het gewicht van de patiënt (kg) te delen door 10.
Voor lidocaïne, bijvoorbeeld, moet er echt gerekend worden (maximale dosis voor een volwassen persoon van 70 kg is 4.4 mg/kg)

Techniek
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen verschillende lokale anesthesie technieken.

  • De conventionele anesthesie: blok/geleidingsanesthesie, intra-osseus en infiltratie.
  • Alternatieve technieken: intra-ligamentair, intra-septaal en intra-pulpaal. Uit onderzoek blijkt dat intra-pulpale anesthesie werkt door het opbouwen van een hoge druk, waardoor de zenuw kapot gaat. Bij deze techniek werd tussen het gebruik van een anesthesie vloeistof en fysiologisch zout geen verschil gezien.

Falingen
U herkent het vast: een mandibulair blok dat niet goed zit. Stel uzelf gerust, het blijkt dat u niet een uitzondering bent. De meeste problemen met verdoven worden gezien in de onderkaak. De oorzaak is vaak een anatomische reden, een ontsteking of een verkeerd amide anestheticum of vasoconstrictor. Als de lokale anesthesie niet goed werkt, heeft u als alternatief de intra-osseuze anesthesie, waarbij u het juiste amide anestheticum met de juiste concentratie vasoconstrictor moet gebruiken.

Johan Aps studeerde in 1993 af als tandarts aan de Universiteit Gent in België en specialiseerde zich vervolgens in de kindertandheelkunde en bijzondere tandheelkunde. In 2002 studeerde hij af als Doctor in de tandheelkunde en behaalde hij in 2008 aan de London University in Groot-Brittanië zijn Master in dental and maxillofacial radiology. Johan was van oktober 1993 tot en met juni 2012 werkzaam als Kliniekhoofd en Gastprofessor aan de Universiteit Gent en het Universitair Ziekenhuis Gent in België. Sinds 1 juli 2012 is hij werkzaam als Clinical Associate Professor aan de University of Washington in Seattle. Johan heeft verschillende wetenschappelijke prijzen gewonnen en is auteur en co-auteur van verschillende hoofdstukken in wetenschappelijke boeken, tijdschriften en abstracts op internationale congressen. Hij is tevens hoofdredacteur van Het Tandheelkundige Jaar en voor verschillende internationale tandheelkunde journals. Ook geeft hij onderwijs in lokale anesthesie in de tandheelkunde en dentale maxillofaciale radiologie.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van Johan Aps tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z