Tuchtrecht: tandarts mag orthodontie niet meer uitoefenen

Tuchtrecht: tandarts mag orthodontie niet meer uitoefenen

Het regionaal tuchtcollege voor de gezondheidszorg in Eindhoven heeft een tandarts de bevoegdheid ontzegd om het vak orthodontie uit te oefenen. Hij heeft de informatie- en dossierplicht geschonden en heeft onvoldoende inzicht getoond in een ingewikkelde casus.

Situatie

Bij een jongen (geboren in 2000) was gebitscorrectie nodig, omdat sprake was van skelettale malocclusie. Hij is daarvoor van medio tot najaar 2016 door een tandarts behandeld. Er is een beugel met brackets geplaatst en er hebben meerdere controles plaatsgevonden.

Klacht

De ouders van de jongen hebben een klacht ingediend, omdat de tandarts geen behandelplan, maar alleen een kostenraming heeft opgesteld. Volgens hen heeft hij niet overlegd over de behandelmogelijkheden en de voor- en nadelen daarvan. Hij heeft niet verteld dat de gebitscorrectie alleen mét een kaak-osteotomie kon plaatsvinden en dat de zoon twee blijvende kiezen in zijn onderkaak miste. Daarnaast heeft hij slecht werk verricht: hij heeft te veel lijm gebruikt en brackets verkeerd geplaatst.

Weerwoord

Volgens de tandarts heeft hij drie behandelopties uitgebreid besproken met vader en zoon, waaronder chirurgie. Optie twee (het direct plaatsen van vaste apparatuur met reversed curve en opbeet in de molaarstreek) was volgens hem het beste. Chirurgie vond hij vanwege de jonge leeftijd ‘zielig’ en geen goede optie. Vader en zoon zouden hiermee ingestemd hebben. Volgens de tandarts heeft hij ook besproken dat er twee kiezen ontbraken. Het behandelplan is niet op schrift gezet.

In juli 2016 heeft de tandarts de beugel geplaatst en instructie gegeven over het gebruik van de brackets en mondhygiëne. Bij de maandelijkse controles bleek een paar keer dat de zoon een bracket had losgebeten en dat de mondhygiëne niet optimaal was. Na oktober 2016 is de zoon niet meer op controle verschenen.

Beoordeling

Volgens het college gaat het in deze zaak om twee vragen, namelijk of er sprake was van ‘informed consent’ en of de behandeling bekwaam is uitgevoerd.

‘Informed consent’ houdt in dat een tandarts verplicht is de patiënt te informeren over de voorgestelde behandeling en eventuele alternatieven. Er kan niet worden vastgesteld dat dit in deze zaak is gebeurd, omdat dit nergens is vastgelegd. Een schriftelijk behandelplan ontbreekt ook.

Wat het medisch-technisch handelen betreft, stelt het college vast dat de tandarts door doelbewust veel lijm te gebruiken is afgeweken van de professionele standaard. Hij heeft geen motivatie hiervoor vastgelegd in het dossier. De tandarts erkent dat hij een bracket op een verkeerd element en een bracket niet goed geplaatst heeft. Hij had dit later willen herstellen, maar volgens het college had dit gelijk moeten gebeuren. Hij heeft daarom in strijd met de geldende professionele standaard gehandeld.

Volgens het college is het niet waarschijnlijk dat de gebitsafwijking van de zoon met de gekozen behandeling gecorrigeerd had kunnen worden. Kaakchirurgie had op zijn minst besproken moeten worden. Ook het ontbreken van twee blijvende kiezen in de onderkaak had meegenomen moeten worden in de behandelplanning en de bespreking met de patiënt.

Uitspraak

Het college verklaart de klacht gegrond. Volgens het college ontbrak het de tandarts aan voldoende inzicht bij deze ingewikkelde casus en heeft hij de behandeling gekozen op basis van onjuiste, niet-vakinhoudelijke overwegingen. Chirurgisch ingrijpen bij een kind van 16 is niet zielig als dit tot het gewenste resultaat leidt. Het college heeft er onvoldoende vertrouwen in dat de tandarts in de toekomst het vak orthodontie op bekwame wijze zal uitoefenen. De tandarts wordt daarom de bevoegdheid ontzegd om het beroep van tandarts uit te oefenen voor zover het de orthodontie betreft.

Bron:
Overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving