Digitale tandheelkunde in opkomst

Op dit moment neemt digitale tandheelkunde slechts een klein deel van de markt in, maar dit staat op het punt om te veranderen, aldus Rich Mott, CEO van CadBlu, een Amerikaanse leverancier van CAD/CAM, scanning technieken en software. Hij legt uit waarom deze trend steeds bepalender zal gaan worden binnen de tandartswereld.

Volgens Motto kunnen verschillende digitale technologieën, die al zo’n 30 jaar bestaan en maar slechts door 4% van de tandartsen worden gebruikt, veel efficiënter worden ingezet, om zo de volledige tandheelkundige wereld te verbeteren. Dit zou bijvoorbeeld kunnen zorgen voor een grotere voorspelbaarheid, een betere prijs-kwaliteit verhouding, meer precisie en verbeterde effectiviteit.

Op dit moment is een grote trend gaande, en is wereldwijd zo’n 80% van de tandartsen de volledige of gedeeltelijke overstap aan het maken naar hulp van digitale CAD/CAM technieken. Maar wat is het precies dat deze verandering manifesteert?

1. De industrie stelt zich meer open
De tandheelkundige industrie stelt zich steeds vaker open voor invloeden van buitenaf, zo ook voor deze technieken.

2. Ontwikkeling van nieuwe materialen
Technologie ontwikkelt snel, en zo ook op het gebied van tandheelkunde. Onder andere 3D-printers bieden een immense variëteit aan mogelijkheden die eerder voor onmogelijk werden gehouden.

3. Alles wordt aangepast op de patiënt
Door middel van technieken zoals CAD/CAM wordt het steeds meer mogelijk om behandelingen en toepassingen volledig aan te passen aan de wensen van de patiënt. Op het moment dat meer klinieken deze persoonlijke behandelingen zullen gaan aanbieden, zullen deze klanten van andere tandartsen weg trekken, wat verhoogde concurrentie oplevert en zal zorgen dat steeds meer tandartsen aan deze technieken zullen willen wagen.

4. Tandartsen kunnen steeds meer doen
Door vernieuwde technologieën kunnen algemene tandartsen nu behandelingen uitvoeren die eerst alleen toegankelijk waren voor specialisten. Dit is vooral zichtbaar bij implantaten, aangezien nieuwe technieken hier relatief goedkope oplossingen voor kunnen bieden. In de toekomst zullen deze behandelingen steeds vaker door algemene tandartsen kunnen worden uitgevoerd.

5. Tandartsen maken steeds meer gebruik van scanners
Tandartsen maken steeds meer gebruik van scanners, zowel voor binnen als buiten de mond. Scans kunnen namelijk fungeren als hulplijnen bij operaties of als voorbeeld voor bijvoorbeeld het creëren van een kunstgebit.

6. Groei in organisaties die ondersteunende diensten aan mondzorgpraktijken aanbieden
Waar op dit moment de organisaties die ondersteunende diensten aan mondzorgpraktijken aanbieden (Dental Service Organizations, oftewel DSO’s) 7% van de volledige markt in beslag nemen in Amerika, is een groei naar 20% verwacht. Dit is van belang, aangezien zij de mogelijkheid hebben om te investeren in nieuwe technologieën.

Bron:
Dr Bicuspid

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Chinese wetenschapsprijs voor Jo Frencken, onderzoeker Mondgezondheid Radboudumc

Jo Frencken, hoofdonderzoeker Internationale Mondgezondheid van het Radboudumc, ontving op 8 januari de Chinese International Science and Technology Cooperation Award: de hoogste prijs voor techniek en wetenschap in China voor internationale onderzoekers. Hij ontving deze award van de Chinese president Xi Jinping.

Atraumatic Restorative Treatment concept
Frencken heeft de Atraumatic Restorative Treatment concept (ART) ontwikkeld waarmee cariës gevuld kan worden met handgereedschap en zelfklevend cement. Dit cement kan ook worden aangebracht op de kauwvlakken om gaatjes te voorkomen. Het concept is zeer geschikt voor ontwikkelingslanden. De onderzoeker ontwikkelde het ART-concept dertig jaar geleden samen met een universiteit in Tanzani.

ART-concept bij kinderen
In Westerse landen wordt de techniek echter nog niet veel toegepast omdat het cement niet sterk genoeg is voor grotere gaatjes. Bij kinderen is het concept uitgebreid onderzocht en blijken er voordelen te zijn ten opzichte van de reguliere mondzorg. Kinderen hebben bij toepassing van het ART-concept minder angst voor de tandarts en zijn er voordelen op het gebied van het onderdrukken van pijn.

Eerdere prijzen
Dit is niet de eerste prijs voor Frencken. In 2015 ontving hij een eredoctoraat aan de Universiteit van Cuyo in Argentinië. Ook werd hij eerder onderscheidde met de titel Honorair Professor door een universiteit in Buenos Aires voor zijn werk voor verbetering van de mondgezondheid.

Bron: Radboudumc

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Biochip geeft risico’s op mondkanker weer

Op dit moment is de overlevingskans bij mondkanker enorm laag, gezien de over het algemeen late diagnostisering. Een wetenschapper aan de North Carolina University heeft een chip ontwikkeld die het risico op mondkanker al in vroeg stadium kan detecteren.

Analyse op basis van HPV markers
Deze chip is gebaseerd op een test die het HPV DNA herkent en een analyse maakt van bepaalde biomoleculen, zoals nucleïnezuren en peptiden, en is uiterst eenvoudig in gebruik. Door te gorgelen of spoelen met een speciale oplossing, kan een arts een monster trekken die niet groter is dan de gemiddelde smartphone. Een chip kan het monster analyseren op de specifieke HPV markers. Op deze manier kan binnen een uur worden bepaald of een patiënt kans heeft op mondkanker, veroorzaakt door HPV.

Snelle diagnose
Ontwikkelaar Dr. Jennifer Webster-Cyriaque ziet de test als een goedkope en snelle test die bij zou kunnen dragen aan zowel verduidelijking en diagnostisering van mondkanker. De test wordt geproduceerd in samenwerking met bedrijf InSilixa, waarvan de halfgeleider technologie ook wordt gebruikt voor de chip.

Bron: Dentistry Today

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
medentex

medentex en Blue Clinics starten samenwerking

Twee bedrijven op het gebied van tandheelkundige ondersteuning gaan met elkaar in zee. medentex – verwerker van tandheelkundig afval – en Blue Clinics, die de waterkwaliteit in de praktijk verzorgt, gaan gezamenlijk hun diensten aanbieden. Het complete totaalpakket wat zo ontstaat, combineert een milieupakket en watercontrole.

Tandartspraktijken ontzorgen
Hoewel de diensten van medentex en Blue Clinics zeer divers van aard zijn, vonden de twee partijen elkaar in hun missie om klanten te ontzorgen, zo vertelt Bassir Ihity van medentex. “Het is voor tandartspraktijken praktisch en voordelig om de diensten van medentex en Blue Clinics samen af te nemen. Zowel tandheelkundig afval ophalen als het testen van water wordt periodiek uitgevoerd, dus het is logisch en efficiënt om ze te combineren.”

Tandheelkundig afval ophalen en watercontrole
medentex, onderdeel van de Rentokil-Initial groep, haalt minstens een keer per jaar het tandheelkundig afval op bij praktijken, inclusief amalgaam en regelt daarbij alle milieuadministratie. Blue Clinics zorgt voor optimale waterkwaliteit in de praktijk en neemt twee keer per jaar watermonsters. Nicole Klaassen van Blue Clinics: “Wij gaan in onze aanpak en advies uit van de regelgeving in de nieuw omschreven WIP-richtlijn. Deze beschrijft dat de kwaliteit van het spoelwater hetzelfde zou moeten zijn als drinkwater.” Blue Clinics beschikt over een gecertificeerd laboratorium voor tests en advies aan praktijken over waterkwaliteit.

 

Lees meer over: Actueel, Samenwerken, Thema A-Z

Voorzitter KNMT legt functie neer

Aad van der Helm treedt per direct terug als voorzitter van het hoofdbestuur van de KNMT. Na afloop van de Algemene Vergadering van 11 december 2015 heeft Van der Helm geconcludeerd dat er voor hem geen rol meer is weggelegd in het hoofdbestuur van de KNMT.

Huidige vicevoorzitter neem voorzitterschap op zich
Om de continuïteit te waarborgen blijven de andere leden van het hoofdbestuur van de KNMT in functie tot de Algemene Vergadering (AV) van 23 juni 2016. Dan worden voorstellen tot modernisering van de verenigingsstructuur aan de leden voorgelegd en stellen ook deze bestuursleden hun functie ter beschikking. Tot de eerstvolgende AV neemt de huidige vice-voorzitter van de KNMT Hendrike van Drie het voorzitterschap op zich.

Adviseurs
Daarnaast heeft het hoofdbestuur twee adviseurs benoemd – prof.dr. J.R. Bausch en dr. G.J. Dicker –  om het vernieuwingsproces kracht bij te zetten.

Lees meer over: Actueel, Carrière, Thema A-Z
Schotse mondzorgprofessionals ervaren stress

Schotse mondzorgprofessionals ervaren stress

Veel Schotse mondzorgprofessionals ervaren stress, die in de afgelopen jaren alleen maar is toegenomen. Dit blijkt uit onderzoek van de Scottish Association of Local Dental Committees (SALDC).

Onderzoek
Praktijkeigenaren en medewerkers hebben een vragenlijst ingevuld waaruit blijkt dat 88,3 procent veel stress ervaart. 84 procent van deze groep ervaart meer stress dan een jaar geleden, en 87 procent geeft aan meer gestrest te zijn dan vijf jaar geleden.

Oorzaak
Volgens SALDC heerst een angstcultuur onder tandartsen met betrekking tot prestaties en de veiligheid van de patiënt. Tandartsen zijn bang dat zij bij het maken van een kleine fout zich meteen moeten verantwoorden bij de General Dental Council (beroepsvereniging van tandartsen in Schotland). Daarnaast ervaren zij ook een financiële druk. Uiteindelijk kan dit ook in het nadeel werken van de patiënt.

Bron:
sdmag.co.uk

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier

Tandheelkunde opleiding wordt een learning community

De opleiding tandheelkunde in Groningen neemt drastische maatregelen om de heersende angstcultuur aan te pakken. De opleiding wordt vanaf 2017 een learning community. Dat staat in de eerste plannen voor het nieuwe studieprogramma.

Aanleiding
In het voorjaar stuurden masterstudenten een brandbrief naar het UMCG-bestuur over de kwaliteit van de opleiding. Een commissie deed vervolgens onderzoek en concludeerde dat er een gevoel van onveiligheid heerst onder veel medewerkers en studenten.

Aanpak
Een projectgroep heeft het onderwijs bij tandheelkunde nader onderzocht. Zij kwamen tot de conclusie dat het complete studieprogramma moet worden aangepakt: de opleiding moet een learning community worden. Dit houdt in dat de studenten in kleine groepen werken, en ook buiten de universiteit een gemeenschap vormen.

Programma
De projectgroep wilt ook dat de stof meer verspreid wordt, minder toetsen tegelijkertijd plaatsvinden en er meer ruimte komt voor zelfstudie en internationalisering. Daarnaast zal het flipping the classroom-model worden toegepast: studenten bereiden thuis online de stof voor, en gaan op de universiteit in groepsvorm opdrachten maken. Ook moeten de studenten vakken gaan volgen bij geneeskunde voor de noodzakelijke medische basiskennis.

Bezuinigen
Door het nieuwe onderwijsprogramma en de bezuinigingen moet er worden gereorganiseerd. Hoe dit eruit gaat zien is nog onduidelijk.

Bron:
U krant

Lees meer over: Actueel, Kennis, Scholing, Thema A-Z
Rookverbod in huis leidt tot minder rokers

Rookverbod in huis leidt tot minder rokers

Roken kan leiden tot ernstige mondgezondheidsproblemen. Het gebruik van tabak veroorzaakt ziektes aan het tandvlees, voortijdig verlies van tanden, verkleuring van tanden, slechte adem en het reuk- en smaakvermogen wordt aangetast. Volgens nieuw onderzoek wordt de kans groter dat mensen stoppen met roken, als roken in- en buitenshuis wordt verboden.

Onderzoek
Amerikaanse onderzoekers hebben 1718 rokers ondervraagd. Hieruit blijkt dat mannelijke rokers stoppogingen ondernemen als zij niet in huis mogen roken. Vrouwelijke rokers niet. Verder blijkt het rookverbod bij huishoudens zonder kinderen effectiever. Dit komt mogelijk omdat het ultieme doel is om te stoppen met roken, en niet om de blootstelling aan omgevingsrook te verminderen.

Effectief
Volgens de onderzoekers zijn mensen eerder geneigd te stoppen met roken, als er een wet komt die die het roken in eigen huis verbiedt. Een compleet rookverbod, zowel in- als buitenshuis, zou het meest effectief zijn.

Bron:
BDJ Team 

Lees meer over: Halitose (slechte adem), Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
dentale-ergonomie

Video – Dentale ergonomie: 5 tips voor gezond werken

Een zeer hoog percentage van de tandartsen (65%) en mondhygiënisten (90%) ervaart fysieke klachten bij het uitvoeren van de dagelijkse werkzaamheden. Amber Elings van Aeflex geeft tips voor gezond werken.

Bekijk de video in Dental E-learning

Amber Elings, ergonomiespecialist, Aexflex

 

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z

Onderzoek vergelijkt verschillende CAD/CAM composities

Na het bestuderen van meerdere CAD/CAM composities, is gebleken dat lithium disilicate glas keramiek de grootste buigsterkte heeft. Echter, alle andere materialen bleken ook prima te zijn wat betreft hun mechanische en optische eigenschappen.

Materialistisch en klinisch perspectief
Over het algemeen werd door de Duitse onderzoekers bevonden dat CAD/CAM composities een behoorlijke buigsterkte en hoge transparantie hebben. Vanuit materialistisch perspectief, werd glas keramiek het beste materiaal bevonden wat betreft verkleuring en slijtage. Vanuit klinisch perspectief werden echter alle verschillende composities als goed bevonden.

CAD/CAM composities en glas keramiek
Deze resultaten zijn gebaseerd op een studie naar zowel de mechanische als de optische eigenschappen van de verschillende composities. Het volgende werd getest:
– CAD/CAM composities Lava Ultimate (3M ESPE), Cerasmart (GC), Shofu Block HC (Shofu) en twee andere composities van Ivoclar Vivadent en Coltene/Whaledent
– Een leuciet (IPS Empress CAD, Ivoclar Vivadent)
– Een lithium disilicaat glas keramiek (IPS e.max CAD, Ivoclar Vivadent)

Vier eigenschappen
Elk van deze werd getest op buigsterkte, slijtage, verkleuring en doorschijnendheid. De buigsterkte werd beoordeeld aan de hand van de normen van de International Organization of Standardization. Om slijtage te testen werd gebruik gemaakt van simulaties met echte menselijke tanden, waarna een kwalitatieve analyse werd gedaan. Verkleuring werd gemeten aan de hand van een 14 dagen durende blootstelling aan allerlei materialen, als curry en rode wijn. De doorschijnendheid werd gemeten in een spectrofotometer.

Verschil tussen CAD/CAM en glas keramiek
Uit de testen bleek IPS e.max CAD de winnaar wat betreft buigsterkte. Glas keramiek en het hybride materiaal kwamen het beste uit de test qua slijtage, en glas keramiek bleek de laagste verkleuring te hebben. Hiermee werd de hypothese dat de slijtage van de CAD/CAM composities en van glas keramiek het zelfde zou zijn verworpen.

Conclusies
De conclusies van deze studie luidden als volgt:
– CAD/CAM composities toonden grotere buigsterkte dan de keramische en hybride materialen.
– Slechts een CAD/CAM compositie (Coltene/Whaledent) bleek vergelijkbaar op het gebied van slijtage met glas keramiek en het hybride materiaal. De overige composities toonden meer slijtage.
– Glas keramiek toonde lagere verkleuring dan alle CAD/CAM composities.

Onderzoek naar lange termijn
Er is geen klinische data beschikbaar over de levensduur van elk van deze materialen. De schrijvers geven daarom aan dat onderzoek naar de lange termijn noodzakelijk is. De uitslagen van dit onderzoek kunnen wel gebruikt worden voor korte- en medium termijn restauraties.

Bron: Science Direct en Dr BicusPid

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

VAR verdwijnt per 1 april: Neem het serieus

Schijnzelfstandigheid, maar ook gebrek aan verantwoordelijkheid voor de opdrachtgever zijn voor de politiek redenen om de Verklaring Arbeidsrelaties (VAR) af te schaffen. Per 1 april 2016 is het idee. Het alternatief gaat uit van een ‘goedgekeurde’ voorbeeldovereenkomst in plaats van een VAR-beschikking. Een papieren exercitie? Nee, het is wel degelijk een serieuze verandering, die overeenkomstige aandacht verdient. Voor zzp’ers, maar zeker ook voor praktijkhouders.

Van VAR naar voorbeeldovereenkomst
Op 1 april 2016 treedt de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties in werking. Inmiddels beter bekend als ‘de DBA’. Daarmee verdwijnt de VAR, de beschikking die praktijkhouders duidelijkheid geeft als er een zzp-collega in de praktijk komt werken. Daarvoor in de plaats moeten straks voorbeeldovereenkomsten vooraf zekerheid geven over het ontbreken van inhoudingsplicht voor loonheffingen, inclusief sociale premies. De Belastingdienst publiceert hiervoor goedgekeurde overeenkomsten, online, herkenbaar per branche.

Eerste Kamer aan zet
Verandering op komst dus. Althans, als de Eerste Kamer ermee instemt. Dat heeft nogal wat voeten in de aarde. Op 26 januari staat de stemming uiteindelijk op de rol. Het is vooralsnog reëel uit te gaan van daadwerkelijke inwerkingtreding per 1 april 2016.

Nieuw: voorbeeldovereenkomsten
Opdrachtgever (praktijkhouder) en opdrachtnemer (de zzp’er) kunnen straks een overeenkomst van opdracht sluiten op basis van zo’n gepubliceerd voorbeeld. De Belastingdienst stelt dat er dan geen dienstbetrekking bestaat. Inhoudingen zijn dan niet aan de orde.

Pas op: passend?
Partijen moeten in de praktijk wel daadwerkelijk werken volgens wat in de overeenkomst is bepaald. Het risico of dit naar de mening van de belastinginspecteur ook het geval is, ligt straks vooral bij de opdrachtgever. Van een vrijwarende werking, zoals bij de VAR, is in de nieuwe situatie immers geen sprake meer. Om de kans op naheffingen te beperken is serieuze aandacht en actie, met name bij de praktijkhouder, van groot belang.
Dus: bedenk goed of een overeenkomst (nog) wel passend is bij de gewenste samenwerking. Wellicht zijn andere oplossingen per saldo beter, verstandiger. Ook voor ‘bestaande gevallen’. Het kan immers zijn dat door de vrijwarende werking van de VAR situaties zijn ontstaan die feitelijk een dienstbetrekking zijn.

Zzp’er niet meteen ondernemer
Werken met een voorbeeldovereenkomst zegt overigens alleen iets over de loonheffingen. De vraag of de Belastingdienst de zzp’er voor de inkomstenbelasting, na afloop van het belastingjaar, als ondernemer ziet, is in het DBA-tijdperk een andere. Daar biedt de DBA geen zekerheid voor. Het inkomen van de zzp’er wordt door de Belastingdienst dus niet per definitie als winst uit onderneming aangemerkt.

Goedgekeurde overeenkomst tandartsen
Samen met KNMT en ANT diende VvAA overeenkomsten voor praktijkwaarneming en -medewerking in. Deze zijn inmiddels goedgekeurd en als voorbeeldovereenkomst gepubliceerd op de website van de Belastingdienst. Partijen bekijken momenteel samen met NVM de mogelijkheden voor een voorbeeldovereenkomst tandarts-mondhygiënist.

VvAA en DBA
VvAA werkt met verscheidene beroepsorganisaties aan voorbeeldovereenkomsten. Via de Landelijke klankbordgroep (met sociale partijen en grote koepels) en via de Projectgroep implementatie heeft VvAA directe contacten om invoeringsproblematiek met de Belastingdienst te bespreken.

Wat en wanneer?
De agenda

1. Voorbereidingsfase (tot 1 april 2016): VAR nog van kracht

 

  • De Belastingdienst start met beoordelen en publiceren van aangeboden overeenkomsten.
  • Gepubliceerde voorbeeldovereenkomsten desgewenst al te gebruiken voor nieuwe overeenkomsten.
  • In dat geval vooraf nog geldige VAR-WUO tonen.

2. Implementatiefase (van 1 april 2016 t/m 31 december 2016): DBA van kracht, beperkte handhaving

  • De VAR is vervallen, de DBA van kracht.
  • De Belastingdienst is terughoudend met handhavingsmaatregelen.
  • Wel ‘repressief’ optreden bij bijvoorbeeld fraude of geen zichtbare inspanning.
  • Gebruik van nieuwe, goedgekeurde overeenkomst is in het algemeen sterk aan te bevelen.

3. Vervolgfase (vanaf 1 januari 2017): DBA van kracht en volledige handhaving

  • DBA van kracht; implementatiefase is over.
  • Correcties worden opgelegd als er sprake blijkt van een dienstbetrekking. Dat kan flink oplopen.
  • Bij reguliere controles geeft de Belastingdienst extra aandacht aan het al dan niet bestaan van een dienstbetrekking.

Door: Erik van Dam, senior consultant kennismanagement en netwerken en Ferdy de Wijs, belastingadviseur, bij VvAA
Voor vragen over de eigen situatie is adviesteam Tandheelkundige beroepen beschikbaar via 030 247 4315.

        

Erik van Dam              Ferdy de Wijs

Lees meer over: Actueel, Communicatie, Management, Ondernemen, Thema A-Z, ZZP-er
veroudering rondom de mond

Correctie van veroudering rondom de mond

Veroudering rondom de mond kan worden gecorrigeerd met injectables: fillers en botox.
Verslag van de lezing van MKA-chirurg dr. Johan Jansma over de mogelijkheden.

Anatomie
Gedegen kennis van de anatomie en het verouderingsproces is van groot belang bij de behandeling met injectables. Voor een goed begrip kan het aangezicht het beste worden beschouwd aan de hand van de verschillende lagen waaruit het is opgebouwd. De buitenste laag is de huid, daaronder bevindt zich het oppervlakkig gelegen vet, daaronder de mimische musculatuur, daaronder het dieper gelegen vet. In het gelaat zijn ware en valse ligamenten aanwezig. Ware ligamenten zorgen voor de verankering van de huid aan het periost en zijn op deze manier relatief stabiele plekken in het gelaat. Hierdoor blijft de onderrand van de mandibula redelijk stabiel (mandibulaire retaining). Het uitzakken van vet over de onderrand van de mandibula (achter het ware ligament van de mandibula) heet ook wel jowling.

Valse ligamenten verankeren de weke delen en het vet. Doordat deze geen verankering op een vast punt hebben, kan het vet in het aangezicht gaan uitzakken. De musculatuur (onder andere heffers voor de bovenlip, platysma) in en rond het gelaat bepaalt voor een heel groot deel de manier waarop veroudering plaats vindt.

Tijdens het ouder worden vindt benige atrofie (het veranderen en verminderen van botstructuren) plaats. Hierdoor verandert de maxilla, wordt de kinpunt stomper, veranderen de oogkassen en wordt de neuspunt platter.

Rimpels ontstaan door de afname van de elasticiteit van de huid. Dit proces wordt versneld door herhaalde contracties van de spier en ook door roken en zonexpositie. Rimpels zijn eerst oppervlakkig, ze zijn dan alleen te zien bij contractie. Daarna kunnen ze statisch worden en zijn ze ook te zien zonder dat er contractie van een spier plaats vindt. In de hals worden de voorranden van het platysma steeds duidelijker zichtbaar bij het ouder worden. Het vet in de hals zakt uit en hierdoor ontstaat een stompere halshoek.

Injectables
Rimpels en plooien kun je behandelen met injectables of kun je verminderen door een huidbehandeling (bijvoorbeeeld een chemische peeling of laserbehandeling).
Botulinetoxine type A (Botox A) is vooral voor de behandeling van dynamische rimpels. Botox zorgt voor verlamming en atrofie van de spier die de rimpel veroorzaakt. Die rimpel is altijd loodrecht gelokaliseerd ten opzichte van de contractierichting van de mimische spier. Het effect houdt ongeveer 3-4 maanden waarna de behandelingherhaald moet worden.

Fillers kunnen gebruikt worden om volume aan te brengen. Fillers (hyaluronzuur) kunnen ingespoten worden in de gehele dermis. Hoe dieper, hoe groter de partikels in de filler moeten zijn voor een goed resultaat. Afhankelijk van de plaats waar het ingebracht wordt, houdt deze behandeling ongeveer 6-9 maanden aan. Op sommige plekken – op niet bewegelijke plekken zoals de neusrug – houdt het effect tot wel 18 maanden aan.

Botox
Bij een normaal beeld in rust en een gummy smile (tandvlees zichtbaar bij het lachen) bij contractie van de spieren (heffers van de bovenlip) is er sprake van erg mobiele bovenlip. Deze kun je behandelen door de musculus levator labii superioris alaeque nasi te injecteren met botox. De gummy smile zal dan veel minder aanwezig zijn bij activiteit.

Fillers
Fillers kunnen gebruikt worden om rimpels op te vullen. Een filler kan op verschillende manieren aangebracht worden. Dit kan door op een plek de naald in te steken en de klok rond te gaan en op elk stukje een beetje uit te spuiten (fanning). Tevens kan dit door op meerdere plekken in te steken en een soort rooster in te spuiten (crosshatching).

Ook het uitdrijven kan op twee manieren. Je kunt de naald heel diep insteken en uitdrijven tijdens het langzaam terugtrekken van de naald. Je kunt ook op meerdere plekken insteken en telkens een klein depot leggen.

De lippen kun je opvullen door langs de rand van lippenrood en normale huid een lijntje filler te leggen. Sommige patiënten vinden het ook mooi om de randen van het filtrum (de verticale sleuf boven de bovenlip) wat explicieter te maken. Hiertoe kan je op deze twee plekken een lijntje filler inspuiten.

Lipofilling
Lipofilling is het toevoegen van volume door middel van eigen vet. Hiertoe wordt vet elders uit het lichaam gehaald – vaak via de navel of binnenzijde van de knie – en weer geïnjecteerd op de plek waar je volume wilt. Dit heet ook wel micro-fattransfer of liposculptuur. Dit vet mag je overal, zelfs in de spieren, inspuiten.

Liplifting
Je kunt de bovenlip iets liften door een klein strookje huid onder de neus weg te halen. Dit doe je door middel van een zogenoemde bufallohorn-incisie.

Mondhoeklift
Een mondhoek lift kan de oplossing zijn bij de chronische aanwezigheid van ragaden bij prothesedragers. Dit kan door middel van een ‘taartpuntexcisie’ of ‘wrap around’ ter plaatse van de mondhoek. Bij de taartpuntexcisie blijft het litteken vaak iets meer zichtbaar na de behandeling.

Lipimplantaat
Ter verfraaiing van de lippen kan een siliconen lipimplantaat ingebracht worden in de bovenlip. Dit wordt gedaan door een naald, volledig van links naar rechts, door de lip te steken en op deze manier het implantaat op de plek te trekken.

Conclusie

  • Veroudering vindt plaats via een vast patroon, hierdoor kun je er ook op een voorspelbare manier in ingrijpen. Er is een sterke relatie met de anatomie.
  • Het mooiste resultaat krijg je door een subtiele verandering aan te brengen. Zo, dat niet duidelijk is wat er precies veranderd is, maar het totaal plaatje er wel beter uitziet.
  • Voor tandartsen is samenwerking met een kaakchirurg goed mogelijk.

Johan Jansma studeerde achtereenvolgens Tandheelkunde en Geneeskunde aan de Rijks Universiteit Groningen. In 1991 voltooide hij de opleiding tot Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurg in het UMCG. In datzelfde jaar promoveerde hij in de geneeskunde. In 2000 werd hij geregistreerd als Hoofd-Hals Oncoloog. Na zijn opleiding legde Johan Jansma zich in het bijzonder toe op chirurgische kaakcorrecties, cosmetische aangezichtschirurgie en de behandeling van aangeboren gelaatsafwijkingen. Voor de verdere verdieping in de cosmetische aangezichtschirurgie werden stages gevolgd in binnen- en buitenland, o.a. bij Prof. dr. Mommaerts, Prof. dr Roger West en Prof. dr. Bruce Epker. Hij is als MKA-chirurg werkzaam in het UMCG en het Martini ziekenhuis.

 

Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van de klinische avond Mond-, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het Wenckebach Instituut.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

ANT start meldpunt voor klachten over tandartsverzekeringen

MondzorgPolis.nl is het nieuwe meldpunt voor klachten over tandarts-verzekeringen voor zowel patiënten als zorgverleners, gestart door de ANT. De ANT wil aan de hand van klachten in gesprek met zorgverzekeraars om tot betere en transparantere polissen voor de mondzorg te komen. “Consumenten raken de weg volledig kwijt: er zijn meer dan 2.000 mondzorg- en orthopolissen. Bovendien worden elk jaar de vergoedingen en de dekkingen aangepast: polissen met dezelfde naam worden feitelijk een heel ander product. Dat leidt tot vervelende discussies in de behandelkamer. De tandarts krijgt de schuld, terwijl de zorgverlener daar niets aan kan doen”, vertelt tandarts en ANT-bestuurslid Ravin Raktoe.

Aanvullende tandartsverzekering
Tandartsverzekeringen zijn populair. Dat komt omdat in Nederland iedereen vanaf 18 jaar zelf zijn tandartskosten moet betalen: de overheid betaalt vanaf dat moment niet meer mee via de basisverzekering. Om die reden heeft ruim 70 procent van de volwassenen een aanvullende tandartsverzekering. In de afgelopen jaren zijn de mondzorgkosten voor de gemiddelde Nederlander gestegen. De tandartstarieven worden jaarlijks door de Nederlandse Zorgautoriteit vastgesteld. Deze zijn in de afgelopen 5 jaar gemiddeld met 1,4 procent per jaar gestegen. Halverwege 2015 zijn de tarieven met 5 procent verlaagd. Tegelijkertijd hebben vrijwel alle zorgverzekeraars jaarlijks de premies van hun tandartsverzekeringen flink verhoogd. Raktoe: “In plaats van een betere verzekering, daalde juist de dekking van de tandartspolissen. We zien voor 2016 opnieuw stijging van de premies en daling van de dekking. Er zijn verzekeraars die de premie met 10 tot wel 27 euro per maand verhogen, soms zelfs in combinatie met een dalende dekking. Tegelijkertijd stijgen de tandartsprijzen volgend jaar met nog geen 0,4 procent minimaal. Zo wordt een controle bijvoorbeeld 7 cent duurder. Door verlaging van de tandartstarieven halverwege afgelopen jaar zijn de prijzen voor 2016 zelfs lager dan de prijzen van begin 2015. Dit is niet te rijmen met de stijgende premies voor 2016.”

Uitsluiten bepaalde mondzorgbehandelingen
De ANT vindt het vreemd dat steeds meer verzekeraars bepaalde behandelingen zoals kronen of protheses voor het eerste jaar van de verzekeringsperiode uitsluiten. Vervolgens wordt de verzekerde na een jaar met een premiestijging en lagere vergoeding geconfronteerd. Raktoe: “Feitelijk bindt de verzekeraar de patiënt voor een langere periode, maar verandert ondertussen zonder overleg de afspraken. Doe dan niet flauw en bied een meerjarige polis tegen lagere premie aan. Momenteel bestaan er 566 verschillende mondzorgpolissen en 1468 verschillende orthopolissen. Keuze is goed, maar in de praktijk is de patiënt meer gebaat bij een kleiner aantal degelijke polissen die jaar in jaar uit dezelfde voorwaarden bieden.”

Klachten over mondzorg bundelen
Het doel van Mondzorgpolis.nl is om alle klachten van patiënten en zorgverleners te bundelen en op die manier inzichtelijk te maken hoe en hoe vaak de tandartsverzekering tekort schiet. Zowel de behandelaar als de patiënt is gebaat bij een gepaste vergoeding tegen een redelijke prijs, waarbij keuzevrijheid voor de patiënt van groot belang is. “Met dit initiatief richten we ons zowel op patiënten als behandelaars”, legt Ravin Raktoe uit. “Bij patiënten kan het gaan om onduidelijke wijzigingen in de vergoeding of over zorgverzekeraars die proberen te bepalen door wie of zelfs hoe de patiënt behandeld wordt. Maar ook mondzorgverleners, die bijvoorbeeld te maken hebben met zorgverzekeraars die hun boekje te buiten gaan, op de behandelstoel gaan zitten of vergoedingen onterecht weigeren of terugdraaien, verzoeken we om op MondzorgPolis.nl hun klachten te registreren.”

De ANT gaat over de klachten die bij Mondzorgpolis.nl binnenkomen in gesprek met diverse zorgverzekeraars om tot goede oplossingen te komen en uiteindelijk betere verzekeringen. Daarbij zal nadrukkelijk ook een beroep op de Consumentenbond, de NPCF, de Nederlandse Zorgautoriteit en het Ministerie van Volksgezondheid worden gedaan.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
onderzoek-loepbril

IGZ verscherpt toezicht op medische hulpmiddelen

De Inspectie voor de Gezondheidszorg is begonnen met actief toezicht op naleving van de Wet op de Medische Hulpmiddelen, melden de VGT en KNMT. De wet bevat regels om patiënten die in aanraking komen met medische hulpmiddelen te beschermen, bijvoorbeeld tegen niet goed functionerende hulpmiddelen of hulpmiddelen van inferieure kwaliteit. Hieronder vallen ook Medische Hulpmiddelen op maat als protheses, kronen en bruggen.

Wat is een medisch hulpmiddel?
Een medisch hulpmiddel is een instrument, toestel, apparaat, stof, software, hulpstuk of ander artikel dat door de fabrikant bestemd is voor toepassing bij mensen. Het toepassingsgebied is ruim: van injectienaald tot röntgenapparatuur, van desinfectiemiddel tot implantaat en van handschoenen tot vul- of afdrukmateriaal. De VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche) geeft als vrije vertaling van een medisch hulpmiddel: alles wat gebruikt wordt voor de behandeling van een patiënt of de diagnose van een ziekte.

CE-markering voor medisch hulpmiddel
De Wet op de Medische Hulpmiddelen bepaalt dat elk medisch hulpmiddel moet voldoen aan Europese veiligheidsnormen. Dat betekent dat alle medische hulpmiddelen die in uw praktijk gebruikt voorzien moeten zijn van een CE-markering. Op deze manier kunt u ervan uitgaan dat het hulpmiddel voldoet aan de meest essentiële eisen op het gebied van veiligheid, gezondheid en milieu. Ook voor tandtechniek geldt deze regel. Als u techniek in eigen beheer verzorgt, moet u ervoor zorgen dat u met CE-gemarkeerde materialen werkt. Als u techniek inkoopt bij een tandtechnisch laboratorium kunt u het beste nagaan of het laboratorium met CE-gemarkeerde materialen werkt.

Als de inspectie bij u op bezoek komt, moet u kunnen aantonen dat u gebruik maakt van CE-gemarkeerde hulpmiddelen. In het algemeen geldt dat een CE-markering op zowel de verpakking als de gebruiksaanwijzing moet zijn aangebracht. Er zijn CE-markeringen met en zonder nummeraanduiding. Hulpmiddelen met een CE-markering met nummeraanduiding zijn door een door de overheid aangewezen instantie beoordeeld.

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Huisartsenvereniging wint beroep tegen de Tariefbeschikking van NZa

De Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) heeft bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven beroep (CBb) een beroep aangespannen tegen de Tariefbeschikking van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) voor de huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg voor het jaar 2015. Het beroep van de huisartsenvereniging is door de CBb gegrond verklaard.

Beroep
De NZa verbiedt huisartsen om behandelingen in rekening te brengen waarvoor zij geen contract hebben gesloten met een zorgverzekeraar. De VPH is het hier niet mee eens. Daarnaast heeft de VPH gesteld dat bij de berekening van de tarieven geen rekening is gehouden met het aantal uren per week dat de huisartsen werken.

Artikel 13
De NZa stelde dat huisartsen die voor een bepaalde prestatie geen contract met een verzekeraar hebben, in elk geval het algemene bedrag voor een consult of een visite in rekening zouden kunnen brengen. Maar het CBb merkt op dat een huisarts volgens de Wet marktordening gezondheidszorg niet mag declareren voor een andere prestatie dan hij verricht heeft. Dit is dan ook in strijd met artikel 13 van de Zorgverzekeringswet. Op dit punt heeft het CBb het beroep daarom gegrond verklaard.

Vrije huisartsenkeuze
Daarnaast stelt de CBb dat iedereen een arts moet kunnen kiezen die hij vertrouwt. Als een gekozen arts bepaalde behandelingen niet in rekening mag brengen, zal hij niet alle gevraagde zorg kunnen bieden. De vrije huisartsenkeuze wordt hierdoor belemmerd.

Aangepaste tariefbeschikking
De NZa moet binnen drie maanden met een aangepaste tariefbeschikking komen. Tot die tijd blijft de huidige tariefbeschikking in werking

Bron:
Rechtspraak

 

Lees meer over: Actueel, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving

Kaakchirurg Mooren op één na meest patiëntvriendelijke zorgverlener 2015

Kaakchirurg Mooren van het Slingeland Ziekenhuis in Doetinchem heeft de tweede plaats behaald in de verkiezing van de Meest patiëntvriendelijke zorgverlener 2015, georganiseerd door Zorgkaart Nederland. Tandarts Polet van de Kliniek voor Cosmetische Tandheelkunde in Arnhem eindigde op de 6e plaats. Cardioloog Hofstra van het Cardiologie Centrum in Utrecht kwam op de eerste plaats en kreeg de titel Meest patiëntvriendelijke zorgverlener 2015.

Andere categorieën
Winnaars in de andere categorieën waren:

– Meest patiëntvriendelijke ziekenhuis – Deventer Ziekenhuis (Deventer)
– Meest patiëntvriendelijke kliniek – Sint Maartsenkliniek (Nijmegen)
– Meest cliëntvriendelijke verpleeghuis – Opella (Ede)

De winnaars behaalden op de website van Zorgkaart Nederland de beste patiëntbeoordelingen. Hierin werden als factoren meegenomen het gemiddelde van de waardering, het percentage aanbevelingen van een zorgverlener, ziekenhuis, verpleeg/verzorgingshuis of kliniek en het aantal geplaatste waarderingen.

De onderdelen ‘luisteren’ en ‘informatie’ van de waardering op ZorgkaartNederland wogen zwaarder mee bij het bepalen van de patiëntvriendelijkheid.

Hoge waardering zorgverlener
Factoren voor het krijgen van een hoge waardering zijn volgens de website:
– Goede zorgverleners hebben ook behulpzame werknemers.
– Patiënten zijn hun zorgverlener dankbaar als zij geen pijn hebben na een behandeling.
– Een goede zorgverlener stelt z’n patiënt op het gemak door goed te luisteren. Vertellen wat er gaat gebeuren helpt hierbij.
– Snelheid: korte wachttijden en een efficiënte behandeling, maar ook voldoende tijd voor de patiënt.

Lees het complete rappport



Lees meer over: Actueel, Ondernemen, Personeel, Thema A-Z
relatie-patient

Röntgenfoto’s duidelijk zichtbaar op tablets

Steeds vaker maken tandheelkundige professionals gebruik van tablets voor verschillende klinische toepassingen, zoals het bekijken van elektronische medische dossiers. Nieuw onderzoek gepubliceerd in Imaging Science in Dentistry heeft aangetoond dat op tablets ook röntgenfoto’s bekeken kunnen worden omdat de anatomische kenmerken hier duidelijk waarneembaar zijn.

Tablet versus computer
Voor het onderzoek zijn deelnemers gevraagd om 16 anatomische oriëntatiepunten te identificeren van panoramische röntgenfoto’s, en 12 oriëntatiepunten van laterale röntgenopnamen op zowel een tablet als een LCD-monitor. De deelnemers hebben hiervoor naar 1000 digitale röntgenfoto’s gekeken op beide apparaten. Elke foto gaven zij een score van 0-3 op basis van zichtbaarheid op beide apparaten en geschiktheid voor diagnostisch gebruik.

Resultaten
De onderzoekers vonden geen significant verschil tussen de duidelijkheid van de röntgenfoto’s op de tablet en op een LCD-monitor. De resultaten suggereren daarmee dat een tablet geschikt is voor het bekijken van röntgenfoto’s. Tevens zou een tablet zelfs geschikter zijn voor het bekijken van onderbelichte beelden door een statistisch significante correlatie tussen de mate van blootstelling en helderheid van bepaalde anatomische oriëntatiepunten.

Vervolg
Tablets lijken veelbelovend, ook omdat ze aanzienlijk goedkoper en minder omslachtig zijn dan werkstations. Het onderzoeksteam wil het gebruik van de tablets in een klinische setting verder verkennen zoals bij het opstellen van een behandelingsplan en het maken van afspraken.

Bron:
Imaging Science in Dentistry NCBI

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Orthodontische esthetiek

Esthetiek vanuit orthodontisch perspectief

Bij een orthodontische behandeling moeten zowel de occlusie als de esthetiek van de patiënt in de behandelplanning worden meegenomen. De orthodontisten Bert Jongsma en Krista Janssen bespraken de proporties van het aangezicht tijdens de klinische avond CTM-MKA-Ortho in het UMCG op drie niveaus:

  • De marco-esthetiek – gehele aangezicht
  • De mini-esthetiek – het tonen van de gebitselementen, zoals bij bij lachen
  • De micro-esthetiek – rond gebitselementen en gingiva

Zorgvraag
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen subjectieve en objectieve zorgvraag. Het is lastig om de zorgvraag uit te filteren: wat bedoelt patiënt? Ziet de zorgverlener wat er gezien moet worden? Wat beweegt de patiënt? De professionele perceptie komt lang niet altijd overeen met de lekenperceptie. Daarom zullen orthodontisten rekening moeten houden met de perceptie van schoonheid van hun patiënten. (Proefschrift Rosemie Kiekens, 2008)

Wat is mooi?
Schoonheid blijft een mysterie. Er bestaan grote maatschappelijk verschillen, het is tijdsgebonden en de visie verschilt per regio. ‘Wat is mooi’, blijft subjectief. De oudste sporen van menselijke cultuur wijzen op een hang naar esthetiek. In de klassieke oudheid stond Euclides aan de basis van de sectio divina als basisprincipe voor ideale proporties, ook van het menselijk lichaam In de renaissance ontstond een ware revival van de belangstelling voor analyse van gelaatsverhoudingen ten behoeve van onder andere de portretkunst (Leonardo da Vinci, Hans Holbein, Albrecht Dürer ) Als relatief recentelijke ontwikkeling kunnen de röntgen cefalometrie (gevoed vanuit de anthropologie) en 3D imaging worden genoemd. In de orthodontie speelt het streven naar optimale esthetiek naast optimale functie en duurzaamheid een belangrijke rol in de diagnostiek en behandelplanning.

Macro esthetiek
Verhoudingen gelaat
Orthodontisten zijn momenteel bezig met de ontwikkeling van diverse richtlijnen, onder andere voor de orthodontische diagnostiek. Om de diagnostiek van esthetiek gestructureerd te kunnen uitvoeren zullen deze een belangrijke rol krijgen, ook voor tandartsen.

Analyse van de ontwikkeling op leeftijd
Bij adolescenten is er nog steeds kaakgroei, met een grote variatie. Daarbij is bij deze groep de groeispurt van belang. Groei is lastig in te schatten waardoor het effect bij een orthodontische behandeling niet altijd goed voorspelbaar is..

Evaluatie van het profiel
Evaluatie van het profiel geeft in zekere mate een indruk van de skeletale afwijking. Cephalometrie speelt een belangrijke rol in diagnostiek, waarbij wordt gelet op:

  • De voor- achterwaartse kaakrelatie
  • Positie van de lippen en de prominentie van de incisieven
  • De divergentie van het gelaatsprofiel, met name de inclinatie vanhet mandibula vlak

Bij frontaal onderzoek wordt gekeken naar:

  • Positie van de tandboogmiddens in relatie tot het aangezicht
  • Faciale symmetrie
  • Hoogte breedte verhouding (drie indeling)

Welke mogelijkheden zijn er voor behandeling?

  • Groeibeïnvloeding van het aangezichtskelet in combinatie met tandverplaatsing
  • Voornamelijk tandverplaatsing binnen de bestaande marges van de processus alveolaris
  • Orthognatische chirurgie in combinatie met tandverplaatsing

Mini esthetiek
Relatie tussen lippen en elementen

  • Lachlijn
  • Zichtbaarheid elementen en gingiva
  • Breedte van de lach

Mini-esthetiek gaat over het tonen van de gebitselementen bij lachen. De lach is erg belangrijk voor de buitenwereld. Wat maakt een lach een mooie lach?


Hoge lachlijn (gummy smile)

 
(Dys)congruentie incisale lijn bovenfront met onderlip


Er is toch iets mis: scheef occlusievlak


Agenesie 22 en de asrichting van de centrale incisieven wijkt af van de asrichting van de middenlijn door het gelaat.


Tandboogmidden bovenfront naar links na orthodontische behandeling en een ongelijkmatige guirlande vorm van de gingiva


Een van de zeldzame foto’s waarop Cary Grant lacht. Avulise 21 tijdens begin van zijn loopbaan (toneelknecht), het diasteem is grotendeels spontaan gesloten (mondelinge overlevering C. Booy)

Krista Janssen analyseerde de lach van beroemdheden.

Bij de tand-lippen relatie wordt gekeken naar de rust positie van de lippen bij het lachen en in rust. Bij de analyse van de lach wordt een onderscheid gemaakt tussen twee vormen van lach:

  1. Een sociale (is reproduceerbaar)
  2. Een emotionele

In de orthodontie behandelt men naar de sociale lach.
Voor de hoeveelheid blootgestelde gingiva en gebitselelementen zijn de frontale- en driekwart analyse beide belangrijk.

Relatie tussen lippen en lachlijn
Voor de esthetiek van de lach kan gebruikt gemaakt worden van een smile design. Belangrijk zijn dan harmonie & tandexpositie. Bij een smile desgin wordt gekeken naar:

  1. Liplijn
  2. Curve tandboog
  3. Curve van de bovenlip
  4. Laterale ruimte naast de tandboog bij lachen (black triangles)
  5. Lach symmetrie
  6. Kanteling van de kaak
    Op micro-niveau
  7. Element componenten
  8. Gingiva componenten

Micro esthetiek
Esthetiek op element niveau

  • Proporties van de elementen
  • Lengte-breedte verhouding
  • Gingivale niveau

Voor het gingivale niveau is het mooi als de gingivalijn van de centrale incisieven en de cuspidaten op dezelfde hoogte ligt en de gingivalijn van de laterale incisieven circa 1,5 mm lager ligt. Papillen zijn in het front groter. De ideale positie van het contactpunt ligt in het midden van de kroon op 50%. In percentages uitgedrukt neemt het percentage af van 50% tot 30% richting de cuspidaten en komt het contactpunt hoger te liggen.
– 50% tussen centrale incisieven  > 40% tussen centrale en laterale incisief > 30% tussen laterale incisief en cuspidaat.

Een afwijking van een verticale loodlijn valt op. Daarentegen valt een mediaanverschuiving minder op. Tot 4 mm wordt vaak nog als niet storend ervaren.

Wat kan de orthodontist doen op micro-esthetiek niveau?

  • Bovenboog verbreden
  • Extrusie en intrusie steps en torque verschillen aanbrengen bij individuele elementen voor gingivalijn en restauraties
  • Herstellen mediaanlijn
  • Voorbereiden op composietrestauraties
  • Voorbereiden op prothetiek

Lezing door: dr. A.C. Jongsma, en Krista Janssen, orthodontisten bij de afdeling Orthodontie, UMCG.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de klinische avond Orthodontie-CTM-MKA, georganiseerd door het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde UMCG in samenwerking met het Wenckebach Instituut.

Dec 2015

Lees meer over: Congresverslagen, Cosmetische tandheelkunde, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

Alpe d’Huez zamelt geld in voor opsporen kanker met lichttechniek in de mond

Alpe d’HuZes is een actie waarbij deelnemers hardlopend, wandelend of fietsend op een dag tot maximaal zes keer de Alpe d’Huez beklimmen om zo veel mogelijk geld in te zamelen in voor wetenschappelijk onderzoek naar kanker. Een van deze onderzoeken ontwikkelt een techniek met behulp van licht dat in de mond kan aantonen dat er zich verderop in het lichaam tumoren ontwikkelen. Zo kan kanker in een vroeg stadium worden ontdekt.

Lichtmeting
De onderzoekers hopen dat met een eenvoudige lichtmeting op de wang voorspeld kan worden of zich in de long, luchtpijp of spijsverteringskanaal een tumor ontwikkelt. Met behulp van deze lichtmeting kan er iets gezegd worden over de moleculen en structuur van het weefsel. Niet alleen over het weefsel waar het licht op gericht is, maar ook over het weefsel eromheen.

Onderscheid
Als uit het onderzoek blijkt dat met een lichtmeting onderscheid kan worden gemaakt tussen personen met en zonder tumor, is vervolgonderzoek nodig om aan te tonen dat de techniek geschikt is voor screening. De voorwaarde voor screening is dat de methode simpel, compact, goedkoop, eenvoudig, snel en pijnloos moet zijn.

Bij de tandarts
De onderzoekers hopen dat de techniek ooit gebruikt zal worden als korte screening tijdens een reguliere tandartscontrole. Omdat de patiënt al met zijn of haar mond open ligt, kan een snelle meting gedaan worden dat weinig extra moeite kost. Naast dat onderzocht wordt of een lichttechniek gebruikt kan worden voor het vroeg opsporen van kanker, kijkt men ook of andere ziekten zoals Alzheimer en de ziekte van Parkinson in een vroeg stadium ontdekt kunnen worden.

Onderzoek
Het onderzoek maar maakt deel uit van het ‘Van ’t Hoff-programma’ waarin TNO samenwerkt met gezondheidsfondsen, ziekenhuizen en industrie.

Bron: Opgevenisgeenoptie.nl

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Wat is de drive van de mensen achter een keten?

Ketens. Ze werden wel eens negatief ‘de cowboys van de mondzorg’ genoemd. Ook kwam onlangs een keten bij het televisieprogramma De Monitor slecht in beeld omdat de intake was afgesproken bij een tandarts wat later geen tandarts maar de manager bleek te zijn. Maar let op, het aantal tandartspraktijken werkzaam binnen een keten groeit gestaag. Een interview met Marc Rooker van RDW Tandartsen en Willem-Jan Hens en Henk Noorlag van Samenwerkende Tandartsen over hun drive voor het opzetten en werken in een mondzorgketen.

Waarom bent u een keten gestart?
Rooker: “Dat is ontstaan toen ik mijn vriend en collega René de Wit ontmoette in 2009. We hadden allebei het idee dat de tandheelkundemarkt ging veranderen, mede door de opkomst van ketens om ons heen. In 2012 hebben we besloten om onze praktijken samen te voegen. Op deze manier konden we niet alleen als tandarts werken, maar ook echt ondernemen. We hebben daarvoor wat tijd aan de stoel opgeofferd om zo meer ruimte te hebben voor de organisatie en uitbreiding van onze praktijken. We hadden allebei de ambitie om niet meer fulltime aan de stoel te werken, maar wel om dit af te wisselen met managementtaken.” Hens vertelt dat Alexander Melis – de oprichter van Samenwerkende Tandartsen – al 11 jaar geleden de verandering in de tandheelkunde zag waarbij ketenvorming een goede oplossing zou kunnen zijn voor diverse problematieken. Noorlag verduidelijkt: “Veel jonge tandartsen wilden of konden niet investeren in een eigen praktijk. Tandartsen die het vak wel echt mooi en leuk vonden, maar geen zin hadden in de steeds groter wordende administratieve belasting. Bovendien wilde een groeiend aantal (vrouwelijke) tandartsen parttime werken. Dat geldt nu nog steeds.”

Hoe ziet uw werkweek eruit?
Rooker: “Mijn werkweek is zeer afwisselend en divers. Ik werk nog twee dagen als tandarts. Daarnaast is er veel tijd nodig voor allerhande organisatie werkzaamheden. Nagenoeg elke week wordt er vergaderd over het personeel. Over hun functioneren en ook over nieuw aan te nemen medewerkers. Ook wordt er veel tijd genomen voor instructie aan medewerkers en het verwerken van deze instructies in protocollen. Daarnaast zijn we elke week op pad voor de acquisitie van praktijken. Dat gebeurt vaak ’s avonds en in het weekend. Daarnaast ben ik ben nagenoeg elke dag dat ik niet aan de stoel werk, minimaal anderhalf tot twee uur kwijt aan mailafhandeling.

Hens: “Mijn werkzaamheden bestaan veelal uit overleg hebben op verschillende niveaus binnen onze organisatie. Dagelijks heb ik contact met onze regiomanagers over de operationele onderwerpen die spelen. De onderwerpen zijn zeer divers.”

Noorlag: “Naast werken in de praktijk als tandarts doe ik de dagelijkse directiezaken, zoals gesprekken met nieuwe tandartsen houden, vragen op zorginhoudelijk gebied beantwoorden, second opinions doen, garantieregelingen treffen, vergaderingen en nog veel meer.”

Zijn alle praktijken per keten nu precies hetzelfde?
Bij RDW Tandartsen zijn het allemaal groepspraktijken die in de basis gelijk zijn van opzet. Een praktijk heeft minstens vier stoelen. Rooker vertelt: “We proberen zoveel mogelijk disciplines onder te brengen. We werken – naast tandartsen – met preventie assistentes, mondhygiënisten, tandprothetici, orthodontisten, pedodontologen en implantologen. Daar hebben we stoelen voor nodig, en dat kan alleen als er drie maar eigenlijk minimaal 4 stoelen zijn.” Bij Samenwerkende Tandartsen werkt het een beetje anders. ”Wij hebben een diversiteit aan praktijken en ook aan modellen qua werken. Alle mogelijke manieren van werken zijn te vinden in onze keten: solistische praktijken, meerkamerconcepten, preventie agenda’s, mondhygiënisten, innovatie op QLF-gebied, jeugdzorg, diverse specialisme zoals orthodontie, implantologie en parodontologie en ZBC kaakchirurgie zijn te vinden in onze keten.”

Kunt u gemakkelijk tandartsen vinden voor de ketens?
Volgens Samenwerkende Tandartsen was het de afgelopen jaren vooral moeilijk om goede medewerkers te vinden in het oosten van het land. “Maar op dit moment zijn we uit deze dip gekomen. Alles gaat nu eenmaal in een golfbeweging. Hierbij gaat rust je te allen tijde redden.” Rooker: “Tandartsen vinden lukt over het algemeen wel, maar het zijn vaak wel onervaren tandartsen. Ervaren tandartsen vinden is het lastigst. Ervaren tandartsen beginnen namelijk vaker hun eigen praktijk, vaak ook in een maatschap. Dus de spoeling is wat dunner. In het oostelijke deel van Nederland is inderdaad het aantal reacties op een vacature minder. Men zoekt toch graag vaak de grote stad op en dan is de Randstad wel favoriet. Echter, in het oosten is ongelooflijk veel werk te verzetten, met genoeg professionele uitdagingen. Want ook in het oosten wordt kwaliteit zeer gewaardeerd en hier wordt ook geld aan uitgegeven.”

Waarom zou iemand bij uw keten willen werken?
Samenwerkende Tandartsen: “Omda t zorg voor onze patiënten centraal staat. Ons primaire proces is daar helemaal op gericht en niet op omzet of winst maken. Dat is voor ons heel prettig werken.
Rooker: “Werken in een van onze RDW-Tandartsenpraktijken betekent dat je nog steeds veel zelfstandigheid hebt, er genoeg management is om allerhande randzaken voor je op te lossen en daardoor meer focus ligt bij je patiënt. Ik wil nogmaals benadrukken dat er in geen geval van je verwacht wordt dat je met targets moet werken. Het enige waar we naar kijken is, of je winst in een gezonde relatie tot je omzet staat.”

Hoe gaat u om met ‘scheve ogen’?
Toch wordt er met enige regelmaat met scheve ogen gekeken naar grote praktijken en ketens. Bijvoorbeeld door de zorgverzekering maar ook door collega’s. Hoe ga je hiermee om?
Hens: “Rustig onze eigen koers varen. Wij weten waar we voor staan, namelijk voor kwaliteit in de tandheelkunde. Wij investeren hier goed in middels het ondersteunen van young professionals op de werkvloer, ons zorginhoudelijk adviesorgaan het Consilium bestaande uit 10 senior tandartsen uit verschillende praktijken, diverse overlegstructuren voor baliemedewerkers, hoofdassistenten, mondhygiënisten en het intercollegiale overleg voor alle tandartsen en kaakchirurgen.” Noorlag vult aan: “Door de goede naam die wij als Samenwerkende Tandartsen inmiddels hebben, merken we dat er steeds minder met “scheve ogen” wordt gekeken.” Rooker geeft toe: “Ja, ik weet dat er nog al een negatieve sfeer rondom ketens hangt. Dat zal ik niet ontkennen. Er wordt vaak gedacht dat ketens alleen maar op de kwantiteit van de behandelingen letten en niet op de kwaliteit. Daar herkennen we ons niet in. Uiteraard wordt er bij elke medewerker gekeken en besproken hoeveel en wat er gedaan wordt. Maar in geen geval wordt een medewerker onder druk gezet om meer te presteren. Dat doen we wel met de kwaliteit. Als bijvoorbeeld de cofferdam niet gebruikt wordt bij een endontische behandeling, volgt er een gesprek met verzoek. Er is wel eens kritiek, maar ik geloof in onze aanpak en die koers wil ik aanhouden.”

In hoeverre moeten de medewerkers zich voegen naar uw beleid?
Hens reageert kort maar krachtig: “Het is nooit mijn beleid. Onze naam zegt het al: samenwerking, goed luisteren naar elkaar en open staan voor goede argumenten zijn belangrijk en, denk ik, ook het succes voor een goede toekomst. Noorlag knikt: “Wij hanteren geen strakke lijn en hard beleid. Samenwerking en goed overleg vinden we belangrijker.” Rooker is nog wat uitgebreider: “Tandarts-medewerkers hebben veel zelfstandigheid. Hoe ze precies hun vak willen uitoefenen, is iets waar we ze niet in willen sturen. We monitoren wat ze doen, en bespreken op z’n tijd wel een casus. Ik geloof er niet in dat elke tandarts op dezelfde manier kan indiceren en behandelen. Ik zie heel veel tandartsen van dezelfde universiteit afkomen, maar met een totaal andere manier van werken. Maar wel allemaal met een tevreden patiëntengroep. De besprekingen zijn vaak boeiende discussies over hoe je het een en ander moet aanpakken. Bijna altijd komt naar voren dat er meerdere wegen naar Rome leiden en communicatie het toverwoord is.”

In hoeverre kunnen u en uw praktijken als ‘commercieel’ gezien worden?
Hens: “Ik denk dat ik best wel als commercieel gezien kan worden. Mijn achtergrond is immers commerciële dienstverlening. Echter, ik ben niet snoeihard commercieel. Ik werk niet voor niets in de zorg. Aangezien er circa 180 tandartsen en ruim 400 andere zorgprofessionals in onze praktijken werken die de zorg voor onze patiënten waarborgen, hoef ik me slechts met de randzaken en voorwaarden bezig te houden. En wat mij betreft mag daar best een commerciële touch aan zitten.” Noorlag: ”Ik ben in eerste instantie tandarts en dus zorgverlener. Uiteraard dient een bedrijf – ook een tandartspraktijk – wel winst te maken om te kunnen blijven investeren in de toekomst.” Rooker: “Als ik commercieel hoor, dan denk ik aan kwantiteit. En dat is niet ons uitgangspunt. We kijken naar onze praktijken als bedrijf. Dat betekent dat we een goed product moeten leveren en dat er meer geld moet binnenkomen dan er uitgaat. Met die basis kijken we naar alle mogelijke manieren om ons tandheelkundige bedrijf beter te maken en gezond te houden. En ja, als we meer omzet en meer winst maken, dan is een deel van onze doelstelling bereikt. Maar we willen wel dat dit komt doordat we duurzame kwaliteit leveren.

Hoe ziet u de toekomst van de mondzorg?
Samenwerkende Tandartsen : “Wij zijn van mening dat het individualistische op termijn er steeds meer van af zal gaan. De meeste jonge tandartsen willen graag in groepsverband werken. Ze willen kennis en vaardigheden opdoen, kennis delen en van elkaars specialisme gebruik maken. Daarnaast zal ook het parttime werken – gezien de samenstelling van de beroepsgroep – steeds naar voren komen. Investeren in een solistische praktijk en daarbij voldoen aan wet- en regelgeving wordt steeds lastiger. Kortom kansen voor groepspraktijken en ketens. Waarbij we willen aantekenen dat ons inziens de kleine solistische praktijk ook nog wel zal blijven bestaan. Het tandheelkundig landschap zal, denken wij, nog meer evenredige diversiteit gaan vertonen. Ook Rooker geeft dit aan: “De mondzorg zal zich steeds meer als teamwork profileren. Praktijken zullen dus meerdere stoelen hebben, met meerdere disciplines. Al dan niet als onderdeel van een keten. Een tandarts die alles kan met de huidige wetenschap, bestaat niet. We hebben specialisten nodig. Gebundeld onder één dak is het meest aantrekkelijk en efficiënt voor zowel de patiënt als de zorgverlener. De solo praktijk zal in veel gevallen verdwijnen.”

Marc Rooker studeerde in 1995 af als tandarts en startte na zijn dienstplicht in de praktijk van zijn vader. Na vijf jaar ging hij verder als tandarts-waarnemer en in 2005 begon hij zijn eigen praktijk in Kampen. In 2006 nam hij de praktijk van zijn vader over in Genemuiden. In 2012 startte hij RDW Tandartsen, samen met collega René de Wit.

 



Willem-Jan Hens is operationeel directeur bij Samenwerkende Tandartsen. Hij heeft een horeca-opleiding gevolgd en werkte vijftien jaar in deze branche. Inmiddels werkt hij al weer dertien jaar in de tandheelkunde en stond hij aan de basis van de ketenvorming.



 

 

Henk Noorlag is werkzaam als tandarts-directeur bij Samenwerkende Tandartsen. Naast deze functie werkt hij nog drie dagdelen per week als tandarts in de praktijk Samenwerkende Tandartsen Dongen. Hij studeerde af in de Tandheelkunde in 1980 en werkte als tandarts bij de Koninklijke Luchtmacht in Duitsland. Van 1981 tot 2009 had hij zijn eigen praktijk in Dongen en Waspik.




Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z