Verbeterpunt: Check bij anesthesie

Om te leren van ervaringen van andere mondzorgprofessionals belicht Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management een verbeterpunt uit een praktijk. Wat ging er niet helemaal volgens plan, de wetten of regels en wat leren we hiervan? Het verbeterpunt: check bij anesthesie.

Situatieschets
De tandarts gaat een extractie verrichten. Na uitleg van de behandeling, krijgt de patiënt een verdoving. Na enkele minuten valt de patiënt flauw. Nadat hij weer bijgekomen is, wordt hem gevraagd of hij weet wat de oorzaak zou kunnen zijn. Nadat hij goed heeft nagedacht kon hij zich herinneren dat hij eerder is flauwgevallen na een verdoving, zo’n 10 jaar geleden. Na bestudering van het dossier blijkt dat de collega-tandarts al had geconcludeerd dat de patiënt allergisch is voor het conserveringsmiddel in het anestheticum.

Maatregel
Dit voorval wordt in de volgende praktijkvergadering besproken en bij verdoving worden de volgende maatregelen genomen:
1. De patiënt wordt gevraagd naar een up-date van de gezondheid en expliciet naar ervaringen met eerdere verdovingen.
2. Het dossier wordt nauwkeurig nagelezen.
3. De patiënt krijgt de gelegenheid om de bijsluiter van het anestheticum te lezen, er wordt gewezen op mogelijke bijwerkingen en gevraagd naar allergieën.
4. Indien sprake blijkt van een allergie voor het conserveringsmiddel in het anestheticum wordt dit extra opvallend in het dossier vermeld.

Door: Petra van der Zwan

Lees meer over: Pijn | Angst

Verschillen tussen Europese tandartsen

Tandartsen zijn wereldwijd verschillend van elkaar. Dat is niet zo raar, met stuk voor stuk een andere opleiding, verschillende talen en verschillende normen en waarden. Een vergelijking tussen tandartsen in verschillende Europese landen leidt dan ook tot interessante resultaten.

Opmerkelijke verschillen
Anthony Kravitz, schrijver van The EU Manual of Dental Practice, onderzocht tandartsen wereldwijd, en merkte meerdere, opvallende verschillen op.

  • De meerderheid van de tandartsen werkt met een sociaal verzekeringsstelsel, net als in Nederland. Ook vele Oost-Europese landen adopteerden dit systeem, na de val van het ijzeren gordijn.
  • Waar Poolse tandartsen rond de 3500 patiënten kunnen verwachten, is dit in Spanje slechts 600.
  • 8 Europese landen kennen geen mondhygiënisten en in 6 landen waar mondhygiënisten werken moet deze groep zich registreren.
  • Slechts in 24 van de 32 onderzochte landen is schadevergoeding verplicht.
  • Er komen steeds meer tandheelkundeopleidingen. Waar in Engeland 16 verschillende scholen tandartsopleidingen aanbieden, zijn dit er in Italië 34.
  • In vele landen wordt alleen orthodontie en kaakchirurgie erkend als specialiteit.
  • Waar in sommige landen tandartsen gewoon ‘Dr’ voor hun naam mogen zetten, is dit in vele landen verboden

Wangedrag
Wat de Britse onderzoeker nog het meest verbaasde was dat doorhaling in een beroepsregister bij niet goed functioneren, wat in Engeland tot de belangrijkste regels behoort, zeldzaam is in andere landen. Slechts IJsland, Ierland en Nederland doen hier ook aan. In andere landen komen slecht gedragende tandartsen er vaak vanaf met slechts financiële sancties.

Bron: Dentistry

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
kies

Nieuw wereldrecord voor leeftijd doorbreken verstandskies

De 92-jarige Ingeborg Wolf-Wimmer heeft een plaatsje veroverd in het Guiness Book of Records: ze is officieel het oudste mens ooit om een verstandskies te krijgen.

De Oostenrijkse vrouw, woonachtig in Luxemburg, had last van haar gebit toen ze haar tandarts bezocht. Deze keek wat er aan de hand was en zag tot zijn grote verbazing dat de ontwikkeling van een nieuwe verstandskies het probleem was.

Nadat haar record werd erkend zal Ingeborg komend jaar te vinden zijn in het Guiness Book of Records, waarmee ze een 80-jarige uit Zuid-Afrika van de troon stoot.

Bron: Luemburger Wort

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Henry Schein ondersteunt opnieuw African Dental Aid

Ook dit jaar heeft Henry Schein Dental projecten van de Stichting African Dental Aid ondersteund door donatie van verschillende dentale producten. Van 11 tot 25 oktober 2015 heeft het African Dental Aid team minderbedeelde bevolkingsgroepen in Tanzania behandeld. In drie dorpen ten zuiden van Arusha en meerdere Masaï nederzettingen in het westelijke gedeelte van de Serengeti, heeft het team de lokale bevolking van tandheelkundige zorg voorzien.

De stichting African Dental Aid is in 2011 opgericht om kosteloze tandheelkundige zorg te bieden in Afrika. De projecten richten zich op de semi-nomadische volkeren. Deze volkeren leven overwegend in een dor en desolaat landschap zonder toegang tot medische diensten. Doordat de stichting is uitgerust met een ‘dental field unit’ is, kan overal zorg geboden worden. De zorg die door African Dental Aid geboden wordt bestaat uit het verwijderen van gebitselementen (tevens chirurgisch) en het uitvoeren van restauraties.

“Voor onze instrumenten en materialen zijn wij afhankelijk van onze donateurs. Elk jaar kunnen wij rekenen op de steun van Henry Schein,” aldus Joost Berben, African Dental Aid. “Doordat wij in tenten overnachten en opereren als een mobiele behandelkliniek, zijn wij in staat veel mensen te helpen op de meest afgelegen plaatsen.”

“Wij zijn erg verheugd om African Dental Aid opnieuw te ondersteunen. Zij delen ons doel om de toegang tot zorg voor kansarme bevolkingsgroepen te vergroten en de stichting staat voor duurzame betrokkenheid, net zoals Henry Schein,” zegt Cees Balder, Managing Director van Henry Schein Dental in Nederland.

Henry Schein Cares, het wereldwijde programma voor maatschappelijk ondernemen van Henry Schein, probeert de toegang tot zorg voor minder-bedeelde bevolkingsgroepen wereldwijd te verbeteren door middel van de focusgebieden: gezondheid, preventie, behandeling en educatie, voorbereiding bij noodgevallen en noodhulp, en capaciteitsontwikkeling van de gezondheidszorg.

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Wat is de drive van de mensen achter een keten?

Ketens. Ze werden wel eens negatief ‘de cowboys van de mondzorg’ genoemd. Ook kwam onlangs een keten bij het televisieprogramma De Monitor slecht in beeld omdat de intake was afgesproken bij een tandarts wat later geen tandarts maar de manager bleek te zijn. Maar let op, het aantal tandartspraktijken werkzaam binnen een keten groeit gestaag. Een interview met Marc Rooker van RDW Tandartsen en Willem-Jan Hens en Henk Noorlag van Samenwerkende Tandartsen over hun drive voor het opzetten en werken in een mondzorgketen.

Waarom bent u een keten gestart?
Rooker: “Dat is ontstaan toen ik mijn vriend en collega René de Wit ontmoette in 2009. We hadden allebei het idee dat de tandheelkundemarkt ging veranderen, mede door de opkomst van ketens om ons heen. In 2012 hebben we besloten om onze praktijken samen te voegen. Op deze manier konden we niet alleen als tandarts werken, maar ook echt ondernemen. We hebben daarvoor wat tijd aan de stoel opgeofferd om zo meer ruimte te hebben voor de organisatie en uitbreiding van onze praktijken. We hadden allebei de ambitie om niet meer fulltime aan de stoel te werken, maar wel om dit af te wisselen met managementtaken.” Hens vertelt dat Alexander Melis – de oprichter van Samenwerkende Tandartsen – al 11 jaar geleden de verandering in de tandheelkunde zag waarbij ketenvorming een goede oplossing zou kunnen zijn voor diverse problematieken. Noorlag verduidelijkt: “Veel jonge tandartsen wilden of konden niet investeren in een eigen praktijk. Tandartsen die het vak wel echt mooi en leuk vonden, maar geen zin hadden in de steeds groter wordende administratieve belasting. Bovendien wilde een groeiend aantal (vrouwelijke) tandartsen parttime werken. Dat geldt nu nog steeds.”

Hoe ziet uw werkweek eruit?
Rooker: “Mijn werkweek is zeer afwisselend en divers. Ik werk nog twee dagen als tandarts. Daarnaast is er veel tijd nodig voor allerhande organisatie werkzaamheden. Nagenoeg elke week wordt er vergaderd over het personeel. Over hun functioneren en ook over nieuw aan te nemen medewerkers. Ook wordt er veel tijd genomen voor instructie aan medewerkers en het verwerken van deze instructies in protocollen. Daarnaast zijn we elke week op pad voor de acquisitie van praktijken. Dat gebeurt vaak ’s avonds en in het weekend. Daarnaast ben ik ben nagenoeg elke dag dat ik niet aan de stoel werk, minimaal anderhalf tot twee uur kwijt aan mailafhandeling.

Hens: “Mijn werkzaamheden bestaan veelal uit overleg hebben op verschillende niveaus binnen onze organisatie. Dagelijks heb ik contact met onze regiomanagers over de operationele onderwerpen die spelen. De onderwerpen zijn zeer divers.”

Noorlag: “Naast werken in de praktijk als tandarts doe ik de dagelijkse directiezaken, zoals gesprekken met nieuwe tandartsen houden, vragen op zorginhoudelijk gebied beantwoorden, second opinions doen, garantieregelingen treffen, vergaderingen en nog veel meer.”

Zijn alle praktijken per keten nu precies hetzelfde?
Bij RDW Tandartsen zijn het allemaal groepspraktijken die in de basis gelijk zijn van opzet. Een praktijk heeft minstens vier stoelen. Rooker vertelt: “We proberen zoveel mogelijk disciplines onder te brengen. We werken – naast tandartsen – met preventie assistentes, mondhygiënisten, tandprothetici, orthodontisten, pedodontologen en implantologen. Daar hebben we stoelen voor nodig, en dat kan alleen als er drie maar eigenlijk minimaal 4 stoelen zijn.” Bij Samenwerkende Tandartsen werkt het een beetje anders. ”Wij hebben een diversiteit aan praktijken en ook aan modellen qua werken. Alle mogelijke manieren van werken zijn te vinden in onze keten: solistische praktijken, meerkamerconcepten, preventie agenda’s, mondhygiënisten, innovatie op QLF-gebied, jeugdzorg, diverse specialisme zoals orthodontie, implantologie en parodontologie en ZBC kaakchirurgie zijn te vinden in onze keten.”

Kunt u gemakkelijk tandartsen vinden voor de ketens?
Volgens Samenwerkende Tandartsen was het de afgelopen jaren vooral moeilijk om goede medewerkers te vinden in het oosten van het land. “Maar op dit moment zijn we uit deze dip gekomen. Alles gaat nu eenmaal in een golfbeweging. Hierbij gaat rust je te allen tijde redden.” Rooker: “Tandartsen vinden lukt over het algemeen wel, maar het zijn vaak wel onervaren tandartsen. Ervaren tandartsen vinden is het lastigst. Ervaren tandartsen beginnen namelijk vaker hun eigen praktijk, vaak ook in een maatschap. Dus de spoeling is wat dunner. In het oostelijke deel van Nederland is inderdaad het aantal reacties op een vacature minder. Men zoekt toch graag vaak de grote stad op en dan is de Randstad wel favoriet. Echter, in het oosten is ongelooflijk veel werk te verzetten, met genoeg professionele uitdagingen. Want ook in het oosten wordt kwaliteit zeer gewaardeerd en hier wordt ook geld aan uitgegeven.”

Waarom zou iemand bij uw keten willen werken?
Samenwerkende Tandartsen: “Omda t zorg voor onze patiënten centraal staat. Ons primaire proces is daar helemaal op gericht en niet op omzet of winst maken. Dat is voor ons heel prettig werken.
Rooker: “Werken in een van onze RDW-Tandartsenpraktijken betekent dat je nog steeds veel zelfstandigheid hebt, er genoeg management is om allerhande randzaken voor je op te lossen en daardoor meer focus ligt bij je patiënt. Ik wil nogmaals benadrukken dat er in geen geval van je verwacht wordt dat je met targets moet werken. Het enige waar we naar kijken is, of je winst in een gezonde relatie tot je omzet staat.”

Hoe gaat u om met ‘scheve ogen’?
Toch wordt er met enige regelmaat met scheve ogen gekeken naar grote praktijken en ketens. Bijvoorbeeld door de zorgverzekering maar ook door collega’s. Hoe ga je hiermee om?
Hens: “Rustig onze eigen koers varen. Wij weten waar we voor staan, namelijk voor kwaliteit in de tandheelkunde. Wij investeren hier goed in middels het ondersteunen van young professionals op de werkvloer, ons zorginhoudelijk adviesorgaan het Consilium bestaande uit 10 senior tandartsen uit verschillende praktijken, diverse overlegstructuren voor baliemedewerkers, hoofdassistenten, mondhygiënisten en het intercollegiale overleg voor alle tandartsen en kaakchirurgen.” Noorlag vult aan: “Door de goede naam die wij als Samenwerkende Tandartsen inmiddels hebben, merken we dat er steeds minder met “scheve ogen” wordt gekeken.” Rooker geeft toe: “Ja, ik weet dat er nog al een negatieve sfeer rondom ketens hangt. Dat zal ik niet ontkennen. Er wordt vaak gedacht dat ketens alleen maar op de kwantiteit van de behandelingen letten en niet op de kwaliteit. Daar herkennen we ons niet in. Uiteraard wordt er bij elke medewerker gekeken en besproken hoeveel en wat er gedaan wordt. Maar in geen geval wordt een medewerker onder druk gezet om meer te presteren. Dat doen we wel met de kwaliteit. Als bijvoorbeeld de cofferdam niet gebruikt wordt bij een endontische behandeling, volgt er een gesprek met verzoek. Er is wel eens kritiek, maar ik geloof in onze aanpak en die koers wil ik aanhouden.”

In hoeverre moeten de medewerkers zich voegen naar uw beleid?
Hens reageert kort maar krachtig: “Het is nooit mijn beleid. Onze naam zegt het al: samenwerking, goed luisteren naar elkaar en open staan voor goede argumenten zijn belangrijk en, denk ik, ook het succes voor een goede toekomst. Noorlag knikt: “Wij hanteren geen strakke lijn en hard beleid. Samenwerking en goed overleg vinden we belangrijker.” Rooker is nog wat uitgebreider: “Tandarts-medewerkers hebben veel zelfstandigheid. Hoe ze precies hun vak willen uitoefenen, is iets waar we ze niet in willen sturen. We monitoren wat ze doen, en bespreken op z’n tijd wel een casus. Ik geloof er niet in dat elke tandarts op dezelfde manier kan indiceren en behandelen. Ik zie heel veel tandartsen van dezelfde universiteit afkomen, maar met een totaal andere manier van werken. Maar wel allemaal met een tevreden patiëntengroep. De besprekingen zijn vaak boeiende discussies over hoe je het een en ander moet aanpakken. Bijna altijd komt naar voren dat er meerdere wegen naar Rome leiden en communicatie het toverwoord is.”

In hoeverre kunnen u en uw praktijken als ‘commercieel’ gezien worden?
Hens: “Ik denk dat ik best wel als commercieel gezien kan worden. Mijn achtergrond is immers commerciële dienstverlening. Echter, ik ben niet snoeihard commercieel. Ik werk niet voor niets in de zorg. Aangezien er circa 180 tandartsen en ruim 400 andere zorgprofessionals in onze praktijken werken die de zorg voor onze patiënten waarborgen, hoef ik me slechts met de randzaken en voorwaarden bezig te houden. En wat mij betreft mag daar best een commerciële touch aan zitten.” Noorlag: ”Ik ben in eerste instantie tandarts en dus zorgverlener. Uiteraard dient een bedrijf – ook een tandartspraktijk – wel winst te maken om te kunnen blijven investeren in de toekomst.” Rooker: “Als ik commercieel hoor, dan denk ik aan kwantiteit. En dat is niet ons uitgangspunt. We kijken naar onze praktijken als bedrijf. Dat betekent dat we een goed product moeten leveren en dat er meer geld moet binnenkomen dan er uitgaat. Met die basis kijken we naar alle mogelijke manieren om ons tandheelkundige bedrijf beter te maken en gezond te houden. En ja, als we meer omzet en meer winst maken, dan is een deel van onze doelstelling bereikt. Maar we willen wel dat dit komt doordat we duurzame kwaliteit leveren.

Hoe ziet u de toekomst van de mondzorg?
Samenwerkende Tandartsen : “Wij zijn van mening dat het individualistische op termijn er steeds meer van af zal gaan. De meeste jonge tandartsen willen graag in groepsverband werken. Ze willen kennis en vaardigheden opdoen, kennis delen en van elkaars specialisme gebruik maken. Daarnaast zal ook het parttime werken – gezien de samenstelling van de beroepsgroep – steeds naar voren komen. Investeren in een solistische praktijk en daarbij voldoen aan wet- en regelgeving wordt steeds lastiger. Kortom kansen voor groepspraktijken en ketens. Waarbij we willen aantekenen dat ons inziens de kleine solistische praktijk ook nog wel zal blijven bestaan. Het tandheelkundig landschap zal, denken wij, nog meer evenredige diversiteit gaan vertonen. Ook Rooker geeft dit aan: “De mondzorg zal zich steeds meer als teamwork profileren. Praktijken zullen dus meerdere stoelen hebben, met meerdere disciplines. Al dan niet als onderdeel van een keten. Een tandarts die alles kan met de huidige wetenschap, bestaat niet. We hebben specialisten nodig. Gebundeld onder één dak is het meest aantrekkelijk en efficiënt voor zowel de patiënt als de zorgverlener. De solo praktijk zal in veel gevallen verdwijnen.”

Marc Rooker studeerde in 1995 af als tandarts en startte na zijn dienstplicht in de praktijk van zijn vader. Na vijf jaar ging hij verder als tandarts-waarnemer en in 2005 begon hij zijn eigen praktijk in Kampen. In 2006 nam hij de praktijk van zijn vader over in Genemuiden. In 2012 startte hij RDW Tandartsen, samen met collega René de Wit.

 



Willem-Jan Hens is operationeel directeur bij Samenwerkende Tandartsen. Hij heeft een horeca-opleiding gevolgd en werkte vijftien jaar in deze branche. Inmiddels werkt hij al weer dertien jaar in de tandheelkunde en stond hij aan de basis van de ketenvorming.



 

 

Henk Noorlag is werkzaam als tandarts-directeur bij Samenwerkende Tandartsen. Naast deze functie werkt hij nog drie dagdelen per week als tandarts in de praktijk Samenwerkende Tandartsen Dongen. Hij studeerde af in de Tandheelkunde in 1980 en werkte als tandarts bij de Koninklijke Luchtmacht in Duitsland. Van 1981 tot 2009 had hij zijn eigen praktijk in Dongen en Waspik.




Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z

Probiotische kauwtabletten tegen gaatjes

Gaatjes bij jonge kinderen zijn wereldwijd nog steeds een groot probleem. Veel kinderen krijgen hiermee te maken, wat de kans op gaatjes in de toekomst alleen maar vergroot.

Probiotische kauwtabletten onderzocht
Een onderzoeksteam van de Faculteit van Gezondheidswetenschappen en Medische Wetenschappen van de Universiteit van Kopenhagen heeft nu het effect van probiotische kauwtabletten bij kinderen onderzocht, en dan met name in een kwetsbare en multiculturele omgeving. 132 kinderen tussen de 2 en 3 jaar kauwden een tablet per dag. Sommige tabletten werden verrijkt met een van drie verschillende soorten probiotica, terwijl andere tabletten placebo-tabletten waren. Verder werd er tweemaal per dag gepoetst met een fluoride tandpasta gepoetst.

Minder cariës
Gedurende het onderzoek werd de staat van de gebitjes bijgehouden. Hieruit werd de conclusie gevormd dat het kauwen op de tabletten wel degelijk tot minder cariës leidt. Verdere studies hopen vast te kunnen stellen wat de ideale dosis van deze tabletten is, om zo gaatjes bij jonge kinderen zo veel mogelijk te bestrijden.

Bron: BMC Oral Health

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
kies-digitaal

MASC-techniek bootst structuur tand na

Materiaalonderzoekers hebben een procedure ontwikkeld waarmee de ingewikkelde fijne structuur van biologische composietmaterialen, zoals tanden of schelpen, kan worden nagebootst. Zo kunnen synthetische materialen worden gecreëerd die net zo hard zijn als hun natuurlijke tegenhangers. De procedure en het resulterend materiaal kunnen worden toegepast in de tandheelkunde.

MASC
De onderzoekers waren in staat om sterk materiaal te produceren op basis van het constructieprincipe van tanden of zeeschelpen. De procedure wordt magnetically assisted slip casting (MASC) genoemd. De techniek is vergelijkbaar met 3D printen. Met behulp van onder andere een magnetisch veld en gemagnetiseerde keramische plaatjes, zoals aluminiumoxide bloedplaatjes, worden meervoudige lagen van micro-plaatjes gecreëerd.

Kunstmatige tand
Om het potentieel van de MASC-techniek aan te tonen, hebben de onderzoekers een kunstmatige tand geproduceerd die dezelfde microstructuur heeft als een echte tand. Het oppervlak van de kunstmatige tand is net zo hard en heeft dezelfde structurele complexiteit als echt tandglazuur. De buitenkant van het materiaal moet nog wel worden verbeterd, voordat deze kan worden gebruikt voor tandprothesen.

Bron:
ETH Zürich

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Tanden rechtzetten voor meer zelfvertrouwen

85% van de volwassenen laat hun tanden recht zetten vanwege psychosociale problemen. Met behulp van een gebitscorrectie hopen zij weer meer zelfvertrouwen te krijgen. Zowel in de privésfeer als op de werkvloer.

Zelfvertrouwen
Orthodontisten hebben data vrijgegeven waaruit blijkt dat meer dan 85% van de patiënten een beugel wil vanwege psychosociale problemen. Van deze groep patiënten wil 42% meer zelfvertrouwen krijgen. Bijna 50% wil weer kunnen lachen op foto’s en 3% wil een beugel omdat zij gepest wordt vanwege hun gebit.

Carrière
Het creëren van carrièremogelijkheden was ook een van de redenen om te kiezen voor een orthodontische behandeling. Zo wil bijvoorbeeld 41% serieuzer worden genomen op werk, en een vijfde hoopt dat een gecorrigeerd gebit hen helpt om een nieuwe baan te krijgen.

Behandelplan
Door de angsten, beweegredenen en wensen van de patiënt in kaart te brengen kan de orthodontist een behandelplan opstellen dat het beste bij de persoon past. Hij kan bijvoorbeeld de keuze voorleggen tussen een doorzichtige kunststof beugel of een linguale beugel.

Bron: Dentistry 

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
winnaar NVT

Suzette van der Waal winnaar NVT WTA Hamer Duyvenszprijs 2015

De NVT WTA commissie kent eenmaal per jaar, onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging van Tandartsen een wetenschappelijke onderscheiding toe aan het tandheelkundig proefschrift dat door de NVT WTA leescommissie als beste van dat jaar is beoordeeld. Deze onderscheiding draagt de naam NVT WTA-Hamer Duyvenszprijs, zo genoemd omdat in het verleden de prijs mede werd gefinancierd vanuit legaten van de toenmalige tandartsen Hamer en Duyvensz.

De NVT WTA Hamer Duyvenszprijs is tijdens de NVT Ledenavond op maandag 9 november 2015 uitgereikt aan Dr. Suzette V. van der Waal voor haar proefschrift:

A new strategy in root canal therapy
There is a lot going on in endodontic disinfection

Dr. Suzette V. van der Waal heeft haar onderzoek verricht aan de Universiteit van Amsterdam en ACTA, afdelingen Cariologie, Endodontologie & Pedodontologie en Preventieve Tandheelkunde. Haar promotores waren: Prof.dr. P.R. Wesselink en Prof.dr. W. Crielaard.

Relevantie voor tandarts algemeen practicus
Van der Waal ontving deze prijs vanwege de relevantie van het onderwerp voor de tandarts algemeen practicus.

Nieuwe methode voor desintectie van geïnfecteerde wortelkanalen
Het doel van het onderzoek was de ontwikkeling van een nieuwe methode voor desinfectie van geïnfecteerde wortelkanalen. Er werd een model ontwikkeld waarin het mogelijk was de bacteriële biofilm te bestuderen en kanaalirrigatie middelen zoals natriumhypochloride en calciumhydroxide te bestuderen op hun effectiviteit. Door middel van diffusie en osmose dringt het desinfectans door tot de biofilm en de bacteriën daarin. Dit leidt slechts traag tot celdood.

Daarom werden andere stressfactoren voor de bacteriën aan het desinfectans toegevoegd, zoals ook in de voedselindustrie gebeurt om eten langer vers te houden. Kaliumsorbaat, natriumchloride, tezamen “aangepaste zoutoplossing MSS” genoemd. In vitro werden wortelkanalen geïnfecteerd en vervolgens werd een desinfectans aangebracht te weten hypochloriet, hypochloriet met MSS en calciumhydroxid.

Hypochloriet met MSS bleek het meest effectief. Vervolgens werden hypochloriet concentratie en pH getest van oplossingen verkrijgbaar in de supermarkt of in een Dental Depot. Beide zijn effectief en 5 maanden houdbaar, hoewel de supermarkt oplossing met hypochloriet nogal varieerden in hun concentratie vrij chloor.

Vervolgens richt het proefschrift zich op calciumhydroxide dat ondanks zijn hoge PH, ook niet in combinatie met hypochloriet een weinig effectief middel is om bacteriën in een wortelkanaal biofilm te doden. Bovendien heeft Ca(OH)2 geen gunstige invloed op de genezing van de parodontitis apicalis.

Conclusies

De conclusies uit het proefschrift zijn van belang voor de tandarts algemeen practicus.

  • De zoutoplossing MSS lijkt veilig en draagt bij, samen met hypochloriet, tot een effectieve desinfectie van geïnfecteerde wortelkanalen.
  • De concentratie natriumhypochloride kan fors afwijken van de informatie op de verpakking, bij supermarkt verpakkingen meer dan bij de 2% hypochloriet verpakking van een Dental Depot.
  • CA(OH)2 kan bacteriën in biofilms niet elimineren.

Uitgangspunten NVT – WTA Hamer Duyvenszprijs
De promovendus heeft zijn/haar wetenschappelijke arbeid gepubliceerd in een proefschrift en heeft deze dissertatie met succes verdedigd in een Nederlandse Universiteit. De promovendus moet als tandarts ingeschreven staan in het BIG-register.

Het onderwerp van de dissertatie moet (klinisch)tandheelkundig van aard zijn of te maken hebben met een randgebied van de tandheelkunde en moet bij voorkeur relevant zijn voor de tandarts algemeen practicus.

 

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Patiënt op drugs testen bij de tandarts?

Volgens nieuw onderzoek zouden patiënten bij een tandartsbezoek op drugs moeten worden getest. Drugsgebruik kan namelijk een negatieve invloed hebben op de mond- en algemene gezondheid.

Onderzoek
Dit blijkt uit onderzoek van de Colombia University in Amerika. 1802 tandartsen hebben een survey ingevuld. Hieruit blijkt dat 77% van de Amerikaanse tandartsen patiënten op illegale drugs of geneesmiddelen test. Meer dan de helft van de tandartsen (54%) vindt dat zij verantwoordelijk zijn voor het testen van drugsgebruik. Met name jongere tandartsen zijn hier voorstander van.
Drugs
Een tandarts kan een drugsgebruiker soms snel identificeren. Bijvoorbeeld als een patiënt methamfetamine gebruikt, kan er sprake zijn van tandbederf en tandvleesontsteking. Deze patiënten komen dan ook vaak naar de tandarts voor een cosmetische behandeling.

Rol van de tandarts
Volgens de onderzoekers moeten tandartsen leren signalen op te pakken van illegaal drugs- of geneesmiddelengebruik. Hiervoor is open communicatie tussen de tandarts en patiënt belangrijk. Tandartsen kunnen vervolgens de patiënt doorverwijzen voor behandeling en eventueel aanmoedigen om het drugsgebruik te stoppen.

Bron: Colombia University, Amerika mailman.columbia.edu

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Röntgendiagnostiek in het paroprotocol

Voor een goede behandeling van parodontitis patiënten is gedurende het protocol, naast gedegen klinisch onderzoek, ook nauwkeurig röntgendiagnostiek onmisbaar. Tips voor het stellen van een betere diagnose en prognose.

Een verslag van Lieneke Steverink-Jorna over de workshop van drs. Huffels tijdens de Cursus van Quality Practice Mondhygiëne.

DPSI bepaling in relatie met röntgen

Bij het bepalen van de DPSI is het van belang onderscheid te maken tussen ‘echte’ pockets en ‘pseudo’pockets. Bij een ‘echte’ pocket is sprake van klinisch aanhechtingsverlies; waarbij de punt van de pocketsonde apicaal van de glazuurcementgrens (GC-grens) komt te liggen. Bij ‘pseudo’pockets ligt de punt van de pocketsonde op of coronair van de GC-grens. De GC-grens is bij een ‘echte’pocket met een fors gezwollen gingiva soms lastig te traceren. Een goed ontwikkeld tactiel gevoel tijdens het sonderen is noodzakelijk en kan door veelvuldig oefenen worden verkregen.

Bij voldoende subgingivale sondeer oefening kan men het onderscheid maken tussen bijvoorbeeld: 

  • Glazuurcementgrens (GC-grens)
  • Tandsteen
  • Een restauratierand
  • Cariës

Dit onderscheid kan nog beter worden gemaakt door tijdens het klinisch onderzoek gebruik te maken van röntgenfoto’s; in het bijzonder (vertikale) BW’s.

Vertikale BW’s zijn geïndiceerd bij een DPSI 3- (met aanhechtingsverlies) en hoger. Bij een DPSI 3- met aanhechtingsverlies vindt men de volgende klinische kenmerken:

  • (bloedende) pockets van 4-5 mm
  • geen recessie boven de gemeten pocket
  • punt van de pocketsonde ligt apicaal van de GC-grens

In dit beginstadium van parodontitis (verdiepte pocket van 4-5 mm. met aanhechtingsverlies) zal bij een verhoogde ontstekingsgraad in de pocket, het corticaal bot van de botcrista als eerste worden aangetast. Het verdwijnen/vervagen van het corticale bot, zal afhankelijk van de kwaliteit van de opname zichtbaar gaan worden op (vertikale) BW’s en solo-opnamen en kan alleen interdentaal en/of interradiculair worden waargenomen. De gemiddelde afstand van 2 mm. tussen de GC-grens en de botcrista (intacte situatie) ziet men toenemen.

Door de overprojectie is het interpreteren van botafbraak linguaal/palatinaal of vestibulair van een element onbetrouwbaar op BW’s en solo-opnamen. Bij het vroegtijdig diagnosticeren van parodontitis is het dus van belang dat u bij kinderen bovenstaande klinische en röntgenologische kenmerken tijdens de periodieke controles waarneemt.

Röntgenfoto’s interpreteren
Voor een optimale interpretatie van röntgenfoto’s is voldoende anatomiekennis, kennis over de kwaliteit van de röntgenopnames en 3D-inzicht onontbeerlijk.

Anatomiekennis
Bij voldoende anatomiekennis kan men bij het waarnemen van botafbraak op een röntgenopname het onderscheid maken tussen het daadwerkelijke botniveau of een anatomische lijn (bijvoorbeeld de onderbegrensing van het jukboog vaak zichtbaar op een solo-opname van de bovenmolaren).

Kwaliteit röntgenopname
Bij voldoende kennis over de röntgenopname kwaliteit (juiste verticale en horizontale inschietrichting, juiste centrering van de elementen op de röntgenopname, juist contrast) bent u beter in staat om de bruikbaarheid van de röntgenopname in te schatten voor uw diagnostiek. (bijvoorbeeld bij een duidelijk waarneembaar occlusaal vlak of een botniveau coronair afgebeeld ten opzichte van de GC-grens, maakt u duidelijk dat de röntgenopname te steil is ingeschoten; want bij een juist ingeschoten röntgenopname worden de knobbels van (pre-)molaren overlappend afgebeeld en dient het bot gemiddeld 2 mm. (intact bot) of meer (botafbraak) apicaal van de GC-grens te liggen).

Het beoordelen van solo opnamen met een verkeerd gekozen verticale en/of horizontale inschietrichting kunnen op basis van de parodontale diagnostiek de volgende interpretatieproblemen opleveren:

  • een moeilijker interpreteerbaar botniveau
  • een onjuiste inschatting van de hoogte van de wortelstam bij meer wortelige elementen
  • een onjuiste inschatting van de wortellengtes

3D-inzicht
Bij voldoende 3D-inzicht bent u in staat om van een 2D-opname (BW, solo-opname) in combinatie met de klinische waarnemingen (parodontiumstatus) een 3D-beeld te vormen over het verloop van de botafbraak (bijvoorbeeld een doorlopend angulair botdefect van vestibulair naar approximaal).

Tijdens de lezing gaf de heer Huffels enkele nuttige tips voor het interpreteren van röntgenfoto’s.

De wortelstam
Het röntgenologisch inschatten van de hoogte van de wortelstam bij meer wortelige elementen (afstand tussen GC-grens en het furkatiedak) kan handig zijn tijdens het subgingivaal pockets meten en/of reinigen. Afhankelijk van de hoogte van de wortelstam kan men beter inschatten of men een furkatieingang gaat tegenkomen of niet. De volgende regel kan men daarbij gebruiken:
hoe groter de wortelspreiding hoe korter de wortelstam.

Wortelspreiding
Het juist interpreteren van de wortelspreiding is tijdens het uitvoeren van het paro-protocol essentieel; want de mate van wortel spreiding geeft u info over:

  • de moeilijkheidsgraad van de (subgingivale) gebitsreiniging
  • het maken van een juiste keuze voor de interdentale hulpmiddelen tijdens de instructie mondhygiëne
  • de prognose van elementen (bijvoorbeeld elementen met weinig of geen wortelspreiding tonen vaak diepe wortelgroeven waar uiterst moeilijk kan worden gereinigd, dit maakt de prognose van het element vaak negatiever)

Wortellengte
Het juist interpreteren van de wortellengtes op solo-opnamen is essentieel in de parodontale diagnostiek, dit om een juiste algemene diagnose te kunnen stellen en om de mate van botafbraak (de ernst) goed te kunnen inschatten.

Wortelcontouren
Radices met (diepe) wortelgroeven hebben vaak een 8-vormige of niervormige doorsnede. In deze situatie worden er afhankelijk van de inschietrichting vaak dubbele wortelcontouren afgebeeld aan één zijde van een radix. Bij het waarnemen van een toenemende afstand tussen de wortelcontouren aan één zijde van de radix in apicale richting, heeft men vaak te maken met een diepe wortelgroeve of zelfs een wortelsplitsing. Naast het juist interpreteren van de wortelcontouren kan ook het verloop van het pulpakanaal behulpzaam zijn bij het bepalen van een (diepe)wortelgroeve of wortelsplitsing. Wanneer men bij het waarnemen van een solo-opname het pulpakanaal ziet vervagen of verdwijnen heeft men doorgaans te maken met een splitsing van het kanaal. Op dit niveau ontstaat aan de buitencontour van de radix een wortelgroeve die verder naar apicaal verdiept of soms zelfs splitst.

Het waarnemen van dubbele wortelcontouren op röntgenopnames is van belang, omdat dit de moeilijkheidsgraad van de (sub)gingivale gebitsreiniging kan verhogen en u een betere instructie kunt geven over de te gebruiken interdentale hulpmiddelen tijdens de mondhygiëne-instructie.

Röntgendiagnostiek is onlosmakelijk verbonden met het klinisch onderzoek
De basis van uw parodontaal onderzoek bestaat uit een klinisch onderzoek (parodontiumstatus) en een röntgenonderzoek. Beide onderzoeken zijn noodzakelijk om alle onderdelen van het paroprotocol (intake, initiële behandeling, herbeoordeling, chirurgie/implantologie en nazorg) optimaal te kunnen uitvoeren. Maar röntgenfoto’s geven niet alle noodzakelijke info; vooral de 2D röntgenopname heeft zijn beperkingen. Zo moet er al fors interdentaal botafbraak (30% of meer) hebben plaatsgevonden voordat wij met het blote oog iets kunnen waarnemen op een röntgenopname gemaakt in een bepaalde inschietrichting. Dit is ook het geval bij het waarnemen van peri-apicale ontstekingen (primair endoprobleem of een endo-paro probleem). Ook het niveau van over geprojecteerd bot over radices is op 2D röntgenopnamen onbetrouwbaar!

3D röntgenopnamen kunnen in de nabije toekomst uitkomst bieden en een betrouwbaarder beeld geven over de botafbraak (type en ernst).

Nascholing is belangrijk
De heer Huffels gaf gedurende de presentatie aan dat het de taak van de tandarts is om tijdens de intake de röntgenfoto’s te beoordelen en te bespreken met de patiënt. Die eindverantwoordelijkheid ligt niet bij de mondhygiënist. Toch moet de mondhygiënist de tandarts vaak uitleggen hoe de vork aan de steel zit, volgens toehoorders uit de zaal. Na afloop van de presentatie zei de heer Huffels dat in het kader van een juiste röntgeninterpretatie op parodontaal gebied, een aantal tandartsen nascholing zouden moeten volgen over dit onderwerp. Ik kan dit van harte aanbevelen, want tijdens de workshop kregen we vooral veel verhelderende dia’s met röntgenfoto’s te zien en…… die moet u gewoon gezien hebben!

Drs. R.A.M. Huffels is tandarts en werkzaam op de afdeling Conserverende en Preventieve Tandheelkunde, sectie Parodontologie en Orale Biochemie van ACTA.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO van de cursus van Quality Practice Mondhygiëne.

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z

Tandartspatiënten worden getest op HIV na hergebruik materialen

Honderden Engelse patiënten moeten worden getest op HIV nadat bekend werd dat een tandarts disposable materialen, zoals ampullen van injectiespuiten, vaker gebruikte om kosten te besparen.

Testen
3200 patiënten zijn schriftelijk ingelicht over het incident met de aanbeveling om zich te laten testen voor HIV en hepatitis. 450 patiënten hebben na aanleiding van de brief een klacht ingediend en 252 patiënten laten een bloedonderzoek doen. De testen zijn met name bedoeld voor de hoog risicogroepen en voor eigen gemoedsrust. De patiënten zijn ervan verzekerd dat de kans klein is dat er overdracht van infecties zoals hepatitis B, hepatitis C en HIV heeft plaatsgevonden.

Schorsing
De desbetreffende tandarts was al ruim 26 jaar in dienst. Hij is door De Britse General Dental Council (GDC) geschorst tot oktober 2016.

Bron:
BBC

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

IGZ vraagt naar uw behandelbeleid. Hebt u dit in orde?

Het toetsingskader van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) gaat naast de WIP-richtlijn en stralingsbescherming ook in op de zorginhoudelijke richtlijnen. Uit recente IGZ rapporten blijkt dat praktijken moeite hebben aantoonbaar volgens deze richtlijnen te werken. Dit wordt mede veroorzaakt, doordat de meeste praktijken hun behandelbeleid niet hebben uitgeschreven. Hebt u dit in orde? Wat is een behandelbeleid en hoe stelt u dit op?

IGZ bevindingen
IGZ toetst praktijken op diverse zorginhoudelijke richtlijnen, waarvoor meerdere anonieme patiëntendossiers worden opgevraagd. Via dossieronderzoek wordt door IGZ beoordeeld of de praktijk aantoonbaar de zorginhoudelijke richtlijnen volgt. Uit verschillende IGZ rapporten zijn onder andere de volgende bevindingen afkomstig:

  • “Er was geen kwaliteitsbeleid opgesteld.”
  • “De zorgaanbieder beschikte niet over sluitende protocollen voor een eenduidige werkwijze conform de bestaande richtlijnen.”
  • “Het (behandel)beleid taakdelegatie ontbrak met daarin in elk geval een beschrijving van de werkwijze, de noodzakelijke bevoegdheid en bekwaamheid, de wijze waarop toezicht op de kwaliteit wordt gehouden, hoe de werkwijze wordt geëvalueerd, de uit te voeren werkzaamheden, het scholingsbeleid, de wijze waarop de patiënt wordt geïnformeerd en toestemming verleent en de dossiervoering.”
  • “De afwijkingen van de landelijke richtlijnen waren niet onderbouwd.”

Wat is een behandelbeleid?
Een behandelbeleid is een globale uiteenzetting van de vaste keuzes rond een behandeling, oftewel de praktijkspecifieke vertaling vanuit een algemene richtlijn. Dit houdt in dat de tandarts zijn eigen werkwijze vastlegt rondom onderwerpen als taakdelegatie, periodiek mondonderzoek, radiologie, verticale verwijzing en informatie en toestemming. Een behandelbeleid verhoudt zich als volgt tot een richtlijn en tot de behandeling en het patiëntendossier:

Bron: drs. P. Lakerveld, Senior Inspecteur, Team Mondzorg, Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit plaatje dient ter verduidelijking en betreft geen IGZ standpunt waaraan rechten kunnen worden ontleend.

IGZ is geïnteresseerd in uw werkwijze en wil dit graag uitgeschreven zien in een beleid. Met het beschrijven van uw werkwijze in een beleid kunt u aantonen aan IGZ op welke wijze u een richtlijn toepast (of ervan afwijkt). Daarnaast dient het ook twee andere doelen:
1. U kunt verifiëren of uw werkwijze in lijn is met een richtlijn.
2. U kunt uw werkwijze intern communiceren zodat uniform wordt gehandeld.

Een direct voordeel van het hebben van een beleid is, dat uw dossiervoering minder uitgebreid kan door te verwijzen naar uw standaard werkwijze zoals beschreven in uw beleid.

Advies
Voor elke zorginhoudelijke richtlijn kunt u een behandelbeleid uitschrijven, wat heel veel werk met zich meebrengt. Mijn advies is uw werkwijze allereerst voor de volgende onderwerpen uit te schrijven, nadat u zich uiteraard heeft vergewist van de inhoud van betreffende wet of richtlijn:

1. Beleid taakdelegatie (afgeleid vanuit Wet BIG)
Geef bijvoorbeeld een beschrijving van de werkwijze rondom taakdelegatie, de noodzakelijke bevoegdheid en bekwaamheid, de wijze waarop toezicht op de kwaliteit wordt gehouden, hoe de werkwijze wordt geëvalueerd, de uit te voeren werkzaamheden, het scholingsbeleid, de wijze waarop de patiënt wordt geïnformeerd en toestemming verleent en de dossiervoering.

2. Beleid informatie en toestemming (afgeleid vanuit de WGBO)
Geef bijvoorbeeld een beschrijving van op welke wijze de patiënt wordt geïnformeerd over (ingrijpende) behandelingen, de te leveren zorg, de begroting en alternatieve behandelopties. Leg verder vast op welke wijze u omgaat met de toestemming van de patiënt en de dossiervoering hieromtrent.

3. Beleid horizontale en verticale verwijzing (afgeleid van de richtlijnen Horizontale verwijzing en Verticale verwijzing)
Leg bijvoorbeeld vast voor welke zorg en wanneer u de patiënt verwijst, op welke manier de patiënt wordt verwezen, hoe omgegaan wordt met verwijsbrieven en terugrapportages en naar wie wordt verwezen. En op welke wijze u intercollegiaal overleg onderhoudt met collega tandartsen / specialisten.

4. Beleid radiologie (afgeleid vanuit de richtlijn Tandheelkundige Radiologie en European guidelines on radiation protection in dental radiology)
Leg bijvoorbeeld vast in welke situaties röntgenfoto’s worden gemaakt, met welke frequentie bitewings worden gemaakt, hoe deze frequentie wordt bepaald, hoe uw dossiervoering is rondom indicatiestelling en beoordeling van foto’s.

5. Beleid periodiek mondonderzoek (afgeleid van de richtlijn Periodiek Mondonderzoek)
Leg bijvoorbeeld vast welke zaken tijdens iedere intake en ieder periodiek mondonderzoek worden beoordeeld (uitgesplitst naar volwassenen en jeugdigen), hoe de controle frequentie wordt bepaald en welke frequenties worden gehanteerd.

Door: Sjoerd Kuiken – Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk: financieel gezond, kwalitatieve zorg, prettige werksfeer en professionele mentaliteit. Zijn visie is gebaseerd op het ontwikkelde Praktijk Management Model.
Nov 2015 

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Nog geen sugar tax voor Engeland

Nog geen sugar tax voor Engeland

Jamie Oliver heeft onthuld dat, hoe graag hij dat ook zou willen, de Britse overheid op korte termijn nog niet met een belasting komt voor suikergebruik.

Suiker belasting
Jamie Oliver, wereldberoemde chef kok, was verwikkeld in discussies met het gezondheidscommité van het Britse parlement, waarin hij naar eigen woorden een ‘vaderfiguur’ vertegenwoordigde. Wat Oliver aangaf vooral van het parlement te willen, is duidelijkheid. Door duidelijke, en vooral ook eerlijke, informatie te verstrekken aan de Britse bevolking, zijn zij ook in staat om zelf een goede mening te vormen, en een beeld te krijgen van de situatie wat betreft de suiker belasting. Volgens Oliver gebeurt dit op dit moment niet.

Nationale gezondheid
Oliver geeft aan zich zeer betrokken te voelen tot Britse ouders en iedereen die te maken heeft met de nationale gezondheid. Deze gezondheid is volgens hem een van de belangrijkste dingen waar de overheid zo hard mogelijk voor moet vechten. Een van de dingen die hierin moet gebeuren is, volgens Oliver, het invoeren van de zogenaamde sugar taks. Dit zou met name een deel van de oplossing voor obesitas bij kinderen kunnen zijn. ‘Zoiets als een belasting is het enige wat hier tegen kan helpen.’

Bron: Dentistry 

Lees meer over: Actueel, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving

Advanced Dental neemt Plandent Connect over

Dentaal freescentrum Advanced Dental heeft per 1 november Plandent Connect overgenomen. Plandent Connect gaat verder onder de naam Advanced Dental en is ook fysiek naar Veenendaal verhuisd, de locatie van Advanced Dental.

Visie
Volgens de heer Hotter, directeur van Advanced Dental, past de overname van Plandent Connect perfect bij de visie van Advanced Dental. Hij zegt daarover: “Wij stellen tandprothetici, laboratoria en daarmee ook tandartsen in staat om patiënten op het gebied van tandtechniek de beste oplossingen te bieden. Met het samenvoegen van de jarenlange ervaring, geavanceerde techniek, vakmanschap en persoonlijke betrokkenheid van beide bedrijven geven we hieraan een nog betere invulling.”

Gespecialiseerd in frezen
Advanced Dental is gespecialiseerd in het frezen van alle daartoe geëigende en voor tandheelkundige toepassingen beschikbare materialen en producten. Daaronder titanium Grade 5 steggen (ELI 23) voor alle merkenplatforms, zirkonium structuren voor kroon- en brugwerk, zirkonium etsbruggen, individuele titanium abutments op implantaten en e.max CAD kronen. Advanced Dental maakt daarvoor onder meer gebruik van de meest moderne volledig geautomatiseerde 5-assige DMG/Mori Seiki-freesmachines, gekoppeld aan 3D Imetric witlicht- en 3SHAPE-scanners.


Lees meer over: Actueel, Bedrijven, Praktijkorganisatie, Thema A-Z
Diabetes

Donderdag 14 november Wereld Diabetes Dag

Donderdag 14 november is het Wereld Diabetes Dag. Er wordt dan wereldwijd aandacht gevraagd voor diabetes. Mensen met diabetes hebben ook vaak problemen met hun tanden en tandvlees.

Ontdekking insuline
Wereld Diabetes Dag wordt elk jaar gevierd ter gelegenheid van de geboortedag van de onderzoeker die insuline ontdekte in 1922. Dankzij deze ontdekking is diabetes geen dodelijke ziekte meer.

Geld inzamelen
Door heel Nederland worden vele acties gevoerd om geld in te zamelen voor onderzoek naar diabetes. Zo houden basisscholen flesseninzamelingsacties en staan er in veel kantines op de toonbank een collectebus.

Bron:
Diabetesfonds

Lees meer over: Actueel, Diagnostiek, Thema A-Z

Aantal medewerkers bij IGZ sterk gegroeit

Het aantal fte’s bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) is sinds 2010 met 36 procent gestegen, naar 536 in 2014. Dit blijkt uit een brief van minister Schippers aan de vaste Kamercommissie, meldt Medisch Contact.

Het kabinet legde in het regeerakkoord in 2010 vast dat de inspectie vanaf 2012 10 miljoen extra zou ontvangen. De inspectie kreeg echter al 4 miljoen extra in 2011 waarmee het aantal fte’s kon worden uitgebreid van 393 in 2010 naar 536 in 2014.

De groep inspecteurs en ondersteuners is het grootste onderdeel van de IGZ met 326 fte. Het hardst groeide de strategisch staf met de afdelingen beleids- en bestuursondersteuning, juridische zaken en communicatie, naar 52 fte.

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Brochure veilig werken met straling

De Inspectie SZW heeft de digitale publicatie ‘U werkt veilig met straling. Weet u dat zeker?’ uitgebracht. Daarin staat kort en bondig hoe u de risico’s van werken met straling kunt voorkomen of beperken.

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Groei wereldwijde orthodontiemarkt

De wereldwijde markt voor orthodontie staat aan het begin van grote groei. De verwachtingen zijn om in 2020 een omzet te behalen van bijna 4 miljard dollar, wat een constante groei van 6,9% gedurende deze periode zal betekenen.

Meer orthodontie in Azië en Zuid-Amerika
Voornamelijk in Azië en Zuid-Amerika wordt grote groei verwacht. Reden voor dit is dat in ontwikkelingslanden veel meer gebitsproblemen voorkomen, gezien de vaak geringe mondzorg. Daarnaast helpen ook technologische verbeteringen en met name de groeiende economie in landen zoals India, China en Brazilië mee met de enorme groei in vraag naar orthodontie. Verwacht is dat vaste beugels het grootste aandeel hierin zullen gaan leveren

Vier regio’s
In het onderzoek werd de wereldwijde markt voor orthodontie geclassificeerd in vier regio’s, namelijk Noord-Amerika, Europa, Azië-Pacific en de RoW – de rest van de wereld. Daarnaast is de markt ook geanalyseerd op nationaal niveau. Op dit moment is de markt het grootst in Noord-Amerika, gevolgd door Europa. Ondanks de groei in opkomst in Azië-Pacific zal dit hoogstwaarschijnlijk ook zo blijven.

Bron: Reportlinker.com

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Pillen

Medicatie in de tandartspraktijk: wat, wanneer en hoe voor te schrijven?

Als er medicatie in de tandheelkundige praktijk wordt voorgeschreven betreft dat meestal pijn- of infectiebestrijding. Waar moet u rekening mee houden bij het voorschrijven en welke medicatie wordt geadviseerd?

Verslag van de lezing van dr. Stegenga, staflid afdeling MKA-chirurgie UMCG.

Farmacotherapie
Het voorschrijven van medicatie in de tandheelkundige praktijk dient in de meeste gevallen als ondersteuning van de behandeling. Bij het voorschrijven van medicatie moet rekening gehouden worden met de volgende aspecten:

  • Het voorschrijven van medicatie mag nooit gebeuren zonder gezondheidsanamnese. Onderdeel daarvan is het actuele medicatie-gebruik.
  • Wees bewust van het doel waarvoor het medicijn voorgeschreven wordt: symptoombestrijding of oorzaakbestrijding.
  • Communicatie/ overleg met de huisarts is in sommige gevallen sterk aan te bevelen.
  • Bij langdurige medicamenteuze therapie is samenwerking met huisarts of andere behandelaars belangrijk.
  • Medicatie (en dosering) wordt voorgeschreven op basis van een rationele keuze.
  • Gebruik het farmacotherapeutisch kompas.

Welke factoren spelen een rol bij het maken van een rationele keuze?

  • Bewezen effectiviteit. Dit kan worden uitgedrukt in het zogenaamde Number-needed-to-treat (NNT): hoeveel mensen je moet behandelen om het beoogde effect bij één mens te bereiken? NNT = 1 is ideaal.
  • Kosten.
  • Bijwerkingenprofiel en interacties (achterhalen actuele medicatie!).
  • Gebruiksgemak (bijvoorbeeld poeder versus tablet).
  • Toepasbaarheid (zwangerschap, ouderen).

Pijnbestrijding
Over het algemeen kan het voorschrijven van medicijnen in de tandartspraktijk onderverdeeld worden in de volgende groepen:

  • Gebits- en mondslijmvliesgerelateerde afwijkingen
  • Stollingsafwijkingen
  • Voorkomen en bestrijden van infecties
  • Pijnbestrijding

Hier wordt ingegaan op de pijnbestrijding in de tandheelkunde. Bij pijn moet onderscheid gemaakt worden tussen acute en chronische pijn. Daarnaast is het belangrijk om te weten of het om somatische pijn gaat, pijn die ontstaat wanneer lichaamsweefsel wordt beschadigd, of om neuropathische pijn. Neuropathische pijn wordt gegenereerd in het zenuwstelsel. Pijnstillers die perifeer aangrijpen zijn NSAID’s en paracetamol. Opiaten, anti-epileptica en antidepressiva grijpen centraal aan.

Acute pijn
Acute pijn treedt meestal op door activatie van het ontstekingsproces na weefselbeschadiging. Er komt een enorme hoeveelheid bioactieve moleculen vrij (o.a. prostaglandinen). Deze moleculen maken receptoren in het gebied met weefselbeschadiging extra gevoelig (perifere sensitisatie).
De prostaglandinesynthese wordt in gang gezet:

  • Onder invloed van fosfolipase: celmembraanfosfolipiden –> arachidonzuur
  • Onder invloed van cyclooxygenase (cox-1, cox-2): arachidonzuur –> prostaglandinen en leukotrienes. Cox-1 zorgt o.a. voor de bescherming van de maag en nieren. Cox-2 speelt o.a. een grote rol in het ontstekingproces.

NSAID
NSAID’s remmen zowel Cox-1 als Cox-2. Cox-2 speelt een rol in het ontstaan van de ontsteking en moet dus geremd worden. Helaas wordt ook de bescherming van de maag geremd (Cox-1). Indien er dus sprake is van maagklachten mag er geen NSAID voorgeschreven worden of moet er een maagbeschermer bij gegeven worden. Wanneer de dosis van ibuprofen 1500 mg per dag (of hoger) is, dan is er een enorme stijging van het relatieve risico op maagklachten. Andere bijwerkingen van NSAIDs zijn nierinsufficiëntie, cardiovasculaire problematiek (vooral bij chronisch gebruik), invloed op de plaatjes aggregatie en op de zwangerschap.
Het beste is om deze bijwerkingen te voorkomen. Om de kans op bijwerkingen te verkleinen kan het volgende gedaan worden:

  • Dosering beperken
  • Ander middel kiezen
  • Selectieve cox 2 remmers voorschrijven
  • Middel met relatief gunstige cox2/cox1 verhouding voorschrijven
  • Gastro-protectie (bijvoorbeeld omeprazol)

Interacties
Ook moet er rekening gehouden worden met interacties die kunnen plaatsvinden met andere medicatie:

  • corticosteroïden, cumarinederivaten of SSRI’s worden door gelijktijdig gebruik van NSAIDs beïnvloed
  • NSAIDs remmen de trombocyten-aggregatie-remming van acetylsalicylzuur.

NNT
NNT van NSAID ligt tussen de 2.3-2.7. Indien het NSAID niet werkt dan moet de dosis niet verhoogd worden maar moet een ander NSAID worden geprobeerd, bijvoorbeeld naproxen of diclofenac, voorgeschreven worden. Deze medicijnen zijn goed uitwisselbaar omdat ze allemaal ongeveer dezelfde NNT en dezelfde bijwerkingen hebben.

Paracetamol
Bij het gebruik van paracetamol moet er gestart worden met een dosis van 1000mg. De maximale dagdosering is 4000 mg. De pijnstiller heeft bij normale dosering weinig bijwerkingen maar bij (te) hoge dosering kan het zorgen voor ernstige leverschade (helemaal bij chronisch alcoholgebruik).

Opiaten
Zwakke opiaten zijn codeïne en tramadol. Sterke opiaten zijn morfine, oxycodon en fentanyl. Het voorschrijven van opiaten is te overwegen in acute situaties wanneer NSAIDS gecontra-indiceerd zijn.

Combinatie pijnmedicatie
Pijnstillers kunnen gecombineerd worden indien het analgetisch effect niet toeneemt bij het verhogen van de dosis.

Samenvatting

  • Wanneer er sprake is van pijn dan hebben we in de meeste gevallen te maken met nociceptieve pijn. In die gevallen is het vaak voldoende om NSAID of paracetamol voor te schrijven.
  • Bij het voorschrijven van een medicijn moet rekening gehouden worden met de effectiviteit, bijwerkingen en interacties.
  • Bij milde pijn kan er het beste paracetamol voorgeschreven worden.
  • Bij matige pijn kan er het beste NSAID (eventueel i.c.m. maagbescherming) voorgeschreven worden.
  • Bij hevige pijn kan er het beste een opiaat i.c.m. NSAID voorgeschreven worden.
  • Er moet terughoudend gedaan worden met het voorschrijven van NSAID en opiaten bij chronische pijn. Vaak worden dan antidepressiva of anti-epileptica voorgeschreven.

Dr. B. Stegenga, staflid afdeling MKA-chirurgie.

Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van dr. Stegenga tijdens de klinische avond Wat te doen bij niet alledaagse, maar wel herkenbare problemen in de dagelijkse praktijk van het Wenckebach Instituut in het UMCG.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Pijn | Angst, Thema A-Z