Daling tarieven mondzorg

NZa maakt verlaagde tarieven voor 2026 bekend | KNMT stapt naar rechter

De NZa maakte op 2 juli bekend dat de tarieven voor beugelbehandelingen bij de orthodontist vanaf 1 januari 2026 dalen met 11,18%. De tarieven voor de meeste tandartsbehandelingen dalen vanaf 1 januari 2026 ook, gemiddeld komt dit neer op 1,12% tariefsdaling. De NZa heeft de tarieven vastgesteld na kostprijsonderzoek.  De KNMT eist nu dat de NZa deze tarieven ongedaan maakt. De rechter heeft namelijk op 2 juli de NZa verboden om tarieven vast te stellen waarin “de normatieve arbeidscomponent (NAC) wordt gemaximeerd op een werkweek van 36 uur en 46 werkweken per jaar”. Dat is bij de vaststelling van de tarieven voor de mondzorg echter toch gebeurd.

De KNMT verzoekt de NZa om de gepubliceerde tarieven uiterlijk donderdag 3 juli terug te trekken. Dit verzoek is bedoeld om recht te doen aan de recente rechterlijke uitspraak, die is voortgekomen uit een procedure aangespannen door de Landelijke Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten (LVVP). De KNMT Heeft daarnaast nog andere bezwaren, waarover zij op een later moment meer bekendmaken.

Update bericht:

De KNMT stapt naar de rechter om de uitkomsten van het kostenonderzoek van de NZa aan te vechten. De tariefsverlagingen die de zorgautoriteit op basis van dat onderzoek wil doorvoeren vormen een serieus risico voor de toegankelijkheid van de mondzorg. Zij noemen hiervoor 4 redenen:

1. Onredelijke eisen aan ureninzet

De NZa gaat er in haar kostprijsonderzoek vanuit dat mondzorgprofessionals slechts tot een 36-urige werkweek financieel gecompenseerd hoeven te worden. Hierdoor wordt geen rekening gehouden met de realiteit dat veel tandartsen en orthodontisten structureel meer uren maken. Bovendien worden professionals die minder dan 46 weken per jaar actief zijn, maar gemiddeld wél 36 uur of meer per week werken, door de NZa niet als fulltime werkend aangemerkt.
Op 2 juli oordeelde de rechter in een vergelijkbare zaak binnen de geestelijke gezondheidszorg dat deze werkwijze van de NZa onjuist is. Desondanks geeft de NZa aan deze uitspraak niet van toepassing te achten op de mondzorgsector.

2. Onevenwichtige weging: nadeel voor kleinere praktijken

In de huidige berekeningssystematiek van de NZa wegen de kosten van grotere praktijken zwaarder mee dan die van kleinere. Dit is problematisch, aangezien grote praktijken doorgaans profiteren van schaalvoordelen en daardoor beter in staat zijn om tariefdalingen op te vangen. Kleinere praktijken, vaak gevestigd in landelijke regio’s, kunnen bij een tariefdaling in financiële problemen komen. In het uiterste geval kan dit leiden tot sluiting, wat de toegankelijkheid van mondzorg in kwetsbare gebieden onder druk zet:  juist daar waar het tekort aan tandartsen al nijpend is.

3. Overnamekosten buiten beschouwing gelaten

Bij de overname van een praktijk betaalt de nieuwe eigenaar doorgaans een vergoeding (‘goodwill’) voor onder meer het patiëntenbestand en inventaris. Deze kostenpost wordt echter niet meegenomen in de kostprijsberekening van de NZa. Het negeren van deze uitgave belemmert overnames en kan ertoe leiden dat praktijken eerder worden gesloten, met als gevolg een verslechterde continuïteit van zorg voor patiënten.

4. Onrealistische inschatting van huisvestingskosten

De NZa houdt in haar berekeningen onvoldoende rekening met de fors gestegen huisvestingskosten. Voor praktijken die hun pand al hebben afgeschreven, wordt zelfs helemaal geen huisvestingslast meegenomen. Dit maakt het voor startende tandartsen extra lastig om een praktijk te openen en draagt bij aan een belemmering van groei en instroom in de sector.

Zorg over uitvoering onderzoek

Naast bovengenoemde inhoudelijke punten is er ook zorg geuit over het verloop van het kostprijsonderzoek zelf. De sector wijst onder meer op de beperkte steekproefomvang, inconsistent gebruik van gewogen gemiddelden en de korte doorlooptijd die de NZa heeft gehanteerd. Deze factoren roepen vragen op over de betrouwbaarheid en representativiteit van de resultaten.

NZa tarieven

Bij de bekendgemaakt NZa tarieven worden beugels dus ruim 11% goedkoper. Een tandartscontrole, het vullen van een gaatje of het trekken van een kies worden ook goedkoper. De kosten voor implantaten (bijvoorbeeld voor een klikgebit) zijn wel gestegen: de prijzen van die behandelingen gaan daarom iets omhoog.

Normbedragen

Bij het vaststellen van de tarieven voor tandheelkundige behandelingen zijn volgens de NZa niet alleen de kosten van de behandeling zelf meegenomen, maar ook de kosten die samenhangen met het praktijkhouderschap. Voor tandartsen en orthodontisten worden deze kosten berekend op basis van normbedragen, aangezien de daadwerkelijke kosten niet op individuele basis kunnen worden opgevraagd, zegt de NZa. In opdracht van de NZa heeft bureau Berenschot deze normbedragen in 2024 vastgesteld op basis van onderzoek.

Volgens dit onderzoek gelden voor het jaar 2026 gelden de volgende normbedragen:

Voor tandarts-praktijkeigenaren: € 217.686,-

Voor orthodontie-praktijkeigenaren: € 229.785,-

Deze bedragen zijn volgens de NZa bedoeld als richtlijn voor de arbeidskosten van een praktijkhouder die fulltime werkzaam is (36 uur of meer per week). Het normbedrag vormt een beloning voor de functie van praktijkhouder en is dus niet direct gekoppeld aan het daadwerkelijk aantal gewerkte uren. Praktijkeigenaren bepalen zelf hoeveel uur zij werken en welk deel van het normbedrag zij als salaris toekennen. De vergoeding omvat niet alleen het salaris, maar ook de bijbehorende lasten, zoals sociale verzekeringspremies en pensioenbijdragen.

Bekijk de NZa tarieven voor 2026 

Bezwaarbrief  NZa

Tandarts Roel de Maat uit Arnhem plaatste op LinkedIN een voorbeeld bezwaarbrief om te tekenen en aan de NZa te sturen.

“Dit document gaat veel verder dan het slappe en oppervlakkige bezwaar van de KNMT. We hebben een scherp en feitelijk onderbouwd bezwaar opgesteld waarin we de onrealistische urennorm van 36 uur onderuit halen, met berekeningen die aantonen dat praktijkhouders gemiddeld minimaal 50 uur per week werken. We verwijzen bovendien naar recente jurisprudentie van het CBb, waarin de NZa al meerdere keren is teruggefloten wegens schending van de zorgvuldigheid, evenredigheid en motiveringsplicht.

Daarnaast leggen we de vinger op de stijgende zorgpremies en uitgeklede aanvullende polissen, wat totaal niet te rijmen valt met het verder knijpen van onze tarieven. Ook benadrukken we dat 71% van de mondzorg privaat gefinancierd is, waardoor de zware tariefregulering van de NZa onrechtvaardig en marktverstoring is.

Dit is een krachtig, compleet en juridisch sterk bezwaar. Het is tijd om samen als praktijkhouders op te staan en de NZa te dwingen tot eerlijk en realistisch tariefbeleid”, schrijft De Maat.
Bekijk de bezwaarbrief NZa op LinkedIN

Bronnen:
NZa
KNMT
LinkedIN

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
geld

Publicatie mondzorgtarieven 2026 door NZa uitgesteld

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft besloten de publicatie van de nieuwe mondzorgtarieven voor 2026 uit te stellen. Aanvankelijk was het de bedoeling de tarieven uiterlijk op dinsdag 1 juli bekend te maken. Het uitstel is nodig om nader overleg te voeren naar aanleiding van de feedback van de KNMT op het concept van het kostenonderzoek, dat als basis dient voor de herijking van de tarieven.

De NZa streeft ernaar de herziene tarieven, die op 1 januari 2026 in werking treden, een week later te publiceren. De tarieven voor zowel de tandheelkunde (waaronder implantologie) als orthodontie zullen afzonderlijk worden aangepast met een specifiek percentage.

De reactie van de KNMT op het conceptrapport wordt tevens onderschreven door NVM-mondhygiënisten, de Organisatie van Nederlandse Tandprothetici (ONT) en de Vereniging van Tandtechnische Ondernemingen (VTvO).

Bron:
KNMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Geld

Financiële drempels belemmeren tandartsbezoek bij mensen met lage welvaart

Uit recent onderzoek blijkt dat mensen met een lagere sociaaleconomische positie aanzienlijk vaker tandartsbezoek vermijden of uitstellen vanwege financiële overwegingen. In de laagste welvaartsgroep geeft één op de drie volwassenen (33%) aan in het afgelopen jaar geen tandarts te hebben bezocht vanwege de kosten. Ter vergelijking: in de hoogste welvaartsgroep ligt dit percentage op 15%.

Een belangrijke factor hierbij is dat reguliere tandheelkundige zorg voor volwassenen, zoals periodieke controles, niet wordt vergoed vanuit het basispakket van de zorgverzekering. Dit maakt deze zorg minder toegankelijk voor mensen met beperkte financiële middelen.

Ook bij huisartsenzorg, die wél vanuit het basispakket wordt vergoed, blijkt een vergelijkbare sociaaleconomische kloof. Hoewel minder mensen een huisartsbezoek uitstellen vanwege kosten, geven personen in de laagste welvaartsgroep ook hier vaker aan zorg te mijden. Daarnaast komt in deze groep het ontbreken van een aanvullende zorgverzekering vaker voor, waarbij de kosten de belangrijkste reden zijn.

Deze bevindingen onderstrepen het belang van aandacht voor financiële toegankelijkheid binnen de mondzorg. Voor zorgprofessionals betekent dit niet alleen signaleren, maar ook nadenken over hoe de drempels tot zorg verlaagd kunnen worden — bijvoorbeeld door het verstrekken van informatie over vergoedingsmogelijkheden of het begeleiden van patiënten bij het vinden van passende aanvullende verzekeringen.

Bron:
CBS

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Geld

Mag tandheelkundige zorg bij een orthodontische behandeling worden gedeclareerd?

Mogen orthodontische behandelingen én tandheelkundige behandelingen plaatsvinden bij dezelfde behandeling? Deze vraag werd beantwoord in een uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBB), waar de NZa een mondzorgaanbieder een aanwijzing had opgelegd wegens het declareren van tandheelkundige prestaties tijdens een orthodontiebehandeling.

Conclusie

Eldermans Geerts analyseerde deze uitspraak en kwam tot deze conclusie:

“In beginsel mogen tandheelkundige prestaties niet worden gedeclareerd binnen een orthodontische behandeling. Tandheelkundige verrichtingen die losstaan van de orthodontische behandeling, mogen uiteraard wel worden gedeclareerd. In dat geval is het, indien dit tijdens dezelfde behandelsessie gebeurt, aan de zorgaanbieder om in het patiëntendossier nauwkeurig te documenteren waarom deze tandheelkundige behandeling noodzakelijk was en dat deze los stond van de orthodontische zorg.

Voorts is het – gelet op de strikte wijze waarop de zorgverzekeraars en mogelijk ook de NZa de regel in de Prestatie- en tariefbeschikking Orthodontische zorg uitleggen – sowieso verstandig telkens (dus ook indien het gaat om verschillende behandelmomenten) kritisch te kijken of een tandheelkundige prestatiecode kan worden gedeclareerd bij een patiënt met een beugel. Indien dit mogelijk is (dus indien de uit te voeren tandheelkundige verrichting losstaat van de orthodontische behandeling), verdient het aanbeveling ook dat goed in het dossier op te nemen.

Gezien de risico’s van terugvordering door zorgverzekeraars en mogelijke sancties van de NZa, is het raadzaam om deze afweging telkens zorgvuldig te maken en te zorgen voor een sluitende dossiervoering.”

Oordeel van het CBB

Het CBB oordeelde dat het vertrekpunt is dat bij een orthodontische behandeling geen tandheelkundige prestaties kunnen worden gedeclareerd. Als toch tijdens een zelfde behandelsessie zowel orthodontische zorg als tandheelkundige zorg wordt verleend, op dezelfde dag, dan moet door de zorgaanbieder in het patiëntendossier worden toegelicht waarom tandheelkundige zorg is verleend naast de orthodontische zorg. Een mondzorgaanbieder kan dus naast een orthodontische prestatie ook een tandheelkundige prestatie declareren, bijvoorbeeld voor het repareren van een afgebroken tand of het vullen van een gaatje.

“Hierbij moet echter aannemelijk worden gemaakt dat de tandheelkundige prestatie daadwerkelijk binnen een tandheelkundig kader (en niet in het kader van een orthodontische behandeling) is verricht. Indien deze toelichting in het patiëntendossier ontbreekt, vindt het CBB het vermoeden gerechtvaardigd dat de tandheelkundige prestaties ten onrechte in het kader van de orthodontie zijn gedeclareerd”, volgens Eldermans Geerts.

In dit geval moet de zorgaanbieder het vermoeden weerleggen met een concrete en overtuigende onderbouwing in het patiëntendossier of met andere bewijsstukken waaruit blijkt dat de uitgevoerde/gedeclareerde tandheelkundige verrichtingen losstonden van de orthodontische behandeling. “Dat bewijs zal in de praktijk lastig te leveren zijn, indien de toelichting in het patiëntendossier ontbreekt.”

Bron:
Eldermans Geerts

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Geld

KNMT pleit voor landelijke mondzorg-regeling voor minima

In Nederland mijden meer dan 650.000 mensen een bezoek aan de tandarts, omdat ze bang zijn voor de kosten. Dat levert onwenselijke gezondheidsverschillen en onnodige gezondheidsschade op, zo stelt de beroepsvereniging van tandartsen KNMT. Die roept de Tweede Kamer daarom op om aan te dringen op een landelijke mondzorg-regeling voor financieel kwetsbare mensen.

Landelijke regeling voor financieel kwetsbare mensen

Een dergelijke regeling, die mondzorg weer toegankelijk maakt voor deze groep, is een van de voorstellen die een landelijke projectgroep eerder deed om het mijden van de tandarts uit financiële redenen te voorkomen. Hij kan wat de tandartsen betreft gebaseerd worden op een handreiking waarin is vastgelegd wat precies onder acute en noodzakelijke mondzorg verstaan wordt.

Gemeentelijke pilots en lokale netwerken

De regeling is wat de beroepsvereniging betreft een van een serie van maatregelen om de toegankelijkheid van de mondzorg voor financieel kwetsbare mensen te verbeteren. Andere initiatieven zijn pilots in 15 gemeenten om vergoeding van mondzorg via de gemeentepolis en bijzondere bijstand te optimaliseren en het opzetten van netwerken van tandartsen die lokaal noodhulp aan kwetsbare groepen (willen) geven. De KNMT geeft aan dat zij ook meewerkt aan voorlichting over mondzorg en de bekostiging daarvan aan mensen met een laag inkomen op haar patiëntenwebsite Allesoverhetgebit.nl.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Tarieven

Tarieven mondzorg 2025

De NZa heeft de tarieven tandheelkunde en orthodontie voor 2025 bekendgemaakt. De tarieven voor de tandheelkundige prestaties worden geÏndexeerd met 7,8% en die voor implantologie met 6,6%.

Tarieven tandheelkunde 2025

Prestatie- en tariefbeschikking tandheelkundige zorg – TB/REG-25612-01

Brief toelichting wijzigingen regelgeving tandheelkundige zorg 2025

Nza regels voor de mondzorg in 2025

Tarieven orthodontie 2025

Overzicht wijzigingen in prestaties en tarieven Orthodontie per 1 januari 2025

 

Bron:
NZa

 

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Tarieven

NZa gaat kosten mondzorg onderzoeken

De NZa start dit jaar een kostenonderzoek binnen de tandheelkundige en orthodontische zorg. De zorgautoriteit vindt het belangrijk dat gereguleerde tarieven periodiek worden herijkt om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. De laatste tariefherijking is van 2015.

“We zullen ieder van deze stappen zorgvuldig bespreken met de beroepsgroepen en verschillende brancheorganisaties in de mondzorg. We evalueren daarbij ook wat we kunnen leren van het vorige kostenonderzoek. Wij kondigen dit kostenonderzoek nu aan, maar van zorgaanbieders wordt op dit moment nog geen actie verwacht. Zodra dit voor specifieke zorgaanbieders wel het geval is, dan worden zij hierover geïnformeerd”, zegt de NZa.

“De KNMT is betrokken bij het onderzoek en bereidt zich er grondig op voor”, aldus de KNMT-website.

Bron:
NZa

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Mondzorgalliantie mondzorgregeling nodig voor financieel kwetsbare mensen

Mondzorgalliantie: mondzorgregeling nodig voor financieel kwetsbare mensen

Op 20 november overhandigde de mondzorgalliantie, het samenwerkingsverband van de beroepsverenigingen van tandartsen, mondhygiënisten en tandprothetici, de Handreiking noodzakelijke mondzorg voor financieel kwetsbare mensen aan minister Ernst Kuipers.

In deze handreiking staat beschreven welke behandelingen acuut en noodzakelijk zijn en hoe deze zorg in een regeling kan worden verankerd. Met deze handreiking hoopt de mondzorgalliantie een belangrijke stap te zetten op weg naar een uniforme regeling voor financieel kwetsbare mensen.

Demissionair minister Ernst Kuipers schreef op LinkedIn: “Ik vind het positief dat er een stap gezet is om als sector helder aan te geven wat minimaal noodzakelijke zorg is. De handreiking is een goed instrument voor toekomstig beleid en we nemen de adviezen mee in het project ‘verminderen mijding van mondzorg om financiële redenen’. In dit project werken we samen met de beroepsgroepen, zorgverzekeraars en overheden aan het terugdringen van het aantal mensen dat mondzorg mijdt.”

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
geld

KNMT pleit voor vergoeding tandartsbezoek ouderen en jongvolwassenen

Tandartsbezoek moet worden vergoed via de basisverzekering voor jongvolwassenen en ouderen. Hiervoor pleit de KNMT. De beroepsorganisatie wil dat er een vergoeding komt voor 18 tot 25-jarigen en voor 75-plussers. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving en het Ivoren Kruis gaan nog een stap verder. “Het Ivoren Kruis ziet het als noodzaak om de mondzorg in de basiszorgverzekering op te nemen om de zorg voor iedereen toegankelijk te maken.”

Vergoeding tandarts voor 18 tot 25-jarigen en voor 75-plussers

De KNMT zegt “dat je pas bent uitontwikkeld als je 25 jaar oud bent, qua hersenen en fysiek. Daarom zeggen we: breng tandheelkunde tot je 25e in het basispakket. En wanneer gaan problemen zich daarna voordoen? Vooral wanneer mensen ouder worden. Daarom tandheelkunde ook vanaf 75 jaar in het basispakket. Dan heb je het begin en het eind van een leven gedekt. Daartussenin ben je als burger zelf verantwoordelijk”, schrijft de Nationale Zorggids op basis van een bericht van het ANP.
Volgens de KNMT kunnen mensen tussen hun 25e en hun 75e altijd nog gebruik maken van regelingen van de gemeente als zij een tandarts niet kunnen betalen.

De beroepsorganisatie zegt dat vier op de vijf mensen regelmatig naar de tandarts gaat. “Er is altijd een groep die de tandarts mijdt, om verschillende redenen. Dat kan vanwege betaalbaarheid zijn, of uit angst, of omdat ze bijvoorbeeld een kunstgebit hebben. We hebben niet de indruk dat die groep is toegenomen, maar het wordt wel urgenter omdat de betaalbaarheid van de zorg in het geding komt”, aldus de KNMT.

Vergoeding tandarts voor alle volwassenen

De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (RVS), een van de belangrijkste kabinetsadviseurs,  is voorstander van opname van tandheelkundige zorg voor alle volwassenen in het basispakket, schreef het  Ivoren Kruis in juni. Het scheelt op den duur een hoop geld. “Dit illustreert het gegeven dat we een hoop dingen niet doen omdat het nú te veel geld kost. Terwijl het op de lange termijn veel meer kost”, zegt de RVS. Het Ivoren Kruis onderschrijft het advies van de RVS. “Het Ivoren Kruis ziet het als noodzaak om de mondzorg in de basiszorgverzekering  op te nemen om de zorg voor iedereen toegankelijk te maken.”

Op haar website geeft het Ivoren Kruis een overzicht van mondzorg in de concept-verkiezingprogramma’s van de Tweede Kamer verkiezingen in november.

Bron:
Nationalezorggids.nl
Ivoren Kruis

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
zorg - geld

Twee op de drie jongeren stelt medisch bezoek uit om kosten

Een op de drie Nederlanders heeft afgelopen half jaar een of meerdere medische bezoeken uitgesteld of overgeslagen om zo kosten te besparen. Onder jongeren (18-29 jaar) was dit zelfs bijna twee op de drie. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om bezoek aan tandarts, fysiotherapeut en (ongepland) bezoek aan het ziekenhuis. Dat zijn enkele uitkomsten van de nieuwe editie van de Nationale Keuzestress Monitor.

Deze monitor is een maandelijks terugkerend, onafhankelijk onderzoek onder ruim 1000 Nederlanders van 18 jaar en ouder naar keuzes in duurdere tijden, op initiatief van marktonderzoeksbureau MSI Consultants.

Minder vlees en snacks

In deze vierde editie staat het effect van de gestegen prijzen op onze levensstijl en gezondheid centraal. Door de toegenomen kosten blijkt menigeen het mes te hebben gezet in de sociale activiteiten en manieren om te ontspannen. De top-3 waarop werd bezuinigd, bestaat uit dineren buitenshuis, een dag of weekendje weg en het bezoek aan festivals en evenementen. Ook op voeding besparen veel Nederlanders. Minder vlees (23 procent) en minder tussendoortjes en snacks kopen (34 procent) worden het vaakst genoemd.

De toegenomen kosten voor levensonderhoud bezorgen veel Nederlanders hoofdbrekens. Met name de groep 18- tot 29-jarigen heeft hier last van. Zo veroorzaakt de persoonlijke financiële onzekerheid bij bijna de helft van deze jongeren stress en onzekerheid, terwijl dit gemiddeld genomen voor een op de drie Nederlanders geldt. Tevens slaapt een significant hoger percentage onder jongeren minder goed omdat men zich zorgen maakt. Daarnaast kunnen relatief veel meer jongeren zich er mentaal niet toe zetten om te sporten: 35 procent tegenover een gemiddelde van 23 procent.

Liever verwenproducten dan tandarts

Jongeren komen ook bovendrijven als het gaat om bezuinigen op de medische dienstverlening. Een beduidend groter deel dan gemiddeld (64 procent tegenover 36 procent) zegt afgelopen half jaar een of meerdere medische bezoeken te hebben uitgesteld of overgeslagen om op die manier kosten te besparen.

Meest genoemde bezuinigingsopties door jongeren zijn een geplande afspraak met mondhygiënist en huisarts (beiden 18 procent) en bezoek aan de tandarts voor een geplande ingreep (16 procent).

Bij een plotseling probleem met de gezondheid geeft 14 procent aan niet naar de huisarts te zijn gegaan. Op de aanschaf van (zelfzorg)medicijnen wordt eveneens bezuinigd. Ongeveer de helft van de jongeren heeft afgelopen half jaar minder of geen medicamenten aangeschaft.

Geconfronteerd met verschillende dilemma’s komt ook het risicodragend gedrag van jongeren rondom zorgkosten naar voren. Zo bespaart 37 procent liever op de tandarts dan op eetbare verwenproducten, zoals nootjes en chocola (gemiddeld is dit 20 procent), is 42 procent uit financieel oogpunt niet verzekerd voor de fysiotherapeut (gemiddeld is dit 25 procent) en bekent 36 procent minder snel naar de huisarts te gaan, uit angst doorverwezen te worden naar een specialist waarvoor de kosten niet gedekt worden (gemiddeld is dit 21 procent).

Bron:
Marktonderzoeksbureau MSI Consultants

 

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Mondhygiene

Omroep Max opiniepanel: tarieven mondhygiënisten zijn te hoog

Het opiniepanel van Omroep Max vindt de tarieven van mondhygiënisten te hoog, zo zegt 57% van de deelnemers. Het panel kreeg de vraag wat ze vinden van mondhygiënisten. Over de behandeling bij de mondhygiënist zijn de paneldeelnemers tevreden. Maar liefst 73% gaf aan hierover tevreden te zijn.

De 5-minuten behandelingen – de behandeling die per 5 minuten in rekening wordt gebracht – geven de meeste ergernissen. “De patiënt heeft vaak de indruk dat de mondhygiënist eerder te veel dan te weinig minuten in rekening brengt, en kan niet in de stoel liggend precies controleren hoeveel tijd de behandelaar bezig is”, concludeert Omroep Max.

Ook de omschrijvingen op de factuur leiden tot ongenoegen. “Regelmatig worden alle behandelingen samengevat in 1 zin en vervolgens komt het bedrag. Maar als je pakweg 180 euro moet overmaken, wil je toch wel weten wat er gedaan is”, zo schrijft de omroep.

Lees het hele artikel op Omroep Max

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Sehida Begovic - overzicht van mensen die om financiële reden mondzorg mijden

Ongewenste mijding van mondzorg: Financiële drempels in de toegankelijkheid van mondzorg

Wat zou jij doen als iemand tandheelkundige zorg nodig heeft maar het niet kan betalen? Hoe verhoudt dit zich met de eed die je hebt afgelegd bij het afstuderen? Zo bracht van der Heijden de bezoekers van het Ivoren Kruis congres aan het denken over het onderwerp zorgmijding. Hij zelf noemt het niet mijden van zorg maar afzien van mondzorg. Om wie gaat het eigenlijk en wat zijn de mondzorgindelingen die we kunnen gebruiken voor deze mensen?

Mattheus Effect

‘Het is stuitend dat voor velen in Nederland, vooral voor mensen die leven in sociaal-economisch en sociaal-maatschappelijk kwetsbare omstandigheden, de toegankelijkheid en de betaalbaarheid van mondzorg niet goed geregeld is. De risicosolidariteit en collectiviteit, is van oudsher de basis van onze zorgverzekering. Maar door de introductie van marktwerking is polis differentiatie (uiteenlopende voorwaarden) ontstaan en dit heeft in averechtse selectie geresulteerd: De mondzorg is daardoor slecht of niet toegankelijk voor mensen die de zorg het hardste nodig hebben.” Dit resulteert in concentratie van talent en hulpbronnen. Dit mechanisme is bekend als het Mattheus Effect: “Wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen.” Rijken profiteren dan meer van welvaart dan armen. Dus de rijken worden rijker, de armen armer.

Armoede in cijfers

In 2023 leven 830.000 Nederlanders onder de armoedegrens, dit betreft 220.000 kinderen. In maart 2023 gaf het Nibud aan dat 6 op de 10 huishoudens niet goed rondkomen. Vanwege geldproblemen maken veel mensen de keuze om niet naar de tandarts te gaan, ze kunnen dit niet betalen. In de beeldvorming is zorgmijding een bewuste keuze, echter bij mensen die te weinig geld hebben, is dat het niet. Dankzij gegevens van de OECD (2019) is te herleiden dat 435.122 mensen mondzorg mijden, met name de 20% armste mensen. Het Centraal Sociaal Plan Bureau geeft aan dat de aanpak van ongelijkheid verder gaat dan de aanpak van armoede.

Wat is armoede?

Het basisbehoefte budget is gesteld op 1500 euro. Wat zou je daar nou echt van kunnen doen? Kun je hiervan naar de tandarts? Er komen steeds meer armen bij, dit jaar neemt hun aantal toe van 800.000 vaar 1.000.000. De tweede kamer vraagt om actie.

Commissie Dunning

De commissie keuzen in de zorg (commissie Dunning) stelde in 1991 criteria voor – bekend als de Trechter van Dunning – waarmee selectie van zorg mogelijk is. Dit bleek later bepalend voor de inhoud van het basispakket. Het eerste criterium was hierbij ‘noodzakelijke zorg’, het tweede ‘werkzaamheid’, het derde ‘doelmatigheid’ en het vierde ‘eigen rekening en verantwoordelijkheid’. Vanwege de vierde criteria is tandheelkunde voor volwassenen buiten de basispakket gebleven.

Natuurlijk is niet alles wat we op het gebied van mondzorg doen noodzakelijk. Niet alles wat we in onze gereedschapskist hebben zitten, is per definitie nodig, en dus niet altijd doelmatig. Dus wat moet er vergoed worden door de basisverzekering en door de tandartsverzekering? Daar wordt nu olv VWS in een samenwerkingsverband van beleidsmakers en professionals over nagedacht. Van der Heijden vroeg zich af hoe we af komen van averechtse selectie en uitsluiting van verzekering voor de kosten van mondzorg. Hopelijk komen beleidsmakers en de politiek terug op de principes van collectiviteit en solidariteit, met een rechtvaardige keuze voor mondzorg voor allen.

Zelfs met klachten niet naar de tandarts

Tandartsen melden dat patiënten wegblijven. Of wel een keertje voor de controle komen of voor spoed maar daarna niet meer komen voor behandeling of vervolgafspraken. In een enquête onder leden van CNV waarbij ruim 5.000 leden reageerden, gaf 65% aan dat zorgkosten een financieel probleem zijn, 25% redt het niet vanwege zorgkosten. Ruim 44% ervaart gebitsproblemen en 40% gaat niet naar de tandarts; 28% gaat vanwege de kosten niet met klachten naar de tandarts, veel mensen ook niet als de klachten erger worden.

Om wie gaat het?

Sehida Begovic presenteerde een mooi overzicht van mensen die om financiële reden mondzorg mijden:

Sehida Begovic - overzicht van mensen die om financiële reden mondzorg mijden

Klik hier voor de vergrote versie

Wie zijn het? Het gaat om mensen in een sociaal maatschappelijk kwetsbare positie. Hun kenmerken en omstandigheden zijn vaak:

  • Jongvolwassenen die geen onderwijs volgen (of met MBO1 diploma)
  • Alleenstaande ouders met meer en /of oudere kinderen
  • Alleenstaande 50-plussers zonder startkwalificatie (mbo2-, havo- of vwo-diploma)
  • Mensen met hoge woonlasten (verhoudingsgewijs tov inkomen): met name de groepen jongvolwassenen, eenoudergezinnen, gezinnen van 50+ers
  • Mensen met geregistreerde problematische schulden; met name eenoudergezinnen, mensen met maximaal mbo1 diploma een bijstandsuitkering of een flexibel contract

De Bestaansonzekerheid is groter bij:

➢ Laag opleidingsniveau (maximaal mbo1), een laag inkomen, geen werk en veel ziektekosten (relatief tov inkomen).
➢ Bij echtscheiding, ziekte of overgang naar volwassenheid veranderen hun levensomstandigheden.

Belangrijk item hierbij is dat rekening gehouden moet worden met beperkingen in geletterdheid en gezondheidsvaardigheden: 36% van de Nederlanders heeft onvoldoende of beperkte gezondheidsvaardigheden (Smith AJE NTVT, 2019 (9) 126). Deze mensen zullen ook geneigd zijn tot minder zelfzorg en mindere goede mondhygiëne.

Communicatieadviezen voor laaggeletterden

  • Begroet de patiënt warm, met een lach en open houding. Laaggeletterden voelen zich vaak onzeker en niet op hun gemak.
  • Gebruik eenvoudige taal maar blijf patiënt als volwassen persoon aanspreken. Maak korte zinnen: “Ik loop naar de kast. Ik pak mijn jas.” Niet: ik loop naar de kast om mijn jas te pakken.
  • Spreek duidelijk en niet te snel. Kies dezelfde woorden die de patiënt gebruikt voor zijn of haar klachten.
  • Stel maar 1 vraag tegelijk.
  • Herhaal de belangrijkste punten.
  • Moedig patiënten aan om vragen te stellen. “Welke vragen heeft u nog?” Niet: “heeft u nog vragen?
  • Gebruik de gebiedende wijs: “neem 3 x keer per dag 1 pil. Bij het opstaan. Tussen de middag en voor het slapen gaan” (bij instructies antibioticagebruik). Laaggeletterden ervaren dit als duidelijk en niet als betuttelend.
  • Terug-vraag-methode. Check door middel van de terug-vraag methode: Vertel dat je wil checken of je het goed hebt uitgelegd. Terug-vragen, formuleringen:
    Om zeker te zijn dat ik het goed heb uitgelegd wil ik u het volgende vragen

    • Hoe gaat u nu straks thuis de ragers gebruiken?
    • Kunt u in eigen woorden mij vertellen wat ik heb gezegd?

Waar zijn deze mensen nu op aangewezen?

Bestaande noodhulp regelingen:

  • SUNN: Noodhulp Fondsen Tandartskosten
  • Bijzondere bijstand
  • Aanvullende zorgverzekeringen/ gemeentepolis
  • Noodhulp acties: mondzorgkaravaan, Tandartsdag
  • Asielzoekers: Regeling Medische Zorg Asielzoekers
  • Vrijwilligerswerk van ons en onze collega’s
  • Spoedeisende hulp: extractie

Deze regelingen zijn echter vrijwel allemaal voor noodhulp. Vaak ben je dan te laat om tijdig in te grijpen in de levenscyclus van een tand of kies. Uiteraard is planbare zorg en preventie juist de sleutel naar mondgezondheid. Hier is dus een enorme kloof, want soms is er niet eens geld om een tandenborstel te betalen.

Waar zijn deze mensen te vinden?

Als deze patiënten nooit naar de praktijk komen, waar vinden we ze dan?

  • Woningcorporaties: (sociale-) huurwoning
  • Gemeentelijke afdelingen werk&inkomen
  • GGD, huisartsen, apotheken: chronische ziektes → multiproblematiek!
  • Schuldhulpverlening, voedselbanken
  • Noodhulpbureaus
  • Ondersteunende wijkteams/CJG/OKT
  • Dak- en thuislozenopvang

Dus als je deze mensen wilt helpen, zal je ze eerst moeten vinden. Dat kan door actief de wijk in te gaan en samen te werken met deze instanties.

Tip

Voor de tandartsen die onbetaald hulp bieden aan mensen die geen geld hebben: registreer deze. Eigenlijk zouden er richtlijnen ontwikkeld moeten worden over waar de (basis)zorg eindigt. Alleen door dit in kaart te brengen, zou er wellicht iets voor georganiseerd kunnen worden.

Prof. Geert van der Heijden PhD, emeritus hoogleraar Sociale Tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam, en werkte bij de sectie Maatschappij en Mondgezondheid (MMG) van ACTA .Hij is klinisch epidemioloog met ruime expertise op het gebied van onderzoek naar uitkomsten en effectiviteit van gezondheidszorg, in het bijzonder gerandomiseerde trials, meta-analyses en diagnostische en prognostische nauwkeurigheidsstudies. Van der Heijden heeft verschillende boekhoofdstukken gepubliceerd, is co-auteur van verschillende Nederlandse en internationale klinische richtlijnen en zijn onderzoek is gepubliceerd in onder andere peer-reviewed wetenschappelijke tijdschriften.

Sehida Begovic, is tandarts algemeen-practicus en promovendus-onderzoeker op gebied van Oral Public Health en ongelijkheid in mondzorg en mondgezondheid en werkt bij de sectie Maatschappij en Mondgezondheid (MMG) van ACTA.
Klik op de link om het projectverslag “Ongewenste mijding van mondzorg. Financiële drempels in de toegankelijkheid van mondzorg.” te lezen.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tarieven, Thema A-Z
belastingtarieven

‘Vrije tarieven voor cosmetisch mondzorg is een belangrijke stap’

Vanaf 1 januari 2023 zijn voor een proefperiode van vijf jaar de maximumtarieven voor facings en het bleken van tanden losgelaten. Jan Willem Vaartjes, tandarts-implantoloog en voormalig voorzitter van de ANT, vindt dat een goede zaak. Aan dental INFO legt hij uit waarom.

Wat vind jij van het loslaten van vaste tarieven?

“In 2012 ben ik na het afschaffen van de vrije tarieven gevraagd om voorzitter te worden van de ANT. Mijn achterban kon tot die tijd tandheelkunde beoefenen op een wijze die met gereguleerde gemiddelde tarieven niet meer mogelijk was. Vanaf dat moment heb ik met veel inzet laten zien dat er in de tandheelkunde vaak ook iets te kiezen is, waarbij het dan ook niet nodig is om alles te reguleren. Dat er nu een klein begin is gemaakt met het loslaten van tarieven vind ik een goede zaak. Mijn ideaal is een hybride-systeem, met een sociale basis van goede basistandheelkunde en daarnaast een vrij systeem waarin alle innovatieve oplossingen en maximale deskundigheid mogelijk zijn.”

Voor welke praktijken is het loslaten van de maximumtarieven voor facings en bleken interessant?

“Voor bleken bestaat er momenteel een tarief dat volstaat. Hierdoor zal er voornamelijk dynamiek ontstaan rondom de facing-behandelingen. Ik denk dat veel praktijken wel patiënten hebben met een normaal gebit, die esthetische wensen hebben. Bij hen moet dan bijvoorbeeld toch veel tijd in een voortand gestoken worden. Vorm en alle kleurlagen kosten zo veel tijd dat een gemiddeld tarief geen recht meer doet. Als je elke maand een dergelijke patiënt behandelt, dan is het experiment al interessant. Natuurlijk zijn er ook tandartsen bij wie dit dagelijks voorbijkomt en het echt een uitkomst gaat worden.”

Hoe bepaal je als praktijk het tarief dat je gaat hanteren?

“Ik kan me voorstellen dat je verschillende versies van de tarieven gaat hanteren. Want je hebt situaties met of zonder een digital smile-design en mock-up, met een foto- of videoshoot of meerdere pasfases. In je softwarepakket kan je verschillende versies aanmaken van de prestatiecode en ook op je website is het aan te raden om de meest voorkomende varianten te publiceren. De basis voor het tarief is hoeveel tijd je aan een dergelijke component kwijt bent en welke techniekkosten er mee gemoeid zijn. Deze techniekkosten moeten apart worden vermeld op de begroting en de rekening, waarbij overigens de 1-op-1-regel niet geldt.”

Verwacht je dat er praktijken zijn die de huidige tarieven en declaratiecodes blijven hanteren?

“Ik denk dat net als in 2012 iedereen in eerste instantie dicht bij hun huidige werkwijze en de bijbehorende tarieven zal blijven en dat het even tijd nodig heeft om de nodige variatie te krijgen.
Er blijven, op bleken na, altijd reguliere prestaties voor de behandelingen. Dit gaat nu om niet-medisch noodzakelijke cosmetische mondzorg, waardoor het helemaal niet nodig is om mee te doen. Je kunt gewoon dezelfde werkwijze blijven hanteren.”

Hoe moet je de tarieven bekendmaken bij patiënten?

“In de Regeling experiment cosmetische mondzorg staat letterlijk: ‘Zorgaanbieders dienen de patiënt tijdig en zorgvuldig te informeren over de tarieven die zij voor prestaties in rekening brengen.’ Dit komt er op neer, dat je digitaal of schriftelijk een vrijblijvende begroting voorafgaand aan de behandeling moet verstrekken. Door ook op je website de tarieven van veel voorkomende situaties te plaatsen, is het voor de cliënt voorafgaand aan het consult al duidelijk is of de cosmetische behandeling haalbaar is. Op dit moment wordt deze cosmetische zorg niet vergoed uit de basis- of aanvullende verzekering.”

Hoe organiseer je het intern: ga je een aparte behandelaar hiervoor aanwijzen?

“Als je meedoet aan het experiment, dan moet je ook verplicht een door de KNMT geschreven stuk tekst plaatsen op je praktijkwebsite. Een onderdeel daarvan is, dat je degenen benoemt die de cosmetische mondzorgbehandelingen uitvoeren. Wie dat zijn, is echt aan de praktijk. Het kan iemand met affiniteit met cosmetisch mondzorg zijn, maar dat hoeft niet.”

Hoe regel je het administratief?

“Omdat het in dit geval gaat om medisch niet-noodzakelijke cosmetische mondzorg, is het in beginsel btw-plichtig. Als een praktijk onder de 20.000 euro omzet voor deze behandelingen blijft, dan kan de Kleine Onderneming Regeling (KOR) gebruikt worden. Er mag dan ook geen btw op de tarieven gerekend worden. Ga je daar overheen, dan moet je wel btw rekenen. De praktijksoftware is daar al op ingericht en de boekhouder of accountant zal dan elk kwartaal btw-aangifte doen.
Het tarief is een zorgtraject dat bestaat uit consultaties, maken, plaatsen en nazorg. Maar pas bij het plaatsen mag het tarief in rekening gebracht worden. Als er veel externe kosten gemaakt worden, is het voor te stellen dat om een aanbetaling gevraagd wordt.”

Wat verwacht je dat de gevolgen van deze vrije tarieven zullen zijn voor tandartspraktijken?

“De komende jaren verwacht ik veel uitdagingen voor de beroepsgroep. Herijking van het norminkomen, een kostenonderzoek, passende zorg, verschraling van het basispakket en verdere administratieve lastenverzwaring. Dat we eindelijk net als onze Europese collega’s een deel van onze behandelingen zelf kunnen reguleren, lijkt mij een belangrijke stap.”

De KNMT hield op 14 december het webinar Experiment Vrije tarieven facings en bleken.
Bekijk dit webinar hier terug:

 

 

Lees meer over: Kennis, Opinie, Tarieven, Thema A-Z
geld

NZa verhoogt de tarieven: werkt dat automatisch door in de tarieven van de verzekeraars?

De NZa heeft eind september 2022 via een nieuwsbericht medegedeeld dat de maximumtarieven voor 2023 nogmaals zullen worden geïndexeerd. Goed nieuws, zou je zeggen. Maar is dat wel altijd zo? Worden de tarieven van de zorgverzekeraars door de NZa-indexering ook automatisch aangepast?

Verhoging tarieven door de NZa

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft de NZa in een brief van 20 september 2022 verzocht de door de NZa gereguleerde vergoedingsbedragen en tarieven voor de Zvw en de Wlz voor 2023 te herzien. Dit als gevolg van, zoals VWS dat omschrijft, de ‘uitzonderlijke inflatie en de uitzonderlijke maatregelen die daarop genomen zijn’.

De NZa heeft aan dat verzoek gehoor gegeven en vervolgens de maximale NZa-tarieven verhoogd. Normaliter indexeert de NZa jaarlijks vóór 1 juli de tarieven om deze te laten aansluiten bij de prijzen in een volgend jaar. Gezien de inflatie heeft de NZa er nu dus in overleg met VWS voor gekozen een tweede maal te indexeren, nog vóór 2023 is begonnen.

Inmiddels heeft de NZa ook de nieuwe tariefbeschikkingen gepubliceerd voor de mondzorg:

Doorwerking in afspraken verzekeraars

In de mondzorg bieden veel verzekeraars overeenkomsten aan, voor een gedeelte van de mondzorg. Veelal gaat het om tandprothetische zorg en implantologische zorg. Ook voor bijzondere tandheelkunde wordt door verzekeraars gecontracteerd. En sommige verzekeraars bieden praktijken voor mondhygiëne een contract.
De vraag die hierbij opkomt, is of deze tariefsaanpassingen die de NZa heeft gepubliceerd, ook automatisch worden doorgevoerd in de tarieven die de zorgverzekeraars hanteren. Een aantal situaties kan daarbij worden onderscheiden.

  1. Overeenkomst is al aangeboden vóór tariefsaanpassing NZa

    Zorgverzekeraars bieden in de mondzorg steeds eerder hun overeenkomsten aan, soms zelfs al in augustus of begin september. Indien de overeenkomst is aangeboden vóór het nieuws vanuit VWS en de NZa dat de tarieven worden verhoogd, kan de zorgverzekeraar daar bij het aanbieden van de overeenkomsten geen rekening hebben gehouden.

    Dat is echter niet altijd erg. Indien in de overeenkomst een automatische koppeling met de NZa-tarieven is opgenomen, zullen de gecontracteerde tarieven automatisch meestijgen met de verhoogde NZa-tarieven in de tariefbeschikkingen. Doorgaans staat dan in de overeenkomst dat het tarief is gekoppeld aan het vigerende NZa-maximumtarief; het van kracht zijnde NZa-maximumtarief. Dit is vaak het geval voor de honorariumtarieven die zijn opgenomen in bijvoorbeeld de Prestatie- en tariefbeschikking tandheelkundige zorg en orthodontische zorg.

    Indien in de overeenkomst wordt gewerkt met vaste tariefbedragen, die niet gekoppeld zijn aan de NZa-maximumtarieven maar door de verzekeraar zelf zijn vastgesteld, werkt deze systematiek echter niet. In dat geval zullen de tarieven zijn vastgesteld vóór de verzekeraar rekening kon houden met de tariefsaanpassingen door de NZa. De verzekeraar zal dan dus – indien de overeenkomst al is aangeboden – de reeds aangeboden tarieven moeten vervangen door nieuwe tarieven, indien hij alsnog rekening wil houden met deze berichtgeving vanuit de NZa.

    Dit is veelal het geval bij de materiaal- en techniekkosten, waarbij de meeste zorgverzekeraars de tarieven zelf hebben vastgesteld. Indien de materiaal- en techniekkosten door de verzekeraars – net zoals bij de honoraria – zouden worden gekoppeld aan de Prestatie- en tariefbeschikking Tandtechniek in eigen beheer, zou deze problematiek zich niet voordoen. Dit is evenwel maar bij een enkele verzekeraar het geval.

  2. Er is sprake van een meerjarenovereenkomst

    Het is ook mogelijk dat sprake is van een meerjarenovereenkomst, die bijvoorbeeld reeds in 2021 is getekend en ook in 2022 en 2023 nog doorloopt. In dat geval hangt het van de inhoud van de overeenkomst af, of de tariefsaanpassingen zullen worden doorgevoerd. Opnieuw geldt dat een koppeling met de vigerende NZa-tarieven ervoor zal zorgen dat de nieuwe NZa-tarieven automatisch zullen doorwerken in de gecontracteerde tarieven. Ook bij een meerjarige overeenkomst geldt echter dat vaste, door de verzekeraar vastgestelde tarieven niet automatisch mee zullen stijgen met de NZa-tarieven.
    Van belang hierbij is of de overeenkomst een bepaling kent over indexering van de tarieven. Een deel van de verzekeraars heeft in de overeenkomst opgenomen dat de tarieven bij een meerjarige overeenkomst tussentijds zullen worden geïndexeerd. Dat gebeurt veelal in november of december; in dit geval zou dat dan betekenen dat de zorgverzekeraar nog rekening kan houden met het nieuws vanuit de NZa en VWS. Het is wel aan te raden goed na te gaan op welke wijze de indexering uitwerkt en met welke percentages er wordt geïndexeerd.

Tariefbedragen, zoals bij techniekkosten, zouden ook verhoogd moeten worden

Indien in de overeenkomst vastgestelde tariefbedragen zijn opgenomen die niet gekoppeld zijn aan de vigerende NZa-tarieven, stijgen deze tariefbedragen dus niet automatisch mee. De NZa heeft over dit type tarieven echter het volgende aangegeven:

De NZa vertrouwt erop dat zorgverzekeraar en zorgaanbieder ook voor deze zorgvormen de stijging van de prijsindexcijfers op een passende manier vertalen in hun afspraken.

Het zou derhalve rechtvaardig en juist zijn indien zorgverzekeraars, die werken met dergelijke tariefssystematieken – zoals gezegd veelal voor de materiaal- en techniekkosten –, deze tarieven alsnog zullen verhogen zowel als de overeenkomst al was aangeboden, het een meerjarenovereenkomst betreft als het geval dat de overeenkomst nog moet worden aangeboden.
Daarmee wordt tegemoet gekomen aan de, zoals VWS het noemt, uitzonderlijke inflatie en ook aan de oproep die de NZa heeft gedaan. De eerste zorgverzekeraars hebben inmiddels laten weten hiertoe voor de mondzorg over te zullen gaan: dat is een positieve ontwikkeling.

Door:
Daniël Post, Advocaat bij Eldermans|Geerts Advocaten in de zorg

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
geld

Mondzorgtarieven 2023 verhoogd door NZa

De NZa heeft de indexatie van de tarieven voor tandheelkundige prestaties voor 2023 verhoogd naar 7,7 procent. Eerder was die indexatie 5,2 procent en daar is nu 2,5 procent bij gekomen. De indexatie voor orthodontietarieven stijgt van 5,5 naar 8,6 procent.

De KNMT had na de oorspronkelijke indexatie bij de NZa aangegeven dat de percentages te laag waren gezien de recente loon- en prijsontwikkelingen. De NZa heeft hier dus gehoor aan gegeven.

De nieuwe tarieven gelden per 1 januari 2023.

Bekijk op de website van de NZa de tarieven voor mondzorg in 2023

Bronnen:
KNMT
NZa

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
bleken tanden

Tarieven bleken tanden en facing losgelaten per 1 januari 2023

De maximumtarieven voor facings en het bleken van tanden worden vanaf 1 januari 2023 losgelaten, zo besloot minister Kuipers (VWS). Dit is voor een proefperiode van vijf jaar. Deze maatregel is alleen van toepassing op cosmetische zorg, om het ‘uiterlijk van het gebit te verfraaien’.

De KNMT liet eerder aan Kuipers en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) weten dat de huidige maximumtarieven voor de cosmetische mondzorg “belemmerend werken voor de dienstverlening” van tandartsen aan patiënten. Kuipers schrijft in een brief aan de Tweede Kamer: “Hierdoor kunnen zij “niet voldoende tegemoetkomen aan de wensen van mensen”.

Na vijf jaar wordt bezien of het maximumtarief blijven kan worden losgelaten. Indien er tussentijds zou blijken dat er nadelige effecten optreden – bijvoorbeeld dat de reguliere mondzorg onder druk komt te staan – dan kan de maatregel worden ingetrokken op advies van de NZa .

Bron:
Skipr

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
NZa adviesrapport: vrije tarieven facings en bleken zijn mogelijk

NZa adviesrapport: vrije tarieven facings en bleken zijn mogelijk

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) concludeert dat het mogelijk is de tarieven voor het plaatsen van facings en het uitwendig bleken
vrij te geven in een experimentvorm. “Vrije tarieven voor het plaatsen van facings en het uitwendig bleken van tanden en kiezen, geven patiënten en mondzorgprofessionals meer mogelijkheden voor het esthetisch verfraaien van het gebit”, zegt de NZa.

Op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) analyseerde de NZa welke gevolgen het vrijgeven van de tarieven kan hebben, welke risico’s er zijn en welke randvoorwaarden hieraan gesteld moeten worden. Als de minister van VWS het NZa-advies opvolgt, zullen de vrije tarieven in eerste instantie tijdelijk zijn waarbij tijdens dit experiment bekeken wordt of voldaan wordt aan de  gestelde randvoorwaarden.

Voorwaarden vrije tarieven

Naast de randvoorwaarden uit het Kwaliteitskader cosmetische mondzorg (KCM) – opgesteld door de KNMT op verzoek van VWS – zoals het
uitsluitend uitvoeren van cosmetische behandelingen in een gezonde mond, stelt de NZa de volgende (aanvullende) voorwaarden voor het gebruik van een vrij tarief:

  • er wordt gewerkt volgens het Kwaliteitskader cosmetische mondzorg;
  • patiënten worden zorgvuldig voorgelicht over de behandelmogelijkheden, risico’s;
  • de toegankelijkheid van reguliere mondzorg komt niet in het gedrang;
  • de tandarts is transparant over de tarieven;
  • de patiënt wordt actief geïnformeerd aan de hand van de checklist.

Experiment

Zodra de minister akkoord gaat met het vrijgeven van de tarieven voor bleken en facings, en er is voldaan aan de randvoorwaarden, dan zal er een experiment starten met een looptijd van 3 tot 5 jaar. In deze periode wordt doorlopend gemonitord of de deelnemende tandartsen voldoen aan de gestelde randvoorwaarden en worden de effecten van het experiment geëvalueerd. Dit gebeurt door een klankbordgroep die bestaat uit afgevaardigden van de NZa, IGJ, Consumentenbond, Patiëntenfederatie Nederland en de KNMT.

Vrije tarieven zijn aanvullend: huidige codes voor bleken en facings blijven bestaan

Met het vrijgeven van een tarief voor bleken en facings, vervallen de huidige declaratiecodes niet. Het blijft voor iedere tandarts mogelijk om deze behandelingen (in ieder geval tijdens het experiment) uit te voeren en te declareren zoals hij of zij dat nu doet in de praktijk. De vrije tarieven voor bleken en facings staan straks los van de huidige tariefstructuur en komen er dus aanvullend bij.

Vervolg

“In de komende periode  wordt gewerkt aan het agenderen van het onderwerp in de Tweede Kamer. Ook wordt ondertussen gewerkt aan (de implementatie van) de voorwaarden in samenspraak met het ministerie van VWS, NZa, IGJ, Patiëntenfederatie Nederland en de Consumentenbond in de klankbordgroep, zodat het experiment op 1 januari 2023 kan starten”, zegt de KNMT.

Bronnen:
NZa
KNMT

 

 

 

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Kiezen tussen de verwarming aanzetten of mondzorg betalen

Kiezen tussen de verwarming aanzetten of mondzorg betalen

Mondzorg is duur, maar gelukkig kunnen de meeste Nederlanders het (met hulp van een verzekering) wel betalen. Maar wat als je moet kiezen tussen de verwarming aanzetten of mondzorg betalen? Het gebeurde een vrouw in Engeland, volgens de BBC.

Melanie Fudge-Horton zorgt samen met haar man fulltime voor hun twee kinderen. Hun zoon van 24 heeft het syndroom van Asperger en hun dochter van 6 heeft Autisme. Toen Melanie een wortelkanaalbehandeling en een kroon nodig had, liep ze tegen problemen aan. Ze had geen toegang tot een NHS tandarts (publieke gezondheidszorg in Engeland) en kwam achteraan een lange wachtrij te staan.

Toen Melanie – ondanks veel belletjes naar NHS tandartsen in de buurt – toch bij een commerciële tandarts terecht moest, kwam ze erachter dat de behandeling 1000 pond zou kosten. Op dat moment besloot ze voor de goedkopere optie te kiezen en de tand te laten trekken. Kosten: 50 pond.

Een oneerlijk systeem

“Met de kosten voor ons levensonderhoud kon ik het op geen enkele manier betalen”, zegt Melanie tegen de BBC. “Mijn familie en ik leven van een uitkering. Wij hebben niet zoveel besteedbaar inkomen. Het was een keuze tussen mondzorg of de verwarming aanlaten.” Ze vult aan dat ze zich verdrietig voelde door de hele situatie en een “slachtoffer van een oneerlijk systeem” is.

Tandartsen verlaten de NHS

Volgens nieuwe cijfers zijn in het afgelopen jaar ongeveer 2.000 tandartsen weggegaan uit de NHS-tandheelkunde. Het aantal tandartsen dat NHS-behandelingen verleent, is gedaald van 23.733 eind 2020 naar 21.544 eind januari 2022. Dit is het laagste niveau in tien jaar.

Het rapport, uitgegeven door de Association of Dental Groups (ADG) via Freedom of Information, markeert een nieuwe tegenslag in de toegang tot tandheelkundige zorg van de NHS in het VK. Het rapport noemt Brexit, Covid-19 en nieuwe manieren van werken als redenen voor tandheelkundige teams die zich afkeren van de gezondheidszorg. Met problemen voor mensen als Melanie als gevolg.

Verzoek om gezonde en goed behandelbare tanden te trekken is geen uitzondering

Onlangs verscheen in the Journal of the American Dental Association onderzoek van Dyonne Broers waarin zij concludeert dat tandartsen regelmatig een verzoek van een patiënt krijgen om gezonde of goed behandelbare kiezen te trekken.
Volgens het onderzoek zijn financiële en psychologische redenen voor een patiënt om zo’n verzoek te doen. Bij bijna de helft ging het om financiële redenen, bij ruim een kwart om psychologische redenen en bij ongeveer 20% ging het om een combinatie hiervan.

Bron:
BBC

 

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Voorbeeldbrief patiënt over kosten parodontale behandeling bij mondhygiënist in 2022

Veel paropatiënten hebben vragen over de kosten van hun parodontale behandeling. Hoe geef je goede uitleg aan je patiënt? Mondhygiënist Lieneke Steverink-Jorna maakte een voorbeeldbrief waarin de nieuwe paro-richtlijn – geïntroduceerd in maart 2020 – en de mondzorgtarieven voor 2022 zijn verwerkt.

De voorbeeldbrief kun je downloaden via de Patiëntcommunicatie Toolkit

Lees meer over de Patiëntcommunicatie Toolkit

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Parodontologie, Tarieven, Thema A-Z
prijs, geld

Verstrekken van een prijsopgave door mondzorgaanbieders: hoe zat het ook alweer?

Uit de NZa-regeling mondzorg vloeit voort dat mondzorgaanbieders, zoals tandartsen, tandprothetici en mondhygiënisten, hun patiënten in bepaalde gevallen een prijsopgave dienen te verstrekken. De NZa heeft op 28 oktober 2021 op haar website aangekondigd bij toezichtsonderzoeken voortaan te zullen controleren of aanbieders in de mondzorg zich wel aan deze verplichting houden. Reden om eens op een rij te zetten welke verplichtingen in dit kader precies gelden.

Regeling mondzorg

In de Regeling mondzorg zijn regels opgenomen van financieel-administratieve aard met betrekking tot de verlening van mondzorg. De regeling kent administratievoorschriften, declaratievoorschriften en transparantievoorschriften. Eén van de transparantievoorschriften ziet op het verstrekken van een prijsopgave per behandeling.

Wanneer moet een prijsopgave worden verstrekt?

De Regeling mondzorg definieert een prijsopgave als:

Een, voor de consument vrijblijvend, gespecificeerd overzicht van de prestaties en tarieven die de zorgaanbieder in rekening verwacht te brengen voor een behandeling.

Aanbieders in de mondzorg dienen uit hoofde van de Regeling mondzorg hun patiënten een vrijblijvende offerte te geven bij behandelingen die meer dan 250 euro kosten. Ook onder dit bedrag zijn zorgaanbieders hiertoe verplicht, indien de patiënt om een offerte verzoekt. Het verstrekken van de prijsopgave dient te gebeuren voorafgaand aan de behandeling.

Waar moet de prijsopgave aan voldoen?

De offerte en de wijze waarop de zorgaanbieder hierover communiceert moeten op grond van artikel 6 van de Regeling mondzorg aan de volgende voorwaarden voldoen:

  1. De prijsopgave maakt inzichtelijk welke prestatie uitgevoerd zullen worden en hoe vaak;
  2. De prijsopgave toont het tarief, per uit te voeren prestatie;
  3. De offerte toont een totaalbedrag;
  4. De offerte maakt de materiaal- en/of techniekkosten en laboratoriumkosten per prestatie afzonderlijk inzichtelijk;
  5. De patiënt moet de prijsopgave vóór de start van de behandeling schriftelijk of digitaal hebben gekregen, tenzij de zorgaanbieder en patiënt anders hebben afgesproken of sprake is van een ander ‘uitzonderingsgeval’;
  6. De prijsopgave wordt schriftelijk of digitaal verstrekt. Dit kan ook mondeling gebeuren wanneer dit is overeengekomen met de patiënt en vastgelegd in de administratie. Een mondelinge offerte bestaat tenminste uit een totaalbedrag;
  7. De zorgaanbieder dient de gemaakte afspraken met betrekking tot de offerte vast te leggen in de administratie.

Tot slot

Gelet op de aangekondigde controles van de NZa doen aanbieders in de mondzorg er dus goed aan om na te gaan of in hun huidige praktijkbeleid voorzien is in het standaard verstrekken van een prijsopgave bij behandelingen boven de 250 euro én of deze prijsopgaven voldoen aan de eisen die volgen uit de Regeling mondzorg, zoals hierboven genoemd. Bovendien is het raadzaam goed vast te leggen dát een prijsopgave is verstrekt, zeker indien dat mondeling gebeurt. De NZa zal immers in de administratie van de praktijk nagaan of op juiste wijze is voldaan aan deze transparantieverplichting, waarbij het aan de praktijk is om aan te tonen dat de prijsopgave in een bepaald geval is verstrekt.

Door:
mr. drs. D.J.C. Post en mr. D. van Rossenberg, advocaat en jurist bij Eldermans|Geerts.

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Tarieven, Thema A-Z