Zorgverzekeraars niet transparant

Zorgverzekeraars maken enorme winsten en laten eigen kosten als zorgkosten zien. Dit blijkt uit onderzoek van Annalise in opdracht van financiële dienstverlener zorgsector VvAA. Het onderzoek werd onlangs gepresenteerd in het BNR-debat ‘De zorgverzekeraar regeert’.

Met name de vier grote zorgverzekeraars Achmea, CZ, Menzis en VGZ – die 90% marktaandeel bezitten – hebben een hoog eigen vermogen, terwijl zij ook forse winsten maken.

Onterecht
Kosten die zijn gemoeid met het binnenhalen van nieuwe klanten zijn niet inzichtelijk en bovendien presenteren zorgverzekeraars eigen kosten ten onrechte als zorgkosten.

Verschil reclame- en aquisitiekosten
Een andere opvallende uitkomst is dat in de jaarverslagen van de vier grote verzekeraars reclamekosten worden opgegeven van in totaal € 58 miljoen in 2011. Volgens de jaarstaten die de zorgverzekeraars inleverden bij De Nederlandse Bank blijken andere getallen, die echter niet worden toegelicht. Daar wordt gesproken van in totaal € 353 miljoen aan acquisitiekosten (binnenhalen van klanten). Zowel uit de jaarstaten als uit de jaarverslagen blijkt verder niet wat onder die kosten wordt verstaan.

Edwin Brugman, directeur kennismanagement van VvAA: “Als we nog even bij de reclamekosten blijven, zien we dat de vier grote concerns verantwoordelijk zijn voor 20 verschillende verzekeringsmerken, daar waar de andere vijf verzekeringsmaatschappijen maar zes merken in de lucht houden. Wanneer mensen overstappen is de kans groot dat deze overstap wordt gemaakt naar een ander merk, maar binnen hetzelfde verzekeringsconcern. Ze blijven vaak gewoon binnen dezelfde organisatie.”

Omlaag
Brugman, directeur kennismanagement van VvAA: “Zorgverzekeraars komen bij monde van zorgverzekeraars nu naar buiten met de mededeling dat de premies omlaag kunnen omdat de winsten dit jaar zo hoog zijn. Dit was de afgelopen jaren ook al het geval, echter toen is aangegeven dat de premies omhoog zouden gaan vanwege stijging van de zorgkosten. Daarbij werd de bal doorgespeeld naar zorgverleners en zorginstellingen.

De winsten en daarmee het eigen vermogen blijven echter zeer hoog. Nu wordt er aangegeven dat de premies dit jaar al over de hele linie € 6,- zijn gedaald. Dit kost de zorgverzekeraars € 65 miljoen. Daarbij vergeet men te vermelden dat het eigen risico met € 140,- is gestegen. Dit betekent dat zorgverzekeraars per saldo zo’n € 1,5 miljard zouden kunnen besparen.”

Bron:
VvAA

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Duitse tandarts veroordeeld voor verzekeringsfraude

Duitse tandarts veroordeeld voor verzekeringsfraude

Een Duitse tandarts sneed zijn wijsvinger eraf om verzekeringsgeld te kunnen innen, schrijft The Local. De tandarts werd veroordeeld tot een jaar voorwaardelijk wegens verzekeringsfraude.

Met het verzekeringsgeld wilde de tandarts zijn financiële problemen oplossen. Bij arbeidsongeschiktheid zou de tandarts €600,000 uitgekeerd krijgen van zijn verzekeringsmaatschappij. Als hij bewees dat hij het slachtoffer was van een overval, kreeg hij nog eens €250,000.

Rechtszaak
Tijdens de rechtszaak vertelde de tandarts dat twee mannen hem overvallen hadden in zijn praktijk. Omdat hij geen geld of goud had, zouden zij zijn linkerwijsvinger afgesneden hebben. Bij onderzoek in de praktijk van de Duitse tandarts werden echter bloedsporen gevonden die pijnstillers bevatten. Ook werden de daders en de afgesneden vinger niet gevonden. De tandarts werd veroordeeld voor verzekeringsfraude en het voorwenden van een misdaad.

Frauderen
Dit soort verzekeringsfraude is voor tandartsen aantrekkelijker dan voor de gemiddelde werknemer, schrijft The Local. Tandartsen en dokters krijgen namelijk een hogere uitkering voor verlies van een lichaamsdeel dan andere werknemers. Ook hebben zij makkelijker toegang tot pijnstillers.

Bron:
The Local

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Nog 400 deelnemers kostenonderzoek gezocht

De NZa heeft 950 brieven verzonden aan praktijken die moeten deelnemen aan het kostenonderzoek. De NMT heeft inmiddels 560 meldingen van praktijken ontvangen die aan dit onderzoek moeten meedoen. Zo’n 400 praktijken hebben zich dus nog niet gemeld.
De NMT roept deze praktijken op zich te melden voor ondersteuning en voor informatie over het schaduwonderzoek dat door PwC wordt uitgevoerd.

Bent u aangeschreven, maar heeft u zich nog niet gemeld? Doe dit dan zo snel als mogelijk via het eenvoudige online aanmeldingsformulier Kostenonderzoek. Kent u een collega in uw omgeving die is aangeschreven? Geef uw collega dan het advies om zich zo snel als mogelijk te melden. Er zijn in totaal 4 informatiebijeenkomsten georganiseerd waarbij diverse experts alle vragen over het kostenonderzoek en de vragenlijst kunnen beantwoorden. Op 31 juli volgt nog een extra bijeenkomst in Nieuwegein voor diegenen die nu verhinderd zijn. Meld u, zodat de NMT u optimaal kan ondersteunen.

Bron:
NMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Diefstal gouden vullingen in Duits crematorium

Vier medewerkers van een Duits crematorium worden verdacht van het diefstal van gouden vullingen uit de as van overledenen.
Bij een huiszoeking werd bij één van de verdachten een kilo goud met een waarde van ongeveer 30.000 euro gevonden. Bij de andere verdachten zijn geen bewijzen gevonden, meldt ZWP online.

Een anonieme tip heeft de zaak aan het rollen gebracht. Tot nu toe heeft nog geen van de verdachten gereageerd op de beschuldigingen.

In Duitsland is niet duidelijk geregeld wie eigenaar is van de reststoffen. Vaak sturen crematoria de reststoffen naar een Nederlands bedrijf dat de opbrengst aan een goed doel beschikbaar stelt.

Het crematorium waar de vier verdachten werkzaam zijn, heeft inmiddels een camera geïnstalleerd en de houder van de reststoffen vergrendeld.

Bron:
ZWP online

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Tandheelkunde studenten helpen ouderen met gebit

Zestig studenten tandheelkunde van het UMC St Radboud uit Nijmegen helpen ouderen thuis met hun gebit. Het project wordt gedaan onder leiding van hun hoogleraar professor Cees de Baat, meldt het Eindhovens Dagblad.

De extra zorg is vaak hard nodig. Bij veel ouderen gaat het gebit achteruit als ze een ziekte krijgen. Het bezoek aan de tandarts wordt dan snel overgeslagen en ook hun gebitsverzorging komt in het gedrang, geeft de hoogleraar aan.

Bron:
Eindhovens Dagblad

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Enorm enthousiasme tijdens 10.000ste poetsles Hou je mond gezond! in Utrecht

Dinsdag 18 juni gaf kindertandarts Arie Riem samen met mondhygiënist Lisanne Lageweg de 10.000ste poetsles Hou je mond gezond!. De leerlingen van groep 4 van de Utrechtse Schoolvereniging waren de gelukkigen.

Zelfs de hitte op de zolder van de school mocht de pret niet drukken. De camera van RTV Utrecht maakte de toch al bijzondere poetsles nóg spannender. Op UStad volgde dezelfde middag een mooi beeldverslag. De trots straalt van Arie en Lisanne af als ze voor de klas staan. Diverse kinderen krijgen een ‘high five’ van de pedodontoloog als ze het juiste antwoord geven op zijn vraag. Arie en Lisanne brachten de kinderen op een luchtige manier kennis bij over de mond en het gebit, tandenpoetsen, gaatjes, tanderosie en de zeven eet- en drinkmomenten. “Hoe bacteriën gaatjes maken, niet zo veel snoepen, in een vaste volgorde tandenpoetsen”, antwoordden de leerlingen spontaan op de vraag wat ze vandaag hebben geleerd.



Gezond gebit is een groot cadeau
“Een gezond gebit voor een kind is een groot cadeau”, zegt Arie Riem. “Wie op jonge leeftijd een gezond gebit heeft, houdt dat vaak ook zo. En het is zo simpel om een gezond gebit te hebben en te houden: twee keer per dag goed je tanden poetsen met fluoridetandpasta en niet meer dan zeven eet/drinkmomenten per dag.” Arie vond het een eer om de 10.000ste poetsles te geven. “Ik ben trots op onze beroepsgroep dat ik de 10.000ste les zal geven. Het is fantastisch dat je als tandarts een bijdrage kunt leveren aan de aandacht voor mondgezondheid van kinderen en hun ouders.

73% mondzorgverleners denkt dat kinderen beter tandenpoetsen na poetsles
Leerkrachten en mondzorgverleners zijn lovend over de Hou je mond gezond! poetslessen. Uit de enquêteresultaten blijkt dat 97% van de leerkrachten (zeer) tevreden is over de gegeven lessen. Ook het schriftelijk lesmateriaal vindt 73% goed. Het poetspakket met tandenborstels, tubes tandpasta en een ouderfolder met tips voor een gezond kindergebit vindt 96% van de onderwijzers een goede aanvulling op de poetsles. Bijna 70% van de leerkrachten denkt dat de kinderen na de poetsles beter hun tanden zullen poetsen. Verder denkt ruim 40% dat het project een impuls zal geven aan het tandartsbezoek. Bijna 90% van de mondzorgverleners vindt het schriftelijk lesmateriaal Hou je mond gezond! goed en de poetsmaterialen een goede aanvulling op de poetsles. Verder verwacht 73% van de mondzorgverleners dat de kinderen na de poetsles beter hun tanden zullen poetsen en denkt 42% dat meer kinderen regelmatig naar een tandheelkundig zorgverlener zullen gaan.

Kindergebitten tellen minder gaatjes door poetslessen
Uit het Signalement Mondzorg 2013 van het College voor zorgverzekeraars (CVZ) blijkt dat kinderen en jongeren minder vaak gaatjes hebben in hun gebit. Het CVZ vergeleek de cijfers van mondheelkundige zorg in 2011 met die in 2005. Had acht jaar geleden slechts 44 procent van de 5-jarigen nog een gaaf gebit, bij de laatste peiling had 59 procent van die kleuters nog nooit een gaatje gehad. Onder 17-jarigen steeg het aantal jongeren zonder gaatjes van 29 naar 39 procent. De tandartsenorganisatie NMT denkt dat de betere gezondheid van de kindermond te maken heeft met de toegenomen voorlichting die kinderen over de verzorging van hun gebit krijgen, onder meer door poetslessen op school. Die poetslessen zijn een initiatief van en ontwikkeld door het Ivoren Kruis, de Nederlandse Vereniging voor Mondgezondheid. Sinds de start van het populaire onderwijsproject Hou je mond gezond! is de animo voor poetslessen overweldigend. Centraal onderdeel van het onderwijsproject voor basisscholen en peuterspeelzalen is het bezoek van een vrijwillige mondzorgverlener aan de schoolklas.



Cariës en tanderosie terugdringen
Doel van het lesproject is het bevorderen van een gezonde mond door het terugdringen van cariës (gaatjes) en tanderosie en het stimuleren van tandartsbezoek. Ook wil het Ivoren Kruis bij kinderen van peuterspeelzalen en basisscholen bewustwording creëren van de eigen invloed op de (mond)gezondheid. Kinderen die de juiste houding, kennis en vaardigheden aanleren om hun gebit en mond goed te verzorgen, zijn ook vaardiger in preventie en zelfzorg bij het voorkomen van ernstiger vermijdbare ziektes.

Slechte kindergebitten
De verslechterde situatie van de kindergebitten in ons land was de aanleiding voor de ontwikkeling van het project. Gebleken was dat 25% van de kinderen in Nederland zijn tanden niet of slecht poetst. In 2005 had 56% van de 5 jarige kinderen gaatjes in het melkgebit. In 2011 is dat 41%. Het gaat beter, maar het is nog steeds te veel. Bovendien komen te veel kinderen niet of te laat bij de tandarts. Ouders kunnen hun kinderen al vóórdat ze twee jaar zijn meenemen naar de mondzorgpraktijk. Veel ouders weten niet dat een bezoek aan de tandarts of mondhygiënist is opgenomen in de basisverzekering en dus voor kinderen tot 18 jaar gratis is. Meer informatie over het onderwijsproject is te vinden op www.houjemondgezond.nl.


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

NMT-jubileum thema: Lange leve een gezonde mond

Volgend jaar viert de NMT haar honderdjarig bestaan met als thema ‘Lang leve een gezonde mond’. De beroepsvereniging laat hiermee het belang zien van een gezonde mond voor de algehele gezondheid, het welbevinden en het maatschappelijk succes.

Voor het jubileum heeft de NMT voor leden en voor consumenten diverse activiteiten gepland.

Lange termijninvestering in mondgezondheid Nederlanders
Het thema blijft duurzaam bestaan door de oprichting van het Fonds NMT Mondgezondheid. Het fonds stelt zich als doel de Nederlandse bevolking bekend te maken met de relatie tussen de algehele gezondheid en de mondgezondheid. Het stimuleert en financiert daarvoor onderzoek naar deze relatie in de komende jaren. Daarnaast wil het fonds de preventieboodschap over het voetlicht brengen. Rondom de World Oral Health-day op 20 maart 2014 zal in publieke media aandacht worden besteed aan de relatie tussen mondgezondheid en de algehele gezondheid en het belang van preventie.

Festiviteiten voor NMT-leden 
De jaarlijkse NMT-activiteiten als Apolloniaborrel, het NMT-jaarcongres, de algemene ledenvergadering (AV) en het studentencongres worden feestelijk opgetuigd. Zo komt er een 2-daags jaarcongres in de Beurs van Berlage, voor het tandheelkundige team op vrijdag en op zaterdag met een internationaal karakter. Aansluitend aan de AV op 20 juni geeft de NMT een midzomernachtfeest op een strandlocatie.

Bron:
NMT

 

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

NMT roept deelnemers NZa kostenonderzoek op zich te melden

De NZa stuurde onlangs een aangetekende brief aan mondzorgpraktijken die moeten deelnemen aan het kostenonderzoek. De NMT weet niet wie hiervoor geselecteerd is. De NMT roept deelnemers nu op zich bij de NMT te melden voor ondersteuning en voor informatie over het schaduwonderzoek dat de NMT door PwC laat uitvoeren.

Heeft u een brief van de NZa ontvangen? Dan kunt u zich melden bij de NMT via het online formulier. U ontvangt daarna een informatiepakket en informatie over de bijeenkomsten die de NMT samen met de ANT, ONT en NVM organiseert op:

  • Woensdagavond 26 juni 20.00 in Nieuwegein
  • Vrijdagmiddag 28 juni 14.00 uur in Eindhoven
  • Woensdagavond 3 juli 20.00 uur in Zwolle
  • Vrijdag 5 juli 14.00 uur in Nieuwegein (bij deze bijeenkomst is een aparte toelichting voor orthodontisten en tandartsen die orthodontie uitvoeren)

Bron:
NMT

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Mondhygiënist kan ook HIV-test uitvoeren

Recent Amerikaans onderzoek laat zien dat mondzorgpraktijken een belangrijke rol kunnen spelen bij het uitvoeren van HIV-testen.

Mondhygiënisten die extra training krijgen op het gebied van HIV zouden effectief en snel HIV-testen kunnen uitvoeren, volgens een nieuw onderzoek dat gepubliceerd is in het International Journal of Dental Hygiëne, meldt de website Dr Biscuspid.

Volgens de auteurs van het onderzoek zijn in Amerika breed toegankelijke en snelle HIV-testmogelijkheden gewenst naast het medische circuit. Mondzorgpraktijken zien zij als een logische uitbreiding hierop omdat bijna tweederde van de Amerikanen hun tandarts regelmatig bezoekt.

Studie
In de studie werd de mondhygiënisten gevraagd naar hun kennis over HIV. Ook beantwoordden zij vragen over hun houding ten opzichte van HIV en hun bereidheid om een snelle HIV-test uit te voeren bij patiënten. De onderzoekers benaderden daarvoor 634 mondhygiënisten en studenten mondzorgkunde in New York.

De onderzoekers concludeerden dat de kennis van mondhygiënisten over HIV samenhing met hun bereidheid om voorlichting hierover te geven. Mondhygiënisten die hoog scoorden op de kennistest waren vaker bereid om HIV-testen uit te voeren. Ook wilden zij vaker voorlichting geven over het voorkomen van HIV.

Stigma
Een resultaat verraste de onderzoekers. Ook onder de groep mondhygiënisten met veel kennis van HIV, bestond het idee dat HIV-patiënten in quarantaine moesten om verspreiding van het virus te voorkomen. Daarnaast vonden sommigen dat studenten HIV-patiënten mogen weigeren, meldt DrBicuspid.

Bron:
DrBicuspid
International Journal of Dental Hygiëne

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Rechtvaardiging en ALARA bij röntgenfoto’s

In tegenstelling tot veel andere vormen van diagnostiek heeft röntgendiagnostiek een potentieel negatief effect voor de patiënt. Dat stralingsrisico moet opwegen tegen de positieve effecten van röntgenonderzoek, namelijk het diagnosticeren van de aan- of afwezigheid van cariës, paroproblemen of andere pathologie. Waar moet u op letten?

Verslag van de lezing van dr. Erwin Berkhout, tandarts en staflid van de afdeling tandheelkundige radiologie van ACTA, tijdens het NVT-congres Het Gat.

Wanneer een foto?
De rechtvaardiging voor het maken van een röntgenfoto kan uitsluitend worden verkregen door eerst klinisch onderzoek te doen. Het klinisch mondonderzoek kan een vraag opleveren die aanvullende diagnostiek nodig maakt. Als daarbij alle niet of minder schadelijke varianten zijn overwogen, komt ook röntgendiagnostiek in beeld. In de tandheelkundige radiologie zijn de Europese richtlijnen voor het gebruik van röntgenstraling in de tandartspraktijk uit 2004 het handvat voor een juiste rechtvaardiging van röntgenfoto’s.

Bij het gebruik van röntgenstraling dient de tandarts het ALARA (As Low As Reasonably Achievable) principe te volgen. Dus de toegepaste dosis zo laag als redelijkerwijs mogelijk houden. Een voorbeeld van het werken volgens het ALARA principe is het gebruik van een rechthoekig diafragma waarbij de veldgrootte niet veel groter is dan de afmetingen van de sensor of fosforplaat.

Eerste keuze
Bitewings en periapicale (solo)opnamen zijn volgens de Europese richtlijnen de eerste keuze. Voor panoramaopnamen bestaat slechts een beperkte rechtvaardiging. Dit heeft onder andere te maken met de slechte zichtbaarheid van veel voorkomende aandoeningen (cariës, parodontale problemen, periapicale problemen) op panorama opnamen en onder andere daardoor het risico op fout-negatieve diagnoses en fout-positieve diagnoses. Het maken van panorama opnamen voor screenings doeleinden (bijvoorbeeld bij iedere nieuwe patiënt, eens in de zoveel jaar, bij iedere patiënt van een bepaalde leeftijd, standaard in de weekenddienst) heeft geen toegevoegde waarde voor de patiëntenpopulatie en is daarom verboden.

Duidelijker
Bitewings en periapicale opnamen geven meestal een duidelijker beeld dan panorama opnamen door minder vertekening en overlapping van structuren. En zelfs dan wordt slechts 65% van de aanwezige dentine cariës op een bitewing ook daadwerkelijk gevonden. En 2% van de op de bitewing gevonden dentinelaesies blijkt in werkelijkheid een fout-positieve bevinding. Een goede diagnose vloeit dus voort uit een combinatie van het klinische beeld samen met de röntgenfoto en eventuele andere aanvullende diagnostiek.

Berkhout laat een aantal OPG’s met grote gaten zien en daarbij geeft hij aan dat tandartsen hier toch verschillende conclusies uit trekken en dus verschillende beslissingen over kunnen nemen.

Erwin Berkhout (1974) studeerde af als tandarts in 1998. Sinds 2004 heeft hij een tandartspraktijk in Loosdrecht.
Daarnaast werkt hij bij de afdeling tandheelkundige radiologie van ACTA als universitair docent. Erwin promoveerde in 2007 en voltooide in 2009 de opleiding tot stralingsdeskundige niveau 3. Op ACTA houdt hij zich bezig met onderwijs aan studenten tandheelkunde, mondzorgkunde en radiologisch laboranten en verzorgt hij radiodiagnostische rapporten. Hij is actief lid van de internationale en de Europese wetenschappelijke vereniging voor dentomaxillofaciale radiologie.

Meer verslagen 
In uw praktijk ziet u een grote verscheidenheid aan gaten. Gaten in het melkgebit, een gat naast een restauratie, een gat in de processus, gaten in de tandenrij, discussies over gaten kunnen alle kanten op. Afhankelijk van uw preventief beleid, uw conserverende blik, uw restauratieve, prothetische, orthodontische, implantologische en/of chirurgische inzichten is er voor elk gat wel een oplossing. 

Lees de andere verslagen van het NVT-congres Het Gat.

Bron: Verslag door dental INFO van de lezing van dr. Erwin Berkhout tijdens het NVT-congres Het Gat.


Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z

Een update over het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS)

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn? Verslagen van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Wat is de rol van de tandarts bij een patiënt met verdenking op OSAS?
Dr. P.J. Wijkstra/ Dr. C. Stellingsma

Het diagnosticeren van OSAS gebeurt in een Slaapapneu Centrum. Indien u een patiënt heeft die u verdenkt op OSAS dan kunt u die verwijzen naar het Slaapapneu Centrum van het UMCG. Patiënten komen binnen via één loket en worden vervolgens gezien door verschillende artsen en specialisten (een multidisciplinair team). De diagnose wordt vervolgens gesteld in het Slaapapneu Centrum en behandeling kan gestart worden.

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff, AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron: Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
Verpleeghuizen

Slimme verpleeghuizen nemen tandarts en mondhygiënist in dienst

Gebruik je verstand, blijf kauwen. Dat is zo’n beetje de boodschap van Roxane Weijenberg, die in verpleeghuizen de relatie tussen kauwen en cognitie onderzocht.

Weijenberg sprak op het lustrumcongres van de NVM over tandverlies als risicofactor voor dementie en vervroegd overlijden. Bij muizen is al aangetoond dat kunnen kauwen van wezenlijk belang is om de weg in een doolhof te kunnen vinden. Als men bij dieren de kiezen verwijdert of de occlusie verstoort, dan vermindert het leervermogen. Ook het geheugen verslechtert en er is meer cortisol in het lijf aanwezig. Opmerkelijk is dat geheugen en leervermogen weer verbeteren als er weer goede occlusie is. Bovendien verlaagt actief kauwen mogelijk stress.

Kauwgom
Uit Weijenbergs onderzoek in verpleeghuizen blijkt de duidelijke correlatie tussen kauwen en cognitie. Het onderzoek werd gedaan met 4 groepen. In groep 1 werd het kauwvermogen verbeterd. In groep 2 werd het dieet verbeterd; geen prakjes meer, maar voeding waar flink op gekauwd moet worden. In groep drie werden beide methodes aangeboden en groep 4 was een controlegroep. De cognitie van de onderzochten lag aanvankelijk erg laag. Het was dan ook geen verrassing dat minder dan 20% nog (enige) eigen tanden had. Tijdens het onderzoek werd ook bekeken hoe flink er werd gekauwd op een kauwgom die aangeboden werd. Ouderen met een lagere cognitie bleken minder goed te kunnen kauwen en deelnemers met een ernstigere vorm van dementie bleken helemaal niet meer te kunnen kauwen en pletten de kauwgom slechts een beetje.

Probleemgedrag
Het is volgens Weijenberg dus belangrijk dat ouderen goed kunnen blijven kauwen. “Helaas pakten de verpleegkundigen de klinische lessen niet altijd even goed op. Ze waren tijdens de les wel enthousiast, maar een keer per dag de tanden van alle verpleeghuisbewoners poetsen, bleek toch te veel. De familie kocht soms geen tandenborstel als daar om gevraagd was, en dus werd er niet gepoetst. Of, degene die poetste hield er maar weer snel mee op, “want het tandvlees bloedde zo”. Dat kan toch niet de bedoeling zijn? Ook valt het niet mee om iemand te poetsen die probleemgedrag vertoont.” Geen luxe. Weijenberg wil graag dat er een oplossing komt. Maar welke? Moet er een speciaal poetsteam komen in verpleeghuizen? Moeten er vrijwilligers opdraven? Weijenberg vindt in elk geval dat in alle verpleeghuizen een mondhygiënist en liefts ook een tandarts werkzaam zouden moeten zijn. “Wie mondzorg geen luxe vindt maar een noodzaak, zal het belang ervan moeten uitdragen: ga naar de cliëntenraad, spreek de familie erop aan. Wie meer ideeën heeft, mag het zeggen.”

Roxane Weijenberg is PhD-student aan de afdeling Klinische Neuropsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.

Door:
Lieneke Steverink-Jorna

Bron:
Verslag door dental INFO van het NVM Lustrumcongres

Lees meer over: Mondhygiëne, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

OSAS: Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Prof. dr. L.G.M. de Bont

Dertig jaar geleden was er nog vrijwel niets bekend over OSAS. Patiënten kwamen met klachten als slaperigheid overdag, snurken en invaliditeit. Inmiddels is de kennis omtrent OSAS erg gegroeid en kan er makkelijk een diagnose gesteld worden.

Laterale Tele-X Foto
Een laterale Tele-X foto kan een handig diagnosemiddel zijn. Op deze foto is doorgaans te zien of er sprake is van een obstructie in de ademweg. Een veel nauwkeuriger diagnosemiddel is de Cone Beam CT (CBCT).

Polysomnografie (slaaponderzoek)
Normaliter komt een persoon tijdens de slaap in verschillende slaapfases: eerst 4 REM fases (fase 1,2,3,4) gevolgd door de non-REM fase. Deze laatste fases zijn van belang om goed uit te rusten. Een ‘normaal’ persoon komt dan ook 3 tot 4 keer per nacht in deze ‘uitrustfases’. OSAS-patiënten komen vrijwel nooit in REM fase 3,4 en de non-REM fase en rusten daarom nauwelijks uit. Tijdens een verblijf in een Slaapapneu Centrum kan worden vastgesteld of een patiënt wel of niet in alle slaapfases komt en of er dus sprake is van OSAS.

Apneu Hypopneu Index (AHI)
De AHI-waarde geeft het aantal ademstilstanden per uur aan. Aan de hand van de AHI-waarde kunnen patiënten worden verdeeld in een van de volgende groepen: milde, matige of ernstige OSAS.

Impact
De impact van OSAS is groot. Het leidt tot het volgende:

  • Hypersomnie (slaapstoornis)
  • Sociaal disfunctioneren: schaamte, isolement, discommunicatie, snurken, hypersomnie, vermoeidheid.
  • Invaliditeit, WAO

Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat OSAS een grote impact heeft op de patiënt en zijn omgeving. Daarnaast is er een multidisciplinaire aanpak nodig. De kaakchirurg en tandarts kunnen hierin een grote rol spelen.

Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

Hoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?
Dr. A. Hoekema

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?
Dr. ing. M.H.J. Doff

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont,  kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron:
Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Hoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Dr. A. Hoekema

OSAS kan worden behandeld op de volgende manieren:

1. Conservatieve behandeling
Dit houdt vooral gedragsverandering in zoals afvallen en verminderen van alcoholinname en het stoppen met roken. Ook behandeling met sedativa en positietherapie horen bij een conservatieve behandeling.

2. Chirurgie

  • Verbetering van de neuspassage die belemmerd wordt door: concha hypertrofie, scheefstand neustussenschot, neuspoliepen of een collaberende inwendige neusklep
  • Uvulopalatopharyngoplastiek (UPPP)
  • Coblatie: Door verlittekening van het weefsel ontstaat er stugger weefsel en wordt het snurken verminderd.
  • Hyoïdthyroïdepexie (tongbeen): Door het tongbeen aan larynx vast te hechte, ontstaat er meer ruimte in de keel.
  • Genioglossus advancement: De tongspier wordt hier naar voren gezet waardoor er ruimte in de keel wordt gecreëerd. Dit wordt echter niet veel meer gedaan.
  • Multilevel chirurgie: Indien de oorzaak voor het slaapapneu op meerdere niveaus in de bovenste luchtweg ligt, kan er ook gekozen worden om de bovenstaande behandelingen te combineren.
  • Bimaxillaire osteotomie (Le Fort I + BSSO): Dit zorgt voor een verruiming van de bovenste luchtweg.

3. Continue Positive Airway Pressure (CPAP)
Deze behandeling wordt nog altijd gezien als de standaard therapie en helpt bij een groot deel van de patiënten. Een van de grootste nadelen is dat er een masker gedragen moet worden.

4. Mandibulair Repositie Apparaat (MRA)
De MRA is is vooral als therapeutisch alternatief voor CPAP naar voren gekomen omdat een belangrijk deel van de patiënten deze laatste behandeling niet accepteert. Er zijn verschillende soorten MRA’s (o.a. Monobloc en Bibloc). Belangrijk is dat ze aan de volgende eisen voldoen:

  • Protusie van de onderkaak
  • Mondademhaling is mogelijk
  • Adequate retentie
  • Vervaardigd in een tandheelkundig laboratorium (geen confectie i.v.m. matige retentie en comfort)

Korte termijn effecten MRA
Op korte termijn blijkt dat MRA het snurken tot 90% vermindert, patiënten minder slaperig zijn en dat de quality of life van patiënten verbetert. Ook daalt de AHI waarde en nemen non-REM fase 3,4 en REM fase slaap toe.

Contra-indicaties MRA
Er zijn contra-indicaties voor het indiceren van een MRA.

Absolute contra-indicaties:

  • Protusie van de onderkaak tot 5-6 mm.
  • Mondopening van minder dan 25 mm.

Relatieve contraindicaties:

  • Niet gesandeerde dentitie
  • Edentate personen (behandelmogelijkheid met implantaten?)

Conclusie
Geconcludeerd kan worden dat er als eerste gericht moet worden op een conservatieve behandeling. Daarna kan, in geval van milde tot matige OSAS, in veel gevallen gekozen worden voor MRA. In geval van ernstige OSAS kan beter gekozen worden voor CPAP.

Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?
Prof. dr. L.G.M. de Bont

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?
Dr. ing. M.H.J. Doff

Sprekers
Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

Bron:
Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Wat zijn de lange termijn effecten en neveneffecten bij de behandeling van OSAS-patiënten?

Wat is de beste behandeling bij het Obstructief Slaapapneu Syndroom (OSAS) en wat zijn de effecten op korte en lange termijn?
Verslag van de lezingen van de klinische avond in het UMCG over OSAS.

Lezing Dr. ing. M.H.J. Doff

Onderzoek
Onderzoek naar de lange termijn effecten bij de behandeling van OSAS heeft geleid tot de volgende conclusies:

  • Ook op de lange is MRA therapie succesvol bij milde of matige OSAS (AHI<30) en kan naast CPAP gezien worden als de therapie van eerste keus.
  • In geval van ernstige OSAS gaat de voorkeur uit naar CPAP behandeling.
  • Op lange termijn blijkt de AHI signifcant lager en de minimale zuurstofsaturatie tijdens de slaap significant hoger bij CPAP therapie vergeleken met MRA therapie.
  • Bij patiënten met een ersntig OSAS (AHI>30) waar CPAP niet geaccepteerd wordt, kan gekozen worden voor een MRA.
    Neveneffecten
  • Korte termijn (enkele maanden): overmatige speekselproductie, droge mond, gestoorde beet, kaakgewrichtsklachten en een kokhalsreflex. De meeste effecten verdwijnen vanzelf.
  • Lange termijn (1-2 jaar): Er is een vermoeden dat de behandeling effect heeft op de steunweefsels van tanden en kiezen, er treedt soms een permanente verandering van de beet op. Voorts kunnen elementen en bruggen fractureren (zeldzaam).

Conclusie

Bij matige of milde OSAS, gebaseerd op de lange termijn resultaten, kan ook gekozen worden voor een MRA.

  • Er moet rekening worden gehouden met de neveneffecten van de behandeling, CPAP geeft echter ook behoorlijk neveneffecten.
  • Duidelijke explicatie naar de patiënten is vereist.
  • Er moet sprake zijn van informed consent.
  • Follow up is belangrijk.
  • Bij- en nascholing in de tandheelkundige slaapgeneeskunde van tandarts (specialisten) is belangrijk.
  • Lees de andere verslagen van de klinische avond over OSAS

    Wat is er veranderd in de afgelopen dertig jaar?
    Prof. dr. L.G.M. de BontHoe behandel je OSAS en wat zijn de effecten op korte termijn?
    Dr. A. Hoekema

    Sprekers
    Prof. dr. L.G.M. de Bont, kaakchirurg en voormalig hoofd afdeling Kaakchirurgie, UMCG
    Dr. M.H.J. Doff (gepromoveerd op 28-11-2012), AIOS kaakchirurgie, UMCG
    Dr. A. Hoekema, kaakchirurg, UMCG en Ziekenhuis De Tjongerschans, Heerenveen
    Dr. F.K.L. Spijkervet, kaakchirurg en hoofd afdeling kaakchirurgie, UMCG
    Dr. C. Stellingsma, tandarts, kaakchirurgie en bijzondere tandheelkunde, UMCG
    Dr. P.J. Wijkstra, longarts/ medisch hoofd, longziekten en centrum voor thuisbeademing, UMCG

    Bron:
    Verslag door Marieke Filius voor dental INFO van de lezingen tijdens de klinische avond over OSAS, UMCG, nov 2012

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

NZa start kostenonderzoek mondzorg medio juni

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) verstuurt half juni 2013 de digitale vragenlijsten voor het onderzoek mondzorg. Aan de hand van de uitkomsten van dit onderzoek zal de NZa de mondzorgtarieven voor 2014 vaststellen, meldt de NMT.

In april startte de NZa een pilot om te steekproefgrootte te toetsen en te bezien of voldoende respondenten beschikken over een jaarrekening over 2012.

Deelnemers aan het onderzoek kunnen de vragenlijst tot de tweede helft van augustus 2013 inleveren.

Bron:
NMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Een verbeterde lichamelijke conditie door behandeling van parodontitis

Parodontitis is zowel complicatie als risicofactor. Hoogleraar parodontologie Bruno Loos over zin en onzin van de relatie tussen parodontium en algemene gezondheid.

Parodontitis kan worden gezien als complicatie: bij ziekten, syndromen en medicatie. Denk aan bijvoorbeeld diabetes. Maar parodontitis kan ook worden gezien als risicofactor bij bijvoorbeeld longinfecties, premature/dysmature geboortes, reuma en hart- en vaatziekten (HVZ).

Parodontitis en HVZ
Onder HVZ wordt verstaan: atherosclerose, beroerte en overlijden. Parodontitis is aantoonbaar geassocieerd met HVZ; een causaal verband is echter niet bewezen. Onderzoek naar het causale verband suggereert een mogelijke rol voor regelmatig optredende bacteriëmieënbij parodontitis, een verhoogde hoeveelheid ontstekingseiwit (CRP) in het serum en een verhoogde kans op mini-bloedstolseltjes. Daarnaast is de relatie mogelijk te verklaren door een gemeenschappelijke gen-variant op chromosoom 9.
Wanneer parodontitis wordt behandeld zien we enige verbetering in de conditie van de slagaderen; het lijkt dat ze iets beter verwijden of soepeler worden na parodontale behandeling. Het CRP verlaagt significant bij patiënten die naast parodontitis ook andere ziekten (zoals HVZ of diabetes) onder de leden hebben in vergelijking met gezonde patiënten.
De paropathogenen Aa en Pg zorgen voor activering (klonteren) van de bloedplaatjes, wat een grotere kans op bloedstolsels geeft.
Ook een slechte mondhygiëne is geassocieerd met een toegenomen risico voor HVZ. Een onderzoek geeft aan dat slechte mondhygiëne ook met HVZ geassocieerd is: 11% van mensen die zelden of nooit poetsen, kreeg een vorm van HVZ, terwijl dit slechts 3% was bij mensen die twee maal daags poetsen.

Parodontitis en diabetes
Ook deze associatie is tweeledig:

  • Parodontitis als complicatie van diabetes 2:
  • parodontitis komt 2-3 keer vaker voor.
  • parodontitis is ernstiger bij patiënten met slecht ingestelde bloedsuikerwaarden. Bij deze patiënten slaat de behandeling veel minder goed aan.
  • gevoeliger voor infecties
  • microvasculaire problemen
  • wondgenezing is vertraagd
  •  immuunsysteem is gecompromitteerd
  • Parodontitis als risicofactor voor diabetes 2

De behandeling van parodontitis draagt bij aan behoud van het gebit, een gezonde mond en verbetering van de lichamelijke conditie.

Door: Maja Faasen
Bron: Verslag door dental INFO van het congres Medische aspecten van de tandheelkundige praktijk bureau Kalker 

Prof. dr. Bruno Loos is in 1981 afgestudeerd als tandarts. Na een periode algemene praktijk, behaalde hij een MSc in de parodontologie en een PhD in de orale biologie, beide in de VS. Loos is hoogleraar parodontologie en werkt full time bij ACTA. Hij stuurt het MSc programma parodontologie bij ACTA. Sinds 2008 is hij voorzitter van de afdeling Conserverende en Preventieve Tandheelkunde en hoofd van de sectie parodontologie/biochemie. Zijn onderzoek is gerelateerd aan systemische effecten van parodontitis en effecten van parodontitis op algemene gezondheid. Daarnaast bestudeert hij aspecten van de vatbaarheid voor parodontitis, in het bijzonder genetische en immunologische factoren.


Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Parodontologie, Thema A-Z
smiling boy on white background

Minder gaatjes in kindergebitten

Kinderen en jongeren hebben minder vaak gaatjes maar de tandheelkundige zorg aan deze groep is toegenomen. Dit blijkt uit het Signalement Mondzorg 2013 van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ).

Verbetering
Het CVZ komt tot die conclusie na vergelijking van de mondzorgcijfers van 2011 met die van 2005. In 2011 had 59% van de 5-jarigen een gaaf gebit terwijl dit in 2005 slechts 44% was. Het aantal 17-jarigen zonder gaatjes steeg van 29% naar 39%.

Kosten
De kosten voor mondzorg voor kinderen stegen echter van 231 naar 310 miljoen volgens het CVZ.

Reactie NMT
De NMT geeft op haar website aan verheugd te zijn over de verbetering van de mondzorg van de jeugd. Volgens de NMT heeft de  beroepsgroep zich ingespannen om hieraan een positieve bijdrage te leveren met bijvoorbeeld het geven van poetslessen op scholen, samen met het Ivoren Kruis, en het geven van informatie op de patiëntenwebsite allesoverhetgebit.nl. Onlangs is ook  de Richtlijn Mondzorg voor Jeugdigen ontwikkeld die nu in de praktijken wordt geïmplementeerd.

De NMT betreurt het wel dat er nog altijd sprake is van cariës en dat er cariësverschillen zijn tussen groepen met een hoge en lage sociaal-economische status.


Bron:
Metronieuws
NMT


Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Mensen zonder aanvullende verzekering minder naar tandarts en mondhygiënist

Uit onderzoek van het NIVEL blijkt dat mensen zonder aanvullende verzekering de tandarts en mondhygiënist minder bezoeken. Voor periodieke controles willen zij wel zonder verwijzing naar een mondhygiënist kunnen gaan. Zij geven aan vaker naar een mondhygiënist te gaan als de kosten hiervoor lager zijn dan voor de tandarts.

In 2012 ging zo’n 34% van de mensen met alleen een basisverzekering naar de tandarts en mondhygiënist, tegenover 47% van mensen met een aanvullende zorgverzekering.

Onbekend
Het onderzoek laat zien dat mensen zonder aanvullende verzekering vaker niet weten of er een tariefsverschil is tussen tandarts en mondhygiënist en welke behandelingen door een tandarts of mondhygiënist gedaan mogen worden. Wel geven ze aan dat zij vaker naar de mondhygiënist willen gaan als die een lager tarief biedt dan de tandarts.

Onderzoek
Het NIVEL voerde het onderzoek uit in opdracht van het Capaciteitsorgaan in januari 2012. Het onderzoek was in eerste instantie bedoeld als nul-meting vóór de invoering van de vrije tarieven in de mondzorg die halverwege dat jaar werden afgeblazen.

Bron:
NIVEL

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Tandarts Thiel mag van inspectie geen tandheelkundige zorg meer verlenen

De Inspectie voor de Gezondheidszorg heeft tandarts Thiel uit Den Haag op 10 juni het bevel gegeven om geen tandheelkundige zorg meer te verlenen tot de tandarts kan aantonen dat hij, naar het oordeel van de inspectie, verantwoorde zorg kan aanbieden.

Onvoldoende
De inspectie is van oordeel dat de tandarts toezeggingen aan de inspectie in het kader van een verbetertraject voor zijn praktijken onvoldoende is nagekomen. De tandarts is bovendien niet bereid zich te verantwoorden voor zijn functioneren als tandarts en stelt zich niet toetsbaar op. De inspectie is van oordeel dat de patiëntveiligheid op dit moment ernstig in gevaar is.

Op 23 januari 2013 is tandarts Thiel door de inspectie op de hoogte gesteld van ernstige tekortkomingen in een van de praktijken in Den Haag. De inspectie heeft geconcludeerd dat het door haar uitgeoefende intensieve toezicht in 2012 op de praktijken van de heer. Thiel tot onvoldoende resultaat heeft geleid. De door de tandarts aan de inspectie gedane toezeggingen in het kader van het verbeterproces zijn niet of in onvoldoende mate nagekomen.

Meldingen
De inspectie heeft inmiddels een groot aantal meldingen ontvangen over het functioneren van de tandarts. Ook de Centrale Klachtencommissie van de Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) kreeg veel klachten. De uitspraken van de NMT hebben niet geleid tot een aanpassing van de werkwijze van de tandarts. Het toont volgens de inspectie aan dat Thiel niet beschikt over lerend vermogen.

Tandarts Thiel is verplicht om aan het bevel te voldoen. Indien hij geen gehoor geeft aan het bevel, dan kan een last onder bestuursdwang, dan wel een last onder dwangsom worden opgelegd. De inspectie onderzoekt op dit moment of er voldoende aanleiding en noodzaak is om aanvullend ook een tuchtrechtprocedure te starten.

Bron:
Inspectie voor de Gezondheidszorg

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z