Spoelmiddel chloorhexidine ook werkzaam na tandenpoetsen

Op vrijdag 18 januari 2013 verdedigt Daniëlle Van Strydonck haar proefschrift: Chlorhexidine and the control of plaque and gingivitis.

Indien een chloorhexidine mondspoelmiddel wordt gebruikt na het tandenpoetsen met een SLS-houdende tandpasta is de werking van chloorhexidine niet minder. De mate waarin de vorming van tandplaque werd geremd bleek niet afgenomen onder normale gebruiksomstandigheden. Dit blijkt uit het onderzoek van Danielle van Strydonck schrijft de UvA persvoorlichting.

Reductie
Verder bleek er geen significant verschil in effectiviteit te zijn tussen een chloorhexidine spoelmiddel op waterbasis of op alcoholbasis. Uit een wetenschappelijke literatuuronderzoek bleek dat van chloorhexidine als aanvulling op dagelijkse mondverzorging een 33% reductie van de tandplaque en een 26% reductie van de mate van tandvleesontsteking verwacht mag worden.

Uitkomst
Als tandenpoetsen een probleem is bijvoorbeeld na een operatie in de mond of een trauma, biedt een chloorhexidine bevattende spoeldrank uitkomst. Ook voor ontstoken tandvlees is een chloorhexidine mondspoelmiddel heel effectief als aanvulling op dagelijkse mondhygiene. Veel tandpasta’s bevatten een oppervlakteactief reinigingsmiddel genaamd natrium laurylsulfaat (SLS) dat mede verantwoordelijk is voor het schuimende effect. Laboratoriumonderzoek heeft laten zien dat dit schuimmiddel een negatief effect heeft op de werking van chloorhexidine.

Locatie en tijd
UvA, Aula, Singel 411, Amsterdam
18 januari, 11.00 uur

Prof. dr. U. van der Velden (Parodontologie ACTA) is de promotor. Prof. dr. G.A. van der Weijden (Parodontologie ACTA) is de co-promotor.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Gat in het kaakbot: atraumatisch extraheren en socket preserveren

Speciale instrumenten en technieken helpen bij het atraumtisch verwijderen van gebitselementen. Toch ontstaat er vaak een vormverandering van de processusalveolaris. Het opvullen met botsubstituut zou uitkomst kunnen bieden.

Verslag van de lezing van tandarts, implantoloog Ronnie Goené en specialist in mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Jacques Baart tijdens het NVT-congres Het Gat.

Atraumatisch
Waren we in het verleden gewend stevig de tang te zetten op een gebitselement dat moest worden geëxtraheerd, tegenwoordig doen we dat anders, met een beter voorspelbaar eindresultaat. De reden is dat in het vervolgtraject na de extractie soms een implantaat geplaatst moet worden. Komt er onverwacht een buccale botwand mee dan hebben we een botsubstituut nodig.

Bundle Bone
Maar ook zonder afbreken van de buccale botrand krimpt de deze botwand vaak extra. Dit komt door het verdwijnen van het zogenaamde ‘bundle bone’. Bundle bone is de binnenbekleding van een extractie alveole waarin de vezels van het pardontale ligament insereren. Samen met het wortelcement en het parodonale ligament vormt het bundlebone een functionele eenheid.

Inschatting
Bij het streven naar een a-traumatische extractie speelt de inschatting of deze tand of kies zonder problemen kan worden geëxtraheerd, een belangrijke rol. Als de kroon tijdens de extractie afbrokkelt moeten de wortelresten chirurgisch worden verwijderd. Het is mogelijk deze intra-alveolair te verwijderen. Dat wil zeggen dat de verwijdering mogelijk is zonder bot te verwijderen en ook zonder het mucoperiost af te schuiven. Daartoe wordt na verdoving de kroon met een fissuurboor verwijderd van de wortels. Daarna wordt weer met een fissuurboor een groeve gemaakt om in de bovenkaak palatinaal van buccaal en in de onderkaak mesiaal van distaal te scheiden. Met een rechte hevel worden nu de wortels gesplitst en stuk voor stuk verwijderd. In de bovenkaak eerst de palatinale wortel, dan worden de mesiale en distale wortel van elkaar gesplitst. Daarna kunnen de disto-buccale wortel en tot slot de mesio-buccale wortel atraumatisch worden verwijderd. In de onderkaak wordt eerst de distale wortel verwijderd en vervolgens vanuit mesiaal de mesiale wortel.

Alveole opvullen
Systematische analyse van de literatuur schetst het beeld dat in die situaties waarin na een extractie geen preserverende maatregelen werden genomen, de noodzaak van botaugmentatie op het moment van implanteren met een factor 10 toeneemt. De tandarts kan bij een extractie ook zelf de alveole opvullen. Bijvoorbeeld met een blokje Bio Oss CollagenR dat wordt bevochtigd met fysiologisch zout. Vervolgens kan het blokje in kleine stukjes worden geknipt en in de alveole worden gebracht.

Gebruik van botsubstituut
De hele alveole, als deze later voor een implantaat gebruikt wordt, kan worden uitgevuld met een botsubstituut. Daarna wordt dit afgewerkt met een kruishechting of met een lapje mucosa of met een membraan en wordt het geheel verstevigd met een kruishechting. De alveole heeft 90 dagen nodig voor herstel.

Er is een wetenschappelijk onderzoek geweest naar een groep patiënten met alveolen gevuld met Bio Oss en een controlegroep die geen Bio Oss kreeg. Bij de laatste groep was er meer dan 20% vormverlies.

Nog een belangrijk cijfer is dat het implantatenpercentage, dat na 5 jaar los gaat zitten, ongeveer 5 procent is.

Ronnie Goené is implantoloog op de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie in het VUMC Amsterdam. Hij studeerde tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam. In 1985 richtte hij, samen met anderen, de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam op. De afgelopen 10 jaar houdt hij zich vooral bezig met het ontwikkelen van interdisciplinaire behandelstrategieën ten behoeve van patiënten met complexe tandheelkundige problemen. Goené is oud-bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) (1979-1990) en van de Nederlandse Vereniging voor Orale Implantologie (NVOI) (1995-2009). Van zijn hand zijn publicaties verschenen op het gebied van de parodontologie en implantologie en hij geeft frequent voordrachten en cursussen in binnen- en buitenland op het gebied van de implantologie.

Jacques Baart studeerde tandheelkunde in Nijmegen en specialiseerde tot kaakchirurg in Amsterdam. Vanaf 1979 is hij als specialist verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc en aan ACTA te Amsterdam. Hij vervult daar de rol van afwisselend chef de clinique, chef de policlinique, werkplekmanager en docent. In de patiëntenzorg richt hij zich vrijwel uitsluitend op kaakchirurgie bij kinderen. Hij is (mede) auteur van meer dan 125 wetenschappelijke artikelen en van enkele leerboeken, waaronder ‘Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie’ en ‘Lokale Anesthesie in de Tandheelkunde’.


Bron: Verslag door Marian Vrolijk voor dental INFO van de lezing van Ronnie Goené en Jacques Baart tijdens het NVT-congres Het Gat, november 2012.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z

Makkelijker leven met negatieve emoties

Negatieve emoties zijn inherent aan het menselijk bestaan. Accepteer dat, en het leven wordt een stuk makkelijker. Een lesje Acceptance and commitment therapy door klinisch psycholoog en psychotherapeut Ando Rokx.

Volgens Ando Rokx hebben we monstertjes in ons hoofd. Die monstertjes bepalen ons gevoel en ons gedrag. We zijn namelijk overgeleverd aan triggers en we zijn net de hondjes van Pavlov. De triggers voeden de monsters, et voila…een conflict! Als we weten wie die monstertjes precies zijn, kunnen we conflicten beter begrijpen en ligt de oplossing volgens Rokx binnen handbereik.

Spam
“Stress is als spam in je hoofd”, stelt Rokx. “Stel dat uw werkgever zegt: ‘Ik wil zo even met je praten.’ Welke gedachten komen bij een dergelijke mededeling in u op? U gaat denken, denken en nog eens denken; alsof u een woord in Google invoert en alles wat er maar een beetje mee te maken heeft, als een hit te voorschijn komt. Dit bepaalt uw gedrag.
Door onze ervaringen zitten we vol met vooroordelen. Als we feiten zien of horen, dan hebben we daar al snel een oordeel over: “Je bent vast iemand die…” Vrijwel meteen groeit er een monstertje in ons hoofd dat te pas en te onpas te voorschijn komt. Voor u het weet bent u drukker met uw eigen monstertjes dan met de ander. U gaat maar door met uw argumenten, maar niemand luistert meer. U maakt namelijk geen contact meer. Mensen geven u maar gelijk, maar ondertussen….”

Stapje terug
Sta in zo’n conflict eens stil bij waar het in de kern om ging, adviseert Rokx. “Regelmatig dwaalt de ruzie af en worden er oude koeien uit de sloot gehaald. Vraag uzelf af hoe u met elkaar om zou willen gaan. Dus probeer de strijd niet te winnen, maar doe een stapje terug. Accepteer dat andere mensen een andere route willen nemen. Zeg gewoon dat ze gelijk hebben, als ze gelijk hebben.” Rokx erkent dat het moeilijk kan zijn compassie voor de ander op te brengen. “Het roept misschien gruwelijke gevoelens op, maar het is niet het einde van de wereld.”

Kop in het zand
Geluk is de culturele norm. In bladen en op televisie zien we gelukkig glimlachende gezinnen. En er worden nogal wat medicijnen verkocht om gelukkig te worden. “Maar het sprookje is niet waar”, weet Rokx. “Als we altijd maar zeggen dat het goed met ons gaat, dan liegen we. Iedereen is wel eens ongelukkig.” Steken we onze kop in het zand, dan worden onze problemen ‘vervuilde pijn’. Ook negatieve emoties moeten geventileerd worden. Houdt u ze voor uzelf, om kritiek en conflicten te voorkomen, dan creëert u juist een onaangename afstand tussen u en andere mensen.”

Wat dan wel?

  • Accepteer dat negatieve emoties inherent zijn aan het menselijk bestaan.
  • Weet dat verzet averechts werkt.
  • Erken en aanvaard het.
  • Zie in dat uw emotie iets anders is dan de werkelijkheid.

Door: Lieneke Steverink-Jorna


Bron: Voorjaarscongres ‘Conflict: distantiëren of confronteren?’ van de NVvK en VBTGG, 2012.

Drs. Ando Rokx is klinisch psycholoog/psychotherapeut en werkzaam bij de polikliniek stemmingsstoornissen van GGNET in Apeldoorn. Hij studeerde psychologie aan de Universiteit van Amsterdam en werd klinisch psycholoog aan de RINO-Noord-Holland. Hij was werkzaam in verschillende sectoren van de ggz; verslavingszorg, klinische psychiatrie, forensische psychiatrie en ambulante psychotherapie. Naast zijn werk als behandelaar is hij actief met de promotie en implementatie van ACT middels lezingen, workshops en publicaties. Ook was hij betrokken bij verschillende televisieprogramma’s waaronder De Rode Kamer van de KRO. In juni van dit jaar verscheen zijn boek “Het Leven is Geen Feest; de mythe van het maakbare geluk”.

Jan 2013

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z, Werken met plezier
facebook-logo

Effectieve patiëntencommunicatie met Facebook

Hoe communiceert u effectief met uw patiënt via Facebook? Lees de column van Cees Hoogerheide, adviseur e-marketing en communicatie.

Onder druk van de overheid om tarieven op het internet te vermelden, hebben de meeste tandartspraktijken hun tarieven op hun website gezet. Mooi, dan hebben we daaraan voldaan en gaan we over tot de orde van de dag. Fout! Althans, als u meer wilt dan ‘drilling and billing’. Engagement is hier het sleutelwoord. En Facebook een effectief platform hiervoor.

Facebook is ingericht voor communicatie en interactie en ideaal om naast de website uw praktijk aan uw patiënten te presenteren, inclusief tarieven. Eind september 2011 bereikte Facebook in Nederland het aantal van meer dan 5 miljoen gebruikers en inmiddels gaat dat hard naar de 6 miljoen.
De man-vrouw verhouding is aardig in evenwicht met 49%-51%. Ongeveer de helft van de gebruikers benaderd Facebook regelmatig via smartphones of tablets, dat is een belangrijk gegeven. En ook dat percentage is stijgende. (Bron: Alexa en Socialbakers)

‘OK, ik ga ook wat met social media doen en open een Facebook account’. Prima, ik zeg doen, maar voordat u een fan- of communitypage lanceert is het raadzaam om een aantal dingen in overweging te nemen.

Mobiliseer uw team en start met een communicatieplan
Wie in uw organisatie wordt verantwoordelijk voor het Facebook account en gaat actief de favoriete of minder favoriete conversaties volgen? Wie voorziet de Facebook redacteur van nieuws, images, nieuwe ontwikkelingen, etc.? Betrek het team in het social media proces. Tien tegen één dat medewerkers al een Facebook account hebben en het uiterst motiverend werkt.

Research
Wie zijn uw concurrenten? Welke activiteiten hebben zij reeds ontplooit? Hoe converteer ik patiënten naar vrienden op Facebook? Bestudeer de mogelijkheden van Facebook. Vraag naar ervaringen met Facebook in uw omgeving. Hoe richt ik mijn pagina’s in?

Actief met patiënten bezig zijn
Actief zijn op een social media platform heeft zijn leuke, maar ook zijn minder leuke kanten. Patiënten lopen met u of met uw praktijk weg of vallen u aan omdat ze een slechte ervaring hebben meegemaakt. Neem de tijd voor interactie met beide soorten patiënten. Het stelt u in de gelegenheid om u en uw medewerkers menselijker te laten overkomen. ‘Daar kan ik terecht, er wordt aandacht aan mij geschonken’.

Monitor en analyseer
Monitor en analyseer uw Facebook pagina’s. Wat zijn de trending topics onder uw patiënten? Meet via deze mechanismen uw effectiviteit in het oplossen van problemen met uw patiënten om zodoende de best mogelijke service te verlenen. (Google: monitoring and measuring tools for Facebook)

Sta open voor verandering
Door te meten en te analyseren komt u meer en meer te weten wat uw patiënten beweegt en sta open voor noodzakelijke veranderingen. Social media beginnen is Social Media blijven gebruiken.

Als Social Media, in zakelijk opzicht, zijn sporen al ruimschoots heeft verdiend, wat zijn dan de mogelijkheden wel niet voor de tandartspraktijk?

Door:
Cees Hoogerheide

Cees Hoogerheide heeft tijdens de laatste zeven jaar van zijn carriére gewerkt als managing-director bij een automatiseringsbedrijf waar hij nog steeds als adviseur aan verbonden is. Als adviseur e-marketing en communicatie deelt hij graag z’n kennis in de dentale wereld. Lees meer 

Lees meer over: Communicatie, Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen

Flexopleiding Preventieassistent | Edin

Flexibiliteit staat voorop in deze opleiding tot Preventieassistent. In deze opleiding wordt individuele begeleiding tijdens lessen in eigen praktijk gecombineerd met e-Learning modules.

Daarnaast kunnen cursisten met de opleiding beginnen wanneer ze dat willen.De cursist kan kiezen uit drie lesschema’s die verschillen in snelheid. Gemiddeld duurt deze opleiding 27 weken. Tijdens de praktijkdagen komt de docent naar de praktijk van de cursist. Geen reistijden meer,100% aandacht en werken in de eigen omgeving.De deelnemende cursist wordt opgeleid tot een zelfstandig werkzame Preventieassistent.

Lees meer over: Kennis, Scholing

Billboard met blinkende tanden

Aquafresh ontwikkelde een opvallende billboard reklamecampagne in Israël voor White & Shine-tandpasta waarbij de tanden ’s nachts extra blinken.

Bron:
Ads of the World

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

NMT lanceert website Staat van de mondzorg

Op initiatief van de NMT is de website Staat van de mondzorg gemaakt. Deze site biedt een actueel en overzichtelijk beeld van verschillende aspecten van die mondzorg. Dit op basis van registratiegegevens van de NMT, onderzoeksgegevens die zijn verzameld via het project Peilstations en gegevens van externe (onderzoeks)instanties.

U vindt op de website bijvoorbeeld informatie over de omvang en samenstelling van de beroepsgroep, over de organisatie van (de patiëntenzorg in) tandartspraktijken, over de aard en omvang van de verleende zorg en over de verhouding tussen zorgvraag en zorgaanbod.

Bron:
NMT

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
Onderzoek: Mannen gaan later naar tandarts dan vrouwen

Onderzoek: Mannen gaan later naar tandarts dan vrouwen

Is de angst voor het boren of voor de verdoving? Duitse mannen zijn minder verstandig als vrouwen als het gaat om het bezoeken van de tandarts. Uit onderzoek van het Duitse ‘Apotheken Umschau’ blijkt dat 30,9% van de ondervraagde mannen de tandarts pas bezoekt als zij al pijn hebben tegenover 16,5 % van de vrouwen. Dit meldt ZWP-online.

Ook stellen veel mannen het tandartsbezoek uit als zij al kiespijn hebben: 33,5% van de Duitse mannen probeert dit eerst op te lossen met pijnstillers en gaat pas naar de tandarts als dit niet meer helpt. Van de vrouwen stelt 20,3% het bezoek uit.

Bron:
ZWP-online


Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z

NVM-artikel Hart voor de mondgezondheid

‘Mondhygiënist hebben hart voor uw mondgezondheid en coachen u op weg naar een gezonde mond. Voor iedereen van 0 – 100!’, Dit is de boodschap van de NVM in een artikel in een speciale editie van de krant De Betere Wereld. Deze uitgave gaat mee in de goodiebag van de Nationale Gezondheidsbeurs.

Bekijk het artikel

Bron:
NVM


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Promotie: Preventie en behandeling van cariës in Egypte

Vooral ten zuiden van Caïro (Egypte) komen veel regio’s voor waar de arme bevolking een slechte mondgezondheid heeft. Abeer Farag deed onderzoek naar preventie en behandeling van cariës  door tandartsen in hun privépraktijk en in regeringsklinieken.

Behandelingsgericht
Het blijkt dat tandartsen vooral een behandelingsgerichte aanpak hebben, en nauwelijks aandacht besteden een het voorkomen van ziekte. De meest uitgevoerde behandeling is het trekken van tanden en kiezen. Als een vulling wordt gemaakt, wordt deze meestal van het zilverkleurige amalgaam gemaakt.

ART-aanpak
Om meer tanden en kiezen te behouden, is de ART-aanpak (boren en vullen zonder boor) in dit gebied geïntroduceerd. Deelnemende tandartsen gingen deze ART-techniek wel in hun eigen praktijk toepassen, maar niet in de regeringskliniek. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat er in de regeringskliniek nauwelijks goed instrumentarium of vulmiddel aanwezig is.

Abeer Farag voltooide de bachelor Oral and Dental Medicine en de master Conservative Dentistry in Caïro, Egypte. Haar promotie is begeleid vanuit de afdeling Tandheelkunde van het UMC St Radboud. Farag is associate professor aan de Faculty of Dentistry, Minia University, Minia (Egypte). Daarnaast is ze tandarts in een privékliniek in Caïro.

Promotor: prof. dr. N.H.J. Creugers
Copromotor: dr. J.E.F.M. Frencken, dr. W.J.M. van der Sanden
Datum: woensdag 19 december 2012, 14. 30 uur
Locatie: Radboud Universiteit, Academiezaal Aula, Comeniuslaan 2, Nijmegen

Bron:
UMC St Radboud

Lees meer over: Cariës, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Landelijke Standaard Keten Antistolling ondertekend

Zorgpartijen in de eerste- en tweedelijnszorg, waaronder de NMT, ondertekenden op 13 december de Landelijke Standaard Keten Antistolling (LSKA). Alle schakels rondom antistolling komen in de standaard bijeen.

De LSKA is ontwikkeld in een projectgroep van zorgprofessionals en velddeskundigen afgevaardigd door de landelijke stuurgroep. In deze projectgroep waren vertegenwoordigd de FNT, NVK, NIV, NMT, NHG, NVN, NVA, KNMP, NVZA, NVvC, NVvH, Verenso en De Hart&Vaatgroep. Nadat de IGZ (Inspectie voor de Gezondheid) in 2010 in een rapport ernstige tekorten signaleerde in de trombosezorg is een Stuurgroep ingesteld die zich heeft gebogen over hoe deze knelpunten opgelost konden worden. De LSKA is het resultaat hiervan.

In de LSKA staat beschreven hoe het zorgproces wordt ingericht en wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft. Ook staat hierin hoe de communicatie en afstemming tussen de partners in de keten en de patiënt plaatsvindt.

Bekijk de LSKA.

Bron:
NMT
Hart & Vaatgroep

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Landelijke Standaard Keten Antistolling

In de LSKA staat beschreven hoe het zorgproces wordt ingericht en wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft. Ook staat hierin hoe de communicatie en afstemming tussen de partners in de keten en de patiënt plaatsvindt.

 Dec 2012


Download brochure landelijke-standaard-keten-antistolling.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Studies geneeskunde en tandheelkunde UMC St Radboud bovenaan ranglijst

De UMC st Radboud studies geneeskunde en tandheelkunde staan bovenaan de ranglijst in de Keuzegids Hoger Onderwijs van2013. De studie tandheelkunde kreeg ook nog het predicaat ‘topopleiding’. Dit meldt het UMC St Radboud. De ranglijst wordt samengesteld op basis van de jaarlijkse Nationale Studentenenquête.

Volgens het UMC St Radboud staat de studie tandheelkunde staat bekend om het hoge klinische vaardigheidsniveau van de afstuderende tandartsen en krijgt teamwork krijgt een steeds belangrijker plaats.

Bron:
UMC St Radboud

Lees meer over: Kennis

ONVZ lanceert digitaal declareren via ONVZ App

Zorgverzekeraar ONVZ introduceert een uitgbreiding op de ONVZ Zorgpas app waarmee verzekerden hun declaraties kunnen indienen. Via de app maakt de gebruiker een foto van de declaratie en kan deze via de app snel en eenvoudig indienen.

De app is gratis verkrijgbaar via de Appstore en Android Market.

Lees meer over: E-health, Kennis
hoofd en hals

Hoofd- en halszaken in de tandartspraktijk

Patiënten kunnen zich met een klacht in het hoofd-halsgebied zowel tot een huisarts als tot een tandarts wenden. De Vereniging Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI) wijdde hun jaarlijkse congres aan hoofd- en halszaken.

Zwelling
Als eerste besprak Ludi Smeele zwellingen in de hals. Hij wees erop dat hiervoor geen recente richtlijn bestaat: de CBO richtlijn voor diagnostiek van verdachte halsklierzwellingen stamt uit 1984. Volgens Smeele moeten zorgverleners in de eerste lijn zich primair focussen op de vraag of een zwelling onschuldig is.

Antibiotica
Robert van Es behandelde in zijn voordracht allerlei bacteriële infecties in het hoofd-halsgebied, waaronder odontogene infecties, sinusitis, parotitis en cervicale infecties. Hij stelde dat antibiotica bij odontogene infecties alleen geïndiceerd zijn bij lokale
verslechtering en systemische verschijnselen.

Slijmvliesafwijkingen
Jan de Visscher toonde een groot aantal slijmvliesafwijkingen. Omdat deze geen klachten geeft, is een patiënt zich niet bewust van de aanwezigheid ervan. Gelukkig zijn de meeste slijmvliesafwijkingen onschuldig. Enkele, zoals leukoplakie, zijn echter wel potentieel premaligne. Helaas blijkt behandeling van leukoplakie nauwelijks effect op de transformatie tot carcinoom te hebben.

Oorzaken pijn hoofd- en halsgebied
Mogelijke oorzaken van pijn in het hoofd- en halsgebied werden besproken door Boudewijn Stegenga. Omdat de locatie waar de pijn zijn oorsprong heeft niet gelijk hoeft te zijn aan de plaats waar deze wordt waargenomen, bestaat de kans dat patiënten bij de ‘verkeerde’ zorgverlener terechtkomen. Stegenga ging daarom uitvoerig in op allerlei oorzaken voor misdiagnostiek.

Psychopathologie
Tot slot toonde Eelco Hakman aan de hand van videofragmenten dat sommige orofaciale klachten ook het gevolg kunnen zijn van onderliggende psychopathologie. Volgens hem is het niet moeilijk om de betreffende psychische problemen te identificeren. Als je goed luistert naar de patiënt dan vertelt deze het vaak zelf. Het maken van een tijdslijn van levensgebeurtenissen kan hierbij een nuttig hulpmiddel zijn.

Volgende VMTI-congres: 3 oktober 2013
Op 3 oktober 2013 vindt het VMTI-congres ‘Tussen de oren’ plaats.

Bron:
Verslag van het VMTI-congres ‘Hoofd en halszaken in de huisarts- en tandartspraktijk”, 11 oktober 2012 door NTvT, H.S.
Brand.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Schisisspleet repareren met kunstbot

In zijn promotieonderzoek testte orthodontist Ad de Ruiter van het UMC Utrecht met succes een nieuwe manier om de kaakspleet te dichten bij kinderen met schisis. Door het aanbrengen van ‘kunstbot’ groeit de spleet dicht. Bij zes kinderen is dat al gelukt. De Ruiter promoveerde op 27 november.

Kunstbot
Centraal in het onderzoek staan korrels keramisch materiaal, een soort kunstbot. In het onderzoek van De Ruiter zijn deze korrels in de kaakspleet geïmplanteerd. De korrels bestaan uit een speciale vorm van calciumfosfaat, een kalkachtige stof waar bot mede uit opgebouwd is. De korrels trekken botvormende stamcellen aan. Die hechten zich aan de korrels en de spleet groeit grotendeels dicht. Dit werkt zo goed dat tanden doorbreken in het nieuw gevormde bot. Zo ontstaat een volwaardige kaak met tanden.

Behandeld
De eerste zes kinderen zijn met het materiaal behandeld, na een jarenlange voorbereiding in het laboratorium en in proefdieren. Samen met Noorse onderzoekers gaat De Ruiters opvolger, kaakchirurg in opleiding Nard Janssen, de behandeling bij twintig kinderen van ongeveer tien jaar uitvoeren.

De Ruiter hoopt dat het kunstbot de huidige behandeling kan vervangen. Daarbij wordt een stukje bot uit het bekken of uit de kin gehaald en in de kaak gezet. Dat kan bijwerkingen geven in de vorm van beschadiging of zenuwpijn.

Schisis
Schisis betekent een spleet in de lip, kaak of gehemelte (vroeger ook wel aangeduid met de term hazenlip). Schisis kan ontstaan door een combinatie van aanleg en storende invloeden van buitenaf in de periode tussen de zes en twaalf weken na de bevruchting. Een lip-schisis of een lip-kaak-gehemelteschisis komt voor bij 1 op de 800 pasgeborenen. Een schisis van het gehemelte komt voor bij 1 op de 2000 pasgeborenen.

Onderzoeker
Ad de Ruiter combineert zijn werk op de afdeling Kaakchirurgie van het UMC Utrecht met een eigen orthodontiepraktijk in Harlingen. Het onderzoek past binnen het UMC Utrecht-speerpunt Regenerative Medicine waarin onderzoekers weefsel herstellen via stamcellen.

Bron:
UMC Utrecht


Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z

Aantal mensen met diabetes bijna twee keer zo veel als in 2001

In 2011 had 4,7 % van de bevolking diabetes. Dit is bijna twee keer zo veel als in 2001 toen het aandeel nog 2,8% was. In de leeftijdscategorie 65-75 jarigen had zelfs 15,5 % diabetes in 2011, tegen 10,6% in 2001. Dit blijkt uit cijfers van het CBS-rapport Samelijk weten: trends in voeding en gezondheid.

Door de welvaartsstijging is overvoeding een steeds groter probleem aan het worden. In 2011 hadden ongeveer 6 miljoen Nederlanders matig tot ernstig overgewicht. Van de volwassen mannen is 54% te zwaar, bij de vrouwen is dit 43%. Dat is aanzienlijk meer dan twintig jaar geleden toen deze aandelen nog 39 respectievelijk31 procent bedroegen. Overgewicht speelt een belangrijke rol bij diabetes.

Bron:
CBS

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Help uw patiënt van zijn tandartsangst af

Ingrid Stoop bedacht de Matrixmethode waarmee ze mensen van hun tandartsangst af helpt. Je moet het zelf ervaren om te weten hoe het precies werkt. Een verslag van haar training.

Doe precies wat ik zeg, instrueerde Ingrid Stoop meteen aan het begin van de training. Anders werkt het niet. Stoop bedacht zelf de MatriXmethode en heeft al 10.000 vlieguren achter de rug, zoals ze dat zelf noemt. Het luistert nogal nauw en daarom wordt onze volle aandacht gevraagd tijdens de training. Stoop heeft een video online staan over tandartsangst maar toch komen mensen bij haar voor een consult. Je zal het zelf moeten ervaren om te weten hoe het precies werkt , zegt Stoop.

Zien, horen, voelen en denken
De methode gaat er vanuit dat ervaringen uit het verleden  zowel leuke als minder leuke – een beleving geven in het nu. Voor de toekomst kan iemand zo een verwachtingspatroon creëren. En deze beleving, of het nu klopt of niet, kan dan angst veroorzaken. Zelfs als iemand nog helemaal niets zelf heeft ervaren maar teert op andermans ervaringen. Een beleving bestaat uit zien, horen, voelen en/of denken”, ratelde Stoop op. Deze vier passeerden nog regelmatig de training en werden er behoorlijk in gestampt.

Hulpvraag
De coaching spitst zich op het nu. De negatieve beleving moet helemaal uit het systeem zijn. Niet een beetje, niet bijna helemaal, maar het moet echt nul worden. De MatriXmethode gaat net als Motivational Interviewing  uit van de eigen ideeën van de patiënt. Dat wat iemand zelf bedenkt, is hij geneigd echt te geloven. Het is dus niet de bedoeling om de patiënt omhoog te praten door bijvoorbeeld te zeggen dat het allemaal wel meevalt en dat het vast wel goed zal gaan. Want dat gelooft die patiënt echt niet. Nee, het is beter om de negatieve beleving van de patiënt te ontkrachten en daarna de positieve beleving te bekrachtigen. Belangrijk hierbij is dat er wel sprake is van een hulpvraag. Geen hulpvraag? Dan is coaching niet zinvol.

Een doe-ding
Wat die beleving van de patiënt is, hoeven wij als tandheelkundig zorgverlener niet eens precies te weten. Dat gaat je niks aan, je hebt er dan zelf last van en bovendien kost je dat te veel energie, prentte Stoop in. Patiënten willen helemaal niet vertellen wat er allemaal in hun hoofd omgaat. Dat kunnen ze bij deze methode prima voor zichzelf houden. Nadat er een van de cursisten ter plekke een live coaching kreeg, mochten we zelf aan de slag.

Een van de struikelpunten is dat de zorgverlener teveel vraagt. Als u gebruik gaat maken van de MatriXmethode, moeten er korte duidelijke opdrachten worden gegeven. Dit is wel heel verschillend ten opzichte van de techniek Motivational Interviewing. Het is dus niet echt een gesprek maar meer een doe-ding. En dat terwijl de patiënt veelal met gesloten ogen zit om zich te kunnen focussen op de eigen beleving van het eigen probleem

Hoe dan wel?
Begin altijd eerst te vragen wat de hulpvraag precies is. Een van de cursisten zei tandartsangst te hebben, dus daar kon ik mooi mee oefenen. Echter tijdens het oefenen bleek dat het niet echt de tandartsangst was waarmee ze zat. Het was meer dat ze bang was om de controle te verliezen. Stoop raadde me aan om hierop te gaan focussen.

  • Herhaal altijd hetgeen wat de patiënt aandraagt. Met die exacte bewoording, ga niet parafraseren. Hiermee geef je de patiënt het idee dat het okay is om te zien, horen, voelen en denken wat er in hem omgaat.
  • Vraag wat de angst met hem doet: Is het een zien, horen voelen of denken?” Antwoord de patiënt zien, vraag dan of het een plaatje of een filmpje is. Vraag daarna in welk detail het ‘m precies zit. Soms duurt het even tot je echt tot de essentie komt.
  • Geef de patiënt opdracht om dit negatieve detail uit het filmpje of plaatje weg te halen. Hoe gaat hij dat doen? Laat de patiënt het zelf verzinnen hoe. Dat kan zijn met een schaar, met een gum enzovoorts. Het detail zal daarna onverbiddelijk moeten verdwijnen. Hoe? Ook dat mag de patiënt verzinnen. Bijvoorbeeld door het te verbranden.
  • Daarna zal de patiënt iets in het gat van het filmpje of het plaatje moeten zetten. Dat iets zal een hele positieve lading moeten hebben: iets moois, iets grappigs dus. Wederom moet de patiënt zelf verzinnen wat dat precies is. Ook dat hoeft hij je niet te vertellen. Hij kan even ja zeggen als het voor de bakker is.

Hiermee is het zien behandeld en kan op ongeveer dezelfde wijze te werk worden gegaan met het horen, voelen en denken.
Pas als de patiënt aangeeft dat zijn negatieve beleving helemaal nul is, dan kan er door worden gegaan met de positieve bekrachtiging. Hierbij imagineert de patiënt een de meest fantastische ik-persoon met prachtige beelden, geluiden, gevoelens en gedachtes. Het is heel leuk om te zien hoe rustig en tevreden de patiënt hierbij wordt. Ik vond het verbazing wekkend en als een klein wondertje. Zo snel van een angst af!

Aanrader
Hoe het verder in zijn werk gaat is eigenlijk niet met een pen te beschrijven. Zoals Stoop al in het begin van de cursus zei: Je zult het echt zelf moeten ervaren en zelf moeten oefenen. Je patiënten zullen je dankbaar zijn.

De methode is uitgetest door een mondhygiënist die er een scriptie over schreef. Zij deed de opleiding Psychosociaal werker, counselor en coach bij Academie Gradatim en volgde de vijfdaagse training tot MatriXcoach bij Ingrid Stoop. Haar conclusie: De MatriXmethode is goed toepasbaar voor angstcoaching in de tandheelkundige behandeling. De snelle resultaten en de kortdurende coaching samen met de eendaagse training angst oplossenof de kortdurende opleiding tot gecertificeerd MatriXcoach (5 dagen) maken de MatriXmethode geschikt voor toepassing in de algemene tandheelkundige praktijk.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.
Verslag door dental INFO van de eendaagse training angst oplossen MatriXmethode door Ingrid Stoop.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Ondanks koudeprikkel pijnloos en smakelijk congres Gevoelige tandhalzen

Zaterdag 17 november stond het jaarlijkse wetenschappelijke congres van het Ivoren Kruis in het teken van gevoelige tandhalzen. Het congres met de aansprekende titel Gevoelige tandhalzen Het laat je niet koud! werd goed bezocht door tandartsen, mondhygiënisten, (preventie)assistenten, docenten en studenten. Alle stoelen in de prachtige collegezaal in het moderne ACTA-gebouw waren gevuld.

Het Ivoren Kruis verraste de congresbezoekers met een smakelijk en pijnloos programma. Gelukkig hadden de congresgasten zelf niet zo veel last van gevoelige tandhalzen. De raketjes die tussen de voordrachten werden uitgereikt, werden met smaak verorberd. De relatie tussen koudeprikkel en tandhalsgevoeligheid werd op deze manier op een humoristische manier onder de aandacht gebracht.

Gevoelige tandhalzen vooral probleem einddertigers
Dr. Schelte Fokkema MSc was dagvoorzitter en tevens spreker op het congres. De tandarts-parodontoloog – tot voor kort hoofddocent bij de opleiding Mondzorgkunde Utrecht – gaf een uitvoerige uiteenzetting over gevoelige tandhalzen. Het fenomeen gevoelige tandhalzen wordt gekarakteriseerd door een korte scherpe pijn vanuit blootliggend dentine als reactie op een prikkel
(temperatuur, verdamping, aanraking, osmotisch en chemisch) die niet kan worden toegeschreven aan een andere pathologie. Het komt met name voor bij de premolaren en de cuspidaten (vestibulair en cervicaal) bij 8 tot 75 van de volwassenen, voornamelijk bij einddertigers. Glazuurverlies en gingivarecessie veroorzaken tandhalsgevoeligheid. Vooral een dunne gingiva kan makkelijk tot recessie leiden. In zijn voordracht lichtte Schelte toe dat tandhalsgevoeligheid niet kan optreden zonder recessie.

Tandpasta en tandhalsgevoeligheid
Prof. dr. Cor van Loveren, voorzitter van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten en bijzonder hoogleraar preventieve tandheelkunde bij ACTA, ging in op tandpasta’s, de samenstelling en de werking ervan bij gevoelige tandhalzen. Erosie is een dominante factor in lokalisatie en initiatie van tandhalsgevoeligheid. Tandenpoetsen met tandpasta bevordert dit proces. Abrasieve werking kan zowel positief als negatief werken: het kan een smeerlaag op de open tubuli aanbrengen, maar bij langer poetsen de smeerlaag ook weer verwijderen. Tandpasta aanbrengen daar waar nodig is belangrijk en naspoelen met tandpastaslurry kan ook positief effect geven. In zijn voordracht kwamen duidelijk groepen ingrediënten (K-nitraat, K-citraat, Sr-acetaat en -chloride, Novamin, Proarginine, Sn-zouten) naar voren die een positief effect op gevoelige tandhalzen kunnen hebben. Het is uiteindelijk de patiënt die aangeeft of een tandpasta effect heeft of niet. Van Loveren benadrukte dat het de moeite kan zijn tandpasta’s uit verschillende ingrediëntcategorieën te proberen, als er bij een variant uit een bepaalde categorie geen resultaat wordt gemerkt.

Beslisboom gevoelige tandhalzen in de mondzorgpraktijk
Na de lunch informeerde prof. dr. Luc Martens van de universiteit Gent het publiek over het protocol (beslisboom) bij gevoelige tandhalzen in de mondzorgpraktijk. Wat zijn de stappen die je in de praktijk met de patiënt moet doorlopen? Een patiënt met blootliggend dentine hoeft geen pijn te ervaren. Verdere screening is wel van belang. Waarom ligt de wortel bloot? Wat kunnen ideeën zijn het proces verder te stoppen? Preventietherapieën gericht op voeding, poetsen, gebruik tandpasta kunnen soelaas bieden. Patiënten die wel pijn ervaren, kunnen de vraag gesteld worden of de pijn hun kwaliteit van leven beïnvloedt. Is dat niet het geval dan is instructie aan de patiënt over te gebruiken middelen en het voorkómen van bevorderende factoren en stimuli vaak voldoende. Zodra de kwaliteit van leven negatief wordt beïnvloed, komt ‘management’ van de gevoelige tandhalzen aan de orde. Een uitgebreid onderzoek is nodig waarin de practicus de diagnose moet bevestigen door uitsluiting van alle andere mogelijke oorzaken. Soms is instructie (voeding, tandenpoetsen, tandpasta, spoelmiddel) van patiënten voldoende. Ook kan een niet-invasieve behandeling (fluoride, glutaraldehyde, dentinebonding of lasertherapie) of een invasieve behandeling (mucogingivale chirurgie of pulpectomie) nodig zijn.

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Hoe vaak komen peri-implantaire ziekten voor?

De ontstekingsreacties rond de weefsels van tandwortelimplantaten worden peri-implantaire ziekten genoemd. Er zijn twee vormen te onderscheiden: peri-implantaire mucositis en peri-implantitis. Hoe vaak komen deze voor?

Zitzmann en Berglundh onderzochten deze vraag. Dit onderzoek is gepubliceerd in het Journal of Clinical Periodontology, 2008;35 (suppl. 8): 286-291. Hieronder treft u een samenvatting aan. Prevalentie is het totaal aantal ziektegevallen in een bevolkingsgroep op een bepaald tijdstip en in het artikel wordt gekeken naar de prevalentie van twee vormen van peri-implantaire ziekten:

  • Peri-implantaire mucositis is een reversibele ontstekingsreactie van de zachte weefsels rondom een functionerend tandwortelimplantaat.
  • Peri-implantitis is een ontstekingsreactie geassocieerd met het verlies van bot rond een implantaat in functie.

Diagnose
Voor het maken van een peri-implantaire diagnose zijn de volgende punten van belang:

  • Sonderen met een lichte kracht (0.25 N) rond een tandwortelimplantaat met een pocketsonde is essentieel.
  • Bloeding na sonderen indiceert de aanwezigheid van een ontsteking in de peri-implantaire mucosa.
  • Bloeding na sonderen kan gebruikt worden als een voorspeller van verlies van steunweefsel.
  • De pocketdiepte en aanwezigheid van bloeden na sonderen en/of suppuratie dienen regelmatig (tenminste 1 keer per jaar) vastgelegd te worden.
  • Een toename in pocketdiepte vergeleken met de vorige meting is geassocieerd met verlies van aanhechting en eventueel botverlies.
  • Röntgenfoto’s zijn nodig om het botniveau te evalueren rond tandwortelimplantaten. Vergelijk de nieuwe röntgenfoto met de röntgenfoto van het implantaat dat één jaar in functie was.

Publicaties
Na het formuleren van de zoekstrategie in MEDLINE (PubMed) werden tot december 2007 683 titels gevonden. Na een screening van samenvattingen en analyses van de volledige teksten bleven 99 potentieel relevante artikelen over. Artikelen werden uitgesloten wanneer de onderzochte implantaten minder dan 5 jaar in functie waren, de grootte van de onderzoeksgroep minder dan 50 betrof en wanneer de data met betrekking tot bloeding na sonderen niet werd beschreven. Uiteindelijk bleven er 9 publicaties over die in totaal 6 grote patiëntengroepen hadden onderzocht.

Prevalentie peri-implantaire mucositis
Roos Jansåker e.a. (2006) rapporteerde dat peri-implantaire mucositis (bloeding na sonderen en geen botverlies) ongeveer 79% voorkomt bij patiënten en bij 50% van de implantaten. In een studie van Fransson e.a. (2008), was bloeden na sonderen gevonden bij meer dan 90% van de implantaten zonder botverlies.

Prevalentie peri-implantitis
Roos-Jansåker e.a. (2006) definiëren peri-implantitis als bloeding en/of suppuratie na sonderen inclusief botverlies (≥3 windingen botverlies in vergelijking met de röntgenfoto van het implantaat 1 jaar in functie) en kwam uit op een prevalentie van 16% op patiëntniveau. De prevalentie op implantaatniveau is 6,6%. Bij een minder strenge definitie (vanaf 1 winding botverlies in vergelijking met de röntgenfoto van het implantaat 1 jaar in functie) is de prevalentie 55,6 – 77,4% op patiëntniveau en 34% op implantaatniveau.

Fransson e.a. (2005, 2008) beschrijft peri-implantitis als bloeding en/of suppuratie na sonderen inclusief botverlies met een drempelwaarde vanaf ongeveer 3 mm apicaal richting de abutment-implantaatverbinding (vergeleken met de röntgenfoto van het implantaat dat 1 jaar in functie was). Op patiëntniveau rapporteerde Fransson e.a. (2005, 2008) een prevalentie van 28%. De prevalentie op implantaatniveau is 12,4%.

Karoussis e.a. (2004) definiëren peri-implantitis als een tandwortelimplantaat met pockets van 5 mm of dieper met bloeding na sonderen en röntgenologisch botverlies. De prevalentie van peri-implantitis was 15,4% op implantaatniveau in deze studie.
In tabel 1 worden de data van de publicaties weergegeven.

Conclusies
Peri-implantaire mucositis kwam voor in 79,2% – 90% van de patiënten en in 50,6% van de implantaten. De variatie in het voorkomen van peri-implantaire mucositis kan te maken hebben met de sondeerkracht. U kunt hier zelf voor waken door rond implantaten met minder kracht (0.25 N) te sonderen dan rond natuurlijke elementen (0.5 N).

Peri-implantitis was gevonden in 16% – 77,4% van de patiënten en in 6,6% – 43% van de implantaten. De variatie in prevalentie heeft te maken met de ernst van de peri-implantitis. Implantaten worden steeds vaker geplaatst. Dit betekent dat peri-implantaire ziekten vaker gaan voorkomen. Peri-implantaire mucositis kan ontaarden in peri-implantitis. Goede levenslange nazorg is daarom onmisbaar.

Bekijk de data van de publicaties geïncludeerd in de review van Zitzman en Berglundh

Recent onderzoek
Recentelijk is door Mir-Mari e.a. (2012) onderzocht dat peri-implantaire mucositis 39% op voorkomt patiëntniveau in de algemene tandheelkunde praktijk.
Zij beschreven peri-implantaire mucositis als bloeden na sonderen, zonder botverlies. Peri-implantitis werd beschreven als bloeden of suppuratie na sonderen inclusief minstens 2 windingen botverlies. De prevalentie van peri-implantitis in de algemene tandheelkunde praktijk is volgens het onderzoek van Mir-Mari e.a. (2012) van 12-22%. De studie was uitgevoerd bij 245 patiënten met in totaal 964 tandwortelimplantaten die 1 – 18 jaar in functie waren. De prevalentie van peri-implantitis in de algemene praktijk is vergelijkbaar met de prevalentie in academische tandheelkundige centra.

Door:
Joyce van der Horst, mondhygiënist

Bronnen:
1. Betekenis van ‘prevalentie’ op www.woorden-boek.nl
2. Zitzmann NU, Berglundh T. Definition and prevalence of peri-implant diseases. J Clin Periodontol 2008; 35 (Suppl. 8): 286–291.
3. Heitz-Mayfield, LJA. Peri-implant diseases, diagnosis and risk indicators. J Clin Periodontol 2008; 35(Suppl. 8): 292–304.
4. Mir-Mari J, Mir-Orfila P, Figueiredo R, Valmaseda-Castello ́n E, Gay-Escoda C. Prevalence of peri-implant diseases. A cross-sectional study based on a private practice environment. J Clin Periodontol 2012; 39: 490–494. 



Download brochure tabel-1-data-van-de-publicaties-geincludeerd-in-de-review-van-zitzman-en-berglundh-2008.pdf
Lees meer over: Implantologie, Kennis, Onderzoek, Parodontologie, Thema A-Z