horizontaal toezicht

Horizontaal toezicht in de zorg: modewoord of verandering controletechnieken op lange termijn?

Horizontaal toezicht is een verzamelbegrip voor een nieuwe manier van controleren van ingediende zorgnota’s. De afgelopen tijd wordt veel geëxperimenteerd met horizontaal toezicht, resulterend in verschillende pilots die gestart zijn. Met horizontaal toezicht wordt het controleproces op een nieuwe wijze ingestoken. Hoe gaat dit in z’n werk?

Werken in de cloud, gegevensoverdracht via blockchain en het belang van big data voor uw organisatie, de media staan steeds vaker vol met ontwikkelingen waar u uw mondzorgpraktijk op moet inrichten. Een andere veelgebruikte term binnen de zorgsector, waar de meeste mondzorgprofessionals al wel van gehoord hebben, is: horizontaal toezicht.

Horizontaal toezicht
Horizontaal toezicht is een verzamelbegrip voor een nieuwe manier van controleren van ingediende zorgnota’s. De afgelopen tijd wordt veel geëxperimenteerd met horizontaal toezicht, resulterend in verschillende pilots die gestart zijn. Met horizontaal toezicht wordt het controleproces op een nieuwe wijze ingestoken. Waar voorheen veelal sprake was van een nacontrole die plaatsvond ver na indiening van de declaraties – in sommige gevallen zelfs 5 jaar nadat deze zijn ingediend – haalt het horizontaal toezicht dit proces in tijd naar voren. Dit heeft tot gevolg dat veel eerder vastgesteld kan worden of correct is gedeclareerd waardoor bijvoorbeeld de jaarrekening eerder opgesteld kan worden. Voordat deze nieuwe manier van controleren kan worden ingezet, moeten nog wel wat tussenstappen worden gezet. Afstemming tussen betrokken partijen, besef van eigen verantwoordelijkheid, professionaliteit en stroomlijnen van de bedrijfsprocessen zijn hier enkele voorbeelden van.

Verschuiving van de regie
Op dit moment is het controleproces zodanig ingericht dat de individuele zorgverzekeraar de regiefunctie op het controleproces heeft. Het is de zorgverzekeraar die bepaalt welke controles wanneer en in welke vorm worden ingestoken. Dat betekent dus dat u als zorgaanbieder lijdend voorwerp bent. U bent afhankelijk van de keuzes die de zorgverzekeraar maakt. Resultaat hiervan kan zijn dat u geconfronteerd wordt met een vordering naar aanleiding van een fout in de bedrijfsvoering uit het verleden die 5 jaar heeft doorgewerkt (sneeuwbaleffect). Daarbij komt dat alle individuele verzekeraars te pas en te onpas controles uitvoeren waardoor u bijna meer tijd kwijt bent aan het afleggen van verantwoording richting de zorgverzekeraar dan aan uw professie en passie: mondzorg verlenen.

Horizontaal toezicht verandert deze beide aspecten. Het is niet langer de individuele zorgverzekeraar die bepaalt welke controles wanneer uitgevoerd worden maar dit is een samenspel tussen de zorgverzekeraars (ZN) en de zorgaanbieders (de beroepsverenigingen in de mondzorg). Hiermee krijgt u meer regie op het controleproces.

Deze regie zit bijvoorbeeld al op het feit dat voorafgaand aan de controle gezamenlijk een toezichtkader moet worden opgesteld. Hierbij moet u denken aan het gezamenlijk opstellen van de spelregels van de controle. Wat is het controleplan? Met welk doel wordt de controle ingestoken en wanneer is er voldoende zekerheid over de ingediende declaraties? Een ander voorbeeld van verplaatsing van de regiefunctie is het feit dat u gedurende het jaar niet meer verrast wordt door de controles die zorgverzekeraars aankondigen. Als bijkomend voordeel van horizontaal toezicht is dat zorgverzekeraars de controle gezamenlijk zullen uitvoeren gebaseerd op het representatiemodel. De gedachte hierachter is dat de grootste twee verzekeraars namens de andere verzekeraars de controle uitvoeren waarbij deze de gesprekspartners en penvoerder zijn.

Doorlopend proces
Ook het risico dat in het verleden gemaakte fouten u blijven achtervolgen zal als gevolg van horizontaal toezicht aanzienlijk verminderen. Waar voorheen op incidentele basis gecontroleerd werd biedt horizontaal toezicht de mogelijkheid van een doorlopend proces waarin tijdig bijgestuurd kan worden. Een fout uit het verleden zal dus niet pas vijf jaar later geconstateerd worden met het gevolg dat verzekeraars alle declaraties over deze periode afkeuren. U kunt tijdig bijsturen indien in een jaar een inrichtingsfout wordt geconstateerd.

Voorbereiding op horizontaal toezicht
Hoewel op dit moment nog vooral wordt geëxperimenteerd met deze nieuwe vorm van controleren ziet het er naar uit dat zorgverzekeraars maar ook de NZa deze ontwikkeling stimuleren. Het is dus verstandig om vooruitlopend hierop kritisch te kijken naar de manier waarop uw bedrijfsprocessen zijn ingericht. In eerste instantie lenen vooral controles van formele aard of met een helder beschreven norm zich voor horizontaal toezicht. Dit zijn controles die veelal (grotendeels) zwart-wit zijn en waar in de praktijk weinig discussie over bestaat, denk aan: “Is – in strijd met de NZa-tariefbeschikkingen – naast prestatie X niet onterecht ook prestatie Y in rekening gebracht?” “Is voor materiaal – en techniekkosten niet méér in rekening gebracht dan de NZa-tarieflijst ‘Tandtechniek in Eigen Beheer’?”

Niet zorgverzekeraarspecifiek
Dergelijke controleregels zijn niet zorgverzekeraarspecifiek, waardoor deze voor alle declaratieregels gelden. De idee van deze controle is dat zorgaanbieders evidence based  verantwoorden dat aan de controlepunten is voldaan. Bij deze vorm van controle zullen partijen elkaar moeten vertrouwen op de uitkomsten ervan. Hierbij kunnen waarborgen binnen de organisatie of in de aanlevering van de controlebevindingen helpen. De inrichting van de governance is hierbij van groot belang. Zijn er voldoende checks and balances die de betrouwbaarheid van de controlebevindingen garanderen?

Alleen maar positief?
Als zorgaanbieder heeft u op dit moment veelal nog de keuze om mee te werken aan horizontaal toezicht. Indien u hier niet voor kiest dan wordt nu nog op het reguliere proces gecontroleerd. Zoals met elke keuze het geval is, kent deze voor- en nadelen. Horizontaal toezicht kan u als mondzorgaanbieder meer regie geven over wat gecontroleerd wordt en onder welke omstandigheden. Maar kiezen voor horizontaal toezicht betekent ook dat u zelf uw eigen fouten inzichtelijk moet maken, de consequenties daarvan moet dragen en het zelfonderzoek dat met horizontaal toezicht samenhangt een jaarlijks terugkerend proces is. Daarnaast zal deze controlemethodiek nog verder ontwikkeld moeten worden omdat er nog veel vraagstukken openstaan. Te denken valt aan de mededingingsaspecten van controles, de samenloop van horizontaal toezicht en materiële controles of doelmatigheidscontroles, de rechtmatigheid van verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens, de afrekening naar aanleiding van bevindingen met de gerepresenteerde verzekeraars etc.

Conclusie
Horizontaal toezicht is meer dan enkel een modewoord en zal naar onze verwachting het controleproces van de komende jaren verder gaan inkleuren. Hoewel op dit moment horizontaal toezicht nog veelal een keuze is, is het de vraag of u deze keuze in de toekomst zult blijven houden. U doet er daarom verstandig aan de ontwikkelingen in het kader van horizontaal toezicht de blijven volgen en uw organisatie voor te bereiden op deze nieuwe vorm van controles.

Door:
Eldermans|Geerts – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs

Kosteloos seminar: Horizontaal toezicht
Aangezien wij in de praktijk zien dat veel (mond)zorgaanbieders zich afvragen of horizontaal toezicht ook in hun specifieke situatie relevant en nuttig is, en op welke manier het horizontaal toezicht dan kan worden ingevuld, organiseren wij op 12 september a.s. een kosteloos seminar waarin wordt ingegaan op vragen als: “Wat is er voor nodig om horizontaal toezicht op een juiste manier te implementeren? Is horizontaal toezicht er ook voor ongecontracteerde zorgaanbieders? Kunnen zorgverzekeraars met horizontaal toezicht de recht – en doelmatigheid van zorg vaststellen?” Ook zullen tips & tricks en do’s en don’ts gedeeld worden.

Aan deelname zijn geen kosten verbonden, maar het aantal plaatsen is beperkt. Meer informatie en aanmelden.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Score - beoordeling

Wat is de toegevoegde waarde van protocollen?

Waarom wil je eigenlijk een protocol opstellen? En wat heb je eraan? Vragen die ik de tandarts stel om zijn of haar beweegredenen te horen. Helaas wordt regelmatig aangegeven “dat de praktijk protocollen moet hebben”. Dit resulteert erin, dat protocollen worden gekopieerd en als bewijs voor IGZ in de kast verdwijnen: een gemiste kans.

Regelmatig vragen praktijken mij om te ondersteunen bij het opstellen van protocollen. Waarom wil je die eigenlijk? En wat heb je eraan? Vragen die ik de tandarts stel om zijn of haar beweegredenen te horen. Helaas wordt regelmatig aangegeven “dat de praktijk protocollen moet hebben”. Dit resulteert erin, dat protocollen worden gekopieerd en als bewijs voor IGZ in de kast verdwijnen: een gemiste kans.

“Omdat het moet!”
Het opstellen van protocollen ‘omdat het moet’ is mijns inziens verkeerd. Deze insteek komt voort uit de grote onzekerheid en angst, die er bij tandartsen heerst over een eventueel bezoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Deze angst vormt de aanzet tot het opstellen van protocollen. Echter, handelend vanuit deze angst zullen de protocollen geen toegevoegde waarde opleveren voor de praktijk. Het zal alleen enigszins de onzekerheid bij de tandarts wegnemen.

Is er toegevoegde waarde?
Volgens mij zijn er op hoofdlijnen vier voordelen te benoemen bij het opstellen van protocollen. Deze voordelen heb ik hieronder in volgorde van belangrijkheid opgesomd:

  1. Creëren van een leermoment
    Het opstellen of herzien van de protocollen is een uitgelezen moment met het team om de tafel te gaan. Dit overleg richt zich er vooral op te inventariseren waar de werkwijze onderling afwijkt en of de werkwijze overeenkomt met de geldende eisen (bijvoorbeeld vanuit de WIP-richtlijn). Deze onderlinge afstemming zorgt voor duidelijkheid en levert de grootste toegevoegde waarde binnen het proces van protocolleren.
  2. Vastleggen van afspraken
    Door alle afspraken vervolgens daadwerkelijk vast te leggen in een protocol, heeft de praktijk altijd een duidelijke basis liggen om op terug te kunnen grijpen. Het protocol zorgt dus voor duidelijkheid voor nu en in de toekomst.
  3. Inwerken van nieuwe medewerkers
    Als het team draait en alle afspraken worden nageleefd, kan dit betekenen dat de protocollen voor langere tijd in de kast verdwijnen. Helemaal niet erg, want dat betekent dat het team op uniforme wijze en conform de geldende eisen werkt. Wanneer een nieuwe medewerker in de praktijk komt, is het een uitgelezen moment om hem of haar via de protocollen goed in te werken. Een gemiste kans als de protocollen dan niet op tafel komen.
  4. Verantwoorden naar IGZ
    Tot slot, is het uiteraard van belang om verantwoording te kunnen afleggen over de werkwijze binnen de praktijk. Onder andere naar de IGZ. Echter, dit levert de minst toegevoegde waarde op voor de praktijk en het team.

Conclusie en advies
Praktijken handelen nog te veel vanuit de angst voor een bezoek van de IGZ. Echter, door meer te handelen vanuit eigen perspectief zullen de maatregelen en veranderingen van grotere toegevoegde waarde zijn voor de praktijk zelf. Je doet het niet meer ‘omdat het moet’, maar ‘omdat we er beter van worden’. En dan ben ik ervan overtuigd, dat elke praktijk zich ook prima kan verantwoorden richting de IGZ.

Door:
Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO. De Dental Management Toolkit helpt bij het management van uw praktijk, met protocollen, video’s en tips. Onderdeel van de toolkit zijn onder andere voorbeeldprotocollen en adviezen.

Lees meer over: Inspectie, Management, Praktijkhygiëne, Thema A-Z
Kidsfabriek

300 kindergebitten gepoetst tijdens Kidsfabriek

Op 19 augustus vond voor de vijfde keer Kidsfabriek plaats in de SSP-hal te Ulft. Een team van 10 mondhygiënisten en studenten ontvingen 300 kinderen en hun ouders bij de workshops tandenpoetsen, zuurgraad meten en de quiz. Zij deden dit voor de vierde keer waarbij steeds bleek dat hun team moest uitbreiden vanwege hun populariteit.

De laagdrempeligheid en de communicatieve vaardigheden van het team zorgden ervoor dat de kinderen daadwerkelijk hun gedrag rondom hun mondgezondheid willen aanpassen. Het concept van de Mond

hoek bij Kidsfabriek is een voorbeeld voor een speel- en leerevenement voor kinderen en hun ouders/verzorgers binnen de mondzorg.

 

Gezondheidsitem
In het eerste jaar (2014) van deelname werd de Silvoldse Lieneke Steverink-Jorna gevraagd door de organisatie van Kidsfabriek om mee te doen aan het gratis evenement voor kinderen van 4-12 jaar waarbij regionale verenigingen zich presenteren. Zij wilden hier een gezondheidsitem aan toevoegen en kwamen zodoende bij mondhygiënist Steverink terecht. Samen met Yvonne Buunk-Werkhoven besloot zij om er aan mee te doen en maar eens te zien wat er op hen afkwam.

“Wij verwachtten niks, want welk kind stapt er spontaan op een mondhygiënist af? Maar het meten van de pH van drankjes bleek een ware hit en ook het krijgen van roze tanden na gebruik van de plakverklikker vonden ze enorm grappig. We kwamen echt handen tekort.”

Het jaar erop nam Steverink drie collega’s mee. Maar ook dit bleek te weinig en zelfs de aanwezigheid van zeven mondhygiënisten tijdens de editie in 2016 was nog te krap. Het succes werd opgemerkt door commerciële partijen waardoor naast de handtandenborstel ook het gebruik van de elektrische borstel kon worden voorgedaan en een tas vol verrassingen kon worden meegegeven.

Wetenschappelijk onderzoek
Na observatie en ervaringen werd in 2015 wetenschappelijk onderzoek gestart en dat werd in 2016 doorgezet. Ouders en kinderen werden aan een vragenlijst onderworpen die momenteel worden uitgewerkt ter publicatie.  Inmiddels zijn er in diverse landen posterpresentaties geweest op internationale conferenties waaruit blijkt dat de meeste kinderen het niet enkel ‘erg leuk’ vinden, maar ook waarderen om de poetsworkshop van de mondhygiënisten te ontvangen. Bovendien blijkt dat zij na de poetsles van de mondhygiënist op Kidsfabriek welwillend staan tegenover het veranderen van hun poets- en eetgedrag.

preventie

Voorbeeld
Kidsfabriek is inmiddels een begrip in de (inter)nationale mondzorg en het wordt als een goed voorbeeld gezien hoe mondhygiënisten zich buiten de praktijkmuren kunnen inzetten. Zodoende kunnen zij zich vooraan in de zorg  positioneren zodat zij op tijd de corebusiness van het vak kunnen uitoefenen. Promotie van goede zelfzorg en preventie van mondziekten is immers een must voor het behouden van een goede algehele gezondheid en sociaal welbevinden. Daarom hielpen dit jaar ook mondzorgstudenten mee om ervan te leren. Dit jaar zal Steverink een college geven aan een opleiding tot Mondhygiënist over de Mondhoek van Kidsfabriek.

Vervolg
Kinderen waarvan bleek dat ze meer preventie aangeboden moeten krijgen, ontvingen een ‘poetsdiploma A’ en een aanbeveling voor een vervolgbezoek aan een eigen mondhygiënist.

Deelnemende mondhygiënisten
De volgende mondhygiënisten en studenten namen deel aan Kidsfabriek:

Lieneke Steverink-Jorna (Mondhygiënist, Silvolde)

Christianne Ketelaar-Westerman (Mondhygiënist, Lichtenvoorde)

Nevin Kenger (Mondhygiënist, Nijmegen)

Kristina Takrovskaja (Mondhygiënist, Amsterdam)

Suzanna Aleksanjan (Mondhygiënist, Doetinchem en Dinxperlo)

Marigeth Eimers-Deira (Mondhygiënist, Zutphen)

Roos van Sambeek (Mondhygiënist, Lent)

Anna Christina Nassif (Student Tandheelkunde, Purmerend)

Safaa Soultana (Student Mondzorgkunde, Nijmegen)

Liza van Loo (Student Mondzorgkunde, Nijmegen)

kindergebittenteamkidsfabriek

 

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
obesitas

Obesitas en gedragsverandering

Tussen de 40 en 50% van de Nederlandse volwassenen heeft last van overgewicht. Met meer bewegen, minder drinken, gezonder eten en stress vermijden zou gemiddeld een jaar of tien aan ons leven toegevoegd kunnen worden. Maar hoe verander je gedrag? Alles draait om bewustwording en gedragsverandering. Verslag van de lezing van em. prof. dr. Ivan Wolffers.

Met applaus en gejuich werd Wolffers op het podium ontvangen. Op de Powerpoint verscheen de dia met de titel van zijn presentatie, welke gedurende de gehele presentatie zo bleef staan. Wolffers gebruikte dus geen Powerpoint en bleek deze ook niet nodig te hebben. Geboeid bleven we luisteren….

De schuld van de evolutie
Hoe vaak men ook vertelt dat er gestopt moet worden met snoepen – gedragsverandering blijft moeilijk. De mens is een product van de evolutie, dat allerlei omstandigheden, zoals schaarste, heeft overleefd. Hiervan hebben we geleerd dat als er genoeg is, we dit ook tot ons moeten nemen.

Suiker
Hetzelfde geldt voor suiker. Mensen die geen suiker aten zijn uitgestorven. Zonder suiker kunnen de hersenen niet werken, maar waarom zou men zomaar suiker gaan eten. Lekker? Maar dat weet het niets wetende lichaam niet. Het moet aangeleerd en dat gebeurt zoals alles dat belangrijk voor het overleven van de mens noodzakelijk is: we krijgen een flinke stoot dopamine, wat ervoor zorgt dat we steeds naar die dopamine verlangen. Ook komt er oxytocine bij vrij en dat voelt heerlijk.

Verslaafd
Inmiddels zijn we jaren verder en is het niet meer zo handig om zoveel suiker te consumeren. Tegenstrijdig genoeg zijn we dit wel normaal gaan vinden. Cola is overal verkrijgbaar en de hele dag door kan worden gekozen wat we willen eten en drinken. Aan water zijn we lichamelijk goed aangepast, maar aan cola niet. Een cola in de week is oké, maar vaak blijft het daar niet bij. Onderzoekers die samenwerken met de voedingsindustrie beweren dat je niet van een verslaving kunt spreken, maar een seksverslaving of een gokverslaving verloopt ook via dat dopaminemechanisme.

Roken
Roken is weer een ander verhaal. Nicotine is een sterk verslavende stof. Het is een hele kunst geweest van de tabaksindustrie om te doen geloven dat het stoer is omdat nicotine geen enkel voordeel heeft voor het functioneren van ons lichaam. Mensen willen soms niet eens geloven dat het echt zo slecht is, wat het gedrag van een roker heel moeilijk veranderbaar maakt.

Niet te veel en niet te weinig
De glucosewaarde van ons bloed moet op peil blijven, maar een te veel aan glucose kan niet worden verwerkt. Insuline kan hier een oplossing voor bieden, maar kan dit als men veel suiker gebruikt nauwelijks meer bijbenen. Daardoor ontstaat het metabool syndroom wat vervolgens diabetes 2 kan veroorzaken. Dit krijgt men steeds vroeger en vaker. Dat hoort niet zo te zijn, en kost de samenleving ongelooflijk veel – 5 miljard euro – aan zorg en ook nog een 5 miljard euro aan indirecte kosten.

Geniet nu het kan
Diabetes 2 heeft gevolgen voor de gezondheid van hart en bloedvaten. Uiteindelijk gaat iedereen dood, maar liever laat dan vroeg. “Het leven is te kort – we moeten nu genieten!”, is iets wat tegenwoordig vaak wordt gezegd. Dit biedt echter geen enkele reden om niet onze uiterste best te doen om ziektes als diabetes 2 te voorkomen.

Etiketten
“Heeft u wel eens etiketten gelezen? Wat goed!”, zei Wolffers. Deze zijn echter vaak zeer verwarrend. We hebben vaak niet de kennis in huis om goed te kunnen bepalen wat nou wel en niet gezond is. Toch denken veel mensen tegenwoordig verstand te hebben van voeding en coaching.

Gewend verwend
Beweging is net zo belangrijk ter voorkoming van diabetes 2 en overgewicht, maar voldoende beweging is niet zo vanzelfsprekend meer. We hebben een auto en hebben voldoende geld om iemand voor de huishouding aan te nemen waarmee veel calorieën verbrand zouden kunnen worden. Ook wordt vaak de lift gepakt in plaats van de trap, terwijl dit soort kleine dingen juist het verschil kunnen maken. Vaak wordt er wel gefitnesst, omdat dit uitdagender zou zijn, maar dat is onvoldoende.

Kennis
Mensen uit achterstandswijken hebben minder toegang tot informatie en kampen soms met een iets grotere genetische aanleg voor dik worden. De een wordt eenvoudig dikker dan de ander. Door mensen die dik worden te laten weten dat het nu eigen schuld is, blijken ze nog dikker te worden. Mensen een stigma bezorgen is niet bepaald een goede vorm van preventie. Het is niet altijd iemands schuld dat hij niet gezond leeft.

Wat al veel zou helpen, is als men meer zou weten over wat goed is en wat ongezond. Op het moment dat iemand niet weet hoe gestopt kan worden met roken, of waar nou precies suikers in zitten, dan is het ook lastig om goede voornemens te vormen. Dat vergt namelijk kennis.

Het zou goed zijn als op scholen bijvoorbeeld het verschil tussen goede en slechte vetten zou worden uitgelegd, en hoe het onderscheid tussen deze het makkelijkst gemaakt kan worden. Ook het verschil tussen gezonde (volkoren) koolhydraten en glad gemaalde koolhydraten is belangrijk. De stap die volgt is dan om deze kennis ook daadwerkelijk te begrijpen en in de praktijk te kunnen brengen.

Bewustwording
Ouders van dikke kinderen zien hun kind vaak als normaal en gezond. Om die reden is er een bewustwordingsproces nodig. Dit kan bijvoorbeeld door beelden van kinderen met overgewicht te vergelijken met kinderen met een gezond gewicht. Hierna zou er met de ouders in gesprek kunnen worden gegaan over de BMI van het eigen kind.

Zelfvertrouwen
Een struikelblok bij gedragsverandering is het hebben van weinig zelfvertrouwen. Bij het veranderen van gedrag denkt men dan al snel “Dat kan ik nooit!”. Dat is een gedachte die veel te vaak voorkomt. Ook hoe je steeds aan het onderhandelen bent met je eigen gedrag (“Maar het is kerst!” of “Maar ik heb gisteren nog getennist”) zouden meer mensen zich bewust moeten worden. Op deze manier kan zelfvertrouwen worden gecreëerd.

Suikerbelasting
Aan veel producten wordt suiker toegevoegd, niet alleen als smaakmaker maar ook om het product langer houdbaar te maken. Dat maakt het erg moeilijk om een gezonde keus te maken.
Een suikerbelasting zou kunnen hieraan kunnen bijdragen. In verschillende landen wordt dit al gedaan, met een positief effect. Ook in Nederland wordt al zeven jaar overwogen om zo’n suikertax door te voeren, maar het blijft voorlopig nog steeds slechts bij overwegen.

Kidsmarketing
Ook kidsmarketing is een probleem. Kinderen zien geweldige reclames over suikerrijke producten, waarvan zij vervolgens hun ouders weten te overtuigen deze voor hen te kopen. Op deze manier raken de kinderen gewend aan de zoete smaak en raken de ouders de controle kwijt. Het verminderen of verbieden van kidsmarketing zou daarom een grote stap in de goede richting zijn. Het is beter als de ouders hun kinderen opvoeden en niet de makers van snoep en frisdrank.

Eerst zien, dan geloven!

Vervolgens moet men zelf het effect gaan beleven van gezond leven. We moeten zien dat we dunner worden en ons beter voelen. Door alle stappen te doorlopen is er een kans op een succesvolle gedragsverandering. Het lijkt lastig, maar is zeker mogelijk!

Em. prof. dr. Ivan Wolffers studeerde in 1975 af als arts. Hij promoveerde in de medische antropologie en werd in 1989 benoemd tot hoogleraar aan de Vrije Universiteit in Amsterdam, waar hij Gezondheidszorg en Cultuur heeft gedoceerd. Sinds de start van zijn loopbaan als arts tot heden schrijft hij over medische onderwerpen, variërend van medicijnen tot de gouden regels voor een gezond leven. Wolffers schreef onder andere romans, kinderboeken, medische voorlichtingsbroeken en wetenschappelijke literatuur. Toen hij is 2002 prostaatkanker kreeg, een kankersoort die wordt aangestuurd door hormonen in vetweefsel, wilde hij afvallen. Hij verdiepte zich in overgewicht en gewichtsverlies. 

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van em. prof. dr. Ivan Wolffers tijdens het NVM-congres.

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
prothese

Anekdote uit de praktijk: Prothese

Het was een normale dag bij mijn werk als mondhygiënist en ik verwelkomde mijn zoveelste patiënt van de dag. Het viel me op dat hij een beetje moeilijk liep, maar ja, ik was zelf ook die dag daarvoor door mijn enkel gegaan. “Zou u om te beginnen uw prothese willen uitnemen?”, vroeg ik de man. Hij gehoorde gelijk. Dit zag er echter iets anders uit dan dat ik voor ogen had. De man haalde direct zijn beenprothese eruit. Dat kon natuurlijk ook nog.

Inzending van Lieneke Steverink Jorna, mondhygiënist

Heeft u ook een bijzondere, leuke, ontroerende of verrassende anekdote uit de praktijk voor plaatsing op dental INFO? 
Stuur ons een e-mail

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
Blue Clinics

Nikinc Dental en LabOral beëindigen samenwerking in Blue Clinics

Per 1 augustus 2017 heeft Nikinc Dental B.V. het aandeel van LabOral in Blue Clinics overgenomen. Blue Clinics biedt oplossingen voor het beheersen van de waterkwaliteit in de mondzorgpraktijk.

Het productengamma, de services en werkwijze zullen onveranderd blijven. Het kantoor is verhuisd naar Eindhoven:
High Tech Campus 10
5656 AE Eindhoven
040-8517585

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
melktanden - kindergebit - lachen - kind

Tekenen autisme op melktanden

Genetische aanleg en omgevingsfactoren worden normaal gezien als de oorzaken van autisme. Uit een recente studie is gebleken dat tekenen van autisme op melktanden gevonden kunnen worden.

Het onderzoek van de Icahn School of Medicine in New York bestudeerde slechts tweelingen, aangezien met name bij eeneiige tweelingen de kans groot is dat beide kinderen autisme kunnen ontwikkelen. Daarnaast zijn tweelingen goed te vergelijken. Er werd specifiek naar melktanden gekeken omdat deze als het waren fungeren als een herinnering. 32 verschillende Zweedse tweelingen werden onderzocht waarbij 12 paren beide met autisme waren gediagnosticeerd en bij 20 paren een van de twee. De controlegroep bestond uit 44 tweelingen zonder autisme.

Gebrek aan mangaan en zink
De melktanden van de tweelingen werden gescand op in welk ontwikkelingsstadium ze zich bevonden en met een laser gescand op verschillende metalen. Het bleek dat bij autistische kinderen lood in de tanden tot 50 procent meer geconcentreerd was dan bij de anderen. Hiernaast bleek dat de kinderen met autisme een gebrek aan mangaan en zink in de tanden hadden. De zinkconcentratie bleek met namelijk vlak na de geboorte laag, en vervolgens te stabiliseren.

Genetische aanleg
De resultaten bevestigen dat genetische aanleg naast omgevingsfactoren een grote rol spelen in het ontwikkelen van autisme. Of dit ook te maken heeft met toxines of voedingstekorten wat betreft de moeder moet nog worden bewezen in verdere studies.

Bron:
Nature

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z
3D-printing in de tandheelkunde

3DHeals 2017 over 3D-printing in de tandheelkunde

Tanden printen voor patiënten? Met de komst van de 3D printer ontstaan er meer en meer mogelijkheden binnen de tandheelkunde. Deze nieuwe technologie werd op de 3DHeals 2017 conferentie in San Francisco besproken.

Wellicht is het nu nog niet mogelijk om tanden werkelijk te printen, maar naarmate de 3D technologie vordert, kan het in de toekomst realiteit worden.

De conferentie
Dit jaar werd de 3DHeals conferentie voor de eerste keer georganiseerd. In totaal waren er meer dan 300 aanwezigen, waaronder tandartsen, ingenieurs, ontwerpers, ondernemers van start-ups en Silicon Valley venture capitalists. Tijdens de presentaties werd er gesproken over hoe tandartsen 3D-printing kunnen gebruiken ter verbetering van patiëntenzorg en over de uitdagingen die deze technologie met zich meebrengt. Volgens de organisatoren is er een kans dat er in 2018 wederom een conferentie zal plaatsvinden.

Nieuwe deuren geopend
Op de conferentie deelden tandartsen ook tips over het leren gebruik maken van deze opkomende technologie. “Het doe-het-zelf segment in de digitale tandheelkunde brengt veel impuls met zich mee, aangezien we nu dingen kunnen doen die enkele jaren geleden nog niet mogelijk waren,” zegt Ivan Chicchon, DDS, een prothetisch-restauratief tandarts in Stockton, Californië. Hij presenteerde een aantal tandheelkundige workshops op de conferentie. “De betaalbaarheid van het 3D-afdrukken op kwaliteit en de beschikbaarheid van de juiste open-source software die we voor tandheelkundige toepassingen kunnen gebruiken, openen veel deuren.”

Video’s en informatie tandheelkundige implantaten
Tijdens zijn eigen workshops liep Dr. Chiccon het gebruik van het Blue Sky Plan-behandelingsprogramma’s voor 3D-grafische chirurgische gidsen door. Op zijn website zijn video’s en andere vormen van informatie te vinden over het maken van tandheelkundige implantaten. Zie hieronder één van zijn video’s: How to make implant denture series.

Heft in eigen handen
Nabeel Cajee, DDS, tandarts en kaakchirurg die zowel in Stickton als Menteca, Californië, werkt, adviseert om zelfstandig 3D-printing te onderzoeken. “Begin zelf met het vertrouwd raken met de software.” Deze vaardigheden worden niet op de tandheelkundige opleidingen onderwezen, merkte hij op. Zijn advies is om zelf op zoek te gaan naar mensen die interessante vorderingen maken op dit gebied en van hen te leren. Het bekijken van een YouTube kanaal is hier een goed voorbeeld van.
“Er is een kloof tussen wat we willen bieden en waar we opgeleid voor zijn.”

Voordelen
Nima Massoomi, MD, DMD, mond-, kaak- en aangezichtschirurg in San Francisco, verklaarde dat 3D-printing de operatie veel voorspelbaarder maakt, minimaal ingrijpt en esthetisch aantrekkelijker is. “De nauwkeurigheid wordt strakker en strakker,” zei hij.

Huidige toepassingen
Tandtechnische laboratoria gebruiken 3D printers om wassen sjablonen van protheses te printen. Deze wordt gebruikt om de uiteindelijke prothese te fabriceren. “In de nabije toekomst zal 3D-printen worden gebruikt om tijdelijke kronen, bruggen en kunstgebitten te maken”, zei Dr. Chiccon.

3D-printing voor protheses


“3D-printen wordt nog niet gebruikt voor het maken van protheses door beperkingen in het materiaal en de resolutie, maar ik denk dat dit snel gaat veranderen,” zei Dr. Chiccon.

“Formlabs heeft aangekondigd dat ze een 3D-printbaar gebitsmateriaal gaan vrijgeven dat gebruikt kan worden voor de protheses. Dit verandert alles. Binnenkort zal deze technologie ook aangeboden worden door de laboratoria aan tandartsen.”

Hindernissen
De tandheelkunde wordt geconfronteerd met een aantal belemmeringen voor werken met de 3D-printtechnologie. Hieronder vallen problemen met betrekking tot vergoeding, kosten, gebrek aan opleiding van tandartsen in het computerondersteund ontwerpen, de technische uitdaging en de schaarste aan software die speciaal ontworpen is voor tandheelkundige toepassingen. Desalniettemin kan de software worden gebruikt om nieuwe dingen te doen en kan het samen werken met de aanbieders hiervan het gebruik van deze technologie enkel bevorderen, aldus Dr. Cajee. “Dit is de toekomst en ik wil er deel van uitmaken.”

Bron:
Dr Bicuspid

Lees meer over: 3D-printen, Thema A-Z
boulimia

Het effect van boulimia op mondgezondheid

Boulimia is niet alleen slecht voor de algemene gezondheid, maar ook voor die van de mond. Professor Andrew Elder highlight de effecten van boulimia en hoe patiënten hier het best geholpen mee kunnen worden, bij gelegenheid van de Eating Disorders Awareness Week die in het Verenigd Koninkrijk plaatsvond begin dit jaar.

Boulimia Nervosa
Rond de 725,000 mensen in het Verenigd Koninkrijk hebben last van een eetprobleem. Met name boulimia nervosa kan grote effecten hebben op de mondgezondheid, aangezien deze groep mensen vaak te maken heeft met overmatig eten om vervolgens over te geven, om gewichtstoename te voorkomen.

Dit probleem kan leiden tot ernstige erosie van de tanden, wat te herkennen is aan onder andere rondere, zachtere en glimmende tanden zonder een duidelijk oppervlak.

Het helpen van patiënten
Wat vaak voorkomt, is dat boulimia patiënten zich hiervoor schamen en het probleem daarom zullen ontkennen. Het kan daarom lastig zijn om dit probleem met de patiënt te bespreken. Het is het beste om zo goed mogelijk te proberen om deze barrières te overkomen en de patiënt zich zo comfortabel mogelijk te laten voelen. Oordeel niet te snel en laat de patiënt rustig uitspreken om achter de aard van de problemen te komen.

Advies
Vervolgens kan het verstandig zijn om een speciaal dieet mee te geven, bestaande uit bijvoorbeeld het drinken van water of melk in plaats van andere drankjes, drinken met een rietje, voorkomen van het rondspoelen van zure dranken in de mond en gebruik van mondwater. Op deze manier kan de mondgezondheid zo goed mogelijk worden bewaard.

Ook kan worden aangeraden de tanden niet direct na het overgeven te poetsen maar in plaats daarvan te spoelen met fluoride mondwater of suikervrije kauwgom met xylitol te gebruiken. Mocht er extra bescherming nodig zijn dan kan dit worden geboden met calcium en fosfaat ionen, om de mineralen weer in balans te brengen en speeksel te stimuleren.

Overkom het probleem
Boulimia is een probleem dat ongelooflijk moeilijk is om te overkomen, terwijl dit wel extreem belangrijk is – ook voor de gezondheid van het gebit.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Ivoclar Vivadent

Overname Kapanu AG door Ivoclar Vivadent

Ivoclar Vivadent AG (Liechtenstein) gaat met de overname van het Zwitserse opstartbedrijf Kapanu AG samenwerken aan de ontwikkeling van innovatieve tandheelkundige toepassingen.

Kapanu AG
Kapanu AG is een start-up en spin-off bedrijf van ETH Zürich. Het bedrijf is opgericht in 2015 en bestaat uit een team van wetenschappers en ontwikkelaars, die zich specialiseren in het produceren van geavanceerde software voor de dentale industrie. De twee bedrijven zullen samenwerken om innovatieve tandheelkundige applicaties te ontwikkelen, die real-life processen koppelen met de digitale wereld. Het hoofddoel is om te bepalen hoe “Augmented Reality” moet worden gebruikt om tandheelkundige diagnostiek, casusanalyse en behandelingstherapieën te vergemakkelijken.

Ivoclar Vivadent
Ivoclar Vivadent, met hoofdkantoor in Schaan, Liechtenstein, is een toonaangevende internationale fabrikant en leverancier van innovatieve materiaalsystemen voor hoogwaardige tandheelkundige toepassingen. Het bedrijfssucces is gebaseerd op een uitgebreide portfolio van producten en systemen, R&D en een duidelijke focus op het gebied van training en educatie. Het bedrijf heeft dochterondernemingen in 25 landen en meer dan 3.500 werknemers wereldwijd.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
Chief dental officers

Nieuwe website van FDI over activiteiten Chief Dental Officers

De FDI lanceerde onlangs een nieuw onderdeel op haar website voor de Chief Dental Officers (CDO) / Dental Public Health (DPH).

Op de pagina vindt u informatie over de activiteiten van de CDO/DPH: rapporten, voorbereidingen voor het FDI World Dental Congress en namen van de leden van de vijf executive board leden – waaronder uit Nederland Yvonne Buunk-Werkhoven, gepromoveerd psycholoog, onderzoeker en mondhygiënist. Ook bevat de pagina een lijst met de CDO’s van de verschillende landen, waarop Paul Boom voor Nederland genoemd is.

Jaarlijks FDI-congres
Het FDI congres wordt dit jaar van 29 augustus – 1 september in Madrid gehouden.

Lees meer over: Markttrends, Samenwerken, Thema A-Z
interprofessioneel samenwerken

Interprofessioneel samenwerken, hoe gaat dat in zijn werk?

Bij patiënten met een ernstige ziekte zijn vaak veel verschillende zorgverleners betrokken uit verschillende disciplines en organisaties. Het is in het belang van de patiënt dat al deze zorgverleners hun zorg op elkaar afstemmen en samenwerken. De tandarts en mondhygiënist hebben er vanuit hun professionaliteit belang bij zich te mengen in het team rondom de patiënt.

Op het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht (HU) over ‘De interprofessionele mondhygiënist’ besprak dr. Liesbeth Haverkort – diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU – hoe de verschillende zorgverleners rondom een patiënt interprofessioneel kunnen samenwerken.

Praktijkvoorbeeld
Aan de hand van een praktijkvoorbeeld wordt getoond met hoeveel zorgverleners een patiënt te maken kan krijgen. In het voorbeeld gaat het om een 53-jarige man, die al vijf jaar lijdt aan Chronische Lymfatische Leukemie (CLL). Hij heeft al diverse curatieve behandelingen ondergaan, zoals chemotherapie (CHOP-kuren) en experimentele immunotherapie (voorloper Ibrutinib). Hij komt in aanmerking voor een allogene stamceltransplantatie (van een donor), maar daarvoor krijgt hij eerst drie R-DHAP-kuren.

Veel betrokken zorgverleners
Deze patiënt komt zeer veel zorgverleners tegen gedurende zijn ziekte. In de eerste fase van zijn ziekte uiteraard de huisarts, die hem verwijst naar de hematoloog, waarna hij ook bij de apotheker terechtkomt. Vrijwel direct worden ook de diëtist en de fysiotherapeut ingeschakeld. Daarna volgen de maatschappelijk werker en de medisch psycholoog.

Tijdens de R-DHAP-kuren kunnen veel bijwerkingen optreden. Bij deze patiënt trad reductie op van het gehoor, waardoor hij bij de KNO-arts belandde voor een consult. Tevens kreeg hij een candida-infectie in de mond en het maagdarmkanaal, waarvoor hij de dermatoloog moest bezoeken.

Na de kuren moest een verwante donor gezocht worden. De verpleegkundige informeerde de patiënt over de voorbereiding op de stamceltransplantatie. Hiervoor kreeg hij eerst nog een kuur: ATG, chemotherapie en radiotherapie.

Mondzorgverleners
Vanaf één week voor de stamceltransplantatie (SCT) kwamen de mondhygiënist en tandarts ook nog in beeld als zorgverleners, omdat de SCT ook gevolgen had voor de mondgezondheid van de patiënt, zoals:

  • droge mond;
  • veranderingen van het orale microbioom;
  • Herpes Simplex en Epstein-Barr-virus;
  • ulcera in de (niet-)gekeratiniseerde slijmvliezen;
  • aanwezigheid aantal gramnegatieve bacteriën;
  • associatie tussen bacteriëmie tijdens neuropene fase na SCT en een geïnfecteerd parodontium.

Niet iedereen krijgt dezelfde bijwerkingen na een SCT; er is een grote diversiteit aan problemen tussen de verschillende patiënten.

Zorg thuis
Bij thuiskomst komen er nog meer zorgverleners bij. De SCT is slechts het begin van een heel lang traject. Of iemand uit het ziekenhuis ontslagen kan worden en verpleegkundige zorg aan huis geïndiceerd is, hangt af van de mate waarin de patiënt voor zichzelf kan zorgen. Dit kan beoordeeld worden aan de hand van de volgende punten:

  • zelfredzaamheid;
  • conditie;
  • beroep kunnen doen op mantelzorg;
  • risico op ondervoeding/verwaarlozing, risicofactoren hierbij zijn:
    • mannelijk geslacht;
    • alleenwonend;
    • hogere leeftijd;
    • wonend in een instelling;
  • verpleegkundige thuiszorg:
    • monitoren voedingstoestand – beweegpatroon – mondzorg;
    • inzicht in woon- en leefsituatie;
    • zelfredzaamheid;
    • algehele conditie.

Shared decision making
Veel patiënten halen informatie over hun behandeling van internet. De zorgverlener kan helpen om hier de relevante informatie uit te halen. De patiënt is een klant geworden die centraal staat. Dat betekent in de praktijk:

  • Laat de patiënt het beleid mee bepalen.
  • Respecteer specifieke wensen en keuzes (= lifestyle).
  • Maak gebruik van zijn/haar deskundigheid.
  • Lever bruikbare en zinvolle informatie om te komen tot een optimaal beleid.
  • Houd rekening met het opleidingsniveau van de patiënt.

Interprofessioneel samenwerken in de praktijk
In zorg en welzijn zijn er heel wat initiatieven op het gebied van samenwerking tussen professionals zichtbaar. Hierbij formuleren de disciplines een gezamenlijk doel en hanteren een gemeenschappelijke taal die voor alle betrokkenen begrijpelijk is. Kwaliteit en perspectieven van de ander worden gezien als complementair en waardevol.

Voor interprofessioneel samenwerken is een interactieve inzet van de betrokken professionals nodig. Dit vraagt een hoog niveau van communicatie, wederzijdse planning, collectieve beslissingen en gedeelde verantwoordelijkheid. Interprofessioneel werken begint met de vraag: ‘Kennen wij elkaar? Hebben wij wel het juiste beeld van elkaar?’

Mondhygiënisten
Behandeling gebeurt in ziekenhuizen via een Diagnose Behandeling Combinatie (DBC), waarbij er geld beschikbaar is voor het gehele behandeltraject van alle zorgverleners. Voor mondhygiënisten en tandartsen is het belangrijk zich kenbaar te maken, zodat ook zij hieruit mee kunnen delen.

Haverkort richtte zich tot slot direct tot de mondhygiënisten: “Weten zij dan dat u belangrijk genoeg bent om het geld op te eisen? Als de dokter u niet kent, dan doet u niet mee in de verdeling. U moet uzelf in de markt zetten. Denk niet dat u achterover kunt leunen. Laat zien wat u kunt als u in zo’n team zit en toon dat u bereid bent om mee te werken.  Weet wat uw toegevoegde waarde is. Neem de houding aan waarin u uw toegevoegde waarde laat zien

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van de lezing van dr. Liesbeth Haverkort, diëtist, klinisch epidemioloog en Hogeschool Hoofddocent Mondzorgkunde HU, tijdens het symposium van de opleiding Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht over ‘De interprofessionele mondhygiënist’.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Samenwerken, Thema A-Z
faalangst

Hoe gaat u om met faalangst? Bij uzelf of uw stagiair

Iedereen heeft wel eens faalangst. Maar als het een grote vorm aanneemt, kan het prestaties behoorlijk in de weg staan. Hoe gaat u hiermee om? Hoe haalt u het beste uit uzelf én uw stagiair?

Wat is faalangst?
Faalangst doet zich voor bij bepaalde taken die u zichzelf stelt. U bent dan bang ergens in te mislukken. Zodra zo’n taak voorbij is, verdwijnt ook de faalangst. De angst keert echter weer terug wanneer u voor dezelfde taak staat. Onder faalangst wordt dus simpelweg verstaan: de angst om te falen. Dit is op zich niet negatief. Ieder mens is tot op zekere hoogte bang om te falen. Bij faalangst is er echter sprake van irrationele angst, die niet in verhouding staat tot de gestelde taak of opdracht.

Het belangrijkste en vaak ook het vervelendste is echter dat u door faalangst niet meer goed in staat bent helder na te denken: uw denkvermogen blokkeert. Dit zorgt ervoor dat de resultaten uitblijven of sterk tegenvallen. Normaal gesproken is het niet zo erg als iets een keer mislukt, maar naarmate het aantal mislukte pogingen toeneemt, groeit de faalangst. Daardoor wordt het telkens moeilijker dezelfde taak succesvol af te ronden.

Herkennen van faalangst
Als iemand last heeft van faalangst, gaat z’n hart sneller kloppen en neemt de bloed- en zuurstoftoevoer naar armen, handen, benen en voeten toe. Daardoor krijgt hij warme of koude handen en begint hij te zweten. Andere lichamelijke verschijnselen zijn verkramping van de maag, droge lippen en trillen of bibberen. Ook moet hij vaak nodig naar het toilet. De spanning verhoogt de ademhaling, wat kan leiden tot benauwdheid en in het uiterste geval verlies van bewustzijn door hyperventilatie. Bij extreme vormen van faalangst kan totale lichamelijke verkramping optreden.

Het beeld dat mensen hebben van een faalangstig persoon is een stil en schichtig figuur die onzekerheid uitstraalt. Iemand met opgetrokken schouders en gebogen hoofd. Ervaren faalangstigen bedenken echter vele manieren om hun onzekerheid te verbergen. Vaak schamen zij zich voor hun faalangst en weten ze dat zij als een zwakkeling worden gezien bij het tonen van onzeker gedrag. Het worden aangezien als zwakkeling voelt dan als falen.

Dont’s

We proberen anderen vaak te motiveren door goed bedoelde uitspraken. Maar vaak werkt dit averechts.

Doe je best
Iemand die deze opdracht krijgt, zal keihard gaan werken. Het resultaat doet er niet toe. En omdat het resultaat er niet toe doet, kun je voor jezelf ook niet nagaan of je slaagt of faalt. Wie altijd hard werkt, maar geen resultaat behaalt, heeft het gevoel te falen: nu heb ik hard gewerkt, maar waarvoor eigenlijk?

Doe me een plezier
Iemand die zakt/faalt na deze uitspraak, krijgt het gevoel dat hij niet meer aardig wordt gevonden.

Wees sterk
Mensen verbergen hun spanning bij deze opdracht. Ze zijn dan zo druk met het wegstoppen van emoties dat ze hun denkvermogen hieraan opofferen.

Schiet op
Eeuwige opschieters komen nergens aan toe; altijd zijn ze op weg naar het volgende. Plezier aan het afronden van een taak hebben ze dus niet.

Wees perfect
“Jammer van dat ene foutje”. Niemand is perfect, maar dit wordt dan wel van hen gevraagd. Bij dit soort uitspraken, faalt iemand voor z’n gevoel dus altijd. Een 9,8 is niet goed genoeg.

Do’s

• Laat iemand van zijn eigen fouten leren. Behoed niet voor fouten want dan wordt iemand onzeker en zal hij u altijd nodig hebben.

Laat zwak gedrag toe
Als u zwak gedrag accepteert van een ander, dan zal die ander zich gesterkt voelen om zichzelf te zijn. Er valt een last van zijn schouders af en hij kan weer verder. Maar blijf hier niet te veel aandacht aan schenken zodat diegene niet continu in een slachtofferrol blijft hangen.

Laat de faalangstige zijn gedachten omschrijven
Vraag of deze gedachten reëel zijn en of het helpende gedachten zijn.

Laat iemand zelf zijn fouten ontdekken
Dat er sprake is van falen vindt een faalangstige al erg. Maar als u deze ook nog ziet en benoemt voelt hij zich helemaal vreselijk. Laat de faalangstige de fouten bedenken op een rustige plek en tijdstip. Voer geen druk uit. Laat hem het even rustig opschrijven.

Geef goede feedback
Zonder veroordelingen of op de persoon gericht.

De truc
Maak onderscheid tussen ‘Ware’ en ‘Onware’ gedachten als sleutel. Ga als volgt te werk:

Stap 1
• Omschrijf de spannende gebeurtenis
• Ga na hoe ver van te voren u al spanningen voelt
• Neem het vroegste punt als startpunt
• Ga na hoe lang u na de gebeurtenis nog spanningen voelt
• Neem dit als eindpunt
• Deel het startpunt tot het eindpunt op in tussenstations

Stap 2
• Beschrijf hoe u zich voelt bij elk punt
• Beschrijf bij elk punt welke gedachten er zijn of waren

Stap 3
• Bepaal bij iedere gedachte of het een helpende of een niet-helpende is; wordt u er extra zenuwachtig van of is het een rustgevende gedachte? Helpt het uw doel te bereiken?
• Kloppen de niet-helpende gedachten echt?

Stap 4
• Vervang niet-helpende gedachten door helpende gedachten
• Herhaal deze helpende gedachten 100.000 keer per dag totdat u erin geloofd

Voorbeeld
Een student moet een praktijktoets afleggen en denkt hierbij het volgende:
• Ik zal wel weer zakken
• Want ik ga weer trillen
• En als ik tril dan kan ik niet toetsen
• Ze zullen me een watje vinden
• De docent schrijft, dus ik doe iets fout

Dit zijn allen niet-helpende gedachten die niet kloppen want:
• Je kunt niet weten of je zakt: je kunt niet in toekomst kijken
• Wie zegt dat je gaat trillen?
• Wie zegt dat je zal blijven trillen?
• Kan je weten wat een ander denkt?
• Wie zegt dat de docent de fouten opschrijft?

Om dit in te zien, heeft de student in het begin hulp nodig. Later kan hij dit zichzelf gaan bedenken.

Omzetten in helpende gedachten
• Ik kan niet van te voren weten of ik zak. Dat ik de vorige keer zakte wil niet zeggen dat ik nu ook zak. Ik heb namelijk goed geoefend en dat ging ook goed.
• Ik hoef helemaal niet te gaan trillen.
• Ik kan stoppen met trillen.
• Ik kan niet weten of ze me een watje vinden. En wat dan nog?
• Ik weet niet of de docent mijn fouten noteert, ze schrijft vast ook op wat ik goed doe.

Andere tips
• Pas ontspanningsoefeningen toe zoals:
– buikademhaling
– terugdenken aan een mooie plek of gebeurtenis
– Spannen en ontspannen van spieren
• Geniet van de dingen die goed gaan
• Benadruk als ‘coach’ de dingen die goed gaan

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Bron:
Overwin je faalangst, door Ard Nieuwenbroek en Jan Ruigrok
Therapiehulp.nl
Eigen ervaringen

 

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z
Strenger schoolbeleid suikerinname heeft positieve invloed op mondgezondheid kinderen

Strenger schoolbeleid suikerinname heeft positieve invloed op mondgezondheid kinderen

Een strak schoolbeleid voor suikerinname zorgt voor een betere mondgezondheid. Dit blijkt uit onderzoek uit Nieuw-Zeeland

Belang goede voeding
In Nieuw-Zeeland zijn er geen vastgestelde regels waar scholen zich aan moeten houden, al zijn er enkele scholen die zelf een voedingsbeleid hebben geïmplementeerd om betere gezondheid te promoten. Naar aanleiding van het beleid van de Yendarra School in Auckland hebben de onderzoekers het onderzoek gestart. Het beleid houdt in dat er alleen nog water wordt toegelaten toe als drank op de school en er ook gezorgd word voor gratis flesjes water voor de kinderen. Daarnaast worden ouderen ook gestimuleerd om gezonde lunches te bereiden voor hun kinderen.

De onderzoekers hebben de gegevens met betrekking tot de mondgezondheid van kinderen met de Yendarra School vergeleken met acht andere scholen. De scholen lagen allemaal in een gebied met lastige sociaal-economische omstandigheden, waar ongeveer 80% van de studenten van Pacifische etniciteit is. Door eerdere onderzoeken is bewezen dat kinderen uit deze bevolkingsgroep een hogere ratio cariës hebben. In totaal hebben de onderzoekers de gegevens van meer dan 3.800 kinderen bestudeerd uit de leeftijdsgroep acht tot elf jaar.

Resultaten
Ondanks kleine verschillen in demografische gegevens werd er toch een groot significant verschil gevonden in gemiddeld aanwezigheid cariës, dit was ruim 15% lager bij kinderen van de Yendarra school vergeleken met de studenten van de andere scholen. Daarbij lag het aantal tandextracties bij de kinderen van de Yendarra school ook een stuk lager. De onderzoekers concludeerden dat het voedingsbeleid van de Yendarra School jaarlijks twintig tanden met cariës kan voorkomen. Bij elke drie kinderen zou één tand met cariës voorkomen kunnen worden. Als meerdere scholen dit voorbeeld zouden volgen zou dit dus zeker van positieve invloed zijn op de mondgezondheid van kinderen. De onderzoekers voegden daar nog aan toe dat dit ook aanzienlijk kan schelen in kosten die jaarlijks gemaakt worden aan behandelingen voor cariës.

Bron:
Wiley Online Library

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
cariës

Genetische afwijkingen verhogen kans op cariës

Het slecht poetsen van de tanden is niet de enige oorzaak van cariës. Wetenschappers van de Universiteit van Zürich kwamen vonden bijvoorbeeld uit dat ook gemuteerde genen hier een rol bij kunnen spelen.

Glazuur
Tandartsen en moleculaire biologen hebben aangetoond dat muizen met veranderingen bij bepaalde eiwitten een slechter gebit hadden. Ze vonden uit dat een bepaald gencluster medeverantwoordelijk is voor de vorming van glazuur, wat van invloed is op de ontwikkeling van tandbederf.

Verbeteren van mondgezondheid
Thimios Mitsiadis, hoogleraar Orale Biologie: “We hebben aangetoond dat tandbederf niet alleen is gerelateerd aan bacteriën, maar ook aan de weerstand van de tand. Dankzij nieuw ontwikkelde producten kan de invloed van gendefecten op tandglazuur worden verminderd, waardoor de mondgezondheid aanzienlijk kan worden verbeterd.”

Bron:
Focus.de

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
oud-patiënt

Hoe krijgt u een oud-patiënt weer terug in uw praktijk?

Om ervoor te zorgen dat oud-patiënten weer een bezoek komen brengen aan uw praktijk, kunt u een zogenoemd reactiveringsprogramma gebruiken om de patiënten weer te ‘activeren’. Lees de tips.

Reactiveringsprogramma

Twee belangrijke stappen moeten worden genomen om een ​​patiënt weer te activeren:

  • Stuur de patiënt een brief of e-mail
  • Follow-up met een telefoontje

Lijsten
Voor de uitvoering van dit programma kan een medewerker worden toegewezen die de volgende taken op zich neemt:

  1. Een lijst genereren van patiënten die een jaar of langer niet meer zijn langs geweest. Patiënten die zijn verhuisd of overleden worden niet in deze lijst opgenomen.
  2. Deze patiënten een brief schrijven in herkenbare huisstijl voor een professionele uitstraling. U kunt ook een e-mail sturen. Let er in dit geval op dat de e-mailadressen nog juist.

Follow-up
Hoewel u natuurlijk hoopt dat er een reactie komt op de brief, is een follow-up telefoontje eigenlijk belangrijker. Het is van belang dat de persoon die de patiënten gaat opbellen uitstekend kan communiceren. Voor deze telefoongesprekken kan een script en/of handleiding worden gebruikt.

Categoriseren
Daarnaast kunt u de inactieve patiëntendossiers indelen in de volgende categorieën:

  • Categorie A: Niet voor een behandeling langs geweest in de afgelopen 12-18 maanden.
  • Categorie B: Niet voor een behandeling langsgeweest in de afgelopen 18-24 maanden.
  • Categorie C: Al meer dan twee jaar niet langs geweest voor een behandeling.
  • Categorie D: Wel contact mee gehad in het afgelopen jaar, maar is niet langs geweest voor een behandeling.

De groep patiënten die in de afgelopen 12 tot 18 maanden niet zijn langs geweest moet als eerste worden opgebeld om bijvoorbeeld een controle in te plannen. Geadviseerd wordt om in de late namiddag of vroege avonduren te bellen omdat de meeste mensen dan bereikbaar zijn.

Statistieken bijhouden
Het is belangrijk om de volgende statistieken bij te houden om het reactiveringsprogramma goed te kunnen monitoren:

  • Aantal oproepen
  • Aantal gemaakte afspraken
  • Aantal gemaakte afspraken die worden nagekomen

Beltips

  • Neem eerst het patiëntendossier door voordat u opbelt.
  • Laat tijdens het gesprek zien dat de praktijk het welzijn van de patiënt hoog in het vaandel heeft staan.
  • Degene die de gesprekken voert moet assertief zijn. Sommige patiënten komen liever niet omdat ze angstig zijn voor de tandarts. Dan moet de beller bereid zijn om de patiënt te helpen deze barrières te overwinnen.

Patiënten die geen afspraak maken
Als het niet lukt om een afspraak te maken met de patiënt, kan het dossier worden doorgegeven aan de tandarts die vervolgens de patiënt opbelt. De patiënt kan dan nogmaals geïnformeerd worden waarom een regelmatig tandartsbezoek belangrijk is. Ook kan het zijn dat de patiënt een negatieve ervaring heeft gehad in uw praktijk. U kunt via het gesprek erachter komen wat precies de reden was. Als u hierover in gesprek gaat, is de kans groot dat er uiteindelijk toch een afspraak wordt gemaakt.

De auteur van het artikel, Kevin Tighe, is een managing partner bij Cambridge Dental Consultants in Amerika.

Bron:
Dr Bicuspid.com

 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen, Thema A-Z
Zuid-Afrika

Stichting Nieuwe Steen ook dit jaar weer in Zuid-Afrika voor gratis tandheelkundige kliniek

Wegens groot succes de afgelopen jaren zal Stichting Nieuwe Steen dit jaar weer gratis tandheelkundige klinieken opzetten in verschillende plaatsen in Zuid-Afrika.

Het project is opgestart door tandarts Joshua. Samen met vrijwilligers reist hij jaarlijks naar plekken in Zuid-Afrika om gratis mondzorg te verlenen. De kliniek is speciaal voor kansarmen in de gemeenschap van Saldanhabaai en omringende streken. Tandheelkunde is in dit gebied voor velen onbetaalbaar en daarnaast is er de capaciteit niet om alle mensen te behandelen. Vorig jaar heeft de stichting dan ook maar liefst 1670 patiënten behandeld in de klinieken, in totaal werden er wel 4040 extracties uitgevoerd. Mensen vanuit de hele omgeving kwamen bij de kliniek langs. In de periode van 7 tot en met 19 augustus zullen er dit jaar opnieuw op zes plaatsen klinieken worden gevestigd. Iedere patiënt krijgt na een bezoekje ook een mondzorg pakketje mee met daarin tandenborstels, tandpasta en informatie over mondgezondheid. Daarnaast wordt er voor eten en drinken gezorgd.

Het team van vorig jaar

Patiënten in de wachtkamer

Stichting nieuwe steen 3

Hotdogs voor de patiënten

Stichting nieuwe steen 4

Tandartsen in actie

Bron:
Stichting Nieuwe Steen

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
mond

Mondkankergevallen zal naar verwachting stijgen

Het aantal gevallen van kanker in de mond en keelholte bij mannen zal naar verwachting in 2017 toenemen tot meer dan 35.000 in de Verenigde Staten. Volgens het rapport over kankersterfte gepubliceerd door de American Cancer Society (ACS) zullen 7.000 mannen uiteindelijk overlijden aan deze vormen van kanker in 2017.

Stijging
Kanker van de mond- of keelholte is een van de kankersoorten die het snelst toeneemt bij mannen. Bij vrouwen is de verwachte stijging lager. De auteurs verwachten iets minder dan 14.000 nieuwe gevallen in 2017 en minder dan 3.000 doden.

Daling sterftecijfer
De ACS schat dat er in totaal 1,7 miljoen nieuwe kankergevallen en 601.000 sterfgevallen zullen zijn in de Verenigde Staten. De sterftecijfers voor mannen en vrouwen zullen wel dalen met ongeveer 1,5%. Volgens de ACS is de daling te verklaren omdat minder mensen roken en kanker tegenwoordig eerder ontdekt wordt.

Bron:
Wiley.com

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Stress

Stress bij tandartsen: oorzaak en aanpak

Vier op de tien tandartsen in het Verenigd Koninkrijk ervaren veel stress. Dat blijkt uit een survey die door de British Dental Association (BDA) is uitgevoerd. Tim Newton, hoogleraar psychologie, en Brid Herdon, tandarts en coach, leggen uit hoe stress bij tandartsen ontstaat en wat men er aan kan doen om de stress te verminderen.

Factoren
Professionals willen graag dingen zo snel mogelijk veranderen om de stress in hun professionele leven te verminderen. Maar men moet zich ervan bewust zijn dat het vooral heel belangrijk is om te achterhalen wat de oorzaak is. Stress ontstaat wanneer we bijvoorbeeld te hoge eisen stellen, of redelijke eisen stellen maar bepaalde factoren ontbreken (bijvoorbeeld capaciteit, vaardigheden, uitrusting, personeel, energie, geld) om hieraan te voldoen.

Langdurige stress
Korte perioden van onevenwichtigheid (acute stress) zoals defect apparatuur of teveel patiënten op een dag is in principe te overzien. Maar aanhoudende stress kan ontevredenheid en angst veroorzaken. Omdat dit over langere tijd uitstrekt, wordt de stress op een gegeven moment gezien als ‘normaal’. Vandaar dat we vaak niet meer door hebben dat we gestresst zijn. Echter blijkt uit onderzoek dat tussen de 8% en 16% van de mensen werkzaam in de tandheelkunde stress ervaart die mogelijk schadelijk is voor hun gezondheid. 18% heeft ook last van burnoutklachten.

Oorzaak
Maar wat is de oorzaak? Tandartsen ervaren vaak een financiële druk en ook een tandheelkundige behandeling vereist een hoge mate van concentratie dat tot stress kan leiden. Daarnaast kunnen tijdsdruk, gebrek aan waardering van patiënten en het grote aantal patiënten bepalende factoren zijn.

Aanpak
Als tandarts kunt u uw stress aanpakken door voor uzelf na te gaan wat de oorzaak is van de spanning die u ervaart. Het uitzoeken van de oorzaak is zeer belangrijk om de benodige stappen te maken om er iets aan te gaan doen.

Tim Newton is hoogleraar psychologie, toegepast op de tandheelkunde. Hij heeft al meerdere artikelen gepubliceerd over de oorzaak van stress en burn-outs bij tandartsen en heeft interventies ontworpen om de stress te verminderen.

Brid Hendron is een gekwalificeerde tandarts en communicatie coach. Brid biedt op maat gemaakte training voor professionals in de gezondheidszorg om de prestaties te optimaliseren en stress te verminderen. Ze is een gekwalificeerd NLP trainer en biedt een-op-één coaching voor alle tandheelkundige professionals.

Bron:
nature.com

Lees meer over: Thema A-Z, Werken met plezier
hoofd- hals

Intekenrichtlijnen voor voorkomen weefselschade bestraling hoofd en hals

Charlotte Brouwer, klinisch fysicus, heeft nieuwe intekenrichtlijnen ontworpen om weefselschade in het gebied rondom de hoofd en hals nog beter te kunnen voorkomen in geval van bestraling. Deze richtlijnen beschrijven de anatomische grenzen van de organen die het meest regelmatig bijwerkingen veroorzaken. Brouwer promoveerde met ‘Geometric variability of organs at risk in head and neck radiotherapy’ in Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen.

Internationale erkenning
De richtlijnen zijn inmiddels goedgekeurd en erkend door internationale hoofd-hals-kankerorganisaties. Uniforme richtlijnen helpen bij het consistent gebruiken van voorspelmodellen, het creëren van een beter behandelplan voor de patiënt en voor het toepassen van een lagere dosis straling op kwetsbare organen, aldus Brouwer.

Radiotherapie
Een belangrijk gedeelte bij het behandeling van een hoofd-halskankerpatiënt is radiotherapie. Een bijwerking die hier vaak uit voort komt is xerostomie, wat een beschadiging van de speekselklier betekent, dat een droge mond veroorzaakt. Dit komt voor bij wel 40% van de patiënten en beïnvloedt eetlust en de manier van spreken en slapen op een negatieve manier.

Normal Tissue Complication Probability-modellen
Eerdere voorspelmodellen, genaamd normal tissue complication probability (NTCP) zijn niet algemeen toepasbaar aangezien verschillende zintekenrichtlijnen worden gebruikt door verschillende ziekenhuizen. De nieuwe intekenrichtlijnen zijn van groot belang voor het ontwikkelen van breder toepasbare NTCP modellen. UMCG heeft KWF afgelopen jaar een subsidie gegeven om hier aan te werken, om zo uit eindelijk voor elke patiënt een zo goed mogelijke behandeling te kunnen faciliteren.

Proefschrift
In haar proefschrift brengt Brouwer de grootte en effect in kaart van verschillen in intekening en anatomie om zo de variaties te verkleinen en de gevolgen te beperken. Een belangrijke bijdrage met haar proefschrift is het ontwerp van internationaal gedragen consensus-intekenrichtlijnen Ook stelt ze een methode voor waarbij patiënten worden geselecteerd met grote verschillen in bestralingshoeveelheden op de speekselklier.

Charlotte Brouwer (1983) studeerde Biomedical Engineering aan de universiteit van Twente, en werd vervolgens opgeleid tot klinisch fysicus in het UMCG, waar ze nog steeds werkt. Ze deed haar onderzoek binnen onderzoeksinstituut CRCG van het Universitair Medisch Centrum Groningen.

Bron: RUG

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z