Wat is de drive van de mensen achter een keten?

Ketens. Ze werden wel eens negatief ‘de cowboys van de mondzorg’ genoemd. Ook kwam onlangs een keten bij het televisieprogramma De Monitor slecht in beeld omdat de intake was afgesproken bij een tandarts wat later geen tandarts maar de manager bleek te zijn. Maar let op, het aantal tandartspraktijken werkzaam binnen een keten groeit gestaag. Een interview met Marc Rooker van RDW Tandartsen en Willem-Jan Hens en Henk Noorlag van Samenwerkende Tandartsen over hun drive voor het opzetten en werken in een mondzorgketen.



Waarom bent u een keten gestart?
Rooker: “Dat is ontstaan toen ik mijn vriend en collega René de Wit ontmoette in 2009. We hadden allebei het idee dat de tandheelkundemarkt ging veranderen, mede door de opkomst van ketens om ons heen. In 2012 hebben we besloten om onze praktijken samen te voegen. Op deze manier konden we niet alleen als tandarts werken, maar ook echt ondernemen. We hebben daarvoor wat tijd aan de stoel opgeofferd om zo meer ruimte te hebben voor de organisatie en uitbreiding van onze praktijken. We hadden allebei de ambitie om niet meer fulltime aan de stoel te werken, maar wel om dit af te wisselen met managementtaken.” Hens vertelt dat Alexander Melis – de oprichter van Samenwerkende Tandartsen – al 11 jaar geleden de verandering in de tandheelkunde zag waarbij ketenvorming een goede oplossing zou kunnen zijn voor diverse problematieken. Noorlag verduidelijkt: “Veel jonge tandartsen wilden of konden niet investeren in een eigen praktijk. Tandartsen die het vak wel echt mooi en leuk vonden, maar geen zin hadden in de steeds groter wordende administratieve belasting. Bovendien wilde een groeiend aantal (vrouwelijke) tandartsen parttime werken. Dat geldt nu nog steeds.”

Hoe ziet uw werkweek eruit?
Rooker: “Mijn werkweek is zeer afwisselend en divers. Ik werk nog twee dagen als tandarts. Daarnaast is er veel tijd nodig voor allerhande organisatie werkzaamheden. Nagenoeg elke week wordt er vergaderd over het personeel. Over hun functioneren en ook over nieuw aan te nemen medewerkers. Ook wordt er veel tijd genomen voor instructie aan medewerkers en het verwerken van deze instructies in protocollen. Daarnaast zijn we elke week op pad voor de acquisitie van praktijken. Dat gebeurt vaak ’s avonds en in het weekend. Daarnaast ben ik ben nagenoeg elke dag dat ik niet aan de stoel werk, minimaal anderhalf tot twee uur kwijt aan mailafhandeling.

Hens: “Mijn werkzaamheden bestaan veelal uit overleg hebben op verschillende niveaus binnen onze organisatie. Dagelijks heb ik contact met onze regiomanagers over de operationele onderwerpen die spelen. De onderwerpen zijn zeer divers.”

Noorlag: “Naast werken in de praktijk als tandarts doe ik de dagelijkse directiezaken, zoals gesprekken met nieuwe tandartsen houden, vragen op zorginhoudelijk gebied beantwoorden, second opinions doen, garantieregelingen treffen, vergaderingen en nog veel meer.”

Zijn alle praktijken per keten nu precies hetzelfde?
Bij RDW Tandartsen zijn het allemaal groepspraktijken die in de basis gelijk zijn van opzet. Een praktijk heeft minstens vier stoelen. Rooker vertelt: “We proberen zoveel mogelijk disciplines onder te brengen. We werken – naast tandartsen – met preventie assistentes, mondhygiënisten, tandprothetici, orthodontisten, pedodontologen en implantologen. Daar hebben we stoelen voor nodig, en dat kan alleen als er drie maar eigenlijk minimaal 4 stoelen zijn.” Bij Samenwerkende Tandartsen werkt het een beetje anders. ”Wij hebben een diversiteit aan praktijken en ook aan modellen qua werken. Alle mogelijke manieren van werken zijn te vinden in onze keten: solistische praktijken, meerkamerconcepten, preventie agenda’s, mondhygiënisten, innovatie op QLF-gebied, jeugdzorg, diverse specialisme zoals orthodontie, implantologie en parodontologie en ZBC kaakchirurgie zijn te vinden in onze keten.”

Kunt u gemakkelijk tandartsen vinden voor de ketens?
Volgens Samenwerkende Tandartsen was het de afgelopen jaren vooral moeilijk om goede medewerkers te vinden in het oosten van het land. “Maar op dit moment zijn we uit deze dip gekomen. Alles gaat nu eenmaal in een golfbeweging. Hierbij gaat rust je te allen tijde redden.” Rooker: “Tandartsen vinden lukt over het algemeen wel, maar het zijn vaak wel onervaren tandartsen. Ervaren tandartsen vinden is het lastigst. Ervaren tandartsen beginnen namelijk vaker hun eigen praktijk, vaak ook in een maatschap. Dus de spoeling is wat dunner. In het oostelijke deel van Nederland is inderdaad het aantal reacties op een vacature minder. Men zoekt toch graag vaak de grote stad op en dan is de Randstad wel favoriet. Echter, in het oosten is ongelooflijk veel werk te verzetten, met genoeg professionele uitdagingen. Want ook in het oosten wordt kwaliteit zeer gewaardeerd en hier wordt ook geld aan uitgegeven.”

Waarom zou iemand bij uw keten willen werken?
Samenwerkende Tandartsen: “Omda t zorg voor onze patiënten centraal staat. Ons primaire proces is daar helemaal op gericht en niet op omzet of winst maken. Dat is voor ons heel prettig werken.
Rooker: “Werken in een van onze RDW-Tandartsenpraktijken betekent dat je nog steeds veel zelfstandigheid hebt, er genoeg management is om allerhande randzaken voor je op te lossen en daardoor meer focus ligt bij je patiënt. Ik wil nogmaals benadrukken dat er in geen geval van je verwacht wordt dat je met targets moet werken. Het enige waar we naar kijken is, of je winst in een gezonde relatie tot je omzet staat.”

Hoe gaat u om met ‘scheve ogen’?
Toch wordt er met enige regelmaat met scheve ogen gekeken naar grote praktijken en ketens. Bijvoorbeeld door de zorgverzekering maar ook door collega’s. Hoe ga je hiermee om?
Hens: “Rustig onze eigen koers varen. Wij weten waar we voor staan, namelijk voor kwaliteit in de tandheelkunde. Wij investeren hier goed in middels het ondersteunen van young professionals op de werkvloer, ons zorginhoudelijk adviesorgaan het Consilium bestaande uit 10 senior tandartsen uit verschillende praktijken, diverse overlegstructuren voor baliemedewerkers, hoofdassistenten, mondhygiënisten en het intercollegiale overleg voor alle tandartsen en kaakchirurgen.” Noorlag vult aan: “Door de goede naam die wij als Samenwerkende Tandartsen inmiddels hebben, merken we dat er steeds minder met “scheve ogen” wordt gekeken.” Rooker geeft toe: “Ja, ik weet dat er nog al een negatieve sfeer rondom ketens hangt. Dat zal ik niet ontkennen. Er wordt vaak gedacht dat ketens alleen maar op de kwantiteit van de behandelingen letten en niet op de kwaliteit. Daar herkennen we ons niet in. Uiteraard wordt er bij elke medewerker gekeken en besproken hoeveel en wat er gedaan wordt. Maar in geen geval wordt een medewerker onder druk gezet om meer te presteren. Dat doen we wel met de kwaliteit. Als bijvoorbeeld de cofferdam niet gebruikt wordt bij een endontische behandeling, volgt er een gesprek met verzoek. Er is wel eens kritiek, maar ik geloof in onze aanpak en die koers wil ik aanhouden.”

In hoeverre moeten de medewerkers zich voegen naar uw beleid?
Hens reageert kort maar krachtig: “Het is nooit mijn beleid. Onze naam zegt het al: samenwerking, goed luisteren naar elkaar en open staan voor goede argumenten zijn belangrijk en, denk ik, ook het succes voor een goede toekomst. Noorlag knikt: “Wij hanteren geen strakke lijn en hard beleid. Samenwerking en goed overleg vinden we belangrijker.” Rooker is nog wat uitgebreider: “Tandarts-medewerkers hebben veel zelfstandigheid. Hoe ze precies hun vak willen uitoefenen, is iets waar we ze niet in willen sturen. We monitoren wat ze doen, en bespreken op z’n tijd wel een casus. Ik geloof er niet in dat elke tandarts op dezelfde manier kan indiceren en behandelen. Ik zie heel veel tandartsen van dezelfde universiteit afkomen, maar met een totaal andere manier van werken. Maar wel allemaal met een tevreden patiëntengroep. De besprekingen zijn vaak boeiende discussies over hoe je het een en ander moet aanpakken. Bijna altijd komt naar voren dat er meerdere wegen naar Rome leiden en communicatie het toverwoord is.”

In hoeverre kunnen u en uw praktijken als ‘commercieel’ gezien worden?
Hens: “Ik denk dat ik best wel als commercieel gezien kan worden. Mijn achtergrond is immers commerciële dienstverlening. Echter, ik ben niet snoeihard commercieel. Ik werk niet voor niets in de zorg. Aangezien er circa 180 tandartsen en ruim 400 andere zorgprofessionals in onze praktijken werken die de zorg voor onze patiënten waarborgen, hoef ik me slechts met de randzaken en voorwaarden bezig te houden. En wat mij betreft mag daar best een commerciële touch aan zitten.” Noorlag: ”Ik ben in eerste instantie tandarts en dus zorgverlener. Uiteraard dient een bedrijf – ook een tandartspraktijk – wel winst te maken om te kunnen blijven investeren in de toekomst.” Rooker: “Als ik commercieel hoor, dan denk ik aan kwantiteit. En dat is niet ons uitgangspunt. We kijken naar onze praktijken als bedrijf. Dat betekent dat we een goed product moeten leveren en dat er meer geld moet binnenkomen dan er uitgaat. Met die basis kijken we naar alle mogelijke manieren om ons tandheelkundige bedrijf beter te maken en gezond te houden. En ja, als we meer omzet en meer winst maken, dan is een deel van onze doelstelling bereikt. Maar we willen wel dat dit komt doordat we duurzame kwaliteit leveren.

Hoe ziet u de toekomst van de mondzorg?
Samenwerkende Tandartsen : “Wij zijn van mening dat het individualistische op termijn er steeds meer van af zal gaan. De meeste jonge tandartsen willen graag in groepsverband werken. Ze willen kennis en vaardigheden opdoen, kennis delen en van elkaars specialisme gebruik maken. Daarnaast zal ook het parttime werken – gezien de samenstelling van de beroepsgroep – steeds naar voren komen. Investeren in een solistische praktijk en daarbij voldoen aan wet- en regelgeving wordt steeds lastiger. Kortom kansen voor groepspraktijken en ketens. Waarbij we willen aantekenen dat ons inziens de kleine solistische praktijk ook nog wel zal blijven bestaan. Het tandheelkundig landschap zal, denken wij, nog meer evenredige diversiteit gaan vertonen. Ook Rooker geeft dit aan: “De mondzorg zal zich steeds meer als teamwork profileren. Praktijken zullen dus meerdere stoelen hebben, met meerdere disciplines. Al dan niet als onderdeel van een keten. Een tandarts die alles kan met de huidige wetenschap, bestaat niet. We hebben specialisten nodig. Gebundeld onder één dak is het meest aantrekkelijk en efficiënt voor zowel de patiënt als de zorgverlener. De solo praktijk zal in veel gevallen verdwijnen.”

Marc Rooker studeerde in 1995 af als tandarts en startte na zijn dienstplicht in de praktijk van zijn vader. Na vijf jaar ging hij verder als tandarts-waarnemer en in 2005 begon hij zijn eigen praktijk in Kampen. In 2006 nam hij de praktijk van zijn vader over in Genemuiden. In 2012 startte hij RDW Tandartsen, samen met collega René de Wit.

 



Willem-Jan Hens is operationeel directeur bij Samenwerkende Tandartsen. Hij heeft een horeca-opleiding gevolgd en werkte vijftien jaar in deze branche. Inmiddels werkt hij al weer dertien jaar in de tandheelkunde en stond hij aan de basis van de ketenvorming.



 

 

Henk Noorlag is werkzaam als tandarts-directeur bij Samenwerkende Tandartsen. Naast deze functie werkt hij nog drie dagdelen per week als tandarts in de praktijk Samenwerkende Tandartsen Dongen. Hij studeerde af in de Tandheelkunde in 1980 en werkte als tandarts bij de Koninklijke Luchtmacht in Duitsland. Van 1981 tot 2009 had hij zijn eigen praktijk in Dongen en Waspik.




Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z
0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *