NPCF wil ook waarschuwingen en lichtere maatregelen tegen artsen openbaar

Patiëntenfederatie NPCF wil dat ook waarschuwingen en lichtere maatregelen tegen artsen openbaar worden gemaakt. Vanaf 1 juli 2012 is de wet BIG veranderd, de Wet op individuele beroepen in de gezondheidszorg. In het BIG-register staat de bevoegdheid en vakbekwaamheid van 400.000 artsen en andere zorgverleners beschreven. De wetswijziging maakt het mogelijk dat in het BIG register nu ook alle tuchtmaatregelen worden vermeld.

Patiëntenfederatie NPCF vindt de verandering een stap in de goede richting naar meer openheid in de zorg, maar nog niet voldoende. ‘De lichtere maatregelen, zoals waarschuwingen, zijn nu nog niet openbaar. Dat is vreemd. Als je openheid geeft doe het dan goed, en niet half’, vindt Wilna Wind, directeur van de NPCF. Wilna Wind doet de oproep zaterdagavond in het RTL Nieuws.

Kwaliteitsverschillen
De NPCF vindt dat patiënten meer inzicht moeten krijgen in de kwaliteit van zorg en het functioneren van zorgverleners. ‘Bij de ene dokter heb je een goede kans op herstel en bij de andere dokter kun je zo je hersteloperatie inplannen,’ zegt Wilna Wind. ‘Kwaliteitsverschillen tussen zorgverleners kunnen groot zijn. Het is goed om je daarvan bewust te zijn. Vervolgens is het belangrijk dat er informatie over die kwaliteit beschikbaar komt. Alles helpt daarbij. Informatie over hoe vaak een dokter een bepaalde ingreep uitvoert per jaar, hoe vaak er complicaties optreden. Maar ook wat de ervaringen zijn van patiënten en hoe tevreden deze zijn over het resultaat.’

Openbaar
De NPCF maakt zich er hard voor dat zo veel mogelijk van dit soort informatie openbaar wordt. Het liefst zo centraal en toegankelijk mogelijk. Wilna Wind: ‘Daarom zijn we ook ZorgkaartNederland.nl steeds verder aan het uitbreiden met informatie waar je als patiënt iets aan hebt. Dus naast de waarderingen van andere patiënten ook andere vormen van kwaliteitsinformatie die je helpen om een keuze te maken voor de juiste dokter of andere zorgverlener. Op ZorgkaartNederland staan inmiddels meer dan 85.000 ervaringen en waarderingen van patiënten over verschillende zorgverleners.’

BIG
De NPCF vindt het daarom ook belangrijk dat de tuchtmaatregelen tegen zorgverleners openbaar worden. En dat is vanaf 1 juli het geval. ‘Nu is het alleen nog wachten op volledige openheid, dus ook de lichtere maatregelen. Ik verwacht dat dat een kwestie van tijd is,’ zegt Wilna Wind. ‘Daarnaast is het ook belangrijk dat er meer inzicht komt in andere signalen over mogelijke tekortkomingen van zorgverleners. Dus naast de tuchtklachten en de eventuele maatregelen ook klachten, claims of meldingen bij de inspectie. Patiënten zijn best in staat om de informatie op waarde in te schatten. Maar dan moet er wel volledige openheid zijn. En de informatie moet toegankelijk en goed leesbaar zijn. Nu is het voor patiënten nog heel lastig zoeken naar wat er over een bepaalde arts in het BIG register staat.’

Bron:
NPCF

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
snoepen

Kinderen snoepen meer dan ouders denken

Onderzoek GfK: ouders te rooskleurig beeld over gezond eten en bewegen.

Ouders denken er alles aan te doen om hun kind gezond op te laten groeien. Denken, want hun kinderen merken er niet altijd iets van. Dat blijkt uit onderzoek van GfK in opdracht van Jongeren Op Gezond Gewicht onder ruim 1.000 ouders van kinderen van 4 tot 16 jaar en hun kinderen (12-16 jaar).

Kinderen pakken (38%) twee keer zo vaak zelf iets te snoepen dan ouders denken (19%) en ruim eenderde van de ondervraagde kinderen bekent meerdere keren per dag te snacken, terwijl maar een kwart van de ouders dat vermoedt. Ook zakgeld gaat veel vaker dan ouders denken op aan vet, zout en zoet (49% ouders, 57% kinderen).

Vaker snoepen dan één keer per dag
Al met al snoept 1 op 3 kinderen vaker dan één keer per dag en beleven kinderen meer vrijheid dan ouders denken te geven. “Het onderzoek geeft een aardig inkijkje in de problematiek van overgewicht. Iedereen wil het uiteraard graag goed doen”, zegt Paul Rosenmöller, voorzitter Convenant Gezond Gewicht en ambassadeur Jongeren Op Gezond Gewicht. “Een gezonde omgeving, waar de gezonde keuze de gemakkelijke keuze is, is belangrijk voor kinderen. We moeten gezond eten en meer bewegen gemakkelijker maken voor kinderen. Maar ouders kunnen het niet alleen. Daarom moeten alle partijen landelijk en lokaal, de handen ineen slaan!”.

Uit het onderzoek van GfK blijkt dat ouders behoefte hebben aan een gezondere omgeving. Volgens één op de vijf ouders kunnen kinderen te makkelijk aan ongezonde voeding komen en 1 op de 6 ouders vindt het vervelend hierover geen controle te hebben. Vooral de snoep- en frisdrankautomaten op school zijn hun een doorn in het oog (40%). Het zou fantastisch zijn, zeggen ouders, als er meer ondersteuning van buiten zou komen, vooral van school en vanuit de buurt. Lessen op school over gezonde voeding en bewegen, meer speel- en sportmogelijkheden in de buurt en een dagelijks fruit-tienuurtje op school zijn de drie grootste wensen. Ruim eenderde heeft wel eens behoefte aan hulp of advies over gezond eten en voldoende bewegen, het liefst van familie, vrienden of andere ouders. Gezonde omgeving Een op de zeven Nederlandse kinderen is te dik. Dat is bijna de helft meer dan 30 jaar geleden en de teller loopt nog steeds.

JOGG, is de beweging waarbij iedereen in een stad, dorp of wijk zich inzet om gezond eten en bewegen voor jongeren gemakkelijk en aantrekkelijk te maken. In een JOGG-gemeente werken overheid, (lokaal) bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties
samen aan een gezonde omgeving voor de jeugd. Het is een lokale, duurzame aanpak die effectief bewezen is om overgewicht bij de jeugd om te zetten in een daling.

Bron:
JOGG, een landelijk initiatief dat zich richt op jongeren (0-19 jaar), hun ouders en omgeving. Nederland telt al 17 JOGG-gemeenten. Alle gemeenten in Nederland kunnen zich aansluiten bij JOGG. JOGG is de aanpak, volgens het Franse EPODE, die alle initiatieven in een gemeente bundelt en hen handvatten biedt om gezond eten en meer bewegen gemakkelijker te maken voor kinderen, ouders, scholen, hulpverleners e.a.


Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Thema A-Z
kaak

Botopbouw bij kaakimplantaat: alternatieven onder de loep

Na het verliezen van tanden en kiezen in de bovenkaak, slinkt de kaakwal en zakt de neusbijholte (sinus maxillaris) vaak uit. Daarom moet vaak een bottransplantaat worden aangebracht, voordat een implantaat kan worden geplaatst. Botopbouw in de vorm van een sinusbodemelevatie biedt veelal uitkomst om voldoende botvolume te creëren. Daniela Rickert beschrijft in haar proefschrift verschillende behandelmethodes voor deze procedure met als doel het ziektecijfer van de ingreep zo laag- en de genezingsperiode zo kort mogelijk te houden.

Onafhankelijk
Uit een literatuurstudie blijkt het implantaatoverlevingspercentage onafhankelijk te zijn van het materiaal dat gebruikt is voor de sinusbodemelevatie, tenminste als een voldoende lange genezingstijd in acht wordt genomen voordat de implantaten worden geplaatst.

Piëzochirugie
Verder stelt Rickert vast dat piëzochirugie, een techniek op basis van ultrasone trillingen, een goed alternatief is voor het gebruik van conventioneel gebruikte instrumentarium ten behoeve van sinusbodemelevatie chirurgie. Piëzochirurgie heeft echter geen evidente voor- of nadelen ten opzichte van de conventionele techniek met roterend instrumentarium. Welke techniek de voorkeur heeft, is operateur-afhankelijk.

Botsubstituut
Tenslotte concludeert Rickert dat het gebruik van een botsubstituut zoals BioOss® gemengd met een beenmergconcentraat rijk aan MSCs (mesenchymale stamcellen) een goed alternatief vormt voor een behandeling met alleen autoloog bot (bot geoogst bij de patiënt zelf). Hierbij kan een vergelijkbare genezingsperiode in acht worden genomen en kan het ziektecijfer van de donorplaats worden verminderd. Implantaatoverleving lijkt lager te zijn in de MSCs-groep, maar de conditie van de weefsels rondom de implantaten blijkt een jaar na het functioneel belasten van de implantaten gelijk te zijn voor beide technieken.

Promotie
Mevrouw D. Rickert, 4 juli 2012, 14.30 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen

Promotor(s): prof.dr. G.M. Raghoebar, prof.dr. A. Vissink, prof.dr. H.J.A. Meijer
Faculteit: Medische Wetenschappen

Daniela Rickert (Duitsland, 1983) studeerde tandheelkunde in Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan de afdeling Mondziekten en Kaakchirurgie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Ook na haar promotie blijft Rickert werkzaam als tandarts in Beilen.

Bron:
Rijksuniversiteit Groningen

Lees meer over: Implantologie, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Slecht gebit kan invloed hebben op mentale gezondheid

70% van de mensen met een slecht gebit geeft aan dat dit hun leven negatief beïnvloedt. Dit blijkt uit onderzoek onder ruim 2.000 volwassenen in het Verenigd Koninkrijk geplaatst op Dentistry. Bijna 29% van de volwassen gaf aan een slecht gebit te hebben, wat neerkomt op 14 miljoen Britten.

Niet durven lachen
Het niet durven lachen met een slecht gebit heeft de meeste impact op de mentale gezondheid. 39% van de mensen met een slecht gebit geeft aan hun gebit te verbergen bij het lachen of zelfs helemaal niet meer te lachen. Ook kan het gevoel van eigenwaarde verminderen: 31% geeft aan zich minder zelfverzekerd te voelen.

15% van de volwassenen met een slecht gebit voelt zich depressief en is geremd om buitenshuis te zijn. 10% zegt minder te praten en 7% geeft zelfs aan dat hun liefdesleven negatief wordt beïnvloed door hun gebit.

Vrouwen
Het onderzoek laat zien dat vrouwen mentaal gevoeliger zijn voor een slecht gebit: 78% van de vrouwen met een slecht gebit geeft aan dat dit invloed heeft versus 63% van de mannen. Vrouwen geven overigens minder toe dan mannen dat zij hun tanden slecht verzorgen: 26% van de vrouwen versus 33% van de mannen.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Tandarts moet verplicht nascholen

Emeritus hoogleraar tandheelkunde Fons Plasschaert geeft in het blad Graadmeter z’n visie over het rapport van de Gezondheidsraad “De mondzorg van morgen”.

‘Dat is verplicht, punt uit’
Plasschaert is het eens met de constatering dat een deel van de tandartsen na het afronden van hun studie nooit meer iets aan nascholing doet. De raad verbindt daaraan echter nauwelijks conclusies, vindt de emeritus hoogleraar. „Er is geen enkele verplichting tot na- en bijscholing en veel tandartsen hebben er ook helemaal geen zin in. Zeker 20 procent volgt geen enkele vorm van nascholing. Iemand moet nu gewoon zeggen: Dat is verplicht, punt uit. Er moet een instituut komen waarnaar tandartsen moeten luisteren.”

Evidence-based richtlijnen
Ook is Plasschaert het eens met de conclusies van de Gezondheidsraad dat er gewerkt zou moeten worden volgens evidence-based richtlijnen. „In een richtlijn wordt alle kennis gedocumenteerd en worden de afwegingen genoemd bij het maken van keuzes in een behandelsituatie. Dat helpt de tandarts en is bovendien fijn voor de patiënt.” Plasschaert onderschrijft dat er weinig epidemiologische gegevens zijn over de Nederlandse mondgezondheid maar stelt dat richtlijnen goed opgesteld kunnen worden aan de hand van praktijkervaring. “We moeten het gewoon doen”, volgens Plasschaert.


Lees meer over: Kennis, Scholing
studenten

Loten is zo gek nog niet

16 miljoen bondscoaches konden het dit EK niet eens worden over de juiste selectie van Oranje. Wiens kwaliteiten als spits zorgde voor optimale prestaties? Van Persie of Huntelaar, beiden topscorer in hun competities? Selecteren op de juiste eigenschappen bleek zo makkelijk nog niet. Hetzelfde geldt voor de opleiding geneeskunde en tandheelkunde.

Lees de column van Hein Handgraaf, voorzitter KNMG Studentenplatform.

Lees meer over: Kennis

Opvallende marketingactie: Hoe motiveer je pubers tot een bezoek aan tandarts of mondhygiënist?

Het is niet makkelijk om pubers te triggeren om naar de tandarts of mondhygiënist te gaan. Een voorbeeld van een bijzondere marketing aktie.

 

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Brochure over herregistratie BIG-register voor tandartsen

Sinds 1 januari 2012 is herregistratie in het BIG-register verplicht voor tandartsen. De herregistratiedatum ligt vijf jaar na de datum van uw diploma, vakbekwaamheidsverklaring of erkenning van beroepskwalificatie. Ligt deze datum vóór 1 januari 2012, dan is uw herregistratiedatum 1 januari 2017. Uiterlijk zes maanden voor de herregistratiedatum ontvangt u van het BIG-register een oproep.

Criteria
Er gelden twee criteria voor herregistratie: de werkervaringseis of de scholingseis. De eenvoudigste manier om voor herregistratie in aanmerking te komen is voldoende te werken in het beroep waarvoor u staat ingeschreven in het BIG-register. In een periode van 5 jaar moet u 2080 uur als tandarts werkzaam zijn.

Wie niet werkt of de urennorm niet haalt, kan een scholingstraject volgen om in aanmerking te komen voor herregistratie.

Specialistenregister
Staat u ingeschreven bij de Specialisten Registratie Commissie NMT? Dan hoeft u geen aanvraag voor herregistratie in te dienen voor uw basisberoep in het BIG-register. Beroepen met een specialisme kennen een stelsel van herregistratie waarvoor hogere eisen gelden. Herregistratie in een erkend specialisme betekent daarom automatisch herregistratie in het BIG-register.

Lees meer over: Kennis, Scholing
app-hartstichting

KNMG: Keuring medische apps zinvol

Er moet een keurmerk voor medische apps komen. Hiertoe riep de KNMG op. Uit een enquête van Artsennet onder het KNMG-ledenpanel blijkt dat driekwart van de ondervraagde artsen behoefte heeft aan een keurmerk voor medische apps. Dit meldt de KNMG op haar website.

Een medische app, waarmee bijvoorbeeld een patiënt zelf zijn bloeddruk kan meten, zou volgens de huidige normen een CE-keurmerk moeten krijgen. Alleen is dat volgens de KNMG niet voldoende, omdat zo’n keurmerk niet aantoont dat het resultaat altijd betrouwbaar is.

Een deel van de medische apps is bovendien niet gekeurd. De KNMG vindt dat het CE-keurmerk moet worden uitgebreid of dat er een speciaal keurmerk moet komen voor deze applicaties.

Lees meer over: Actueel, Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z

Congres: Be prepared for your patient, 6-8 september, Rotterdam

Van 6-8 september 2012 vindt het 36e jaarlijkse congres van de European Prosthodontic Association (EPA) plaats met als titel: Be prEPAred for your patient.

De belangrijkste key-note speakers zijn: Prof. Nico Creugers, Prof. Daniel Wismeijer, Prof. Finbarr Allen, Prof. Gert Meijer, Prof. Marco Cune, Prof. Albert Feilzer, Prof. David Bartlett, Dr. Hans van Pelt, Prof. Regina Mericske-Stern en Prof. Paul Lambrechts.

Locatie:
De Doelen, Rotterdam

Organisatie
European Prosthodontic Association (EPA)

Meer informatie
Bezoek website

Lees meer over: Kennis, Scholing

Video mondzorg voor verzorgenden verpleeghuisbewoners

Het aantal mensen in verpleeghuizen met een eigen gebit neemt toe. Uit eerder onderzoek is gebleken dat de mondhygiënische zorg gebrekkig is. Met steun van het fonds OGZ heeft TNO o.a. een instructievideo/DVD voor verzorgenden gemaakt om de mondgezondheid van verpleeghuisbewoners te verbeteren.

Bekijk de video

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Promotieonderzoek tanderosie

Derk Jan Jager onderzocht hoe tanderosie ontstaat en de rol van (fris)dranken, speeksel, speekselfilm/pellikel en tandpasta hierbij voor zijn proefschrift. Promotie 27 juni UMCG.

Jager ondervond dat de erosieve potentie van een drank sterk afhankelijk is van de pH en de saturatie daarvan. Individuele verschillen in vatbaarheid voor tanderosie kunnen voor een groot deel verklaard worden door verschillen in speeksel- en pellikelsamenstelling.


Promotie: dhr. D.H.J. Jager, 14.30 uur, Academiegebouw, Broerstraat 5, Groningen
Proefschrift: Dental erosion. The role of acidic beverages, saliva and toothpastes in the development and reduction of dental erosion
Promotor(s): prof.dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans, prof.dr. A. Vissink, prof.dr. M.S. Cune
Faculteit: Medische Wetenschappen, UMCG

Jun 2012

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

NVM viert 45-jarig bestaan met groots Lustrumcongres

De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten bestaat in september 45 jaar. dental INFO interviewde Dymph Bijnen, oud-NVM-bestuurslid, over het Lustrumcongres en het beroep van mondhygiënist.

Kunt u iets vertellen over de ontwikkeling van het beroep van mondhygiënist?
‘Het beroep van mondhygiënist heeft een flinke ontwikkeling doorgemaakt. Mondhygiënisten werden in eerste instantie gezien als hulpkracht van de tandarts. In 45 jaar tijd heeft de mondhygiënist zich ontwikkeld tot een zelfstandige professional met eigen kennis en zorggebieden. De bij aanvang tweejarige opleiding is bovendien vervangen door een vierjarige HBO opleiding. Alles bij elkaar geeft dit aan dat de maatschappij de mondhygiënist als zelfstandige professional ziet.’

Wanneer zijn de eerste mondhygiënisten afgestudeerd?
‘In 1967 zijn de eerste mondhygiënisten afgestudeerd in Nederland. In Amerika zijn mondhygiënisten al veel langer aan het werk. De eerste Nederlandse mondhygiënisten zijn op initiatief van het ministerie van VWS in Amerika opgeleid. De NVM is dus direct vanaf de start van de eerste Nederlandse mondhygiënisten opgericht.’

Hoeveel leden heeft de NVM inmiddels?
‘De NVM heeft inmiddels ruim 2.000 leden. In totaal zijn er bijna 3.000 mondhygiënisten, ongeveer 75% is dus lid van de vereniging.’

Van 27 t/m 29 september organiseert de NVM een Lustrumcongres in Maastricht met als titel ‘M(H)aastricht in Flow’. Kunt u deze titel toelichten?
‘We hebben gekozen voor ‘flow’ omdat dit de dynamiek van het beroep aangeeft. De mondhygiënist is constant in beweging en maakt een vloeiende expansie door. We wilden ook het woord ‘mondhygiënist’ in de titel verwerken en kozen daarom voor
‘M(h)aasticht’. Een leuke details is dat de rivier de Maas door Maastricht stroomt en de flow ook hier weer in terugkomt.’

Op het programma staan vakgroepbijeenkomsten, workshops, wetenschappelijke sprekers, een interactief lezingen programma, een feestavond én high tea. Een uitgebreid programma.  Welke programmaonderdelen zou u aanraden?
‘Oh, dat is een moeilijke vraag. We hebben getracht om zoveel mogelijk leden goede aanknopingspunten te geven. Zo hebben we op donderdag vakgroepbijeenkomsten en diverse workshops. Op de vrijdag is er een internationale congresdag met wetenschappelijke sprekers. Zaterdag wordt meer een praktische dag waarop duo’s van tandartsen en mondhygiënisten presentaties geven. De dagvoorzitter voor de zaterdag is Dr. Schelte Fokkema. Hij is opgeleid als mondhygiënist, vervolgens als tandarts en parodontoloog en is daarna gepromoveerd. De samenwerking tussen tandarts en mondhygiënist is voor hem een bekend gebied.’

Welke nieuwe ontwikkelingen worden er tijdens het congres gepresenteerd?
‘EMS introduceert een apparaat voor het schoonmaken onder het tandvlees. Zij geven hierover donderdag een workshop ‘Nieuwe concepten mondzorg’. Zaterdag geven Mr Jeroen Craandijk en Dr. Katarina Jerkovic-Cosmic MSc een presentatie over taakdelegatie. Met vragen over hoe taakdelegatie werkt en welke tekortkomingen er zijn. Dit is een spanningsveld dat meer aandacht verdient en ook steeds meer krijgt.’

Er is ook een kennisplein. Wat kunnen de bezoekers hier zien?
‘Binnen de mondzorg zijn diverse baanbrekende mondhygiënisten actief. Zij kunnen op het plein hun kennis tentoonstellen zodat collega’s hier weer nieuwe inzichten kunnen opdoen. Een voorbeeld is een richtlijn voor behandeling van diabetespatiënten en informatie over het certificeren van een praktijk. Ook kunnen mondhygiënisten onderzoeken laten zien die zij in hun praktijk hebben gedaan.‘

Wat is uw taak binnen de lustrumcommissie?
‘Ik ben verantwoordelijk voor het wetenschappelijke en sociale programma, dus voor zowel het nuttige als het aangename deel. Samen met Dagmar Else Slot ben ik gestart met de organisatie en in de loop van de tijd zijn daar een aantal mensen bijgekomen die meehelpen met de uitwerking. Ik vind het erg leuk om te doen en het is een uitdaging om voor ieder wat wils op tafel te leggen.’

Hoeveel bezoekers worden er verwacht?
‘We verwachten 600 tot 800 bezoekers voor zowel vrijdag als zaterdag. Voor donderdag zal dit iets minder zijn, alhoewel we nu al 300 aanmeldingen hiervoor binnen hebben.’

Is het lustrumcongres alleen voor mondhygiënisten toegankelijk?
‘Nee, het lustrumcongres is voor iedereen toegankelijk. Er zijn ook (preventie)assistenten die meekomen en hier en daar zie je een enkele tandarts. Sommige praktijken maken er een teamuitje van en komen met z’n allen.’

Dymph Bijnen is één van de drijvende krachten achter het Lustrumcongres. Zij is bij de NVM verantwoordelijk voor het KRM. Eerder was zij NVM-bestuurslid voor bij- en nascholing. Ze is mondhygiënist en heeft een praktijk samen met haar man die werkzaam is als tandarts.

 

Lees meer over: Kennis, Scholing

Nabloeding of trombo-embolisch accident: hoe weegt u de kansen af?

Voor een behandeling dient u te weten hoe snel het bloed van uw patiënt stolt. Zo kunt u de kans op een (geringe) nabloeding afwegen tegen de kans op een trombo-embolisch accident.

Volgens specialist in mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie Jacques Baart is het bij de eerste kennismaking met de patiënt uiterst belangrijk om nota te nemen van de algemene gezondheidstoestand van de patiënt. Baart: “Zoals u op een feestje zegt “Hoe maak je het?” , vraagt u in de praktijk “Bent u goed gezond?” De patiënt zal veelal zeggen ”Ja, dank u”, dat gaat bijna vanzelfsprekend. Daarom is het belangrijk om goed door te vragen.”

Naast of in plaats van het laten invullen van een gezondheidsvragenlijst kunt u de volgende vragen stellen:

  • Gebruikt u medicatie? Specificeer uw vraag: pillen/poeders, druppels, zalven? Op recept/zelf gekocht?
  • Wanneer was u voor het laatst bij de huisarts/specialist?
  • Bent u ooit opgenomen of geopereerd geweest in een ziekenhuis?
  • Bent u allergisch of overgevoelig voor bepaalde medicijnen, stoffen? En zo ja, waaruit bleek dat precies?
  • Gebruikt u bloedverdunners?

In geval van ernstige gingivitis/parodontitis, is het raadzaam uw patiënt eerst naar de mondhygiënist te verwijzen.

Antitrombotica
Antitrombotica (ook wel antitrombosemiddelen genoemd) is een verzamelnaam voor middelen zoals heparine, coumarinederivaten en salicylaten, die bij invasieve ingrepen leiden tot een hemorragische diathese (neiging om gemakkelijk te bloeden) bij de patiënt. Er wordt onderscheid gemaakt tussen anticoagulantia en trombocytenaggregatieremmers.

  • Anticoagulantia (vitamine K-antagonisten, directe trombineremmers en anti-Fxa-remmers) zijn middelen die de bloedstolling beïnvloeden.
  • Trombocytenaggregatieremmers (TAR’s) zoals de salicylaten Aspirine® en Ascal® remmen de bloedstelping niet, maar gaan het samenklonteren van geactiveerde trombocyten tegen.

INR-waarde
Voordat u tot behandeling overgaat dient u op de hoogte te zijn van de actuele INR-waarde (de mate van bloedstolling) van uw patiënt. De meting van de INR-waarde dient niet ouder te zijn dan 24 uur, maar de voorkeur gaat uit naar INR-bepaling één uur voorafgaand aan de behandeling. Deze INR-bepaling vindt plaats bij de trombosedienst, maar er zijn ook apparaten op de markt voor gebruik in de praktijk. Deze werken door middel van een vingerprik.

Door: Maja Faasen

Bron: Verslag door dental INFO van het congres Medische aspecten van de tandheelkundige praktijk van bureau Kalker

Jacques Baart studeerde tandheelkunde in Nijmegen en specialiseerde tot kaakchirurg in Amsterdam. Vanaf 1979 is hij als specialist verbonden aan de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie VUmc en aan ACTA te Amsterdam. Hij vervult daar de rol van afwisselend chef de clinique, chef de policlinique, werkplekmanager en docent. In de patiëntenzorg richt hij zich vrijwel uitsluitend op kaakchirurgie bij kinderen. Hij is (mede) auteur van meer dan 125 wetenschappelijke artikelen en van enkele leerboeken, waaronder ‘Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie’ en ‘Lokale Anesthesie in de Tandheelkunde’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Rokers en drinkers hebben drie keer meer kans op orale gezondheidsproblemen

Rokers en drinkers hebben drie keer meer kans op orale gezondheidsproblemen

Uit onderzoek blijkt dat mensen die afhankelijk zijn van alcohol drie keer meer kans hebben op ernstige tandvleesaandoeningen dan gelegenheidsdrinkers. Dit blijkt uit onderzoek gepubliceerd in de Journal of Clinical Periodontology. Het onderzoek stelt ook dat wanneer afhankelijkheid van alcohol gecombineerd wordt met roken, de kans op het ontwikkelen van ernstige tandvleesaandoeningen verder wordt vergroot.

Tandvleesaandoeningen
Hoewel tandvleesaandoeningen niet als serieus gezondheidsprobleem gezien mogen worden, is dit wel de hoofdoorzaak van tandverlies bij volwassenen. Slechte orale gezondheid wordt ook gekoppeld aan beroertes, hartaandoeningen, meningitis, pneumonie en mondkanker.
Dr. Nigel Carter, hoofd van het bestuur van de British Dental Health Foundation, geeft aan dat dit onderzoek een verdergaande waarschuwing moet zijn voor men die alcohol in overmaat consumeert. Er is namelijk steeds meer bewijs dat de mate van alcoholconsumptie die wij veilig achten, niet juist is, voornamelijk wanneer dit wordt gecombineerd met roken. Maar ook wie niet of nauwelijks drinkt, is vatbaar voor gezondheidsproblemen. Bijna 1 op de 5 mensen die in de studie werden geobserveerd had een ernstige tandvleesaandoening, die wordt verergerd door roken.

Hét cruciale punt is dat met een goede mondhygiëne, dentale problemen kunnen worden voorkomen. Het ontwikkelen en volhouden van een goede routine helpt dan ook bij het afwenden van een hele reeks gezondheidsproblemen. Er is dus geen excuus voor slechte mondhygiëne.
De drie belangrijkste adviezenvoor een goede mondgezondheid van de Foundation zijn:

  1. Poets uw tanden voor twee minuten tweemaal per dag met een fluoride tandpasta.
  2. Verminder uw suikerinname.
  3. Bezoek de tandarts regelmatig en zo vaak als wordt aanbevolen.
    Maar naast deze drie adviezen kunnen patiëntendoor interdentale reiniging, het gebruik van mondwater en suikervrije kauwgom de toename van orale gezondheidsproblemen verder reduceren.

Waarschuwing
Het onderzoek geeft daarnaast de waarschuwing dat er 210.000 te voorkomen doden in Engeland en Wales zullen volgen, tenzij de alcoholwetten worden veranderd. 70.000 van deze doden zullen veroorzaakt worden door chronische ziekten als hoge bloeddruk, beroertes, hartaandoeningen, borstkanker en mondkanker. Dit zijn aandoeningen die wetenschappers eerder hebben gekoppeld aan een slechte orale gezondheid.

Mondkanker
Volgens de Foundation kan overmatig alcoholgebruik het risico op mondkanker met een factor vier vergroten. Het stimuleren van mensen te stoppen met roken en overmatige alcoholconsumptie kan levensreddend zijn.

Bron: The Probe
29 maart 2012

 

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Verwijzing maakt plaats voor samenwerkingsverzoek

De Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde (NVVRT) organiseerde het congres TeamApproach. Dick Barendregt belichtte er de trucjes van een goede samenwerking tussen zorgverleners.

Gezamenlijk doel
Voorafgaand aan Barendregts presentatie was er een opdracht: neem een A5-je en vouw het over de lengte dubbel. Maak er een pakketje van en vouw beide kanten naar boven. Open het pakketje en aanschouw het resultaat. Slechts weinig congresgangers hadden het bedoelde bootje weten te produceren. De oorzaak: het ontbreken van een duidelijk gezamenlijk doel. En dus les één: een goede samenwerking is alleen mogelijk als iedereen hetzelfde doel voor ogen heeft.

Controle
Barendregt stelt dat we een voorbeeld kunnen nemen aan Apple. Apple staat voor kwaliteit, passie en commercie. Met de appel als logo, heeft het merk een hele schare volgers en is het duidelijk in controle.

Een ander mooi voorbeeld van perfecte controle en een geweldige samenwerking, was te zien op een foto van twee marineschepen, die zeer dicht naast elkaar varen om bepaalde waren over en weer te brengen. Eén stuurfoutje, één communicatiefoutje, en de schepen waren tegen elkaar gebotst. Wat niet is gebeurd. Ook viel er niemand overboord. Maar in het geval dat wel wel was gebeurd, dan was drie keer ‘Zwemmen!’ roepen en achter de drenkeling aan springen, genoeg geweest om de situatie te redden.

Interdependent
Voor zo’n krachtige samenwerking is wel wat nodig, weet Barendregt. Mensen moeten over een grens stappen, wat misschien heel oncomfortabel aanvoelt. “Hebben we als persoon net moeite gedaan om ons te ontwikkelen van ‘dependent’ naar ‘independent’, en dan moeten we nu de stap nemen naar ‘interdependent’. Bij deze laatste stap moeten we het moeizaam verworven zelf don weer loslaten en het echt samen gaan doen. Dat betekent dat we eigen ideeën moeten laten varen om samen nog betere ideeën te ontwikkelen. Ieder lid in het team neemt vervolgens een deel van de behandeling op zich waarin hij expert is. 

Menselijk lichaam
Ook het menselijk lichaam heeft een samenwerking. Zo heeft het parodontaal ligament andere weefsels nodig om zichzelf te herstellen. Het parodontaal ligament van een tand wat in een aveole wordt geplaatst doordat er een element door parodontitis verloren is gegaan (auto-transplantatie), kan prima helen. Het lichaam doet dit zelf. Andere interacties zoals botopbouw zijn hier niet voor nodig.

Passie
Het geheim van interdisciplinair werken is dat u weet wat uw vakgebied is, dit uitvoeren en verantwoordelijk voor de uitkomst willen zijn. Blijven doorgaan, ook als het tegenzit. En u moet vooral doen wat u leuk vindt. Als u passie heeft, dan is het werken op zich de beloning. Samenwerken betekent bij elkaar in de keuken kijken, over de schutting heen kijken. En u vervolgens afvragen hoe u het de ander makkelijk kan maken. Zo maken orthodontisten foto’s zodat ze kunnen terugkijken en hun ervaringen kunnen delen met collega’s.

Respect
Welk beroep men ook heeft binnen de mondzorg, het maakt niet uit, men is nodig. Men zal respect voor elkaar moeten hebben om met elkaar te kunnen samenwerken. Het allerbelangrijkste is volgens Barendregt dat men bij elkaar gaat zitten, elkaar aankijkt en met elkaar praat en, ook belangrijk, samen eet. “Hou van uw personeel; zij moeten het uiteindelijk gaan doen. Met elkaar ontstaan andere ideeën en kunnen plannen worden gemaakt voor de patiënt, waarmee gestelde doelen zo snel mogelijk en met zo min mogelijk handelingen worden behaald.”


Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron: Verslag van het congres TeamApproach van de NVVRT, 2012





Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z

Gouden combinatie: Cone Beam CT en microscopie

Minimaal invasief werken? Dr. Paul Lambrechts heeft de sleutel met de combinatie van Cone Beam CT en microscopie.

De combinatie maakt het traceren van complexe wortelkanaalanatomiën voorspelbaarder en de behandeling ervan controleerbaar. In zijn voordracht tijdens het congres van de Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde leidde Lambrechts verschillende klinische cases in en besprak de indicatiestelling voor de Cone Beam CT.

Stralenbelasting
Iedere discipline binnen de tandheelkunde kan baat hebben bij de Cone Beam CT. De 3Dscan kan opnames maken van 360 graden. Hij kan echter ook 180 graden ingesteld worden, wat zorgt voor minder stralenbelasting. De stralenbelasting van een opname komt overeen met drie dagen kosmische straling als men gewoon rondwandelt.

Prognose
De opname laat heel goed het parodontaal ligament zien, de limina dura, de pulpa en ook de weke weefsels kunnen in detail worden bekeken. Men kan veel beter een prognose stellen: alle structuren zijn te zien. Men kan bijvoorbeeld zien hoeveel bot er is, waar het foramen zit en tot waar een resorptie exact gaat.

Pulpastenen
Lambrechts eerste casus ging over een element waar hij het crackedtooth syndroom bij vermoedde. Er werd een CBCT-scan gemaakt, waardoor hij snel alle 7 (!) kanalen wist te vinden. Bij pulpastenen is het ook zeer handig: men weet dan van tevoren waar die precies zitten. Men weet hierdoor precies tot waar geboord moet worden. De pulpasteen kan vrijgelegd worden en vervolgens kan het steen met ultrasoon worden weggehaald. Het voordeel van ultrasoon is dat de preparatie niet wijder wordt; het is dus minimaal invasief.

Dens invaginatus
Bij dens invaginatus kunnen zich erg lelijke apicale ontstekingen voordoen. Ook hier kan de CT worden gebruikt om de invaginatie te lokaliseren. Daardoor kan men goed het pad van de diamantboor bepalen. Door de CT-opname in sagitale richting kan ook heel nauwkeurig en snel de lengte worden bepaald.

Externe resorptie
“Wat is dit?” De zaal riep massaal: “Pinkspot!” “Dus?” “Externe resorptie!” Interne resorptie kan ontstaan zijn tijdens de orthodontische behandeling, zei Lambrechts voorzichtig. Het zou wel eens een controversiële opvatting kunnen zijn. Door de behandeling ontstond er een cementumdefect. Mondhygiëne is erg moeilijk bij brackets. “Er kwam wat tandsteen et voila, een porte d’entree!” Zo ontstond de externe cervicale resorptie en hierin ontstaat osteodentine. De congresbezoekers werden verwend met een prachtig plaatje hiervan.

Voor de behandeling wordt de gingiva verlaagd naar de porte d’entree. Dan kan in de tand worden gecuretteerd en kan ook de sonicsys worden gebruikt. Vervolgens wordt er dan gespoeld met natriumhypochloriet en wordt er goed afgedicht.

De volgende mooie beelden waren van een mid apicale split bij een onderpremolaar: het kanaalverloop is hierbij op het einde gesplitst. Bij vijlen druk je de bacteriën in de anastomoses. Dus werd er aangeraden om de bacteriën te verwijderen met de ultrasoon. De bacteriën komen dan als een melkachtige substantie tevoorschijn. Het is ook niet enkel met spoelen weg.
Bij follow-up na het vervaardigen van een endo kan men de beelden van de CT mooi naast elkaar leggen.

Er waren nog veel meer casussen met geweldige beelden. Maar deze zijn met geen pen te beschrijven!

Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron: Verslag van het congres TeamApproach van de NVVRT, 2012

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Peuters hangen fopspeen in de spenenboom

Afscheid nemen van een fopspeen is voor sommige kinderen een nachtmerrie. In Denemarken en Zweden is het een traditie dat peuters op hun derde hun fopspeen vaarwel zeggen en in een spenenboom hangen. Ook het Belgische Aalst krijgt er een. Een 115 jaar oude hazelaar wordt omgedoopt tot spenenboom.

Dit wordt niet de eerste spenenboom, want in het natuurmuseum De Wereld van Kina in Gent staat er ook al een. “We hopen zo meer ouders van over heel Vlaanderen ervan te overtuigen dat een fopspeen niet goed is voor de ontwikelling van de tand- en kaakstand. De tandartsenkring van Aalst is meteen mee in het project gestapt. In alle praktijken in Aalst liggen flyers en een aantal tandartsen zal tijdens de inhuldiging workshops tanden poetsen geven.”, schrijft de Gazet van Antwerpen.

Ook is er een voorleesboekje Fenne en de Tuttenboom gedrukt.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Studenten tandheelkunde hebben hoogste studieschuld

Studenten tandheelkunde hebben hoogste studieschuld

Afgestudeerden van de opleiding tandheelkunde hebben de hoogste studieschuld van alle studenten. Gemiddeld leenden zij 23.600 euro. Dit blijkt uit onderzoek van Elsevier.

In 10 jaar tijd is de gemiddelde studieschuld van alle  pasafgestudeerden die tijdens hun studie leenden verdubbeld, concludeert Elsevier. Lees het hele artikel.


Bron:
Elsevier


Lees meer over: Kennis

Minister Schippers start permanente e-Health monitor

Door slim gebruik van e-health zijn grote voordelen in de gezondheidszorg te behalen. Minister Schippers wil sterk inzetten op het stimuleren van het gebruik van e-health. Om een beter zicht te krijgen op het gebruik van e-Health in Nederland start de minister een permanente monitor. Deze monitor moet zorgpartijen ook stimuleren om met e-Health aan de slag te gaan en betere coördinatie mogelijk maken.

Middel
‘Het gebruik van e-health kan helpen bij de uitdaging om de vrijheid en zelfredzaamheid van patiënten te versterken, oplossingen te bieden voor het dreigend personeelstekort, het verbeteren van de patiëntveiligheid en de zorg en de kostenstijging te beperken. Maar boven alles is ICT een middel en geen doel en moet als zodanig ook worden ingezet.’ Dit schrijft minister Schippers in een brief aan de Tweede Kamer.

Regelgeving
Ook gaat zij samen met de NZa kijken welke regelgeving aangepast dient te worden om het gebruik van e-health breder mogelijk te maken en te stimuleren. Daarnaast stelt zij 5 miljoen euro beschikbaar voor het creëren en toepassen van standaarden op het gebied van e-Health.

Voorbij
‘De vrijblijvendheid is voorbij, alleen als er echt werk van gemaakt wordt, krijgen e-Health toepassingen een plaats in onze gezondheidszorg. Ik wil hierbij graag ondersteunen, maar het is aan het veld zelf om hiermee aan de slag te gaan,’ aldus Schippers.

Nationale Implementatie Agenda (NIA)
In haar brief sluit de minister aan bij de Nationale Implementatie Agenda (NIA) e-Health die haar eerder vandaag werd aangeboden door vertegenwoordigers van patiënten, zorgverleners en zorgverzekeraars.

Bron:
Rijksoverheid


Lees meer over: E-health, Kennis