GGD Fryslân toont tandplak aan bij schoolkinderen met camera

GGD Fryslân is in maart gestart met de pilot ‘Zien is Poetsen’. Hiervoor geeft de GGD poetslessen op een aantal basisscholen in Sneek met behulp van een speciale camera; de zogeheten QLF-camera. De camera maakt (oude) tandplak zichtbaar en geeft een beeld van waar beter moet worden gepoetst. GGD Fryslân wil met de pilot onderzoeken of het effect van poetslessen met camera groter is dan poetsles zonder camera. Verwacht wordt dat dit effect groter is, doordat ouders en kinderen met behulp van beeld worden geconfronteerd met hun mondgezondheid.

Tandenpoetsles
Tijdens de poetsles maakt GGD Fryslân foto’s van het gebit van de kinderen. Op deze foto wordt zichtbaar waar tandplak zit en waar kinderen beter moeten poetsen. De GGD stuurt de foto’s met een bijbehorend advies naar de ouders van de leerlingen. Na ongeveer 6 tot 7 weken maakt de GGD opnieuw foto’s van de kindergebitten. Vervolgens wordt gekeken of de mondgezondheid is verbeterd.

Mondgezondheid
Met behulp van de pilot ‘Zien is Poetsen’ wil GGD Fryslân het belang van goed poetsen onderstrepen en kinderen motiveren om 2 keer per dag 2 minuten hun tanden te poetsen. Een goede mondgezondheid is van belang omdat tandbederf een negatieve invloed op de kwaliteit van leven heeft. Het kan leiden tot onder andere: pijn, infectie, problemen met eten, maag- en darmproblemen, verslechterde ontwikkeling van de spraak, een laag zelfbeeld en problemen in sociaal functioneren. GGD Fryslân geeft al jaren poetsles op scholen om ouders en kinderen te wijzen op het belang van een gezond gebit.

Samenwerken
GGD Fryslân voert de pilot uit in samenwerking met De Friesland Zorgverzekeraar en het Ivoren Kruis. De Friesland Zorgverzekeraar stelt de QLF-camera in de pilot beschikbaar. Met haar (financiële) bijdrage in dit onderzoek onderschrijft de zorgverzekeraar haar rol ten aanzien van de kwaliteit van leven door de problematiek van een slechte mondgezondheid serieus te nemen. Het Ivoren Kruis stelt lesmateriaal ter beschikking voor de poetslessen. Het Ivoren Kruis doet dit vanuit haar rol als initiator, producent en organisator van het landelijke onderwijsproject Hou je mond gezond!. Het behulp van dit project willen zij de mondgezondheid in Nederland bevorderen.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Opleiding Praktijkmanager | Edin

Deze opleiding is speciaal ontwikkeld voor praktijkmanagers die praktische kennis, inzicht en vaardigheden willen opdoen als de spil van de praktijk. Deze opleiding is een goede keuze voor praktijkmanagers die een opleiding op MBO-niveau hebben afgerond en minimaal één jaar werkzaam zijn in de praktijk. Cursisten die de opleiding ‘Assistent met managementtaken’ zijn direct toelaatbaar voor deze opleiding.

Lees meer over: Kennis, Scholing

Uitzending Klokhuis over orthodontie

Het kinderprogramma Klokhuis heeft een aflevering gewijd aan orthodontie. De uitzending is opgenomen bij ACTA.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Orthodontie, Thema A-Z

Veel mensen weten niet dat ze slaapapneu hebben

Driekwart van de mensen die slaapapneu hebben, is zich hiervan niet bewust terwijl zij wel met klachten rondlopen. Soms zijn ze zelfs onder behandeling voor hartklachten, hoge bloeddruk, depressie en diabetes. Dit blijkt uit onderzoek onder Philips medewerkers van de Universiteit Twente, de ApneuVereniging, Medisch Spectrum Twente en Philips.

Bevestiging onderdiagnose
Voor de ApneuVereniging vormen de uitkomsten een bevestiging van de grote onderdiagnose. Uit onderzoek dat de ApneuVereniging stelselmatig sinds 2004 houdt, komt naar voren dat het gemiddeld vijf tot acht jaar duurt voordat slaapapneu ontdekt wordt. Voor 37% van de patiënten duurde het zelfs langer dan 8 jaar. In die periode lopen mensen grote schade op; lichamelijk, maar daardoor ook op hun werk en in hun relatie. Schade die soms onherstelbaar is. Dit terwijl slaapapneu goed te behandelen is en mensen bij een tijdige diagnose en adequate behandeling 100% normaal kunnen blijven functioneren.

Werknemers
Volgens het onderzoek heeft 6,4% van de werknemers slaapapneu. De onderzoekers berekenen nu hoe ze deze cijfers kunnen vertalen naar de (werkende) bevolking in heel Nederland. Als deze cijfers worden doorgetrokken, dan zouden 473.000 werknemers slaapapneu hebben en als de cijfers vertaald worden naar alle Nederlanders boven de 40 jaar dan zouden er zelfs meer dan 750.000 patiënten zijn. Momenteel worden er slechts 80.000 mensen behandeld voor apneu, meldt de ApneuVereniging.

Bron:
ApneuVereniging

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Wetenschappers kweken tanden uit cellen van mens en muis

Onderzoekers van het King’s College London hebben een manier gevonden om biotanden te kweken vanuit menselijke cellen in combinatie met stamcellen van muizen. Dit schrijft het Journal of Dental Research.

De biotanden lijken op de nog niet volgroeide tanden van een embryo waaruit later de tanden groeien. De cellen die op elkaar worden gedrukt, worden getransplanteerd in de kaak en zo komt bij een volwassene een tand tot ontwikkeling. De biotanden zouden de plaats van implantaten kunnen gaan innemen.

Combinatie
Eerder onderzoek richtte zich op gebruik van embryonale primordia tandcellen die gemakkelijk onvolgroeide tanden kunnen vormen. Uit embryo’s kunnen echter niet voldoende cellen worden gehaald. Voor het kweken van biotanden zijn daarom volwassen celbronnen nodig die voldoende cellen kunnen aanmaken. De onderzoekers gebruikten bij het onderzoek epitheelcellen uit het tandvlees waarvan zij grote aantallen kweekten. Deze menselijke cellen combineerden zij met stamcellen van muizen die tanden vormen. Deze combinatie zorgde voor groei van de biotanden.

Volgende uitdaging
De eptiheelcellen van menselijk tandvlees kunnen ook buiten het lichaam reageren op de signalen van de embryonale tandstamcellen (mesenchyme). Mesenchyme cellen zorgen voor de groei van de tand en daarvoor voor de vorming van de tandkroon en wortel. “De volgende uitdaging is om een kweekmanier te vinden voor volwassen menselijke mesenchyme cellen die signalen geven om tanden te laten groeien. Nu kunnen alleen embryonale mesenchyme cellen dit doen,” zegt de onderzoeker Paul Sharpe.

Bronnen:
Journal of Dental Research
Guardian
Dentistry

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
At the phone

Slikproblemen en slechte mondgezondheid: risicofactoren voor aspiratiepneumonie

Claar van der Maarel-Wierink beschrijft in haar promotieonderzoek de rol van slikproblemen en een slechte mondgezondheid bij de ontwikkeling van aspiratiepneumonie (longontsteking door het inhaleren van materiaal uit de mond of maag), een ernstige en onder kwetsbare ouderen regelmatig voorkomende aandoening.

Associatie
De resultaten tonen aan dat slikproblemen in sterke mate en slechte mondgezondheid in minder sterke mate geassocieerd zijn met aspiratiepneumonie bij kwetsbare ouderen. De relatie tussen slikproblemen en aspiratiepneumonie blijkt sterker te zijn bij ouderen die zijn getroffen door een beroerte. Verbetering van de dagelijkse mondverzorging kan het risico op een aspiratiepneumonie verminderen.

In de Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen geeft 9 procent van de verpleeghuisbewoners zelf aan slikproblemen te hebben. In aanvullend onderzoek onderzochten logopedisten verpleeghuisbewoners, in de eerste week na opname, op de aanwezigheid van slikproblematiek; zij vonden zelfs bij 21 procent slikproblemen. Daarmee wordt slikproblematiek een zeer relevant probleem binnen deze doelgroep.

Claar van der Maarel-Wierink (Amsterdam, 1979) studeerde Tandheelkunde in Amsterdam. In 2004 specialiseerde ze zich tot tandarts-geriatrie in het UMC St Radboud. Ze verrichtte haar promotieonderzoek op de afdeling Orale Functieleer van het UMC St Radboud, binnen het onderzoeksinstituut Nijmegen Centre for Evidence Based Practice. Ze werkt binnen de groepspraktijk de Aemstelgroep Tandartsen te Amstelveen als ‘algemeen’ tandarts en tandarts-geriatrie. Ook verzorgt ze scholing en lezingen om haar kennis uit te dragen over tandheelkunde bij ouderen.

Promotie
Tijd
Donderdag 21 maart 2013, 10.30 uur

Locatie
Academiezaal Aula
Comeniuslaan 2
FaculteitFaculteit der Medische Wetenschappen

Promovendus
Mevrouw drs. C.D. van der Maarel – Wierink

Promotores
prof. dr. C. de Baat, prof. dr. J.M.G.A. Schols, prof. dr. J.N.O. Vanobbergen

Copromotores
dr. G.J. van der Putten

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Kennis, Onderzoek, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
Overgewicht risicofactor voor tandvleesaandoeningen

Overgewicht risicofactor voor tandvleesaandoeningen

Zwaarlijvigheid is een risicofactor voor de ontwikkeling van diabetes type 2, hartziekten en bepaalde vormen van kanker. Overgewicht kan ook een risicofactor zijn voor de ontwikkeling van tandvleesaandoeningen. Dit meldt General Dentistry, het klinische vakblad van de Academy of General Dentistry (AGD) in de januari-februari uitgave, schrijft ZWP-online.

De onderzoeker Dr. Charlene Krejci vermoed dat dit komt door een direct verband. Het lichaam van mensen met overgewicht maakt voortdurend cytokinen aan. Cytokinen hebben een directe invloed op het tandvlees en verminderen de doorbloeding waardoor de ontwikkeling van tandvleesaandoeningen gestimuleerd wordt. Chronische infecties produceren weer cytokinen waardoor de hoeveelheid hiervan in bloedbaan toeneemt en zo een kettingreactie van ziekten in het gehele lichaam geeft.

Bron:
ZWP-online, EurekAlert!

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

De geïmpacteerde, klachtenvrije derde molaar in de onderkaak, klinische praktijkrichtlijn

Inhoud
De derde molaar in de onderkaak breekt, onder normale omstandigheden, op 17 à 21-jarige leeftijd door. Bij doorbraak zijn de wortels van deze gebitselementen tot op een lengte van een-tweede tot een-derde van de uiteindelijke wortellengte afgevormd.

Er zijn echter nogal wat oorzaken waardoor de derde molaren in de onderkaak niet of niet volledig tot op occlusaal niveau doorbreken, maar waarbij de wortels, te beoordelen op een röntgenfoto, geheel zijn afgevormd. In de klinische tandheelkunde wordt dan gesproken van impactie of retentie. Hoewel in de literatuur verschillen tussen de termen ‘impactie’ en ‘retentie’ beschreven zijn worden zij in deze richtlijn als synoniemen beschouwd.

Geïmpacteerde derde molaren in de onderkaak kunnen bij de periodieke gebitscontrole van (jonge) volwassenen klachtenvrij worden aangetroffen. Om te voorkomen dat een geïmpacteerde, klachtenvrije derde ondermolaar alsnog klachten gaat veroorzaken kunnen deze preventief worden verwijderd. Het verwijderen van derde molaren verloopt niet altijd zonder nabezwaren. Nadelen zoals de mogelijkheid van angstbeleving en de kansen op pijn tijdens de behandeling, napijn, alveolitis, beschadiging van zenuw- en bloedvatweefsel en beschadiging van een belendende tweede molaar of het daarbij behorende parodontium kunnen optreden. De voordelen van een preventieve verwijdering moeten tegen de nadelen van de verwijdering worden afgewogen. De genezing blijkt na verwijdering van een derde molaar in de onderkaak beter te verlopen bij de patiëntengroep tot een leeftijd van 25-30 jaar

. In deze richtlijn wordt voor de adviezen derhalve onderscheid gemaakt tussen twee patiëntengroepen: een eerste groep met een leeftijd jonger dan 25-30 jaar, en een tweede groep ouder dan 25-30 jaar.


Download brochure umc-st-radboud-kpr-m3.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Taakdelegatie in de mondzorg: wie mag wat doen?

Taakdelegatie in de mondzorg wordt door veel tandartsen als lastig ervaren. Tijmen Hiep, tandarts en jurist gezondheidsrecht, heeft er uitgebreid onderzoek naar verricht en geeft een toelichting.

Verslag van de lezing van Tijmen Hiep gegevens tijdens het ANT congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk.

De Wet op Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (Wet BIG) heeft vastgelegd op welke manier personen tot handelingen op het gebied van de individuele gezondheidszorg bevoegd zijn. De kwaliteit van de zorg wordt bewaakt door algemene regels over de kwaliteit van alle zorgverleners en aparte regelingen voor bepaalde risicovolle handelingen, de zogenaamde voorbehouden handelingen.

Voorbehouden handelingen
Bepaalde handelingen zijn door de wetgever aangewezen als voorbehouden handeling omdat deze veel gevaar voor de patiënt zouden opleveren als deze door een ongekwalificeerd persoon zouden worden uitgevoerd. Dit wil niet zeggen dat niet-voorbehouden handelingen niet pertinent ongevaarlijk zijn. Ook bij niet-voorbehouden handelingen is bekwaamheid vereist. Tandheelkundige voorbehouden handelingen zijn:

  • het uitvoeren van ‘heelkundige handelingen’
  • het geven van injecties
  • het onder narcose brengen
  • het maken van röntgenopname
  • het voorschrijven van UR-medicatie

Een heelkundige handeling is een handeling op het gebied van de geneeskunst, waarbij de samenhang van weefselen wordt verstoord, die zich niet direct herstellen.

Zelfstandig bevoegd
Er is een zware beroepenregeling op grond van artikel 3 Wet BIG, waarbij een beschermde beroepstitel geldt, er een beroep gedaan kan worden op het publieke tuchtrecht en de hulpverlener onder het publieke tuchtrecht valt. Het betreft zelfstandig bevoegd hulpverleners, die geheel zelfstandig indicatie voor voorbehouden handelingen kunnen stellen en, mits zij bekwaam zijn, deze handelingen ook geheel zelfstandig kunnen uitvoeren. De tandarts en de kaakchirurg zijn zelfstandig bevoegd.

Functioneel zelfstandig bevoegd
Er is ook een lichte beroepenregeling op grond van artikel 34 Wet BIG, waarbij een beschermde opleidingstitel geldt. Deze functioneel zelfstandige hulpverlener mag specifiek voorbehouden handelingen op basis van opdrachtverstrekking geheel zelfstandig uitvoeren. Er mogen geen indicaties voor voorbehouden handelingen gegeven worden, dit is voorbehouden aan de zelfstandig bevoegde hulpverlener. Deze groep valt niet onder het publiek tuchtrecht. De mondhygiënist is functioneel zelfstandig bevoegd en heeft zelfstandige uitvoeringsbevoegdheid voor bijvoorbeeld lokaalanesthesie.

Niet zelfstandig bevoegd
Alle hulpverleners die niet zelfstandig bevoegd of functioneel zelfstandig bevoegd zijn. Zij zijn niet bevoegd tot het stellen van indicatie voor voorbehouden handelingen en niet bevoegd tot het zelfstandig uitvoeren van deze voorbehouden handelingen. De tandartsassistente, preventie-assistente en de student tandheelkunde zijn niet-zelfstandig bevoegd.

Voorwaarden taakdelegatie
De Wet BIG staat toe dat voorbehouden handelingen worden uitgevoerd door niet-zelfstandig bevoegden, mits voldaan is aan de gestelde voorwaarden. De zelfstandig bevoegde hulpverlener is dan de opdrachtgever en de niet-zelfstandig bevoegde hulpverlener is de opdrachtnemer. Voor deze taakdelegatie gelden de volgende voorwaarden:

  • Vereiste van opdracht: Er is mondeling of schriftelijk opdracht gegeven door een zelfstandig bevoegde hulpverlener die indicatie heeft gesteld en ook deskundig is om indicatie te stellen. Een schriftelijke opdracht heeft de voorkeur, omdat dit te bewijzen is. De opdrachtnemer moet binnen de grenzen van de opdracht blijven.
  • Vereiste van aanwijzing: Er worden aanwijzingen gegeven voor de wijze waarop de handeling moet worden uitgevoerd. Ook worden er algemene aandachtspunten voor observatie na handeling en instructies voor handelen bij bepaalde verschijnselen gegeven. Algemene aanwijzingen en instructies vastleggen in een protocol is toegestaan, indien deze up to date gehouden wordt en er evaluatie plaatsvindt. De noodzaak van en het moment dat een aanwijzing gegeven moet worden, is afhankelijk van de aard van de handeling en de complexiteit van de situatie.
  • Vereiste van toezicht en tussenkomst: De fysieke aanwezigheid in het pand is verplicht. Daarnaast is het toezicht afhankelijk van de ervaring van de opdrachtnemer. Tussenkomst moet gepleegd worden als ingrijpen redelijkerwijs noodzakelijk is of wanneer de professionele standaard of een spoedeisende situatie dit vereist.
  • Vereiste van bekwaamheid: Bekwaamheid kan blijken uit gerichte scholing en praktijkervaring en is afhankelijk van de concrete werksituatie en de frequentie van uitvoering. Bekwaamheid betekent naast het technisch juist uitvoeren van een handeling ook de kennis hebben over het doel, de gevolgen en de mogelijke complicaties. De bekwaamheid van een opdrachtnemer dient gecontroleerd te worden door de opdrachtgever, maar de opdrachtnemer moet zichzelf ook bekwaam achten. Diploma’s of certificaten moeten geverifieerd worden of moeten bij een interne opleiding door derden uit het opleidingscircuit getoetst worden.

Taakdelegatie is niet niks, er komt veel bij kijken. De conclusie is dan ook: als u het doet, doet u het dan goed. Handel altijd in het belang van de patiënt!

Tijmen Hiep is tandarts-algemeen practicus sinds 2007 en sinds 2011 jurist op het gebied van het gezondheidsrecht waarbij zijn afstudeerscriptie in het teken stond van taakdelegatie en voorbehouden handelingen in de tandheelkunde. Daarnaast is er een publicatie van zijn hand over dit onderwerp verschenen in het boek ‘Het tandheelkundig jaar 2013’ waarin een vergelijking van de wetgeving over deze onderwerpen tussen Nederland en België is gemaakt. Bekijk dit artikel via de LinkedIN pagina van Tijmen Hiep.

Verslag door Vera Markus voor dental INFO van het ANT-congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk.



Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z

Richtlijn Orale Mucositis bij Patiënten met Kanker

Deze doelstelling sluit aan bij project van het Landelijk Expertisecentrum voor Verpleging & Verzorging (LEVV), UMC St. Radboud, het Nivel de Vereniging van Integrale Kankercentra (VIKC) dat als doel heeft een landelijke evidence based richtlijn te ontwikkelen om de kwaliteit van de verpleegkundige zorg aan
patiënten met kanker te verhogen.

De richtlijn beschrijft de zorgverlening door verpleegkundigen aan patiënten die worden behandeld met chemotherapie of radiotherapie in het hoofd-halsgebied. Orale mucositis komt erg veel voor bij deze patiënten en vermindert de kwaliteit van leven aanzienlijk. Het leidt tot vertraging van de behandeling en het vergroot de kans op infecties. Verpleegkundigen spelen een belangrijke rol bij het scoren van orale mucositis en het geven van voorlichting aan de patiënt. Samenwerking met andere disciplines, zoals tandheelkundig professionals en radiotherapeuten is van groot belang voor adequaat management van orale mucositis.


Download brochure richtlijnoralemucositisnov2007.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Praktijkrichtlijn Second Opinion

In deze praktijkrichtlijn wordt ingegaan op de definitie en de doelstelling van een second opinion en de hierbij te volgen werkwijze. Nadrukkelijk komen de posities van zowel de aanvrager (patiënt of collega-tandarts) als de second opiniongever aan de orde. Aangezien second opinion niet is bedoeld als middel om een klacht te uiten wordt in deze praktijkrichtlijn geen aandacht besteed aan het geven van een oordeel over een reeds uitgevoerde behandeling, noch aan eventuele bemiddeling tussen eerste meninggever en de patiënt door de second opiniongever.


Download brochure praktijkrichtlijn-second-opinion-2004.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Praktijkrichtlijn Tandletsel

Bij verdenking op cerebrale schade of ander letsel dat medisch ingrijpen nodig maakt, wordt de tandheelkundige behandeling tot een minimum beperkt en wordt voor een adequate verwijzing zorggedragen. Bij een acute bloeding of urgente replantatie is een snel tandheelkundig ingrijpen noodzakelijk. In dat geval kan de tandarts in eerste instantie de anamnese tot het hoogstnoodzakelijke beperken. Na behandeling kan een verdere anamnese worden afgenomen.


Download brochure nmt-201010-prl-tandletsel.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Richtlijn voor de (na)zorg bij patiënten met implantaten

Doordat er tegenwoordig meer implantaten geplaatst worden, zal de vraag naar de zorg op dit gebied ook groter worden. De mondhygiënist komt zeker in aanraking met patiënten die al implantaten hebben, implantaten gaan krijgen of hierover informatie wensen. Ook zal de mondhygiënist een belangrijkere rol gaan spelen in de nazorg van implantaatpatiënten.

Als een implantaat met de daarop volgende prothetische voorziening geplaatst is, is het belangrijk dat er een strikt controleregime wordt ingesteld(Balshi,1986; Friedman,1991). De patiënt zal periodiek terug moeten komen voor controle van de peri-implantaire weefsels en van de suprastructuur. Er is echter geen eenduidigheid met betrekking tot de frequentie van deze controle en wat er precies gedaan moet worden tijdens zo’n controle. Ook voor het geven van de mondhygiëne instructie bij implantaatpatiënten is geen duidelijke richtlijn.

In de literatuur is weinig informatie bekend over het voorkomen van periimplantitis. In een systematische review over complicaties bij implantaten, in studies van minstens 5 jaar, varieerde het voorkomen van peri-implantitis van 0% tot 14,4% (Berglundh et al.,2002). Het is heel goed mogelijk dat het voorkomen ervan is gerelateerd aan het aantal jaren dat een implantaat aanwezig is in de mond. Ook is er recent bewijs dat het voorkomen van peri-implantitis hoger kan zijn bij patiënten waarbij implantaten geplaatst zijn ter vervanging van elementen die door chronische parodontitis verloren zijn gegaan(Karoussis et al.,2003).

Daarom is het belangrijk dat er regelmatig controles worden uitgevoerd en dat de instructie voor de patiënt waar nodig wordt aangescherpt. Met deze achtergrond is er behoefte aan een richtlijn betreffende de nazorg van implantaten. Binnen de opleiding mondzorgkunde is hiervoor geen richtlijn beschikbaar.


Download brochure inf-richtlijnontwikkeling.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Preventie bacteriële endocarditis

Endocarditis-profylaxe is een incidentele preventieve maatregel die wordt genomen bij patiënten die als gevolg van een aangeboren of verworven afwijking van het hart een verhoogde kans op endocarditis hebben na een diagnostische of therapeutische ingreep waarbij een bacteriëmie kan ontstaan. Het risico op endocarditis hangt af van de cardiale afwijking, de aard van de ingreep en het micro-organisme dat daarmee samenhangend in de circulatie komt. De profylaxe moet zoveel mogelijk zijn gericht op het micro-organisme dat naar verwachting in de bloedbaan zal komen. Het doel van dit advies is u te informeren over het soort patiënten dat een verhoogd risico op endocarditis heeft, over ingrepen waarbij profylaxe is geïndiceerd en de antibiotica die daarbij worden geadviseerd.


Download brochure rp54-web-2.pdf
Lees meer over: Adviezen, Kennis

Richtlijn Mondholte- en Orofarynxcarcinoom

Carcinomen van de mondholte en orofarynx worden in Nederland relatief weinig gediagnosticeerd:
gemiddeld bij 800 patiënten per jaar. In de afgelopen tien jaar is een jaarlijkse stijging van het aantal patiënten van ongeveer 4% waargenomen. Ondanks voorlichting over vroegtijdige ontdekking, worden carcinomen van mondholte en orofarynx in het merendeel van de gevallen pas in een laat stadium behandeld.

De zorg voor patiënten met deze tumoren is in voortdurende ontwikkeling. Op initiatief van de Nederlandse Werkgroep Hoofd-Hals Tumoren (NWHHT) is in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO een richtlijn ontwikkeld voor de diagnostiek, behandeling, nazorg en follow-up van patiënten met een mondholte- of orofarynxcarcinoom. In deze multidisciplinaire, ‘evidence-based’ richtlijn is tevens rekening gehouden met aspecten van kosteneffectiviteit en zijn indicatoren vastgesteld die het mogelijk maken de mate van implementatie van de richtlijn te meten. De ontwikkeling van de richtlijn is mede
gesteund door het programma ‘Ontwikkelen en implementeren van medisch specialistische richtlijnen’ van de Orde van Medisch Specialisten.


Download brochure rlmondholte2004.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Diagnostiek en behandeling van het obstructieveslaapapneusyndroom bij volwassenen

Het obstructieveslaapapneusyndroom (OSAS) wordt gekenmerkt door een herhaald optreden van episoden van hogere luchtwegobstructie tijdens de slaap, gewoonlijk geassocieerd met zuurstofsaturatiedaling in het bloed. Tijdens de slaap collabeert de absoluut of relatief te nauwe en/of te slappe farynx waardoor onderbreking van de luchtstroom (apneu) optreedt. Hervatting van de ademhaling is pas weer mogelijk na een ontwaakreactie (arousal) en daarbij optredend herstel van de luchtwegdoorgankelijkheid. Slaapapneu gaat doorgaans gepaard met heftig snurken en forse bewegingsonrust. De prevalentie van OSAS in Nederland bedraagt ca 40.000 mannen en ca 10.000 vrouwen.

De gevolgen van OSAS zijn met name hypersomnolentie overdag en afname van mentale vermogens leidend tot problemen met betrekking tot beroepsuitoefening en sociale participatie, verminderde kwaliteit van leven, vergrote kans op ongevallen en hinder voor de partner. Daarnaast is OSAS een risicofactor voor hypertensie en cardiovasculaire morbiditeit en mortaliteit.

Door goede en tijdige diagnostiek en adequate behandeling van OSAS kan er een aanzienlijke gezondheidswinst geboekt worden. OSAS betreft veelal mannen, in de tweede helft van de beroepsleeftijd, wat neerkomt op een categorie van de bevolking met gemiddeld de grootste bijdrage aan het BNP. Goede behandeling zal leiden tot minder uitval van deelname aan het arbeidsproces, verminderde zorgvraag door comorbiditeit en verminderd risico op verkeersongevallen.
Sinds de totstandkoming van de huidige consensusrichtlijn ‘Diagnostiek en behandeling van obstructief slaapapneusyndroom bij volwassenen’ uit 2001 is er veel veranderd op het gebied van diagnostiek en behandeling van OSAS.

In 2004 heeft TNO Preventie en Gezondheid in samenwerking met het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO een evaluatie uitgevoerd van het gebruik van CPAP-apparatuur in de thuissituatie.

Daarnaast heeft de Apneu Vereniging in 2005 een enquête uitgezet onder haar leden, waarin gevraagd werd naar processen rond diagnostiek en behandeling. Uit de evaluatie en de enquête kwamen de volgende knelpunten naar voren:

  • Diagnostiek in eerste en tweede lijn (onderdiagnostiek, tijdige diagnostiek, welke diagnostiek).
  • In de richtlijn uit 2001 wordt slechts in beperkte mate aandacht besteed aan de organisatie van zorg. De behandeling OSAS gebeurt soms mono- en soms multidisciplinair en er ontbreken duidelijke afspraken over taken en verantwoordelijkheden tussen de verschillende disciplines, wat leidt tot slechte onderlinge afstemming.
  • Omdat de noodzaak, frequentie en duur van de follow-up onduidelijk is, is de follow-up van OSAS vaak onvoldoende.
  • Indicatiestelling CPAP in relatie tot alternatieve behandelwijzen.

Bovengenoemde overwegingen waren voor de Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose aanleiding een multidisciplinaire, ‘evidence-based’ richtlijn te ontwikkelen voor diagnostiek en behandeling van het obstructieveslaapapneusyndroom bij volwassenen. Het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO verleende hierbij methodologische expertise.


Download brochure richtlijn-osas-definitief-09-02-2009.pdf
Lees meer over: Kennis

Help jongeren bij stoppen met roken

Jongeren hebben meer informatie nodig over de voordelen van het stoppen met roken. Drie van de vijf jongeren (60%) tussen de 18-29 jaar neemt geen initiatief om te stoppen. Slechts één op de vier (25%) onderneemt wel een poging hiertoe en maar 14% lukt het om meer dan 30 dagen niet te roken. Dit blijkt uit onderzoek van the American Journal of Public Health, meldt Dentistry.

Een groot percentage van de mensen die roken, krijgt vroeg of laat een tabaksgerelateerde ziekte en mondkanker is een van de vormen hiervan. De Britse Dental Health Foundation roept mondzorgprofessionals op om jong volwassenen te wijzen op de gevaren van roken. “Veel mensen weten dat roken aanslag op de tanden kan geven, maar velen weten niet dat roken kan leiden tot tandvleesontsteking, verlies van tanden en zelfs mondkanker”, zegt Dr Carter, voorzitter van de Britse Health Foundation.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Close-up of model teeth

Onze voorouders hadden beter gebit

Nieuw onderzoek laat zien dat onze voorouders een beter gebit hadden dan wij. Het aantal verschillende mondbacteriën is sterk verminderd waardoor onze mond vaker met ziektes te maken heeft, schrijft Scientias.

Onderzoek
Onderzoekers van de universiteit van Adelaide in Australië onderzochten bacteriën op tanden van mensen die vandaag leven, in de prehistorie leefden, tijdens de Bronstijd en in de Middeleeuwen. Hiervoor bekeken zij het DNA in verkalkte bacteriën op de tanden van menselijke resten die wel tot 7500 jaar oud waren.

Minder divers
Zij constateerden dat de mondbacteriën flink veranderden toen de mensen zich richtten op de landbouw en de periode van jagers en verzamelaars eindigde. Na de industriële revolutie veranderden de bacteriën in de mond weer. Orale bacteriën in moderne mensen zijn opvallend minder divers dan in historische populaties en we denken dat dit bijdraagt aan chronische orale en andere ziekten in het leven van mensen die na de Industriële revolutie zijn geboren, schrijft de website.

Het volledige onderzoek kunt u lezen in het blad Nature Genetics.

Bron:
Scientias

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Tandartsbusje uit Westland naar Afrika

Zes auto’s met Westlandse vrijwilligers vertrokken op 16 februari naar Gambia met materialen voor het starten van een tandartspraktijk. Eén van de auto’s is omgebouwd tot tandartspraktijk die in Gambia zal worden bemand door een Nederlandse tandarts. De tandarts gaat gebitsbehandelingen doen en zal poetslessen aan kinderen en hun ouders geven. Ook zal de tandarts Gambiaanse studenten tandheelkunde les geven zodat zij hun landgenoten kunnen helpen.

De mondzorg in Gambia is slecht georganiseerd. ‘Er is misschien één tandarts voor een gebied zo groot als Zuid-Holland’, zegt de Westlandse tandarts Arjan Starrenburg, één van de deelnemers aan de actie. ‘Dus de kennis over goede tandzorg is er belabberd. Wanneer kinderen kiespijn hebben krijgen ze bij wijze van spreken een snoepje.’

Het project is een initiatief van Stichting Westland4Gambia, die regelmatig projecten organiseert om de Gambiaanse bevolking te helpen.

Bron:
Omroep West

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

NMT vraagt commentaar op herziene Richtlijn Tandheelkundige Radiologie

De herziene richtlijn geeft aanbevelingen over het gebruik van röntgenstraling voor het afbeelden van structuren in het hoofd-halsgebied en het interpreteren van deze beelden voor een tandheelkundige klinische vraagstelling. De NMT nodigt mondzorgprofessionals uit commentaar op deze herziene versie te geven.

Bekijk de herziene richtlijn

Geef uw commentaar online door aan de NMT

In deze herziene richtlijn is aandacht besteed aan de thema’s bevoegdheid, deskundigheidseisen en opdracht geven voor het maken van röntgenopnamen aan andere zorgverleners. Gezien de veranderingen in de beschikbaarheid van apparatuur is er een ConeBeam-paragraaf toegevoegd. Om de goede werking van de röntgenapparatuur te borgen wordt er in de richtlijn tevens ingegaan op het technisch onderhoud aan röntgen- (en gerelateerde) apparatuur en de keuring van röntgenapparatuur.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit