Tuchtrecht: waarschuwing voor onjuiste afhandeling medische gegevens

Tuchtrecht

Een tandarts heeft van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag een waarschuwing gekregen. De patiënt legde een verband tussen zijn tandcariës en gebruikte medicatie, en vond dat de tandarts het verzoek voor medische gegevens niet van de fabrikant niet juist afhandelde.

Situatie

De persoon (geboren in 1981) die de aanklacht tegen de tandarts heeft ingediend was hier sinds 1988 patiënt. Sinds datzelfde jaar gebruikt de patiënt Ventolin als medicatie tegen astma. Toen cariës ontstond bij de patiënt stelde deze in 2016 de fabrikant van de astmamedicatie hiervoor aansprakelijk. De fabrikant heeft de patiënt vervolgens een ‘meldformulier vermoedelijke bijwerking’ gestuurd, waarin de patiënt toestemming gaf om bij de tandartspraktijk medische gegevens op te kunnen vragen. De patiënt vulde onder deze toestemmingsverklaring de gegevens van de tandartspraktijk in.

De fabrikant heeft vervolgens de praktijk het verzoek gestuurd om het ‘meldformulier bijwerkingen geneesmiddelen’ verder in te vullen, welke binnen de praktijk is doorgestuurd door de chef de clinique. Deze heeft het formulier ingevuld en een ondertekende brief (21 oktober 2016) bijgevoegd, waarin onder andere werd gemeld dat het bij hen in 2006 pas bekend werd dat de patiënt het medicijn Ventolin gebruikt en dat de patiënt sinds 1997 al veel last had van cariës. Daarnaast gaf deze aan te denken dat de patiënt zijn gebit zeer slecht onderhield, waardoor het onwaarschijnlijk is dat de grote hoeveelheid cariës door de medicatie zouden kunnen zijn ontstaan. Een goed gereinigde mond zou beschermd moeten zijn tegen de schadelijke invloeden van de neerslag die ontstaat uit het gebruik van een inhaler met Ventolin.

De patiënt maakte vervolgens bezwaar gemaakt tegen de door de chef de clinique opgestelde verklaring, en gaf aan dat hij wilde dat de verklaring door de behandelend tandarts werd opgesteld. Dit meldde hij in een brief, waarin hij aangaf verontwaardigd te zijn dat ten eerste werd geschreven dat de Ventolin niet de oorzaak van de ontstane tandcariës kon zijn, en ten tweede dat de brief was geschreven door een arts die hem nooit heeft behandeld.

In februari 2017 heeft de behandelend tandarts vervolgens de brief van de chef de clinique mede ondertekend. Op verzoek van de patiënt werd deze verklaring echter ingetrokken.

Klacht

De patiënt verwijt de tandarts met name om vier redenen:

  1. Het verstrekken van een onjuiste verklaring zonder de toestemming van de patiënt, op basis van een onjuiste medische anamnese. Daarnaast heeft de arts niet naar de juiste medische informatie geïnformeerd, ondanks de brief die de patiënt heeft verstuurd.
  2. Onprofessioneel gedrag door bijvoorbeeld de patiënt niet te informeren of te beantwoorden.
  3. Het afgeven van een ondeskundige verklaring, aangezien deze werd gebaseerd op kennis die de arts niet heeft om te kunnen bepalen of er wel of geen causaal verband tussen de cariës en Ventolin was.
  4. Het verzuimen om verder te informeren bij deskundigen, zowel voor en na het afgeven van de verklaring.

Beoordeling

Aangezien de brief die de praktijk heeft ontvangen werd gericht tot de chef de clinique, en deze in de praktijk volgens het beleid van dergelijke zaken zelfstandig afhandelt, tenzij anders noodzakelijk is, kan de behandelende tandarts niet worden verweten dat hij onjuist zou hebben gecommuniceerd.

Verder bestaat er binnen de KNMT geen specifieke richtlijn voor gevallen zoals deze. Bij gebrek hieraan is de richtlijn ‘omgaan met medische gegevens’ van de KNMG toepassing. Hierin wordt afgeraden dat behandelend artsen geneeskundige verklaringen afgeven voor hun eigen patiënten, aangezien hierbij vaak het belang van de patiënt voor deskundigheid wordt gesteld.

Echter, in de toestemmingsverklaring werd slechts gevraagd om medische gegevens, en niet om het afleggen van een medische verklaring en beoordeling. Daarnaast heeft de behandelende tandarts de mening van de chef de clinique over of Ventolin de cariës zou hebben kunnen veroorzaakt mede ondertekend, en daarmee deze de zijne gemaakt. Dit is in strijd met de richtlijn ‘omgaan met medische gegevens’. De arts had zich van zijn mening moeten onthouden. Daarnaast had deze verder bij de patiënt moeten informeren naar aanleiding van de onduidelijkheid van de reikwijdte van de toestemmingsverklaring. Dit gedeelte van de klacht is daarom gegrond.

De conclusie is dat de tandarts in strijd heeft gehandeld met de zorg die hij ten opzichte van de patiënt behoorde te betrachten. De klacht is bepaald gedeeltelijk gegrond te zijn.

Uitspraak

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft besloten dat het eerste klachtonderdeel gedeeltelijk gegrond is. De maatregel van een waarschuwing is opgelegd.

Bron:
Tuchtrecht.overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving