Mensen met smalle kaak zijn (vaker) linkshandig

Mensen met smalle kaak zijn (vaker) linkshandig

Aan het gezicht is te zien of je links- of rechtshandig bent. Dat is de opmerkelijke uitkomst uit een onderzoek door Philippe P. Hujoel van de universiteit van Washington onder 13.663 patiënten. Personen met een smalle kaak hebben 25 procent meer kans om linkshandig te zijn.

Convexprofiel

Het hebben van een smalle kaak gaat meestal samen met een convexprofiel met overbeet: bovenkaak en neus staan naar voren en kin en voorhoofd zijn afgevlakt. Voor zijn onderzoek heeft prof. Hujoel data uit drie verschillende studies gebruikt. Er blijkt ook een verband te bestaan tussen het hebben van een smalle kaak en de vatbaarheid voor tuberculose.

Geografische verschillen

Het onderzoek verklaart ook de geografische verschillen in het voorkomen van tuberculose. In Groot-Brittannië, ook wel de tuberculose-hoofdstad van West-Europa genoemd, komen linkshandigheid en mensen met een smalle kaak relatief veel voor. Dit in tegenstelling tot bepaalde andere bevolkingsgroepen. Eskimo’s werden in de 19e eeuw tuberculose-resistent genoemd en hebben over het algemeen een ronde gezichtsvorm. Linkshandigheid komt onder Eskimo’s zelden voor.

Of dit aan toeval is toe te schrijven of dat er genetische factoren meespelen, moet nader onderzocht worden, aldus Hujoel.

Bron:
HSNewsbeat

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Patiënten met diabetes type 2 meer kans op parodontitis

Patiënten met diabetes type 2 meer kans op parodontitis

Parodontitis is een enorme complicatie van diabetes mellitus. De vraag is echter: heeft een patiënt met type 2 diabetes meer kans op het ontwikkelen van een parodontale ziekte dan een patiënt met type 1 diabetes? Een studie die op de jaarlijkse bijeenkomst van de Amerikaanse diabetesvereniging werd gepresenteerd, probeerde deze belangrijke vraag te beantwoorden.

Klinische variabelen
Aangezien deze soorten diabetes zich heel anders ontwikkelen, kan het begrip over de mogelijke verschillen in de klinische variabelen van deze aandoeningen helpen met het voorkomen en onder controle houden van parodontale ziektes.

Aanleiding onderzoek
De mechanismen die leiden tot de ontwikkeling van diabetes soorten zijn verschillend, waardoor de onderzoekers trachtten te ontdekken of patiënten met type 1 diabetes of mensen met type 2 diabetes meer kans maakten op een parodontale ziekte.

Type 2 diabetes
Volgens de studie was de prevalentie van parodontale ziektes hoger bij patiënten met type 2 diabetes. Dit wordt geassocieerd met leeftijdsprogressie, duur van de ziekte en een slechte glycemische controle, ongeacht het type diabetes.

 Studie
Het onderzoek werd gehouden onder bijna 290 patiënten. Hieronder vielen 102 patiënten met type 1 diabetes, 103 patiënten met type 2 diabetes en 83 patiënten zonder diabetes. De patiënten werden gescreend op parodontitis volgens de aanbevelingen van de American Academy of Periodontology en de ADA. De studie werd geleid door Marcello Gaieta Vannucci, DDS, een tandheelkundige chirurg in Porto Alegre, Brazilië.

Factoren
De patiënten met type 1 diabetes waren over het algemeen jonger dan die met type 2 diabetes. Geen van de type 1 diabetes patiënten rookten, terwijl 30% van de diabetes patiënten van type 2 dit wel deden. Ongeveer 54% van de type 1 diabetes patiënten waren mannen, vergeleken met 63% van de type 2 diabetes patiënten.

Complexe wisselwerking
Parodontitis omvat een complexe wisselwerking tussen orale bacteriën en de reactie van een patiënt op die bacteriën. Systematische aandoeningen zoals diabetes mellitus kunnen het parodontium van een patiënt beïnvloeden. Parodontitis is de zesde meest voorkomende chronische complicatie van diabetes mellitus, aldus de auteurs van de studie.

Resultaat
De patiënten met type 2 diabetes hadden tweemaal vaker last van parodontale ziektes dan patiënten met type 1 diabetes.

Bron:
Drbicuspid.com

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
implantaten

Productie van implantaten: een techniek waar veel bij komt kijken

Implantologie is sterk in opkomst. Al 1,5 miljoen Nederlanders hebben een of meer implantaten in hun mond. Hoe is deze behandelwijze ontstaan en hoe staat het met de kwaliteit van implantaten? dental INFO vroeg het aan twee deskundigen: Ronald Wils, tandarts-implantoloog, en Pieter de Goede, lead engineer R&D bij BioComp.

Ronald WilsRonald Wils is sinds 1987 tandarts-implantoloog. Hij heeft samen met Philips Medical en de Technische Universiteit Eindhoven het implantaatsysteem BioComp geïnitieerd en ontwikkeld. Naast implantoloog is hij docent implantologie bij Hogeschool Utrecht. Voor Implant College geeft hij cursussen implantologie in binnen- en buitenland.

Pieter de GoedePieter de Goede heeft zich na een studie tot medisch gespecialiseerd ingenieur aan de Technische Universiteit in Delft verdiept in de dentale en cranio maxillo faciale implantologie. Hij is nu lead engineer Research & Development bij BioComp.

Ontstaan implantologie

Ronald Wils en Pieter de Goede vertellen een en ander over het ontstaan van de implantologie. Volgens hen is de mensheid al lang bezig met het vullen van gaten in de mond. Door archeologische vondsten is bekend dat onder andere de Maya’s en bewoners van het Oude Egypte ontbrekende tanden vervingen met stukjes hout, ivoor en schelpen. Aan het eind van de 19e eeuw werd geëxperimenteerd met implantaten van goud en platina en tanden van donoren. In de 20e eeuw werd verder gegaan met experimenteren.

Titanium

De huidige implantaten worden vrijwel allemaal van titanium gemaakt. Dat dit een goed implanteerbaar materiaal was, werd voor het eerst vastgesteld door Bothe, Beaton en Davenport. Zij beschreven al in 1940 het vastgroeien van titaniumschroeven in bot. Daarna werd titanium vaker gebruikt. In 1951 implanteerde Gottlieb Leventhal titaniumschroeven bij konijnen en Leonard Linkow plaatste als een van de eersten titanium in het kaakbot. Uit onderzoek bleek dat titanium zeer resistent is tegen chemische invloeden en corrosie. Prof. Per-Ingvar Brånemark ging verder met het onderzoek naar osseo-integratie (aanhechting met bot van titanium). Hij ontwierp een protocol voor het gebruik van implantaten als vervanging van de tandwortel. In 1966 voerde hij zijn eerste operatie uit. Dat was het begin van de huidige implantologiewetenschap.

Verdere ontwikkelingen

Door technische verbeteringen en de opgedane ervaring zijn de resultaten beter geworden en is het vertrouwen van de patiënt toegenomen. Ronald Wils: “Vroeger was je blij als een implantaat bleef zitten en er een constructie op gemaakt kon worden. Nu willen wij veel sneller implanteren en esthetisch een resultaat behalen waarbij je niet kunt zien dat het geen natuurlijk element is. De behandeltijd is sterk verkort. Er kan, na bijvoorbeeld een extractie, al direct implanteren en een kroon plaatsen.”

Implantologie in Nederland

In de jaren 80 is de implantologie naar Nederland gekomen. Inmiddels worden er in Nederland jaarlijks tussen de 100.000 en 125.000 implantaten geplaatst. Pieter de Goede vertelt: “De tandheelkundige universiteiten van Groningen, Amsterdam en Nijmegen (materiaalkunde) hebben op internationaal gebied een behoorlijke steen bijgedragen aan de ontwikkelingen van techniek, materiaalkunde en behandelplanning. Nog steeds zijn zij toonaangevend bij de ontwikkeling van nieuwe materialen en producten, bijvoorbeeld op het gebied van 3D-geprinte implantaten, nieuwe behandeltechnieken en synthetische botregeneratieproducten”.

Ontwikkeling nieuwe implantaten

De ontwikkeling van een nieuw implantaat gebeurt veelal buiten de universiteiten en is een langdurig proces. Een groot deel van dit proces wordt bepaald door de eisen die gesteld worden aan medische hulpmiddelen. Ronald Wils: “Medische hulpmiddelen zijn verdeeld in verschillende klassen. Een gecoat implantaat valt bijvoorbeeld in de zwaarste klasse, klasse III. De veiligheidseisen voor deze producten zijn erg streng. Van iedere stap in het productieproces moeten de risico’s beoordeeld en proactief ondervangen worden. Je hebt daarbij onder andere te maken met medische eisen, productiemogelijkheden en economische overwegingen, maar bijvoorbeeld ook met de beperkte ruimte in de mond. Daarbij is de mond zeer gevoelig; zelfs de dikte van een haar wordt al duidelijk als hinderlijk ervaren.

Normen

De Europese Regelgeving voor medische hulpmiddelen verplicht fabrikanten tot het voeren van een kwaliteitsmanagementsysteem, waarvan de eisen zijn vastgelegd in de internationale norm NEN-EN-ISO 13485. Iedere stap in het productieproces van implantaten moet daarom gemonitord en vastgelegd worden. Daarbij moet ook voldaan worden aan de eisen uit de Wet Medische Hulpmiddelen (MDD). Pieter de Goede: “Van ontwerp tot aan verzending ondergaat het implantaat verschillende stappen bij Nederlandse leveranciers. Elke stap wordt gemonitord: frezen, stralen, etsen, coaten, steriliseren, verpakken, van een barcode voorzien en invullen van alle kwaliteitsdocumenten. Van de herkomst en samenstelling van het titanium tot bij wie het implantaat in de mond komt, moet gedocumenteerd worden. Op de verpakking van het implantaat zit een extra sticker om in de patiëntenkaart te plakken of te scannen, zodat altijd alle stappen van het product (bijvoorbeeld wie er tijdens de productie aan de machine heeft gestaan en wie wat heeft goedgekeurd) te achterhalen zijn.“

Controles

Jaarlijks vindt er op een bedrijf een meerdaagse audit plaats door een Notified Body (een door de overheid geaccrediteerd keuringsinstituut). Er wordt dan gecontroleerd of alle regels juist zijn uitgevoerd. Notified Body’s worden op hun beurt weer gecontroleerd door de overheid en een Europees orgaan. Dit alles om er zo zeker mogelijk van te zijn dat het product geen schade berokkend aan de gebruiker. Ondanks alle normen en controles kan het voorkomen dat een implantaat bij een patiënt niet ingroeit. Pieter de Goede: “Dit blijft de onvoorspelbaarheid van het menselijk lichaam. Ook dat moet gemonitord worden.”

CE-markering

Op een product dat in Europa gevoerd mag worden, moet een CE-merk staan met daarachter een nummer: . Het nummer refereert aan de Notified Body die toezicht houdt. Er zijn ook producten in omloop met een vals CE-merk, waarbij de C en de E dichter bij elkaar staan Dat is een afkorting van China Export.

Buitenlandse implantaten

Het implantaattoerisme is in opkomst. Nederlandse patiënten gaan steeds vaker naar het buitenland voor een implantaatbehandeling. Ronald Wils hierover: “Meestal onderzoeken die mensen niet wat zij voor hun geld krijgen en onder welke omstandigheden de implantaten geplaatst worden. De Nederlandse tandarts wordt vervolgens geconfronteerd met de problemen van deze mensen. Veel producten deugen niet en ook de kennis en kunde van de chirurg laat vaak te wensen over. Natuurlijk zijn er ook goede implantologiepraktijken in het buitenland, maar waarom zoekt men het verderop? De prijs? Zekerheid brengt kosten met zich mee. De zekerheid van een goed product en een kundig team, maar ook de zekerheid van het oplossen van problemen als de behandeling anders gaat dan verwacht. Goedkoop is in veel gevallen duurkoop.”

Toekomstontwikkelingen

Hoe zal implantologie zich in de toekomst ontwikkelen? Ronald Wils: Het is altijd lastig om in de toekomst te kijken, maar een ding is wel duidelijk. Met de komst van verschillende vernieuwde technieken gaat de wereld van de implantologie veranderen. Dat geldt overigens ook voor de overige tandheelkunde en tandtechniek. De 3D- en CAD/CAM-technieken ontwikkelen zich in rap tempo. De veiligheid van de producten moet daarbij gewaarborgd blijven en indien mogelijk zelfs verbeterd worden. Dit door betrouwbare producten te produceren en de gebruikers over de kennis en kunde te informeren zodat de patiënt de beste zorg krijgt.”

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Pijl

Minister Schippers schuift beslissing taakherschikking door naar opvolger

Minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in een brief aan de Tweede Kamer aangegeven dat wat haar betreft de taakherschikking door kan gaan, waarmee de mondhygiënist meer zelfstandige bevoegdheden zou krijgen. De definitieve besluitvorming laat ze echter over aan haar opvolger.

Taakherschikking

Bij de genoemde taakherschikking wordt mondhygiënisten bij wijze van experiment zelfstandige bevoegdheid toegekend op hun deskundigheidsgebied. Het gaat daarbij om het toepassen van lokale anesthesie, het behandelen van primaire caviteiten en het indiceren, maken en beoordelen van röntgenfoto’s (Solo- en Bitewing-opnamen). Op een concept Algemene Maatregel van Bestuur waarin dit wordt vastgelegd zijn vele reacties van met name tandartsen binnengekomen.

Overleggen

Mede op basis van de reacties heeft de minister overleg gehad met de Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten (NVM-mondhygiënisten), de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (KNMT) en de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT). Daarbij bleek tussen de partijen verschil in inzicht te bestaan of het wenselijk is dat de mondhygiënisten de genoemde bevoegdheden krijgen. Ook bleek er geen eenduidig beeld over de inhoud van de opleiding Mondzorgkunde te zijn. Vervolgens heeft overleg plaatsgevonden met de opleiders Tandheelkunde en opleiders Mondzorgkunde.

Conclusie van de minister

Aan de hand van de gesprekken concludeert de minister dat de opleiding Mondzorgkunde het benodigde onderwijs biedt om via een experiment mondhygiënisten zelfstandige bevoegdheid toe te kennen voor de drie hiervoor benoemde handelingen binnen hun deskundigheidsgebied. Wel zullen zij het certificaat stralingsbescherming moeten halen.
Wat haar betreft kan de taakherschikking dus doorgaan, ook al vinden de KNMT en de ANT dit niet wenselijk. Omdat het kabinet demissionair is, laat ze het definitieve besluit echter over aan haar opvolger.

ANT

De ANT laat op haar website weten het niet met de conclusie van de minister eens te zijn. “De ANT vindt het echter onbegrijpelijk dat de minister in haar brief schrijft dat het voor haar ‘helder’ is dat de hbo-opleidingen mondzorgkunde qua opleiding van voldoende niveau zijn om de drie voorbehouden handelingen zelfstandig door mondhygiënisten te laten uitvoeren. Het onderzoek naar verschillen in opleiding, dat op aandringen van de ANT kwam, is voor een dergelijk grote stelselwijziging te oppervlakkig uitgevoerd. Echte inhoudelijke experts zijn niet geraadpleegd, belemmeringen die de decanen van de universiteiten zagen zijn genegeerd en de beweringen van de hbo-opleidingen zijn zonder onderzoek overgenomen.”

KNMT

De KNMT juicht het besluit van de minister toe om het dossier door te schuiven naar haar opvolger.
“De KNMT is dan ook verheugd met het besluit van de minister en de ruimte die ze biedt om alsnog tot een beter plan te komen. De vereniging blijft dan ook strijden voor een breed gedragen alternatief, waarin optimale mondzorg voor de patiënt centraal staat,” aldus de website van de KNMT.

NVM-mondhygiënisten

De NVM-mondhygiënisten heeft geen reactie op haar website geplaatst, maar eerder liet zij haar visie over de taakherschikking blijken: “NVM-mondhygiënisten is verheugd dat de minister na een voorbereidingstraject van twintig jaar deze stap wil nemen. Door de wetswijziging zijn mondhygiënisten doelmatiger inzetbaar (de juiste zorgverlener bij de zorgvraag) en efficiënter (focus op preventie in plaats van curatie)”. Voorzitter Manon van Splunter-Schneider en directeur Ellen Bol-van den Hil zetten op de website van NVM-mondhygiënisten de belangrijkste punten over de taakherschikking op een rij.

Bron:
Rijksoverheid.nl

Lees meer over: Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
verwijderen verstandskiezen

Minder pijn na verwijderen verstandskiezen

Tandartsen en kaakchirurgen zijn altijd op zoek naar manieren om de pijn van patiënten na operaties te verminderen. Een nieuw onderzoek kan hier uitkomst bij bieden en suggereert dat een injectie van dexamethasone voor de operatie de pijn na het operatief verwijderen van verstandskiezen significant kan verminderen.

Verstandskiezen trekken
Extractie van verstandskiezen is een van de meest uitgevoerde chirurgische behandelingen voor de mond, maar geeft de patiënten na de behandeling vaak gemiddelde tot zware pijn. Om deze te verminderen worden op dit moment vaak pijnstillers voorgeschreven. Echter zou het fijn zijn als hier andere strategieën voor zouden zijn, en de pijn voorkomen zou kunnen worden.

Dexamethasone
Deze onderzoekers bedachten dat een injectie met dexamethasone voor de operate hier nog wel eens een oplossing voor zou kunnen bieden, vanwege de ontstekingsremmende immunosuppressieve eigenschappen die deze stof heeft.

Dubbelblind onderzoek
Om deze theorie te testen werden 48 gezonde patiënten dubbelblind onderzocht. Alle patiënten waren tussen de 18 en 30 jaar oud en hadden twee verstandskiezen die getrokken moesten worden.

De patiënten kregen eerst verdovingsmiddel toegediend. Vervolgens kreeg de helft van de patiënten 2 milliliter van saline met  8 milligram dexamethasone toegediend, terwijl de andere helft slechts 2 milliliter saline (fysiologische zoutoplossing) kreeg toegediend. Bij alle patiënten werden de kiezen een uur later getrokken en werd de pijn van de patiënten gedurende drie dagen in de gaten gehouden.

Minder pijn met dexamethasone
De patiënten die saline kregen toegediend met daarin dexamethasone verwerkt gaven significant lagere pijn niveaus aan dan de patiënten die slechts saline toegediend hadden gekregen. Daarnaast namen de patiënten met dexamethasone ook gemiddeld minder pijnstillers gedurende de drie dagen na de behandeling.

Implicaties
Al met al kan worden gezegd dat dexamethasone veel potentie heeft op het gebied van het voorkomen van postoperatieve pijn. Hierbij is het echter wel belangrijk om in achting te nemen dat dit onderzoek alleen op gezonde, jonge patiënten is uitgevoerd en dat de patiënten slechts voor drie dagen werden gevolgd. Daarnaast is het goed om te weten dat dexamethasone een uur nodig heeft om in te werken, wat voor sommige praktijken onpraktisch kan zijn.

Bron:
Journal of Dental Anesthesia and Pain Medicine

 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z, Uncategorized
Implantaten

Titanium in implantaten als oorzaak van peri-implantitis

Titanium heeft zich door de jaren heen bewezen als een sterk materiaal en wordt daarom vaak gebruikt bij het maken van implantaten. Uit nieuw onderzoek is echter gebleken dat het gebruik van titanium bij implantaten het ontstaan van peri-implantitis nog wel eens zou kunnen bevorderen.

Ontstekingskans
Het succes van een implantaat is voornamelijk afhankelijk van hoe goed het implantaat samensmelt met het kaakbeen. Titanium zou deze samensmelting echter nog wel eens kunnen vertragen door het oppervlakte als het ware te ‘zandstralen’, waardoor de kans op een ontsteking groter wordt.

Ontstoken weefsel
Als het weefsel rondom het implantaat ontstoken raakt, moeten de bacteriën die de biofilm bevatten worden verwijderd. In de meeste gevallen zal dit gebeuren met een ultrasone straling. Hierbij komen kleine titanium deeltjes vrij van het implantaat oppervlak. Die deeltjes worden er nu van verdacht de al aanwezige ontsteking te bevorderen. Deze Israëlische onderzoekers bekeken in hoeverre dit het geval is.

Onderzoek naar titanium deeltjes
De onderzoekers bepaalden de afgifte van titaniumdeeltjes na het ultrasoon reinigen van titanium schijven van verschillende ruwheid, en bestudeerden gedurende 24 uur de hoeveelheid deeltjes die werd afgegeven. Ook werd naar het verschil tussen gezandstraalde en minder gezandstraalde schijven gekeken.

Gezandstraalde schijven
Hieruit bleek dat de afgegeven titaniumdeeltjes verschilden in ruwheid en chemisch profiel, maar niet in de gemiddelde grootte. Ook bleek het type oppervlak van de titaniumschijf geen verschil te maken. De gezandstraalde schijven genereerden het hoogste aantal titanium deeltjes terwijl de bewerkte schrijven er het minst afgaven.

Heftigere ontstekingsreacties bij gezandstraalde schijven
Ook werd bevonden dat hoe meer titanium deeltjes er vrijkwamen, hoe ernstiger de peri-implantitis was. Het is daarom geen verrassing dat de deeltjes afkomstig van de gezandstraalde oppervlaktes de meest heftige ontstekingsreacties naar voren brachten.

Verder onderzoek
Deze studie keek slechts naar de effecten van titanium deeltjes op het omliggende weefsel op de korte termijn. Het is nuttig om in verdere studies ook naar de effecten op lange termijn te kijken.

Bron:
Nature

Lees meer over: Implantologie, Mondhygiëne, Thema A-Z
voor gezond werken met de microscoop

Tips voor gezond werken met de microscoop

Over de voordelen van het werken met een microscoop hoef ik niets uit te leggen: beter zicht, meer controle, de mogelijkheid om complexere behandelingen tot een goede uitvoering te brengen. Op het gebied van ergonomie en gezond werken brengt het werken met de microscoop wel een aantal uitdagingen mee. Vooral endodontologen die lang en vaak met een microscoop werken, doen er goed aan om op de volgende punten te letten.

Heeft u na een dag werken regelmatig hoofdpijn, stijve schouders of een zere nek? Grote kans dat u een van de onderstaande fouten maakt.

Statisch werken

Het werken met de microscoop nodigt niet uit tot veel beweging. Als alle instellingen zijn gedaan, en de lange behandeling kan beginnen, zit u vooral stil. Wegkijken van de microscoop is hinderlijk, omdat de ogen elke keer moeten accomoderen. Daarnaast is het gewoonweg niet handig om de behandeling te moeten onderbreken. Met als gevolg dat u soms 2 tot 3 uur achter elkaar stil zit.

Weinig dynamiek is om diverse redenen niet goed voor het lichaam. Afwezigheid van skeletspiercontracties bij langdurig zitten zou een toename van het ongezonde cholesterol, hart- en vaatziekten, diabetes en het zachter worden van het skelet veroorzaken. Als u naast een verkeerd gekozen aanvangshouding ook langere tijd statische met een microscoop werkt, dan zit u dus langdurig verkeerd.

Het vraagteken

De ‘sway back’ houding, oftewel: uw rug heeft de vorm van een vraagteken, komt veel voor. De bovenrug komt naar achteren, ten opzichte van de onderrug. Dit is vaak een gewoontehouding, maar wordt ook veroorzaakt door het verkeerd afstellen van de microscoop. Vergelijk deze houding met iemand die probeert te lezen zonder leesbril: u wijkt naar achter. In deze houding komt veel druk op de onderrug en het nek/schoudergebied.

het vraagteken

Extensiehouding

In een poging actief te zitten, worden de oculairen soms te hoog ingesteld. Hierdoor moet u als het ware constant uitstrekken. Bij aanvang lijkt het goed, want u zit rechtop en het ziet er actief uit. Maar deze houding is ook erg gespannen en veroorzaakt vermoeidheid in de rug en spanning in de nek enschouders. Spanning in het lichaam gaat vaak samen met knijpen in de instrumenten.

Anteropositiestand hoofd

De kin naar voren duwen, of het ‘kippen nekje’ komt voor als de oculairen te ver van u af geplaatst zijn. Ook dit is vaak een gewoontehouding en gaat vaak samen met concentratie. U bent intensief bezig, uw ogen trekken uw lichaam naar voren. U wordt als het ware in uw werk gezogen. Het hoofd van een mens weegt ongeveer 5 à 6 kilo. Dit gewicht kan energieneutraal worden gedragen, als uw hoofd zich in een neutrale positie bevindt; recht boven uw romp. De anteropositiestand zorgt voor grote trekkrachten aan uw schouder- en nekspieren, die uw hoofd in balans moeten houden.

Plaatsing patiënt

Naast dat u zelf goed moet zitten, moet ook de patiënt goed liggen. Als de patiënt te hoog ligt, moet u de armen te veel heffen, met als gevolg dat de polsen te veel gebogen moeten worden om de mond te bereiken. Als een vuistregel: hou het hoofd van de patiënt ‘op schoot’ en het werkvlak op uw middellijn. De onderarmen mogen licht geheven worden boven horizontaal, als u aan het werk bent.

Gezond werken

Begin de behandeling door rechtop te zitten, waarbij de rug in de natuurlijke S-vorm is. Kijk voor u uit, adem diep in en uit, en ontspan. Stel vervolgens de microscoop in. U mag licht naar beneden kijken. Maak deze check van uw houding en de afstelling van uw microscoop deel van uw werkroutine.

Ontspan schouders en armen. Bij wisseling van instrumenten kunt u kort de vingers bewegen, nek draaien en de schouders optillen en laten zakken, om ontspanning te zoeken.

Beste houding

De beste houding is de volgende houding.

  • Sta tijdens lange behandelingen op om iets te pakken, in plaats van zittend reiken.
  • Doe voorlichting tussendoor staand, en loop mee met de patiënt.
  • Verder is het voor uw concentratie én lichaam beter als u elk half uur even opstaat. Gun uzelf deze korte pauze.

Bovenstaande tips gelden uiteraard ook voor het werken zonder microscoop. Als zorgverlener bent u vaak met de patiënt en de verrichtingen bezig, maar vergeet vooral niet dat uzelf op de eerste plaats moet staan. Denk maar aan de zuurstofmaskers in het vliegtuig. U moet eerst uzelf helpen, voor u een ander kunt helpen. Een kwalitatief goede en prettige behandeling begint bij een ontspannen, geconcentreerde en dynamische behandelaar.

Bronnen: Hendriksen et al: Langdurig zitten, een nieuwe bedreiging voor onze gezondheid: TSG 2013, 1

Door: Amber Denekamp, ergonomiedeskundige en bedrijfsoefentherapeut www.aeflexdental.nl specialist in tandheelkundige ergonomie. Gezond, comfortabel en klachtenvrij werken.

Amber Denekamp

Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z

Afwijkende mondgewoonten bij kinderen: wanneer is logopedie gewenst?

Over het algemeen richt de logopedie zich op spraak, stem, gehoor en taal. Een logopedist kan echter ook helpen bij het afleren van afwijkende mondgewoonten. Volgens de richtlijnen is een tandarts verplicht zijn of haar patiënt door te verwijzen wanneer er sprake is van afwijkend mondgedrag.

Groei en ontwikkeling

Skeletale opbouw

Elk persoon groeit anders en dit heeft invloed op de skeletale opbouw. Sagittaal kan er sprake zijn van een neutrorelatie, distorelatie of mesiorelatie. De verticale skeletale opbouw kan onderverdeeld worden in normale, convergente (short face) en divergente groei (long face ).  Mensen met een divergente groei zijn vaak lastig orthodontisch te behandelen.

Groei kaken

De bovenkaak groeit op relatieve jonge leeftijd. De onderkaak begint pas later (tegen het einde van de puberteit) met groeien en groeit langer door dan de lichamelijke lengte-groei. De groei van de onderkaak vindt plaats vanuit de ramus en de kaakkopjes en de groeirichting is daardoor naar voren en naar beneden (ventraal en caudaal.)

Hoe groei je divergent of convergent?

Het skeletale groeipatroon is onder andere afhankelijk van genetische factoren. Daarnaast spelen omgevingsfactoren ook een grote rol. Mensen met een mondademhaling vertonen vaak een meer verticaal groeipatroon met vaak een open beet als gevolg. Ook hebben de tong en de lip een grote invloed op het skeletale groeipatroon. Wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een sterke tong dan is dit te herkennen aan protrusie van frontelementen. Het gedrag van de tong en de lip is beïnvloedbaar, een logopedist kan helpen om deze afwijkende mondgewoonten te veranderen.

De logopedist: oro-myofunctionele therapie

Oro-myofunctionele therapie is een oefentherapie, die gericht is op het herstellen van een verstoord evenwicht in het functioneren van de spieren van het orofaciale skelet. De stand van gebitselementen wordt bepaald door extra-orale krachten (m.n. aangezichtsspieren) en door intra-orale krachten (m.n. tongspieren). Een tong is zodanig sterk dat het in staat is om elementen te verplaatsen.

Triangle of forces

De ‘triangle of forces’ bestaat uit:

  • Laterale wangdruk door de m. Masseter (extra-oraal)
  • Tongdruk (intra-oraal)
  • Lipdruk (extra-oraal)
  • Occlusie en eruptie krachten (intra-oraal)

Wanneer deze krachten in balans zijn, kunnen gebitselementen normaal groeien.

Het slikproces

Slikken is een reflex en daarom wordt er vaak gedacht dat je slikgedrag niet kunt beïnvloeden. Slikken bestaat echter uit vier fases waarvan de eerste twee bewust en willekeurig gebeuren en daardoor beïnvloedbaar zijn.

Tongpositie bij een goede slik

Bij een ‘goede slik’ wordt het voorste deel van de tong tegen alveolum en de front elementen in de bovenkaak geperst. Het middelste deel van de tong komt tegen het palatum en het achterste deel van de tong wordt onder een hoek van 45 graden tegen de pharyngeale wand aangedrukt. De slik verloopt met een negatieve druk in de pharynx.

Tongpositie bij afwijkende slik

Bij afwijkend slikgedrag wordt het voorste deel van de tong tegen of tussen de gebitselementen gedrukt. Het middelste deel van de tong is naar beneden geklapt of is uni/bilateraal verbreed en het achterste gedeelte van de tong drukt zich tegen het achterste gedeelte van het palatum.  De slik verloopt met een positieve druk in de pharynx en met een actieve m. mentalis. De kans op middenoorontsteking is hierdoor groter bij mensen met een afwijkende tongpositie tijdens slikken.

Afwijkende mondgewoonten

Onder afwijkende mondgewoonten vallen duimzuigen, vingerzuigen, liplikken, tongzuigen, speenzuigen, mondademen en vinger/nagelbijten. Wanneer deze afwijkende mondgewoonten worden geëlimineerd, zie je al heel snel het effect op de stand van de dentitie. Nu is de vraag: wordt de vorm bepaald door de functie of bepaalt de functie de vorm?

Bepaald afwijkend mondgedrag is vaak intra-oraal te herkennen.

  1. Afwijkende slik

Gevolgen van een afwijkende slik zijn: toename disto-occlusie, vergroote overjet, open beet, smal gotisch gehemelte, transversale compressie (kruisbeet), open beet, spacing in het front of end-to-end in het front (pseudo klasse 3)

  1. Open mond (long face syndrome)

Wanneer er sprake is van een open mond dan is er sprake van grotere kans op gingivitis en cariës. Andere kenmerken zijn toename van dento-alveolair hoogte, gummy smile, lang en divergent gezicht, smalle neus, vaker verkouden, ‘open groei’ waardoor de kans op OSAS in de toekomst groter is.

Preventie afwijkend mondgedrag

Preventie van afwijkend mondgedrag begint op jonge leeftijd. De zuigreflex stopt tussen 9-12 maanden normale voeding start rond de 4-8 maanden en spraak rond het eerste levensjaar. Belangrijk is dat op dat moment het afwijkende mondgedrag wordt afgeleerd. Op jonge leeftijd is dit veel makkelijker af te leren. Ook is het belangrijk dat de ouders de neusademhaling stimuleren bij een kind.

Wanneer moet de logopedist ingrijpen?

1. Eerste wisselfase

Wanneer er sprake is van afwijkende mondgewoonten tijdens de eerste wisselfase dan moet er gekeken worden of er sprake is van een dwangbeet of van slijtage. Wanneer dit het geval is dan is het goed het kind eerst naar de orthodontist te verwijzen en daarna kan het kind nog trainingen volgen bij de logopedist. Wanneer er geen sprake is van een dwangbeet of slijtage dan kan het kind eerst naar de logopedist gestuurd worden.

2. Tweede wisselfase

Wanneer er tijdens de tweede wisselfase sprake is van een overtuigde distorelatie of een kruisbeet dan is het goed om het kind eerst naar de orthodontist te sturen. Daarna kan nog gekeken worden of aanvullende behandeling bij de logopedist nodig is.

Volgorde therapie logopedist

Behandeling bij de logopedist gaat in de volgende volgorde:

  1. Afleren afwijkende mondgewoonten. Met deze stap valt of staat de therapie.
  2. Tongpositie in rust.
  3. Aanleren alveolaire slik.
  4. Verbeteren articulatie.
  5. Automatiseren. Deze stap is het lastigst.

Diagnostisch instrumentarium

Om de juiste diagnose te stellen wordt gebruik gemaakt van de volgende hulpmiddelen:

  1. Force-scale: meet hoe sterk m. orbiculairis oris is.
  2. Payne-techniek: registreert de tongbewegingen met behulp van een past die op vier punten van de tong wordt aangebracht. Bij protrale en unilaterale/bilaterale tongbeweging is er na het slikken een streep in plaats van een stip zichtbaar.
  3. Measuring station 430: met dit instrument worden de m. masseter contractie, tongdruk en de compressie van de lip gemeten.

Wetenschap

Uit onderzoek blijkt dat er een grote kans bestaat op relapse (17-43%) wanneer iemand orthodontisch behandeld is voor een openbeet. Onderzoek laat zien dat OMFT-therapie zinvol is in combinatie met orthodontie.

Bekijk ook: 3 casussen: afwijkend mondgedrag corrigeren via OMFT

Bekijk de patiëntenfolder over afwijkend mondgedrag

Nicoline van der Kaaij studeerde in 2007 als tandarts af aan ACTA, direct aansluitend heeft ze daar haar specialisatie tot orthodontist gedaan. Sindsdien is ze werkzaam als algemeen praktiserend orthodontist en daarnaast is ze verbonden aan het Erasmus MC Sophia en aan ACTA. Ze is lid van het schisisteam van het Erasmus MC Sophia en houdt zich in Rotterdam bezig met orthodontie in het kader van schisis en andere bijzondere (aangeboren) afwijkingen. 

Peter Helderop studeerde logopedie aan de Leidse Hogeschool en heeft zich in 1989 gevestigd als logopedist in Vlaardingen en vanaf 1991 heeft hij acht andere vestigingen geopend. Twee van zijn logopediepraktijken zijn gevestigd in een tandartsenpraktijk. Daarnaast geeft hij lezingen OMFT en nascholingen Logopedie en Tandheelkunde. Hij is lid geweest van vele werkgroepen en commissies van de Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF). 

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Nicoline van der Kaaij en Peter Helderop tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
tandartsen buitenland

Helft van nieuwe tandartsen komt uit buitenland

In 2016 hebben 260 nieuwe tandartsen uit het buitenland zich in Nederland gevestigd. Dat is meer dan de 216 tandartsen met een Nederlands diploma die zich hebben ingeschreven. De KNMT zou dit graag anders zien.

Nederlands leren

De tandartsen, die veelal uit Griekenland en Spanje komen, hebben doorgaans een goede opleiding. Wel moeten ze zich de wet- en regelgeving eigen maken en natuurlijk Nederlands leren. Om een patiënt goed te woord te kunnen staan en een behandeling uit te kunnen leggen, zullen ze de taal goed moeten beheersen.

Dreigend tekort

In Nederland dreigt een groot tekort aan tandartsen. Nu bestaan er al tekorten, maar dat zal de komende tien jaar alleen maar erger worden. Er is duidelijk sprake van vergrijzing in het vakgebied: één op de drie tandartsen gaat binnen nu en tien jaar met pensioen.

Nu kunnen ieder jaar 240 studenten in Nederland aan de opleiding tandheelkunde beginnen. De KNMT zou graag zien dat er meer opleidingsplaatsen bij komen.

Minimaal vijftig extra plaatsen nodig

Volgens Wolter Brands, voorzitter van de KNMT, zouden er minstens vijftig opleidingsplaatsen bij moeten komen. Hij hoopt dat een nieuw kabinet daar snel werk van maakt.

Al in 2013 liet Victor Slenter, directeur van het capaciteitsorgaan, weten dat de opleidingscapaciteit met zeker vijftig plaatsen moet worden uitgebreid. Bij dat getal ging hij ervan uit dat het werk van de tandarts gedeeltelijk wordt overgenomen door de preventie-assistent en mondhygiënist.

Niet goedkoper

Als de instroom van tandartsen met een Nederlands diploma niet groter wordt, zullen er steeds meer tandartsen vanuit het buitenland nodig zijn. Volgens Brands is het niet zo dat het uit het buitenland halen van tandartsen goedkoper is.

“De commerciële kosten voor een opleiding bedragen maximaal 120.000 euro. Een buitenlandse tandarts valt onder de fiscale 30 procent-regeling, zodat hij door de fiscus maximaal gesubsidieerd wordt met 130.000 euro. Dus ik moet nog maar zien of het nou wel zo veel goedkoper is om een tandarts uit het buitenland te halen.”

Bron:
BNR

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
suikerhoudende frisdrank

Geen suikerhoudende frisdrank meer op middelbare scholen

Vanaf eind volgend jaar zal op middelbare scholen geen suikerhoudende frisdrank meer worden verkocht. De light versies van frisdranken zullen wel blijvend worden aangeboden.

Verminderen van obesitas onder jongeren

“Met het verdwijnen van suikerhoudende frisdranken op middelbare scholen hopen frisdrankproducenten bij te kunnen dragen aan het verminderen van obesitas onder jongeren,” aldus Raymond Gianotten, directeur van de Nederlandse vereniging Frisdranken, Waters, Sappen (FWS). Eerder werd al besloten om bijvoorbeeld geen frisdrank meer te verkopen op basisscholen en om geen marketingactiviteiten uit te voeren gericht op kinderen tot en met 13 jaar oud.

Light frisdrank

Aangezien lightdranken minder nadelig zijn voor de gezondheid zullen deze (voorlopig) niet uit de schappen verdwijnen. Het Voedingscentrum benadrukt echter dat water, melk, thee en koffie verre weg de beste opties blijven.

Eind 2018

Vanwege lopende contracten tussen producenten en scholen zal komend jaar nog wel frisdrank met suiker beschikbaar zijn, maar vanaf eind 2018 zullen de drankjes automaten verdwijnen.

Bron:
NOS.nl
Skipr.nl

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
autotransplantatie

Getransplanteerde derde molaren als alternatief voor implantaten

Autotransplantatie van derde molaren wordt als een haalbaar alternatief voor implantatie beschouwd als er een geschikte donorkies voorhanden is. Maar hoe houden deze kiezen het op de lange termijn en wat leidt tot een beter resultaat: een chirurgisch geprepareerde alveole of een extractie-alveole?

Onderzoek naar autotransplantatie van derde molaren

Onderzoekers uit China hebben de resultaten op de lange termijn onderzocht van autotransplantatie van derde molaren. In een groep met zestig patiënten hebben ze onderzocht of het uitmaakt of de getransplanteerde molaren geplaatst worden in een chirurgisch geprepareerde alveole of in een extractie-alveole. Als de derde molaar gelijk geplaatst kan worden na het trekken van de te verwijderen kies, kan gebruik gemaakt worden van de extractie-alveole. Gaat het echter om een aangeboren ontbrekende kies of een uitgevallen kies, dan moet de alveole chirurgisch worden gecreëerd.

Resultaten

De onderzoekers vonden geen significante verschillen in levensduur en wortelresorptie voor beide methoden. “De resultaten suggereren dat autotransplantatie van derde molaren met volledig gevormde wortels zowel bij een chirurgisch geprepareerde alveole als bij een extractie-alveole effectief is. Bij een goede selectie en een juiste behandeling is er een grote kans van slagen op de lange termijn,” aldus de auteurs onder leiding van H.J. Yu van Peking University School en het ziekenhuis van mondheelkunde in Beijing.

Zinvolle behandeling

De autotransplantatie van de derde molaren is uitgegroeid tot een zinvolle behandeling voor ontbrekende achterste kiezen. De pulpa van de kies zal echter niet regenereren. Na de autotransplantatie zal dus langdurige endodontische behandeling nodig zijn.

Bron:
Sciencedirect.com

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Tarieven

Tarieven voor gebitsprothesen van vijf Europese landen vergeleken

Het Institut der Deutschen Zahnärzte (IDZ) heeft de tarieven voor gebitsprothesen vergeleken in vijf Europese landen, te weten Denemarken, Duitsland, Nederland, Zwitserland en Hongarije. Er blijken aanzienlijke prijsverschillen tussen de onderzochte landen te bestaan.

Vijf verschillende behandelingen
Voor de prijsvergelijking is gekeken naar vijf verschillende behandelingen, die gangbaar zijn op het gebied van gebitsprothesen. Het ging hierbij om zowel tandheelkundige als tandtechnische behandelingen, namelijk het aanbrengen van een half-keramische kroon, een implantaat, een vol-keramische kroon, een frameprothese en een volledig kunstgebit in boven- en onderkaak.

Prijsvergelijking
De prijsvergelijking is gebaseerd op gedetailleerde prijsinformatie uit de verschillende landen. Voor Nederland was dit de Tariefbeschikking Tandheelkundige zorg van de Nederlandse Zorgautoriteit.

Om de koopkracht van de verschillende landen met elkaar te vergelijken is de methode van koopkrachtpariteit (KKP) gebruikt.

Uitkomsten
Uit het onderzoek kwam naar voren dat er aanzienlijke prijsverschillen bestaan tussen de vijf onderzochte landen voor het aanbrengen van gebitsprothesen.

Hongarije is in alle opzichten het goedkoopste land wanneer je een prothese nodig hebt en Zwitserland bijna altijd het duurste.

Nederland is relatief goedkoop bij het aanbrengen van een kroon en een brug en bij het aanpassen van een volledig kunstgebit. Voor het aanbrengen van een frameprothese worden hier gemiddelde prijzen gerekend. Opvallend is de prijs voor het plaatsen van een implantaat in Nederland: dat is hier duurder dan in de andere onderzochte landen, zelfs duurder dan in Zwitserland!

Geïndexeerde prijsvergelijking (D=100) na omrekening in koopkrachtpariteit
  Totaalprijs

(honorarium plus materiaal- en laboratoriumkosten)

DK DE NL CH HU
Half-keramische kroon (element 21) 109 100 94 156 59
Implantaat (regio 11) 81 100 118 115 41
Vol-keramische kroon (element 45 tot 47) 95 100 77 105 51
Frameprothese 124 100 117 179 57
Volledig kunstgebit in boven- en onderkaak 81 100 89 180 52

Bron:
Ww3.idz-koeln.de

 

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
rode wijn

Het voorkomen van verkleuring bij gebleekte tanden

Een nieuw onderzoek heeft de effectiviteit van verschillende tandoppervlak behandelingen bestudeerd, om vervolgens te kijken of de wachttijd van het consumeren van rode wijn na bleken
effect heeft op de kleur van de tanden.

Kleuraantasting

Gebleekt glazuur is gevoeliger voor verkleuring dan ongebleekt glazuur, met name vlak na het bleekproces. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat oppervlakkige ruwheid groter is na het bleken, waardoor vlekken eerder zichtbaar zijn vanwege kleurstof adhesie, door gekleurd voedsel of drinken. De pH gel die bij bleekmethodes wordt gebruikt zou nog wel eens de oorzaak kunnen zijn dat vlekken eerder ontstaan op gebleekte dan op ongebleekte tanden.

Onderzoek

Voor het onderzoek werden 100 gebleekte tanden in een laboratorium onderzocht, waarvan van elk eerst de kleur werd bekeken met een digitale spectrofotometer. Vervolgens werd elke tand gebleekt met 35% hydrogeen peroxide met 18 druppels van hydrogeen peroxide en zes druppels verdikkingsmiddel. Elke tand werd behandeld met drie 15 minuten durende sessies om zo een bleeksessie na te bootsen. Vervolgens werden de tanden gewassen en werd de kleur voor een tweede keer bekeken.

Vervolgens werden de tanden verdeeld in vijf verschillende behandelingsgroepen:

  1. Onderdompeling in neutraal kunstmatig speeksel voor 10 minuten
    2. Vier minuten in neutrale 2% sodium fluoride
    3. CPP-ACPF pasta voor drie minuten
    4. Twee spraytjes van reinigingsmiddel voor gebleekte tanden
    5. Polijsten met aluminium oxide-impregnated feltrum schijven

Rode wijn

Vervolgens werden alle tanden weer 10 seconden gereinigd, waarna de helft van de tanden in elke groep werd ondergedompeld in 25 milliliter rode wijn. De andere groep werd een uur later in rode wijn gedompeld. Alle tanden werden vervolgens met een tandenborstel schoongemaakt en tijdens het wachten bewaard in kunstmatig speeksel.

Resultaten

De resultaten toonden geen significant verschil in hoe groot de kans is dat tanden rode wijnvlekken krijgen na behandeling van het oppervlak in relatie tot de wachttijd van consumptie van de wijn.

De auteurs van de studie: “Uit deze studie kan worden geconcludeerd dat het niet noodzakelijk is om te wachten met het consumeren van gekleurde drankjes na een bleekbehandeling aangezien er geen positief effect op kleuraantasting werd bevonden. Andere studies beweerden dit echter wel voor direct na het bleken.”

Speeksel als bescherming

Hiermee suggereert de studie dat het speeksel als bescherming zou kunnen dienen voor het gebleekte enamel. Een gebrek in deze studie is het verschil tussen kunstmatig en natuurlijk speeksel.

Bronnen:
Researchgate
DrBicuspid

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
Meeste signalen mogelijke zorgfraude uit de mondzorg

Meeste signalen mogelijke zorgfraude uit de mondzorg

Het Informatie Knooppunt Zorgfraude (IKZ) heeft in 2016 ruim 447 signalen ontvangen van mogelijke zorgfraude. Uit de rapportage ‘Signalen zorgfraude 2016’ van de IKZ blijkt dat de meeste signalen voortkomen uit de mondzorg, gevolgd door de medisch specialistische zorg en de geestelijke gezondheidszorg.

Rapport

Een signaal bevat een vermoeden van fraude die voortkomt uit een melding van één van de partners. Het rapport vervolgens bestaat uit cijfers en voorbeelden van deze signalen die in 2016 zijn binnengekomen bij de ZN, NZa, IGZ, Inspectie SZW, FIOD en CIZ. Deze werden vervolgens bij het IKZ gemeld.

Informatie Knooppunt Zorgfraude

Het IKZ is een samenwerkingsverband van negen organisaties die een functie hebben op het gebied van toezicht, controle of de opsporing binnen de zorgsector. Binnen het IKZ kunnen de aangesloten partners informatie, kennis, inzichten en ook signalen over zorgfraude delen. Vervolgens wordt de keuze gemaakt welke partner de fraude zal aanpakken.

Mondzorg

De mondzorg ontving in 2016 ruim 110 signalen. Dit grote aantal valt samen met de aandacht die de landelijke media heeft voor materiaal- en techniekkosten van tandartsen. Uit deze aandacht zijn meerdere onderzoeken tot stand gekomen. Effecten hiervan zijn tot nu toe bekendheid met de regels bij een breed publiek en een verhoging van de signalen op dit onderwerp.

Bron:
Rapportage Signalen Zorgfraude 2016 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Beugeldraad in darm gevonden na 10 jaar

Beugeldraad in darm gevonden na 10 jaar

Toen een 30-jarige patiënt met enorme buikpijn en krampen werd opgenomen op de afdeling spoedeisende hulp van een Australisch ziekenhuis bleken de oorzaak van de klachten decennia geleden te zijn ontstaan.

CT-scan

Op het moment dat de patiënt in het ziekenhuis werd opgenomen toonden zowel de echografie als een bloedonderzoek geen afwijkingen. Toen de klachten na een paar dagen nog steeds aanhielden werd een CT-scan uitgevoerd om de mogelijke oorzaken nauwkeuriger te kunnen onderzoeken.

Langwerpig voorwerp in dunne darm

Bij het zien van een langwerpig, vreemd voorwerp op de scan dachten de artsen in eerste instantie aan een visgraat. De vrouw had echter recentelijk geen vis gegeten. Aangezien het voorwerp op meerdere plaatsen gaatjes in de dunne darm had gemaakt werd direct een spoedoperatie uitgevoerd, om darmobstructie te voorkomen. Zo bleek het voorwerp een zeven centimeter lange beugeldraad te zijn. De patiënt bleek 10 jaar geleden voor het laatst een beugel te hebben gehad.

Verbazingwekkend

Hoe de patiënt de beugeldraad heeft door kunnen slikken, zonder intense pijn, is niet bekend. Daarnaast is het verbazingwekkend hoe beperkt de schade die de beugeldraad heeft aangericht is gebleven.

Bron:
BMJ Casereports 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
rekenmachine

Zorgfraude komt fraudeurs duur te staan

Zorgfraudeurs moeten voortaan de kosten betalen die zorgverzekeraars maken voor het onderzoek naar de fraude. Deze afspraak is toegevoegd aan de zogenaamde maatregelenrichtlijn die zorgverzekeraars gebruiken om de op te leggen maatregelen te bepalen. Op deze manier hopen zij ervoor te zorgen dat alle zorgverzekeraars dezelfde werkwijze aanhouden.

Onderzoekskosten terugvorderen

Aan de hand van het fraudebedrag en de complexiteit van het onderzoek wordt de hoeveelheid aan onderzoekskosten die kan worden teruggevorderd, bepaald. Indien de zaken klein zijn kan er een vast bedrag of de daadwerkelijke onderzoekskosten worden doorberekend. Indien dit niet het geval is, worden de werkelijke onderzoekskosten bij de fraudeur aangerekend. Vanzelfsprekend wordt hier het vals gedeclareerde bedrag bij opgeteld.

Aanvulling

De afspraak wat betreft het terugvorderen van onderzoekskosten is een aanvulling op het reeds bestaande beleid van zorgverzekeraars tegenover fraudeurs.

 Meerdere partijen

Fraude met zorgverzekeringen kunnen zowel zorgaanbieders als verzekerden of andere partijen betreffen, zoals bijvoorbeeld opticiens of PGB-bemiddelingsbureaus.

Bron:
zn.nl

 

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
vinkje

NZa controleert administratie tandartsen

De Nederlandse Zorgautoriteit controleert deze week de administratie van achttien tandartspraktijken.

Volgens de NZa zijn deze praktijken geselecteerd omdat zij een afwijkend declaratiepatroon hebben vergeleken met andere praktijken.
De autoriteit zal in de praktijk dossiers bekijken om een verklaring hiervoor te vinden. De praktijken blijven geopend tijdens deze controle.

Aanvullende medische anamnese

De autoriteit controleert tijdens het bezoek het declareren van de medische anamnese. Als tandartsen naar aanleiding van de medische anamnese meer informatie inwinnen – bijvoorbeeld navragen bij een huisarts over medicijngebruik – mag hiervoor twintig euro worden gefactureerd onder code C22 (Aanvullende medische anamnese). De NZa zegt dat zij geluiden heeft ontvangen over onterechte declaraties op dit gebied. De autoriteit heeft daarom een analyse gedaan van alle facturen van mondzorgpraktijken.

Tijdens de controleweek werkt de NZa samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ).

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
andartsen in hoger beroep in gelijkgesteld in zaak Achmea

Tandartsen in hoger beroep in gelijkgesteld in zaak Achmea

Zilveren Kruis/Achmea heeft duizend tandartsen ten onrechte weggezet als fraudeurs. Het Gerechtshof in Arnhem oordeelde in hoger beroep dat de declaraties van een tandarts juist zijn.

Imago onterecht geschaad

De zorgverzekeraar stelde in 2013 dat een op de zeven tandartsen te veel zou declareren en vorderde per tandarts gemiddeld 4.000 euro terug. De rechter oordeelt in hoger beroep dat tandartsen juist hebben gedeclareerd. Zilveren Kruis/Achmea heeft het imago van zorgverleners in de media daarmee onterecht geschaad.

VvAA, die namens de betreffende tandarts en zo’n 200 anderen een zaak aanspande, zou excuses voor publieke imagoschade waarderen en pleit voor het terugbetalen van gevorderde bedragen. “De publiekelijke berichtgeving van de kant van Zilveren Kruis – nog zonder dat daar een rechter enige uitspraak over had gedaan op dat moment – heeft de beroepsgroep ernstig geschaad. Zilveren Kruis/Achmea zou zich naast haar wettelijke taken bewuster moeten zijn van haar maatschappelijke rol in de noodzakelijke vertrouwensrelatie tussen zorgverlener en patiënt”, schrijft Edwin Brugman, directeur Kennismanagement en Netwerken van VvAA, vandaag in een brief aan Georgette Fijneman, divisievoorzitter van Zilveren Kruis.

Excuses

VvAA ziet het onterecht publiekelijk schaden van zorgverleners als een schadelijke zaak en acht een openlijk excuus op zijn plaats.

Brugman: “Het zou Zilveren Kruis sieren als er nu wordt erkend dat de uitspraken onterecht zijn gedaan. Ook lijkt het rechtvaardig dat tandartsen die de gevorderde bedragen wél betaalden, te compenseren. Dit voorkomt onnodige procedures die ten koste gaan van de zorg voor patiënten.”

Onder druk via de media

Aangeschreven tandartsen werden afgelopen jaren, mede via de media, onder druk gezet de terugvordering te betalen. Veel tandartsen kozen er daardoor voor niet te procederen. Al in 2015 werd Achmea door de rechter op de vingers getikt over haar verwijt dat tandartsen ‘veel onterecht zouden declareren’. Achmea stelde echter hoger beroep tegen deze uitspraak in.
Vertrouwensrelatie zorgverlener-patiënt De nieuwe uitspraak van het Gerechtshof schept een momentum om meer aandacht te gaan besteden aan de maatschappelijke rol van een zorgverzekeraar. “Dit houdt in: het niet schaden en zelfs in stand houden van de noodzakelijke vertrouwensrelatie tussen zorgverleners en patiënten in het algemeen”, aldus Brugman. “In toenemende mate worden zorgverleners geconfronteerd met soortgelijke acties. Dit zou een mooi kantelmoment voor Zilveren Kruis/Achmea kunnen zijn waarmee zij door deze discussie uit eigen beweging in gang te zetten invulling kunnen geven aan die maatschappelijke rol.”

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
tandbederf

Baby’s met eczeem hoger risico op tandbederf

Baby’s met eczeem – een droge, jeukende huidaandoening – hebben drie keer meer kans op tandbederf als ze 2-3 jaar oud zijn. Dit blijkt uit onderzoek  gepubliceerd in The Journal of Allergy and Clinical Immunology.

Tandbederf
Tandbederf is een van de meest voorkomende kinderziektes. In Singapore heeft 4 op de 10 kleuters tandbederf. En huideczeem treft een op de vijf Singaporese kinderen. Het onderzoek was een samenwerking tussen de National University of Singapore Dentistry en Singapore Institute for Clinical Sciences of the Agency for Science, Technology and Research om te kijken of er verband is tussen deze twee ziekten.

Onderzoek
De onderzoekers interviewden de ouders van meer dan 500 baby’s om te bepalen of de nakomelingen eczeem hadden. De baby’s waarvan gemeld was door de ouder dat hij/zij eczeem heeft, kregen een huidpriktest.

Resultaten
De resultaten van de studie tonen aan dat kinderen die zowel eczeem hadden en gevoelig waren voor allergenen drie keer meer kans hebben op cariës als ze twee/drie jaar oud zijn, in vergelijking met kinderen zonder eczeem. Weefselspecifieke ontwikkelingsdefecten zouden mogelijk dit verband veroorzaken.

Conclusie
Volgens de onderzoekers kunnen de bevindingen de ouders en verzorgers van baby’s met eczeem vroegtijdig waarschuwen dat de kinderen een verhoogd risico hebben op tandbederf. Reguliere tandheelkundige check-ups kunnen helpen om tandbederf bij deze kinderen te voorkomen.

Bron:
nus.edu.sg

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
monument voor kiespijn

Monument voor kiespijn

Bij een tandartsenkliniek in Sint-Petersburg staat sinds kort een bijzonder en angstaanjagend kunstwerk. Dit kunstwerk, dat is voorzien van echte tanden, zou de patiënten aan moeten zetten tot een betere mondhygiëne.

Het kunstwerk Monument voor kiespijn is gemaakt door kunstenares Mariana Shumkova. De tanden in het kunstwerk zouden afkomstig zijn van patiënten van de kliniek. Volgens de kunstenares is de combinatie van onnatuurlijke materialen met natuurlijke menselijke tanden het schokkendste aspect van het kunstwerk.

Bron:
Pravdareport.com

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z