Wie krijgt parodontitis op zijn bord?

Het antwoord is simpel: alle zorgverleners in de tandheelkunde. Verslag van de lezing van parodontoloog Leo Kroon over het ontstaan en verloop van parodontitis en het onderzoek ervan.

Voor iedere mondzorgprofessional is een taak weggelegd op dit gebied. Toch zijn er nog steeds praktijken waarbij de diagnostiek van parodontale problemen niet goed wordt uitgevoerd. Maar de patiënt accepteert dat niet langer als hij weet dat problemen voorkomen hadden kunnen worden bij tijdige ontdekking. Verslag van de lezing van parodontoloog Leo Kroon tijdens het congres Paro Keukengeheimen.

Diagnostiek
Het is belangrijk om de diagnostiek van parodontale problemen simpel te houden en die uit te voeren tijdens een normale gebitscontrole. Een DPSI-score voldoet: het werkt snel en goed. Per sextant wordt steeds het grootste probleem gescoord waardoor een grote tijdwinst ontstaat. Een nadeel is wel dat de DPSI slechts een globale indruk geeft van de ernst en omvang van de eventuele problemen.

De DPSI sonde is hét instrument bij uitstek voor de DPSI score: de indeling van deze sonde geeft namelijk precies de DPSI-score aan. De kern van de DPSI-score is het scoren van bloeding na sonderen en het beoordelen van de pocketdiepte. Op basis van de hoogste DPSI-score voor alle sextantenten wordt de patiёnt ingedeeld in de categorieёn A, B of C.

Wie doet wat?
Het volgen van het paroprotocol is het belangrijkste:

Score

 

Score A betekent preventie: instructie mondhygiёne geven en tandplaque en tandsteen verwijderen. Dit zou ieder hiervoor opgeleid teamlid kunnen doen.
Score B en C betekenen dat er een uitgebreid parodontaal onderzoek geïndiceerd is. Voor beide groepen is het behandeltraject gelijk. Bij uitgebreid parodontaal onderzoek moeten in ieder geval de volgende gegevens genoteerd worden:

  • Recessies
  • Mobiliteit
  • Pocketdieptes
  • Bloeding
  • Furcaties

Röntgenfoto’s
Aanvullend kunnen er röntgenfoto’s worden gemaakt om het botverlies, furcaties en andere tandheelkundige problemen te beoordelen. Zonder die informatie is het meestal niet mogelijk om een adequaat behandelplan te maken. Aanvullend kan een bacteriologisch onderzoek bij jongere patiënten met parodontitis of bij patiёnten met ernstige parodontitis worden gedaan.

Behandelplan
Als de ernst van de situatie is vastgesteld kan er een behandelplan opgesteld worden. Belangrijk hierbij is dat de kennis voor het maken van een behandelplan goed en adequaat is. Verlies nooit uit het oog dat er diverse vormen van parodontitis en gingivitis zijn.

Bepaal wie bij u in de praktijk het parodontologische onderzoek en de behandeling doet. Hij of zij zal het echt goed moeten kunnen. Dit voorkomt dat patiënten ontevreden raken en zo krijgt en behoudt u tevreden patiënten.

Genetische oorzaken
Genetische risicofactoren kunnen, naast de typen bacteriën in de mond, een belangrijke rol spelen bij parodontitis. U kunt er als behandelaar niets mee in de behandeling maar het vaststellen van deze risicofactoren kan wel een verklaring opleveren voor een teleurstellend behandelresultaat. Dat kan de patiёnt soms verzoenen met een beperkt behandelresultaat.

Samenstelling van de plaqueflora
Sterk paropathogene bacteriën kunnen de aanleiding vormen voor ernstige parodontitis doordat het afweersysteem ze niet aankan. Hier kunt u wel wat aan doen. Een bacteriologisch onderzoek om vast te stellen welke bacteriёn in de tandplaque aanwezig zijn en op basis daarvan eventueel een antibioticakuur om de behandeling te ondersteunen, kunnen een oplossing bieden. Ook ziektes – bijvoorbeeld diabetes – kunnen parodontitis veroorzaken.

Lifestyle factoren
Veel lifestyle factoren kunnen effect hebben op de ernst van parodontitis. Daarbij kun je denken aan diabetes, roken en stress. Daarbij gaan roken en stress vaak samen! Daarnaast kunnen ook bruxisme, obesitas of vitaminetekorten een rol spelen. Vertel de patiёnt daarom dat de leefwijze invloed heeft op de mond.

Wees u dus bewust van deze risicofactoren als u een behandelplan opstelt. ‘En zorg altijd aan een goede dossiervorming’, sloot Kroon af.


Leo Kroon studeerde tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Van 1977 tot en met 1988 was hij werkzaam als tandarts algemeen practicus in een groepspraktijk in Amsterdam waar hij de algemene tandheelkunde en parodontologie uitvoerde. Hij volgde van 1978 tot en met 1982 de opleiding tot parodontoloog aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. In 1982 was Leo betrokken bij de oprichting van de afdeling parodontologie van de Militair Tandheelkundige Dienst in Utrecht waarvan hij vervolgens vele jaren hoofd was. In 1986 startte hij de Parodontologie Praktijk Alphen aan den Rijn die in 1992 fuseerde met de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA). In 1988 werd hij door het consilium parodontologicum van de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie (NVvP) erkend als parodontoloog (NVvP). In de periode van 1990 tot 1997 werkte Leo als parodontoloog in de Kliniek voor Parodontologie Alkmaar en sinds 1992 is hij werkzaam in de KvPA als parodontoloog en als begeleider van parodontologen en mondhygiёnisten in opleiding. Sinds 1981 geeft hij lezingen op nationale en internationale congressen, symposia, workshops en cursussen.

Door:
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna en Bertine van Roy voor dental INFO van het congres Paro Keukengeheimen van Dental Best Practice

Lees meer over: Parodontologie

Sterke vergrijzing tandartsen en andere medische beroepen

Sinds 2000 is de vergrijzing in de zorg sterker toegenomen dan in andere sectoren. Het aandeel 55-plussers met een medisch beroep is hoger dan onder andere werkenden in de zorg, blijkt uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Tandartsen 55-plus
Van de tandartsen is 29,3 procent 55-plusser. Onder gezondheidszorg-psychologen (29,7 procent) en psychotherapeuten (48,7%) zijn nog meer werkenden van 55 tot 65 jaar. Van de verloskundigen is slechts 9,7 procent 55-plusser.

Medisch geschoolden in de zorg per beroepsgroep naar leeftijd, 2011



Huisartsenpraktijk meest vergrijst
In huisartsenpraktijken is 21,2 procent 55-plus. Hierbij zijn dan de medisch geschoolden en overige werkenden in de zorg samengevoegd. In de ouderenzorg en geestelijke gezondheidszorg ligt dit aandeel op 19 procent.

Bron:
CBS

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
23% mensen mijdt tandarts vanwege kosten

23% mensen mijdt tandarts vanwege kosten

Uit onderzoek van TNS-NIPO blijkt dat 23% van de ondervraagde Nederlanders aangeeft minder naar de tandarts te gaan als gevolg van hoge kosten. Bekijk het TNS-NIPO-rapport Op pagina 12 leest u meer over mijden van zorg bij de tandarts.

Zorgsector
Een grote meerderheid van de artsen merkt dat patiënten zorg mijden, geeft het onderzoek aan. Eén op de vijf consumenten onderschrijft dat men zelf eens zorg heeft gemeden. Vooral op tandartszorg en fysiotherapie wordt door de consument bezuinigd.

Een eerdere meldactie van de NPCF liet zien dat 43% van de deelnemers weleens zorg heeft uitgesteld of gemeden vanwege kosten.

Bron:
TNS-NIPO
NPCF

Lees meer over: Markttrends, Tarieven, Thema A-Z

Tandartsen nemen meer nieuwe patiënten aan

Meer tandartsen stellen hun praktijk open voor nieuwe patiënten. Dit blijkt uit onderzoek van de vergelijkingswebsite www.123tandarts.nl onder ruim 3.000 tandartspraktijken. Zij vergeleken de uitkomsten met aantallen van 2012.

Ruim 46% van de tandartspraktijken neemt nu nieuwe patiënten aan. In 2012 lag dit percentage lager, namelijk op 40%. Er blijken grote verschillen te bestaan tussen de provincies. Zo is de provincie Groningen de enige provincie in Nederland waar een groot gedeelte van de tandartsen nog voldoende patiënten lijkt te hebben. In Groningen neemt iets meer dan 25% van de tandartspraktijken nog nieuwe patiënten aan. Ook in de andere noordelijke provincies Friesland en Drenthe zijn er minder tandartspraktijken dan gemiddeld die open staan voor nieuwe patiënten.


Percentage praktijken dat nieuwe patiënten aanneemt per provincie



Bron:
123tandarts.nl

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Speler trekt zelf losse tand tijdens ijshockeywedstrijd

Dat ijshockeyspelers tegen een stootje kunnen, bewijst ijshockeyspeler John Tavares uit de Verenigde Staten. Tijdens een wedstrijd kreeg hij een puck in zijn gezicht. Eenmaal op de bank merkte hij pas dat een van zijn tanden loszat, schrijft Spiegel online.

Trekken
Stoppen met spelen vond Tavares echter geen optie. Daarom trok hij de tand uit zijn kaak en gaf die aan zijn trainer. Vervolgens ging hij gewoon weer het ijs op. Het voorval werd vastgelegd op video.

Bron:
Spiegel

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z

Online enquête: ONVZ Beste Zorgverzekeraar 2013

Zorgverzekering.net roept ONVZ uit tot beste zorgverzekeraar van 2013. Zorgverzekering.net heeft dit jaar een online enquête gehouden onder 585 respondenten. In deze enquête werd onderzoek gedaan naar de tevredenheid van de consumenten over zorgverzekeraars. Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat ONVZ door consumenten als beste zorgverzekeraarsgroep werd beoordeeld over het afgelopen jaar.*

Rapportcijfers
ONVZ is als zorgverzekeraarsgroep door consumenten als beste beoordeeld met een rapportcijfer van 8.1. Bovendien werd ONVZ ook als beste beoordeeld op imago wat betreft betrouwbaarheid, responsiviteit en zorgzaamheid. Ook de klantenservice van ONVZ werd als beste beoordeeld.

Consumenten beoordeelden andere zorgverzekeraarsgroepen ook met een hoog rapportcijfer. CZ kreeg een 7.5, Achmea & Menzis beiden een 7.4 en VGZ een 7.1. Slechts 2,2% van de ondervraagden heeft in het afgelopen jaar een klacht ingediend bij de zorgverzekeraar. Uit het bovenstaande kan worden geconcludeerd dat de ondervraagden over het algemeen tevreden zijn met hun huidige zorgverzekeraar.

Overstappen
67% van de ondervraagden heeft naast de basisverzekering ook een aanvullende verzekering. Verder is uit het onderzoek gebleken dat 17% van de ondervraagden van plan is in 2014 over te stappen van zorgverzekeraar. De meest voorkomende redenen om over te stappen zijn kostenbesparing en een betere dekking.

19% van de ondervraagden geeft aan al over te stappen bij een premieverschil van € 5,- tot €10,- per maand. Tevens zou 25% overstappen bij een premieverschil van €10,- tot €20,- per maand en 21% geeft aan pas over te stappen bij een premieverschil van meer dan €20,- per maand.

Maar liefst 39% van de ondervraagden zou overstappen van zorgverzekeraar als ze een cadeau aangeboden krijgen bij de nieuwe zorgverzekeraar, bijvoorbeeld een tablet, smartphone of een geldbedrag.


* Het gaat hierbij om het gemiddelde van alle labels per zorgverzekeraarsgroep: Achmea: FBTO, Zilveren Kruis Achmea, Agis, TakeCareNow, Interpolis, De Friesland, Avéro Achmea, IK, ProLife, YouCare VGZ: VGZ, IZA, UMC, Bewuzt, IZZ, Univé, Zekur, Besured, National Academic, Promovendum Menzis: Menzis, Azivo, Anderzorg CZ: CZ, CZ direct, Ohra, Delta Lloyd ONVZ: ONVZ, PNO zorg, VVAA

Bron:
Zorgverzekering.net


Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Opzij Top-100: Edith Schippers machtigste vrouw

Edith Schippers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, is door de Opzij Top-100-jury gekozen tot machtigste vrouw van 2013. Volgens de jury is de zorg hét maatschappelijke thema van 2013 en de grootste kostenpost van het kabinet.

‘Het is aan Edith Schippers om te voorkomen dat deze kosten niet nog verder groeien. Zij is de eerste die er in jaren in is geslaagd te zorgen dat de overheid minder aan zorg uitgeeft dan begroot. Met het zorgakkoord dat ze in juli sloot, heeft Schippers miljoenen weten te besparen’ , zegt de jury.

Reactie
In de Opzij van deze maand zegt Edith Schippers: ‘De verkiezing zegt iets over de zorgsector, over hoe belangrijk we die nu vinden. Zorg was lange tijd iets van vrouwen, door vrouwen – hoewel de directeuren bijna altijd man zijn; ik zit vaak met mannen aan tafel. Maar zorg is niet iets waarvan het maatschappelijke en economische belang altijd duidelijk was. Dat is nu wel anders. De importantie van de sector is de laatste jaren toegenomen.’

Bron:
Opzij

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Bijna helft Nederlanders neemt geen tandartsverzekering in 2014

Bijna de helft (47 procent) van de Nederlanders zal in 2014 geen aanvullende tandartsverzekering afsluiten. Dit blijkt uit eigen onderzoek van Zorgwijzer.nl onder 418 mensen.

35 procent van de respondenten gaf aan volgend jaar wel een tandartsverzekering te gaan afsluiten en 18 procent weet dit nog niet. Twijfelaars noemen als reden het nog niet bekend zijn van de premies voor de tandartsverzekering.

Momenteel heeft ongeveer een op de drie Nederlanders boven de 18 jaar geen tandartsverzekering.

Bron:
Zorgwijzer.nl

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Nieuwe mondzorgtarieven uitgesteld

Nieuwe mondzorgtarieven uitgesteld

De mondzorgtarieven worden pas in de loop van 2014 aangepast en niet per 1 januari, zoals eerder gepland. De NZa meldt dat zij meer tijd nodig voor de implementatie van de uitkomsten van het kostenonderzoek en de discussie over de herijking van het norminkomen.

Zowel de NVM als NMT vinden dit een positief signaal. ‘Dat er nu meer tijd genomen wordt voor het zorgvuldig afronden van het onderzoek en de discussie over de herijking van het norminkomen is een positief signaal voor alle professionals in de mondzorg’, meldt de NMT.

Norminkomen
Ook publiceerde de NZa het concept-rapport over de herijking van het norminkomen van KPMG. De NZa geeft aan dat er diverse methoden zijn om tot een norminkomen te komen en het advies van KPMG is één van de mogelijke methoden.

De beroepsverenigingen zijn niet betrokken geweest bij de totstandkoming van het KPMG-rapport. De NZa geeft aan dat het rapport het startsein is voor discussie met het veld. Ook zegt de NZa dat er in het KMPG-rapport nog geen rekening gehouden is met het ondernemerschap.

Bron:
NZa

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
roker

Minimum leeftijd voor tabaksverkoop naar 18 jaar

De minimumleeftijd voor verkoop van tabak wordt verhoogd van 16 naar 18 jaar. Op 10 oktober stemde de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel van Martin van Rijn, staatssecretaris van Volksgezondheid, meldt Nieuws.nl

Bron:
Nieuws.nl

Lees meer over: Actueel, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
NPCF: Patiënten mijden zorg vanwege kosten

NPCF: Patiënten mijden zorg vanwege kosten

De kosten voor de zorg zijn de belangrijkste reden voor mensen om zorg uit te stellen of zelfs te vermijden. Dit blijkt uit de resultaten van een meldactie van de patiëntenfederatie NPCF naar bezuinigingen in de zorg

Zo laat de meldactie zien dat 43% van de deelnemers weleens zorg heeft uitgesteld of gemeden. De belangrijkste genoemde redenen zijn:
– ‘Ik kon het niet betalen’ – 42%
– ‘Het eigen risico is verhoogd naar 350 euro’- 39%

Van de deelnemers geeft 25% aan dat de gezondheid hierdoor onnodig snel achteruit ging en bij 9% ging de gezondheid volgens de patiënt onherstelbaar achteruit. Zo’n 12.000 mensen deden mee aan de meldactie.

Bij uitstel of mijden van zorg ging het om bezoek van de fysiotherapeut (43%), medicijnengebruik (32%), bezoek aan specialist (28%) en huisarts (26%).

Bron:
NPCF

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Honderden Griekse tandartsen emigreren door economische crisis

De financiële crisis in Griekenland raakt ook tandartsen. In de afgelopen vier jaar hebben bijna 600 tandartsen Griekenland verlaten. Het aantal tandartsen dat jaarlijks emigreert blijft toenemen, meldt Press TV.

Bezuinigingen

De Griekse tandartsen hebben te maken met grote veranderingen in de gezondheidszorg. De Griekse overheid bezuinigt fors op uitgaven voor volksgezondheid. Ook wordt de gezondheidszorg ingrijpend gereorganiseerd. Hierdoor hoopt de Griekse regering meer geld te kunnen lenen uit het buitenland. De Grieken hebben al bijna zes jaar last van een recessie.

Bron:
Press TV

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Parodontitisbacterie veroorzaakt mogelijk darmkanker

Een bepaalde bacterie in tandplak veroorzaakt misschien darmkanker. Dat blijkt uit twee studies, schrijft Medical NewsToday.

Onderzoek
Amerikaanse onderzoekers vonden een samenhang tussen de aanwezigheid van de zogenaamde fusobacterie en darmkanker. De bacterie bindt zich aan micro-organismen in tandplak. De fusobacterie heeft invloed op het immuunsysteem. Daardoor kunnen vervolgens mogelijk tumorcellen ontstaan.

Marker
De fusobacterie gebuikt het molecuul Fusobacterium adhedin A (FadA). FadA kan misschien een vroege marker zijn voor het ontstaan van darmcarcinomen. Mensen met darmtumoren hebben namelijk meer FadA-moleculen dan mensen die gezond zijn.

Bron:
Medical News Today
Studie 1 in Cell Host & Microbe 
Studie 2 in Cell Host & Microbe

Lees meer over: Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

De tandheelkunde van overmorgen

Google op ‘Toekomst Mondzorg’ en u vindt alleen maar gedoe over geld. Belangrijk, maar wat zijn de laatste technologische ontwikkelingen in de tandheelkunde? Hoe ziet een moderne praktijk er over een paar jaar uit?

Dentalaegis beschreef drie technologieën voor de praktijk van de toekomst: 3D-Printing, GelSight Scanning Material en Bioteeth.

3D-printen
3D-printen is een snel opkomende technologie. Er zouden kant- en klare beugels uit een 3D printer te voorschijn kunnen komen, zoals snurkbeugels. Of volledige protheses met prachtige en passende kleuren.

In 2012 heeft dr. Jules Poukens een volledige kaak vervangen door een 3D-geprinte onderkaak van titanium. Poukens is een cranio-maxillofaciale chirurg en hoogleraar aan de Universiteit van Hasselt in België. Poukens team is bezig met het 3D-printen van kunstbot doordrenkt met stamcellen van de patiënt. Dit materiaal herstelt niet alleen de functie , maar versnelt ook het genezingsproces van de patiënt. Poukens zegt dat 3D-printen hem in staat stelt om een reconstructieve prothese aan te passen aan de individuele patiënt.

Door 3D-printen verandert de productiestructuur van het tandtechnische laboratorium. 3D-printen maakt dat de tandtechnische laboratoria de productiviteit kunnen maximaliseren en tegelijkertijd handarbeid kunnen minimaliseren. 3D-printers kunnen 24 uur per dag, 7 dagen per week werken. Laboratoria zullen in de toekomst dus een veel grotere vraag aankunnen.

Op dit moment zijn 3D-printers nog niet klaar voor brede toepassing in de tandheelkunde. Met zirconium is al aardig goed te printen, maar er zullen nieuwe materialen moeten worden bedacht. Om goed te kunnen printen, moet er een composiet komen van tandpasta-achtige viscositeit. Daarnaast moet het materiaal sterk genoeg zijn voor permanente restauraties en dat vereist veel warmte. De machines die momenteel op de markt zijn, zijn nog niet uitgerust om op die temperatuur te kunnen printen. Ook moet een geschikte 3D-printer meerdere spuitarmen hebben om levensechte tinten op een kroon te kunnen spuiten

GelSight Scanning Material
GelSight wordt gebruikt om de oppervlakteruwheid van medische of tandheelkundige implantaten nauwkeurig te meten. GelSight zou net zoals traditionele afdrukmateriaal in aanraking komen met het oppervlak van de tanden. In tegenstelling tot het traditionele afdrukmateriaal zou de gel onmiddellijk topografische gegevens van het volledige tandoppervlak digitaal naar een computerscherm sturen. Daardoor verdwijnt de noodzaak voor patiënten om enkele minuten uithardingstijd te doorstaan.

GelSight registreert harde en zachte weefsels, ongeacht of het gaat om natte, droge, doorzichtige of glanzende oppervlakken. Dit product is dus een goede oplossing voor de problemen bij het gebruik van een mondscanner. GelSight kan op zeer gedetailleerd niveaugegevens vastleggen. Daardoor kunnen veranderingen in de mond worden opgespoord en gemonitord. Zo worden de gevolgen van bruxisme of parodontaal verlies zichtbaar. Er is momenteel geen digitale intraorale technologie op de markt met zo’n hoge resolutie.

Bioteeth: tanden uit stamcellen
Onderzoekers proberen een manier te vinden om volwassen stamcellen zich te laten gedragen als embryonale stamcellen van een tand. Wanneer dit is bereikt, kan mondweefsel geoogst worden voor de groei van menselijke tanden. Het zal een kosteneffectief alternatief worden voor implantaten.

Het kweekproces, de transplantatie en de groeiprocedure zouden ongeveer 9 tot 10 maanden in beslag nemen. De patiënt zou in de tandartspraktijk komen voor het oogstproces, waarbij de arts een kleine hoeveelheid gezond epitheel verwijdert. Vervolgens wordt het weefsel naar het laboratorium verzonden. Daar worden de cellen samengevoegd met stamcellen. In een periode van 4-6 weken groeien de cellen uit tot een oorspronkelijke tandvorm. Deze primaire biotooth (‘zaad’) zou dan terug worden gestuurd naar de tandheelkundige kliniek. Vervolgens wordt de tand in de edentate kaak geplaatst. Daar groeit de tand in vijf tot zes maanden uit om tot een volledig functionele tand . Maar dat is allemaal nog hele verre toekomstmuziek.

Bron:
Dentalaegis

Door: Lieneke Steverink-Jorna

Lees meer over: Actueel, Markttrends, Ondernemen, Thema A-Z

Hoe veilig is uw praktijk? Doe de quiz

De richtlijnen voor infectiepreventie worden voortdurend aangescherpt. Bent u op de hoogte van de laatste ontwikkelingen?

Deze quiz is gesloten

 

Quiz ontwikkeld door:

DRS / Medi Care Services (MCS)
Industrieweg 4
9636 DB Zuidbroek
T: 085-4010893
E: contact@medicareservices.nl
W: www.medicareservices.nl

 

Lees meer over: Praktijkhygiëne, Thema A-Z
rio

19de-eeuwse tandenborstel en tandpasta op afvalberg in Rio

Archeologen in Brazilië hebben een tandenborstel en tandpasta van keizer Pedro II gevonden. In totaal werden meer dan 200.000 voorwerpen gevonden bij de opgraving, meldt de NOS. De tandenborstel is gemaakt van ivoor, met gaten voor de borstel van zwijnenhaar. De inscriptie ‘Zijne majesteit, de keizer van Brazilië’ staat op de steel volgens de NOS.

De opgraving vond plaats op een stuk land dat voor uitbreiding van de metro in Rio de Janeiro wordt gebruikt. Dit land ligt in de buurt van wat in de 19de eeuw het paleis van de keizer van Brazilië was.

Bron:
NOS

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Slagtand van mammoet gevonden bij aanleg metrolijn

Slagtand van mammoet gevonden bij aanleg metrolijn

Bij graafwerkzaamheden voor de nieuwe metrolijn in de Duitse stad Düsseldorf is een mammoetslagtand gevonden op 12 meter diepte. De slagtand weegt 34 kilo, is 1,20 meter lang en is tussen de 10.000 en 30.000 jaar oud, meldt ZWP-online. Bouwvakkers ontdekten de slagtand van de mammoet bij hun werkzaamheden aan de nieuwe metrolijn. Het skelet van het dier werd niet gevonden.


Bron:
DPA
ZWP-Online



Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
verborgen kanalen

Op zoek naar verborgen kanalen

De kortste weg naar een verborgen kanaal? De sleutel ligt volgens endodontoloog Marga Ree in kennis van de verschillende kleuren van dentine.

Website
Een site die Ree op het congres ‘De endodontologische herbehandeling’ aanraadde is http://rootcanalanatomy.blogspot.nl/. Deze toont de elementen met hun wortelkanaal en de diversiteit en complexiteit ervan.

Cone Beam CT-scan
Een goed hulpmiddel bij het stellen van een diagnose en het maken van een behandelplan is de Cone Beam CT- scan. Deze 3-dimensionale röntgenopname maakt sagittale, axiale en coronale doorsnedes, die meer inzicht in de anatomie van het element geven en het vinden van het op het eerste gezicht verborgen kanaal vergemakkelijken. Wanneer het element wordt geopend moet men zoveel mogelijk dentine behouden, dus open gericht! Voor incisieven geldt: hoe meer naar incisaal, hoe veiliger. Een Endoguide boor is aan te bevelen voor een minimaal invasieve opening.

Anatomische wetten
Eenmaal geopend is er zicht op de bodem van de pulpakamer. Kennis van de kleur van dentine leidt naar het verborgen kanaal. De anatomische wetten van Krasner en Rankow (2004) kunnen hierbij helpen:

  1. De pulpabodem is altijd donkerder dan de opstaande dentinewanden.
  2. De kanaalingangen zijn altijd gelokaliseerd op de grens van de wand en bodem.
  3. De kanaalingangen liggen op het eind van de fusielijnen van de wortels. Deze zijn donkerder dan de pulpabodem.
  4. De kanaalingangen liggen op gelijke afstand van een lijn in de m-d richting getrokken over de pulpabodem (behalve bij
    bovenmolaren)
  5. De kanaalingangen liggen op een lijn die loodrecht staat op deze m-d lijn (behalve bij bovenmolaren).

Munce Discovery Burs worden aanbevolen om het dentine te verwijderen samen met een Stropko Irrigator om het geprepareerde dentinestof weg te blazen. Als de kanaalingang is gevonden, dan kan een C+ vijl, die wat stijver is aan de punt en minder makkelijk doorbuigt dan een K-vijl, worden gebruikt om het begin van het kanaal te prepareren. Daarna kan de preparatie van een nauw kanaal worden voorgezet door een glijpad te maken met een Profinder of D-finder. Een SybronEndo M4 hoekstuk kan uitkomst bieden bij vermoeide vingers. Over de handvijl geplaatst, neemt deze de heen en weer gaande (reciproke) beweging van de vingers over.

Marga Ree studeerde in 1979 af als tandarts aan de Universiteit van Amsterdam. In 2001 heeft zij haar postdoctorale opleiding endodontologie voltooid en geeft sindsdien regelmatig postacademische cursussen en lezingen in binnen- en buitenland. Zij heeft diverse publicaties op haar naam staan in nationale en internationale vakbladen en boeken op het gebied van endodontologie en algemene tandheelkunde. Sinds 1980 heeft zij een praktijk in Purmerend, waarvan de laatste twaalf jaar een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Maja Faasen voor dental INFO van het congres De endodontische herbehandeling, bureau Kalker

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
Preventie

Stop preventie niet op 18-jarige leeftijd

Australisch onderzoek laat zien dat er na het 18e jaar nog steeds een opgaande lijn te zien is van nieuwe cariës. ‘We zouden meer tijd moeten besteden aan preventie’, zei prof. dr Van Loveren tijdens het NVT-congres Het Gat.

In deze lezing toont Van Loveren, bijzonder hoogleraar Preventieve Tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam, aan dat al op 18-jarige leeftijd stoppen met preventie niet aan te bevelen is. In een Australisch onderzoek is men tot de conclusie gekomen dat er na het 18e jaar nog steeds een opgaande lijn te zien is van nieuwe cariës.

Verandering Gezondheid en Gedrag
‘We zouden van Ziekte en Zorg (ZZ) moeten streven naar een verandering van Gezondheid en Gedrag (GG)’, zei Van Loveren. Al maar meer preventie in de tandartsstoel leidt niet tot meer resultaat. Integendeel, de patiënt kan zich ten onrechte beschermd voelen en laat de eigen mogelijkheden onbenut. Devies: de patiënt meer eigen verantwoordelijkheid geven en hem de preventie niet uit handen nemen. Het Deense Nexöproject is daar een goed voorbeeld van. De belangrijkste preventiemaatregel is het poetsen met fluoridetandpasta. Om de effectiviteit hiervan te waarborgen, wordt op individueel niveau de afspraakfrequentie vastgesteld. Dit varieert van 1 tot 18 maanden, gebaseerd op de betrokkenheid bij en het succes van de preventie. Experimenten met dit model in Nederland tonen een groot succes aan.

Mislukte preventie
Van Loveren stelt dat een vulling mislukte preventie is. Bij iedere vulling zouden we ons beter moeten realiseren wat er fout is gegaan en hoe dit kan worden bijgestuurd. We zouden veel meer aandacht moeten besteden aan preventie, want het loont. Preventieve behandelingen zijn goedkoper dan conserverende behandelingen.

CSI-score
Hij stelt ook dat de DPSI-index alleen tandsteen en paroproblemen in kaart brengt en niets zegt over de cariësactiviteit. Van Loveren pleit voor de invoering van de CSI- (Cariës Strategy Indicator) score. In deze score wordt per sextant de hoogste cariësscore genoteerd. Het doel van de behandeling is om de score naar beneden te brengen. Door bij het volgende bezoek de score weer op te nemen is snel en eenvoudig vast te stellen of dit doel bereikt is.


Prof. dr. Cor van Loveren studeerde tandheelkunde aan de Rijksuniversiteit Utrecht van 1970-1976. In 1977 werd hij docent op de afdeling Sociale en Preventieve Tandheelkunde in Utrecht, belast met het onderwijs in de klinische preventie. Vervolgens verhuisde hij naar ACTA, waar hij sindsdien werkt bij de afdeling Cariologie Endodontie Pedodontologie. Hij geeft onderwijs en doet onderzoek op het gebied van de preventieve tandheelkunde en publiceert regelmatig in zowel nationale als internationale tijdschriften. In 1978 werd hij lid van het Adviescollege van het Ivoren Kruis en leidt dit college sinds 2000 als voorzitter. In november 2005 is hij benoemd tot bijzonder hoogleraar Preventieve Tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam vanwege het Ivoren Kruis. Van 2009 tot 2011 was hij voorzitter van ORCA, de Europese organisatie voor cariësonderzoek.

Verslag door Marian Vrolijk voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Cor van Loveren tijdens het NVT-congres Het Gat





Lees meer over: Mondhygiëne
Restauratie

Restauratie: de nieuwste materialen en technieken

Verslag van de lezing van de internationaal bekende prosthodontist en tandtechnicus dr. Edelhoff, tijdens het NVVRT-congres Restauratieve tandheelkunde over de juiste materiaalkeuze en technieken bij restauratie.

Voorspelbare esthetiek bij het duurzaam restaureren kan alleen als er een nauwe samenwerking is tussen tandarts en tandtechniek. Systematische benadering begint met het zorgvuldig opstellen van een behandelplan dat leidt tot een diagnostische “wax-up” waarna de restauratiematerialen gekozen kunnen worden en de bijbehorende preparaties, de “soft tissue management” en de tijdelijke voorzieningen. De tijdelijke voorzieningen spelen een belangrijke rol in de communicatie tussen patiënt, tandarts en tandtechnicus en zijn van groot belang bij een voorspelbaar eindresultaat. CAD/CAM technologie kan dit concept verrijken door innovatieve diagnostische opties alsmede de toepassing van nieuwe en verbeterde restauratiematerialen. Nieuwe behandelmogelijkheden worden geboden doordat slijtvaste kunststoffen kunnen worden toegepast als tijdelijke voorziening, niet alleen minimaal invasief maar zelfs non-invasief om de uiteindelijke definitieve restauratie uit te testen.

Shift van analoog naar digitaal
Een natuurlijk element doet er gemiddeld negen jaar over om zich volledig te ontwikkelen. Het maken van een kroon op de analoge manier – handmatig opgebouwd door de tandtechnieker – neemt vier dagen in beslag. Het digitaal frezen via CADCAM duurt maar een paar uur. Het grote verschil in tijds- en arbeidsintensiviteit tussen analoog en digitaal werken heeft er voor gezorgd dat er de laatste jaren een verschuiving naar digitaal werken heeft plaatsgevonden. CADCAM staat voor betrouwbaarheid en reproduceerbaarheid. Het handmatig opbouwen door de tandtechnieker staat bekend om z’n creativiteit en een esthetisch resultaat.

De invloed van licht
Het type licht (daglicht/ flitslicht) bepaalt de kleur van de tanden. Bij de waargenomen kleur van de tanden speelt de kleur van de lippen en de weke delen ook een belangrijke rol. De lippen zorgen bovendien voor een schaduw op de tanden, wat de kleur van de tanden beïnvloedt. Het is van belang dat het gekozen restauratiemateriaal dezelfde eigenschappen heeft en net zo translucent is als het natuurlijke tandweefsel.

Informatie
Goede communicatie en informatie verschaffing aan de tandtechnieker is van groot belang voor een optimaal esthetische resultaat.

  • Het is belangrijk om de wortelcontour af te drukken bij centrale incisieven, zodat de tandtechnieker bij de kroonvervaardiging goed de plaats van de disto- en mesio-incisale hoek kan bepalen.
  • Daarnaast is het van belang te kijken naar de lijn van de onder- en bovenlip en de lachlijn en daarvan een foto te maken die u meestuurt naar de tandtechnieker.
  • Ook is het verstandig om een foto van de patiënt met facebow te maken, zodat de tandtechnieker de ooglijn met het vlak van occlusie kan vergelijken.
  • Bij facing- en kroonpreparaties in het front is het bovendien essentieel daarvan foto’s te maken om de tandtechnieker informatie te geven over eventuele verkleuringen. De tandtechnieker kan dan namelijk een opaquer materiaal gebruiken zoals zirconia om de verkleuring te maskeren. Een andere manier is om de verkleuring als tandarts zelf te maskeren met opaque composiet. Bij verkleuring van de stomp door een metalen stift kunt u groeven maken in de stift, deze zandstralen, bonden en vervolgens een heel witte opaquer aanbrengen.

Delen
Een tand kan worden verdeeld in drie delen: de papilhoogte, het proximale contactgebied en het incisale deel. Om een goede esthetisch resultaat te verkrijgen moet de verhouding van deze 3 delen per tand in het bovenfront als volgt zijn:

Centrale incisief Laterale incisief Cuspidaat
Papilhoogte 40% 40% 40%
Proximale contactgebied 40%  30%  20%
Incisale deel 20% 30% 40%

Materiaaleigenschappen
IPS Empress en IPS E-max Press zijn glaskeramieken met een goede buigsterkte die geëtst kunnen worden met hydrofluoridezuur (HF) en zijn zowel digitaal (CADCAM) als analoog (handmatig opgebouwd door tandtechnieker) toe te passen. Zirconia kan alleen digitaal (CADCAM) worden gefreesd en is niet etsbaar. Wanneer een materiaal geen glas bevat, is etsen niet mogelijk. Hoe hoger de kristalinhoud van keramieken, hoe hoger de buigsterkte is, maar hoe minder de lichttransmissie is.

Monolytisch glaskeramiek is betrouwbaarder dan zirconia met een veneer.
Beslijpen van porselein leidt tot een daling van 50% in sterkte. Wanneer een kroon of brug toch te hoog is, is het daarom de eerste keus om de restauratie na het beslijpen terug te sturen naar de tandtechnieker om deze opnieuw af te glanzen. De tweede keus is om het beslepen deel zelf te polijsten en vervolgens de restauratie te plaatsen.

Zirconia is 3 tot 4 keer harder dan glazuur. Dit leidt ertoe dat zirconia nauwelijks slijt, terwijl de rest van het gebit dit wel doet. Op deze manier kan een zirconia kroon op lange termijn in suprapositie komen te staan in verhouding tot de rest van het gebit, wat een negatieve invloed op de occlusie kan hebben.

Kronen op implantaten
Keramieken zijn goed bestand tegen compressiekrachten, maar niet tegen trekkrachten. Een rechte schroef leidt tot compressiekrachten en een conische schroef tot trekkrachten. Het is daarom van belang om bij zirconia abutments alleen rechte schroeven te gebruiken.

Gebitsslijtage
Melkconsumptie vermindert de slijtagesnelheid met 30%.
De sleutelelementen bij slijtage:

  1. Diagnostische opwas:
    Deze opwas laat u maken door de tandtechnieker om te zien hoeveel tandmateriaal er mist door de slijtage en om te bepalen of u de patiënt op een directe of indirecte manier moet behandelen.
  2. Esthetische evaluatie/ functionele test drive:
    De diagnostische opwas wordt omgezet in een splint die de patiënt de hele dag draagt als ‘test’, behalve bij het eten. Wanneer dit de patiënt goed bevalt, wordt dit overgezet in composiet. Het onderfront moet daarbij als laatste worden opgebouwd, wanneer de beet al stabiel is na het plaatsen van de restauraties in de zijdelingse delen.
  3. Evaluatie van de graad van de slijtage
  4. Materiaalselectie:
    Kiest u voor composiet of keramiek? Bepaal aan de hand van de diagnostische opwas of u direct of indirect wilt behandelen.
  5. Adequate preparatie:
    Prepareren is bij slijtage vaak niet nodig. Indien er wel geprepareerd moet worden, geldt dat dit zo min mogelijk invasief moet zijn.

Occlusie
De sleutelelementen bij occlusie:

  • Hoektandgeleiding: Verlies van hoektandgeleiding leidt tot verlies van controle in bijtkracht.
  • Freedom of centric: Er moet genoeg vrijheid zijn voor de eerste bewegingen totdat de hoektandgeleiding het overneemt.
  • Gemiddelde verticale en horizontale overlap van het front: Bij een forse verticale of horizontale overbeet ontstaat er bij articulatie niet altijd disclusie in de zijdelingse delen.

Cementmethodes
Glaskeramiek kunt u vastzetten met Variolink II of Nexus die light of dual curing mogen zijn. Glaskeramieken dienen met HF te worden geëtst. Leucite reinforced glaskeramiek moet 60 seconden en lithium disilicaat moet 20 seconden worden geëtst. Daarnaast moet lithiumdisilicaat worden gesilaniseerd.

Oxidekeramieken en metalen restauraties kunt u vastzetten met Panavia F 2.0 self curing en SE adhesive.

Preparaties met mechanische retentie kunt u vastzetten met Relyx Unicem.

Bij facings moet een light cured cement en bij kronen een dual cured cement worden gebruikt in verband met de dikte van beide materialen.

Bij het passen van keramiekkronen en facings kunt u glycerinegel gebruiken om de kleur goed te kunnen beoordelen.

Enkeltandsvervanging
De eigenschappen van natuurlijk tandweefsel kunnen het beste worden geëvenaard door keramiek (glazuur), composiet (dentine) en bonding (glazuur-dentinegrens). U kunt daarom de stomp met composiet opbouwen om het verloren dentine te vervangen en vervolgens een kroon laten maken voor het vervangen van het glazuur.

Prepareren
Bij kroonpreparaties voor keramieken moet een chamfer- of schouderpreparatie gemaakt worden. Wanneer de kroon wordt gefreesd met CADCAM dienen scherpe hoeken in de preparatie bovendien te worden vermeden, omdat deze niet digitaal kunnen worden verwerkt. Er moet altijd zo min mogelijk invasief worden geprepareerd. Bij facingspreparaties hoeft er ongeveer 0,5 mm minder buccaal te worden afgenomen dan bij kroonpreparaties. Bij porseleinen facings is de overleving na 10 jaar 93,5% en na 20 jaar 83%. Er is 7,7 keer meer kans op falen van porseleinen facings bij parafunctie. Bovendien falen porseleinen facings vaker bij non-vitale elementen, omdat de e-modulus van dentine daardoor veranderd.

Voordelen van facings:

  • Minder afbraak van gezond weefsel
  • Voorkomt endodontische behandeling
  • Voorkomt diepe cervicale preparaties voor retentie

Er zijn 3 typen facings te onderscheiden:

  • Dunne facings: er is een minimale dikte van 0,3mm nodig. Dit type heeft wel een grotere kans op microcracks.
  • Klassieke facings: er is een minimale dikte van 0,5mm nodig.
  • Dikke facings: er is een minimale dikte van 0,6 mm nodig.

Stiften
Stiften zorgen voor een verzwakking van het element. Wanneer toch een stift geplaatst dient te worden, kunt u het beste kiezen voor een vezelversterkte stift (FRC). Een FRC-stift heeft namelijk dezelfde e-modulus als dentine. Daarnaast dient bij het plaatsen van een stift altijd het cement in het kanaal te worden aangebracht. Wanneer het cement op de stift zelf wordt aangebracht, ontstaan er luchtbellen en dat dient voorkomen te worden. Van de FRC-stiften faalt 7-11%.

Bruggen
Wanneer er voor zirconia als materiaal wordt gekozen, moeten er geen grotere bruggen worden gemaakt dan 3- of 4-delig. Zirconia kan de translucentie van dentine evenaren, maar niet die van glazuur.
Er is 4,9 keer meer kans op chipping bij 4- of 5-delige bruggen dan bij 3-delige bruggen. Het passen van een brug of kroon voor het afglanzen, zorgt voor een hoger succespercentage.

Bruggen op implantaten
De conventionele brug blijft de behandeling van eerste keus bij bruggen op implantaten. Cantilever bruggen hebben een lager succespercentage. Tand-implantaat bruggen zijn nog minder gunstig en resin-bonded bruggen hebben de slechtste prognose.

Professor Edelhoff is zijn loopbaan begonnen als tandtechnicus en is opgeleid tot “Certified Dental Technician” (CDT) waarna hij tandheelkunde ging studeren waar hij in 1991 afstudeerde in de tandheelkunde en in 1994 de titel behaalde van Doctor of Medical Dentistry. Daarna volgde hij de opleiding tot “prosthodontist” bij Professor Spiekermann in Aachen, waarna hij zijn promotieonderzoek heeft gedaan aan het Dental Clinical Research Center of the Oregon Health and Sciences University in Portland, Oregon ( professor John Sörensen) van 1999 tot 2001. De promotie werd afgerond in 2003 aan de Universiteit van Aken.

Op dit moment heeft hij een vaste benoeming als Associate Professor op het Departement Prosthodontics en Dental Material Sciences aan de Ludwig-Maximillians Universiteit van München. Hij is erkend als Certified Prosthodontist en is lid van de German Society of Oral and Maxillofacial Medecine en de German Society of Prosthodontics and Biomaterial Sciences. Hij is vice-president van de Association of Dental Technology en lid van vele adviesorganen op het gebied van de orale implantologie en Associate member van de AAED (American Association of Esthetic Dentistry).

Door: Chantal Schreuder voor dental INFO van het NVVRT-congres Restauratieve Tandheelkunde, spreker prosthodontist en tandtechnicus dr. Edelhoff.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z