Hoe werken we in de toekomst in de eerstelijnszorg samen?

Hoe werken we in de toekomst in de eerstelijnszorg samen?

Tijdens het congres MedischOndernemen Live hield Marc Bruijnzeels een lezing over de toekomst van de organisatie en financiering van de eerstelijnszorg. Multidisciplinaire samenwerking is volgens hem van essentieel belang voor de toekomst van de eerstelijnszorg.

Regionale Ondersteuningsstructuren

Marc Bruijnzeels vertelt dat hij veel heeft meegemaakt als directeur van één van de Regionale Ondersteuningsstructuren eerstelijnsgezondheidszorg (ROS). Een ROS is een samenwerkingsverband van zorgaanbieders in de eerste lijn met als doel een samenhangende zorg in de buurt te organiseren. De ROS’en werden opgericht wegens ‘ruzie’ tussen minister Borst en een aantal belangenverenigingen in de eerste lijn. Aan de ene kant gaf minister Borst kwaliteitsgelden aan de beroepsorganisatie en aan de andere kant belangengelden. Dit werd dan vermengd in de beroepsorganisaties. Minister Borst heeft dit uit elkaar gehaald. Dit leidde tot een kaalslag binnen die beroepsorganisaties, maar ze kregen van de minister daar iets voor terug: de ROS. ROS’en ondersteunen de kwaliteit van de multidisciplinaire samenwerking. De ROS wordt gefinancierd op basis van een specifieke beleidsregel vanuit het ministerie van VWS en door de verzekeraars ingekocht in de regio. Dit wordt niet van alle kanten vertrouwd door de (para)medici. “Ik kwam in een mijnenveld terecht. Ik ben daar voor het eerst uitgescholden door een andere directeur, want ik kwam aan zijn belangen.”

Geïntegreerde zorg als oplossing

Het bredere plaatje is dat minister Borst destijds al zag dat er epidemiologisch en demografisch iets op ons af kwam: een ‘grijze gletsjer’. De oplossing hiervoor wordt nationaal en internationaal gezien in een verder samenwerkende geïntegreerde eerstelijnsgezondheidszorg. Mensen moeten zoveel mogelijk uit de intramurale zorg weggehouden worden en met extramurale zorg geholpen worden. Anders is het niet meer te betalen en is het ook niet meer te bemensen, want de mensen zijn er simpelweg niet. Nu staan er nog zeven zorgprofessionals rondom een kwetsbare oudere, maar als we zo door gaan zijn dit er slechts drie. De werkdruk is te hoog op de werkvloer en dat krijgt men niet meer weg georganiseerd. Marc Bruijnzeels liet mensen bij elkaar zetten, bijvoorbeeld door gezondheidscentra te bouwen. Zoals hij het verwoordt:

“Zorgprofessionals hebben elkaar nodig. We zijn nu niet meer bezig met eigen eilandjes, maar met geïntegreerde zorg. De keuze is aan u; de wereld verandert en vraagt andere dingen van u. Uiteindelijk heeft u de keuze om hierin mee te gaan of niet.”

Uit het eigen gilde stappen

De kosten voor de zorg worden opgebracht door iedereen die premie betaalt en daarnaast door de grote ondernemers. De werkgevers krijgen er last van als de zorgkosten stijgen.

Marc Bruijnzeels:

“We hebben alles in blokjes weggeorganiseerd, in uw eigen discipline bent u in uw eigen gilde terechtgekomen. U heeft eigen opleidingen, eigen organisaties, eigen financiering, eigen accreditatie, eigen tijdschriften….Het is een soort verzuiling.”

Er zijn meer dan 2500 beroepen in de gezondheidszorg. Uiteindelijk komt het bij de patiënt allemaal samen, maar iedereen is in zijn eigen systeem blijven hangen. Volgens Marc Bruijnzeels komt dit doordat we eerst ‘single diseases’ wilden oplossen, terwijl inmiddels veel mensen verschillende chronische aandoeningen hebben. Door specialisatie is de zorg gefragmenteerd geraakt. Wie uiteindelijk verantwoordelijk is voor het geheel, is vaak niet duidelijk. “De patiënt is de weg kwijt in de zorg. Vaak gaat het mis bij de overdracht, in de communicatie. Zo zijn ontstaan medische missers. Hier zitten we met z’n allen in vast. We zullen uit onze eigen gilde moeten stappen.”

Andere financiering

Wil je de zorg anders organiseren, dan moet het geld anders georganiseerd worden. Men zal op een andere manier moeten worden betaald. Zo kan momenteel innovatie zorgen voor meer uitgaven in de zorg, want een nieuw apparaat kost veel geld en moet wel uit kunnen. Dus moet er veel gebruik van gemaakt worden. Zo worden behandelingen gedaan die misschien helemaal niet nodig zijn. Preventie wordt vaak nog vergeten, vooral de primaire preventie, terwijl hier de gezondheidswinst pas echt gehaald zou kunnen worden. Nu wordt men per verrichting betaald, eigenlijk zou dit op gezondheidsresultaten uitgekeerd moeten worden.

Populatiegericht werken

Het bij elkaar zetten van verschillende zorgprofessionals zorgt voor een rappe kennisdeling, waardoor er (snel) goede oplossingen kunnen worden aangedragen. Je hebt elkaar nodig om de patiënt in zijn geheel centraal te kunnen zetten. De mens moet in zijn totaliteit worden bekeken en niet per ziekte. Dit heet populatiegericht werken, waarbij gekeken wordt hoeveel en welk risico men loopt. Zorg daarom dat er een centraal aanspreekpunt komt in de regio voor (gezondheids)zorg en welzijn. Hierbij kun je de hulp inschakelen van een ROS om de verbindingen te leggen. Er zou dan onder een verzekeraar een verzamelcontract kunnen worden geregeld. Hierbij botst men echter weer op het wantrouwen.

Zorgkosten en zorguitkomsten

Mensen die vaak en veel ziek zijn, hebben vaker een lage sociale economische status (SES). Hier zitten de echte kosten en problemen. De mensen in de hoge klasse ontvangen vaak de beste zorg. Er ligt een uitdaging in het bereiken van de lage SES-populatie.

Als zorgprofessionals zouden we verantwoordelijkheid moeten nemen voor de zorgkosten en de zorguitkomsten. In het buitenland gebeurt dit al veelvuldig. Nu wordt dit in Nederland door de verzekering opgelost. Dit gebeurt of met de botte bijl of er wordt een gesprek aangegaan. De verzekering wil geïntegreerd inkopen, maar dan moet dit aanbod er wel zijn. Om echt verschil te maken in de zorgkosten zal het op grote schaal moeten worden aangepakt. Pas als het geregeld is voor een grote populatie, dan zal het echt kosten gaan schelen. Zorg er daarom voor dat het regionaal geregeld is.
Marc Bruijnzeels sluit af met een ’take home message’:

“Om dit allemaal te bewerkstelligen zullen zorgprofessionals en verzekeraars hun eigen belangen ondergeschikt moeten maken aan die van het gemeenschappelijk en maatschappelijk belang. Dan kan het in ‘no time’ allemaal geregeld zijn.”

 

Marc Bruijnzeels is associate professor bij Leiden University Medical Center & directeur van het Jan van Es Instituut, kenniscentrum voor de geïntegreerde eerstelijnszorg.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna van de lezing van Marc Bruijnzeels, tijdens het congres MedischOndernemen Live.

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z