ZegelGezond: Nieuw keurmerk voor medische informatie op internet

ZegelGezond: Nieuw keurmerk voor medische informatie op internet

Het nieuwe keurmerk ZegelGezond moet mensen helpen betrouwbare medische informatie op internet te vinden.

Volgens ZegelGezond zijn er zo’n 15.000 websites met medische informatie in Nederland en is ongeveer de helft daarvan niet betrouwbaar, omdat de informatie verouderd, incompleet of zelfs onjuist is. Vandaar dat, na aanmelding, een website langs een hele lijst criteria wordt gelegd om een zegel te krijgen. De website wordt vervolgens getest en met een cijfer gewaardeerd door een groep experts uit het veld en een groep ervaringsdeskundigen zoals patiënten.

Zo’n 75 organisaties hebben zich in het voortraject ingeschreven voor een zegel.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Ramadan 2012: NIGZ ontwikkelt brochure met ramadanadviezen

Deze zomer komt de vastenperiode voor de moslims er weer aan: de Ramadan. Gezondheidsinstituut NIGZ heeft een brochure ontwikkeld voor professionals ter ondersteuning van gezondheidsadvies aan moslimpatiënten.

Waarom een brochure met Ramadanadviezen?
De regels en gebruiken gedurende de Ramadan kunnen het genezingsproces van een gelovige moslimpatiënt beïnvloeden. Deze brochure is een hulpmiddel om de moslimpatiënt te adviseren en bevat informatie voor de hulpverleners hoe de folder kan worden gebruikt. De bijlage van de brochure begint met Nederlandstalige uitleg; vervolgens is per taal (Turks, Arabisch, Farsi en Somalisch) één pagina met uitleg voor de patiënt opgenomen. Deze pagina’s kunt u kopiëren en aan de patiënt meegeven.

Klik hier om de brochure te downloaden.

Wilt u meer informatie?
Bent u geïnteresseerd in de speciale editie van ZienWetenEten voor de Ramadan? Kijk voor meer informatie op www.toremindyou.nl  en www.zienweteneten.nl

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis
ivoren-kruis

Patiëntenleaflets Ivoren Kruis ook geadviseerd door Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen

De VBT, Vlaamse Beroepsvereniging Tandartsen, werkt samen met het Nederlandse Ivoren Kruis en verwijst haar leden naar de patiëntenleaflets van het Ivoren Kruis. Via de website van het Ivoren Kruis kunnen tandheelkundig zorgverleners een 40-tal patiëntenleaflets bekijken en bestellen.

VBT-leden ontvangen 30% korting op de standaardprijzen van de leaflets. In de webshop kunt u bij uw bestelling aangeven dat u VBT-lid bent en uw RIZIV-nummer vermelden om de korting te ontvangen.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Zogenaamde mondhygiënist aangehouden

Afgelopen week is iemand door de politie aangehouden die zich al geruime tijd ten onrechte uitgaf als mondhygiënist en in die hoedanigheid ook patiënten behandelde. Deze ‘zogenaamde mondhygiënist’ werd afgelopen maandag, mede door toedoen van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM), in hechtenis genomen. De verdachte, een bekende bij justitie, heeft bekend en wordt nog voorgeleid aan de politierechter.

Vervalst buitenlands diploma
De betreffende persoon wilde met een vervalst, buitenlands diploma lid worden van de beroepsvereniging voor mondhygiënisten. Dit werd door de NVM gesignaleerd en uiteraard werd een lidmaatschap van de beroepsvereniging geweigerd.

Titelmisbruik
De titel mondhygiënist mag alleen gebruikt worden door professionals die in het bezit zijn van het diploma tot Mondhygiënist (HBO). Het ten onrechte voeren van deze titel is titelmisbruik en daarom deed de NVM hiervan aangifte. Justitie startte direct een onderzoek. Ook lichtte de NVM de toenmalige werkgever in, waarna deze ‘zogenaamde mondhygiënist’ werd ontslagen. De persoon werd ‘op heterdaad betrapt’ toen deze opnieuw solliciteerde naar de functie mondhygiënist in een mondzorgpraktijk. Kort hierna vond de aanhouding plaats.

Diplomaregister
De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM) startte in 2010 het NVM een diplomaregister (DiplomaRegister Mondhygiënisten) waar consumenten en beroepsbeoefenaren kunnen checken of een behandelaar daadwerkelijk mondhygiënist is en zich dus zo mag noemen.

Klik hier voor meer informatie over het DiplomaRegister


Lees meer over: Actueel, Kennis, Thema A-Z

Marktwerking en het managen van klantgedrag

Wat is de betekenis van marktwerking, marketing en klantwaarde? En hoe managet u klantgedrag? Verslag van de lezing van prof. dr. Theo Poiesz tijdens Talking Points of Dentistry van GSK.

Prof. dr. Theo Poiesz. Poiesz is als hoogleraar Economische Psychologie en hoogleraar Health Care Management (focus Marketing) verbonden aan TiasNimbas Business School, faculteit van de universiteiten van Tilburg en Eindhoven. In zijn betoog gaat hij in op de betekenis van marktwerking, marketing, klantwaarde en geeft hij inzicht in klanten door het managen van klantgedrag. Ook in de zorg heeft marktwerking zijn intrede gedaan. De tandheelkunde moet kennis krijgen wat de waarde van mondhygiëne is voor de klant. In hoeverre is een patiënt/cliënt een klant? Op grond waarvan kiest hij? Is de keuze van de klant te beïnvloeden? Wanneer is hij tevreden? Bij marktwerking bepaalt niet de aanbieder (de zorgverlener) maar de afnemer (de patiënt). Tegen dit principe van marktwerking zijn, is hetzelfde als eb en vloed willen tegengaan. Marktwerking werkt in de meeste sectoren. Marktwerking is er. Ook in de zorg en gaat ook daar niet meer weg.


© NFP Photography

Prijs-kwaliteit verhouding
Klanten maken een keuze van aanbieders op grond van vergelijking. Die maken ze op basis van hun oordeel over kwaliteit en prijs. Aanbieders met een gunstige prijs-kwaliteitverhouding zullen overleven, die met een ongunstige verhouding vallen af. Aanbieders in de markt zullen adequaat moeten reageren. Zo zal in de (tandheelkundige) zorg de transparantie toenemen. Maar wat is transparantie? “Ik heb toch een site”, zal een aanbieder kunnen stellen. Maar is die site ook opgezet vanuit de klant? Kan de informatie op die site ook worden benut voor het maken van de keuze door de klant? Poiesz spreekt stelselmatig over klant, in plaats van patiënt. In zijn optiek legt het woord ‘patiënt’ namelijk teveel nadruk op de techniek, terwijl het woord ‘klant’ dwingt tot een afnemersperspectief.

Marktwerking
Marktwerking kent enkele voorwaarden om te kunnen ‘werken’. Er moeten verschillen zijn tussen aanbieders binnen het aanbod. En er moet sprake zijn van transparantie (afgedwongen of via marketing). Als de afnemers de verschillen begrijpen, kunnen zij hierop namelijk reageren. Op die manier ontstaat er een markt met concurrentie. Deze kan heel stimulerend zijn en ook positief werken en er zullen betere producten ontstaan. Het zal tevredener klanten opleveren die bereid zijn een hogere prijs te betalen, waardoor er een grotere winst bij de aanbieders ontstaat. Dat geeft weer gelegenheid te investeren in nóg betere producten. Negatief kan de spiraal ook werken. De roep om meer kostenverlaging, resulteert in lagere prijzen. Hierdoor ontstaat minder winst, waardoor er weer minder ruimte is voor innovatie. Dat geeft op zijn beurt een verschraling van het aanbod.

Klantwaarde
Het mag duidelijk zijn dat Poiesz in zijn betoog voor de positieve spiraal kiest. Marketing kan de marktwerking in gang brengen. Het biedt de mogelijkheid vraag en aanbod bij elkaar te brengen. Dan komt Poiesz bij de term ‘klantwaarde’. Want op basis waarvan kiest die klant nou werkelijk? Klantwaarde is de verhouding tussen de door de klant waargenomen kwaliteit en de waargenomen prijs. Als klanten het gevoel hebben overal dezelfde kwaliteit aan te treffen, zal de prijs zakken. Concurrenten kopiëren klantwaarde en klanten wennen eraan. Daardoor ontwikkelen we steeds nieuwe behoeften. Denk maar eens aan het kopje koffie bij de kapper. Het was revolutionair toen de eerste kapper een kopje koffie aan zijn klanten aanbood. Maar nu, als je nu bij de kapper komt en je hebt binnen 5 minuten na binnenkomst nog geen koffie gehad…Je komt er nooit meer terug! Dus klantwaarde is behalve die waargenomen kwaliteit en prijs ook een beoordeling van comfort en positieve emotie in verhouding tot de betaalde werkelijke prijs, de bijkomende kosten (bijvoorbeeld parkeerkosten) en negatieve emotie (angst, onzekerheid). Aanbieders in de (mond)zorg hebben de neiging vooral op kwaliteit te focussen. Maar als klanten die kwaliteit niet zien of niet kunnen beoordelen, beïnvloedt dat de prijzen negatief. Dus niet alleen die feitelijke tandheelkundige kwaliteit moet in orde zijn, ook de factoren die klanten zelf kunnen beoordelen: de receptie, zit de stoel lekker, ruikt het er oké? Ook deze elementen zullen bijdragen aan de beoordeling en de keuze om hier terug te komen of niet.

Onderscheidend
Alle aanbieders zullen hun meerwaarde presenteren en continue op zoek zijn naar een onderscheidende meerwaarde. In de zorg is dan ook een verschuiving te zien van waarde, naar meerwaarde, naar onderscheidende meerwaarde.
Triade-model voor klantgedrag
Maar is de keuze van de klant te beïnvloeden? Daarvoor is het nodig het gedrag van klanten, in dit geval de klantkeuze, te begrijpen. Want wie het klantgedrag begrijpt, kan die ook managen. Daarvoor schakelt Poiesz het Triade-model in. Dit eenvoudig model is al op veel terreinen met succes toegepast en lijkt ook voor de tandheelkunde een relevant instrument. Het gaat erom mensen in beweging te brengen. Daar is voor nodig:
– Motivatie (wil ik dit?)
– Capaciteit (kan ik dit?)
– Gelegenheid (zijn er geen belemmerende factoren?)

Inhalen kost meer energie dan bijhouden
Deze drie factoren in combinatie met elkaar bepalen iemands gedrag. Tandartsen en mondhygiënisten zijn nog niet optimaal voorbereid op marktwerking. Ze blijven te makkelijk ‘hangen’ in het aanbod-denken (wij weten wel wat goed voor ze is). Een realistischer beeld van het klantgedrag helpt bij het aanscherpen van het eigen beleid. Aan iedere ‘poot’ die gedrag beïnvloedt, kan door de aanbieder worden getrokken, waardoor onderscheid ontstaat. Het is goed de eigen praktijk eens kritisch tegen het licht te houden en zich af te vragen waarop klanten de praktijk beoordelen. En of dat ook gewenst is. Wat zou de positionering van de praktijk moeten zijn en biedt de praktijk naast dissatisfiers ook satisfiers, die klanten kunnen beoordelen en waarderen? Verder is het goed te realiseren dat het niet alleen om interne concurrentie (binnen de eigen sector) gaat, maar ook daar buiten (andere sectoren). Neem ik een kroon of koop ik toch een nieuw plasmascherm? Leg daarom een deel van de positioneringsvraag bij het collectief (NMT, NMV) maar verschuil je niet met de praktijk achter dit collectief, adviseert Poiesz. Bedenk tenslotte dat inhalen veel meer energie kost dan bijhouden!

Theo Poiesz is als hoogleraar Economische Psychologie en hoogleraar Health Care Management (focus Marketing) verbonden aan TiasNimbas Business School, faculteit van de universiteiten van Tilburg en Eindhoven. Eerder was hij hoogleraar Psychologie van de Reclame en hoogleraar Marketing. Hij is onderzoeker en (gast)docent geweest aan verschillende universiteiten in binnen- en buitenland. Poiesz schreef een achttal boeken, tientallen boekbijdragen en ongeveer honderd wetenschappelijke en professionele artikelen. Poiesz is voorzitter van de Raad van Toezicht van de GGZ Breburg Groep en consulteert in diverse sectoren. Zijn belangstelling gaat in belangrijke mate uit naar de verbinding tussen theorie en praktijk bij de concretisering van klantgerichtheid. Hij probeert hierbij inzichten uit diverse disciplines en ervaringen uit diverse bedrijfstakken te integreren. Zijn hoofdthema’s betreffen de verklaring van het gedrag van klanten en de kwaliteit van strategische besluitvorming. Poiesz is een veelgevraagd spreker.

Door:
Mariëlle Nap – Mondig Communicatie
Anneke Hiensch – te Water Mulder

Bron:
Congres Talking Points in Dentistry van GlaxoSmithKline



Lees meer over: Communicatie, Congresverslagen, Kennis, Ondernemen

Prijswinnaars NT-GSK Bachelorscriptie Award

Tijdens het congres Talking Points in Dentistry werden de winnaars van de zesde NT-GSK Bachelorscriptie Award bekend gemaakt. Simone Cortellini en Joost van der Wielen (UMCN) wonnen de 1e prijs. Juryvoorzitter Hans van Zijp sprak de genomineerden en winnaars toe.

3e prijs
De 3e prijs ging naar Adelinde Schnitzeler en Caty van Rijsewijk (UMCN) met hun scriptie over kroonherstel van endodontisch behandelde premolaren. Een scriptie waarmee de beroepsgroep zijn voordeel kan doen, aldus de jury. Vezelversterkte stiften geven betere resultaten dan metalen varianten als het om breuk van een behandeld element gaat. Langere stiften bieden meer stevigheid terwijl dikkere stiften juist ten koste daarvan gaan.


© NFP Photography

2e prijs
De 2e prijswinnaars, Irene Schilder en Maxime van Hunnik (ACTA) behandelden de melding en preventie van prikaccidenten. De scriptie kwam op het juiste moment oordeelde de jury en maakt zeer duidelijk dat prikaccidenten veelvuldig voorkomen in de dagelijkse praktijk en daar mag vooral niet te licht mee worden omgesprongen.

1e prijs
De jury was unaniem in zijn oordeel dat de scriptie met de titel ‘De orthodontische bonded retainer’ van Simone Cortellini en Joost van der Wielen (UMCN) de 1e prijs verdiende. Als het gaat om verantwoordelijkheid nemen, slaat deze scriptie de spijker op de kop, aldus het commentaar van de jury. De scriptie maakt duidelijk welke problemen met een orthodontische spalk kunnen ontstaan en wie (algemeen practicus of orthodontist) dan actie moet ondernemen.

Bron:
Congres Talking Points in Dentistry van GlaxoSmithKline, mei 2012

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Verbinden door multizintuigelijke beleving

Bij keuze van een praktijk gaat een patiënt op zijn gevoel af. In de multizintuigelijke beleving ervaart de patiënt het DNA van de praktijk. Verslag van de lezing van Desiree Struijk tijdens Talking Points of Dentistry van GSK.

Wanneer een patiënt voor een passende tandartsen -of mondhygiënistenpraktijk kiest, gaat hij op zijn gevoel af. Wat heeft hij bij deze praktijk? Als bekend is hoe de patiënt de praktijk ervaart en wanneer die ervaring aansluit bij hoe de praktijk zich wil positioneren, kan een concrete vertaling worden gemaakt naar een multizintuiglijke beleving. In deze multizintuiglijke beleving ervaart de patiënt het DNA van de praktijk. Een praktijk kan hierdoor, net als een merk, vertrouwen creëren en de patiënt aan zich binden.

In de schoenen van de patiënt
Wie zijn praktijk eens onder de loep neemt, zou werkelijk eens in de schoenen van de patiënt moeten gaan staan. Wie dat doet zal vaak 180 graden draaien in zijn aanpak. Struijk benadrukt dat het erom gaat hoe je gezien wordt, niet wie je bent. Het draait niet om de aanbieder, hoe goed je ook bent, maar hoe je gezien wordt door de klant. Het is van groot belang dat een practicus de doelgroep aantrekt die bij hem past. Klanten moeten passen bij het eigen DNA. Wie daadwerkelijk in de schoenen van de klanten stapt, maakt in feite een film. Wat ziet de klant? Wat voelt, hoort, ruikt en proeft hij?

Vóór de behandeling
Wie een bezoek aan de praktijk als film bekijkt, merkt dat er al een groot deel van de film voorbij is voordat de patiënt daadwerkelijk in de stoel ligt. Eerst wordt gebeld voor een afspraak. Hoort hij een bandje? Wordt hij direct te woord gestaan? Dan gaat hij naar zijn afspraak. Kan hij zijn auto makkelijk parkeren? Moet ervoor worden betaald? Moet hij ver lopen? Ziet hij een medewerker bij binnenkomst of is de balie onbemand? Kan hij nog ergens fatsoenlijk zijn tanden poetsen? Voordat de patiënt in de wachtkamer plaatsneemt, draait de film al een tijd. Voldoende punten waarop de behandelaar wordt beoordeeld, terwijl de tandarts of mondhygiënist nog niet eens in beeld is! Hoe lang moet de klant wachten voordat die aan de beurt is? Is dat wachten aangenaam of is er niets te beleven?

Beleving
Het draait niet om de practicus en de kwaliteit van zijn handelen alleen. Er zijn vele factoren die de kwaliteit van de feitelijke behandeling beïnvloeden. Het draait allemaal om de beleving. Hoe draagt de praktijk bij aan de kwaliteit van leven van de klant? Momenteel zijn de referenties ook heel anders dan vroeger. Vroeger werd zorg met zorg vergeleken. Tegenwoordig maken we de keuze voor een nieuwe tv of een nieuwe kroon. Gaat de zorgverlener mee met de nieuwste ontwikkelingen? Wil hij pure zorg bieden? Heeft esthetiek juist de aandacht? Desiree adviseert antwoorden te vinden op vragen zoals Wie ben ik? Waar maakt mijn praktijk het verschil? Waar ligt mijn specialisatie? In de vorige eeuw speelde comfort en beleving nog niet zo’n rol. Inmiddels zijn het heel belangrijke graadmeters voor een goede beoordeling.


© NFP Photography

Hoe wil je gezien worden?
Hoe wil de zorgverlener gezien worden (droom-DNA) en hoe ziet de klant de organisatie? Dan is het goed om te kijken naar verschillende soorten klantgroepen. De ene klant is meer visueel ingesteld, de andere auditief en weer een ander hoort tot de groep ‘voelen, proeven, ruiken’. Visuele mensen hebben niets aan alleen een praatje maar moeten daar ook beelden bij aangeboden krijgen, terwijl auditieve moeilijker beelden in zich opnemen maar wel elk zuchtje wind voelen. De voelers willen letterlijk ergens aanzitten of aangeraakt worden om op hun gemakt te worden gesteld. Practici zullen zelf moeten bepalen met welke doelgroep ze graag willen werken. Waar worden ze zelf blij van? Wat drijft hen? Wat maakt het vak leuk voor hen? Wie hierin een heldere keuze maakt, laat dat DNA bijvoorbeeld ook terugzien in zijn website. Uiteraard sluit die weer aan op de inrichting van de praktijk. Als alles klopt zal iedereen positief over de praktijk spreken, waardoor de juiste mensen worden aangetrokken.

Meer bereiken met hetzelfde budget
Door anders naar de eigen praktijk te kijken, kan met hetzelfde budget meer worden bereikt, is de stellige overtuiging van de spreker. Daarbij is het goed om eens rond te vragen wat de ervaringen van klanten zijn en is het belangrijk de klanten te kennen. De zorgverlener zelf is geen graadmeter. Zelf ruikt hij die aparte geur in zijn wachtkamer niet, maar de patiënt ruikt die wel. In de behandelkamer mag het best klinisch ruiken. Maar in de wachtkamer? Dat wat patiënten voelen, horen, proeven en ruiken, moet aansluiten bij wat ze zien. Goede practici zorgen voor een optimale klantbeleving door een gepersonaliseerde relatie, waarbij wordt ingespeeld op de behoeften van de klant. Struijk sprak de hoop uit dat ze het GSK-publiek heeft geïnspireerd met haar rijk zintuiglijk gevulde betoog.

Sinds 1994 is Desiree Struijk directeur van Senta Multisensory Concepting, een advies- bureau dat bedrijven helpt groeien in de richting van zintuiglijke Soul Brands met winstgevende en duurzame klantrelaties door het optimaliseren van hun Experience Strategy. Het adviesbureau is opgericht als een van de eerste marketingbureaus met een focus op zintuiglijke merk- en winkelbeleving. Binnen dit palet van zintuiglijke communicatie werkte ze concepten uit voor Unilever, Sara Lee, Philips, Beiersdorf, Neckermann.com, ING en vele andere grote bedrijven. Ze doet zintuiglijk trendonderzoek en ontwikkelt creatieve sessies voor grote merken, waaronder KLM, Prenatal en Rabobank. Al 20 jaar doet ze zintuiglijk belevingsonderzoek en ontwikkelt ze innovatieve belevingsconcepten.


Door:
Mariëlle Nap – Mondig Communicatie
Anneke Hiensch – te Water Mulder

Bron:
Congres Talking Points in Dentistry van GlaxoSmithKline, mei 2012


Lees meer over: Communicatie, Congresverslagen, Kennis, Ondernemen

95% van 65-plussers aangewezen op reguliere mondzorgpraktijk

Mondzorg in de wereld van de ouderen. Wanneer ben je oud? En ben je dan ook kwetsbaar? Verslag van de lezing van Dieni Masman-Kappert tijdens Talking Points of Dentistry van GSK.

Dieni Masman-Kappert neemt het publiek mee neemt naar de wereld van kieskeurige ouderen. Wanneer ben je eigenlijk oud? En ben je dan ook kwetsbaar? Durven we tegen iemand te zeggen dat deze oud is? Natuurlijk is leeftijd van belang, maar ook de lichamelijke en geestelijke toestand bepaalt voor een belangrijk deel of iemand oud is.

Groepen
De literatuur onderscheidt drie groepen ouderen. De groep 55-64 jarigen zijn vitaal en hebben een hoog verwachtingspatroon. Bij de groep 65-74 jaar is een toenemende kwetsbaarheid te zien. Deze groep wenst geen problemen. Bij de groep 75 jaar en ouder is een omvangrijke kwetsbaarheid te zien en is het verwachtingspatroon laag. Bij deze indeling zou Dieni graag 5 jaar optellen. We worden namelijk steeds later kwetsbaar. Van de groep 65+ is 75% onafhankelijk, 15% zorgafhankelijk en 10% kwetsbaar.

Kwetsbaar
Wat weten we eigenlijk van ze? En hoe kun je zien of iemand kwetsbaar is? De lichamelijke en geestelijke achteruitgang is vooral te zien bij de groep 75+. Dan nemen de lichamelijke, psychische en sociale problemen toe. In 2006 waren er rond de 250.000 mensen kwetsbaar. De schatting is dat in 2040 dit aantal is toegenomen tot een half miljoen mensen. Van kwetsbare ouderen of geriatrische patiënten worden levensloopgegevens of -gebeurtenissen belangrijker. Ze hebben een verminderd vermogen om bij verstoringen te compenseren, organen hebben een verminderde reservefunctie, ze krijgen te maken met ouderdomsspecifieke ziekten en ‘normale’ ziekten die zich atypisch ontwikkelen. Ook gaat de achteruitgang sneller en het herstel trager (kettingreactie) en heeft men te maken met multipathologie en multifarmacie.

95% aangewezen op reguliere mondzorgpraktijk
Op 1 januari 2008 telde Nederland 2,4 miljoen 65 -plussers (15%). In 2025 zal dat 3,6 miljoen zijn (21%). Van alle 65-plussers is 25% 80 jaar en ouder. Van alle 65-plussers woont 5% in een verzorgings- of verpleeghuis. De overige 95% is dus aangewezen op de reguliere mondzorgpraktijk. Hier ligt een belangrijke taak voor het dentale vak! Steeds meer ouderen behouden tot op hoge leeftijd een deel van de eigen tanden en kiezen. Zij hebben energie en geld besteed om dit te bereiken.

Divers beeld
In de mond van een oudere patiënt is een divers beeld te zien van eigen (afgebroken) tanden en kiezen, volledige tandeloosheid, prothetische voorzieningen en implantaten. Er is dan ook geen ‘standaard’ oudere. Ouderen hebben vaak een verminderde spierspanning en een slechtere fijne motoriek (hanteren tandenborstel, rager, stoker enz.). In de oudere mond komen parodontologische problemen vaker voor (de balans tussen aanval en weerstand verandert, veranderde microflora, gingiva fragieler) evenals droge mond (minder speeksel zorgt o.a. voor een afname van het zelfreinigend vermogen van de mond) en slijmvliesproblemen. Er zijn minder carieuze laesies te zien, maar juist meer wortelcariës, bros en volledig gematureerd glazuur dat breuklijnen vertoont. De pulpa is kleiner. De gingiva trekt terug en blootliggende tandhalzen zijn het gevolg.

Relatie met algehele gezondheid
Mondgezondheid is van groot belang voor de algehele gezondheid. Dit belang zou de beroepsgroep ook veel meer met de huisarts moeten communiceren. Zo heeft een slechte mondhygiëne gevolgen voor hart- en vaatziekten, longontsteking, diabetes en kauwen. Maar een slechte mondhygiëne beïnvloedt ook het algeheel welbevinden. Het heeft een effect op het kunnen genieten van eten en drinken, praten, lachen, intimiteit en het uiterlijk. De kwetsbaarheid, de zorgafhankelijkheid en de onzekere levensverwachting van ouderen maakt de beroepsuitoefening van dentale zorgverleners vooral anders!

Omgang met ouderen in de praktijk
Om ouderen in de praktijk te krijgen en te houden is toegankelijkheid belangrijk. En kan iemand plaatsnemen op de stoel of moet men in de rolstoel blijven zitten. Heeft hij de vrijheid een afspraak te maken op een tijdstip dat het hem schikt? Wordt hij herinnerd (bellen) aan de afspraak? De zorgverlener moet de anamnese in ieder geval medisch, maar ook psychosociaal maken en geduld hebben. Stel bijvoorbeeld één vraag tegelijk. We zijn geneigd op zijn minst drie vragen in één zin te stellen. Er moet duidelijk worden gesproken en de patiënt moet met respect worden behandeld. Heb er begrip voor dat de patiënt een bepaalde handeling al jaren doet. Vertel er dus bij waarom dingen nu anders moeten gebeuren. Denk aan een goede gelijkwaardige houding als het gesprek wordt gevoerd. Dieni adviseert practici ouderen te blijven volgen, goed te screenen (wanneer is iemand voor het laatst op bezoek geweest?) en veel aandacht te besteden aan preventie.

Curatief en preventief
Op curatief gebied zouden dubieuze gebitselementen tijdig moeten worden geëxtraheerd, zal er gestreefd moeten worden naar een eenvoudig reinigbare mond en een gebitssituatie die levensloopbestendig is. Op preventief gebied moet gedacht worden aan een afgestemde poets’instructie’ waarbij ouderen worden begeleid en zelf kunnen oefenen. Een belevingsgerichte gesprekstechniek is ‘motivational interviewing’. Ook kunnen fluorideapplicaties nodig zijn. Dentate ouderen kunnen wellicht oefenen met de elektrische borstel of geholpen worden met een aangepaste borstel. Er zijn handige borstels met een verdikt handvat, tipte Dieni. Edentate ouderen krijgen prothese-adviezen op maat waarbij Dieni de richtlijn ‘Richtlijn Mondzorg voor zorgafhankelijke cliënten in verpleeghuizen’ volgt. Link hierachter opnemen: https://www.dentalinfo.nl/artikelen/t9/c14/b93/richtlijn-mondzorg-zorgafhankelijke-patienten-verpleeghuizen.html

Prothese
’s Nachts gaat de prothese uit en wordt droog bewaard. Aandacht wordt ook besteed aan het reinigen van de mond (het makkelijkste met een gaasje). Zorgverleners moeten bij protheses letten op de pasvorm, drukplaatsen, tandsteen op prothese, droge mond en de motoriek van de patiënt. Daarnaast is het van belang dat mantelzorgers en andere verzorgers worden gesteund bij de verzorging die ze leveren. Tandheelkundig zorgverleners zijn gewend in de mond te kijken, anderen niet. De mond is een intieme plek van het lichaam. Voor een gezonde mond, ook op latere leeftijd, is een goede basis nodig waarmee je vroeg moet beginnen. Daarbij geldt dat zorg meer is dan behandelen. Zorg voor ouderen betreft iedere 55 plusser! Dieni adviseert het publiek hun eigen praktijk goed onder de loep te nemen. Is deze ouderenproof? Maar bovenal: werken er mensen in de praktijk die affiniteit hebben met de doelgroep, is er begrip en goede wil? Want ook ouderen verdienen een keurige mond.

Dieni Masman-Kappert is 38 jaar mondhygiënist. Vanaf het begin van haar loopbaan heeft preventie, voorlichting, onderwijs, beleid en onderzoek haar aandacht gehad.Het werken in algemene tandartspraktijken heeft zij steeds gecombineerd met werk in de (tandheelkundige) gezondheidsvoorlichting. Vanaf 2000 heeft zij het praktische werk vaarwel gezegd en bij het Gezondheidsinstituut NIGZ zich gericht op de mondzorg voor ouderen. Toen zij in 2009 het NIGZ moest verlaten i.v.m. bezuinigen door de overheid, heeft zij alle producten en diensten die zij had ontwikkeld op het terrein van mondzorg ouderen mee kunnen nemen naar haar eigen trainings- en adviesbureau Midomo. Zij is voorzitter van de Vakgroep Mondzorg Ouderen van de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten en bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Gerodontologie.

Door:
Mariëlle Nap – Mondig Communicatie
Anneke Hiensch – te Water Mulder

Bron:
Congres Talking Points in Dentistry van GlaxoSmithKline, mei 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis

Cloudcomputing de hype voorbij

Tot voor kort was cloudcomputing nog niet (goed) mogelijk voor tandartspraktijken. Inmiddels presenteren een aantal firma’s een cloudoplossing voor praktijken. Cloudcomputing was al geruime tijd een hype binnen het segment kantoorautomatisering en heden ten dage gaat men massaal over tot cloudcomputing.

Wat is cloudcomputing?
Zonder in te veel technische termen te vervallen zal ik trachten u enigszins wegwijs te maken in de materie. De cloud staat voor internet. Sinds jaar en dag wordt het internet grafisch weergegeven als een wolk. Het grootste verschil met uw bestaande netwerk is dat uw server zich niet op uw locatie bevindt maar in een professioneel datacenter. Al uw gegevens (data) benadert u via internet. En net zoals bij uw lokale netwerk slaat u uw data ook weer in the cloud op, zeg maar een harde schijf op het internet. U betaalt voor opslag en gebruik van de applicaties. Onderhoud en backups zijn niet meer nodig, een goede en betrouwbare internetverbinding wel.

De röntgen foto’s
Tot voor kort zat het probleem bij cloudcomputing voor tandartspraktijken in het benaderen van de röntgen foto’s. Dat zijn veelal grote bestanden en die laten zich niet makkelijk ‘streamen’. En u als tandarts zit er niet op te wachten dat het lang duurt voordat de foto op het scherm is opgebouwd. Daar is dus verandering in gekomen. De huidige aanbieders zijn in staat dit probleem op te lossen en uw foto’s à la minute op uw scherm te toveren.

Wanneer Cloudcomputing?
Voor ketens en organisaties met meerdere praktijken op verschillende locaties is cloudcomputing een uitkomst. Alle gegevens van alle patiënten bevinden zich in één database en zijn overal benaderbaar via het internet. Door de voordelen van het alles en overal paraat zijn van de data zie ik zeker mogelijkheden voor solopraktijken met veel behandelkamers.

Als uw organisatie toe is aan het vernieuwen van de IT infrastructuur is overstappen naar cloudcomputing zeker het overwegen waard en bent u klaar voor de toekomst. Nu al zijn diverse applicaties geschikt om via devices zoals tablets en smartphones te worden benaderd. Het kostenplaatje wordt inzichtelijker doordat u (meestal) per gebruiker betaald voor de applicaties en duur onderhoud en backups ontbreken. Ook upgrades voor de applicaties worden centraal geregeld en dat voorkomt veel extra werk.

Zoals altijd
Laat u terdege voorlichten door uw leverancier of adviseur en let goed op de SLA (Service Level Agreement) van uw provider. Een belangrijke en vaak vergeten vraag: Staat uw virtuele server in Nederland? U dient immers onder Nederlandse wetgeving te vallen?

Door:
Cees Hoogerheide

Cees Hoogerheide heeft tijdens de laatste zeven jaar van zijn carriére gewerkt als managing-director bij een automatiseringsbedrijf waar hij nog steeds als adviseur aan verbonden is. Als adviseur e-marketing en communicatie deelt hij graag z’n kennis in de dentale wereld. 

 

Lees meer over: E-health, Kennis
Richtlijn mondzorg voor jeugdigen

Richtlijn mondzorg voor jeugdigen

Richtlijn opgezet door de NMT, met wetenschappelijke verantwoording van de
Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK), in samenwerking met een groot aantal verenigingen/instanties.

Richtlijn mondzorg voor jeugdigen 2013

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Slechts 10% weet hoe goed te poetsen

Slechts 1 op de 10 mensen weet hoe ze moeten poetsen en welke tandpasta te gebruiken. Dit blijkt uit Zweeds onderzoek gepubliceerd in het Swedish Dental Journal.

De onderzoekers bestudeerden het poetsgedrag van ruim 2.000 Zweden van 15 tot 80 jaar. De meeste respondenten leerden als kind van hun ouders hoe ze hun tanden moeten poetsen. Dit aangeleerde poetsgedrag bleven zij houden, zelfs als ze daarna te horen kregen hoe ze beter kunnen poetsen.

Cor van Loveren, bijzonder hoogleraar preventie en tandheelkunde, gaf een reactie op het onderzoek op Editie.nl van RTL: “Bijna iedereen slaat systematisch plekken over. Als je je baard scheert, zie je meteen wat je gehad hebt. Maar als je poetst zie je niet meteen welke plak je laat zitten”.

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Nooit meer tanden poetsen, wordt dat toekomst?

Jeanne Bakker, Kimberly van Heijs en Elles van der Waarde van het Leidsche Rijn College maakten een profielwerstuk getiteld “Nooit meer tanden poetsen”. In dit werkstuk namen zij de bewering van een nanotechnologisch product op de proef dat stelt bacteriegroei volledig te voorkomen waardoor tanden poetsen tot het verleden zou gaan behoren.

Profielwerkstukcongres
De leerlingen hebben vervolgens bij slagers kaken van geslachte dieren verkregen om hun hypothese in het laboratorium op de tanden ervan te testen. Een creatief, wetenschappelijk uitgewerkt verslag werd hun product, waarna ze een uitnodiging ontvingen om mee te dingen voor het beste gezondheidsprofielwerkstuk van 2012 uit de provincie Utrecht. Benieuwd wat ze ontdekten? Kom dan naar het profielwerstukcongres waar Jeanne, Kimberly en Elles samen met de andere vijf finalisten hun presentatie zullen houden.
Dit congres vindt plaats op het UMC Utrecht op vrijdagmiddag 8 juni.

Bron:
Guus Schrijvers


Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Kaakchirurgen trakteren kinderen op dagje pretpark

De afdeling Kaakchirurgie van het Refaja ziekenhuis heeft een aantal kinderen uit Stadskanaal getrakteerd op een dagje pretpark. De kinderen mochten gratis naar pretpark Drouwenerzand, dit meldt Groningen Vandaag.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten

De richtlijn Overdracht van medicatiegegevens in de keten heeft als basis: op elk moment van voorschrijven is er een actueel medicatieoverzicht beschikbaar.

In het document ‘handreikingen’ is een voorzet gedaan hoe dat in verschillende overdrachtssituaties georganiseerd kan worden. De handreikingen zijn geen onderdeel van de richtlijn. In de laatste stuurgroep van 3 november jl. is in deze handreikingen de trombosedienst opgenomen.

De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft in 2005 het initiatief genomen om de kennisorganisaties, beroepsgroepen, branche- en koepelorganisaties in de zorg uit te nodigen om mee te werken aan het opstellen van een richtlijn voor veilige overdracht van medicatiegegevens. Onderzoeken wijzen uit dat er in de praktijk te veel fouten optreden. Hoewel er al verschillende (veld)normen zijn voor het organiseren van goede, veilige en kwalitatieve farmaceutische zorg, en deze ook wettelijk zijn vastgelegd, constateerde men dat de overdracht van medicatiegegevens daarin toch nog onvoldoende is opgenomen. De bestaande normen en richtlijnen gelden met name voor de situatie binnen een zorginstelling en voorzien onvoldoende in de overdracht van medicatiegegevens van de ene zorgaanbieder naar de andere zorgaanbieder.

Aangesloten partijen
De richtlijn is opgesteld door het werkveld dat in de dagelijkse praktijk te maken heeft met het beoordelen, voorschrijven, ter hand stellen,bewaken en/of toedienen van medicatie aan patiënten.

De opstellers van de richtlijn zijn:
ActiZ, GGZ Nederland, IGZ, KNMG, KNMP, LEVV, LHV, NFU, NHG, NICTIZ, NPCF, NVVA, NVZ, NVZA, Orde, V&VN, VWS en ZN. De IGZ en VWS zijn de initiatiefnemers en aanjagers van de richtlijn.
Later hebben de FNT, NMT en de VGN zich ook aangesloten.


Download brochure richtlijn-overdracht-van-medicatiegegevens-def-20080425-1.pdf
Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Tips voor tegengaan van illegaal softwaregebruik

U bent druk met uw praktijk. U denkt dat de software die u in u praktijk gebruikt netjes geregeld is maar dan blijkt dat de softwarelicentie niet meer geldig is. Bekijk de tips om problemen met illegale software te voorkomen. BSA (Business Software Alliance), de vertegenwoordiger van de softwaremarkt, geeft adviezen.

  • Bewaar facturen en dozen van de software
  • Laat personeel niet lukraak downloaden
  • Niet alle online software aankopen zijn legaal. De lage prijs kan reden zijn voor alertheid.

Bekijk de website van BSA

Lees meer over: E-health, Kennis
kiespijnpro-app

KiespijnPro app genomineerd voor Health App Award 2012

De KiespijnPro app is genomineerd voor de Health App Award 2012 door de website www.Artsennet.nl. De website Artsenet is een portal voor alle artsen in Nederland met nieuws, informatie en meer. KiespijnPro is een app die tandartsen gebruiken om hun patiënten een extra service te bieden buiten praktijkuren. Onlangs is de App geupdate met vragen/problemen die ouders en/of kinderen kunnen hebben wanneer hun kind een beugel draagt.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Nieuwe tanden uit stamcellen

Nieuwe tanden kweken blijkt mogelijk te zijn met stamcellen. Professor Peter Murray uit de VS gebruikt hiervoor een soort poreuze mal in de vorm van een tand of kies. Deze mal is biologisch afbreekbaar en na uitharding van het glazuur en volgroeien van de zenuwcellen blijft zo een menselijke tand over.

Murray gebruikt hiervoor stamcellen uit de mond of uit beenmerg. Na toepassing van deze techniek op apen en muizen start hij met menselijke proefpersonen. Het moeilijkst blijkt de groei van de verschillende soorten tandweefsel te zijn, zoals dentine, glazuur en zenuwen.

Bron:
Singularityhub.com


Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Restaureren, Thema A-Z

Steeds meer medische congressen in Nederland

Nederland is vorig jaar gestegen van de 9e naar de 8e plaats op de jaarlijkse ranglijst van congreslanden van de ICCA. De ICCA brengt congressen van brancheorganisaties, zoals tandartsen en andere medische beroepen, in beeld. 
Op nummer 1, 2 en 3 staan Wenen, Parijs en Barcelona. Istanbul en Peking staan, na Amsterdam, op nummer 9 en 10 op de ranglijst.

Lees het hele artikel


Bron:
Nationalezorggids.nl

 

 

Lees meer over: Kennis, Scholing

Belangrijke medische anamnese vaak overgeslagen

Te weinig mondzorgers nemen de medische anamnese af. Niet verstandig, vindt Denise van Diermen. “Iedereen kan iets onder de leden hebben.”

Ziektes kunnen verschijnselen in de mond teweegbrengen. Ziektes kunnen verslechteren door een gebrek aan tandheelkundige behandeling. Bij sommige ziektes zijn voorzorgsmaatregelen nodig. Daarom is de medische anamnese erg belangrijk.

Inspectie
De ervaring van ACTA-docent Denise van Diermen is dat de medische anamnese nog veel te weinig wordt afgenomen. Meestal steekt slechts 20% van de eerstejaars tandheelkunde studenten de hand op als ze vraagt wie zelf een tandarts heeft dit wel doet. “En dat terwijl ook de inspectie oplet of u de anamnese bij elke patiënt uitvoert.”

Eerste bezoek
Een eerste bezoek van een nieuwe patiënt is een goed moment voor de anamnese. U neemt de tandheelkundige anamnese af, maar ook de medische vragenlijst.
Vaak krijgt u al een indruk van de patiënt bij binnenkomst. Dit kan vragen oproepen. Stel deze dan ook: breidt de standaardvragenlijst hiermee uit en vraag goed verder. Een zwerver bijvoorbeeld, zult u meer vragen stellen over alcohol- en drugsgebruik.

Meegeven
“Laat u niet foppen!”, zegt Van Diermen, “Let op dat u ook bij jonge frisse mensen goed vraagt hoe de gezondheid is. Iedereen kan iets onder de leden hebben.”
De reden dat veel mondzorgers de lijst niet afnemen, is dat hij veel tijd in beslag neemt. “Ja, de lijst is lang, de patiënt kletst lang. Soms komt zelfs de gezondheid van de hond naar voren! Maar u kunt het ook voor thuis meegeven en het later inscannen.”

Tips
Een aantal tips van Denise van Diermen:

  •  Zorg ervoor dat de anamnese systematisch is. Zo slaat u niets over. Herhaal de medische anamnese minstens 1 x per jaar en altijd voordat u verdoving geeft en een ingreep uitvoert.
  • Interacties kunt u opzoeken in het farmacotherapeutisch kompas. In de Richtlijn overdracht van medicatiegegevens in de keten kunt u vinden welke informatie over geneesmiddelen u in elk geval beschikbaar dient te hebben.
  • De folder Preventie Bacteriële Endocarditis wordt elke vijf jaar herzien. De laatste versie is van 2008.
  • Orthopeden zijn het onderling niet altijd eens over wanneer een profylaxe moet worden gegeven als een patiënt een kunstgewricht heeft. Het moet bij risicopatiënten zoals patiënten met HIV, reuma, ouderen boven de 80 etc. En bij behandeling van geïnfecteerd gebied dat gaat bloeden. Meer informatie is te vinden in de richtlijn Totale heupprothese uit 2010 van de Nederlandse Orthopedische Vereniging.
    Of het dan ook moet bij gingivitis? De artsen hebben vaak onvoldoende kennis over de mond en de ingrepen in de mond, waardoor er soms tegenstrijdige adviezen gegeven worden.
  • Het is logischer om de patiënt eerst door de mondhygiënist te laten behandelen, voordat er een kunstgewricht wordt geplaatst.
  • Er zijn haast nooit ernstige nabloedingen bij het gebruik van antitrombotica/antistolling na ingrepen in de mond. Bij 1 trombocyten aggregatieremmer (TAR) hoeft die niet gestopt te worden bij bloederige ingrepen.
  • Bij het gecombineerd gebruik van Plavix en Ascal kan er overlegd worden met de voorschrijvend arts. Maar misschien is het achterhaald dat in dat geval een van beide middelen gestopt hoeft.
  • Bij sterkere orale antistolling (acenocoumarol/fenprocoumon) moet de INR 24-48 uur van tevoren worden bepaald. Deze moet onder de 3,5 zijn. Het advies is om een paar dagen na afloop van de ingreep te gaan spoelen met 5% tranexaminzuur mondspoeling bij bloederige ingrepen.
  • Als er een nabloeding zou kunnen optreden, doet u er goed aan om voorzichtig te werk te gaan. Dus een kwadrant tegelijkertijd en de patiënt in de wachtkamer laten plaatsnemen tot de bloeding staakt.
  • Zorg ervoor dat patiënten met dit soort medicijnen geen ibuprofen of andere “sterkere” pijnstillers gaan gebruiken. Paracetamol is een goed alternatief.

Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron: Congres Vereniging Promotie Mondhygiëne,  feb 2012

Denise van Diermen (1963) behaalde in 1993 haar artsenexamen en startte als arts-onderzoeker bij de afdeling Hemostase, Trombose, Atherosclerose en Ontstekingsonderzoek bij Prof. J.J.P. Kastelein. Vanaf 1994 was zij werkzaam als arts-assistent niet-in-opleiding bij de afdeling Interne Geneeskunde van het Slotervaart Ziekenhuis te Amsterdam. En vanaf 1995 tot heden is zij werkzaam als universitair docent bij de vakgroep Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziektenleer en Medisch Tandheelkundige Interactie van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA). Ook was zij van 2001 tot 2008 actief als bestuurslid van de Vereniging voor Medisch-Tandheelkundige Interactie (VMTI) en startte zij in 2007 haar promotie onderzoeksproject: Richtlijn invasieve tandheelkundige ingrepen bij patiënten met antistolling. Vanaf 2009 is Denise van Diermen lid van de werkgroep Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraak (LESA) “Antistolling” en “Medicatieoverdracht”. In 2005 won zij de tweejaarlijkse ACTA-Onderwijsprijs en in 2010 de NtvT publicatieprijs 2010. Denise van Diermen publiceert regelmatig artikelen in Nederlandstalige en buitenlandse tijdschriften en is mederedacteur van het boek ‘Ziekteleer voor Tandartsen’.

 

Mei 2012

Lees meer over: Kennis, Scholing

Nieuw tariefsysteem biedt preventieve kansen

Het nieuwe financieringssysteem van de mondzorg geeft ruimte aan preventie. Al verwacht de patiënt vaak anders, we moeten minder snel naar de boor grijpen.

Doen we genoeg aan preventie?
Kijken we naar de uitgaven aan cariës, dan staan die niet in verhouding met wat er wordt uitgegeven aan parodontitis. Aan cariës wordt tien keer meer uitgegeven. 30% van de totale mondzorgkosten worden gemaakt voor vullingen en kronen, 11% voor parodontologie en 10% voor het verwijderen van tandsteen. De vooral op restauratie gerichte zorg heeft de afgelopen 40 jaar niet bijgedragen aan cariësreductie. De DMFT-score wordt zelfs hoger bij regelmatig tandartsbezoek.

Vijf minuten
Gemiddeld wordt er slechts een kleine vijf minuten besteed aan het periodieke mondonderzoek. Er wordt onvoldoende diagnostiek bedreven. Bovendien heeft eenmalige professionele mondreiniging gevolgd door een instructie mondhygiëne weinig invloed op een effectief mondzorggedrag en de plak- en gingiva-index veranderen nauwelijks.
Tandartsen houden zich voornamelijk bezig met de reparatie van de gevolgen van niet uitgevoerde preventie.

Wat dan wel?
Voor een goede diagnostiek moet de mond eerst plakvrij en droog zijn. Dan pas kan er goed bekeken worden of er sprake is van actieve leasies. Zo ja, dan moet preventie worden ingezet. Een actieve leasie kan zelfs bij cavitatie worden gestopt! “Er moet dus niet meteen naar de boor gegrepen worden”, aldus James Huddleston Slater van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van de Rijksuniversiteit Groningen, tijdens de Themadag Preventie van orale pathologie van het ACTA- nascholingsprogramma Quality Practice.

Maar zonder aantoonbare resultaten van preventie verzwakt onze positie tegenover de overheid en de zorgverzekeraars en heeft de tandheelkunde geen toekomst.
Betere preventie biedt kansen: de mondzorg blijft betaalbaar en dus toegankelijk, ook voor de risicogroep. De waardering voor het beroep zal toenemen en ook de arbeidssatisfactie zal toenemen.

En wat als we dat niet doen?
Er komen steeds meer 65-plussers, de gemiddelde leeftijd stijgt. Risico- en complicerende factoren nemen toe. De zorgvraag stijgt (denk aan de steg) en het aantal werkenden neemt af. Als we niet de processen in de mond stoppen, dan wordt de mondzorg onbetaalbaar.
De toegankelijkheid van de mondzorg loopt dan in de toekomst ernstig gevaar. Dit geldt in het bijzonder bij de laagste SES (sociaal economische status). 

Pilotonderzoek
Het toekomstige beleid moet volgens Huddleston Slater gericht zijn op preventie. De restauratiecyclus moet hiermede later worden ingegaan. Er moet een gericht pilotonderzoek komen dat zorgaanbieders, de TNO en universiteiten opzetten. “Dus: investeer nu in de toekomst! Ik ben fan van de mondhygiënist!” sloot Huddleston Slater af.

Top vijf
Voorzitter Rob Barnasconi van de NMT nam het van hem over. Wat hem betreft, wordt er liefdevol samengewerkt tussen tandarts, mondhygiënist en preventieassistent. Maar voor de verzekeraars heeft hij geen goed woord over: in 2011 werd 1,6 miljard euro aan premies betaald, waarvan slechts 1,2 miljard werd geconsumeerd. “En toch stijgt de premie met 14%!? En toch gaan de vergoedingen omlaag?! Verzekeraars, ga eens verzekeren!”

Het nieuwe systeem geeft ruimte aan preventie en die kans moeten we nu pakken, vindt Barnasconi. “Samenwerken is het devies en praat uzelf vooral niet naar beneden. We doen het toch heel goed? We behoren tot de top vijf van de wereld en dat kan menig arts niet zeggen! We zijn ook helemaal niet vreselijk duur; de gemiddelde patiënt geeft meer uit aan de kapper dan aan de tandarts, namelijk 175 euro per jaar.”

Als we het succes van preventie kunnen aantonen, dan zijn volgens Barnasconi de problemen met de verzekeringen snel opgelost. “We moeten niet langer focussen op curatie, positieve berichten verspreiden en vooral samenwerken.”

Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron: Themadag Preventie van orale pathologie, ACTA- nascholingsprogramma Quality Practice, januari 2012


Lees meer over: Actueel, Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z