Het KIMO loopt op schema met het ontwikkelen van richtlijnen

Maarten Jansen

Het KIMO (Kennisinstituut Mondzorg), dat in 2016 is opgericht, ontwikkelt klinische praktijkrichtlijnen voor mondzorgprofessionals. Inmiddels zijn er zeven richtlijnen beschikbaar. Welke richtlijnen komen er nog aan en wat zijn de verdere plannen van het KIMO? dental INFO vroeg het aan Maarten Jansen, directeur van het KIMO.

Wat is de stand van zaken bij het KIMO? Welke ontwikkelingen zijn er?

Met het KIMO gaat het goed. We zijn volop bezig met de ontwikkeling van de richtlijnen. We hebben in het najaar met het Zorginstituut een nieuwe meerjarenplanning afgesproken, die wat realistischer is dan de oude planning. De Kwaliteitsraad van het Zorginstituut is tevreden over de gang van zaken bij het KIMO net als het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Wetenschap en Sport). Van de twaalf geplande richtlijnen zijn er nu zeven klaar.
We hebben afgelopen najaar drie nieuwe richtlijnen opgeleverd, namelijk Mondzorg voor Jeugdigen – module Diagnostiek, Wortelcariës bij (kwetsbare en zorgafhankelijke) ouderen en Bloedige ingrepen in de mondzorg, bij patiënten die antitrombotica gebruiken.
Eind maart is de richtlijn Derde molaar beschikbaar gekomen. Aan het einde van het jaar komen er drie richtlijnen bij: Mondzorg voor aan huis gebonden ouderen en Mondzorg voor jeugdigen, modules preventie en behandeling. En tot slot volgen in 2021 de richtlijnen Polyfarmacie en Antibioticumgebruik in de mondzorg.”

Lange tijd was het onderwerp van de twaalfde richtlijn nog niet bekend. Hoe is dat ‘Antibioticumgebruik in de mondzorg’ geworden?

“Er is vorig jaar een peiling gehouden onder de doelgroep en toen is dit onderwerp als nummer 1 naar boven gekomen. Deze uitkomst werd overigens van harte ondersteund door het ministerie van VWS, omdat die programma’s hebben lopen om onnodig antibioticumgebruik terug te dringen. Doel van de richtlijn is te komen tot het verantwoord voorschrijven van antibiotica.”

De richtlijn over de Derde molaar is aanvankelijk opgesteld door de NVMKA (Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie). Hebben jullie er veel aan veranderd?

“De richtlijn is op een aantal onderdelen aangepast. We hebben hem toegankelijker gemaakt qua tekst en opbouw en hij voldoet nu aan alle eisen van het Toetsingskader van het Zorginstituut. Er is ook een samenvatting en een patiëntenversie gemaakt. Een inhoudelijke wijziging is dat er een aanbeveling in stond over het maken van een OPT op 17-jarige leeftijd. Die was nogal breed geformuleerd en daar bestond weerstand tegen. Nu is die aanbeveling zodanig genuanceerd dat iedereen zich er in kan vinden.”

Hoe ziet de toekomst van het KIMO eruit?

“Het huidige programma loopt in principe eind 2020 af. Er is een kleine uitloop naar 2021, maar er moet tegelijkertijd een plan komen voor na 2020. Het programma wordt nu voor de helft gefinancierd door de wetenschappelijke verenigingen en de beroepsverenigingen en de andere helft door het ministerie van VWS. Er wordt nu een plan ontwikkeld door de leden: de ANT (Associatie Nederlandse Tandartsen), de FTWV (Federatie Tandheelkundige Wetenschappelijke Verenigingen en de KNMT (Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde).”

Kun je daar al iets over zeggen?

“We gaan in ieder geval door met het ontwikkelen van nieuwe richtlijnen, maar het is nog niet duidelijk hoeveel richtlijnen dat worden. Het is niet de bedoeling om ongelimiteerd richtlijnen te blijven ontwikkelen. De leden komen in de zomer met een voorstel. Ze kijken nu vooral naar financiering en ‘governance’, dus hoe gaan we dat bestuurlijk doen.
Qua onderwerpen zijn we vanuit het KIMO bezig met de Richtlijn Advies Commissie (RAC) om een eerste grove schifting te maken van mogelijk interessante onderwerpen. Dan kunnen de leden daaruit een keuze maken. De RAC baseert zich op peilingen die eerder gedaan zijn in de mondzorg en bijvoorbeeld op de Kennisagenda Mondzorg.”

Er is afgelopen jaar een aantal richtlijnen opgeleverd. Hoe zijn die ontvangen door het werkveld?

“De mensen die we spreken zijn overwegend positief. We hebben inmiddels zeven richtlijnen opgeleverd en je merkt dat in het veld steeds meer bekendheid is over het KIMO en de gepubliceerde richtlijnen. De implementatie-activiteiten van de leden helpen ook daarbij. We worden sinds kort ook daadwerkelijk benaderd door verenigingen die iets willen doen met richtlijnen en dat is volgens mij precies de rol die we willen hebben. Het lijkt erop dat het KIMO steeds meer bestaansrecht heeft gekregen en dat is een goede zaak.”

Er schijnen ook tandartsen te zijn die de richtlijnen van het KIMO als een belasting ervaren, omdat ze zich die allemaal eigen moeten maken en moeten toepassen. Wat vind je daarvan?

“Het lijkt mij sterk dat je niet volgens de laatste inzichten zou willen werken. Als mondzorgverlener wil je toch de hoogst mogelijke kwaliteit van zorg kunnen leveren? Een richtlijn is bij uitstek bedoeld om dat voor elkaar te krijgen. Het werk wordt zeker niet ingewikkelder gemaakt, maar het wordt inhoudelijk geactualiseerd. De inzichten van vijf jaar geleden zijn nu eenmaal niet meer de inzichten van nu. Richtlijnen helpen je daarbij. De richtlijn is onderdeel van de professionele standaard; je wordt geacht deze te volgen. Als je dat niet doet, dan moet je dat kunnen motiveren.”

Zijn de richtlijnen gebruiksvriendelijk?

“De volledige richtlijn als document heeft vooral waarde als brondocument. Het is heel uitgebreid en gedetailleerd en voor de dagelijkse praktijkvoering niet erg handzaam. Daarom bieden we naast de richtlijn een samenvatting aan waarmee de professional in een oogopslag de laatste inzichten tot zich kan nemen. Deze samenvattingen zullen ook in het Engels beschikbaar komen. Mocht je toch meer willen weten, dan kun je de richtlijn gebruiken als naslagwerk. Voor de patiënt wordt bij iedere richtlijn een overzichtelijke patiëntenversie beschikbaar gesteld.
Daarnaast hebben we een handreiking implementatie ontwikkeld die de professional helpt de richtlijn daadwerkelijk toe te passen in de praktijk. Deze handreiking komt binnenkort beschikbaar. We gaan ook onze website toegankelijker maken: alle zaken die relevant zijn voor de eindgebruiker komen voorop te staan.”

Hoe is de kennisoverdracht aan mondzorgprofessionals verder geregeld?

“Voor het belangrijkste deel ligt die verantwoordelijkheid bij de beroepsverenigingen en de wetenschappelijke verenigingen. Zij dragen zorg voor disseminatie en kennisoverdracht zoals e-learning en cursussen. Er ontstaan her en der initiatieven. De KNMT ontwikkelt e-learning en de NWVT (Nederlandse Wetenschappelijk Vereniging van Tandartsen) heeft bijvoorbeeld een drietal cursussen rondom de richtlijnen ontwikkeld die het komend jaar worden gegeven.”

Onlangs is er een nieuwe richtlijn parodontologie in de algemene praktijk uitgebracht door de Nederlandse Vereniging voor Parodontologie. Vind je het jammer dat die niet via het KIMO is uitgebracht?

“Dat vind ik zeker jammer, maar we zitten op dit moment nu eenmaal vast aan ons programma voor twaalf richtlijnen. Dat is zo afgesproken en daar is een begroting op gemaakt. Dat betekende bijvoorbeeld dat ook de richtlijn van de NVvE (Nederlandse Vereniging voor Endodontologie), de Endo-richtlijn, niet via ons geautoriseerd kon worden. Onlangs sprak ik nog met de NVVRT (Nederlands Vlaamse Vereniging voor Restauratieve Tandheelkunde) die ook plannen heeft voor een richtlijn, maar die dus nog niet door het KIMO geholpen kan worden. Dat zou je eigenlijk niet moeten willen.
Ik hoop dan ook dat we in de volgende periode meer als een winkel kunnen gaan opereren. Dat we voor de basis een programma hebben met een aantal richtlijnen, die voor de algemene mondzorg van belang zijn, maar dat als een losse vereniging een richtlijn wil laten ontwikkelen of autoriseren door het KIMO, dat dat dan ook mogelijk is. Het zou heel mooi zijn, als we dat in de volgende fase voor elkaar kunnen krijgen.”

Vorig jaar gaf je aan dat jullie op zoek waren naar praktijken die structureel met jullie willen meedenken. Hebben jullie die inmiddels gevonden?

“Dat hebben we even uitgesteld, omdat we vooral met de richtlijnen bezig waren. Maar nu zijn we aan de slag met de nieuwe Werkgroep Meetinstrumenten. Voor die werkgroep zouden we graag in contact komen met mondzorgpraktijken om het daadwerkelijk gebruik van richtlijnen te volgen en te testen. Dus praktijken die dat willen, worden van harte uitgenodigd om contact op te nemen. Dat kunnen allerlei soorten praktijken zijn: klein, groot, gespecialiseerd, algemeen….”

Interview door Yvette in ’t Velt voor dental INFO met Maarten Jansen, directeur van het KIMO.

Commissie Leidraad Mondzorg Corona: adviezen infectiepreventie tijdens coronacrisis

De beroepsorganisaties KNMT, ANT, NVM-mondhygiënisten en ONT hebben onlangs de Commissie Leidraad Mondzorg Corona ingesteld die de beroepsgroep op korte termijn zal voorzien van eenduidige adviezen rondom infectiepreventie gedurende de coronacrisis. Maarten Jansen is voorzitter van deze Commissie. Lees meer over de Commissie Leidraad Mondzorg Corona

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen