Vereniging KiMo

 Vereniging KiMo wordt enige richtlijneninstituut

Er komt toch maar één instituut voor de ontwikkeling van mondzorgrichtlijnen: Vereniging KiMo. De Federatie Tandheelkundig Wetenschappelijke Verenigingen (FTWV) en de beroepsorganisaties KNMT en ANT hebben hierover overeenstemming bereikt. In de Vereniging KiMo komen de huidige organisaties Stichting KiMo en Vereniging NVPM.

Groot draagvlak
De Vereniging KiMo zorgt zowel voor de wetenschappelijke ontwikkeling van richtlijnen als de zeggenschap van professionals over de praktische uitvoerbaarheid ervan. Dat vergroot volgens FTWV, KNMT en ANT het draagvlak bij professionals voor uitvoering van de richtlijnen en dat is in het belang van de kwaliteit van de mondzorg. Als een richtlijn in de praktijk bijvoorbeeld onvoldoende werkt, tot grote administratieve belasting of tot een extreme kostenstijging van de zorg leidt, kan aan de ontwikkelaars een verzoek om aanpassing worden gedaan.

Mondzorg breed
KiMo wordt in eerste instantie opgericht door de federatie van wetenschappelijke verenigingen en de beroepsorganisaties van tandartsen, kaakchirurgen en orthodontisten. Daarnaast is ook ruimte gecreëerd voor deelname van mondhygiënisten en tandprothetici aan de richtlijnontwikkeling in de vorm van een bijzonder lidmaatschap. Zodat ook deze professionals kunnen aangeven of een richtlijn voor hen in de praktijk uitvoerbaar is.

Vliegende start
De nieuwe vereniging kan meteen aan de slag met de zes richtlijnen die al op het meerjarenprogramma van het Zorginstituut Nederland staan. Bovendien kan doorgeborduurd worden op de al operationele organisatie van de stichting KiMo. Kort nadat het bestuur is geïnstalleerd en de commissies bekend zijn, zal de uitwerking van deze richtlijnen ter hand worden genomen.

Kosteloos aansluiten
De eerste drie jaar nemen FTWV, KNMT en ANT de financiering van de nieuwe vereniging voor hun rekening. Professionals kunnen gedurende die periode kosteloos aansluiten als aspirant-lid of aspirant-buitengewoon lid. De oprichtende partijen hebben er alle vertrouwen in dat de vereniging KiMo zich in die tijd zodanig weet te bewijzen en een solide plek in het mondzorglandschap inneemt dat het veld op een of andere manier de financiering overneemt waarna de vereniging KiMo geheel op eigen benen zal komen te staan.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Europees alarm systeem voor niet goed functionerende tandartsen

Het is nu door heel Europa mogelijk om tandheelkundige professionals die eerder werden geband om in een Europees land aan het werk te gaan gelijk te herkennen, door invoering van het European Alert Mechanism.

Melding
Het alarm systeem werd op 18 januari ingevoerd en zorgt ervoor dat binnen drie dagen nadat een tandarts is verboden te werken, maatregelen is opgelegd of geschorst, dit bekend wordt in Europa (European Economic Area, EEA). Op deze manier worden patiënten zoveel mogelijk weerhouden van het krijgen van een onveilige tandheelkundige behandeling.

Hogere standaarden
Dr. Nigel Carter, van de British Dental Health Foundation: “Ook wordt op deze manier voorkomen dat tandheelkundigen die onveilige praktijken uitvoeren niet in staat zijn om door te gaan met hun slechte praktijken door simpelweg naar een andere plek in Europa te verhuizen. Hopelijk lijdt dit tot hogere standaarden in de Europese tandheelkunde.

Tandartstoerisme
Het systeem identificeert tandheelkundigen en hun eventuele restricties. Achtergrondinformatie wordt niet direct gegeven, maar kan wel worden opgevraagd. Op deze manier kunnen hopelijk veel gevallen van tandartstoerisme en daarmee vele risico’s worden voorkomen.

Bron:
British Dental Health Foundation

Lees meer over: Actueel, Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z
Limburgse tandartsenpraktijk ontvangt HKZ keurmerk

Limburgse tandartsenpraktijk ontvangt HKZ keurmerk

Roer-Mondzorg BV is de twaalfde mondzorgpraktijk in Nederland en de eerste in Limburg, die HKZ gecertificeerd wordt. Het HKZ keurmerk stelt een basisgarantie voor kwaliteit en maakt zichtbaar dat het kwaliteitsmanagementsysteem voldoet aan bepaalde eisen. Praktijkmanager Jacqueline Mulder vertelt meer over hoe het hele proces verlopen is.

Hoe kwamen jullie op het idee om de praktijk te laten certificeren?
“Wij wilden ons onderscheiden van andere praktijken. Na een vergadering van de beroepsorganisatie van praktijkeigenaar Léon Horrichs en een brainstormsessie binnen de praktijk kwamen we op het idee om ons te laten certificeren. We hebben informatie verzameld over hoe dat precies in zijn werking gaat en kwamen erachter dat een HKZ certificaat het hoogst haalbare is. Tevens bleek dat maar weinig praktijken dit certificaat hebben.”

Hoe gaat het krijgen van een HKZ certificaat in z’n werk?
“We hebben een onafhankelijke partij ingeschakeld om de praktijk te laten beoordelen. Eerst vonden er twee vooronderzoeken plaats. Een in maart en de ander in september. Uit het eerste vooronderzoek bleek dat we er nog niet helemaal klaar voor waren. We hebben toen goede afspraken met elkaar gemaakt en hebben ons gefocust op het verbeteren van de werkorganisatie. De grote audit vond vervolgens plaats in december en duurde twee dagen. Twee auditors hebben deze uitgevoerd. Een van hen is tandarts, hij controleert onder andere de patiëntendossiers, werkinstructies en de handelingen van de assistenten en tandartsen. De ander auditor focust zich meer op de richtlijnen van de praktijk zoals de klachtregeling en het managementsysteem. Na een audit kan je verbeterpunten krijgen. Wij hebben echter positief advies gekregen met 0 afwijkingen en 0 aanbevelingen.”

Welke voordelen heeft het HKZ certificaat voor uw praktijk?
“Je onderscheidt je als praktijk van anderen en de communicatie in het team verloopt veel beter, omdat alles nu is vastgelegd”.

Heeft u adviezen voor andere praktijken die HKZ gecertificeerd willen worden?
“Het kost veel tijd en energie om het hele team op een lijn te krijgen. Met behulp van teamtraningen kan je onderling duidelijke afspraken maken. Zorg dat iedereen gehoord wordt en er geen hiërarchie is. Effectieve samenwerking is dan ook het belangrijkst: wees open naar elkaar, want iedereen moet zijn schouders eronder zitten om dit mogelijk te maken”.

Gaat u ook communiceren naar patiënten dat uw praktijk HKZ gecertificeerd is?
“Normaal gesproken krijg je de certificaat opgestuurd. Maat dit keer vindt er een uitreiking plaats. Hierover zal ook een artikel worden geplaatst in de plaatselijke krant. Wat het behalen van de certificaat extra bijzonder maakt is dat de eigenaar Léon Horrichs van de praktijk binnenkort met pensioen gaat. Het is dan wel heel erg mooi dat hij het hoogst haalbare met zijn praktijk bereikt heeft”.

Roer-Mondzorg is een van de meest ervaren tandheelkundige centra in de regio van Roermond waar zich verschillende specialismen onder één dak bevinden: het plaatsen van implantaten (implantologie), het uitvoeren van zenuwbehandelingen (endodontologie),het vervaardigen en repareren van gebitsprotheses (tandtechniek) en mondhygiëne (mondhygiënistes).

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Versplintering van KiMo en NVPM haalt nu ook landelijke pers

Het bericht dat de tandheelkundige wereld nu nog verder dreigt te versplinteren, vanwege de afscheiding van KNMT van KiMo, heeft de landelijke pers bereikt. NRC  en NRC Next stellen het feit aan de kaak dat tandartsen graag het laatste woord willen hebben. Hoe schadelijk zijn deze ontwikkelingen voor het imago van de mondzorg? Oordeelt u zelf.

Behandelrichtlijnen voor de tandheelkunde
Om vele misverstanden te voorkomen, werd in de Gezondheidsraad al langere tijd gepleit voor wetenschappelijk onderbouwde behandelrichtlijnen voor de tandheelkunde, zoals in de geneeskunde al zo’n 20 jaar het geval is. Dit leidde tot de oprichting van KiMo (Kennisinstituut Mondzorg) in 2014 – een stichting die richtlijnen voor mondzorg creëert met hulp van vertegenwoordigers van de tandheelkundige wetenschap. Echter, beroepsverenigingen KNMT en ANT vinden dat hun achterban hierin te weinig zeggenschap krijgt, en komt nu met hun eigen vereniging: de NVPM.

Versplintering
De tandheelkundige wereld zit niet zo simpel in elkaar. Met zo’n 8.500 tandartsen, 3.400 mondhygiënisten en 500 tandtechnici, die elk weer verspreidt zijn over ongeveer 20 verschillende wetenschappelijke verenigingen is de volledige wereld van de mondzorg behoorlijk versplinterd.
Om patiënten te kunnen laten zien welke behandeling het beste past is een stichting nodig die richtlijnen opstelt, die worden gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, of op zijn minst op een basis van een systematische vergelijking van gangbare behandelmethoden, vinden minister Schippers van Volksgezondheid en Zorginstituut Nederland (ZIN).

Zeggenschap over ontwikkeling richtlijnen
Tandartsen krijgen een stem, zegt KiMo, omdat met verplichte „veldconsultatie” bij KiMo wordt getoetst of een richtlijn werkbaar is. Dat is niet genoeg, vinden de tandartsen, omdat zij bij KiMO niet het laatste woord krijgen. „Bij de NVPM wel, daar stemmen tandartsen aan het eind over een behandelrichtlijn”, zegt Paarhuis in het NRC. Volgens Albert Feilzer, dectaan ACTA, staat dit haaks op het principe dat een richtlijn wetenschappelijk onderbouwd moet zijn. Hij zegt in het NRC: “Alsof chirurgen stemmen voor een richtlijn waarin een operatie de voorkeur krijgt, terwijl uit onderzoek blijkt dat behandeling met antibiotica beter is.”

Patiënt regisseert de mondzorg
Rob Burgersdijk, tijdelijk KiMo-directeur is van mening dat ook mondhygiënisten en tandtechnici moeten kunnen meebeslissen over richtlijnen. “Het zou toch raar zijn als tandartsen met eigen richtlijnen komen over bijvoorbeeld preventie”, zegt hij.
Volgens Paarhuis mogen mondhygiënisten wel meepraten maar hebben tandartsen de primaire rol omdat zij het behandelplan maken. Feilzer vindt dit idee echter achterhaald. “Vroeger was de tandarts de regisseur van de mondzorg, maar nu is dat de patiënt.”

Samenwerken met KiMo
Zorginstituut Nederland vertelt aan NRC dat zij met ontwikkeling van kwaliteitsnormen voor de tandheelkunde met de wetenschappelijke verenigingen gaan samenwerken en “niet met de KNMT, dat is uiteindelijk een belangenorganisatie”.

Bron: NRC

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

KNMT en ANT richten vereniging op voor richtlijnen in de mondzorg

De beroepsorganisaties van tandartsen KNMT en ANT slaan de handen ineen en richten een vereniging op voor richtlijnen in de mondzorg. Met de oprichting van de Nederlandse Vereniging Praktijkstandaarden Mondzorg (NVPM) willen beide organisaties de inbreng van de tandarts bij de totstandkoming van evidence based richtlijnen borgen en het draagvlak hiervoor vergroten.

Rechtstreekse invloed
Richtlijnen zijn volgens KNMT en ANT essentieel voor de kwaliteit en de transparantie van de zorg aan de patiënt. Voor de haalbaarheid van richtlijnen zijn praktische toepasbaarheid en brede overeenstemming binnen de beroepsgroep noodzakelijke voorwaarden. De NVPM zal daarom gaan bestaan uit individuele tandartsen. Zij bepalen welke richtlijnen worden ontwikkeld en autoriseren de richtlijnen.

Breed programma
Met de oprichting van de NVPM willen KNMT en ANT een breed richtlijnenprogramma voor de mondzorg mogelijk maken. Naast richtlijnen voor het medisch tandheelkundig handelen, gaat het ook om handvatten voor de praktijkvoering. Om te komen tot dit brede programma zoekt de NVPM nadrukkelijk de samenwerking met de wetenschappelijke verenigingen in de mondzorg. Zodat wetenschappelijke onderbouwing, praktische haalbaarheid en brede consensus binnen de beroepsgroep samen de basis vormen voor een succesvol richtlijnenprogramma.


Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
KNMT niet in Kennisinstituut Mondzorg

KNMT niet in Kennisinstituut Mondzorg

De KNMT maakte op 4 september bekend niet deel te nemen aan het Kennisinstituut Mondzorg (KiMo) en geeft de wetenschappelijke verenigingen en universiteiten hiervoor de ruimte. De KNMT wil zich wel blijven richten op het aanbieden van handvatten en protocollen voor ondersteuning van tandartsen bij de dagelijkse praktijkvoering.

KNMT-voorzitter Aad van der Helm zegt op de website van de KNMT: ‘De ontwikkeling van klinische praktijkrichtlijnen laten we aan het KiMo. Wij focussen op het aanreiken van handvatten en protocollen voor bijvoorbeeld het vastleggen van patiëntgegevens, het opbouwen van een patiëntendossier of het veilig overdragen van gegevens aan een andere zorgverlener.’

ANT
De ANT is blij met deze beslissing van de KNMT. Op haar website geeft de ANT aan voorstander te zijn van een Richtlijneninstituut dat belegd is vanuit de tandheelkundige wetenschap, maar met een sturende rol voor de tandarts. De ANT steunde tot mei dit jaar een structuur van de KiMo waarin geen belangen vanuit andere beroepsorganisaties een rol zouden spelen. Volgens de ANT weerde de KNMT vervolgens eenzijdig de wetenschap en universiteiten waardoor mondhygiënisen en tandprotetici een prominentere rol in de raad van toezicht zouden krijgen. De ANT wees dit af.

NVM
De NVM begrijpt de beslissing van de KNMT niet, schrijft zij op haar website. Volgens de vereniging zijn praktijkrichtlijnen en klinische richtlijnen onlosmakelijk met elkaar verbonden. “Wij zijn nog steeds van mening dat richtlijnen mondzorgbreed ontwikkeld moeten worden en dat mondzorgkoepels (en dus professionals) met elkaar moeten samenwerken in het belang van de kwaliteit van de zorgverlening aan de patiënt.”

De NVM is verbaasd over de reactie van de ANT. “In de officiële reactie van de ANT op het besluit van de KNMT geeft de ANT aan blij te zijn dat mondhygiënisten en tandprothetici geen rol meer zullen spelen in een op te richten richtlijneninstituut voor de mondzorg. De ANT is van mening dat de hbo-opgeleide mondhygiënist en de mbo-opgeleide tandprotheticus niet voldoende wetenschappelijk zijn opgeleid om als oprichtende partij te participeren. Deze mening delen wij zeker niet.”

Voorbeeld: NHG
De ANT is voorstander van een democratische verengingsvorm waarin de leden – de tandartsen – inspraak hebben en de financiering komt van de leden om onafhankelijkheid te kunnen garanderen. De ANT noemt het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) als voorbeeld. Het NHG heeft een verenigingsstructuur en een grote achterban van huisartsen die lid zijn en contributie betalen. In het uiterste geval kunnen de huisartsen zelf corrigerend ingrijpen.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

10 eenvoudige voorbeelden voor het overtreffen van de verwachtingen

Kwaliteit is voldoen aan de verwachtingen van de patiënt. Het voldoen aan de verwachtingen leidt tot tevreden patiënten, terwijl het overtreffen van de verwachtingen leidt tot loyale patiënten. Het creëren van loyale patiënten moet voor elke praktijk haar ‘core business’ zijn. Daarom 10 eenvoudige voorbeelden voor het overtreffen van de verwachtingen van patiënten.

10 eenvoudige voorbeelden
Goede ervaringen van patiënten gaan over hoe hij geholpen is en niet over de kwaliteit van de geleverde tandheelkundige zorg. Belangrijk is dus om te beseffen dat patiënten vooral de vorm ervaren en in mindere mate de inhoud. Het gaat erom hoe je iets brengt bij de patiënt naast wat je doet. Elke onderstaand voorbeeld is heel eenvoudig, maar het gaat er dus ook om hoe dit aan de patiënt wordt gecommuniceerd.

1. Patiënt een beschermbril geven tijdens behandelingen
“Om te voorkomen dat een gevaarlijke stof in uw ogen komt, geef ik u een beschermbril op. Dit is het veiligste voor u.” Hiermee geeft u het signaal af de veiligheid van de patiënt belangrijk te vinden en de kans op onveilige situaties te verkleinen. Ook als u dit niet eerder heeft gedaan, geeft dit een positief signaal, namelijk dat u bezig bent de kwaliteit in uw praktijk continu te verbeteren.

2. Patiënt een spiegel voorhouden na een behandeling
Vele behandelingen hebben een esthetisch effect. Door de patiënt direct een spiegel te geven, kunt u dat effect benadrukken. Tevens is dit een mogelijkheid om met trots het resultaat van uw behandeling te laten zien.

3. Patiënt een instructiebrief of nazorgbrief meegeven
“Om alles nog eens rustig na te lezen, hebben wij de informatie voor u overzichtelijk uitgeschreven.” Veel patiënten zijn bij een behandeling gespannen en kunnen de mondeling verkregen informatie daarom niet altijd goed opnemen. Een instructie- of nazorg brief geeft aan dat u goed heeft nagedacht over een goede informatieoverdracht naar de patiënt.

4. Patiënt opbellen na een ingrijpende behandeling
Na een ingrijpende behandeling is het een kleine moeite de volgende dag te bellen met de patiënt om te vragen hoe het gaat. Dit ervaren patiënten als zeer attent, wat zo hun verwachtingen enorm overtreft.

5. Patiënt kopje koffie geven bij lang wachten
Extra lang wachten in de wachtkamer wordt als zeer hinderlijk ervaren. Het enige wat de baliemedewerker op dat moment kan doen is het wachten veraangenamen. Een kopje koffie aanbieden is hier een voorbeeld van. Aangezien het aanbieden van koffie aan patiënten een uitzondering is, is het belangrijk om dit ook te melden. Dat het een uitzondering betreft maakt de geste voor de patiënt alleen maar meer waardevol.

6. Mond van patiënt afnemen na een behandeling
Na een behandeling, en zeker na het maken van een afdruk, wil een patiënt weer gefatsoeneerd de praktijk uit gaan. Het eerste wat een patiënt doet als hij in de auto stapt, is in de spiegel kijken. Deze onzekerheid (‘Loop ik er nog gefatsoeneerd bij?’) kun je wegnemen door voor het verlaten van de stoel de mond van de patiënt af te nemen en hem een spiegel voor te houden.

7. Direct afspraak bevestiging mailen aan patiënt
Niets is zo gemakkelijk voor de patiënt als hij de afspraak direct per e-mail bevestigd kan krijgen. Dit gemak geeft het signaal af dat de praktijk meegaat met haar tijd. Naast het gemak voor de patiënt heeft dit namelijk als effect dat de patiënt dit signaal (‘meegaan met de tijd’) projecteert op de gehele kwaliteit van zorgverlening in de praktijk.

8. Mond van patiënt spoelen na toedienen van verdoving
“De verdoving geeft een bittere smaak in uw mond. Deze vieze smaak zal ik u besparen door uw mond direct te spoelen.” Door te spoelen met de meerfunctiespuit en direct af te zuigen laat u zien aan de patiënt dat u het beste met hem voor heeft en hem alle ongemakken zo veel mogelijk wil besparen. U denkt mee om het de patiënt gemakkelijk te maken.

9. Patiënt informeren over verzekering en eigen bijdrage
Het is voor patiënten geen alledaagse aangelegenheid om door je verzekeringsgegevens te spitten. Niets is prettiger dan wanneer de balie de patiënt direct kan informeren over de vergoedingen en eigen bijdrage. Wederom een kleine moeite voor de praktijk en een groot gemak voor de patiënt.

10. Patiënt bij binnenkomst informeren over de uit te voeren behandeling
“Goedemiddag meneer De Vries. We gaan vandaag weer een controle bij u doen.” In plaats van: “Wat gaan we doen vandaag?” Of: “Wat kan ik voor u doen?” Aandacht geven aan de patiënt is al eerder genoemd als belangrijk punt. Door als assistent of tandarts bij binnenkomst al kenbaar te maken dat je de patiënt verwacht en weet waarvoor hij komt, laat je blijken dat je de patiënt kent en op zijn behandeling voorbereid bent.

Door: Sjoerd Kuiken – Kuikenpraktijkmanagement
Sjoerd begeleidt tandartsen in het opzetten van een succesvolle praktijk: financieel gezond, kwalitatieve zorg, prettige werksfeer en professionele mentaliteit. Zijn visie is gebaseerd op het ontwikkelde Praktijk Management Model.
Sep 2015

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Vereniging tegen de Kwakzalverij: haal NVBT uit KiMo

Het is de Vereniging tegen de Kwakzalverij volkomen onduidelijk waarom de NVBT (Nederlandse Vereniging ter bevordering van de Bio-energetische Tandheelkunde) opgenomen is in het KiMo (Kennisinstituut Mondzorg). In een brief aan de KNMT vraagt de vereniging om de NVBT uit het KiMo te halen.

Afkeer van richtlijnen
“Een zinvolle bijdrage kan van deze groep dissidenten toch niet verwacht worden en zij zullen zeker, zoals zal blijken, een hinderlijke rol gaan spelen als er consensus moet worden bereikt over richtlijnen en standaarden. Per definitie bestaat de NVBT uit tandartsen die willens en wetens afwijken van wat hun vakgenoten goede zorg vinden en die een afkeer hebben van richtlijnen. Door de NVBT een plaats te geven in het KiMo legitimeert u kwakzalverij en haalt u de doelstellingen van het KiMo onderuit voor dat deze zelfs maar van start is gegaan”, schrijft de Vereniging tegen de Kwakzalverij in haar brief.

Evidence based geneeskunde
De NVBT heeft volgens de Vereniging tegen de Kwakzalverij een lange geschiedenis van minachting voor evidence based geneeskunde. “De NVBT beweerde nog tot halverwege het eerste decennium van deze eeuw, dat amalgaam schadelijk was en dat het gebruik ervan tot duizenden doden zou hebben geleid. Nog steeds conformeert de NVBT zich niet aan de uitspraak van de Gezondheidsraad dat amalgaam een veilig middel is en nog steeds staan er op de website van de NVBT een aantal tandartsen, die zich aanbieden voor amalgaamverwijdering”, schrijft de Vereniging tegen de Kwakzalverij.

“Homeopathie is een volledig absurde laat 18de eeuwse geneesmiddelleer, die nergens aan medische faculteiten wordt onderwezen en geen deel uitmaakt van het basiszorgpakket. De NVBT-leden passen deze therapie zonder schroom toe.
Chinese acupunctuur is een uiterst primitieve behandelwijze, die berust op gebrek aan anatomische kennis bij de oude Chinezen en op de aanname van het bestaan van meridianen en acupunctuurpunten. Deze zijn nimmer gevonden en bij effectiviteitsonderzoek blijkt de acupunctuur niet beter te scoren dan placebo-effecten. Zelfs als pijnbestrijding blijkt acupunctuur vrij waardeloos.”

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

NVM: Wildgroei van mondzorgmedewerkers brengt kwaliteit en patiëntveiligheid in gevaar

De NVM is ernstig bezorgd over de kwaliteit en patiëntveiligheid verleend door preventie-assistenten. In de mondzorg zijn steeds meer preventie-assistenten werkzaam. De beroepsvereniging roept patiënten op om bij de eigen mondzorgpraktijk na te gaan welke achtergrond de mondzorgverlener heeft.

Lees hieronder het persbericht van de NVM waarin zij haar bezorgheid uit:

De mondhygiënist volgt een 4-jarige HBO-opleiding en een tandarts een 6-jarige universitaire studie. Wettelijke kaders waarbinnen de mondhygiënist en tandarts mogen handelen, maken het voor patiënten transparant wie, welke zorg verleent. Preventie is echter hot en door een 8-daagse cursus kan men al één van de volgende titels gebruiken: ‘preventie-assistent’, ‘paro-preventie-assistent’, ‘preventieconsulent’, ‘preventie-medewerker’ of ‘mondzorgmedewerker in de preventie’. Door een gebrek aan een erkende opleiding voor deze hulpkracht, zet NVM-mondhygiënisten haar vraagtekens bij de borging van kwaliteit en patiëntveiligheid onder deze groep. Tevens gaat het om een onbeschermde titel, dus ook als men de cursus niet haalt of niet volgt, mag men zich een dergelijke titel aanmeten en dat is zorgwekkend.

Zorgverlening

De mondhygiënist werkt zelfstandig, is zonder verwijzing te bezoeken en werkt binnen de wettelijke kaders van het deskundigheidsgebied. De HBO-opleiding waarborgt in de basis kwaliteit, patiëntveiligheid en professionele zorgverlening. Daarnaast bestaat er een KwaliteitsRegister voor Mondhygiënisten (het KRM) en een NVM-DiplomaRegister Mondhygiënisten. De patiënt kan dus met vertrouwen en zekerheid door een mondhygiënist behandeld worden. Hulpkrachten zoals een ‘preventie-assistent’, worden in de praktijk steeds vaker en breder ingezet om tandheelkundige behandelingen uit te voeren, zoals het verwijderen van tandsteen, het geven van poetsinstructies, maar ook het geven van verdoving en zelfs boren. Dit zónder dat de patiënt weet wie deze taken uitvoert en of deze medewerker wel voldoende is opgeleid. Vervolgens betaalt de patiënt exact dezelfde rekening, ongeacht of de behandeling door een mondhygiënist of ‘preventie-assistent’ is uitgevoerd. Kortom, veel mensen weten niet wie de mondzorg verleent en of ze de meest doelmatige zorg voor hun geld krijgen.

Deskundigheid

NVM-mondhygiënisten pleit voor een situatie waarbij de patiënt goed geïnformeerd is en de patiëntveiligheid en kwaliteit geborgd is. De patiënt heeft recht om te weten wie in zijn of haar mond werkt en wie de kosten in rekening brengt. NVM-mondhygiënisten roept patiënten op om bij de eigen mondzorgpraktijk na te gaan welke achtergrond de mondzorgverlener heeft. Elke patiënt verdient hoogwaardige en veilige mondzorg, want een gezonde mond is immers van levensbelang.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Scholing
Richtingsbord

Oprichting KiMo voor ontwikkeling richtlijnen

Het Kennisinstituut Mondzorg (KiMo) wordt definitief opgericht voor de ontwikkeling van richtlijnen in de mondzorg. Dit werd op 18 mei besloten door alle partijen in de mondzorg.

Financiering
De ontwikkeling van richtlijnen wordt betaald door de beroepsorganisaties van tandartsen (KNMT en ANT), mondhygiënisten (NVM) en tandprotetici (ONT. De wetenschappelijke verenigingen en de opleiding in de mondzorg stellen hun expertise beschikbaar voor de ontwikkeling van de richtlijnen. KiMo is in contact met het ministerie van VWS voor een startsubsidie voor de eerste drie jaar.

Advies
Begin 2013 startten twee werkgroepen met het opstellen van een advies voor een structuur, financiering en werkwijze voor een richtlijninstituut voor de mondzorg. In de werkgroepen zaten vertegenwoordigers van de beroepsorganisaties en opleidingen in de mondzorg, die ook allemaal werkzaam zijn in de praktijk.

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit
preventieassistent

Hoe begeleidt u uw preventieassistent?

In veel tandartspraktijken zijn één of meer preventieassistenten werkzaam. Ook sommige mondhygiënistenpraktijken werken met een preventieassistent. Door de relatief korte opleiding is het aantal preventieassistenten de afgelopen jaren enorm gegroeid. Zij zijn niet opgeleid om zelfstandig te werken, maar behoren onder de begeleiding van een tandarts of mondhygiënist te staan. Hoe kunt u uw preventieassistent het beste begeleiden?

Werkveld
De preventieassistent ontvangt functionele leiding van de tandarts of mondhygiënist voor wie er onderdelen van de behandeling worden uitgevoerd. De preventieassistent geeft voorlichting en advies, bijvoorbeeld over het schoonhouden van de gebitsprothese. Er wordt tijdens de opleiding aandacht geschonken aan het afnemen van de initiële anamnese, maar niet aan de interpretatie van de uitkomst hiervan. Er wordt geleerd om de plaquekleur- en bloedingstest uit te voeren, fluoride aan te brengen, symptomen van gingivitis, parodontitis en retentieplaatsen te herkennen, een eenvoudige pocketstatus te lezen en te maken, een DPSI-score te maken, supragingivaal plaque en tandsteen te verwijderen en gebitselementen te polijsten.

Overleg
Voordat de preventieassistent de patiënt gaat behandelen dient het patiëntendossier aandachtig te worden gelezen. Kan de preventieassistent de patiënt wel aan? Is er bijvoorbeeld geen sprake van een medisch gecompromitteerde patiënt of een patiënt met een te hoge DPSI-waarde? Tandarts/mondhygiënist en preventieassistent doen er goed aan voor aanvang van de patiëntenbehandelingen alle patiënten eerst eens door te nemen en te bespreken. De tandarts/mondhygiënist kan aangeven waarop gelet moet worden en welke behandeling hij precies wenst.

Interactie
Aan de hand van de (update) van de anamnese, plaquekleuring, bloedingstest en DPSI kan er bedacht worden welke behandeling en voorlichting de patiënt precies behoeft. Vervolgens is er interactie gewenst met zowel de patiënt als met de tandarts/mondhygiënist om het definitieve behandelplan op te zetten. Hierbij vertelt de preventieassistent haar bevindingen en worden deze kort gecontroleerd op juistheid. Er vindt overleg plaats over welke voorlichting er gegeven zal worden. Blijkt de patiënt te hoog gegrepen voor de preventieassistent, bijvoorbeeld bij een DPSI-score in de categorie B, dan wordt de patiënt verwezen naar de mondhygiënist of een andere geschikte behandelaar.

Controle
Zodra de preventieassistent klaar is met de behandeling, dient er controle uitgevoerd te worden op zijn werk. Is het tandsteen en de plak geheel verwijderd? Zo niet, dan wordt dit teruggekoppeld naar de preventieassistent en onderzocht waar het mis is gegaan. Zo wordt er geleerd van fouten. Bied de preventieassistent gelegenheid om de eigen fouten op te lossen. Een ervaren preventieassistent kan hier voorzichtig losgelaten worden en hoeft niet meer bij iedere patiënt gecontroleerd te worden. De tandarts/mondhygiënist zal echter waakzaam moeten blijven ten bate van de kwaliteit.

Hulp
De preventieassistent moet altijd om hulp kunnen vragen. Spreek met elkaar af hoe u dit graag zou willen zien. Op welke manier zal hulp gevraagd moeten worden? Moet er op de deur geklopt worden en hoe wordt er duidelijk gemaakt om welk probleem het gaat bij welke patiënt? Wellicht biedt uw software hierbij uitkomst.

Einde dag
Na een dag werken is het prettig om alle patiënten wederom te bespreken. Kloppen de declaraties? Waar liep de preventieassistent tegen aan en hoe kan het in vervolg beter?

Valkuilen en leermomenten
De preventieassistent zal ook kritisch moeten zijn over zichzelf. Dit kan gestimuleerd worden door de preventieassistent met regelmaat een formulier te laten invullen over de eigen valkuilen en leermomenten. Deze kunnen worden besproken tijdens een functioneringsgesprek waarbij er nieuwe doelen kunnen worden gesteld.

Eerst investeren
Een preventieassistent kan zeker tijd schelen in de praktijk, maar daarvoor zal er eerst tijd moeten worden geïnvesteerd. Toch hoeft ook dat niet veel extra tijd te kosten omdat er veel gecombineerd kan worden met het periodieke mondonderzoek door de tandarts/mondhygiënist. De patiënt zal het prettig vinden dat er zo goed naar de mond wordt gekeken en er nagedacht wordt over zijn behandelplan.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, docent kort beroepsonderwijs

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Ondernemen, Personeel

Autorisatieversie Richtlijn Infectiepreventie beschikbaar

De autorisatiefase van de Richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken is begin maart dit jaar van start gegaan en loopt tot 1 juni 2015.

Implementatietools en opknippen
Het KNMT hoofdbestuur autoriseert richtlijnen op het moment dat er tools voor implementatie van de richtlijn beschikbaar zijn. Onderdeel hiervan is ook het duidelijk maken hoe de verschillende aanbevelingen geïnterpreteerd moeten worden. Het KNMT hoofdbestuur gaat een werkgroep instellen voor het ontwikkelen van de implementatietools, die tegelijkertijd de interpretatie van de aanbevelingen oppakt. Ook wil het hoofdbestuur dat de richtlijn wordt ‘opgeknipt’ in kleine richtlijnen, ofwel ‘hapklare brokken’.

Zodra de richtlijn is opgeknipt in kleine richtlijnen en de implementatietools zijn ontwikkeld inclusief de benodigde interpretaties zal het KNMT hoofdbestuur overgaan tot autorisatie van de Richtlijn Infectiepreventie.

Download de autorisatieversie van de Richtlijn Infectiepreventie in mondzorgpraktijken

Bron: KNMT

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Zorgverzekeraars Nederland pleit voor realtime BIG-registratie

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) wil een realtime BIG-register waardoor aanwijzingen of een schorsing van een zorgverlener direct in het BIG-register worden verwerkt.

Nu wordt dit niet zo gedaan. Zorgverleners zonder BIG-registratie kunnen hierdoor nog enige tijd doorwerken en zorg declareren.
ZN vindt deze werkwijze onacceptabel en pleit voor een real time BIG-register waarin veranderingen in BIG-registraties direct zichtbaar zijn.

Als motivatie geeft ZN aan: ‘Zorgverzekeraars vinden het onacceptabel als geld van de premiebetaler ten onrechte wordt uitgegeven. Om die reden hebben zorgverzekeraars in samenwerking met alle ketenpartijen de afgelopen jaren intensief ingezet op correct declareren en de aanpak van fraude. ZN is blij dat in de discussie niet alles als fraude wordt bestempeld en dat er steeds vaker duidelijk onderscheid wordt gemaakt in enerzijds de aanpak om fouten bij het declareren te voorkomen en anderzijds de aanpak van fraude.’

Bron: Zorgverzekeraars Nederland

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Waterkwaliteit? Mij een zorg!

Bacteriën zijn overal. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. Onlangs ook weer met de hygiëne-in-de-keuken-campagne van het ministerie van Volksgezondheid. De concept WIP-richtlijn brengt water ook onder de aandacht. Waarom is zorg voor water in de behandelunit zo van belang?

Overal
Bacteriën zijn overal. Toen Antonie van Leeuwenhoek deze micro-organismen ontdekte, werd snel duidelijk dat het er veel waren en ook van verschillende aard. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. De meerderheid van de bekende bacteriën is gelukkig onschadelijk. Het ministerie van Volksgezondheid startte onlangs een nieuwe hygiënecampagne om weggezakte kennis over hygiëne in de keuken weer naar boven te halen. Tijdens de reclameblokken die onze TV-series onderbreken worden we eraan herinnerd dat alles hygiënisch schoon moet zijn en we regelmatig onze handen moeten wassen. De Werkgroep Infectiepreventie (WIP) brengt ook water onder de aandacht.

Waakzaam
In de afgelopen jaren hebben de kranten gelukkig niet vol gestaan met artikelen over mensen die ziek zijn geworden bij de tandarts. We leven echter in een tijd waarin steeds huiveriger wordt omgegaan met antibiotica, vanwege groeiende resistentie van micro-organismen. Nu de bevolking vergrijst en er dus meer immunogecomprimeerde patiënten in de behandelunit plaats nemen, dienen we waakzaam zijn. Er zijn veel studies over de waterkwaliteit in behandelunits gedaan die dit onderbouwen.

Water in de behandelunit
De tandartsstoel heeft zich in de laatste decennia ontwikkeld tot een heuse behandelunit. Moderne units bestaan uit meerdere complexe integrale onderdelen. Ook worden er meerdere dentale instrumenten – gekoppeld aan een behandelunit – gekoeld of gevoed door water. De instrumenten worden voorzien van water dat laminair (lagen bewegen zich parallel ten opzichte van elkaar) door dunne kunststof leidingen stroomt. De stroomsnelheid wordt hierdoor een stuk lager waar omgevingsbacteriën dankbaar gebruik van maken.

Daarbij stroomt het water niet continu door de behandelunit. Een gemiddelde behandelunit wordt niet langer dan twaalf uur per dag gebruikt. Stagnatie van het water bij kamertemperatuur draagt bij aan een toename van micro-organismen in de unit. Zo hechten ze zich aan het oppervlak in de kunststof leidingen. Zodra er een aantal zich gehecht hebben, wordt het voor andere micro-organismen makkelijker zich ook te vestigen. De bacteriën maken vervolgens een complex netwerk van allerlei polymeren om hun verblijf aan de wanden van de leidingen te vergemakkelijken. Het gevormde complex wordt dan biofilm genoemd. In deze biofilm kunnen ook pathogene micro-organismen, denk bijvoorbeeld aan Legionella, schuilgaan. Als delen van de biofilm loslaten kunnen deze in de mond van de patiënt terecht komen of middels aerosol in de luchtwegen van de patiënt of behandelaar.

Inzicht
Het is dus zaak om inzicht te krijgen in de waterkwaliteit van de behandelunit. Met het verkregen inzicht kan er een scala aan eventuele maatregelen getroffen worden om de waterkwaliteit beheersbaar te maken.

Welke maatregelen?
Maatregelen die een tandheelkundige praktijk zou kunnen nemen om de waterkwaliteit beheersbaar te maken:

– Naleven spoelprotocollen
Het strikt naleven van de spoelprotocollen beschreven in de richtlijnen van de WIP.
Spoelen zal een reductie van het aantal aanwezige micro-organismen realiseren. Echter, zal dit in een reeds sterk verontreinigde unit niet een dusdanige reductie opleveren, zodat een eventuele norm niet overschreden wordt.

– Gebruik desinfecterende middelen
Een tweede optie is het gebruik van desinfecterende middelen om de behandelunit van binnenuit te reinigen. Niet ieder desinfectiemiddel is echter even effectief. Er zijn middelen die micro-organismen goed bestrijden, maar echter niet doordringen in de eerdergenoemde biofilm. Sommige desinfectiemiddelen kunnen het binnenwerk van de behandelunit corroderen, met alle gevolgen van dien. Verder bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat de waterkwaliteit van het aanvoerwater, voordat het in de behandelunit komt, reeds verontreinigd is. In dat geval kunt u netjes spoelen en desinfectiemiddelen gebruiken, maar zal de behandelunit binnen afzienbare tijd weer verontreinigd kunnen zijn.

– Inventarisatie leidingwerk
Middels een inventarisatie van het leidingwerk kan worden nagegaan of er bijvoorbeeld dode leidingen aanwezig zijn.

Omdat niet iedere praktijk gelijk is, is het wenselijk om per situatie te inventariseren wat eventuele knelpunten zijn. Zo blijkt maar weer: meten is weten.

Door:
Vincent Berghuis, Analist – Adviseur, DRS-Waterzorg

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Commentaarronde richtlijn injectables

De Nederlandse Vereniging voor Dento Faciale Esthetiek (NVDFE) heeft in samenwerking met de ANT een richtlijn opgesteld voor het gebruik van injectables door tandartsen en tandarts-specialisten, meldt de ANT in haar nieuwsbrief.

Met de richtlijn kan de kwaliteit van behandelingen met injectables worden gewaarborgd en continu worden verbeterd. Volgens de ANT zijn tandartsen bij uitstek opgeleid en deskundig in deze behandeling door de handvaardigheid en de uitgebreide kennis van de anatomie, de farmacologie en de dento faciale esthetiek.

ANT-leden kunnen – binnen 6 weken – commentaar geven op de richtlijn.

Bron:
ANT

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Hokwerda award voor multifunctionel app uitwisseling casuïstiek

Stanley Pranato en Joanna Li (links op de foto) ontvingen de Hokwerda Award 2014 voor hun multiplatform app waarmee mondzorgprofessionals klinische casuïstiek kunnen delen. Zij ontvangen voor hun initiatief de award en € 1000,-.

De tweede prijs ging naar Marije Kaan en Angela Frowein (rechts op de foto) voor het ontwikkelen van samenvattingskaarten voor richtlijnen. De awards werden uitgereikt tijdens het KNMT Studentcongres 2014. Aan het evenement namen 500 studenten deel.

Bron en foto: Howerda Award

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Register Preventieassistenten verruimt overgangsregeling

Het Register Preventieassistenten verruimt haar overgangsregeling. Voorheen was registratie met terugwerkende kracht alleen mogelijk voor preventieassistenten die een cursus Preventieassistent onder KNMT-licentie hadden gevolgd. Nu vallen daar ook andere cursussen Preventieassistenten onder.

Het Register Preventieassistenten, het onafhankelijke, openbare certificatenregister van preventieassistenten in Nederland, verruimt haar overgangsregeling. Voorheen was registratie met terugwerkende kracht alleen mogelijk voor preventieassistenten die een cursus Preventieassistent onder KNMT-licentie hadden gevolgd. Uit onafhankelijk onderzoek blijkt dat ook andere cursussen Preventieassistent die in het verleden zijn gegeven voldoen aan de kwalitatieve eisen van het Register Preventieassistenten. Preventieassistenten die zo’n cursus met goed gevolg hebben afgerond kunnen nu ook gebruik maken van de overgangsregeling en zich laten registreren op www.registerpreventieassistenten.nl

Verruimde regeling
De verruimde overgangsregeling houdt in dat preventieassistenten die in de periode 1 januari 1995 tot en met 30 september 2014 een cursus Preventieassistent met goed gevolg hebben afgerond, worden toegelaten tot het Register Preventieassis-tenten, mits de cursus is geaccrediteerd door een erkend accreditatie-instituut én voldoet aan de inhoudelijke eisen van het
Register Preventieassistenten.

Toetsing
De cursussen Preventieassistent die gevolgd zijn door preventieassistenten die zich afgelopen jaar voor het Register Preventieassistenten hadden aangemeld maar niet geregistreerd konden worden, zijn als gevolg van de verruiming nader onderzocht. In opdracht van het bestuur van het Register Preventieassistenten heeft het onafhankelijke Keurmerkinstituut het onderzoek uitgevoerd. Uit het onderzoek bleek dat de cursussen Preventieassistent van Academie Tandartsenpraktijk, Beekpark Academy en Centrum Tandzorg (Wierda en Wolsky) voldoen aan de eisen van het Register Preventieassistenten. Deze cursussen vallen nu ook onder de overgangsregeling.

Overgangsregeling
De overgangsregeling geldt tot 1 oktober 2014. Cursisten die na deze datum een cursus Preventieassistent volgen, kunnen zich alleen in het register registreren als de betreffende cursus erkend is door de Stichting Register Preventieassistenten. Een overzicht van erkende cursussen Preventieassistent is in te zien op register-preventieassistenten.nl/zoek-cursus

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Scholing

NVM deelname Meldmaand Patiëntveiligheid

In elke (mondzorg)praktijk komen incidenten voor. Het is belangrijk om inzicht te verkrijgen in deze incidenten zodat herhaling voorkomen wordt. Om hiervoor aandacht te vragen organiseert de NVM samen met Stichting Portaal voor Patiëntveiligheid/CMR, ondersteund door het Ministerie van VWS, in september de landelijke meldmaand voor incidenten.

Deze meldmaand is onderdeel van een breder project waarin ook andere professionals in de eerste lijn, zoals huisartsen en diëtisten, hun incidenten melden.

Anoniem melden incidenten
De NVM roept mondhygiënisten en patiënten op om (bijna) incidenten (anoniem) te melden via het speciale portaal. De meldingen worden verzameld en geanalyseerd. Zo wordt inzichtelijk op welke punten de kwaliteit van de mondzorg geoptimaliseerd kan worden.

Meer informatie over de meldmaand

Bron:
NVM

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

De audit van een kwaliteitsmanagementsysteem

Een audit is een belangrijke tool om te toetsen of het kwaliteitsmanagementsysteem werkt. Het is een onderdeel dat thuishoort in de C-stap (Check) uit de verbeter- of PDCA-cyclus* In de vorm van een interview en een kritische blik op de documenten in het praktijkwerkboek, wordt getoetst of het managementsysteem nog voldoet aan de normeisen, het managementsysteem wordt nageleefd en er mogelijkheden zijn tot verbetering.

* De PDCA-cyclus is de basis voor een kwaliteitsmanagementsysteem. De letters staan voor:
P – Plan: De plannen die je maakt en doelen die je stelt voor de praktijkvoering.
D – Do: Je gaat aan de slag om de doelen te realiseren.
C – heck: Je checkt of je op de goede weg zit.
A – Act: Je stelt de doelen bij of zet een tandje bij om alsnog de doelen te behalen.

Soorten
Er zijn 3 soorten audits:

  • Een eerste partij of interne audit binnen dezelfde organisatie.
  • Een tweede partij of externe audit waarbij een organisatie een leverancier of aannemer audit.
  • Een derde partij of externe audit uitgevoerd door een onafhankelijke organisatie, ook wel een certificatieaudit genoemd.

Voorwaarden
Een audit moet aan diverse voorwaarden voldoen om succesvol te verlopen:

  • Een audit dient plaats te vinden door een onafhankelijk persoon voor een objectief resultaat.
  • Er moet een toepassingsgebied of scope vastgesteld worden. Zo kan men ervoor kiezen om binnen een praktijk alleen de processen te toetsen die betrekking hebben op de eerstelijns tandheelkunde en niet de processen voor de orthodontie.
  • Er moeten auditcriteria of eisen geformuleerd worden welke dienen als referentie waartegen getoetst gaat worden. Zo kan getoetst worden of men voldoet aan wet- en regelgeving, normen, procesbeschrijvingen in het praktijkwerkboek en werkinstructies.
  • Feiten en bewijzen vormen de basis op grond waarvan conclusies worden getrokken om gericht actie te kunnen nemen.

Een concreet resultaat is bijvoorbeeld dat er behoefte is aan training of dat niet conform een procedure in het praktijkwerkboek gewerkt wordt. Op grond daarvan kan weer actie worden ondernomen en de PDCA-cyclus is weer rond.

Door:
Petra van der Zwan van Invert Innovatie Management

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Vlaamse tandartspraktijk gesloten na ontdekking legionella

Een tandartspraktijk uit Hoeselt in België is begin juli gesloten door de Vlaamse inspectie vanwege een legionella besmetting, meldt Nieuwsblad. Een patiënt liep er mogelijk legionella op.

Monsters
De vrouw lag tien dagen in het ziekenhuis omdat ze besmet was met de legionella bacterie. Na inventarisatie bleek dat zij onlangs de tandartspraktijk had bezocht. De artsen van de vrouw brachten de Vlaamse inspectie op de hoogte en die liet direct monsters nemen in de tandartspraktijk.

Meegebracht
‘Ik mocht vanaf dinsdag geen patiënten meer verzorgen omdat er in de waterstalen van mijn apparatuur een concentratie van legionella was gevonden’, zegt de tandarts tegen Nieuwsblad. ‘Het zou maar al te gek zijn om me nu aan de schandpaal te nagelen, want ook bij de patiënt thuis werd er een hogere concentratie van de bacterie gevonden in het water. Ze kan het dus – en dat is meer dan waarschijnlijk – ook meegebracht hebben naar mijn praktijk.’

Bron:
Nieuwsblad.be



Lees meer over: Kennis, Kwaliteit