Canadese onderzoekers hebben een simpele speekseltest ontwikkeld om zo Alzheimer te kunnen diagnosticeren. Op deze manier zouden ook individuen moeten kunnen worden geïdentificeerd die hoog risico lopen op het ontwikkelen van Alzheimer in de toekomst.
Aβ42-niveaus
De test is gebaseerd op het opsporen van Aβ42-niveaus, die constant worden gegenereerd door het hele lichaam en onder andere ook te vinden is in het speeksel. De afgenomen testen toonden een duidelijke band tussen de Aβ42-niveaus in het speeksel en mensen met Alzheimer, of met een hoog risico hierop.
Dubbele waarde
“De testen toonden aan dat de Aβ42-niveaus gelijk bleven van de leeftijd van 15 tot 92, met een bijna twee keer zo hoge waarde bij Alzheimer patiënten”, aldus coauteur Dr. Patrick McGeer. “Daarnaast bleken bij drie individuen die beweerden genetisch voorbestemd te zijn om Alzheimer te krijgen ook zeer hoge Aβ42-niveaus in hun speeksel.”
Onderzoek
37 individuen werden onderzocht, waarvan 7 met vastgestelde Alzheimer en 30 zonder, in de leeftijd van 16 tot 92 jaar oud. Bij 27 van de 30 patiënten zonder Alzheimer bleken zo goed als gelijke Aβ42-niveaus, ongeacht leeftijd of geslacht. De overige drie patiënten schatten zelf de kans op Alzheimer al groot.
Toegankelijke test
Dr. McGeer: “Deze resultaten moeten nog worden bevestigd maar zijn veelbelovend. Het onderzoek is niet zeer grootschalig uitgevoerd, maar de resultaten zijn zo opmerkelijk dat wij de nood voelden deze wijd te verspreiden. Deze speekseltest is makkelijk en toegankelijk. Iedereen zou er een moeten nemen.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/03/alzheimer.jpg233399anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-12-08 08:53:022017-12-06 08:53:58Speekseltest voor Alzheimer
Het lijkt erop dat de methode om een hart te veroveren via de mond loopt. Uit een enquête blijkt dat 57% van de mensen zich direct aangetrokken voelt tot iemands tanden of lach.
Bleek away
Uit dit onderzoek van Spotlight Teeth Whithening komt ook naar voren dat ongeveer 95% van de Britten ongezonde of gele tanden als een dating turn off beschouwt. Zeven op de tien Britten bleken dan ook hun tanden.
Redenen om te bleken
De meeste mensen bleken hun tanden om meer zelfvertrouwen te krijgen, aantrekkelijker over te komen en om verkleuring van de tanden door het roken of drinken van koffie en thee tegen te gaan.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/03/witte-tanden.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-12-08 08:49:392017-12-06 08:52:03Je tanden zijn het visitekaartje
Chronische zenuwpijn, genaamd trigeminus neuralgie, kan leiden tot ongelooflijk veel pijn bij patiënten. Conventionele behandelingen van dit probleem worden vaak gelinkt aan stressvolle bijwerkingen. Een recent onderzoek heeft een nieuwe manier gevonden om de pijn effectief te remmen zonder vervelende bijwerkingen.
Chronische zenuwpijn Trigeminus Neuralgie
Trigeminus neuralgie wordt gezien als een van de ergste chronische zenuwpijnen. De pijn wordt vaak beschreven als een bliksem die door het gezicht schiet, wat al kan worden veroorzaakt door het opdoen van make-up of door een zachte windvlaag. Verantwoordelijk hiervoor is een irritatie aan de nervus trigeminus, een hersenzenuw, die maakt dat het gezicht en delen van de hoofdhuid en mondholte zeer gevoelig zijn.
Waar er momenteel nog geen ideale oplossing voor dit probleem is, biedt een studie van het Centrum voor Tandheelkunde van de Universiteit van Zürich hoopvol perspectief.
Blokkade natriumkanaal
De pijn die trigeminus neuralgie met zich meebrengt kan tot een beheersbaar niveau worden gebracht, door het natriumkanaal “1,7” te blokkeren met bijvoorbeeld een verdoving. Dit kan echter niet met een plaatselijke injectie, maar vereist een medische behandeling. Deze studie onderzocht het remmen van het natriumkanaal met de werkzame stof “BIIB074”, wat erg goed bleek te werken.
Effectieve pijnbestrijding
BIIB074 blijkt effectief, waarnaast deze ook nog goed te verdragen is. Waar veel conventionele medicijnen leiden tot onder andere vermoeidheid en concentratieproblemen, kwamen deze niet naar boven bij gebruik van deze stof. Het nieuwe medicijn zal nu worden onderworpen aan verder onderzoek, om zo hopelijk in de nabije toekomst gebruikt te kunnen gaan worden als nieuwe manier van effectieve pijnbestrijding.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/03/kiespijn.jpg287405anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-12-07 08:47:552017-12-06 08:48:39Positieve toekomst voor het effectief behandelen van gezichtspijn
Van melktand tot kunstgebit: tandartsen moeten deel uitmaken van een geïntegreerd zorgteam gedurende het leven van een patiënt. Vergrijzing, multi-morbiditeit, veranderende eetgewoonten – deze en nog veel meer factoren zijn redenen waarom het belangrijk is om tandartsen vanaf het begin erbij te betrekken, zowel bij preventie als bij behandelingen.
Aandacht
De Council of European Dentists (CED) vroeg aandacht voor dit fenomeen tijdens hun evenement “Geïntegreerde zorg: vergeet de mond niet” in het Europees Parlement op 29 november 2017.
Belang
Geïntegreerde mondzorg tijdens het gehele leven van de patiënt is van belang aangezien jonge kinderen met vroege cariës later een veel hoger risico op ziekten vertonen, zoals diabetes of hart- en vaatziekten. Aan de andere kant neemt de mondgezondheid bij bejaarde patiënten weer snel af zodra ze de verpleeghuisfaciliteiten binnenkomen.
Inname
Co-host Nessa Childers benadrukte de rol van geschikte voedingswaarde-etikettering van voedsel en, waar relevant, van geneesmiddelen om de suikerinname te verminderen.
Geïntegreerde zorg
Tevens benadrukte co-host en voorzitter van de Commissie Milieubeheer, Volksgezondheid en Voedselveiligheid Adina-Loana Valean dat het belangrijk is om de aandacht te vestigen op geïntegreerde zorg in de EU. Met name op nationaal niveau, aangezien gezondheidszorg voornamelijk een bevoegdheid van de lidstaten is.
Erkenning
CED voorzitter Dr. Landi benadrukte dat we vooruit moeten denken en de urgentie van dit onderwerp moeten erkennen. Volgens hem kunnen we niet wachten tot we een mondgezondheidscrisis hebben, maar moeten we vandaag handelen omdat we nu een verschil kunnen maken voor de gezondheid van patiënten. We kunnen preventie ondersteunen en geschikte en tijdige behandelingen bieden, vooral voor kwetsbare bevolkingsgroepen.
Ongelijkheid
In 2018 zal de CED Working Group Oral Health zich richten op ongelijkheid binnen de mondgezondheid.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/tandarts.jpg238399anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-12-06 09:17:312017-12-06 09:17:31Council of European Dentists vraagt aandacht bij Europees parlement: vergeet de mond niet
In de afgelopen jaren is een aantal nieuwe digitale voorzieningen en bijbehorende digitale applicaties geïntroduceerd die ons leven enorm gaan vergemakkelijken. Denk hierbij aan intra- en extra-orale 3D scanners, cone-beam CT apparaten, maar ook aan 3D printers. Welke nieuwe technologie zal binnen 10 jaar beschikbaar zijn in de tandheelkunde?
Centraal in de digitale wereld lijkt Nederland te liggen, waar heel langzaam een digitale revolutie op gang komt in de tandheelkundige wereld. In de afgelopen jaren is een aantal nieuwe digitale voorzieningen en bijbehorende digitale applicaties geïntroduceerd die ons leven enorm gaan vergemakkelijken. Denk hierbij aan intra- en extra-orale 3D scanners, cone-beam CT apparaten met nieuwe mogelijkheden, maar ook aan 3D printers voor de productie van kronen en prothetiek. Dat betekent op korte termijn een verandering in de manier waarop we werken en in de processen in onze praktijk. Maar wel een hele leuke verandering, omdat we door deze technologie soms beter en soms sneller kunnen werken en soms ook dingen kunnen doen die we voorheen nog niet konden. En dat we voorop lopen in Nederland betekent weliswaar dat we het ijs breken voor de internationale collega’s om ons heen, maar dat we daarmee trots kunnen zijn op onze positie in de tandheelkundige wereld. In deze lezing wordt een overzicht gegeven van alle nieuwe technologie die al verkrijgbaar is of zeer binnenkort beschikbaar komt en wat de invloed hiervan zal zijn binnen 10 jaar.
Beïnvloeders in de tandheelheelkunde
(Geo)politiek
Hierbij zijn we helaas afhankelijk van de grillen van de politici.
Economie
Een voorbeeld van een trend is ‘collaborative consumption’ wat inhoud dat er gedeelde aanschaf van producten plaatsvindt om kosten te drukken. Dit betreft producten die je maar beperkt nodig hebt en duur zijn in aanschaf en onderhoud, zoals bijvoorbeeld een conebeam (CBCT) machine.
Demografie
Vergrijzing
Slinkende populatie Nederland
Slinkend aantal studenten/arbeiders
Om groei in een bevolking te houden heb je gemiddeld 2.1 kind per gezin nodig. Nederland zit daaronder en krimpt met als gevolg dat er steeds minder jongeren in de populatie zijn. Met de bestaande cijfers zullen er in 2040 veel minder jonge mensen zijn. Nu zijn er nog 8 werkende jongeren per 75-plusser versus naar schatting 3 per 75-plusser in 2040. Dit heeft ook tot gevolg een slinkende populatie arbeidskrachten in de zorg.
Technologie
Zal ons werken voorspelbaarder maken: we zullen eindproducten kunnen gaan leveren met een hogere en zeer voorspelbare kwaliteit.
Kosten van technologie gaan omlaag en dat zal ook helpen onze kosten omlaag te brengen.
Moeilijke dingen kunnen met behulp van technologie makkelijker gemaakt worden. Ontwikkelingen die dit mogelijk maken, zijn:
3D scanners. De scanners worden goedkoper, draadloos, gemakkelijker in het gebruik, sneller en krijgen steeds meer nieuwe features. Ze gaan concurreren met afdrukmaterialen omdat het gemakkelijker zal worden om een digitale afdruk te maken dan en conventionele afdruk.
3D printers: Ook deze zullen steeds goedkoper, sneller en beter worden. Daarnaast zullen de materialen die we kunnen printen ook steeds beter gaan voldoen aan de eisen die we stellen aan prothetische materialen.
Artifical Intelligence en robotica.
Nieuwe software applicaties die kunnen worden gebruikt voor:
– Monitoren van veranderingen in de dentitie.
– Meten van slijtage. Dit kan een preventieve rol hebben omdat we daarbij kunnen beoordelen of het gaat om fysiologisch of “pathologisch” verlies van tandmateriaal?
Verwachtingen voor 2027
Van der Meer noemt drie punten die in 2027 mogelijk zullen zijn:
Door weefsels heen kunnen kijken met nieuwe imaging technologieën.
Ultrasound: interessant voor parodontologie en endodontologie.
Veel technisch werk wat nu door mensen wordt uitgevoerd zal kunnen worden overgenomen door machines. Zo zullen kerncompetenties van de tandarts gaan verschuiven. Als prepareren van caviteiten en kroon en brugwerk door slimme robots kan worden uitgevoerd, zal de tandarts andere taken krijgen.
Verborgen consequenties van de invoer van nieuwe technologie
Sommige consequenties van de toepassing van nieuwe technologie zijn niet direct evident. Denk daarbij aan de “iPad-scholen” waarbij minder aandacht zal zijn voor schrijven met de hand. Dit leidt mogelijk tot:
Nieuwe gezondheidsproblemen: Bijvoorbeeld een ‘iPad duim’ (komt voor onder kinderen).
Fijne motoriek gaat verloren: Als je alleen maar typt en minder schrijft, zou dit mogelijk
ongunstig kunnen zijn voor de ontwikkeling van de fijne motoriek. En dat kan voor de nieuwe generatie tandheelkunde studenten een nadeel zijn.
”Attention-span” van jongeren is slechts ter grootte van computerscherm.
Conclusies
De patiënt wordt steeds ouder.
Tandheelkunde wordt snel digitaal, hierin is een exponentiële groei waar te nemen. Handelingen die nu nog door mensen worden uitgevoerd zullen steeds verder worden overgenomen door machines.
Veel dingen gaan makkelijker worden in 2027 ten gevolge van gevorderde technologie.
Producten/services worden snel goedkoper.
We hebben een nieuw profiel nodig voor de nieuwe tandarts van 2027: er zal een verschuiving van handelingen plaatsvinden die door tandarts uitgevoerd zullen worden.
Tandtechnieker in 2027 wordt meer een dentale ingenieur
Joerd van der Meer deed in 1989 tandartsexamen aan de Rijksuniversiteit Groningen (RuG). Na de militaire dienst als tandarts bij de Koninklijke Marine, werkte hij enkele jaren in een groepspraktijk in Drenthe. In 1996 begon hij als docent voor de disciplinegroep Tandheelkunde/Mondhygiëne van de RuG. In samenwerking met de afdelingen Endodontologie van de ACTA en de KUN heeft hij het onderwijs “Endodontologie” van de Tandheelkundige opleiding van de RUG vormgegeven. Vanaf 1998 tot januari 2002 was hij werkzaam als docent en onderzoeker bij de afdeling “Endodontologie” van de KUN onder leiding van dr. Werner Willemsen. Sinds 1998 heeft hij een verwijspraktijk voor endodontologie gedurende 2 dagen in de week. Sinds januari 2002 is Joerd parttime werkzaam bij het Universitair Medisch Centrum Groningen, waar hij in 2016 is gepromoveerd op 3D technologie en digitale workflows. Tevens is hij sinds 2009 “Honorary Research Associate” bij het “University College of London Eastman Dental Institute”.
Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Joerd van der Meer tijdens het congres Tandheelkunde aan de Maas.
Enige tijd geleden meldde zich onderhavige patiënt in onze verwijspraktijk met een problematische 21. Het element was iets gevoelig maar de voornaamste klacht was de constante pusafvloed uit de omgeving van het element en een onaangename reuk en smaak.
Diagnose
Geen historie van trauma. Klinisch onderzoek bracht een diepe 12 millimeter pocket aan het licht mesiaal van het element. Bloeding bij sonderen. Verder waren er geen afwijkingen te constateren in de mond.
Het beeld op de röntgen opnames leek overeen te komen met de verschijnselen behorende bij een endo/paro probleem, veroorzaakt door een lateraal kanaal.
De aanwezige kanaalbehandeling leek lege artis uitgevoerd hoewel de kanaalpreparatie niet centraal in het element kon worden gehouden. Aan de mesiale zijde was de wand dunner dan aan de distale zijde. Dat kon te maken hebben met de problemen die de vorige clinicus ondervond bij het zoeken naar een waarschijnlijk geoblitereerd kanaal. Ook vonden we de preparatie fractioneel te kort.
Endo/paro problemen
Endo/paro problemen komen frequent voor maar worden vaak niet als zodanig herkend. Veelal wordt de patiënt doorverwezen naar de mondhygiënist en bij geen succes naar de parodontoloog.
Wordt de pocket parodontaal behandeld door middel van een scaling en planing procedure dan is iedere kans op genezing verkeken omdat de cementlaag wordt verwijderd en er geen herstel van de aanhechting meer kan plaatsvinden.
Behandeling
Op vermoeden van een endo/paro probleem waar een lateraal kanaal schuldig aan kan worden bevonden stelden we voor om eerst de kanaalbehandeling opnieuw te doen.
Afbeeldingen 1 (2) t/m 10(2) geven een beeld van element 36 waar wel op tijd de juiste diagnose werd gesteld. De eindfoto’s laten een fraai lateraal kanaal zien dat zorgde voor het interradiculair botverlies en de bijbehorende pocket van 10+ millimeters. Na 6 maanden is het defect volledig genezen.
Reinigen van een wortelkanaal
We zijn, zeker in dit soort gevallen, nog fanatieker in het reinigen van het wortelkanaal. De methodiek waar generaties tandartsen mee opgeleid zijn, is om zo snel mogelijk het aanwezige vulmateriaal zacht te maken zodat een vijl richting apex geschoven kan worden en een röntgenfoto gemaakt kan worden. Voor het vroegtijdig bepalen van de lengte van het element moet alles wijken.
Hierbij wordt echter voorbij gegaan aan de dynamiek van de verschillende kanaalinhouden die daarbij een rol spelen.
Ten eerste zorgt het geforceerd inbrengen van een vijl voor een hydrostatische drukverhoging in het kanaal waardoor in dit geval door chloroform verweekte gutta, samen met de nog in het kanaal aanwezige necrotische pulparesten en bacteriën in alle laterale anatomie wordt geperst.
Ideaal is wanneer alle in oplossing gebrachte kanaalinhoud naar occlusaal richting pulpakamer kan ontsnappen en afgevoerd kan worden. Vaak is het echter zo dat de weg naar boven voor een groot gedeelte wordt afgesloten doordat de vijl klem zit juist bij de kanaalingang.
Kanaalinhoud wordt dus in belangrijke mate verdrongen naar waar het juist niet heen moet: naar lateraal en naar terminaal.
Op korte termijn is het gevolg ervan een acute ontsteking met pijn die heel heftig kan zijn en op lange termijn laesies van endodontische oorsprong.
De herbehandeling
Na anesthesie en rubberdam begonnen we aan het verwijderen van de composietopbouw en de gutta percha uit het kanaal.
Composiet verwijderen uit kanalen gaat efficiënt met LN frezen. Zijn deze frezen met lange schacht nog niet lang genoeg dan kan er gebruik worden gemaakt van Munce freesjes. Die hebben een heel stijve nog langere schacht en heel kleine freeskopjes. Doordat de kop van het hoekstuk wat verder boven de kanaalingang gepositioneerd kan worden wordt heel goed zichtbaar wat er in het kanaal gebeurt.
Eigenlijk is gutta percha verwijderen een veel vervelender en tijdrovender klusje. In de rechtere wijdere delen van kanalen waar eerder een endo in gedaan is, kan er met roterend instrumentarium gutta percha worden verwijderd. Maar in de smallere kanalen en om bochten heen zal gebruik moeten worden gemaakt van oplosmiddelen.
Vaak frusterend. Eindeloos spoelen en activeren van chloroform tot eindelijk de papierstiftjes die gebruikt worden om de chloropercha op te deppen schoon uit het kanaal komen. Om dan – wanneer de microscoop in stelling wordt gebracht om het kanaal te inspecteren – tot de ontdekking te komen dat er nog gutta percha aan de wand kleeft. Komt het bekend voor? De enige remedie is volhouden.
Obturatie
Obturatie door middel van het lateraal en koud condenseren van gutta percha leidt zelden of nooit tot het obtureren van laterale anatomie, dus zeker in dit soort gevallen waar we laterale anatomie vermoeden zou de eerste keuze altijd moeten zijn om vertikaal en warm gutta percha te condenseren.
We beginnen de obturatie nadat de spoelsessies zijn gedaan. NaOHCl 5.5% als laatste spoelgang en enkele malen afgewisseld met 17% EDTA.
Controle
Vol verwachting maken we de eindfoto’s en helaas: geen spoor van laterale anatomie te bespeuren.
We legden een en ander uit aan de patiënt en maakten een afspraak voor controle over drie maanden om te kunnen bekijken of de laesie aan het genezen was.
Drie maanden later zagen we de patiënt weer en moesten we vaststellen dat er geen verbetering is in de toestand was.
Wat nu? De enige weg die nog openlag was om een flapoperatie te doen en met direct zicht de buitenzijde van de radix te inspecteren: zat er toch tandsteen wat de oorzaak was?
Flapoperatie
Na anesthesie volgde een flapoperatie om de pocket te openen. Al snel werd een breuk zichtbaar in het element. Maar hoe ver liep de barst door?
Voorzichtig verwijderden we alle granulatieweefsel en spoelden we het schoon. Wat we zagen had ik nog nooit eerder waargenomen. Er zat een min of meer circulaire barst wat eigenlijk een los zittend stukje dentine was.
Na het wegfrezen van het losse stukje vulden we het defect op met composiet. We werken de composiet af met fijne diamantjes en handscalers. Een superscherp geslepen handinstrument kan uitstekend worden gebruikt bij het afwerken van composietvullingen. Wel alleen vlak na het polymeriseren, dan is composiet nog te scalen.
Na polijsten hechtten we de flap en maakten we een afspraak voor een week later.
Na 6 maanden
Toen we de patiënt terug zagen na drie maanden was het aspect van de 11 weer gezond. De pocket was gereduceerd, er was geen pusafvloed meer en het tandvlees zag er gezond uit.
Achteraf analyserend kunnen we stellen dat de situatie niet ideaal is. Er is een composietrestauratie gemaakt in het meest kwetsbare deel van het element en de restauratie ligt gedeeltelijk nog onder de gingiva. We hopen dat het lang goed gaat maar lekkage ligt op de loer natuurlijk en wellicht is het nodig om na een aantal jaren opnieuw een flapje te doen en de restauratie te vernieuwen.
Maar wat zou het alternatief geweest zijn?
Implanteren? Een goede optie maar voorlopig functioneert het element prima, en implanteren kan altijd nog.
Door: Rik van Mill, tandarts te Amstelveen. Hij voert een verwijspraktijk voor endodontologie en geeft cursussen aan algemeen practici. Van Mill geeft enkele malen per jaar een cursus aan geïnteresseerde tandartsen die zich de Schilder Techniek eigen willen maken.
Zaterdag 25 november vond in Rotterdam het EZVN verkiezingsgala Ethnische Zakenvrouw Awards plaats. Dit jaar was Malou de Kok, mondhygiënist en eigenaar van een tandartsenpraktijk, een van de drie genomineerden voor de EZVN ondernemersprijs. De award werd uiteindelijk niet door haar, maar door Mary-Jo de Leeuw, security expert, gewonnen. Maar ook de nominatie is al iets om trots op te zijn.
Etnische Zakenvrouwen Nederland
Etnische Zakenvrouwen Nederland (EZVN) is een stichting om initieel succesvolle zwarte zakenvrouwen niet alleen een platform te bieden, maar om vooral de zichtbaarheid van deze groep zakenvrouwen te vergroten. Met een databestand van ruim 1.000 zakenvrouwen en professionals is EZVN de gesprekspartner voor overheden en bedrijfsleven op het gebied van diversiteit. De Awards verkiezing, waar de EZVN Zakenvrouw Nederland en de EZVN Manager Nederland worden verkozen is een unieke gebeurtenis, waar jaarlijks vele prominenten uit binnen- en buitenland aan deelnemen.
EZVN Ondernemersprijs
De ondernemersprijs is er om jong ondernemerschap te stimuleren. De aanmoedigingsprijs wordt jaarlijks uitgereikt aan een jonge, innovatieve en verfrissende onderneming geleid door een talentvolle ambitieuze onderneemster. De jury beoordeelt de kandidaten op ondernemerschap, strategie en visie, financiën, durf en daadkracht maar ook op basis van succesfactoren (omzet, personeel, klanten) en ondernemerschap (ambitie, creativiteit, innovativiteit). Daarnaast hebben deze onderneemsters een duidelijk groeiperspectief en een ambitie voor ogen voor hun reeds bloeiende onderneming.
Nominatie
Malou werd genomineerd door Maja Angoelal, een mondhygiënist bij haar uit de buurt. “Malou heeft twee jaar geleden een praktijk aangekocht op dezelfde laan en ze kwam langs om de UBrush! te promoten. Haar enthousiasme om te ondernemen heeft een leuke indruk achtergelaten. En ik dacht dat ze wel wat ondersteuning kon gebruiken. Ik ben zelf in 2016 genomineerd als EZVN zakenvrouw, daardoor weet ik wat er allemaal bij komt kijken. De aandacht en erkenning die ze krijgt is alleen maar positief denk ik. Ik hoop dat ze wint!
Opleiding
Malou is in juli 2013 afgestudeerd in mondzorgkunde aan de Hogeschool Inholland te Amsterdam. Haar studietijd heeft ze als een leuke maar zware tijd ervaren: “In het tweede studiejaar was ik zwanger van mijn dochter (nu 6 jaar oud). Het hebben van een dochter heeft mij er niet van weerhouden om mijn gedroomde doel te bereiken. Ik viel op door mijn passie en gedrevenheid, evenals door mijn eigenwijze manier om alles van dit vakgebied te weten te komen.”
Voordelen
Ze komt oorspronkelijk uit Colombo (Sri Lanka) en woont sinds 1980 in Nederland. “Ik ben drie dagen nadat ik werd geboren geadopteerd door een Nederlands echtpaar. Ik was drie weken toen ik voet op Nederlandse bodem zette.” Of haar geschiedenis in haar voordeel werkt, vindt ze een lastig vraag: “Ik heb geen idee of dit in mijn voordeel (of nadeel) werkt. Wat ik wel weet, is dat je voordelen zelf creëert. Dat heeft niets met afkomst te maken. Voordelen verdien je door hard te werken, eerlijk te zijn en liefde en passie voor je werk te hebben. Dan openen zich deuren en doen ‘opportunity’s’ zich voor, en dan is het de vraag of je er wat mee doet of niet.”
Tandartspraktijk
Nadat ze afgestudeerd was, startte ze een eenmanszaak en werkte ze als zzp’er bij verschillende praktijken. Nu is ze eigenaar van Tandartspraktijk Meerdervoort in Den Haag.
We vroegen haar naar de taakverdeling in haar praktijk. “De tandartsen voeren het Periodiek Mondonderzoek (PMO) uit. Ik vind het belangrijk dat er duidelijkheid bestaat voor de patiënt en alle dental professionals binnen mijn praktijk. Ook al ben ik opgeleid om een PMO te kunnen uitvoeren, toch heb ik voor dit protocol gekozen. Dit past in mijn visie en de uitvoering van mijn tandartspraktijk. Ik heb veel internationale klanten en die zijn allemaal gewend dat de tandarts de controle uitvoert. Het is belangrijk om aan te voelen wat je patiënten/klanten prettig vinden en om daar op in te spelen. Binnen de tandheelkundige zorg is de wens van mijn patiënten zeer belangrijk, daar speel ik continu op in. Als ik merk dat daar behoefte aan is, pas ik protocollen aan.”
Preventiebeleid
Behalve tandartsen werken er ook preventieassistenten: “Het preventiebeleid wordt door mij en de tandartsen bepaald en ontwikkeld. Ik geef duidelijk aan hoe ik wil dat de preventieassistent werkt en haar bijdrage levert binnen de praktijk. Duidelijkheid en een strak protocol zijn zeer belangrijk voor mij. Zowel voor de patiënt als voor de desbetreffende behandelaar. Wil je goede tandheelkundige zorg verlenen, dan is ter bescherming van de behandelaar een protocol en het bewaken van grenzen zeer belangrijk. Toen mijn paro-preventieassistent klaar was met haar opleiding, heb ik NVM-mondhygiënisten gebeld met de vraag hoe ik dat het beste kon aanpakken. Ik heb een duidelijk protocol en zij weet precies wat zij wel en niet kan behandelen.
Ik ben zes dagen per week open en zes dagen per week werken er tandartsen en is er een preventieassistente aanwezig. Zij werken zodoende altijd onder toezicht van de aanwezige tandarts in de praktijk. Er is continu begeleiding van de assistentes die werken in de mond. De openheid en samenwerking binnen mijn praktijk loopt vloeiend en de preventieassistent bespreekt haar patiënten met mij. Zodra zij ondersteuning en advies wil, komt zij naar mij. Eigenlijk bespreken wij heel duidelijk wat zij mag doen en de tandartsen weten precies welke patiënten zij kunnen behandelen of niet.”
Elektrische rager
Behalve van de tandartspraktijk is ze ook eigenaar van het bedrijf Ubrush!. Ubrush! is volgens Malou de ultieme revolutionaire elektrische rager. Het bedrijf ontwikkelt en innoveert nieuwe producten voor de tandheelkundige professionals, die tevens bereikbaar zijn voor de consument. “Veel mensen vinden het moeilijk om tussen de tanden schoon te maken. Flosdraad komt vast te zitten, houten stokers breken en ragers buigen om. Daardoor verliezen mensen de discipline om dit lastige klusje dagelijks uit te voeren. Maar daar is nu een oplossing voor! ”De UBrush! maakt 10.000 vibrerende bewegingen per minuut. Doordat de ledverlichting op de rager schijnt, is er meer zicht in de mond. De druk bij het gebruik van UBrush! zit meer in het handvat en zal veel beter verdeeld worden. Daardoor is de kans dat de rager zal buigen, knakken of breken minimaal. Hoe kwam Malou op het idee? “UBrush! is ontstaan uit passie voor mijn vak! Mijn visie is om de tandheelkundige zorg te verbeteren en mijn patiënten de beste behandeling te geven. Als mondhygiënist krijg ik dagelijks te maken met patiënten die met een hulpvraag komen. Ik vind het van het uiterste belang om mijn patiënten de beste voorlichting en behandeling te geven ter voorkoming van gebitsproblemen. Het is mijn doel mijn patiënten aan de hand van de meest recente wetenschappelijke literatuur, vakkennis en passie voor te lichten. Samen tot een oplossing komen en de juiste behandeling geven is voor mij een uitdaging. Overleggen met mijn patiënten en ze motiveren hun dagelijkse mondverzorging te veranderen is voor mij topsport!“
Toekomst
Malou wil in de toekomst blijven innoveren en nieuwe producten ontwikkelen binnen de mondzorg en tandheelkunde. Ze wil zorgen voor professionalisering van de tandheelkundige zorg/mondzorg en een bijdrage leveren om de mondzorg te optimaliseren. Ook wil ze blijven voorlichten over hoe belangrijk een gezonde mond is en het belang van preventie benadrukken. Daarnaast wil ze nieuwe kennis vergaren door middel van studie en cursussen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/Malou-de-Kok.png230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-12-04 09:00:462017-12-04 11:55:42Nominatie EZVN ondernemersprijs voor mondhygiënist Malou de Kok
Bij een tandartspraktijk in Groot-Brittannië gaan ze heel ver in het werven van patiënten. Met een uitgekiende marketingstrategie wordt een bedrijf neergezet met de uitstraling van een vliegmaatschappij die alles voor zijn klanten over heeft. Is dit over de top of juist klantgericht?
Praktijk als vliegtuig
De eigenaar van de praktijk met de naam Smileworks, Dr MJ Rowland-Warmann, bedacht het nieuwe concept samen met haar verloofde Ed Challinor tijdens een vliegreis. Ze vergeleken mondzorg met vliegen en vonden dat je bij allebei iets moet doen om van A naar B te komen. De keuze van de maatschappij kan de vlucht een waar genoegen of een complete nachtmerrie maken. Ze droomden ervan om van Smileworks een praktijk te maken waar de patiënten heel graag komen en een indrukwekkende ervaring krijgen. Ze besloten de praktijk als een vliegtuig in te richten, omdat je hoog in de lucht de beste service krijgt.
Inrichting praktijk
Vervolgens werd een pand betrokken op een dure plek in het centrum van Liverpool. De praktijk werd ingericht in luchtvaartstijl, compleet met incheckbalies en vliegtuigstoelen. Ook de kleding die de medewerkers dragen doet denken aan de uniformen van een luchtvaartmaatschappij. Volgens MJ Rowland-Warmann is dat niet alleen voor de patiënten, maar ook voor haarzelf.
“Als ondernemer zijn we 80 uur per week in de praktijk aanwezig, daarom moet het ons een fantastisch gevoel geven. We willen ook het beste voor de patiënt: een ervaring en een mondzorgbehandeling die ze nooit eerder gekregen hebben.”
Personeel
Ook op het personeel willen ze indruk maken. Ze willen alleen de meest getalenteerde medewerkers aannemen en deze aanpak helpt daarbij. “Er komen elke week tientallen sollicitaties binnen van tandartsen, therapeuten en ondersteunend personeel. Daardoor kunnen we extreem kieskeurig zijn in wie we aannemen.”
Patiënten
Het verblijf van een patiënt in de praktijk is tot in elk detail georkestreerd. De patiënt moet vooral het gevoel krijgen dat hij de allerbeste zorg krijgt. De praktijk richt zich vooral op cosmetische tandheelkunde; er wordt benadrukt dat iedereen een stralende lach verdient. Ook botox-behandelingen behoren tot de mogelijkheden.
Marketing
Ed Challinor houdt zich bezig met de marketing van de praktijk. Hij is inmiddels een specialist in online marketing geworden en heeft hieraan in drie jaar tijd al meer dan £50.000 uitgegeven. Het resultaat is dat er maandelijks 70 nieuwe patiënten bijkomen en dat 25% van de patiënten de praktijk aanbeveelt bij familieleden en vrienden. Ook het verkrijgen van goede reviews is in het praktijkproces opgenomen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/17-big.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-12-04 08:45:552017-12-04 10:06:57Uitgekiende marketingstrategie om patiënten te werven
Wereldwijd is cariës een groot probleem. Een Chinees onderzoeksteam is er nu echter in geslaagd om een vaccin tegen cariës te ontwikkelen, waarmee het probleem binnenkort nog wel eens verleden tijd zou kunnen zijn.
Eerder succesvolle fusie met bijwerkingen
De onderzoekers probeerden al eerder de gastheer van gaatjes, de bacterie Streptococcus mutans, te blokkeren door deze te combineren met eiwitten uit de darmbacterie escherichia coli. Deze fusie bleek succesvol, maar bracht teveel bijwerkingen met zich mee.
Optimalisatie
In het nieuwe onderzoek van het team werd de formule op zo’n manier geoptimaliseerd dat de nadelige bijwerkingen uitbleven. De nieuwe versie van het eiwittenvaccins werd getest op muizen en ratten, en toonde hier zowel profylactische als therapeutische effecten. Bij de muizen zonder cariës was een profylactische werking te zien in 64,2% van de gevallen. Bij de muizen met cariës bleek een therapeutische werking in 53,9% van de gevallen.
Goede mondhygiëne
Voordat het vaccin eventueel op de markt gebracht kan worden zullen nog meer tests moeten worden uitgevoerd. Daarnaast benadrukken de onderzoekers dat geen enkele vaccinatie ooit het belang van goede mondzorg weg zal nemen.
Tijdens haar najaarscongres lanceerde het Ivoren Kruis zijn nieuwe advies Droge mond. Het advies is bedoeld voor tandartsen, mondhygiënisten en preventieassistenten die te maken krijgen met patiënten met een droge mond.
Het bevat inhoudelijke aspecten van de begeleiding van de patiënt met een droge mond, de voorlichting, preventie, en behandelingen die de zorgverlener(s) alleen met hulp van de patiënt kunnen verrichten. Het advies Droge mond is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.
Risico’s verminderde speekselsecretie
Bij een verminderde speekselsecretie treden problemen op bij spreken, kauwen en slikken. Daarnaast neemt de kans op het ontstaan van tandcariës, tandslijtage en infecties van de orale mucosa, bijvoorbeeld candidiasis, sterk toe. Bij ernstige monddroogheid kan een gave dentitie, indien geen adequate preventie wordt toegepast, binnen enkele maanden volledig te gronde gaan.
Speeksel bestaat grotendeels uit water (99,5%), eiwitten (glycoproteïnen en enzymen) mineralen en antimicrobiële stoffen. Het behoedt de lippen, mondhoeken, tong en het slijmvlies van de mond en keel tegen uitdroging en infectie. Speeksel beschermt de gebitselementen tegen demineralisatie en zorgt voor remineralisatie. Speeksel bevordert het spreken, kauwen, slikken en de spijsvertering en is belangrijk bij het proeven. Het speelt een rol bij de bloedstolling en de wondgenezing en houdt een prothese op zijn plaats (Van Amerongen, 2005).
Veel aandoeningen kunnen de oorzaak zijn van onvoldoende speeksel en een chronische droge mond. De voornaamste oorzaken zijn bijwerkingen van medicatie, psychische aandoeningen zoals angst of stress, (systeem)ziekten, zoals het syndroom van Sjögren en beschadiging bij bestraling van hoofd-halstumoren. Speekselsecretie kan hierdoor reversibel, maar ook irreversibel zijn verstoord.
Droge mond tijdig herkennen
Omdat afgenomen speekselsecretie catastrofale gevolgen kan hebben voor het gebit, de monden algemene gezondheid en de ervaren kwaliteit van leven, is het de verantwoordelijkheid van de tandarts en mondhygiënist een droge mond tijdig te herkennen, liefst voordat de mondgezondheid verslechtert. Tijdens het periodiek mondonderzoek (PMO) kan de mondzorgverlener eenvoudig nagegaan of een drogemondonderzoek is geïndiceerd. Bij het PMO actualiseert de mondzorgverlener onder meer de anamnese en het medicatieoverzicht, gevolgd door een extra- en intra-oraalonderzoek (Richtlijn PMO, 2007). ”Hierbij kunt u oorzaken, klachten en symptomen van een droge mond waarnemen.” Bij een patiënt met cariësactiviteit die het Basisadvies Cariëspreventie correct uitvoert (groep 4, rood) is het van belang na te gaan of er sprake is van een chronische droge mond (Advies Cariëspreventie, Ivoren Kruis, 2011). Een drogemondonderzoek bestaat uit onderzoek naar xerostomie, de speekselklierfunctie en voedingsgewoonten.
Bij speekselklierfunctieonderzoek worden secretiesnelheid, zuurgraad en viscositeit van het ongestimuleerde, kauwgestimuleerde en eventueel zuurgestimuleerde totaalspeeksel gemeten. Dit is van belang voor het vaststellen van de ernst en de mogelijke oorzaak van hyposialie. Speekselklieronderzoek is verder van belang voor de begeleiding en behandeling van een patiënt met een droge mond. Doel is met de juiste maatregelen een droge mond te verlichten en de mondgezondheid inclusief de gezondheid van het mondslijmvlies te bevorderen. Het is van belang alle bevindingen en afspraken zorgvuldig vast te leggen.
Een recent onderzoek bestudeerde de fysieke en psychologische factoren die opspelen bij patiënten binnen drie jaar na het plaatsen van een implantaat. Het resultaat toonde aan dat de levenskwaliteit significant hoger was na het plaatsen van een implantaat.
Implantaat therapie als alternatief
Flexibele en vaste kunstgebitten zijn al jaren beschikbaar voor tandeloze patiënten. Sinds kort dient implantaat therapie echter als een goed alternatief, aangezien deze zeer duurzaam zijn en vaak goed complexe problemen kunnen oplossen. Volgens Bader Alzarea, professor in prothetische tandheelkunde aan het Al Jouf University College van tandheelkunde in Sakakah in Saudi Arabië en auteur van de studie, vinden patiënten de psychologische effecten en de kosten van een behandeling echter belangrijker.
Mondgezondheid in relatie tot levenskwaliteit
Waar mondgezondheid gerelateerde levenskwaliteit eerder is onderzocht, is dit weinig gedaan in relatie met implantaattherapie. Om die reden werd dat nu wel gedaan. Het onderzoek werd gedaan onder 79 gezonde, gedeeltelijk tandeloze volwassenen in de leeftijd van 39 tot 81 jaar oud die implantaat therapie zijn ondergaan bij de prothetische afdeling van het Al Jouf University College tussen augustus 2013 en juni 2016.
OHIP vragenlijst
Elke deelnemer kreeg ITI Dental Implant System titanium implantaten, die werden gerestaureerd met losse kronen of gedeeltelijk vaste zettingen. Ook werd elke patiënt gevraagd een OHIP (Oral Health Impact Profile) vragenlijst met 49 vragen over mondgezondheid gerelateerde levenskwaliteit in te vullen voor de behandeling, en een, twee en drie jaar na de behandeling.
Significante verbeteringen
De resultaten van de OHIP toonden significante verbeteringen aan qua functionele gebreken, fysieke pijn, psychologisch discomfort, fysieke handicap, psychologische handicap en sociale handicap. De cijfers bleven dalen gedurende de jaren na de behandeling vorderden.
Er werd geen verschil gevonden in de resultaten tussen mannen en vrouwen. Er werden grotere verbeteringen bevonden na het plaatsen van implantaten bij de mensen ouder dan 60 jaar.
Toekomstig onderzoek
De OHIP vragenlijst werd pas een jaar na de behandeling afgenomen, waardoor deze studie niet direct nuttige resultaten geeft voor op de korte termijn na de behandeling. Daarnaast kan het ook nuttig zijn om een soortgelijke studie over een langere periode dan drie jaar na de behandeling uit te voeren.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/06/implantaat.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-11-29 09:00:462018-10-09 11:18:59Hogere levenskwaliteit na plaatsen implantaat
Al eerder maakte onderzoek bekend dat parodontale bacteriën een negatief effect kunnen hebben op een zwangerschap en de foetus. Uit een Finse studie is nu echter ook gebleken dat deze bacteriën zelfs de oorzaak kunnen zijn van het mislukken van een zwangerschap.
Kinderwens
De studie, die werd gepubliceerd in Journal of Oral Microbiology, werd gedaan onder 256 vrouwen met een gemiddelde leeftijd van 29,2 jaar oud, variërend van 19 tot 42 jaar, die zwanger wilden raken. Gedurende een jaar werd bekeken of die kinderwens uitkwam. Om te beginnen werden de vrouwen getest op parodontale bacteriën. Risicofactoren als leeftijd, roken of andere ziekten werden ook meegenomen als mogelijke oorzaken van eventuele onvruchtbaarheid.
Parodontitis verkleint kans op zwangerschap
De resultaten van het onderzoek lieten zien dat de vrouwen die binnen een jaar niet zwanger waren een hogere concentratie van de bacterie porphyromonas gingivalis hadden in hun speeksel en de antilichamen in het bloed, welke wordt geassocieerd met parodontitis. Dit betekent dat vrouwen met een hoge concentratie van de bacterie wel 3 keer minder kans hebben om zwanger te worden. Als de klinische symptomen van parodontitis hierbij worden opgeteld wordt de kans zelfs 4 keer kleiner.
Goede mondzorg van belang
De onderzoekers benadrukken dat de aanwezigheid van parodontale bacteriën niet de oorzaak is van onvruchtbaarheid, maar wel de kans kan vergroten. Hoe dit precies in zijn werk gaat moet verduidelijkt worden in verdere studies, maar tot nu toe kan in elk geval worden geconcludeerd dat een goede mondzorg ook van belang is voor de vruchtbaarheid.
In Wales bezoeken de meeste 5-jarige kinderen het ziekenhuis vanwege tandbederf. Dit bleek uit een onderzoek dat werd gedaan naar aanleiding van de ‘Baby teeth do matter’ campagne van de Cwm Taf University Health Board. Bij deze campagne stond het benadrukken van het belang van het aanleren van mondhygiënische gewoontes bij kinderen centraal.
Melktanden zijn ook belangrijk
“Veel mensen denken dat babytanden niet belangrijk zijn, omdat deze tanden toch uit zullen vallen en worden vervangen met nieuwe tanden. Niets is echter minder waar,” aldus een woordvoerder van de Cwm Taf University Health Board.
Gevolgen voor volwassen gebit
Als melktanden niet goed worden verzorgd ontstaat het risico dat deze vervroegd zullen uitvallen, waardoor de volwassen tanden geen plaats hebben in de mond en zich niet goed kunnen ontwikkelen. Daarnaast kan een slechte mondgezondheid het eten, slapen en spreken van kinderen aantasten en kan dit ook tot pijn en ontstekingen leiden.
Designed to Smile
Wales lanceerde in 2009 een ‘Designed to Smile’ campagne, ten waarde van 4 miljoen pond. Volgens BDA Wales wordt dit budget echter te dun en langzaam verspreid. Ze hopen dat de resultaten van dit onderzoek aantonen dat hier zo snel mogelijk verandering in moet komen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/09/78630532-kind-poetsen.jpg234399anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-11-24 09:00:482017-11-23 09:01:18Tandbederf hoofdreden van ziekenhuisbezoek kinderen in Wales
Zorgverzekeraars hebben zorgverzekeringskaarten voor de basis- en aanvullende verzekeringen uitgebracht. Deze zijn voornamelijk digitaal en in tegenstelling tot vorig jaar nu dus ook te gebruiken voor de aanvullende verzekeringen.
Informatief
Met deze zorgverzekeringskaart hopen de zorgverzekeraars makkelijker informatie te verspreiden omtrent de zorgverzekering. Verzekerden kunnen namelijk via deze kaart de belangrijke polisvoorwaarden van de zorgverzekering inzien. Op deze manier zijn verzekerden beter op de hoogte wat te doen in het geval van ziekte, wanneer ze overwegen over te stappen naar een andere zorgverzekering en/of zorgverzekeraar, of wanneer ze simpelweg iets willen regelen met hun zorgverzekeraar.
De zorgverzekeringskaarten zijn te vinden op de websites van de zorgverzekeraars en op www.zorgverzekeringskaart.nl.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/zorgverzekeringskaart.gif230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-11-22 09:52:512017-11-22 09:52:51Nu ook zorgverzekeringskaart voor aanvullende mondzorgverzekering
De ANT wil dat op korte termijn cosmetische tandheelkunde niet meer gebonden is aan maximumtarieven en wordt vrijgesteld van elke regulering. De huidige spelregels zijn volgens de beroepsvereniging een forse rem op innovatie in de mondzorg en patiënten moeten noodgedwongen naar het buitenland voor een dergelijke behandeling.
“Momenteel worden tandartsen enorm beperkt in hun werk. De NZa heeft in opdracht van de minister van VWS de complete mondzorg gereguleerd en alle behandelingen voorzien van maximumtarieven. Met de huidige regels is het gewoon niet mogelijk innovatieve behandelmethoden kostendekkend aan te bieden. Dit is niet in het belang van consumenten”, stelt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes. De ANT doet daarom een beroep op de minister van VWS, omdat alleen de minister de bestaande impasse kan doorbreken. De cosmetische tandheelkunde zou, net als de cosmetische plastisch chirurgische zorg, buiten het bereik van de Wet Marktordening Gezondheidszorg moeten worden gebracht.
Cosmetische mondzorg
De ANT is in 2013, direct na het voortijdig beëindigde experiment met vrije tarieven, in gesprek gegaan met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over cosmetische mondzorg. Het gaat dan om diensten of behandelingen, die aantoonbaar niet tegen gemiddelde tarieven te leveren zijn en/of waarvoor geen medische noodzaak bestaat. Jan Willem Vaartjes: “Cosmetische mondzorg moet worden vrijgesteld van regulering. Het gaat om zorg, waarbij de consument de rekening vaak volledig zelf betaalt. Een patiënt die bijvoorbeeld een duurdere maar ook exact natuurgetrouwe vulling wil, mag daar nu niet zelf voor bijbetalen. Hierdoor moeten soms behandelingen gekozen worden waarvoor meer tandweefsel moet worden weggeboord. Patiënt en tandarts zouden in een goed functionerende zorgmarkt zelf over dit soort behandelingen afspraken moeten kunnen maken. Internationaal gezien is dit al lang de gangbare praktijk.”
Het afgelopen jaar heeft de ANT opnieuw intensief overleg gevoerd met de NZa en daarbij ook vertegenwoordigers van patiënten en consumenten uitgenodigd mee te denken over oplossingen die cosmetische vullingen mogelijk gaan maken. In die gesprekken kwam duidelijk naar voren dat er bij consumenten behoefte bestaat aan deze innovatieve vorm van mondzorg en dat zij heel goed in staat zijn zelf een beslissing te nemen over de prijs voor deze dienstverlening. Vaartjes: “Uiteraard geldt daarbij als voorwaarde dat de tandarts vooraf complete en transparante informatie verschaft over de behandeling en waarin deze zich onderscheidt van de meer traditionele behandelingen.”
Begrip NZa
De ANT vindt dat de aanwijzing, waarmee de hele mondzorg wordt gereguleerd niet langer te rechtvaardigen is, ook niet in het licht van Europese regelgeving en voorschriften. De oplossing – en daarvoor toont de NZa begrip – moet dus van de minister komen. Vaartjes: “Wij hebben daarom de minister gevraagd cosmetische tandheelkunde, net als cosmetische plastisch-chirurgische zorg, buiten het bereik van de Wet Marktordening Gezondheidszorg te brengen. Volgens onze juridische adviseurs zijn daarvoor diverse mogelijkheden, die wij inmiddels aan de minister hebben voorgelegd. We zijn blij dat de zorgautoriteit bij monde van de voorzitter heeft toegezegd om mee te denken en desgevraagd aan de minister ook advies uit te brengen.”
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/ANT-minister-moet-cosmetische-tandheelkunde-volledig-vrijgeven.png230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-11-21 11:41:502022-04-28 12:34:06ANT: minister moet cosmetische tandheelkunde volledig vrijgeven
Patiënten willen lang plezier van hun tand of kies. Maar wat antwoordt u als tandarts wanneer de patiënt vraagt hoe lang het element nog mee kan na de wortelkanaalbehandeling?
Belangrijk is dat we eerst weten wat verstaan we onder een goed resultaat
– geen pijn
– geen fistel
– geen zwelling
– normale functie
– normale periapex
– goede esthetiek
– redelijke levensduur
In 86% van de gevallen lukt het om een ontsteking te laten verdwijnen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat tandartsen daar dus best succesvol in zijn.
Wat is een redelijke levensduur?
Uit een groot onderzoek in California blijkt dat 8 jaar na endodontische behandeling 97% van de elementen nog aanwezig is. Een normale periapex blijkt belangrijk voor het welbevinden van de patiënt, echter is dit maar voor een klein deel van invloed op de levensduur van het element. Daarnaast leidt een endodontische herbehandeling ook tot een goed resultaat. In de wetenschap gelden de systematische review en meta-analyse als state-of-the-art op onderzoeksgebied.
Endodontische behandelde elementen vs implantaten?
Uit de literatuur blijkt dat ze allebei evengoed zijn. Al hadden implantaten vaker onderhoud en nazorg nodig. Of zoals Michiel de Cleen zegt: ‘after sales’.
De reden van extractie is zelden endodontisch van aard. Redenen voor extractie zijn:
Restauratief 59,4%
Parodontaal 32,0%
Endodontisch 8,6%
Fractuurlijnen bij endodontisch behandelde elementen gaan anders lopen, er zijn vaker diepere fracturen. Het dak van de pulpakamer wordt gezien als de structuur die de tand bij elkaar houdt en deze moet voor een endodontische behandeling verwijderd worden.
Ook het aanwezig zijn van buurelementen bij een endodontische elementen blijkt bij te dragen aan een betere prognose. Vaak zie je bij laatste elementen dat er een andere belasting is en ook vaker wordt gedacht: ‘Zover achterin: haal er maar uit’.
Manier van restaureren
De manier van restaureren maakt niet veel uit. Als er maar geen guttapercha op de pulpabodem wordt achtergelaten. De grootste complicatie is een verticale radix fractuur. Röntgenologisch wordt er dan vaak een laterale en periapicale zwarting waargenomen en intra-oraal een diepe pocket en fistel. Uit onderzoek van Michiel de Cleen bleek dat molaren een lichte voorkeur hebben voor een verticale radix fractuur in vergelijking met premolaren.
Risicofactorenlevensduur
Risicofactoren voor de levensduur zijn:
eindstandige elementen
pre-operatieve pocket
multiple barsten
Wat is succesvolle endodontie?
Succesvolle endodontie is:
goede diagnostiek
goede vormgeving
goede reiniging
goede afsluiting
goede restauratie
Alle bovengenoemde punten met zorgvuldige uitvoering.
Michiel de Cleen studeerde tandheelkunde aan de UvA. Na zijn afstuderen in 1988 was hij tot 1995 als (gast)docent verbonden aan de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Hij voert thans een fulltime endodontische praktijk in Amsterdam. Naast zijn klinische werkzaamheden is hij zeer regelmatig spreker op binnen- en buitenlandse congressen en is hij de cursusdocent op het gebied van endodontologie en tandletsels. Hij publiceert regelmatig in (inter)nationale vakbladen.
Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Endodontische complicaties van Bureau Kalker
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/10/De-levensduur-van-een-endodontisch-behandeld-gebitselement.png230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-11-20 09:30:482018-01-15 12:50:15De levensduur van een endodontisch behandeld gebitselement
Tijdens het congres MedischOndernemen Live hield Marc Bruijnzeels een lezing over de toekomst van de organisatie en financiering van de eerstelijnszorg. Multidisciplinaire samenwerking is volgens hem van essentieel belang voor de toekomst van de eerstelijnszorg.
Regionale Ondersteuningsstructuren
Marc Bruijnzeels vertelt dat hij veel heeft meegemaakt als directeur van één van de Regionale Ondersteuningsstructuren eerstelijnsgezondheidszorg (ROS). Een ROS is een samenwerkingsverband van zorgaanbieders in de eerste lijn met als doel een samenhangende zorg in de buurt te organiseren. De ROS’en werden opgericht wegens ‘ruzie’ tussen minister Borst en een aantal belangenverenigingen in de eerste lijn. Aan de ene kant gaf minister Borst kwaliteitsgelden aan de beroepsorganisatie en aan de andere kant belangengelden. Dit werd dan vermengd in de beroepsorganisaties. Minister Borst heeft dit uit elkaar gehaald. Dit leidde tot een kaalslag binnen die beroepsorganisaties, maar ze kregen van de minister daar iets voor terug: de ROS. ROS’en ondersteunen de kwaliteit van de multidisciplinaire samenwerking. De ROS wordt gefinancierd op basis van een specifieke beleidsregel vanuit het ministerie van VWS en door de verzekeraars ingekocht in de regio. Dit wordt niet van alle kanten vertrouwd door de (para)medici. “Ik kwam in een mijnenveld terecht. Ik ben daar voor het eerst uitgescholden door een andere directeur, want ik kwam aan zijn belangen.”
Geïntegreerde zorg als oplossing
Het bredere plaatje is dat minister Borst destijds al zag dat er epidemiologisch en demografisch iets op ons af kwam: een ‘grijze gletsjer’. De oplossing hiervoor wordt nationaal en internationaal gezien in een verder samenwerkende geïntegreerde eerstelijnsgezondheidszorg. Mensen moeten zoveel mogelijk uit de intramurale zorg weggehouden worden en met extramurale zorg geholpen worden. Anders is het niet meer te betalen en is het ook niet meer te bemensen, want de mensen zijn er simpelweg niet. Nu staan er nog zeven zorgprofessionals rondom een kwetsbare oudere, maar als we zo door gaan zijn dit er slechts drie. De werkdruk is te hoog op de werkvloer en dat krijgt men niet meer weg georganiseerd. Marc Bruijnzeels liet mensen bij elkaar zetten, bijvoorbeeld door gezondheidscentra te bouwen. Zoals hij het verwoordt:
“Zorgprofessionals hebben elkaar nodig. We zijn nu niet meer bezig met eigen eilandjes, maar met geïntegreerde zorg. De keuze is aan u; de wereld verandert en vraagt andere dingen van u. Uiteindelijk heeft u de keuze om hierin mee te gaan of niet.”
Uit het eigen gilde stappen
De kosten voor de zorg worden opgebracht door iedereen die premie betaalt en daarnaast door de grote ondernemers. De werkgevers krijgen er last van als de zorgkosten stijgen.
Marc Bruijnzeels:
“We hebben alles in blokjes weggeorganiseerd, in uw eigen discipline bent u in uw eigen gilde terechtgekomen. U heeft eigen opleidingen, eigen organisaties, eigen financiering, eigen accreditatie, eigen tijdschriften….Het is een soort verzuiling.”
Er zijn meer dan 2500 beroepen in de gezondheidszorg. Uiteindelijk komt het bij de patiënt allemaal samen, maar iedereen is in zijn eigen systeem blijven hangen. Volgens Marc Bruijnzeels komt dit doordat we eerst ‘single diseases’ wilden oplossen, terwijl inmiddels veel mensen verschillende chronische aandoeningen hebben. Door specialisatie is de zorg gefragmenteerd geraakt. Wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor het geheel, is vaak niet duidelijk. “De patiënt is de weg kwijt in de zorg. Vaak gaat het mis bij de overdracht, in de communicatie. Zo zijn ontstaan medische missers. Hier zitten we met z’n allen in vast. We zullen uit onze eigen gilde moeten stappen.”
Andere financiering
Wil je de zorg anders organiseren, dan moet het geld anders georganiseerd worden. Men zal op een andere manier moeten worden betaald. Zo kan momenteel innovatie zorgen voor meer uitgaven in de zorg, want een nieuw apparaat kost veel geld en moet wel uit kunnen. Dus moet er veel gebruik van gemaakt worden. Zo worden behandelingen gedaan die misschien helemaal niet nodig zijn. Preventie wordt vaak nog vergeten, vooral de primaire preventie, terwijl hier de gezondheidswinst pas echt gehaald zou kunnen worden. Nu wordt men per verrichting betaald, eigenlijk zou dit op gezondheidsresultaten uitgekeerd moeten worden.
Populatiegericht werken
Het bij elkaar zetten van verschillende zorgprofessionals zorgt voor een rappe kennisdeling, waardoor er (snel) goede oplossingen kunnen worden aangedragen. Je hebt elkaar nodig om de patiënt in zijn geheel centraal te kunnen zetten. De mens moet in zijn totaliteit worden bekeken en niet per ziekte. Dit heet populatiegericht werken, waarbij gekeken wordt hoeveel en welk risico men loopt. Zorg daarom dat er een centraal aanspreekpunt komt in de regio voor (gezondheids)zorg en welzijn. Hierbij kun je de hulp inschakelen van een ROS om de verbindingen te leggen. Er zou dan onder een verzekeraar een verzamelcontract kunnen worden geregeld. Hierbij botst men echter weer op het wantrouwen.
Zorgkosten en zorguitkomsten
Mensen die vaak en veel ziek zijn, hebben vaker een lage sociale economische status (SES). Hier zitten de echte kosten en problemen. De mensen in de hoge klasse ontvangen vaak de beste zorg. Er ligt een uitdaging in het bereiken van de lage SES-populatie.
Als zorgprofessionals zouden we verantwoordelijkheid moeten nemen voor de zorgkosten en de zorguitkomsten. In het buitenland gebeurt dit al veelvuldig. Nu wordt dit in Nederland door de verzekering opgelost. Dit gebeurt of met de botte bijl of er wordt een gesprek aangegaan. De verzekering wil geïntegreerd inkopen, maar dan moet dit aanbod er wel zijn. Om echt verschil te maken in de zorgkosten zal het op grote schaal moeten worden aangepakt. Pas als het geregeld is voor een grote populatie, dan zal het echt kosten gaan schelen. Zorg er daarom voor dat het regionaal geregeld is.
Marc Bruijnzeels sluit af met een ’take home message’:
“Om dit allemaal te bewerkstelligen zullen zorgprofessionals en verzekeraars hun eigen belangen ondergeschikt moeten maken aan die van het gemeenschappelijk en maatschappelijk belang. Dan kan het in ‘no time’ allemaal geregeld zijn.”
Marc Bruijnzeels is associate professor bij Leiden University Medical Center & directeur van het Jan van Es Instituut, kenniscentrum voor de geïntegreerde eerstelijnszorg.
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna van de lezing van Marc Bruijnzeels, tijdens het congres MedischOndernemen Live.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/action-2277292_960_720.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2017-11-20 09:03:582017-11-20 13:04:30Hoe werken we in de toekomst in de eerstelijnszorg samen?
Interdentale reiniging met bijvoorbeeld een tandenstoker heeft een positieve invloed op de mondgezondheid, maar veel mensen doen dit niet dagelijks. Hoe zou je het gebruik van tandenstokers verder kunnen stimuleren? En is er met tandenstokers nog meer gezondheidswinst te boeken? Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist, doet hier onderzoek naar, en heeft hiervoor een award ontvangen in Israël.
Promotie van tandenstokers
De afgelopen jaren heeft Yvonne Buunk-Werkhoven verschillende onderzoeken verricht naar de promotie van tandenstokers. De meest voorkomende mondziekten, zoals cariës en parodontale aandoeningen, kunnen voorkomen worden door zelf dagelijks het gebit te verzorgen. Dit betekent dagelijks tandenpoetsen en interdentaal reinigen, bijvoorbeeld met behulp van tandenstokers. Veel mensen voeren wel het tandenpoetsen uit, maar laten de interdentale reiniging achterwege. Hoe zou je deze mensen kunnen stimuleren hun gedrag op dit gebied te veranderen?
Yvonne Buunk-Werkhoven zocht uit of het aanbieden van tandenstokers in de publieke ruimte het gebruik ervan bevordert.
Tandenstokers in de horeca
Als eerste onderzocht ze in 2014 het aanbieden van tandenstokers in de horeca. In drie restaurants in Amsterdam werden professionele, individueel verpakte, houten tandenstokers aangeboden. Kwalitatief goede tandenstokers dus in plaats van de cocktailprikkertjes die nog wel eens in restaurants op tafel staan. De tandenstokers werden zowel actief (door het bedienend personeel) als passief (in bakjes op tafel en bij de toiletten) aangeboden. Bij het restaurant waar de tandenstokers actief én passief werden aangeboden, werden er in één dag tijd 295 door de gasten meegenomen. In de twee restaurants waar de tandenstokers alleen op tafel stonden, werden er respectievelijk 370 in vijf dagen en 150 in vier dagen tijd gepakt.
Conclusie van het onderzoek was dat het aantal meegenomen tandenstokers bewees dat de gasten de professionele tandenstokers op prijs stelden. Het lijkt er op dat het aanbieden van tandenstokers in de horeca interdentale zelfzorg bevordert.
Onderzoek op de markt
In 2015 werd een vergelijkbaar onderzoek gedaan in de Foodhallen: een foodcourt/markthal met een reeks eetkraampjes. Daar kregen 290 bezoekers een doosje tandenstokers met aminofluoride uitgereikt nadat zij een vragenlijst hadden ingevuld. 146 van hen kregen na drie weken per e-mail nogmaals een vragenlijst voorgelegd. Hieruit kwam naar voren dat het percentage mensen dat zei minstens een keer per dag een tandenstoker te gebruiken was toegenomen van 15,2 naar 28,9% nadat zij het doosje tandenstokers hadden gekregen.
Vervolgonderzoek bij sportschool
Een recent vervolgonderzoek (2016/2017) is in samenwerking met de kliniek voor mondhygiëne Oral-Vision opgezet. Daarbij werden in de horecagelegenheid binnen de sportschool Medico Vision in Amsterdam tandenstokers neergezet. Daarnaast kregen de bezoekers een vragenlijst voorgelegd. Veertig bezoekers (voornamelijk middelbaar en hoger opgeleide mannen met een gemiddelde leeftijd van 37,5 jaar met een spreiding van 15,2 jaar en variërend tussen de 15 en 71 jaar) hebben de vragenlijst ingevuld.
Resultaten vragenlijst
Uit de resultaten blijkt dat ruim een kwart, 27,5% van de deelnemers nooit bij een mondhygiënist is geweest. 27,5% gaat een keer per jaar, 40% twee keer en twee deelnemers drie keer of meer. De deelnemers gaven hun mondgezondheid gemiddeld een 8 als cijfer.
Significant meer mannen dan vrouwen gaven aan tandenstokers te gebruiken. Een verklaring zou kunnen zijn dat mannen zich minder ‘schamen’ om met een tandenstoker in de mond rond te lopen of dat ze het juist ‘stoer’ vinden. Tandenstokers worden door 52,5% van de deelnemers ‘niet elke dag’ gebruikt, door 25% een keer per dag en door 12,5% twee keer of meer. 10% van de deelnemers gebruikt nooit tandenstokers.
30% geeft aan nooit andere hulpmiddelen zoals flossdraad, ragers en mondspoelmiddelen te gebruiken. 40% doet dit ‘niet elke dag’, 27% een keer per dag en 2,5% twee of meer keer per dag.
De deelnemers vonden het gebruik van een tandenstoker (na het eten) belangrijk voor hun mondhygiëne en/of een fris gevoel: 60% en 30% waren het hiermee respectievelijk eens tot geheel mee eens. Ook het aanbod van tandenstokers in de horeca werd als ‘belangrijk’ (52,5%) en ‘heel belangrijk’ (15%) bevonden. 25% van de deelnemers vond het onbelangrijk en 7,5% heel onbelangrijk.
Pick a T
Met al deze onderzoeken is een basis gelegd voor de publiekscampagne ‘Pick a T’, waarbij mensen worden aangespoord om dagelijks tandenstokers te gebruiken. Het moet gewoon worden om tandenstokers ook in een andere setting dan thuis en in de mondzorgpraktijk te gebruiken.
In het verre verleden (19e eeuw) was het kauwen op tandenstokers in het openbaar een poosje in de mode in de rijkere kringen. Het kauwen op een tandenstoker was toen een teken van tevredenheid en zorgeloosheid. Nu zou het een positief imago kunnen geven aan het je bewust zijn van een goede mondgezondheid en, net zoals bijvoorbeeld sporten, kunnen bijdragen aan een gezonde leefstijl.
Tandenstoker als vervanger van sigaret
Die gezonde leefstijl zou nog verder bevorderd kunnen worden als de tandenstoker gebruikt zou worden als een soort vervanger van de sigaret. Uit onderzoek van Eline Meijer blijkt dat rokers de meeste kans hebben om blijvend met roken te stoppen als zij zichzelf als ‘niet-roker’ kunnen zien. Mensen gedragen zich namelijk het liefst op een manier die past bij hun identiteit. De roker moet dus een ander zelfbeeld krijgen als niet-roker. Als bij de nieuwe identiteit van de gestopte roker een gezonde leefstijl belangrijk is, kan de tandenstoker ten dele de sigaret vervangen en als subsitutie van het rookgedrag fungeren.
Het advies van een zorgverlener is vaak een belangrijke reden om met roken (proberen) te stoppen. Als dat advies van een mondzorgprofessional komt, kan deze ook gelijk het gebruik van tandenstokers als ‘sigaretvervangers’ aanmoedigen. Het gaat dan vooral om het gedrag in de zin van de beweging van ‘iets naar de mond brengen en van de mond afhalen’
Conclusie
Het publiekelijk aanbieden van tandenstokers kan mensen stimuleren deze ook daadwerkelijk te gebruiken. Als de bewustwording van het belang van interdentale reiniging vergroot wordt, zal dit normaler worden om te doen, ook in een andere setting dan thuis. Het gebruik van tandenstokers kan een betere mondgezondheid bevorderen en zo bijdragen aan een gezondere leefstijl.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/Tandenstoker-2.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-11-20 08:45:302021-09-29 13:50:16Kunnen tandenstokers een gezonde leefstijl bevorderen?
De omzet van zorgpraktijken is de afgelopen 10 jaar met 50 procent gestegen. Alhoewel de totale zorguitgaven stegen is het gemiddelde rendement echter wel gedaald. Tandartsen scoorden gemiddeld het laagste rendement (34%).
Daling rendement zorgpraktijken
De hoogste omzet werd behaald door tandartsen (28% van de totale opbrengst van zorgprestaties), huisartsen (25%), medisch specialisten (25%) en fysiotherapeuten (14%). Met maar liefst meer dan 60 procent werd het hoogste rendement behaald door oefentherapeuten. Tandartsen scoren hier met een rendement van 34 procent het laagst. Over het algemeen was een dalend rendement bij zorgpraktijken te zien.
Stijging omzet en zorguitgaven
Niet alleen de omzet van zorgpraktijken nam zwaar toe tussen 2005 en 2015, maar ook de zorguitgaven. Deze namen toe met 41 procent, waarmee de totale uitgaven stegen tot €94,9 miljard. 7 procent van dit bedrag betreft uitgaven voor tandartsen, huisartsen en fysiotherapeuten.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/rendement-zorgpraktijken.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-11-20 07:45:012017-11-20 13:14:25Tandartsen laagste rendement van zorgpraktijken
De uitgaven voor tandheelkundige zorg via de basisverzekering stijgen naar verwachting in 2018 met bijna 1,5% naar 764 miljoen euro. Dit bedraagt 13,2% van de totale uitgaven aan eerstelijnszorg. Deze gegevens zijn gepubliceerd in de NZa stand van de zorgmarkten 2017.
Uitgaven eerstelijnszorg
(Bedragen x € 1 miljoen)
Totale zorguitgaven
Tussen 2006 en 2012 stegen de zorguitgaven met gemiddeld 6,3% per jaar. Tussen 2012 en 2017 is deze groei teruggebracht tot circa 1,4%. Voor 2018 wordt een groei van de zorguitgaven van circa 5,4% verwacht. Uit de marktscan eerstelijnszorg van de NZa uit mei 2017 blijkt dat ruim 30% van de totale uitgaven aan zorg uit het basispakket aan eerstelijnszorg wordt besteed. De kosten stegen de afgelopen jaren flink: van € 8,8 miljard in 2012 tot € 12,7 miljard in 2015. De invoering van de basis ggz en de overheveling van de wijkverpleging zijn de belangrijkste oorzaken voor de stijging. De NZa verwacht dat deze kostenstijging doorzet.
Vragen en meldingen mondzorg
Het rapport over de stand van de zorgmarkten 2017 geeft verder informatie over het aantal meldingen en vragen dat de NZA ontving. In het eerste t/m derde kwartaal van dit jaar ontving de NZa 1.288 meldingen en 3.758 vragen van consumenten. 8,2% van de meldingen en 11,5% van de vragen gingen over mondzorg. Bij de voorbeeldvragen in het NZa rapport worden met name vragen over de nota genoemd.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/11/tandheelkunde-basisverzekering-stijging.gif230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2017-11-20 07:18:382018-11-15 12:57:38Uitgaven mondzorg basisverzekering stijgen 1,5% in 2018
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.