17 t/m 22 maart 2014: Week van de Mondhygiënist

Noteer alvast in uw agenda…. 17 t/m 22 maart 2014: de Week van de Mondhygiënist. Een week waarin praktijken hun deuren openen en gratis mondzorgadvies aanbieden.



Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

NEN ontwikkelt concept voor normen tandheelkunde

Het NEN (Nederlands Normalisatie-instituut) heeft een concept standaard ontwikkeld met tandheelkundige diagnostische termen en definities. Tot en met 1 maart kunnen mondzorgprofessionals het ontwerp inzien en commentaar hierop geven.
Bekijk de concept standaard

De concept standaard is ontwikkeld om duidelijkheid te krijgen in de diagnostische termen en codes. Hiermee kan wetenschappelijk onderzoek in databases op een zelfde manier worden verwerkt en wordt communicatie met patiënten en andere mondzorgprofessionals vergemakkelijkt.

Bron:
NEN

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Cariës een van meest voorkomende chronische ziekte wereldwijd

Cariës is onder de wereldbevolking een van de meest voorkomende chronische ziektes. Maar, cariës en andere tandheelkundige ziekten, zoals orale kanker, krijgen in veel landen weinig aandacht. Naar schatting heeft tweederde van de wereldbevolking geen toegang tot een tandarts. Dit stelde Habib Benzian in zijn promotieonderzoek dat hij op 10 januari verdedigde aan de Universiteit van Amsterdam, meldt ACTA.

Benzia ontwikkelde de PUFA-index om de gevolgen van onbehandelde tandbederf te meten. De nieuwe index is goedgekeurd door de FDI.

Onbehandelde cariës kan volgens de onderzoeker leiden tot ongemak, pijn en infecties die een negatieve invloed hebben op de gezondheid en kwaliteit van leven. In zijn onderzoek toont Benzia aan dat kinderen op de Filppijnen met meerdere onbehandelde tandproblemen, vaak een lagere Body Mass Index hebben en vaker afwezig zijn op school dan kinderen met minder tandbederf.

Politieke besluitvormers geven mondziekten niet de voorrang die dit verdient, stelt de onderzoeker.

Bron:
ACTA

 

 

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Een telefoontje van een geïrriteerde patiënt

Af en toe zal een boze of geïrriteerde patiënt er alles aan doen om uw balie-assistent op de proef te stellen. Hoe gaat u hiermee om?

Telefonische gespreksvaardigheden zijn cruciaal in het verkrijgen en behouden van een goede relatie met uw patiënten. Maar dit is niet altijd even makkelijk. Af en toe zal een boze of geïrriteerde patiënt er alles aan doen om uw balie-assistent op de proef te stellen. Niet alleen haar telefonische vaardigheden, maar ook haar geduld.

Hoe kunt u effectief met een boze en geïrriteerde patiënt omgaan? Volg de volgende stappen:

  1. Laat de patiënt uitrazen. Onderbreek hem niet en geef geen defensieve antwoorden. Luister aandachtig en moedig de patiënt aan om meer te vertellen en te zeggen wat hij op zijn lever heeft. In deze fase heeft de patiënt nog teveel emotie, dus zal hij u waarschijnlijk niet eens horen.
  2. Actief luisteren. De meest effectieve manier om de woede van een patiënt te temperen is door oprecht te luisteren. Vat samen wat de patiënt zegt. Dit geeft u de mogelijkheid om zijn verhaal helder te krijgen. Daarnaast geeft u zo aan dat u uw best doet om de patiënt te begrijpen en dat u zich inleeft in de patiënt.
  3. Ga niet in discussie. Dat is net zo iets als terpentine op een BBQ gooien. Hoe meer u met uw hakken in het zand gaat, hoe meer de patiënt dit ook zal doen. De discussie wordt dan zo overschaduwd door emoties, dat de oplossing alleen maar verder weg komt te liggen. Door niet in discussie te gaan, geeft u de patiënt nog geen gelijk, maar hij wordt wel een heel stuk rustiger.
  4. Blijf kalm. De patiënt kan niet lang boos op u blijven als u kalm blijft. Uw kalmte laat ook zien dat u de patiënt en zijn emotie respecteert. Dat u oprecht geïnteresseerd bent in zijn klacht, zodat u er iets aan kan doen.
  5. Herhaal de klacht. Vat de klacht samen om te kijken of u de patiënt begrepen heeft.
  6. Biedt excuus aan. “Het spijt me dat het zo gelopen is mevrouw Janssen”. U erkent wederom geen schuld, maar u geeft wel aan dat u het vervelend vindt dat de patiënt uw zorg zo ervaart.
  7. Geef aan dat u de patiënt begrijpt. En dat u uw best zal doen om tot een goede oplossing te komen. Vraag eventueel aan de patiënt welke oplossing hij voor ogen heeft. Geef aan dat u er op terugkomt en wanneer (doe dat ook). Het kan ook zijn dat u afspreekt dat de Praktijkmanager op een afgesproken tijdstip terugbelt. Zorg er wel voor dat deze dat ook daadwerkelijk doet.

Door:
Anna Berends van Loenen, www.qanz.nl

Qanz begeleidt tandartspraktijken bij het kwaliteitsmanagementproces voor HKZ /ISO9001. Daarnaast traint en ondersteunt zij tandartspraktijken op alle zaken omtrent organisatie, communicatie en praktijkmanagement.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Speekseltest voor alvleesklierkanker

Alvleesklierkanker kon al worden vastgesteld met een speekseltest. Onderzoekers weten nu ook hoe biomarkers voor alvleesklierkanker terechtkomen in speeksel, schrijft Dentistry.

Alvleesklierkanker is een zeer agressief type kanker. Slechts 6% van de patiënten leeft 5 jaar na de diagnose nog. Bij het vermoeden van alvleesklierkanker wordt gewoonlijk een onaangename biopsie uitgevoerd.

Transport
Eerder was al bekend dat alvleesklierkanker ook opgespoord kan worden door speeksel te testen op bepaalde biomarkers. Hoe deze biomarkers in speeksel terechtkwamen, was echter nog onduidelijk. De huidige studie geeft daarover uitsluitsel na onderzoek bij muizen.

RNA-molecuul
Volgens de onderzoekers zijn de biomarkers in speeksel een bewerkte vorm van RNA-moleculen. RNA-moleculen brengen boodschappen over van het DNA in een cel. Bij alvleesklierkanker veranderen tumorcellen RNA op zo’n manier dat deze als biomarkers tevoorschijn komen in speeksel. Toen de onderzoekers dit proces verhinderden, vonden ze geen biomarkers meer in het speeksel van de onderzochte muizen.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
De Face-bow-registratie in de praktijk

De Face-bow-registratie in de praktijk

Wanneer is een face-bow-registratie wenselijk en wat is het voordeel ervan? Welke hulpmiddelen zijn nodig bij een face-bow-registratie en hoe voert u dit uit? Web-tv verslag.

Verslag van de web-tv Face-bow-registratie van Bohn Stafleu van Loghum.

Wat is het voordeel van het gebruik van een face-bow?
Een face-bow-registratie kan worden gezien als een communicatiemiddel. Een tandtechnieker ziet de patiënt niet en met behulp van een face-bow-registratie wordt het voor de tandtechnieker duidelijk hoe de situatie in de mond is. Om een passend werkstuk te maken is een face-bow-registratie in bepaalde situaties essentieel.
Wanneer er geen face-bow-registratie plaatsvindt, wordt er gebruik gemaakt van een middenwaarde-articulator. Er bestaat dus een kans dat het ingipsen van de modellen niet op de juiste wijze gebeurt waardoor de situatie in de articulator niet overeen komt met de werkelijkheid. Dit heeft weer consequenties voor de werkstukken die vervaardigd moeten worden. Bij het registreren met een face-bow is er sprake van schedelbetrokkenheid. Er wordt rekening gehouden met de afwijkende verhoudingen en asymmetrieën van iemands gelaat. Een face-bow registratie bootst de werkelijkheid na en heeft dus alleen maar meerwaarde.

Wanneer is een face-bow registratie wenselijk?
Het doel van het registeren is het behouden en/of herstellen van de fysiologische occlusie en habituele occlusiebeweging om deze te laten eindigen in stabiele maximale occlusie.

Het gebruik van de een face-bow registratie is wenselijk in de volgende gevallen:

1. Kroon- en brugwerk
Een face-bow registratie is wenselijk bij uitgebreid kroon- en brugwerk. Onder uitgebreid kroon- en brugwerk valt het volgende:

  • Vervaardiging van kroon- of brugwerk bij meer dan drie elementen
  • Een frontbrug met een hoektand als pijler
  • Bij het vervaardigen van meerdere kronen op de laatste molaren
  • Bij het vervaardigen van een combinatiewerkstuk met implantaten

2. Afwijkende symmetrie
Bij afwijkende symmetrie van de dentitie ten opzichte van het gelaat is een face-bow registratie wenselijk.

3. Reorganized approach
Wanneer er sprake is van een ‘reorganized approach’, dit wil zeggen dat er tijdens de behandeling verandering optreedt van de beethoogte en occlusale morfologie, wordt bij voorkeur gewerkt met een face-bow.

4. Volledige prothese
In sommige gevallen kan de face-bow registratie ook goed gebruikt worden bij het vervaardigen van een volledige prothese (ook in combinatie met implantaten). Dit is ook niet heel vreemd aangezien er sprake is van een uitgebreide gebitsrehabilitatie: veel kenmerken ontbreken zoals beethoogte, vlak van occlusie, curve van spee, knobbelhelling, afstand van de gebitselementen tot de gewrichten, afstand van de elementen tot het mid-sagittale vlak en de grootte, vorm en kleur van de elementen. De registratie wordt hier uitgevoerd tijdens de afdrukfase en niet bij de beetbepaling omdat de tandtechnieker op deze manier de kans krijgt om een betere waswal te maken.

Welke hulpmiddelen zijn er nodig om een registratie uit te voeren?
Een registratie is een methode om de positie van de onderkaak ten opzichte van de bovenkaak en de schedel vast te leggen. Registreren is niet nodig bij genoeg stabiliteit, dit betekent een stabiele maximale occlusie met voldoende occlusale eenheden. Wanneer er wel geregistreerd wordt dan wordt er gebruik gemaakt van de volgende hulpmiddelen.

1.Gebitsmodellen
Het is belangrijk dat er goede gipsmodellen van de patiënt aanwezig zijn. Goede modellen geven voldoende informatie over de tandbogen en functie. Het is belangrijk dat de gipmodellen vrij worden gemaakt van luchtbellen die in de afdruk zaten zodat ze perfect op elkaar passen.

2.Articulator
Het is belangrijk dat een articulator op de juiste manier wordt gebruikt. Immers, hier is het resultaat van afhankelijk. Een articulatie papiertje kan gebruik worden om te controleren of de gebitsmodellen op de juiste manier in de articulator is staan: De contactpunten in de mond moeten gelijk zijn aan de situatie in de articulator. Belangrijk is om te weten met welk soort articulator uw tandtechnieker werkt.

3.Wasbeet
Een wasbeet dient de relatie tussen de boven- en onderkaak betrouwbaar weer te geven. De materialen die hier voor gebruik worden dienen zo stabiel mogelijk te zijn. Met een wasbeet kan de maximale occlusie en de centrale occlusie vastgelegd worden.

  • Maximale occlusie is een occlusie waarbij zoveel mogelijk elementen contact met elkaar maken. Om de maximale occlusie vast te leggen moet de was geheel doorgebeten zijn, waarbij het belangrijk is dat aan de cuspidaten er aan ventrale zijde in staan en dorsaal de laatste molaren. Wanneer er sprake is van een stabiele occlusie met een twijfelachtig aantal occlusale eenheden en onvoldoende aanwijzingen voor articulatie trajecten óf afwezigheid van voldoende distale occlusale eenheden, wordt de registratie vastgelegd in maximale occlusie.
  • Centrale occlusie is de occlusie bij centrale relatie oftewel de relatie van de onderkaak ten opzichte van de schedel waarvan het Frankforter vlak horizontaal verloopt waarbij beide kaakkopjes zich in de ongedwongen meest dorsale stand in de fossae articulares bevinden. Om deze vast te leggen moet de was juist nergens doorgebeten zijn en moet de operateur er voor zorgen dat er minimaal twee gelijke wasbeten aanwezig zijn zodat het zeker is dat het om de juiste (reproduceerbare) centrale occlusie gaat. Wanneer er sprake is van een instabiele occlusie met onvoldoende aanwijzingen voor articulatie trajecten dan wordt de centrale occlusie geregistreerd.

4.Face-bow
Er bestaan verschillende face-bow-merken. Zo heb je de Artex-face-bow en de Denar-face-bow. Het is belangrijk te weten hoe de face-bow werkt voordat het gebruikt wordt.

Hoe voer je een face-bow-registratie uit?
Via deze link kunt u de stappen bekijken die gemaakt moeten worden bij een face-bow registratie.

Wanneer maak je een stabilisatie opbeet plaat (splint)?
Registeren kan alleen plaatsvinden wanneer het kauwstelsel gezond is. Indien dit niet het geval is, is het aan te raden eerst een splint te vervaardigen voor de patiënt. Hiervoor is het ook verstandig gebruik te maken van een face-bow. De wasbeet geeft exact aan hoe dik de splint moet worden. Vaak wordt er een dikte van zo’n 2 à 3 mm in acht genomen. De dikte is echter afhankelijk van de mondsituatie: de spalk moet dik genoeg zijn om genoeg stevigheid te waarborgen maar moet zo dun mogelijk zijn voor het comfort van de patiënt. Bij een diepe beet is vaak een dikkere splint nodig om goed te functioneren.
Een splint wordt gebruikt in de volgende situaties:

  1. Wanneer de beethoogte/occlusie behouden moet blijven.
  2. Met als doel de kauwspieren te laten ontspannen.
  3. Met als doel de kaakkopjes te stabiliseren in het kaakgewricht.
  4. Met als doel het beschermen van de natuurlijke dentitie.

Wat kan er fout gaan tijdens een registratie?
Wanneer er geregistreerd wordt dan is het belangrijk om rekening te houden met de (a)symmetrieën in het gelaat. De registratie moet evenwijdig zijn aan de gehoorgangen en/of de pupillijn. Wanneer dit niet het geval is dan is de kans groot dat de opgewassen elementen te lang worden gemaakt.

Sprekers
Hans van Pelt, tandarts-prosthodontist
Hugo Vreugdenhil, tandarts-gnatholoog
Cornelis Thissen, tandtechnicus, 4Dental Reeuwijk
Ransom Altman, tandarts-gnatholoog, implantoloog

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de WebTV Face-bow-registratie van Bohn Stafleu van Loghum
Jan 2014

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Producten, Restauratie

Nieuwe experimentele behandeling voor parodontitis

Parodontitis veroorzaakt vaak ontstekingen die moeilijk te behandelen zijn. Een nieuwe behandeling met een enzym biedt mogelijk uitkomst, meldt ZWP online.

Ontstekingen bij parodontitis ontstaan doordat het immuunsysteem te sterk reageert op een toename van bacteriën in de mond. Momenteel wordt parodontitis daarom vooral behandeld door goede mondhygiëne te bevorderen.

Afweercellen
Bij de nieuwe behandeling worden immuuncellen gestimuleerd met het signaaleiwit CCL22. Dit eiwit wordt aangebracht op ontstoken plekken in de mond. Uit onderzoek blijkt dat een bepaalde immuuncel, de T-cel, vervolgens veel meer voorkomt. Ook worden pockets minder diep en verminderen ontstekingen.

Evenwicht
De verhoogde concentratie T-cellen houdt de afweerreactie van het immuunsysteem onder controle. Daardoor verbetert de mondgezondheid.

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Parodontologie, Thema A-Z

Eiwit dpysl4 helpt ontwikkeling labtanden

Het eiwit dpysl 4 heeft invloed op de groei van tandkiemen, blijkt uit onderzoek. Deze kennis helpt laboratoria bij het ontwikkelen van kunsttanden met natuurlijk glazuur, schrijft ZWP online.

Onderzoek
Het eitwit dpysl4 beïnvloedt de ontwikkeling van dentale epitheelcellen. Bij een hoog niveau dpysl4 vonden wetenschappers meer biomarkers. Dat duidt op een toename van cellen die tandglazuur maken. Wanneer er te weinig dpysl4 aanwezig was, ontstonden tandkiemen van slechte kwaliteit. De epitheelcellen veranderden namelijk minder vaak in ameloblasten.

Veelzijdig eiwit
Eerder was al bekend dat dpysl4 de ontwikkeling van neuronen in de hippocampus reguleert.

Bron:
ZWP online
Studie

Lees meer over: Actueel, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Onderzoek, Thema A-Z
Streef naar een behandeling zonder narcose

‘Streef naar een behandeling zonder narcose’

Zo adviseerde Arie Riem, tandarts ‘bijzondere zorggroepen’, tijdens zijn lezing op het congres over Pijn. Wat zijn de alternatieven voor behandeling onder narcose? En als narcose toch nodig is, wat is dan belangrijk op anesthesiologisch en tandheelkundig vlak?

Verslag van de lezing van Arie Riem, tandarts-pedodontoog en Doeke Visser, anesthesieverpleegkundige, tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice.

Wat is de definitie van pijn?
Pijn is een onplezierige, gevoelsmatige en emotionele beleving die wordt geassocieerd met een daadwerkelijke of dreigende beschadiging van weefsel. Deze definitie, al in 1979 geformuleerd door de International Association for the study of pain (IASP), maakt duidelijk dat pijn niet persé samengaat met weefselbeschadiging maar dat: “Pain is in the brain”.
Zo begon Arie Riem z’n lezing en hij vervolgde ermee dat een eerste ervaring veelal bepalend is voor de volgende ervaring: “The first cut is the deepest”. Pijn en angst zijn vaak aan elkaar gekoppeld en wanneer men pech heeft ontstaat er een spiraal waarbinnen de een de ander versterkt.

Strikt met indicatie
Narcose is bijzonder indrukwekkend, want door enkele milliliters van een narcoticum wordt het bewustzijn weggevaagd. Tot op heden is onduidelijk of het ook een neurotoxisch effect heeft op het brein. Met name bij de jongste kinderen moet men rekening houden met dit aspect. Het is belangrijk om altijd strikt te zijn met de indicatie. Volgens Riem dient gestreefd te worden naar een behandeling zonder narcose.

Alternatieven
Zaken die gedaan en overwogen moeten worden alvorens over te gaan tot een behandeling onder narcose zijn:

  • Diagnostiek bij voorkeur multidisciplinair. Laat patiënten angstvragenlijsten invullen.
  • EMDR Eye Movement Desensitization and Reprocessing

EMDR is een psychotherapeutische interventietechniek die veel wordt toegepast bij mensen met een posttraumatische stressstoornis. Er is veel wetenschappelijk bewijs dat therapie met EMDR voor traumabehandeling doeltreffend is. Er zijn in Nederland meer dan 2.200 therapeuten die de techniek leerden. Wanneer mensen door een specifiek voorval getraumatiseerd raakten is het belangrijk om eventuele behandeling met EMDR te bespreken.

  • NRS/VAS gebruik van een Numerieke Schaal of een Visueel Analoge Schaal voorkomt u dat u gaat denken voor uw patiënt. Interpreteer niet maar vraag aan uw patiënt hoe angstig of gespannen deze is: Vraag uw patiënt hoeveel pijn iets heeft gedaan op de schaal.

De Visueel Analoge Scorelijst met Smilies is met name bij kinderen tot ongeveer 7 jaar goed bruikbaar.

  • Behavioral management: gebruik gedragsbeïnvloedende technieken

Basisregels:

  • “Maak contact met het kind en onderhoud dat voortdurend”
  • “Beloon gewenst gedrag en negeer ongewenst gedrag”
  • “Zeg wat je doet en doe wat je zegt”
  • Afleiding
    Bijvoorbeeld: TV kijken, puzzelen, muziek luisteren,
  • Relaxatie: bewuste aandacht voor ademhaling is zeer effectief met name ook bij mensen met een verhoogde braakreflex. Laat door de neus in- en uitademen, diep tot in de “ballonbuik”.

  • Hypnose
  • Optimale locale anesthesie: overweeg computergestuurde en / of intra-ossale anesthesie
  • Medicamenteuze sedatie: per os met Midazolam / Dormicum of intravasaal met Propofol
  • Inhalatie sedatie met lachgas

Waar als tandheelkundige rekening mee te houden?
Indien een behandeling onder narcose toch niet uit de weg kan worden gegaan, hou dan rekening met:

–   U heeft een beperkte operatietijd van maximaal 2,5 uur: doe daarom zoveel mogelijk pre-operatief.
–   Onder narcose worden in principe geen endodontische behandelingen gedaan bij meerwortelige elementen.
–   Essentiële materialen moeten goed geregeld zijn:

  • RVS Kronen
  • Roestvrij stalen geprefabriceerde kronen gelden als de gouden standaard voor het restaureren van de tijdelijke dentitie vanwege de optimale doelmatigheid en voorspelbaarheid. Het niet gebruiken hiervan tijdens gebitssaneringen onder narcose bij jonge kinderen moet gezien worden als een kunstfout.
  • MTA
    Mineral Trioxide Aggregate heeft de tandheelkunde volgens Riem stukken leuker gemaakt omdat goede resulaten na gebruik van het materiaal erg voorspelbaar zijn. Een goed geïndiceerde en uitgevoerde MTA-pulpotomie heeft een succes van tussen de 90- en 100%. Het hoge slagingspercentage is te danken aan het feit dat vitaal pulpaweefsel na bedekking met MTA vitaal blijft.
  • Röntgen
    het kunnen maken en interpreteren van röntgenopnamen voor goede diagnostiek en eventueel ter controle van het welslagen van eigen werkzaamheden tijdens behandelingen onder algehele anesthesie is een vereiste.

Narcose
Na de lezing van Riem, vertelde Doeke Visser, anesthesie verpleegkundige en collega van Riem, wat er aan een narcose vooraf gaat en hoe het werkt.

Voorwaarden
Om veilig algehele anesthesie te geven, in een office based setting, moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan:

  1. Pre-operatief onderzoek. Hierin wordt een inschatting gemaakt van de algehele gezondheid van de patiënt. De volgende punten komen aan de orde: hart, longen, medicijngebruik, chronische ziektes, eerdere ingrepen onder algehele anesthesie, allergieën, mondopening (intubatie). Ook wordt in dit gesprek het grote belang van de pre-operatieve nuchterheid besproken. Nuchterheid sluit de kans uit op ernstige complicatie veroorzaakt door aspiratie van maaginhoud.
  2. Gebruik van hoogwaardige anesthesie apparatuur en medicatie, en alle medicatie/hulpmiddelen om anesthesiecomplicaties te couperen.

Verloop van de behandeling

  • Voor de ingreep vindt de Time-out procedure plaats waarin de naam, nuchterheid, en allergieën van de patiënt worden gecheckt door het gezamenlijke operatieteam.
  • Het kind wordt op schoot bij een van de ouders in slaap gebracht met een dampvormig anestheticum via een kapje. Als het patiëntje slaapt gaan de ouders met de behandelend tandarts naar een andere ruimte. De tandarts verneemt dan de laatste stand van zaken over de klachten in de mond en bespreekt wat ter tafel komt.
  • Er wordt door het anesthesieteam een infuus geprikt en de anesthesie wordt dan intraveneus voorgezet.
  • Er wordt een nasale tube met cuff en een keel tampon ingebracht. Wij adviseren het gebruik van “damestampons” (OB). De aanwezigheid daarvan in de keel is goed zichtbaar dankzij het uit de mond hangende draadje. Het draadje maakt verwijdering erg snel en gemakkelijk.Er bestaat veel discussie over het gebruik van de nasale tube versus het larynxmasker in de
    tandheelkunde. Wij geven de voorkeur aan de (nasale) tube omdat de vrijheid en bescherming van de luchtweg alleen dan 100% gegarandeerd kan worden hetgeen bij het larynxmasker nooit het geval kan zijn.
  • Tijdens de behandeling wordt gestart met post-operatieve analgetica in de vorm van perfalgan en een NSAID.Pre-emptive analgesia is het toedienen van pijnstillers voordat de pijn ontstaat en geeft zeer goede post operatieve resultaten.
  • Aan het eind van de behandeling wordt, voordat de patiënt wakker wordt, gecheckt of alle gebruikte gazen, wattenrollen en dergelijke verwijderd zijn. Daarna mag de patiënt wakker worden.
  • Op de recovery wordt de patiënt wakker in de armen van de ouder. Er wordt een recept voor pijnstillers meegeven met het advies de per-operatief gestarte pijnstilling thuis te continueren. Voor kinderen wordt paracetamol geadviseerd.
  • Als de patiënt een ijsje heeft gegeten – voor ons een check om te kijken of de slik reflex weer terug is – is het tijd voor de weg terug naar huis. Wij adviseren dit altijd met twee verzorgers te doen. Een persoon concentreert zich op het welzijn van de patiënt en de andere concentreert zich op de veiligheid in het verkeer.
  • De verzorgers krijgen het mobiele nummer van de behandelaar mee zodat zij altijd post- operatieve zorgen of problemen kunnen bespreken.
  • Daags na de ingreep of na het weekend worden de verzorgers nagebeld om te horen hoe het met de patiënt gaat en om de eerste afspraak voor evaluatie en nazorg te maken.

Arie Riem is tandarts sinds 1988 en zijn aandacht is altijd uitgegaan naar “bijzondere zorggroepen”. Hij werkte 14 jaar op de afdeling angstbegeleiding en gehandicaptenzorg van de Stichting Bijzondere Tandheelkunde te Amsterdam. Van 2002 tot 2010 was hij verbonden aan het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius ziekenhuis waar hij voor regio “Midden Nederland” de gebitsbehandelingen onder algehele anesthesie bij gezonde kinderen uitvoerde. Ruim 10 jaar was hij bestuurslid van de Vereniging van Justitietandartsen en tandarts van onder andere het Pieter Baan centrum. Vanaf 2003 is hij bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde. Sinds drie jaar voert hij samen met anesthesioloog Brans tandheelkundige narcosebehandelingen uit. Sinds oktober 2012 in de nieuwe kinderkliniek TandInZicht in de Bilt.

Doeke Visser is anesthesie verpleegkundige.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van Arie Riem en Doeke Visser tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Opinie, Pijn | Angst, Thema A-Z
diagnostiek bij pijn

Diagnostiek bij pijn

Bij pijn is de diagnose het allerbelangrijkste: het voorkomt overtreatment of een verkeerde behandeling. Waar moet u op letten bij de diagnosestelling? Verslag van de lezing van tandarts-endodontoloog Machteld Siers.

Pijn
Er zijn twee soorten pijn:

  1. Nociceptieve pijn: normale pijn die het meest bekend is, waarbij er een direct verband is tussen de stimulus en de respons.
  2. Neuropatische pijn: pathologische pijn, waarbij er een discrepantie is tussen de stimulus en de respons en er neurologische symptomen zijn.

Machteld Siers sprak tijdens het TP congres ‘Endo meets Resto’ over de nociceptieve pijn.

Diagnose
Het stellen van een diagnose van pijn bij een endodontische behandeling is het allerbelangrijkste. Het voorkomt overtreatment of zelfs een verkeerde behandeling. Voordat een diagnose is gesteld, kan geen behandeling plaatsvinden.

Onderdelen
Diagnostiek bestaat uit meerdere onderdelen:

1. Specifieke anamnese 
– Waar?
Locatie van de pijn
– Sinds wanneer?
Groot verschil tussen sinds korte of al langere tijd
– Wanneer?
Warm, koud, bij kauwen of aanraking
– Interval en frequentie van de pijn
– Is het element te hoog?
– Verandert de pijn?
Als de pijn na behandeling niet vermindert, kunt u zich afvragen of de goede diagnose is gesteld

2. Extra-oraal onderzoek
    – Zwelling
– Littekens
– Fistels
– Kaakgewricht

3. Intra-onderzoek
    – Slijmvliezen
– Mucosa
– Gingiva: sonderen is een zeer belangrijk onderdeel. Zijn er pockets?
– Conditie van de elementen: mobiliteit, restauraties, verkleuringen

Een luisterend oor en gezond verstand zijn daarnaast belangrijke aspecten van de diagnostiek. Vaak kan al een diagnose op basis hiervan gesteld worden en dient het onderzoek erna als bevestiging van deze diagnose. Zoek echter niet alleen naar bevestiging van wat je na het luisteren aanvankelijk denkt, maar ook naar het tegenovergestelde. Denk om de instinkers!

4. Testen
    – Percussie
– Koude en warmte
– Proefpreparatie
– Bijttest: ‘cracked tooth’, met behulp van een fract-finder
– Lokaal anesthesie

Alles gecombineerd resulteert dit in de diagnose.

Koude Warmte Percussie X-foto
Reversibel ++ +/-
Pijnlijk irreversibel +++ ++ +/-
Irreversibel met parodontitis apicalis +/- +/- + +/-
Parodontitis apicalis +++ +

De irreversibele pulpitis gecombineerd met parodontitis apicalis is een overgangsgebied, waarbij het element a-vitaal wordt, maar er nog lang niet altijd iets zichtbaar is op de röntgenfoto. Het element kan dan ook niet eenduidig op de testen reageren.
Bij de parodontitis apicalis is het belang van sonderen en vitaliteit testen groot. Er kan immers worden gedacht een gecombineerd paro-endo-probleem. Bij een puur parodontaal probleem is het element te allen tijde vitaal. Indien een element sensibel reageert: blijf eraf! Een endodontische behandeling heeft dan geen toegevoegde waarde.

Cervicale externe resorbtie
Een aparte diagnose, waarover nog veel te weinig bekend is. Zo weten we nog niet hoe het ontstaat en wat triggers zijn in het ontstaan hiervan. Er zijn nog geen causale verbanden gelegd. Dit maakt de diagnostiek ook lastig. Het wordt vaak pas te laat ontdekt en herkend, waardoor het betreffende element verloren is.

De pulpa blijft gezond, vitaal en normaal reversibel reageren. Het begint vaak diep, waardoor het intra-oraal niet te diagnosticeren is en röntgenfoto’s vereist zijn, maar ook hierop is het lastig zichtbaar. Het betreft een wolkerig beeld in tegenstelling tot cariës. Als het wel hoog zit, is het te herkennen aan een roze plek cervicaal op het element. Dit komt, omdat het bloed en granulatieachtig weefsel bevat. Hierbij onderscheidt het zich dus ook duidelijk van cariës.
Het is meestal solitair aanwezig, maar er is ook een casus bekend waarbij 12 elementen door resorbtie aangetast waren. Het maken van een status is slechts een momentopname, het komt immers bijna nooit tegelijk voor bij meerdere elementen.

CBCT
We zijn helaas vaak nog beperkt in onze diagnostiek. Op onze 2D-foto’s is lang niet altijd alles zichtbaar. CBCT kan hier uitkomt bieden, echter de straling is nog erg hoog bij deze techniek. Ook kan iets zichtbaar op de CBCT niet altijd één op één vertaald worden naar een diagnose door strooistraling. Per patiënt moet duidelijk aan de hand van het ALARA-principe bekeken worden of deze techniek een toegevoegde waarde kan hebben bij de diagnostiek.

Machteld Siers deed tandartsexamen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Haar werk als praktijkmedewerker in een algemene praktijk combineerde zij met een beroepsdifferentiatie tot tandarts-endodontoloog. In september 1999 heeft zij het examen tot tandarts-endodontoloog met succes afgelegd. Vanaf die tijd werkt zij als tandarts-docent, verbonden aan de vakgroep Preventieve en Curatieve Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier verzorgt zij zowel studentenonderwijs als PAO. Hiernaast voert zij sinds 1999 een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Amée Swart, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Machteld Siers tijdens het TP congres Endo meets Resto

 

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

12 tandartspraktijken met HKZ-certificaat

Er zijn nu 12 tandartspraktijken in Nederland die het HKZ-certificaat mogen voeren. Het laatste certificaat is in oktober uitgereikt aan tandartspraktijk Helpman In Groningen.

Samenwerkingsverbanden
Naast het feit dat het aantal HKZ-gecertificeerde tandartsenpraktijken toeneemt, stijgt ook het aantal certificaten Ketenkwaliteit-Multidisciplinaire Eerstelijnssamenwerkingsverbanden. Dit zijn de gezondheidscentra met meerdere zorgverleners die met elkaar samenwerken en dit ook contractueel vastgelegd hebben.

Wie heeft certificaat?
Met het ontwikkelen van het normenschema voor de ketenzorg stimuleert HKZ deze samenwerkingsverbanden waarbij de patiënt centraal staat. Er zijn ook gecertificeerde centra waarbij een tandartspraktijk deel uitmaakt van het samenwerkingsverband. Op de website van HKZ  kunt u zien welke monodisciplinaire tandartsenpraktijken gecertificeerd zijn en tevens de gezondheidscentra waar een tandartsenpraktijk deel uitmaakt van het ketenzorgaanbod.

Door:
Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

NVM weer aanwezig op de Nationale Gezondheidsbeurs

Net als vorige jaren is de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten weer aanwezig met een stand op de Nationale Gezondheidsbeurs. De Nationale Gezondheidsbeurs heeft al zes succesvolle edities achter de rug. Op 24, 25 en 26 januari opent de Jaarbeurs Utrecht wederom de deuren voor dit jaarlijkse gezonde dagje uit. De beurs voor iedereen die gezond wil zijn én blijven.

Bezoekers kunnen met al hun gezondheidsvragen terecht bij de verschillende stands, workshops of bij de speciaal ingerichte paviljoenen. Zij kunnen hun complete gezondheid testen en laten screenen.

Meer informatie


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Fausse route: tand hoeft niet altijd te worden getrokken

Fausse route: tand hoeft niet altijd te worden getrokken

Een fausse route bij een wortelkanaalbehandeling betekent niet altijd het einde van de tand, schrijft ZWP online.

Met de juiste vulling is de prognose van de tand gunstig, stelt een Duitse tandartsenvereniging. Hoe sneller er gedicht wordt, hoe groter de kans op een geslaagde wortelkanaalbehandeling. De tand hoeft dan niet getrokken te worden.

Vulling
Afhankelijk van de soort fausse route zijn verschillende oplossingen mogelijk. In de tandkroon kan met kunststof gevuld worden, voor de wortel is cement geschikt.

Voorkomen
Toch is het altijd beter om een fausse route te voorkomen. Dit kan door goede bestudering van röntgenbeelden en de juiste preparatie van het wortelkanaal. Ook beter zicht met een loepbril of operatiemicroscoop kan helpen.

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

CVZ wordt Zorginstituut Nederland

Het CVZ wordt vanaf 1 april 2014 Zorginstituut Nederland. Op dinsdag 10 december jl. heeft de Eerste Kamer ingestemd met het wetsvoorstel Wijziging Wet cliëntenrechten zorg. Deze wet formaliseert de situatie waarin een aantal bestaande taken en verantwoordelijkheden op het gebied van goede zorg efficiënter dan nu vorm gegeven kunnen worden. Daarmee wordt het makkelijker om te werken aan een permanente verbetering van de cliëntgerichtheid, kwaliteit, veiligheid en doelmatigheid van zorg. Het voorstel werd op 5 februari 2013 al aangenomen door de Tweede Kamer.

Bundeling van taken
Om zo efficiënt mogelijk te kunnen te werken, worden de taken op het gebied van kwaliteit van zorg gebundeld en ondergebracht in één, onafhankelijk van de minister opererende organisatie: Zorginstituut Nederland. Dit wordt geen extra instituut in de gezondheidszorg. Er is voor gekozen om aan te sluiten bij het CVZ, een bestaand zelfstandig bestuursorgaan dat nu al een groot deel van de beoogde taken van Zorginstituut Nederland uitvoert.

Nieuwe naam, deels nieuwe taken
Zorginstituut Nederland bouwt de twee nieuwe taken van het CVZ verder uit. Het Kwaliteitsinstituut stimuleert de permanente verbetering van kwaliteit van zorg. En Zorginstituut Innovatie Zorgberoepen & Opleidingen bevordert de vernieuwing en verbetering van beroepen en opleidingen in de zorg.

Daarnaast blijft Zorginstituut Nederland ook de bestaande taken van het CVZ uitvoeren. De advisering over het basispakket van verzekerde zorg vindt voortaan plaats onder de naam Zorginstituut Pakket. De uitvoering van de burgerregelingen in het kader van de Zorgverzekeringswet (voor bijvoorbeeld wanbetalers en onverzekerden) en van de risicoverevening gebeurt voortaan onder de naam Zorginstituut Verzekering.

Met de uitvoering van deze taken levert Zorginstituut Nederland een belangrijk aandeel in het op peil houden van de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de Nederlandse gezondheidszorg. We doen dit onder het motto “Van goede zorg verzekerd”.

Bron:
CVZ

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

High teeth: een feestje bij het uitvallen van de eerste tand

Het bijzondere moment van het uitvallen van de eerste tand vraagt om een feestje bedacht Judith van Wijk. Zij ontwikkelde  highteeth.nl, een website die allerlei ingrediënten geeft om dit tandenfeestje tot een succes te maken.

De start van het wisselen is een uitgelezen kans om kinderen te leren over het belang van goed poetsen en gezond eten. Op High Teeth vind je gratis downloads, uitnodigingskaarten, tandenpoetspakketjes, tandendoosjes, boeken en nog veel meer. Onder het kopje “ouders” vind je achtergrondinformatie en een draaiboek voor het tandenfeestje. 




 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Ruimte voor oprichting Kwaliteitsinstituut

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Wijziging Wet Cliëntenrechten zorg aangenomen. Hiermee is ruimte gekomen voor oprichting van het Kwaliteitsinstituut. Dit instituut wil patiënten beter informeren over de kwaliteit van de zorg en zorgverzekeraars meer op kwaliteit dan prijs laten inkopen.

Kwaliteitsbibliotheek
Het kwaliteitsinstituut gaat ervoor zorgen dat zorgverleners en zorgverzekeraars samen kwaliteitsstandaarden en meetinstrumenten opstellen, meldt de NMT. Voor standaardisatie van de meetinstrumenten en eenduidig taalgebruik is een kwaliteitsbibliotheek opgericht met richtlijnen en standaarden. Hiermee wil minister Schippers voorkomen dat zorgprofessionals meer administratieve lasten krijgen door oprichting van het Kwaliteitsinstituut.

Kamer Mondzorg
De Kamer Mondzorg van de NMT werkt al aan het gezamenlijk ontwikkelen van richtlijnen en het verbeteren van de kwaliteitsinformatie. Dit project wordt vervolgd met de oprichting van KiMo: een kennisinstituut voor de mondzorg.

Bron:
Eerste Kamer
NMT

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Tandartsangst zichtbaar als afwijkende hersenactiviteit

Zit tandartsangst tussen de oren? Volgens Japanse onderzoekers wel. Zij vonden dat de hersens van mensen met tandartsangst afwijkend reageren op het geluid van boren en afzuigen, schrijft Dentistry.

Hersenscan
De onderzoekers scanden de hersens van proefpersonen terwijl zij naar geluiden van boren en afzuigen luisterden. Mensen met angst voor de tandarts vertoonden activiteit in het hersengebied dat gebruikt wordt bij leren en onthouden. De groep proefpersonen zonder tandartsangst vertoonde een heel ander patroon. Vooral de hersendelen die te maken hebben met horen waren actief.

Behandelen
Naar schatting is ten minste 5 procent van de bevolking zo bang voor de tandarts dat ze nooit op controle komt. Door te kijken wat de hersenactiviteit van zeer angstige patiënten verandert, hopen onderzoekers deze mensen te helpen.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z

Goede voorlichting over behandeling vermindert klachten

Veel klachten van patiënten gaan over de resultaten van hun behandeling, blijkt uit een recent onderzoek. Goede voorlichting kan de verwachtingen bijstellen en ontevredenheid verminderen, schrijft Dentistry.

Onderzoek
Patiënten zijn het vaakst ontevreden over nieuwe kronen, vullingen, wortelkanaalbehandelingen, orthodontie en kapotte of slecht zittende kunstgebitten. Dat blijkt uit een onderzoek naar klachten die binnenkwamen bij de Britse Dental Defence Union (DDU) tijdens het eerste kwartaal van 2013.

Klachten
Slechts een klein deel van de klachten was veroorzaakt door een slecht uitgevoerde behandeling. Veel vaker had de patiënt verkeerde verwachtingen over de uitkomst van de behandeling. Bij een derde van de klachten was de patiënt ontevreden over het resultaat van de behandeling.

Andere vaak voorkomende klachten gingen over:

  • Incidenten tijdens de behandeling
  • Geen of te late diagnose
  • Slechte reactie na de behandeling
  • Communicatie
  • Kosten van de behandeling
  • Voorlichting

Voorkomen
Volgens de DDU kunnen veel klachten voorkomen worden door betere voorlichting.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Onderzoek

Regeneratieve endodontie redt tanden adolescenten

Met een nieuwe regeneratieve behandelmethode kunnen beschadigde onvolgroeide tanden worden behouden. Een wortelkanaalbehandeling is daardoor niet langer nodig, schrijft Dentistry.

Regeneratieve endodontie
Tijdens de nieuwe regeneratieve behandeling wordt eerst het wortelkanaal gedesinfecteerd. Vervolgens vult bloed uit een wond bij de wortelpunt het wortelkanaal. De bloedprop die daarna ontstaat, bevat bouwstoffen voor nieuwe tandpulpa. Hierdoor kan de beschadigde tand verder groeien en wordt de ruimte in het wortelkanaal verder opgevuld.

Kinderen van 7 tot 16 jaar kunnen met deze methode behandeld worden.

Sealen
Bij de gebruikelijk behandelmethoden wordt de onvolgroeide tand geseald. Het behoud van de beschadigde tand op lange termijn is daarbij echter onzeker. Ook blijft het tandbeen zwakker en kan de vorming van de laag 18 maanden in beslag nemen. De regeneratieve behandeling is daarentegen klaar na twee afspraken met een maand ertussen.

Onderzoek
Op dit moment wordt de nieuwe methode verder getest. Volgend jaar zijn de eerste resultaten bekend.

Bron
Dentistry

Lees meer over: Endodontie, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Welke medicijnen gebruikt uw patiënt?

Welke medicijnen gebruikt uw patiënt?

Naast informatie over de gezondheid, is het belangrijk te weten welke medicijnen uw patiënt gebruikt. Als uw patiënt bisfosfonaten gebruikt, waar moet u dan op letten? En wanneer schrijft u antibiotica voor?

Tijdens iedere anamnese in de tandheelkundige praktijk komt de medicatie aan bod. Naast informatie over de gezondheid van een patiënt is het belangrijk te weten welke medicijnen uw patiënt gebruikt. Alleen met deze informatie kan een behandeling starten. Het is ook van belang te weten of een behandeling niet gecontra-indiceerd is. Of dat juist medicatie gestaakt moet worden bij een noodzakelijke behandeling. Voor een adequate praktijkvoering is kennis over medicijnendaarom een absolute must.

Verslag van de lezing van kaakchirurg Leander Dubois tijdens de thema-avond ‘Patiënten en hun pillen’ georganiseerd door de NVT, NVMK en VMTI.

Bisfosfonaten
Er blijkt angst te heersen onder tandartsen over invasieve tandheelkundige behandelingen bij het gebruik van bisfosfonaten, een middel dat voornamelijk bij osteoporose – een aandoening waarbij botten steeds brozer worden – wordt voorgeschreven. Deze angst wordt voornamelijk veroorzaakt door een tekort aan informatie over de kans op osteonecrose. Ondanks de betrekkelijk lage incidentie, kunnen de gevolgen groot zijn. Osteonecrose na extractie bij een intraveneuze bisfosfonaatgebruiker is bekend in het literatuur en een mogelijk gevolg.

Bisfosfonaten zijn al sinds de 19e eeuw bekend als anticorrosiemiddel. In de 20ste eeuw was het een ingrediënt dat gebruikt werd in wasmiddelen en tandpasta. Nadat in 1980 het positieve effect ervan op osteolyse wordt ontdekt, is het nu de eerste keus voor behandeling van deze aandoening. De werking van bisfosfonaten berust op de remming van osteoclasten, waardoor deze stof ook gebruikt wordt bij botmetastasen (kwaadaardige tumoren in het skelet).

Werkingsmechanisme
Bisfosfonaten binden zich aan calcium in het bot en remmen hierdoor de afbraak van botten. De snelheid van afbraak en opbouw van aangetaste botten neemt af. Hierdoor vermindert de pijn en de kans op botbreuken. Bij kanker is de activiteit van osteoclasten verhoogd wat zorgt voor verzwakt bot met hypercalcemie als gevolg. Bisfosfonaattherapie maakt in dit geval de osteclast inactief. Bij osteoporose grijpen bisfosfonaten in tijdens de boneremodelingcycle.

Osteonecrose van het kaakbot
Helaas heeft ieder medicament zijn bijwerkingen en complicaties. Zo kunnen bisfosfonaten oorzaak zijn van osteonecrose van het kaakbot – de zogenaamde biofosfonaatgerelateerdeosteonecrose (Eng: BRONJ). De diagnose hiervan kan worden gesteld als voldaan wordt aan de volgende 3 criteria:

  • De patiënt wordt momenteel, of is al eerder, behandeld met bisfosfonaten
  • Er is sprake van necrotisch bot in de maxillofaciale regio gedurende meer dan 8 weken
  • De patiënt is nooit eerder bestraald geweest in het hoofd/halsgebied

Epidemiologie
Het risico op BRONJ ligt bij behandeling van maldigniteiten tussen de 1% en 28%. Bij osteoporose is dit 0,04 tot 0,34%. De toedieningswijze evenals de grootte van de stikstofgroep in de bisfosfonaten is hier cruciaal. Zo is de veneuze toediening vele malen geconcentreerder en neemt de kans op complicaties toe naarmate de stikstofgroep groter wordt. Daarnaast neemt het ziektebeeld bij ieder decade met 9% toe en is de incidentie in de onderkaak twee maal zo hoog als in de bovenkaak.

Risicofactoren
Bij de volgende risicofactoren verloopt de ziekte ernstiger:

  • Diabetes mellitus
  • Gebruik corticosteroïden
  • Roken
  • Chemotherapeutica

Symptomen
Voordat er blootliggend necrotisch kaakbot zichtbaar is, kan een patiënt die bisfosfonaten gebruikt zich al presenteren met klachten. De patiënt kan pijn hebben of klagen over paresthesie. Klinisch onderzoek kan een weke delen ulceratie, extra/intra-orale fistel, zwelling, pusvloed en/of mobiele gebitselementen aantonen. Maar ook röntgenologische laesies kunnen de aandoening ontmaskeren:

  • Alveolair botverlies of botresorptie
  • Sclerotische veranderingen trabeculair bot
  • Uitblijven van remodeling extractie alveolen
  • Verdikking of verwijden ligament Versmalling canalismandibulae

Stadia
BRONJ kent vier stadia, beginnend met stadium 0 en eindigend met 3 en gebaseerd op de klinische symptomen. Een infectie is enkel aanwezig in stadium 2 en 3.

Richtlijn
Gezien de ernst van de complicaties is er een richtlijn opgesteld waarop tandartsen en kaakchirurgen beroep kunnen doen. Enkel met goed geargumenteerde onderbouwing kan hiervan afgeweken worden.
De heer Dubois adviseert vóór het starten met bisfosfonaten een tandheelkundige evaluatie te plannen en indien nodig behandelingen uit te voeren. Bisfosfonaten dienen uitgesteld te worden totdat de mondgezondheid geoptimaliseerd is, in het bijzonder nadat de extractie-alveolen zijn geëpithelialiseerd.

Patiënten bij wie intraveneuze bisfosfonaten worden toegediend, wordt geadviseerd invasieve ingrepen aan het bot te vermijden. Het plaatsen van implantaten wordt afgeraden en niet te restaureren gebitselementen worden bij voorkeur gedecapiteerd en endodontisch behandeld.

Informeer patiënten die bisfosfonaat gebruiken over de kans op BRONJ. Indien bisfosfonaten minder dan 3 jaar worden ingenomen, zijn er geen beperkingen in het tandheelkundig handelen. Bij meer dan 3 jaar gebruik en indicatie voor dentoalveolair chirurgie wordt aangeraden te stoppen met gebruik van bisfosfonatenen te overleggen met de behandelend arts.

Herstart van de orale vorm vindt plaats na botgenezing. Indien er een symptoom van BRONJ wordt ontdekt,is doorverwijzing naar een MKA chirurg op zijn plaats. Het doel van behandeling bij patiënten met BRONJ berust voornamelijk op pijnverlichting en controle.

Antibiotica
Antibiotica wordt in de tandheelkunde relatief vaak voorgeschreven. Toch gaat de stelling ‘baat het niet, dan schaadt het niet’ hier absoluut niet op. Aan het onnodig voorschrijven van antibiotica kleven een aantal gevaren: hoge kosten, resistentie ontwikkeling van bacteriën en sensibilisatie van de patiënt voor het antibioticum.

Antibiotica kan in de tandheelkundige praktijk voorschreven worden om zowel profylactische als om therapeutische redenen, waarbij de belangrijkste indicatie endocarditis profylaxe is. Daarnaast wordt het gebruikt bij grote endoprotheses, na hoofd/hals bestraling, bij het aanbrengen van bot, bij implantaten en na langdurig gebruik van bisfosfonaten.

Endocarditis profylaxe
Endocarditis profylaxe zijn geïndiceerd bij:

  • Een eerder doorgemaakte endocarditis
  • Een hartklepprothese
  • Bij bepaalde aangeboren hartafwijkingen zoals cyanose en shunt
  • Gecorrigeerde hartafwijkingen met een prothese (eerste 6 maanden) en gecorrigeerde hartaandoeningen met een restafwijking.

Andere vormen van hartproblemen werden vroeger ook gezien als indicaties voor endocarditis profylaxe, zoals hartruis. Het indicatiegebied is tegenwoordig echter beperkt tot bovengenoemde aandoeningen. De profylaxe geldt bij bloedige diagnostische of therapeutische tandheelkundige ingrepen en bestaat uit 3 gram amoxicilline per os, één uur voor de behandeling. Clindamycine wordt voorgeschreven bij allergie of resistentie, 600 mg per os één uur voor de ingreep. Bij kinderen wordt gedoceerd naar het lichaamsgewicht.

Onder tandheelkundig bloedige ingrepen wordt verstaan:

  • Extractie of operatieve verwijdering van gebitselementen of wortelresten
  • Abcesincisie
  • Parochirurgie
  • Wortelkanaalbehandeling voorbij apicale constructie
  • Implantaten

Daarnaast wordt er ook antibiotica voorgeschreven bij patiënten met grote endoprotheses, zoals total hip en totalknee. Hier is echter geen evidencebased richtlijn voor.

Recept
Het standaard recept dat bij endocarditis profylaxe en plaatsing van implantaten geldt, is afwijkend van osteoradionecrose profylaxe, profylaxe bij bot of botsubstituut en profylaxe bij BRONJ. Bij alle drie laatstgenoemden wordt er 24 uur voor de ingreep gestart en wordt aangeraden de kuur geheel af te maken.

Therapeutisch gebruik
Er zijn weinig indicaties voor het therapeutisch voorschrijven van antibiotica. Enkel bij een dentogene ontsteking met een bijzondere gevaarlijke uitbreiding is antibiotica op zijn plaats. Bij parodontitis mag het enkel voorgeschreven worden bij een initiële behandeling, waarbij er na 3 maanden geen verbetering is opgetreden, met als voorwaarde een kweek voorafgaand aan de kuur. Een kweek wordt ook voorafgaand aan de antibiotische behandeling van osteomyelitis gedaan. Echter helpt deze bij behandeling van de acute vorm van osteomyelitis, bij de chronische vorm heeft het kans later opnieuw op te vlammen.

Leander Dubois is kaakchirurg. Hij studeerde tandheelkunde aan het ACTA en geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn opleiding MKA-chirurgie volgde hij in het AMC. Sinds 2010 is hij verbonden als MKA chirurg en chef de clinique aan de afdelingen Mondziekten, kaak- & aangezichtschirurgie van het AMC te Amsterdam en het Antonius ziekenhuis te Nieuwegein. Al vroeg werd zijn interesse gewekt door de aangezichtstraumatologie, met in het bijzonder de orbita.

Hij is actief betrokken in de richtlijn ontwikkeling en beleidsvoering binnen en buiten het ziekenhuis met betrekking tot aangezichtsletsel. Hij doet onderzoek binnen dit deelgebied en geeft hierover diverse voordrachten. Daarnaast heeft hij zitting in het schisisteam van het AMC. Buiten zijn klinische werkzaamheden is hij is onder andere bestuurlijk actief als bestuurslid van de Vereniging Medisch Tandheelkundige Interactie en van schisis en Noma team stichting Bridge the Gap.

Verslag door Fatimazarah Elbazi voor dental INFO van de thema avond Patiënten en hun Pillen georganiseerd door de NVT, NVMK en VMTI

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z