Lig je ‘s avonds wel eens te piekeren? Komt het wel eens voor dat je geen geduld meer hebt of ben je steeds zo snel afgeleid dat je bijna je werk niet meer kunt doen? Er is een enorme kans dat dit ligt aan een gebrek aan slaap. Verslag van de lezing van dr. Els van der Helm, slaapdeskundige.
Tijdens deze interactieve lezing vertelde dr. Els van der Helm over de kracht van slaap. Slaapbehoefte is per persoon verschillend, maar gemiddeld ligt deze behoefte rond de 8 uur per nacht met een range tussen de 7 en 9 uur die per nacht nodig is. Om je slaapschuld te berekenen bestaat er een simpele formule: 5 x A – 5 x B
A = hoeveel uur slaap je gedurende een doordeweekse nacht?
B = hoeveel uur slaap heb je nodig om je uitgerust te voelen gedurende de dag?
Een slaapschuld van 8 uur zorgt voor hetzelfde cognitieve en lichamelijke niveau als wanneer mensen een alcoholpromillage van 0.1% hebben. Om dit in een context te plaatsen, houdt dat in dat je dan al niet meer mag autorijden. Maar, als je zo’n grote slaapschuld hebt, hoe haal je dat in? De meeste mensen zullen dit beantwoorden met uitslapen. Maar, doe dat juist niet! Ga liever iets eerder naar bed (wel alleen als je slaperig bent). En nog beter, probeer eens overdag een dutje te doen.
Slaap is fundament van prestatie en welzijn
Slaap is het fundament van onze prestaties en welzijn en het reinigt onze hersenen. Gedurende de dag stapelt er in je hersenen een eiwit op, amyloïd-beta. Wanneer je slaapt, wordt dit eiwit opgeruimd. Maar door een grote slaapschuld of slecht kwalitatieve slaap, hoopt amyloïd-beta zich meer en meer op. De ophoping van dit eiwit is onder andere geassocieerd met een hogere kans op alzheimer. Reden te meer dus, om goed op je slaap te letten.
Even een uitstapje naar onze hersenen, waar we inzoomen op de amygdala en de mediale prefontale cortex. De amygdala zorgt ervoor dat er een alarm afgaat, terwijl de prefontale cortex de poortwachter is die vervolgens besluit of er daadwerkelijk iets met dat alarm moet gebeuren. De poortwachter is erg gevoelig voor slaaptekort: wanneer je weinig slaapt of een groot slaaptekort hebt, is de feedback die de poortwachter geeft niet of nauwelijks meer aanwezig. Dit houdt in dat je prefontale cortex, de amygdala niet meer afremt (“All gas, no brakes!”). Houdt dit in dat na een of twee slechte nachten, je feedbacksysteem volledig verdwenen is? Gelukkig niet! Maar, het gaat er wel om hoeveel slaapschuld je uiteindelijk opbouwt.
Stress
Maar, hoe kan het zijn dat als je enkele slechte nachten hebt gehad, je je niet slaperig voelt? Het antwoord ligt in “stress”. Stress kan een boosdoener zijn om niet goed te kunnen slapen, of een kwalitatief slechtere slaap te hebben. Maar het kan ook je slaperigheid maskeren. Adrenaline en cortisol zijn bedoeld om te sprinten en niet voor een marathon. Belangrijk is dus om de stress-levels te verminderen.
Hacks om beter te slapen
Voor een goede slaapkwaliteit is het van belang om bewust te worden van je ritme. Idealiter val je ongeveer binnen een half uur in slaap. Val je binnen 1 minuut al in slaap? Dan was je dus eigenlijk al veel te slaperig, ga dan dus eerder naar bed! Verder is het belangrijk om te weten dat hoge stress levels / arousals, ervoor zorgen dat je lichter slaapt en onregelmatiger slaapt. Dit betekent niet dat je dat altijd zelf door hebt, na een nacht slapen. Arousal systemen zijn erop gemaakt om snel te reageren, maar ze duren erg lang voort. Er is dus een aanzienlijke buffertijd nodig tussen de activiteiten en slaap. De slaaphygiëne kan hier ook een goede rol in spelen: geef je lichaam signalen om zich “klaar te maken” om te gaan slapen. Rituelen zoals je kleding klaarleggen voor de volgende dag, of je ontbijt en/of lunch klaarmaken zorgen ervoor dat je lichaam seintjes krijgt om te gaan slapen. Maar belangrijker is nog: wacht niet tot de avond om te gaan ontspannen. Denk aan de buffertijd! Op het moment dat jij gedurende de dag wat momenten inbouwt om bewuster te ontspannen, zullen je stress levels aan het einde van de dag ook minder opgebouwd zijn. Ga je met een lager stressniveau slapen? Dan heb je wel een betere kwaliteit van slapen. En ben je op termijn uitgeruster. Sterker nog, misschien heb je die wekker op den duur niet meer nodig als je goed leert luisteren naar je slaapritme. Zoals eerder genoemd, heeft iedereen eigen voorkeuren “personal performance guide”. Vaak bestaat dit uit een piek in analytische uren, een middagdipje, een creatieve piek, een “laatste stoot” energie en een “wind-down window”. Hoewel deze opeenstapeling vrijwel bij iedereen hetzelfde is, zijn de ideale momenten voor iedereen wat anders. Let erop: wanneer je over het algemeen slecht of weinig slaapt, zal de middagdip groter zijn.
Licht, eten en temperatuur
Kun je ervoor zorgen dat je circadiane ritme vergroot wordt? Een van de belangrijkste factoren is licht. Wij zijn als mensen heel slecht om om te gaan met licht. We krijgen overdag veel en sterk licht, en eigenlijk zou het licht gedempt of zelfs gestopt moeten worden wanneer de zon ondergaat. Mensen die een nachtlampje gebruiken, bijvoorbeeld, hebben een hoger hartslag en een grotere insuline deficiëntie. Daarnaast, als wij de hele dag binnen zitten, zijn we gevoeliger voor avondlicht, dan iemand die de hele dag buiten is geweest. Sporten en fysieke beweging in de ochtend, hebben ook een goed effect op de slaap ’s nachts. Daarnaast blijkt ook eten effect te hebben op slapen. Zware maaltijden vlak voor het slapen, zorgt voor een vermindering van slaap. Dus het devies is: niet in de 3-uur periode voor het slapengaan, eten. En als laatste: Temperatuur. Ook al is dit een erg ingewikkelde factoren, temperatuur draagt bij aan een betere kwaliteit van slapen. De lichaamstemperatuur moet naar beneden om slaperig te worden (maar let wel, koude voeten en handen hebben een tegenovergestelde werking).
Powernap en middagdutje
Op de vraag of mensen kunnen “leren” om dutjes te doen, werd als antwoord gegeven dat timing de key is. Maar voor iedereen is dat wat eerder dan voor de ander, en het is belangrijk om uit te zoeken wat voor jou het beste werkt. Wel moet er onderscheid worden gemaakt in een “powernapje”, die om en nabij de 20 minuten duurt, en een “middagdutje” die ongeveer anderhalf uur duurt. Dat laatste duurt relatief lang omdat je een gehele slaapcyclus doormaakt, waarin je dus ook diepe slaap hebt meegepakt. Belangrijk is dan om niet te worden gewekt door de wekker, gedurende de diepe slaap. Ben je wakker? Ga er gelijk uit, en zorg dat je voldoende licht krijgt om wakker te worden!
En kun je ook te veel slapen?
Als je meer dan een cyclus slaapt gedurende de dag, kan het zijn dat je je ritme verplaatst. Maar, als je overdag 3 uur kan slapen, heb je het misschien ook nodig. Wat je wel ziet is dat mensen te veel tijd in bed doorbrengen. Je associatie met je bed verandert, je bed is om te slapen. Blijf daar dus ook goed op letten.
Dr. Els van der Helm is neurowetenschapper, slaapdeskundige, founder van “Shleep”, en universitair docent aan de IE Business School in Madrid. Ze heeft daarnaast uitvoerig onderzoek gedaan naar o.a. slaap op het geheugen en emotionele processen (Harvard Medical School) en het effect van slaap op de hersenen (University of California Berkeley). Ze is op dit moment werkzaam als consultant bij McKinsey & Company.
Verslag door Merel Verhoeff, tandarts en onderzoeker aan ACTA, voor dental INFO van de lezing van dr. Els van der Helm tijdens het NVTS-slaapcongres.
Het is mogelijk om kindertanden op afstand te laten screenen door tandheelkundige professionals met behulp van een smartphone-app. Dat concluderen onderzoekers van The University of Western Australia na een haalbaarheidsstudie in een artikel in het International Journal of Paediatric Dentistry.
Reactie op COVID-19-pandemie
De app is ontworpen door de Commonwealth Scientific and Industrial Research Organization en is gemaakt als reactie op beperkingen op de gezondheidszorg als gevolg van de COVID-19-pandemie. De makers zeggen dat het potentieel heeft om de wachttijden voor klinieken te verkorten. Ook zou de methode geschikt zijn voor gezinnen die een minder ingrijpende tandheelkundige screening voor hun kinderen willen.
Foto’s van de mond
Bij de studie, geleid door Dr. Somayyeh Azimi van de universiteit, waren 42 gezinnen betrokken die de app gebruikten. Deze gezinnen maakten deel uit van het Western Australia ORIGINS Project dat de gezondheid van 10.000 gezinnen gedurende een decennium volgt. Ouders werd gevraagd om foto’s van goede kwaliteit te maken van de mond van hun kinderen, die vervolgens via een beveiligde server naar de app werden geüpload.
Zeer nauwkeurige screening
“Deze methode maakte een zeer nauwkeurige screening mogelijk van gezonde kinderen zonder tandbederf en kinderen met tekenen van gaatjes”, zei Azimi in een nieuwsartikel op de website van de universiteit.
Veel mogelijke voordelen
“Het heeft het potentieel om prioriteit te geven aan tandheelkundige behoeften, vooral waar de toegang tot tandheelkundige zorg beperkt is, en om wachttijden voor consultatie en reistijden naar tandheelkundige klinieken te verkorten. Het kan ook leiden tot een betere bepaling van de urgentie van de behoefte aan behandeling en de aard van de vereiste behandeling, evenals mogelijk tot het verminderen van de complicaties van onbehandeld tandbederf, zoals tandinfectie.”
Integratie van kunstmatige intelligentie
Dr. Azimi zei dat in de volgende fase van het onderzoek zou worden gekeken naar de integratie van kunstmatige intelligentietechnologie om onderzoek en doorverwijzing verder te versnellen.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/04/Meerderheid-medische-apps-deelt-gebruikersinformatie-aan-derden.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2024-04-02 09:00:252024-03-20 11:35:46App maakt tandheelkundige screening van kindertanden op afstand mogelijk
Het merendeel van mensen met autisme heeft eetproblemen. Alles rondom eten geeft hen enorm veel prikkels: smaak, textuur, geur en visueel. Eten geeft soms zoveel prikkels dat het niet meer lukt. Zeker als er sprake is van een spannende situatie zoals tandartsbezoek. Annelies Spek, klinisch psycholoog en senior wetenschappelijk onderzoeker, vertelde hierover.
Lees hieronder het verslag van haar lezing.
Redenen van eetproblemen
De onderliggende redenen van eetproblemen bij autisme zijn:
• Sensorische problemen
• Problemen in de spijsvertering
• Problemen in de informatie verwerking
Als de textuur ingewikkeld is kan het een oplossing zijn om het eten te pureren. Sommige mensen met autisme eten daarom Olvarit. Kauwgeluiden kunnen ook te veel zijn en oordopjes helpen dan niet want dan komt het alleen maar harder binnen. Gewoon muziek opzetten is beter. Ook helpt het om het eten alvast op te scheppen en het alvast te laten afkoelen. Mensen met autisme hebben vaak het eten los van elkaar op het bord zodat het overzichtelijk wordt.
Ondergevoeligheid
Wat een ook een rol speelt als het om voeding gaat, is ondergevoeligheid voor prikkels van binnen in het lijf. Het gaat dan om prikkels als pijn, koorts en ziekte. Zo was er eens een autist die bij zichzelf een hechting zette want hij voelde er toch niks van. Voor een tandarts betekent het dat je niet zo vaak een verdoving hoeft te zetten.
Een hongerprikkel of verzadiging wordt vaak ook niet goed gevoeld. Dus dan wordt er al snel te weinig of juist te vaak gegeten. Want hoe vaak moet je dan eten op een dag en wanneer stop je dan? Ook tijdens het eten kan het zijn dat iemand met een autismespectrumstoornis (ASS) niet goed kan ervaren waar het eten precies naar toe gaat en hoe er dan gekauwd moet worden. Eten kost dan dus veel concentratie. Praten tijdens het eten of überhaupt gezelschap is dan niet gewenst omdat het teveel prikkels geeft. Het vloeibaar maken van het voedsel kan dan ook helpen.
Spijsvertering
Mensen met een ASS zijn vaak fors gevoeliger voor darmproblemen en dit komt op alle niveaus van functioneren voor. Hoe ernstiger het autisme, hoe ernstiger de problemen. Het kan allerlei oorzaken hebben. Zo bleef een man met een ASS maar op de biefstuk kauwen en hij ging hier zelfs de volgende dag mee door na dit een nacht in de vensterbank te hebben gelegd. Het is niet vreemd dat dit tot darmproblemen leidt. Geluid van rauwe spaghetti kan heel rustgevend zijn en zo kan er voor een spannend examen een heel pak geconsumeerd worden. Sommige mensen met een ASS eten op school niet omdat er dan zoveel mensen bij zijn. Zo eten ze dus op vreemde tijden en ook dit kan leiden tot darmklachten. Uit recent onderzoek blijkt dat er zoiets is als een centraal desensatie syndroom; als er een prikkel binnenkomt wordt er te sterk gereageerd en zo wordt men hypersensitief. Hierdoor kan een prikkelbare darm ontstaan.
Informatieverwerking
Een recept volgen kan enorm moeilijk zijn. Zo staat vaak niet uitgelegd dat om iets te pureren een apparaat gebruikt moet worden. Als er staat dat je de aardappels moet koken, staat er niet dat je eerst water in een pan moet doen. Rondom eten zit een enorme planning. Hier lopen autisten vaak op vast. Wij zelf doen vaak dingen gewoon op gevoel, maar als je autisme hebt, kan je dit simpelweg niet. Dus alle stappen moeten uitgeschreven worden, het liefst visueel. Ook tandenpoetsen bevat een heel stappenplan.
Anorexia
Anorexia komt ook veelvuldig voor. De behandeling die normaal helpt voor anorexia helpt niet omdat het niet met zelfbeeld te maken heeft maar met prikkels en structuur.
Annelies Spek is klinisch psycholoog en senior wetenschappelijk onderzoeker. Gepromoveerd op Autisme Spectrum Stoornissen bij volwassenen. Tevens was Annelies als voorzitter verbonden aan het ontwikkelen van de zorgstandaard Autismespectrumstoornissen. Zij is hoofd van het Autisme Expertisecentrum, consulent bij het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) en het Pieter Baan Centrum. Verder is Annelies als docent werkzaam bij de RINO en Cure and Care. Daarnaast is ze verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven, redactielid van de Psycholoog en het wetenschappelijk tijdschrift autisme (WTA). Tenslotte is ze bestuurslid van FANN (Female Autism Network of the Netherlands).
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van Annelies Spek tijdens het congres Autismevriendelijke mondzorg van Medilex.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/10/Patientenbrochures-over-voeding-van-Nederlandse-Zuivel-Organisatie.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-03-25 13:20:512024-03-25 15:45:09Autisme en eetproblemen
Regelmatig heeft een patiënt frontelementen die al uitgebreid zijn gerestaureerd. Als deze restauraties aan vervanging toe zijn, moet de wortelkanaalbehandeling dan opnieuw worden uitgevoerd? Wordt het een herbehandeling of een chirurgische benadering? Verslag van de lezing van endodontoloog Marga Ree.
Wat wordt er in dit geval verstaan onder een gecompromitteerde voortand? Het gaat hierbij om endodontisch behandelde elementen met een nieuwe of terugkerende radiolucentie, waarbij de keuze moet worden gemaakt tussen een endodontische herbehandeling, periapicale chirurgie of een extractie.
Behandelopties
Het is vaak een lastige keuze en hoe komen we tot zo’n evidence based decision?
Aan de hand van meerdere cases besprak Marga Ree tijdens deze lezing de verschillende behandelopties.
Zo ook de casus van een patiënt met een endodontisch behandelde 21 met een fistel buccaal en apicaal een radiolucentie zichtbaar op de röntgenfoto. De 21 heeft een kroon met een metalen stift. De patiënt heeft de wens voor een nieuwe kroon. Ook heeft het element in het verleden al eens een apexresectie gehad. Er zijn geen verdiepte pockets rondom het element aanwezig.
Kies je voor een extractie met implantaat? Ga je voor een nieuwe apexresectie met daarna een nieuwe kroon of doe je een herbehandeling met eerst een tijdelijke kroon? Of maak je pas een behandelkeuze wanneer je de gegoten opbouw hebt verwijderd en hebt beoordeeld hoeveel gezond restdentine er nog aanwezig is?
Oorzaak laesie
Allereerst is het belangrijk om te kijken wat de oorzaak van de fistel is. Is er een endodontische reden (bijvoorbeeld onvoldoende kanaalvulling)? Of is er een restauratieve reden (coronale lekkage of cariës)? Is er misschien een parodontale component (pockets of aanhechtingsverlies)? Of is er wellicht een crack of fractuur aanwezig?
Casus 1
In het geval van bovenstaande casus verwijderde Marga Ree de kroon met stiftopbouw om te beoordelen wat de restauratieve prognose van het element was. Het bleek dat er nog voldoende restdentine aanwezig was. Er is vervolgens een endodontische herbehandeling uitgevoerd, waarbij in de extra-radiculaire ruimte een barrière van calciumsulfaat (CaSO4) is aangebracht met daarop een apicale plug van MTA. Deze matrijs van calciumsulfaat lost binnen enkele weken op. Vervolgens is daarop een composietopbouw met een glasvezelstift gemaakt en is de bestaande kroon teruggezet. In een latere fase is er een nieuwe kroon gemaakt.
Het is dus belangrijk om als eerste de oorzaak van de laesie vast te stellen, de restauratie te verwijderen en de hoeveelheid restdentine te beoordelen en het element vervolgens te beoordelen op cracks.
Casus 2
In het geval van de tweede casus gaat het om twee endodontisch behandelde elementen met kronen en wortelstiften met zowel een apicale laesie aan de 11 als 21. Bij de 11 is er een zilverstift aanwezig. Allebei de elementen hebben een apexresectie gehad in het verleden. De huidige kronen sluiten mooi aan en de patiënt is tevreden met deze kronen. Op de CBCT is er bij zowel de 11 als 21 een radiolucentie te zien apicaal, waarbij het bij de 11 om een door en door laesie gaat.
Omdat de patiënt tevreden is met de kronen heeft Ree in deze casus besloten om een herbehandeling van de apexresecties uit te voeren. Bij de 11 en 21 is de retrograde aangebrachte amalgaam verwijderd en bij de 11 ook de zilverstift retrograad.
Orthograad wordt een zilverstift op dezelfde manier als een thermafill carrier verwijderd. Je maakt eerst ruimte met dunne vijltjes tussen de stift en de dentinewand. Daarna probeer je met een Hedström vijl naast de zilverstift te komen en dan hevel je de zilverstift eruit. Er moet goed geïrrigeerd worden en het element wordt tijdelijk afgesloten met calciumhydroxide, omdat er soms een acute opvlamming ontstaat na de initiële behandeling. Door de corrosieproducten van de zilverstift is hier meer kans op.
In deze casus zijn er nieuwe retrograde preparaties tot op het niveau van de stiften gemaakt en er is gedesinfecteerd met 0,12% chloorhexidine. Daarna zijn er retrograde vullingen van MTA aangebracht. Na 1,5 jaar is er op de röntgenfoto bij de 21 geen radiolucentie meer zichtbaar. Bij de 11 nog wel, maar wel anders van vorm. Tijdens het genezingsproces vindt er geen volledige botingroei plaats, maar blijft er een band van collageen bestaan, een zogenaamd apicaal litteken. De kans hierop is groot als er sprake is van een zgn. door en door laesie, waarbij zowel de labiale als de palatinale corticale botlamel ontbreken. Dit is geen infectie, maar een andere vorm van genezing.
Factoren die behandelkeuze beïnvloeden
Wat is nu de beste behandeloptie? Dit is een lastige vraag waar veel verschillende factoren invloed op hebben.
Wetenschappelijk bewijs
Uit een gerandomiseerde klinische studie (Thomas Kvist et al. 1999) waarbij ze een chirurgische en een niet-chirurgische benadering met elkaar vergeleken met een 4 jaar follow-up, blijkt dat na 1 jaar de chirurgische benadering zorgt voor een snellere genezing. Echter na vier jaar is er geen significant verschil meer. Dit is een relatief oud artikel, maar ook een meer recent artikel (Cochrane database systematic review 2016) met 20 gerandomiseerde onderzoeken wijst uit dat er geen overtuigend bewijs is dat de ene benadering superieur is boven de andere. Wetenschappelijk bewijs ondersteunt dus beide behandelopties.
Klinische en patiëntgebonden factoren
Bij de keuze tussen een chirurgische of een niet-chirurgische benadering spelen ook klinische en patiëntgebonden factoren een rol. Onder klinische omstandigheden vallen de kwaliteit van de kanaalvulling, kwaliteit van de restauratie, hoeveelheid gezond restdentine, locatie van het element in de tandboog, de toegang tot de apices en de nabijheid van vitale structuren. Onder de patiëntgebonden factoren vallen de leeftijd van de patiënt, de medische anamnese (bloedingsafwijkingen, gebruik bisfosfonaten) en de financiën.
Casus 3
De derde casus die behandeld werd- is een 61-jarige mevrouw die graag een mooier bovenfront wenst. De 11 is endodontisch behandeld, heeft een oude kroon met een stiftopbouw. De restdentitie is wat verkleurd.
Het behandelplan bestond uit extern bleken, nieuwe composietrestauraties in de 12, 21 en 22. De kroon werd verwijderd. Er bleek voldoende restdentine aanwezig om een herbehandeling en nieuwe kroon te rechtvaardigen. Er werd een gingivectomie uitgevoerd en er werd een tijdelijke kroon geplaatst. De 11 werd herbehandeld en een nieuwe kroon werd vervaardigd.
Voor het verwijderen van de metalen opbouw wordt er een sleuf gemaakt tussen de opbouw en het dentine met een endo guide boor. Daarna wordt de opbouw met ultrasoon trillen en voldoende waterkoeling losgetrild. Belangrijk hierbij is dat er zoveel mogelijk tandmateriaal bespaard blijft voor een betere prognose van het element.
Casus 4
De vierde casus betreft een 48-jarige vrouw met kronen in het front op de 12, 11 en 21. Zij is tevreden met de esthetiek van de kronen. De 21 is endodontisch behandeld met een stiftopbouw. De 21 heeft in het verleden een apexresectie gehad en er zit een fistel buccaal van de 21. De kronen sluiten goed aan. Omdat de patiënt tevreden is met de huidige situatie is er besloten om opnieuw tot apicale chirurgie over te gaan.
Ervaring en oordeel clinicus
Naast de wetenschappelijke, klinische en patiëntgebonden factoren om tot de beste behandeling te komen bij gecompromitteerde elementen is er nog een factor. Dit is de ervaring en het oordeel van de clinicus.
In een retrospectieve studie werden de traditionele chirurgische techniek en de moderne techniek (operatiemicroscoop, loodrechte bevel, ultrasone retro-tips voor de preparatie) vergeleken. Bij beide technieken werd gevuld met IRM. Bij de moderne techniek wordt een genezing van 91% gezien, waarbij de genezing bij de traditionele techniek achterblijft met 44%. (Igor Tsesis et al. 2006). Het maakt dus wel degelijk uit wie en hoe de chirurgische techniek wordt uitgevoerd.
Marga Ree heeft ook in haar eigen praktijk gekeken naar de endodontische herbehandelingen en de endodontische chirurgie. Over een periode van 10 jaar (1-1-2001 tot 31-12-2010), waarin 200 cases werden behandeld met een apexresectie en 1750 cases met een herbehandeling.Bij 6% van alle verwezen elementen werd chirurgie uitgevoerd. Bij 60% van alle verwezen elementen werd herbehandeling uitgevoerd. Er was een afname van chirurgie te zien door de jaren heen van 10% naar 5% van alle verwezen elementen.
Voorkeur patiënt
Er ontbreekt in dit geheel nog 1 factor en dat is de voorkeur van de patiënt.
Marga Ree liet aan de hand van deze factor nog twee extreme voorbeelden hiervan zien.
Voorbeeld 1
Een 46-jarige man meldt zich met milde klachten aan zowel de 12 als 22. De 12 en 22 zijn endodontisch behandeld, hebben allebei een kroon met stiftopbouw. De 12 heeft een resorptie-defect aan de distale zijde halverwege de radix. In 1984 is dit defect met guttapercha gesloten. Destijds was er geen ander materiaal voorhanden. De 22 heeft eerder een apexresectie gehad. De patiënt is tevreden met zijn kronen en heeft een beperkt budget. De keuze viel daarom op apicale her-chirurgie. Bij de 12 is de guttapercha uit het laterale defect verwijderd en is er MTA aangebracht, ook apicaal is er MTA aangebracht. Ook bij de 22 is er apicaal MTA aangebracht. 8 jaar na deze behandeling is de patiënt nog altijd tevreden en klachtenvrij. Echter, na 16 jaar is er bij de 22 een fors resorptie-defect zichtbaar röntgenologisch, maar het element functioneert nog steeds. In de toekomst is er waarschijnlijk een implantaat op deze plek nodig.
Voorbeeld 2
De volgende casus is een patiënt die volledig gerehabiliteerd is. Er zit ‘een plekje’ op de gingiva apicaal van de 11. De 11 is endodontisch behandeld en heeft een kroon met een glasvezelstift. Bij palpatie buccaal van de gingiva voelt het wat anders, de patiënt ervaart een lichte pijn. Op de CBCT is te zien dat er een glasvezelstift in het element zit die buiten de radix is gezet aan de buccale zijde. Bij de preparatie voor de stift is aan de buccale zijde geperforeerd. Bij een perforatie in het front is dit bijna altijd aan de buccale zijde van het element. De patiënt is bang voor chirurgie. Daarom is er voor gekozen om de glasvezelstift met een boor te verwijderen en het laatste deel met ultrasone tips los te trillen. De perforatie en het apicale deel van het kanaal zijn afgevuld met RRM Putty.
De beste behandeling is die behandeling waarbij we alle factoren (wetenschappelijk bewijs, klinische en patiëntgebonden factoren, ervaring en oordeel van de clinicus, voorkeur van de patiënt) bij elkaar nemen. Dat geeft een evidence based klinische beslissing (Forrest JL et al. 2009).
Marga Ree eindigde haar lezing met nog een aantal cases.
Bij één van de cases bleek de herbehandeling niet succesvol. Het element bleek gefractureerd. Achteraf was dit zichtbaar op de röntgenfoto. Een advies hierbij is om het element 360 graden te sonderen onder anesthesie, bij twijfel een exploratieve flap uit te voeren of de guttapercha helemaal te verwijderen en opnieuw te beoordelen.
De meest voorkomende redenen voor extractie van endodontisch behandelde elementen zijn (De Vire 1991, Fuss et al. 1999, Chen et al. 2008, Zadick et al. 2008, Touré et al. 2010, Tzimpoulas et al. 2012):
Bij een casus meldt zich een 40-jarige man met een fistel buccaal van de 11. De 11 is endodontisch behandeld. Er is een radix-anker aanwezig met een composietopbouw. Wat is de diagnose?
Hebben we te maken met een radix-fractuur, lateraal kanaal of een onvoldoende kanaalvulling? Er is een CBCT gemaakt en aan de buccale zijde is de buccale botlamel weg. Daarnaast lijkt er net apicaal van de stift een horizontale fractuur in de radix te zitten. Marga Ree heeft toch besloten om de stift te verwijderen en het element te reinigen. Er is calciumhydroxide ingesloten en vier weken later is de fistel weg en is het element endodontisch afbehandeld. Het bleek toch geen fractuur te zijn. Dit fenomeen wat zichtbaar is op de CBCT wordt beam hardening genoemd. Het is een artefact. Het is een donker gebied op de scan naast een radio-opaak object, in dit geval de wortelstift (the process of increasing the average energy level of an x-ray beam by filtering out the low-energy photons).
Prognose endodontisch behandelde elementen
Hoe kunnen we de langetermijnprognose van endodontisch behandelde elementen maximaliseren?
Behoud van zoveel mogelijk restdentine is cruciaal, met name in het cervicale gebied.
De restauratieve prognose weegt vaak zwaarder dan de endodontische prognose.
Kijk altijd naar tekenen van cracks en fracturen als een aanvankelijk succesvolle wortelkanaalbehandeling faalt.
Controleer endodontisch behandelde elementen regelmatig op cariës, loskomende restauraties of tekenen van cracks en fracturen.
Marga Ree studeerde in 1979 af als tandarts aan de UvA. In 2001 heeft zij haar specialisatie endodontologie voltooid met een Master of Science degree. Zij is een veelgevraagd spreker en heeft inmiddels meer dan 250 lezingen en hands-on cursussen gegeven in binnen-en buitenland. Er staan diverse publicaties in (inter)nationale vaktijdschriften op haar naam. Op het gebied van algemene tandheelkunde en endodontologie schreef zij diverse hoofdstukken voor verschillende boeken. Van 1980-2021 voerde zij praktijk in Purmerend, waarvan vijftien jaar een verwijspraktijk voor endodontologie. Sinds 2021 is zij werkzaam bij de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA).
Verslag door tandarts Ilse Bouma voor dental INFO van de lezing van Marga Ree tijdens het congres Front2023 van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/03/Tandgevoeligheid.jpg230400Anita test Testhttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgAnita test Test2024-03-25 13:20:362024-03-25 15:41:02De gecompromitteerde voortand
Op zaterdag 9 maart stond in Utrecht de startersdag voor mondhygiënisten en tandprothetici op de kalender. Bekijk hier de korte terugblik van het programma van deze dag voor deze mondzorgverleners die een eigen praktijk overwegen.
Een kleine veertig mondhygiënisten en tandprothetici (deels in opleiding) trokken op 9 maart naar Utrecht voor de NVM/ONT/VvAA Startersdag 2024. Met als centrale vraag ‘Is ondernemen iets voor mij?’. Een interactieve dag met enthousiaste aspirant-praktijkhouders. Of de dag aan hun verwachtingen voldeed? Maar liefst 89% van de deelnemers reageerde met ‘goed’ of ‘zeer goed’ gevraagd naar het uit drie blokken opgebouwde programma.
Eerste blok: twee plenaire sessies
Direct na het welkomstwoord van dagvoorzitter Erik van Dam (VvAA) stonden in de ochtend twee plenaire sessies op het programma. De eerste over de mondzorgverlener als ondernemer, de tweede over positionering van de praktijk.
Ondernemerschap en persoonlijk leiderschap
Een eigen praktijk, dat betekent ook ondernemerschap. Jacqueline Mooij, (team)coach bij VvAA, haalde de groep meteen uit de stoel en ging aan de slag om samen te kijken in hoeverre dat bij ieder van hen past. Dat leverde mooie interactie op en het werd heel concreet, de deelnemers maakten namelijk in de week vooraf al een ‘persoonlijke profielanalyse’ voor zichzelf. Die liet onder meer zien welk gedag iemand van nature laat zien. Het begint allemaal bij persoonlijk leiderschap, volgens Mooij, over jezelf kennen, eigen wensen en vaardigheden benoemen. Met als houvast het DISC-model van Marston bekeek iedere deelnemer welke typering bij zijn of haar gedragsstijl aansloot: bijvoorbeeld regisseur, analist, zorger of motivator. En wat dat betekent voor keuzes die je maakt.
Positionering en praktijkfocus
Ward de Moor nam in deze sessie het stokje over om zijn licht te laten schijnen op de positionering van de praktijk. ‘Hoe wil je dat je praktijk straks te boek staat?’, vroeg de trainer van MoorComm de groep direct. ‘Waarmee onderscheid je jezelf van andere mondzorgpraktijken? Welke informatie van de markt heb je nodig?’ Via concrete voorbeelden van grote merken als Ikea en KLM, zoomde Ward in op gezondheidszorg. Met behulp van het model van Treacy en Wiersema liet hij bijvoorbeeld zien hoe je de primaire focus kan leggen op de patiëntervaring, state of the art-mondzorg of de praktijk als geoliede machine.
Ook hier vanuit de vraagstelling: wie ben ik, wat wil ik, wat kan ik?
Een mooie aansluiting op de voorgaande sessie dus.
Tweede blok: twee parallelsessies
Na de plenaire sessies verschoof de focus verder naar de praktijk. De beroepsgroepen splitsten zich voor de parallelsessies ‘In tien stappen naar een eigen praktijk’ en ‘Beroepsinhoudelijk ondernemerschap’. De eerste vóór en de ander ná de lunchpauze.
Mondzorgverlener met rechten en plichten
Jurist Marjolein Stigter (NVM Mondhygiënisten) liep in prettig tempo de beroepsinhoudelijke kant van het ondernemerschap langs. Welke wetgeving is bijvoorbeeld van belang als je een eigen praktijk hebt? De belangrijkste aspecten van het gezondheidsrecht, denk aan BIG, Wkkgz en Wtza. Maar ook hoe het met je beroepsaansprakelijkheid zit met een eigen praktijk. En als je personeel hebt: het arbeidsrecht. Aan de orde kwam ook waarbij de beroepsorganisatie (NVM of ONT) je kan ondersteunen. Bijvoorbeeld bij de verplichte regeling voor klachten en geschillen. Een levendige discussie ontstond tijdens het onderdeel over de poortwachter- en doorverwijsfunctie van de mondhygiënist toen er een casusfoto getoond werd. Die bleek ook nog vlot de juiste diagnose uit de zaal op te leveren!
Stappen naar een eigen praktijk
De tien stappen naar een eigen praktijk werden door ondernemersadviseur mondzorg Frank Brusche (VvAA) praktisch ingevuld. Het best beoordeelde onderdeel van de dag. Stap 1, het inventariseren van de eigen wensen, sloot direct aan bij de ochtendbijdragen van Mooij en De Moor. Waar je zoal op moet letten als je op zoek gaat naar een geschikte praktijk. In welke vorm kan je de stap naar een eigen praktijk nemen? Of hoe je de waarde van een mogelijk over te nemen praktijk berekent. Ook kwamen alle zakelijk aspecten stap voor stap voorbij, denk aan financiering, contracten, risico’s en verzekeringen en communicatie. En stap tien? Niet onbelangrijk: om ook aandacht te besteden aan het afsluiten van de huidige, straks de vorige, werkkring. Lees meer over de tien stappen van praktijkovername op dentalinfo.nl en Het starten van een eigen mondhygiëne praktijk
Derde blok: Speeddates
Als laatste onderdeel voor de afsluitende netwerkborrel stonden de speeddates met collega’s, die de stap al eerder waagden, op het programma. De beroepsgroepen werden verder onderverdeeld om de ervaringen te horen van praktijkhoudende collega’s met verschillende profielen. Kleine groepjes waardoor er alle mogelijkheid voor directe interactie en eigen vragen was, maar ook om te leren van vragen en collega-aspirant-praktijkhouders. Dit blok had volgens een aantal deelnemers wel langer mogen duren!
Afsluitende netwerkborrel
Na de plenair afsluiting van het congres door dagvoorzitter Erik van Dam en de beleidsmedewerkers van de beroepsorganisaties Annelieke Papadaki (NVM Mondhygiënisten) en Caitlin Dekkers (ONT) dronken de deelnemers nog een glas, terwijl zij met elkaar, de sprekers en aanwezige adviseurs spraken. Tegen half zes vertrokken de laatste deelnemers weer huiswaarts na een lange dag en veel informatie en nieuwe inzichten. En weer een flinke stap verder met hun vraag: ‘Is ondernemen iets voor mij?’.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/03/NVM-ONT-VvAA-Startersdag-2024-400.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-03-25 13:18:442024-03-27 12:04:14Enthousiasme en interactiviteit tijdens NVM/ONT/VvAA Startersdag 2024
Kinderen op jonge leeftijd meenemen naar de mondzorgverlener kan veel pijn en angst voor de tandarts voorkomen. De positieve ervaringen van het tandartsbezoek voor de allerjongste kinderen hebben voordelige effecten, ook voor ouders en de maatschappij.
Eerste duizend dagen
De eerste duizend dagen is de periode van de conceptie tot de tweede verjaardag van het kind. Het is gebleken dat goede voeding gedurende deze periode extra belangrijk is.
Zwangerschap
Het begint dus al tijdens de zwangerschap. Uit onderzoek is gebleken dat er een relatie bestaat tussen de suikerinname van moeders en de cariësactiviteit van de kinderen op 5-jarige leeftijd. Ook is er een relatie tussen de sociaaleconomische status (SES) en het ontwikkelen van cariës. Uit onderzoek is gebleken dat suikerinname op jonge leeftijd en een laag SES, invloed heeft op de cariësactiviteit van 5-jarigen.
Borst- versus kunstvoeding
De eerste voeding waar een baby mee in aanraking komt, is borst- en/of kunstvoeding.
Borstvoeding heeft, in tegenstelling tot kunstvoeding, als voordeel dat het een rijke variatie aan smaak heeft en dat de baby zelf de hoeveelheid bepaalt. Daarnaast heeft borstvoeding positieve invloed op de algehele gezondheid van het kind:
Betere gevoeligheid voor insuline
Minder overgewicht
Minder hart- en vaatziekten
Betere schoolprestaties
Borstvoeding en gebit
Tot 12 maanden is borstvoeding een beschermende factor tegen het ontwikkelen van cariës. Moedermelk en koemelk hebben beide een lage cariogeniteit en veroorzaken geen demineralisatie of pH-daling. Kinderen die nachtelijk voeding krijgen (borst of fles) komen vaak boven de 10 eetmomenten per dag. Daarnaast zorg een combinatie van suiker (overdag) en melk (’s nachts) voor veel meer mineralisatie dan alleen het nuttigen van melk. De resultaten van een studie (Agatha W van Meijeren-van Luntheren et al. 2021) lieten zien dat de kans op cariës hoger is bij kinderen die na 12 maanden nog borstvoeding krijgen en bij kinderen die nachtelijke flesvoeding krijgen.
Het is vooral goed om te beseffen dat cariës een multifactoriële ziekte is waarbij het om een goede balans gaat: het is beter om een goede balans te vinden dan om dingen te verbieden.
Krachten bundelen
Het is dus belangrijk om zwangere en jonge ouders vanaf het begin al goed te informeren en begeleiden. Het consultatiebureau speelt hierbij een grote rol. Maar ook u als tandarts.
Het ‘Gigagaaf-project’ liet zien dat het verwijzen van jonge kinderen (vanaf de eerste tand) naar de tandarts een positief effect heeft op het tandarts bezoek. Het ‘Gezonde peutermonden project’ heeft als doel gezondgewoontes vanaf het begin te introduceren.
Positieve ervaring bij de tandarts
Angst voor de tandarts kan voorkomen worden. Wanneer kinderen alleen bij pijn naar de tandarts gaan dan gaat het kind de tandarts met pijn associëren. Het is dus van belang om kinderen vanaf jonge leeftijd al te zien. Op deze manier kunnen de ouders van het kind al vroeg goed geïnformeerd worden en bouwt het kind positieve ervaringen op bij de tandarts.
Cariësrisicofactoren en indicatoren
Het inschatten van het cariësrisico is geen exacte wetenschap. Wel weten we dat cariëservaring (aanwezigheid van caviteiten/vullingen of ontkalkingen/glazuurafwijkingen) een van de beste voorspellers is. Daarnaast zijn de SES en familiefactoren (lifestyle) ook goede voorspellers voor het cariësrisico. Hier onder vallen onder andere armoede, voedingskeuzes, geld/mondgezondheid ouders, opvoedingsgedrag en een omgeving met weinig preventie hebben invloed op de mondgezondheid. Ga hierover in gesprek met de ouders. Dieet (frequentie suikerinname) en mondhygiëne zijn iets minder goede voorspellers. Informeer ouders dat de hersteltijd na een voedingsmoment 2 uur is. Dat komt dan neer op advies van maximaal vijf voedingsmomenten (inclusief drinken) per dag. Een goede balans tussen suikerinname, fluoridegebruik en mondhygiëne is het belangrijkste.
Cariës: Diagnose en management
Ouders moeten er bewust van worden gemaakt dat cariës een ziekte is waar geen medicijn voor bestaat. Ouders hebben zelf de mogelijkheid om de ziekte te controleren.
Hoe bereiken we dit? En hoe brengen we dit het beste over naar de ouders?
Wat belangrijk is, is dat we vragen stellen en (vooral) actief luisteren:
– Wat eten de ouders/ wat zijn de voedingsgewoontes?
– Is er sprake van nachtelijke voeding?
– Krijgt het kind flesvoeding? Wat is de inhoud hiervan?
– Heeft het kind temperament/ een eigen wil?
– Hoe is de veerkracht van ouders?
Cariësdiagnostiek: International Caries Detection System (ICDAS)
ICDAS is een goede methode voor cariësdiagnostiek. Er kan een score van 0 (gaaf) t/m 6 (uitgebreide) laesie gegeven worden per element. Een ontkalking is een eerste teken van cariësactiviteit en dit betekent dat gedragsverandering moet plaatsvinden om dit proces te stoppen.
Management
De focus moet liggen op het versterken van de beschermende factoren en/of het elimineren van de etiologische factoren. Er kan bijvoorbeeld gekozen worden om tandpasta met een hogere concentratie fluoride te gebruiken bij een kind waarbij ontkalkingen zichtbaar zijn. Het is dan belangrijk dat je als tandarts de hoeveelheid (erwt) laat zien en dat je de patiënt goed toelicht.
Individuele preventie: mondzorgverlener als coach
Afstemmen met de ouder op de individuele behoeften:
Dialoog met ouder aangaan
Doorvragen
Empathie tonen
Individueel plan opstellen in overleg met de ouders
Actieplan, barrières, coping strategieën.
Registratie en follow-up
Dr. Clarissa Bonifácio ontving haar tandartsdiploma van de Universiteit van São Paulo, in Brazilië, in 2004. Daarna heeft ze aan dezelfde universiteit een Master restauratieve tandheelkunde afgerond in 2008. Zij verhuisde naar Nederland waar ze begon met haar promotieonderzoek onder begeleiding van prof. Cor van Loveren, prof. Cees Kleverlaan en dr. W. Evert van Amerongen. Het promotieonderzoek werd succesvol afgerond in 2012. In 2014 ontving ze het diploma van tandarts-pedodontoloog (EAPD). Dr. Bonifácio werkt momenteel als tandarts-pedodontoloog bij de Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam (SBT) en als universitair docent bij het ACTA. Op het ACTA coördineert Clarissa het profiel kindertandheelkunde van de Master in Oral Health Sciences (OHS). Haar klinische- en onderzoeksinteresses omvatten kindertandheelkunde en cariologie, met name de minimaal invasieve methoden voor de behandeling van cariës bij kinderen.
Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van dr. Clarissa Bonifácio tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/05/Script-bij-behandeling-van-patienten-met-een-kinderwens.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-03-11 13:13:382024-08-21 12:42:16Cariës in de eerste levensfase: risicofactoren en diagnose
De International Association of Dental Traumatology (IADT) heeft de app ToothSOS geïntroduceerd. Deze app geeft in stappen aan hoe te handelen bij een tandheelkundig ongeval.
Voor patiënten wordt in heldere taal uitgelegd wat te doen bij een tandheelkundig ongeval, ondersteund door foto’s. Verder biedt de app informatie over het voorkomen van trauma en uitleg over de verschillende soorten mondbeschermers die in de handel zijn.
Mondzorgprofessionals kunnen de Trauma Guidelines van de IADT nalezen in de app. “Die Guidelines komen overigens voor een groot deel overeen met de met de in Nederland gehanteerde traumarichtlijnen”, zegt de NVvE op haar website.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2019/01/app-2.jpg230400anitatesthttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svganitatest2024-03-01 08:00:302024-03-19 16:07:22Trauma-App voor patiënten: hoe te handelen bij tandheelkundig ongeval
Mensen met een verstandelijke beperking hebben meer kans op problemen in de mond. De motoriek is vaak zwak of helemaal beperkt. In de mond uit dat zich bijvoorbeeld in slappe lip-, tong- en wangspieren. Maar ook een afwijkende tandstand, spierspanningen, gebitsbeschadiging door vallen of stoten (epilepsie) of bepaalde voedingsgewoonten kunnen moeilijkheden in de mond geven.
Veel volwassenen met een verstandelijke beperking dragen daardoor een kunstgebit. Ook voor mensen met een kunstgebit is een goede mondhygiëne erg belangrijk om infecties en ontstekingen te voorkomen. Begeleiders en cliënten in de zorg gaven veelvuldig aan behoefte te hebben aan een eenvoudige uitleg over het dragen en verzorgen van een kunstgebit.
Uitleg in makkelijke taal
Op Kunstgebit.steffie.nl legt Steffie nu op een eenvoudige manier uit hoe je je kunstgebit schoonmaakt en bewaart. En heb je voor het eerst een kunstgebit? Dan heeft Steffie tips waar je op moet letten. De uitleg is gemaakt met hulp van ervaringsdeskundigen met een beperking. Per jaar vragen 3.5 miljoen mensen die van eenvoudig houden hulp aan Steffie via haar diverse platforms en evenementen.
Opening website
De feestelijke opening van de website is op 21 maart bij Ons Tweede Thuis aan de Hortensialaan 55a, 1431 VA in Aalsmeer. U bent van harte welkom om de opening bij te wonen en vragen te stellen aan de betrokkenen bij dit inclusieve project. Meld u van tevoren wel even aan via info@leerzelfonline.nl.
Brede samenwerking tussen praktijk- en kennispartners
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/02/Steffie-400.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-28 10:25:302024-02-28 10:25:30Steffie helpt mensen met een kunstgebit
De levensverwachting van de mens neemt jaarlijks toe. Het aantal chronische ziekten neemt ook toe met de leeftijd. Van alle 65-plussers in Nederland heeft namelijk 75% minimaal 1 chronische aandoening en 40% gebruikt dagelijks ≥ 5 medicijnen. Het aantal dentate ouderen stijgt ook en daarmee ook het aantal chronisch zieken.
Verslag van de lezing van dr. Robert van Es, kaakchirurg, tijdens de NWVT-cursus over de invloed van de mondgezondheid op de algehele gezondheid. Ook vertelde hij uitgebreid over de invloed van verschillende systemische ziekten op de tandheelkundige behandeling.
Mondgezondheid en de algehele gezondheid
De mondgezondheid beïnvloedt de algehele gezondheid op verschillende manieren:
Een goede kauwfunctie bevordert goede voedselopname en cognitieve functies op oudere leeftijd – en daarmee ook de kwaliteit van leven
Er is een sterke relatie tussen orale ontstekingen (parodontitis) en systemische ontstekingsziekten: diabetes, reumatoïde artritis, cardiovasculaire – en longziekten
Er zijn aanwijzingen dat deze interactie bi-directioneel is en invloed heeft op progressie, ernst en sterfte.
Er wordt gedacht dat parodontitis de algehele gezondheid verslechtert door een toename van systemische ontstekings-belasting. Echter hebben experimenten deze hypothese nog niet kunnen bewijzen. Parodontitis ontwikkelt zich in het algemeen voordat er verslechtering van de algehele gezondheid optreedt. Daarom kan de diagnose parodontitis als alarmsignaal dienen en kunnen patiënten erop geattendeerd worden dat hun lifestyle veranderd moet worden om gezondheidsrisico’s te verminderen.
Systeem ziekten en invloed op uw tandheelkundig (be)handelen
In deze cursus werden veel voorkomende medische aandoeningen en de consequenties hiervan op de tandheelkundige behandeling besproken.
Ten eerste is het belangrijk om een volledige anamnese af te nemen. Europese Medische Risico Registrerend Anamnese (EMRRH) is een sturend anamnesesysteem waarmee tandartsen en mondhygiënisten een adequate en volledige medische anamnese kunnen afnemen. Daarnaast kan de gezondheidsvragenlijst van de VMTI ook gebruikt worden om de medische anamnese af te nemen bij patiënten. Op basis van de ingevulde vragenlijst kan er een ASA-score toegekend worden aan de patiënt.
ASA-classificatie
Gezond persoon zonder regelmatig medicatiegebruik
Patiënt met systeemaandoening, zonder beperking van normale activiteiten
Patiënt met ernstige systeemaandoening die hem beperkt bij normale activiteiten: tandheelkundige behandeling aanpassen
Patiënt met ernstige systeemaandoening, chronisch bedreigend voor het leven: alleen tandheelkundige noodbehandeling
Moribund: Verwacht te overlijden < 24 uur
Wanneer er een ASA-classificatie is toegekend aan de patiënt moeten er bij elk nieuw bezoek 3 vragen worden gesteld om de anamnese up-to-date te houden:
Bent u in de afgelopen periode nog bij een arts of specialist geweest? Zo ja, waarom?
Is er in de afgelopen periode nog iets aan uw gezondheid veranderd?
Is er aan de medicatie in de afgelopen periode iets veranderd? Wat en waarom?
Regelmatig voorkomende aandoeningen in de praktijk
Regelmatig voorkomende aandoeningen in de praktijk zijn hartziekten, longziekten, anafylaxie, nierfalen (en dialyse), afweerstoornissen (suikerziekte en corticosteroïdgebruik) en de oncologische patiënt. Deze aandoeningen en de consequenties hiervan worden hieronder besproken.
Hartziekten
Er zijn verschillende hartziekten zoals coronair lijden, ritmestoornissen en hartfalen.
Coronair lijden
Bij coronair lijden functioneert de slagader die naar de hartspier toe gaan slecht. Er is sprake van een vernauwing van de kransslagader en dit veroorzaakt een tekort schieten van bloedvoorziening naar het hartspierweefsel. De klachten die optreden zijn Angina pectoris en/of een hartinfarct.
Coronair lijden kan worden behandeld met therapieën zoals PTCA (dotteren) en CABG (bypassoperatie). Tegenwoordig wordt er al sneller besloten tot ingrijpen, namelijk al vanaf angina pectoris klasse II.
Patiënten waarbij onlangs stents zijn geplaatst krijgen vaak 2 typen antistolling medicatie. Het is dan niet verstandig om een chirurgische behandeling uit te voeren. Dan is het beter om te wachten met de behandeling tot de patiënt gestopt is met dubbele antistolling en overgegaan is op enkele antistolling.
Ritmestoornis
Een ritmestoornis van het hart is het gevolg van abnormale prikkelvorming of abnormale prikkelgeleiding. Wanneer het hart te snel gaat is er sprake van tachycardie en wanneer het hart te langzaam klopt is er sprake van bradycardie. De belangrijkste ritmestoornis is atriumfibrilleren. Patiënten met een ritmestoornis krijgen antistolling medicatie zoals een vitamine K antagonist of directe orale anticoagulantia(DOAC).
Hartfalen
Hartfalen is een toestand waarbij de pompfunctie van het hart tekortschiet. Hartfalen (decompensatio cordis) is de belangrijkste complicatie van praktisch alle hartaandoeningen.
Er zijn 2 soorten hartfalen; links-decompensatie en rechts-decompensatie. Links-decompensatie leidt tot longoedeem en tot kortademigheid bij inspanning en liggen. Rechts-decompensatie leidt tot perifere stuwing en als gevolg daarvan tot enkeloedeem en cyanose.
Consequenties van hartziekten op tandheelkundig (be)handelen
Een consequentie van een hartziekte is de kans op complicaties bij stress. Stress kan leiden tot een ernstige ritmestoornis of hartstilstand. Het is daarom belangrijk om stress tijdens de behandeling te voorkomen. Het is belangrijk om pijn en angst te bestrijden, de behandelduur te beperken en de patiënt niet te plat te laten liggen.
Adrenaline
Bij een instabiele angina pectoris (klasse III of IV) of wanneer een patiënt minder dan 3 maanden geleden een hartinfarct gehad heeft is het belangrijk om anesthesie zonder adrenaline te gebruiken.
De adrenaline plasmaconcentratie in rust is 0,035 ng/ml. Bij een acute stresssituatie kan de endogene adrenaline uitstoot oplopen tot 300 µg/min. Dit is een toename van de plasmaconcentratie 300x, namelijk tot 10,3 ng/ml. Indien een hele carpule locale anesthesie met adrenaline 1:200.000 resp 1: 80.000 intraveneus in het bloed komt wordt de adrenaline plasmaspiegel 1,8 resp 4,5 ng/ml.
De conclusie is dat eventuele stress-geïnduceerde endogene adrenaline uitstoot vele malen groter is en potentieel bedreigender dan de via uw carpule toegediende adrenaline in weefsel. Bij een gezonde volwassen patiënt kunnen veilig 8 carpules met 22,5 ug adrenaline worden toegediend.
Overige aandachtspunten
Wanneer een patiënt met een pacemaker bij u in de praktijk komt is het belangrijk om te vragen hoe oud de pacemaker is. Alleen wanneer een pacemaker ouder is dan 15 jaar kan er geen elektrochirurgie toegepast worden in de mond, bij nieuwe pacemakers is dit geen probleem.
Bij patiënten met orthostatische hypotensie is het belangrijk om de patiënt te laten wachten met opstaan wanneer de stoel rechtop gezet wordt.
Patiënten met een hartklepafwijking moeten antibiotica profylaxe nemen voor bepaalde tandheelkundige behandelingen i.v.m. de kans op endocarditis (zie de endocarditis profylaxe richtlijn).
Wanneer een patiënt met angina pectoris zich niet goed voelt en zijn/haar eigen medicijnen niet meegebracht heeft is het belangrijk om een nitrostat 0,4 mg tablet of nitrolingual 0,4 mg spray sublinguaal toe te dienen.
Obstructieve longziekten
Onder obstructieve longziekten vallen astma en COPD.
Astma
Astma bronchiale is een veel voorkomende aandoeningen en treft vooral jongere mensen. De symptomen van astma zijn ernstige aanvallen van kortademigheid met een verlengd piepend expirium en een snellere ademhaling (tachypnoe). Patiënten met astma hebben vaak ook last van atopische constitutie (eczeem).
Tandheelkundige consequenties van astma is de overgevoeligheid voor Ascal en NSAID’s. Bij een astma-aanval heeft de patiënt vaak een eigen salbutamol inhaler bij zich. In de praktijk kan eventueel ook een nood salbutamol inhaler aanwezig zijn. Bij een ernstige astma-aanval kan een hydrocortison ampul 100mg/2ml injectie nodig zijn.
COPD
COPD is een chronische longziekte die vaak voorkomt bij ouderen en rokers. De symptomen van COPD zijn kortademigheid met een piepend expirium en veel hoesten met slijm. Patiënten met COPD hebben een beperkte inspanningstolerantie.
Er zijn verschillende stadia van COPD, gebaseerd op basis van spirometrie (volgens Gold)
Stadium 1 = spirometrie >80%
Stadium 2 = spirometrie 80-50%
Stadium 3 = spirometrie 50-30%
Stadium 4 = spirometrie <30%
Met betrekking tot een tandheelkundige behandeling is het belangrijk om patiënten in de ochtend te behandelen omdat ze dat de minste klachten ervaren. Het is verder belangrijk om de patiënt voor de behandeling goed te laten ophoesten zodat er niet te veel slijm ophoopt tijdens de behandeling. Daarnaast moet de eigen medicatie geïnhaleerd worden voor de behandeling en is het aangeraden om in een hoek van 45 graden te behandelen.
Anafylaxie
Anafylaxie type I is een acute allergische reactie op een vreemde stof. Anafylaxie kan ontstaan als gevolg van een wespensteek, ACE-remmers en/of antibiotica. Er is altijd sprake van voorafgaande sensibilisatie.
Symptomen van de verschillende types anafylaxie
Jeuk, urticarie, erytheem
+ oedeem, misselijkheid, braken, buikpijn, pijn op de borst
Er is zelden een reactie op de lidocaïne in een anesthesie carpule. De vasoconstrictor adrenaline is een lichaamseigen stof en daarom krijgt de patiënt hier geen reactie op. Er is in sommige gevallen sprake van een allergische reactie op het conserveermiddel metabisulfiet.
Xylocaïne, citanest en mepivacaïne zijn soorten anesthetica verkrijgbaar zonder conserveermiddel die gebruikt kunnen worden wanneer de patiënt bekend is met anafylaxie. Echter het nadeel van deze soorten is dat ze niet lang houdbaar zijn.
Handelen bij anafylaxie
Leg de patiënt neer en het hoofd opzij
Adrenaline toedienen via een epi-pen
Clemastine (tavegil) 2 mg intramusculair
100 mg hydrocortison intramusculair
Vrijhouden van de luchtweg en zo nodig nood tracheotomie
Snel transport naar het ziekenhuis
Nierfalen en dialyse
Nierfalen is een progressieve achteruitgang van de nierfunctie. Er sprake van een verminderde glomerulaire filtratie ratio (GFR). Klachten bij nierfalen zijn lang asymptomatisch maar later kan er misselijkheid, jeuk, oedeem, kortademigheid en polyneuropathie optreden. Oorzaken van nierfalen zijn diabetes mellitus, glomerulonephritis en nier-vaatziekten zoals chronische hypertensie. De dosis van de medicatie moet altijd aangepast worden op basis van de nierfunctie.
Er zijn verschillende stadia van nierinsufficiëntie
>90 normale of verhoogde GFR
60-90 laaggradig functieverlies
30-60 matig functieverlies
15-30 zwaar functieverlies
<15 eindstadium nierfalen
Orale verschijnselen
Orale verschijnselen van nierfalen zijn gingivahyperplasie door Ca-antagonist en cyclosporine. Vaak is er sprake van een slechte mondhygiëne dat leidt tot parodontitis. Verder kunnen xerostomie, halitose en smaakstoornis optreden. Daarnaast kunnen infecties zoals candida optreden en is er sprake van osteodystrofie (meer parodontale afbraak).
Tandheelkundige consequenties
De patiënt moet beschouwd worden als een patiënt met een afweerstoornis en verhoogde bloedingsneiging. De behandeling kan het beste uitgevoerd worden de dag na dialyse omdat er dan sprake is van minder bloedingsneiging door verbeterde bloedplaatjes en de minste afvalstoffen. Gebruik nooit NSAID’s. Het is belangrijk om de mondhygiëne te optimaliseren voor een niertransplantatie.
Na een niertransplantatie krijgen patiënten immuunsuppressie en daarom is er een verhoogde kans op infectierisico. Verder is een verhoogde kans op maligniteiten zoals plaveiselcarcinoom, non hodgkin lymfoom en Kaposi sarcoom.
Afweerstoornissen
Voorbeelden van afweerstoornissen zijn diabetes mellitus, auto-immuunziekten, chronische infectieziekten en kwaadaardige bloedziekten. Er wordt nu vooral gefocust op diabetes mellitus.
Diabetes mellitus is een relatief of absoluut te kort aan insuline en dit leidt tot ontregeling van de koolhydraatstofwisseling. Er is sprake van een gestoorde glucose-opname in de cel.
Tandheelkundige consequenties
Hypoglycemie is een tekort aan suiker. Dit ontstaat wanneer er wel insuline is gespoten maar wanneer er weinig is gegeten of wanneer er sprake is van stress. Dit kan leiden tot sufheid, trillen, transpireren en gapen. Het is daarom belangrijk om ‘s morgens te behandelen, kort na de maaltijd. Een andere consequentie van diabetes is een verhoogd infectierisico. Parodontitis, candidiasis, steekinfect en flegmone kunnen sneller voorkomen. Daarom is het belangrijk om extra aandacht te hebben voor de mondhygiëne en dentogene foci. Bij een infectie is het belangrijk om snel met antibiotica te starten.
Corticosteroïdgebruik
Corticosteroïden worden vaak toegepast voor het onderdrukken van chronische ontstekingsreacties. Daarom is er een verhoogde kans op infecties. Bij patiënten die corticosteroïden gebruiken en waarbij een invasieve behandeling nodig is, is het belangrijk om de dagdosis te verdubbelen en de volgende dag bij veel pijn en zwelling opnieuw de dagdosis te verdubbelen.
Oncologische patiënt
Er zijn verschillende soorten oncolytica. De klassieke chemotherapie blokkeert de celdeling van cellen maar ook van de afweer, slijmvliezen, parodontium en speekselklieren. Deze patiënten hebben vaak last van mucositis.
Tegenwoordig is er een verschuiving van klassieke chemotherapie naar middelen met een specifiek aangrijpingspunt: targeted therapie. Deze behandeling is afhankelijk van de specifieke biochemische eigenschappen van de tumor.
NIB’jes en MAP’jes
NIB’jes zijn kleine moleculen die de tumor-chemie in de cel blokkeren. MAB’jes zijn monoclonale antilichamen die de receptoren op een kankercel blokkeren.
Aan de buitenkant van een cel liggen receptoren die de groei van de cel stimuleert en in de kern ligt DNA. In een tumorcel is er sprake van veel celdeling.
Wanneer een groeireceptor gestimuleerd wordt is er sprake van signaaltransductie van die RAS>RAF>MEK>ERK-eiwitketen. Een MAB’je is een stof die op de receptor gaat zitten, de groeireceptor blokkeert en daarmee de groei van de cel laat stoppen.
Een NIB’je blokkeert de signaaltransductie ergens in de eiwitketen.
Bot-resorptie remmers
Bot-resorptie remmers worden toegepast ter preventie van botbreuken bij beenmerg-tumoren en bot-metastasen. Patiënten die botresorptie remmers gebruiken kunnen beter doorverwezen worden naar de kaakchirurg omdat er een hoog risico is op medicatie gerelateerde osteonecrose van de kaak (MRONJ)
Ten slotte
Het is dus erg belangrijk om een volledige medische anamnese af te nemen bij de patiënten die bij je in de praktijk komen om voor een juiste behandeling te zorgen.
Een basisset noodmedicatie voor in de tandartspraktijk is aangeraden.
Dr. Robert van Es behaalde in 1985 en 1990 resp. zijn tandarts- en arts-examen aan de RU-Utrecht en was van 1985-‘90 waarnemend algemeen praktiserend tandarts. Van 1990-‘92 was hij arts-assistent KNO-heelkunde in het Militair Hospitaal en MKA-chirurgie in het St. Radboud ziekenhuis te Nijmegen. Hij voltooide zijn opleiding tot MKA-chirurg in 1996 in het Academisch Ziekenhuis Utrecht. In 1998 was hij fellow in het Mt. Vernon Hospital te Londen ter specialisatie in maxillofaciale microchirurgie. Hij promoveerde in maart 2001 op de ontwikkeling van een proefdiermodel voor de behandeling van Hoofd-hals kanker.
Sinds 2001 is hij staflid op de afdelingen Mondziekten, Kaak- en Aangezichts-chirurgie van het Universitair Medisch Centrum en het Wilhelmina Kinderziekenhuis te Utrecht. Sinds 2006 is hij tevens werkzaam in het Diakonessen Ziekenhuis te Utrecht.
Verslag door Fabienne de Vries van de lezing van dr. Robert van Es tijdens NWVT-cursus
Tijdens het NVvP congres checkten Fridus van der Weijden en Dagmar Else Slot feiten & fabels over preventie en verschillende producten die beschikbaar zijn voor de dagelijkse mondverzorging. Bekijk het overzicht hieronder.
Is een spoelmiddel met essentiële oliën een goede keuze voor dagelijks gebruik?
Er zijn veel artikelen over essentiële oliën waarvan een flink aantal klinische studies. Meerdere systematic reviews hebben de gegevens die in de internationale literatuur naar voren komen samengevat. Daaruit bleek dat spoelmiddelen met essentiële oliën een anti-plak en anti-gingivitis effect hebben. Van origine zijn deze spoelmiddelen geformuleerd met een alcohol basis. De vraag zou kunnen zijn: is het effect een gevolg van de essentiële oliën of van de alcohol? Uit onderzoek blijkt dat het toch echt de essentiële oliën zijn die het effect verzorgen. Het effect van alleen alcohol was vergelijkbaar met het effect van spoelen met water. Samengevat laat de wetenschappelijk literatuur zien dat voor een korte termijn spoelen chloorhexidine effectiever is maar dat er bij dagelijks gebruik voor de lange termijn geen verschil is tussen een spoelmiddel met chloorhexidine of essentiële oliën.
Maakt het niet uit wat voor tandpasta je gebruikt zo lang er maar fluoride inzit?
Fluoride tandpasta ontving in 1960 het seal van de American Dental Association waarmee verklaard werd dat fluoride een belangrijk bijdrage levert aan cariës reductie. Recent werd door een expert comité van de World Health Organization (WHO) fluoride bestempeld als een noodzakelijk en essentieel medicijn tegen cariës. Tinfluoride heeft iets extra’s. Het tin ion heeft namelijk ook een antibacterieel effect en het vormt een beschermend laagje wat bijvoorbeeld helpt tegen dentine overgevoeligheid. Opvallend was dat uit onderzoek blijkt dat poetsen met tandpasta geen extra effect heeft op de mate van plakverwijdering. De tandenborstel doet daarin het meeste werk. Je kunt je dan afvragen waarom we dan tandpasta gebruiken – los van dat de fluoride natuurlijk belangrijk is. In ieder geval voor een schoon en fris gevoel want de literatuur laat zien dat dit voor mensen een belangrijke reden is. Verder zijn er tandpasta met extra toevoegingen zoals producten die tanden witter maken. Ingrediënten die voorkomen dat tandplak minder snel terug groeit, zorgen dat de gingiva ontsteking vermindert, antitandsteen producten en stofjes tegen dentineovergevoeligheid. Kortom een heel scala aan extra ondersteuning van de dagelijkse mondverzorging waardoor er meer is voor onze patiënten dan alleen de fluoride.
Helpt het gebruik van tandfloss tegen cariës en gingivitis?
Met de publicaties van de onderzoeksgroep van Fridus en Dagmar in 2008 in de International Journal of dental Hygiene is het gebruik van floss aardig in opspraak geraakt. Het bleek dat er onvoldoende wetenschappelijk bewijs is dat flossen helpt om tandplak, gingivitis of cariës te verminderen. De European Federation of Periodontology (EFP) stelt in haar richtlijn dat: “De eerste keus voor interdentale reiniging de rager is en als de interdentale ruimte deze niet toelaat andere interdentale mondhygiëne hulpmiddelen zoals floss overwogen kunnen worden.” Toch wordt er nog steeds onderzoek met floss gedaan. Bijvoorbeeld over dat er een verschil is tussen eerst flossen en dan poetsen in vergelijking met eerst poetsen en dan flossen. Dat bleek niet het geval te zijn. Er werd ook een flossdraad met een stukje verdikking onderzocht en vergeleken met een gewone flossdraad. Ook hierbij werd geen verschil gevonden. Heeft het misschien nut om een knoopje in het flossdraad te leggen en dan te flossen? Op de plakscore scheelde het een beetje maar er was geen effect op de mate van bloeding. Het bleek wel motiverend te werken. Patiënten vonden het prettiger aanvoelen en hadden het idee dat het beter werkte. Concluderend blijkt dat het effect van floss teleurstellend is en er beter een andere keuze gemaakt kan worden om tussen de tanden en kiezen te reinigen.
Zijn rubberen interdental stokers dan een alternatief voor floss?
Uit Zweeds onderzoek blijkt dat van de volwassenen 12% regelmatig flossdraad gebruikt en 46% houten tandenstokers. Deze voorkeur voor een stoker is van invloed op de compliance van onze patiënten voor de dagelijkse interdentale reiniging. Daarin zou een rubberen tandenstoker een rol kunnen spelen. Het eerste klinische onderzoek stamt uit 2006 waarbij floss werd vergeleken met een rubberen stoker. De rubberen stoker was hierbij niet verschillend van floss. Dit werd ook in ander onderzoek bevestigd. De rubberen stoker werd vergeleken met een rager en hierbij werd geen verschil gezien. Er is zelfs een klinisch onderzoek waarbij een rubberen stoker beter bleek dan een hele kleine rager. Uit laboratoriumonderzoeken waarin gebitsmodellen worden gebruikt blijkt toch dat een rager het beter doet dan een rubberen stoker qua plakverwijdering. Een reden voor de onderzoeksgroep van ACTA om een systematisch review van de beschikbare literatuur te doen. Daaruit blijkt dat de rubberen stoker een effect heeft op plak en gingivitis maar dat het bewijs is zwak. Wat wel duidelijk naar voren kwam uit alle geïncludeerde onderzoeken was dat de patiënt een rubberen stoker wel erg prettig vindt in het gebruik. Daarmee zijn ze zeker een goed alternatief voor floss.
Is een monddouche effectief of spoelt die alleen maar etensresten weg?
De monddouche bestaat al heel lang en kreeg op basis van het klinische onderzoek in 2017 seal van de American Dental Association. Uit het beschikbare onderzoek komt geen effect op de plaque score naar voren maar wel een reductie van gingivitis. Recent is door Network Meta Analyse naar de verschillende producten voor interdentale reiniging gekeken. Deze manier van analyseren maakt het mogelijk om alles met elkaar te vergelijken in 1 model waaruit dan een hiërarchie naar voren komt. Daaruit bleek dat interdentale ragers en de monddouche als meest effectieve producten rankten. Omdat een monddouche werkt op basis van schuifkrachten die veroorzaakt worden door krachtig snelstromend water, is het effect in een smalle ruimte groter dat in een open approximale ruimte. Daarom is de monddouche met name geschikt voor gingivitis patiënten en dus niet zo zeer voor mensen met parodontitis. Een monddouche doet dus meer dan alleen etensresten wegspoelen.
Afsluiting
In recent artikel uit hun onderzoeksgroep is geëvalueerd in hoeverre mensen in het kader van een niet-chirurgische parodontale behandeling mondverzorgingsadviezen ook opvolgen. Het blijkt dat mensen langer gaan poetsen, vaker een elektrische tandenborstel, tandenstokers en interdentale ragers gaan gebruiken. Het is goed om te zien dat met ‘feiten’ onderbouwde adviezen hun opvolging krijgen bij onze patiënten.
Prof. dr. Fridus van der Weijden studeerde af al tandarts, promoveerde en werd benoemd tot hoogleraar ‘Preventie en Therapie van Parodontale Aandoeningen’ aan ACTA. Door zijn wetenschappelijke oeuvre verwierf hij meerdere (inter)nationale prijzen onder andere van de NVvP, het Ivoren Kruis, de IADR en de ORCA. Hij is erkent als tandarts-parodontoloog door de NVvP en tandarts-implantoloog door de NVOI. Het grootste deel van zijn carrière verdeelt hij zijn tijd tussen Paro Praktijk Utrecht, Implantologie Utrecht en de sectie Parodontologie van ACTA.
Prof. dr. Dagmar Else Slot is opgeleid tot mondhygiënist en heeft daarnaast een onderwijskundige achtergrond, is klinisch epidemioloog en heeft een MBA afgerond. Zij is benoemd bij ACTA als hoogleraar ‘Preventie in de Mondzorg’ en voelt zij zich zeer verbonden met de dagelijkse klinische praktijk en de mondhygiënist in het bijzonder. Zij verdeelt momenteel haar tijd tussen sectie Parodontologie van ACTA, de mondzorgpraktijk, de master HGZO en het International Journal of Dental Hygiene.
Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Fridus van der Weijden en prof. dr. Dagmar Else Slot tijdens het NVvP congres April Fools, daily rules
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/07/Fabels-en-feiten-over-mondverzorgingsproducten.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-26 11:10:062024-08-21 12:43:11Fabels en feiten over mondverzorgingsproducten
Minimale invasieve behandeling van cariës is de eerste behandelkeuze binnen de kindertandheelkunde. Wat gaat goed en wat niet bij deze minimaal invasieve behandelstrategieën? Waarmee schaal je dan op en wanneer is een behandeling onder algehele anesthesie geïndiceerd?
Minimaal invasieve behandeling als eerste keus
Voor kinderen geldt dat er het liefst zo minimaal invasief mogelijk behandeld wordt. Het streven is om het liefst zonder lokale anesthesie en boor te behandelen zodat eventuele pijn en angst voorkomen kunnen worden. Actief monitoren staat hierbij centraal en bestaat uit het opstellen van een strak individueel preventieplan, regelmatige herbeoordeling en het op tijd ingrijpen.
De resultaten van de studie van Ladewig et al. (2018) laten zien dat de oral-health related quality of life niet verbetert bij het uitvoeren van restauratieve behandeling ten opzichte van niet-invasieve behandelingen bij kinderen.
Het is belangrijk om het cariësproces goed te volgen op tand- en patiëntniveau. Dit kan met behulp van de volgende tools.
Tandniveau
ICDAS – aan de hand van de grootte van de cariëslaesie krijgt het element een score van 0 (gaaf element) tot 6 (uitgebreide laesie).
Cariëslaesies in dentine vrijleggen voor reiniging.
Zelfzorg stimuleren.
Monitoren en documenteren.
Remineralisatie-bevorderend middel aan brengen (zoals Silver Diamine Fluoride (SDF)).
Mogelijkheid om regelmatig te evalueren.
Ouders motiveren.
Het doel van deze methode is de ouders en kind leren de balans te vinden.
Atraumatic restorative treatment (ART)
Bij deze methode wordt de caviteit schoongemaakt met handexcavatoren waarbij de randen goed schoongemaakt worden en er centraal selectieve cariësverwijdering plaatsvindt. De laesie wordt gevuld met een glasionomeercement met hoge viscositeit. ART werkt goed voor één-vlaks caviteiten.
Hall techniek
Bij deze methode wordt er een roestvrijstalen kroon over het carieuze element geplaatst zonder te excaveren. De Hall-techniek kan niet worden toegepast worden bij tekenen en symptomen van irreversibele pulpitis en/of een caviteit die te dicht bij de pulpa zit. Het succespercentage van deze methode ligt tussen de 94-97%.
Pulpitis: behoud of extractie
Wanneer er sprake is van pulpitis (of pulpa-exponatie) en er de wens is om het melkelement te behouden dan kan er gekozen worden om een pulpotomie uit te voeren met MTA of Biodentine. Het succespercentage van deze behandeling ligt boven de 95%. Bij deze behandeling is het aan te raden om een Quick Sleeper anesthesie te gebruiken.
Wanneer een pulpa-behandeling geen optie is, kan er gekozen worden voor extractie. Daarbij is het goed om te weten dat de kans op een glazuurontwikkeling nihil is bij melkelementen met een ontsteking bij kinderen ouder dan 7 jaar. Bij kinderen die ouder dan 8 jaar zijn is de kans op ruimteverlies (leewayspace) minimaal.
Algehele anesthesie
Er kan voor algehele anesthesie gekozen worden indien:
Er sprake is van onvoldoende coöperatie door angst of jonge leeftijd voor behandeling met behavioral management technieken.
Er sprake is van onvoldoende coöperatie vanwege fysieke, medische of speciale behoeften.
Er sprake is van een uitgebreid behandelingsbehoefte.
Wanneer er sprake is van behandeling van trauma.
De volgende factoren spelen mee in de keuze of een kind wel of niet onder narcose behandeld gaat worden:
Ontwikkelingsleeftijd: past de ontwikkeling van het kind bij zijn of haar leeftijd?
Angst scoren aan de hand van de CFSS-DS scores
Hoe is de psychische belastbaarheid: hoe gaat iemand om met spanning/stress?
Behandelbaarheid: kun je bitewings maken of lukt dat al niet?
Hoeveel kwadranten behandelen? Hoeveel extracties zijn er nodig?
Zijn er nog andere bijzonderheden zoals extreme naaldangst, kokhalzen?
Wat is de wens van de ouders? Sommige ouders vinden behandeling onder narcose een vervelend idee. Het is belangrijk om hierbij goed te bespreken wat voor het kind het beste is.
Verwachtingsmanagement
Wanneer ouders geen narcose willen dan is het bespreken van verwachtingen erg belangrijk. De ouders worden ingelicht over het volgende:
Mogelijk extracties nodig.
Het succes is afhankelijk van de coöperatie en mate van mondhygiëne.
Frequentie afspraken hoog.
Algehele narcose misschien toch nodig.
Cariësvrije toekomst
De speerpunten voor een cariësvrije toekomst zijn:
Every child born in 2026 should stay cavity-free during their life time.
Begin bij zwangere vrouwen.
Interval – Kind vanaf jonge leeftijd zien.
Toepassen van een individueel fluoride advies.
Goede vertrouwensrelatie opbouwen.
Advies over voeding etc.
Dr. Clarissa Bonifácio ontving haar tandartsdiploma van de Universiteit van São Paulo, in Brazilië, in 2004. Daarna heeft ze aan dezelfde universiteit een Master restauratieve tandheelkunde afgerond in 2008. Zij verhuisde naar Nederland waar ze begon met haar promotieonderzoek onder begeleiding van Prof. Cor van Loveren. Het promotieonderzoek werd succesvol afgerond in 2012. In 2014 ontving ze het diploma van tandarts-pedodontoloog (EAPD). Dr. Bonifácio werkt momenteel als tandarts-pedodontoloog bij de Stichting voor Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam (SBT) en als universitair docent bij het ACTA. Op het ACTA coördineert Clarissa het profiel kindertandheelkunde van de Master in Oral Health Sciences (OHS). Haar klinische- en onderzoeksinteresses omvatten kindertandheelkunde en cariologie, met name de minimaal invasieve methoden voor de behandeling van cariës bij kinderen.
Arie Riem studeerde af als tandarts in 1988 en werkte van begin af aan met ‘bijzondere zorggroepen’. Ruim 10 jaar was hij bestuurslid van de Vereniging van Justitietandartsen en tandarts van onder andere het Pieter Baan Centrum. Hij was 12 jaar bestuurslid van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde. Sinds 2006 is hij een door de NVvK erkend pedodontoloog. Hij werkte 14 jaar op de afdeling angstbegeleiding en gehandicaptenzorg van de Stichting Bijzondere Tandheelkunde te Amsterdam. Van 2002 tot 2010 was hij verbonden aan het CBT van het St. Antonius ziekenhuis waar hij voor regio Midden Nederland de gebitsbehandelingen onder algehele anesthesie bij gezonde kinderen uitvoerde. Sinds 2012 werkt hij bij Kinderkliniek TandInZicht en helpt verwezen kinderen zonder wachttijden. Hij geeft lezingen en een cursus over zijn passie: kindertandheelkunde.
Verslag voor dental INFO door Marieke Filius, tandarts, van de lezing van Clarissa Bonifácio en Arie Riem tijdens het congres Kindertandheelkunde van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/05/cariës.png230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-12 13:22:292024-01-31 10:34:53De indicaties voor behandeling van cariës bij kinderen: van NRCT, ART en Hall tot narcose
Maakt u bij uw patiëntenbehandelingen wel eens gebruik van de Hall-techniek? Wellicht bent u hier nog niet zo bekend mee of werkt u er juist al jaren mee. Lisanne Pen doet voor haar masterscriptie onderzoek hiernaar en is benieuwd naar uw mening.
Met een korte enquête wordt in kaart gebracht in hoeverre de Hall-techniek wordt gebruikt in praktijken in Noord-Nederland, om welke redenen wel of juist niet en of er interesse is in meer bij- en nascholing over dit onderwerp. Doet u mee?
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/02/Toepassing-van-de-Hall-techniek-door-tandartsen-in-Noord-Nederland.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-07 12:57:122024-02-07 12:57:12Onderzoek: Toepassing van de Hall-techniek door tandartsen in Noord-Nederland
Tom van Riet promoveerde op 6 december 2023 op zijn onderzoek naar gebruik van robots in de tandheelkunde. Zijn onderzoek werd cum laude beoordeeld. Hij onderzocht een belangrijk maatschappelijk onderwerp: het gebrek aan mogelijkheden om het trekken van tanden en kiezen te oefenen tijdens de tandheelkunde opleiding. Met als gevolg dat deze taken zich verplaatsen naar ziekenhuizen en (duurdere) specialismen.
Hij gebruikte robottechnologie in zijn onderzoek om meer te weten te komen over het trekken van tanden en kiezen. Deze nieuwe kennis kan direct gebruikt worden in het onderwijs. Studenten tandheelkunde krijgen hiermee de mogelijkheid om onderwijs te krijgen op dit gebied. Hij gebruikte voor zijn onderzoek een ‘gestructureerde academische denkwijze en zijn aanpak rond het toepassen van robottechnologie was uniek, creatief en innovatief.’
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2017/05/robots-mondzorg.png230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-02-06 09:00:292024-01-31 10:52:12Gebruik van robots in de tandheelkunde - promotieonderzoek
De 2 belangrijkste onderwerpen in de (inter)nationale media zijn sport en sport. De eerste sport is de competitie op zichzelf, het tweede verwijst naar de atleten. De gezondheid van deze atleten is van cruciaal belang voor het welslagen van de competitie. Daaraan worden dan ook de nodige centen uitgegeven want verlies aan inzetbaarheid kost bakken geld.
Voor het vieren van de tiende verjaardag van hun bestaan, werd door de EA4SD, de European Association for Sports Dentistry, een twee daags symposium ingericht in Edinburgh, Schotland, in het Murrayfield rugby stadion. Dit was hun derde internationaal symposium. Het eerste ging door in Parijs in 2019, het tweede in Athene in 2012. Met veel internationale sprekers werd de terechte plaats van tandheelkunde in de verzorging van de atleten bepleit en bewezen. Volgens een van de sprekers Dr. Peter Fine van de UCL Eastman Dental school is er nog veel overtuiging nodig en dit bij de verschillende sport disciplines.
Inschatten van kwetsuren
De eerste spreker was als opwarmer bedoeld, een bloemlezing uit het rijke verleden van de teamdokter van het Schots Rugby team. James Robson belichtte de taak van de sportarts die samen met zijn team de kwetsuren moet inschatten en behandelen zodat de speler in ijltempo terug kan spelen, de investering moet namelijk renderen. De getoonde vlugge en soms wonderbaarlijke recuperatie van spelers is werkelijk indrukwekkend: bijvoorbeeld KO na een tackle en binnen de minuut terug de bal in handen en verder spelen of met de speler met gescheurde nier die nog een half uur doorspeelt en na plassen van bloed in paniek slaat. De nazorg van de soms gruwelijke incidenten is in vele gevallen een huzaren stukje. Bij de screening, gewoonlijk jaarlijks, wordt de tandarts ook liefst ingeschakeld.
Dr. Peter Fine beschreef de omstandigheden waarin de controle van het team (ongeveer 25 spelers) in de lokalen van de club op een massagetafel gebeuren, een niet zo ideale positie. De financiële middelen zijn belachelijk laag (toen de spreker 1000£ vroeg voor deze screening zijnde 40£ per speler werd hem dit geweigerd).
Gebrek aan aandacht voor mondzorg
De noodzaak van een goed gebit is geen luxe. Het voortijdig detecteren van problemen voorkomt het beperken of in het geheel niet deelnemen van een atleet aan de competitie. Rekening houden met de financiële investering van de club voor bepaalde spelers in de competitiesport zou dit doorslaggevend moeten zijn. De cijfers welke werden vergaard op verschillende sportevenementen bewijzen het gebrek aan aandacht voor mondzorg. Zo hadden bij de Olympische spelen in Rio 49% van de deelnemers cariës, 42% erosie, 77% gingivitis en 22% periodontitis. Problemen met potentiële negatieve impact op de prestaties werden geschat op 9%. De gemeten cijfers bij andere grote evenementen waren gelijklopend.
Dentale screening
Dr. Amir Pakravan gaf ook een pleidooi voor een dentale screening. De prestaties zullen verbeteren en musculoskeletale problemen kunnen voorkomen worden. Zijn suggesties naar de club tandarts toe is het screenen van de spelers voor het seizoen en bij intake van nieuwe spelers. Deze screening wordt best regelmatig gepland, jaarlijks of zesmaandelijks bij sommige spelers. De EA4SD heeft hiertoe een formulier samengesteld dat een goed hulpmiddel is bij de screening. Hierbij is het voortijdig ontdekken van eetstoornissen evenals het gebruik van teveel suikers in de energiedrankjes, een belangrijk topic voor toelichting bij de betrokken sporter. TMJ problemen en focale infecties, waarover verder meer, moeten in de screening onderzocht worden. Dit alles zal op termijn kosten efficiënt zijn voor de club.
Speeksel als biomarker
Een ander interessante topic was het gebruik van speeksel als biomarker. Dit onderwerp werd gebracht door collega Rachiotis Christos. Het gebruik van speeksel heeft als voordeel dat het gemakkelijk kan verzameld worden, namelijk pijnvrij en niet invasief, het is een stabiele vloeistof en kan real-time resultaten geven. Het verschil van de testen voor en na training kan ook interessante gegevens opleveren. Een van de substanties van speeksel zijn biomarkers. De biomarkers zijn anorganisch (elektrolyten) en organisch (enzymes, DNA, RNA metabolieten, lipiden, proteïnen, mucines, immunoglobulines, steroïden en niet-steroidale hormonen, creatine, glucose, drugs en de metabolieten en microorganismen). Na een sportprestatie zullen de Na, HCO, Ca en Cl hoeveelheden gestegen zijn evenals catecholamines, a-amylase, lactase en cysteïnes. Orale peroxides en nitraat oxides zullen gestegen zijn bij beginners. Andere gegevens zijn bij overtraining de hoeveelheden cortisol, lactase en testosterone die afgeweken zijn. De stijging van microRNA’s wijst op een hersenschudding.
Relatie tussen prestatie en tandheelkunde
Een andere interessante topic handelde over relatie tussen prestatie en tandheelkunde (performance dentistry). Hier werd vanuit een normale prestatie uitgegaan om dan naar verminderde prestaties te wijzen en hun tandheelkundige oorzaak. Hieraan verhelpen leidt tot normale prestaties. Dit is zorgen voor pijnverlichting, het verzekeren van een goede mondgezondheid en het voorkomen en behandelen van oro-faciale traumas. Het verbeteren van prestatie door tandheelkundige behandelingen is het andere aspect: dit kan door de kaakpositie te optimaliseren, de occlusie te optimaliseren, de ademhaling vrij te maken. Dit is een controversieel onderwerp, de meningen en bewijzen zijn niet unisono.
Endodontie
Het onderwerp endodontie werd toegelicht door prof. Marc Engels-Deutsch van de universiteit van Lorraine. Na een wat lang uitgevallen verhaal met algemeenheden welke elke tandarts minimaal dient te weten kwamen focale infecties ter sprake. Het verband tussen een chronische apicale ontsteking en ontstekingsverschijnselen in andere organen, relatie tussen apicale periodontitis en metabolische syndromen, dit is een cluster van symptomen die samen optreden met een verhoogd risico op hartinfarct, beroerte en diabetes type 2. Dit alles werd aangetoond in studies.
Bacteremie
Evenals de problematiek van bacteremie na 1 minuut na een extracties (100%), parodontale behandelingen (70%) en endodontie (20%) welke kan leiden tot complicaties. Zo werd onder andere bij reumatoïde artritis de aanwezigheid van rRNA van 49 verschillende bacteriën in het gewrichtsweefsel vastgesteld. Chronische apicale parodontitis medieerde de hoge expressie van cytokines en induceerde de initiële ontstekingsreactie in de aorta door het niveau van inflammatoire cytokines te beïnvloeden (Chen et all, 2021 Clin Oral Investig. 2021 Jun). Apicale parodontitis verhoogt de bloedserumspiegels van CRP, IL-2 en IL 6, waardoor omkeerbare veranderingen in de aortaboog, het myocardium, de milt en de lever ontstaan, dit bij een studie op ratten. (Zhang et all, 2016). Alhoewel het niveau van bewijskracht voor de relatie tussen apicale periodontitis en systeem ziekten over het algemeen als laag wordt beschouwd door bepaalde auteurs, verdient het wel verder onderzoek.
Mondbeschermers
Het gebruik van mondbeschermers was een belangrijk onderwerp van veel sprekers. Hier werden vele aspecten en theorieën verkondigd. Enkele van de te onthouden aspecten: de mondbeschermers moeten wel custom made zijn voor een adequate bescherming. Bij inspanningen die gepaard gaan met klemmen blijkt de mondbeschermer een grotere kracht op te leveren, dus betere prestaties. Dit werd aangetoond met een gewichtheffer die vlotter het gewicht omhoog kreeg. Er werd een cijfer van 10% verhoging van de bovenlichaam kracht en 12% voor het onderlichaam kracht en zelfs een elimineren van Hamstring blessures. Het gebruik van een op maat gemaakte mondbeschermer kan de ademhaling bevorderen doch de maximale aerobe kracht (VO2max) is statistisch niet verbeterd (studie 2021 bij jeugd boksers). Hier was de conclusie evenwel dat het prestatie verbeterend werkt aangezien het niet een prestatievermindering teweeg brengt.! Wie bedenkt dit?
Het verbeteren van de houding door het stabiliseren en mogelijk corrigeren van de beetrelatie, zou leiden tot betere prestaties. waarover evenwel veel discussie bestaat. Het is aangetoond dat het op elkaar klemmen van tanden de spieractiviteit op afstand en de gewrichtsfixatie in het hele lichaam verbetert. Het klemmen kan helpen het evenwicht te bewaren, de systemische functie te verbeteren en de veiligheid te vergroten. Het fixeren van het hoofd is ook verbeterd.
Posturologie
Posturologie was ook een item in dit tweedaags symposium. De elementaire vraag die hierbij gesteld wordt is of het lichaam samengesteld is uit 600 spieren of juist één spier die verpakt zit in 600 facia zakjes. Dit onderwerp is te complex om in één paragraafje uit te leggen. Maar de discussie is zeker het voeren waard.
De brug tussen lichaam en mond werd door collega Eider Unamuno uit Spanje uitgebreid toegelicht. De relatie van prestatie bij sport en in het bijzonder topsporters en tandheelkunde kan niet miskend worden, niet alleen op financieel vlak door het kunnen missen van evenementen maar ook door het mogelijk minder presteren en zelfs groter risico op letsel. Een interessante topic waar veel tandheelkundige deelgebieden aan bod komen.
Dit symposium kan u als een voorproefje zien van het geplande symposium in april 2024 te Gent. Dit gaat door in samenwerkend verband van de Vlaamse Wetenschappelijke Vereniging voor Tandheellkunde, het Universitair Ziekenhuis te Gent, meer bepaald de afdeling Fysische Geneeskunde en het Sportsinjurylab uit Nederland. Alle informatie hierover leest u op de website van de VWVT: www.vwvt.be
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/12/Symposiumverslag-3rd-edition-of-the-International-Sports-Dentistry-Symposium-Edinburgh.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-01-29 13:22:282024-01-29 14:11:16Symposiumverslag: 3rd edition of the International Sports Dentistry Symposium, Edinburgh
Stijn van Merendonk kreeg duidelijk de lachers op zijn hand tijdens zijn presentatie op het NVM-congres over Motivational Interviewing. Ondanks dat dit behoorlijk bekende stof voor mondhygiënisten is, wist hij ze te boeien. Hij gaf tips die goed bleven hangen door zijn voorbeelden uit het dagelijks leven. In dit verslag geven we de praktische inhoud hiervan weer.
Wat zou jij zeggen?
De zorg wordt steeds beter maar zonder gedragsverandering blijven we nergens. Het liefst bereiken we gedragsverandering die lang zal beklijven. Waar let je dan op als je in gesprek gaat? Waar ga je wel en niet op in? Wat triggert en hoeveel invloed heb je überhaupt als zorgprofessional? Bijvoorbeeld in het volgende geval:
Een patiënt heeft een poos geragerd maar is er ook weer mee opgehouden. Wat zeg je dan? De zaal gaf de volgende antwoorden:
“Weer even oppakken.”
“Ik begrijp het, niet iedereen doet het.”
“Waar was je druk mee?”
“Waarom is het verwaterd?”
“Wanneer ging het wel goed?”
“Merk je verschil?”
“Wat goed dat je ze wel een tijdje gebruikt hebt.”
“Probeer ze door het hele huis te leggen.”
“Zet een wekkertje.”
Je bereikt vaak het tegenovergestelde
Vanuit wetenschappelijk onderzoek weten we dat de meeste van deze antwoorden niet echt goed zullen aanslaan. Omdat ze naar alle waarschijnlijkheid behoudtaal zullen ontlokken.
Van Merendonk gebruikt om dit te duiden onder andere de volgende video:
Een jonge dame heeft een lippiercing laten zetten en komt bij de mondhygiënist. Deze mondhygiënist straft het meteen af. “Wat heb je gedaan? Dat heb je toch niet nodig?”, zegt ze en ze gaat door: “ Weet je wel wat er kan gebeuren?” Ze vervolgt door alle nadelen op te noemen. De patiënt besluit vervolgens resoluut om de piercing te houden. Ze verzet zich tegen alles wat haar gezegd werd.
De bezoekers van het congres vinden het beoordelend, belerend en betweterig van deze mondhygiënist. “Op deze manier kom je tegenover elkaar te staan.”, merkt een bezoeker op. Een ander vult haar aan: “Het contact werd slechter in plaats van beter.” Nog een mondhygiënist geeft aan: “De motivatie werd juist kleiner om de piercing uit te nemen.” In de video zien we de mondhygiënist ook recht tegenover de patiënt zitten. In de praktijk zitten we vaak tegenover de patiënt en dat is meteen eigenlijk al de positie om ook letterlijk tegen over elkaar te gaan staan. We kunnen beter naast elkaar gaan zitten.
Als toevoeging op dit alles vat Van Merendonk het gesprek als volgt samen: De professional ontlokt in dit gesprek vooral veel behoudtaal.
Behoudtaal
Behoudtaal is juist wat we niet zouden moeten ontlokken: hoe meer iemand dit zichzelf hoort zeggen, hoe meer hij zichzelf motiveert om te blijven staan waar hij staat. Hoe meer behoudtaal je hoort van je patiënt hoe meer je weet dat je de verkeerde kant aan het op motiveren bent. Diegene graaft zichzelf steeds dieper in een kuil. Behoud taal is te herkennen aan : “Ja, maar…” Als je dit hoort dan weet je dat je iemand de verkeerde kant op aan het bewegen bent, want dit betekent eigenlijk “Nee, want…”.
Verandertaal ontlokken
“Wie kan de patiënt het beste overtuigen?”, vraagt de spreker aan de zaal. “Hijzelf.”, werd er in koor geroepen.
De patiënt moet het gezonde gedrag en de redenen hiervan zichzelf horen zeggen, als het ware. Dat heeft namelijk een hele sterke voorspellende waarde. Dus deze verandertaal moeten we zien te ontlokken. Als we in een discussie belanden dan werkt dat averechts. Hoge weerstand is gerelateerd aan laag niveau van gedragsverandering. De relatie met de zorgverlener is hierbij heel belangrijk. Als iemand je niet mag dan zal hij minder van je aannemen.
Dus vraag ook niet waarom iemand geen gezond gedrag zou willen vertonen maar waarom juist wel.
Het gaat ook niet alleen om wat iemand zegt maar om wat hij denkt. Dus wat voel je bij wat diegene zegt?
We kunnen niet iemand veranderen qua gedrag maar we kunnen wel bepaalde taal ontlokken. Als we ontlokken dat iemand zijn of haar motivatie verwoordt aan een professional is de kans veel groter dat iemand (in de toekomst/langduriger) zijn of haar gedrag gaat veranderen.
Dus vraag daarom ook niet naar redenen om niet tot actie te komen maar waarom juist wel.
Vraag bijvoorbeeld: Misschien merk je het bij je zelf ook wel?
Als iemand tegen jou zegt; “ik weet wat goed voor je is, en ik zal je eens vertellen waarom je moet veranderen”, dan komt er bij jezelf vaak ook een stemmetje in je hoofd die de discussie wil aangaan en de neiging heeft om uit te leggen waarom je juist niet hoeft te veranderen. Als wij de voordelen van veranderen gaan opnoemen, sta dan niet raar te kijken als de ander juist de nadelen gaat opnoemen. In gesprekken treedt zo dus wel verandertaal op maar vaak uit jouw mond in plaats vanuit de mond van je patiënt.
Mensen willen wel veranderen maar willen niet veranderd worden.
Wij moeten niet die enthousiaste verkoper zijn die je vast wel kent als je een kledingwinkel binnenwandelt want dat kan juist afstoten. “Nee, ik kijk alleen even…”, en vervolgens hol je de winkel uit. Zeker bij pubers werkt dit zo. Als je een puber wil veranderen dan gaat hij echt tegenwerken en hij zal dit ook zeker niet verbloemen.
Kleuren maar?
Wat wij maar al te graag doen is de plak kleuren. Dat kan werken en toch moet je er ook mee uitkijken. Zo disclosen we graag en maken we het hele gebit paars. Voor sommige patiënten kan dit een helpende trigger zijn, en tegelijkertijd is het ook confronterend. Dat zorgt er voor dat bij veel patiënten er instinctief een tegenreactie plaatsvindt. Iemand gaat nadenken over tegen argumenten (lees: behoudtaal). Overigens spreken veel patiënten dit meestal niet uit naar een professional, maar het is er dus wel.
Ambivalentie
Het volgende thema wat hij aansneed was ambivalentie. Ambivalentie betekent dat iemand niet totaal ongemotiveerd is maar diegene ziet zowel voordelen om niet te veranderen als nadelen om wel te veranderen. Je herkent zelf vast wel dat je je ’s ochtends vroeg voorneemt om gezond te eten en dat je jezelf in de avond achter een zak chips terugvindt. Dus je wil het een en je doet het ander. We moeten voorkomen dat we in ons verbeterreflex schieten als iemand zijn ambivalentie laat zien. Ambivalentie is namelijk toch al een stap de goede richting op. Geef juist begrip want dan geeft de ander begrip terug.
De oplossing
Dus…Hoe ontlok je nou echt verandertaal in het voorbeeld van de ragers? Door de ander aan zijn doel te herinneren.
Vraag niet waar het mis ging, want dan lok je juist behoudtaal uit. Als je vraagt hoe hij er zelf voor kan zorgen dat hij het weer oppakt, dan ga je te snel – omdat dit niks met de motivatie doet. Ook als je een compliment geeft over dat diegene het wel een tijdje heeft volgehouden, geef je eigenlijk je eigen mening. Wat het beste werkt om motivatie te laten toenoemen is om de verandertaal te herkennen in uitspraken van een patiënt en daarop door te vragen. Bijvoorbeeld::
Ik was ooit begonnen met rageren (= verandertaal)
En daar een open vraag op te stellen. Bijvoorbeeld:
Vanwaar dat u was gaan rageren?
Wat zou het u mogelijk opleveren als u het langer zou volhouden?
Hoe belangrijk zijn de effecten voor u?
Dit zijn open vragen op de motivatie. Als een patiënt van jou hoort dat hij niet persé iets hoeft te veranderen, krijg je veel meer nuances te horen en minder sociaal wenselijke antwoorden. En kun je eerder tot de kern komen: waarom zou de patiënt zelf willen veranderen?
Vijf Factoren
Naast dat we redenen en wensen nodig hebben om te veranderen, moeten we het ook nog kunnen. Niet alleen dat maar we moeten, maar ook dat we zelf weten dat we het in ons hebben. Dus er moet zekerheid zijn en het moet gevoeld worden door je patiënt dat tot actie overgaan werkelijk mogelijk is.
Het gaat dan niet alleen om de mogelijkheid hebben maar ook het vertrouwen hebben dat het ons gaat lukken.
Tenslotte speelt de ‘noodzaak’ (om nú te veranderen) een rol. Moet ik nú starten met een verandering of is over een paar weken ook oké?
Als één van deze factoren ontbreekt, is de kans op lange termijn gedragsverandering heel klein. Alle vijf factoren zijn belangrijk. Dus check ze allemaal af om te bekijken waar je je gesprek start. Het is dus goed mogelijk dat als je een factor hebt gecheckt en opgelost en dat je er nog een paar te gaan hebt voordat je patiënt echt echt echt elke dag gaat rageren. Heel uitdagend dus maar zeker niet onmogelijk als je maar leert hoe.
Op 15 december 2023 werd er een nieuwe richtlijn om chronische kaakpijn te behandelen gepubliceerd in BMJ. Van de bijna 60 beschikbare interventies waren slechts enkele het meest effectief.
Temporomandibulaire aandoeningen
Temporomandibulaire (TMD) aandoeningen zijn een veel voorkomende oorzaak van chronische pijn in het lichaam. TMD aandoeningen zijn een groep aandoeningen die de kauwspieren, het kaakgewricht en bijbehorende structuren kunnen aantasten. Op dit moment zijn er verschillende behandelopties beschikbaar voor patiënten met TMD-klachten, echter is de effectiviteit hiervan onzeker. 95% van de volwassenen wereldwijd heeft last van chronische kaakpijn. Er is een hogere prevalentie van TMD-klachten bij vrouwen dan bij mannen.
Studie
Deze studie richt zich op de behandeling van TMD-aandoeningen. Met behulp van klinische experts zoals onder andere tandartsen, een kaakchirurg, een orofaciale pijntherapeut en drie patiënten met chronische TMD-pijn, werden de meeste effectieve interventies bepaald. Er is gebleken dat cognitieve gedragstherapie samen met biofeedback of ontspanningstherapie en daarbij door de therapeut ondersteunde kaakmobilisatie en handmatig triggerpointtherapie één van de meest effectieve interventie is voor de verlichting van pijn.
De minst effectieve behandeling waren capsaïcinecrème, biofeedback, NSAID’s + steroïden en steroïde-injecties volgens de auteurs.
Discussie
Het onderzoek had echter enkele beperkingen, bijvoorbeeld het feit dat bij de meeste onderzoeken patiënten met aanhoudende kaakpijn in combinatie met psychische aandoeningen of reumatoïde artritis werden uitgesloten.
Conclusie
Uit het onderzoek blijkt dat interventies die coping bevorderen en ook beweging en activiteit aanmoedigen het meest effectief zijn voor het verminderen van chronische TMD-pijn.
Op websites van beroepsverenigingen, aanverwante organisaties en praktijken binnen de mondzorg worden vele adviezen gegeven over mondzorg. Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven schreef haar expert opinion hierover en deze is gepubliceerd in IJOH. Wat betekent ‘goed’ tandenpoetsen? Wil je alle mogelijke en eventuele belemmerde factoren in ogenschouw nemen, dan is een benadering van optimale mondverzorging volgens haar beter.
Als expert of scientific consultant word ik wel eens gevraagd om mijn mening/opinie of advies te geven. Een expert opinion is te omschrijven als een wetenschappelijk onderbouwde argumentatie ten aanzien van een onderwerp, vraag, of discussie.
Adviezenmondzorg
Op websites van beroepsverenigingen, aanverwante organisaties en praktijken binnen de mondzorg worden vele adviezen gegeven. Online laat de mondhygiënisten beroepsvereniging weten dat ”je met de verzorging van het gebit niet vroeg genoeg kunt beginnen. Al vanaf het eerste babytandje is het van belang om goed te poetsen. Bij kinderen gebeurt er immers een hoop in hun mond: doorkomende melktanden, wisselende tanden en misschien wel een beugel. Onaangename problemen zoals tandpijn, kiespijn, gaatjes of tanderosie wil je natuurlijk niet voor je kind.”
Gedrag aanleren vanuit psychologisch perspectief
Vanuit psychologisch perspectief beschouwend is gedrag aanleren ingewikkeld en gedrag aanpassen of veranderen moeilijk en per definitie complex. Tandenpoetsen is een gewoontegedrag en het poetsen van babytandjes kan voor ouders en verzorgers nog meer een uitdaging zijn. Want wat betekent ‘goed’ tandenpoetsen? Wil je alle mogelijke en eventuele belemmerde factoren in ogenschouw nemen, dan is een benadering van optimale mondverzorging volgens mij beter, omdat individuele en context factoren belangrijk en bepalend zijn bij gedragsverandering.
Optimale mondzorg
Onder optimale mondzorg kan de meest gunstige zorg voor de cliënt/patiënt worden verstaan en is te duiden als concrete en persoonsgerichte zorg, waarbij gezondheidsfocus belangrijker is dan de ‘ziekte’, binnen de mondzorg bijvoorbeeld beginnende cariës. Vanzelfsprekend is deze zorg veilig, wordt optimale zorg op het juiste moment geboden en is deze zorg afgestemd op wat de persoon nodig heeft. Bovendien is deze zorg effectief en doelmatig, wat respectievelijk inhoudt dat het een goed resultaat heeft en het niet te duur is. Kortom, optimale mondzorg dient beschikbaar én betaalbaar te zijn voor iedereen die het nodig heeft.
Let wel: bij deze zorgaanpak is het van belang dat de professie een aantal zaken scherp op het netvlies houdt:
Hanteer heldere besluitvorming met de cliënt/patiënt,
Kijk kritisch naar het eigen functioneren,
Stel jezelf aanspreekbaar op en durf collega’s aan te spreken (feedback ontvangen en geven),
Stimuleer intensieve samenwerking tussen zorgverleners,
Wees kritisch op standpunten van de eigen beroepsgroep en neem maatschappelijke verantwoordelijkheid.
Door:
Dr. Yvonne Buunk-Werkhoven, sociaal psycholoog en mondhygiënist. Zij promoveerde in 2010 op ‘tandenpoetsen’ en werd uitgenodigd om een ‘expert opinion’ te schrijven.
Op 6 november 2023 lanceerden NVM-mondhygiënisten de najaarscampagne #nietoké. Met deze campagne vroegen zij opnieuw aandacht voor de preventieve mondzorg bij kinderen en jongeren, net als in de Week van de Mondhygiënist 2023.
De campagne was vorig jaar volledig online. Er waren twee advertentiegroepen: ouders met kinderen tussen 0-12 jaar en jongeren tussen 12-18 jaar. De advertenties gericht op ouders zijn ingezet op Facebook en Instagram en die voor jongeren op Snapchat en TikTok.
Met name ouders met jonge kinderen (0-2 jaar) klikten vaker door op advertentie
Over het algemeen presteerden de advertenties op alle kanalen opvallend goed. Dit betekent dat in verhouding tot het bereik er ook vaak werd doorgeklikt op de advertentie. De beroepsvereniging bereikte hiermee meer dan 11 miljoen mensen. Daarnaast is het opvallend dat met name ouders met jongere kinderen (0-2 jaar) gemiddeld vaker op de advertentie klikten. De advertentie speelt dus goed in op de beleving en de behoefte van deze groep.
Snapchat en TikTok
Op Snapchat was het bereik het grootst met meer dan 9 miljoen views! Dit is 79% van de totale aantal views van de campagne. Op de tweede plek volgt, met bijna 1 miljoen views, TikTok. We kijken dus terug op een zeer succesvolle najaarscampagne 2023.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/01/Najaarscampagne-NVM-mondhygienisten-2023-meer-dan-11-miljoen-keer-gezien.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-01-17 17:07:212024-01-17 17:22:45Najaarscampagne NVM-mondhygiënisten 2023 meer dan 11 miljoen keer gezien
Tandarts Arend van den Akker kan zich niet meer voorstellen dat hij zonder scanner zou werken. De keuze om direct of indirect te gaan restaureren is door de komst van intra-orale scanners soms moeilijker geworden. De goede kwaliteit en efficiency van moderne scanners ten opzichte van de conventionele afdruk maken de keuze er niet makkelijker op. Verslag van zijn lezing.
Tandarts Arend van den Akker kan zich niet meer voorstellen dat hij zonder scanner zou werken. Hij hoopt iedereen aan het scannen te krijgen.
Intra-oral scanning en ‘single visit dentistry’ bieden hem enorme voordelen in de praktijk. De artificiële intelligentie is perfect, met een intra-orale scanner heb je de mogelijkheid om chairside te werken. Met deze technieken kun je heel veel doen, één van de mogelijkheden is bijvoorbeeld dat een kroon in één bezoek klaar kan zijn. Patiënten hoeven niet enkele weken te wachten tot de kroon klaar is. De anatomie van een kroon is eenvoudiger, maar functioneel en esthetisch. Arend van den Akker werkt al sinds 2006 volledig digitaal en weet niet anders meer. Hij hoeft geen noodkroon meer te maken en het scannen is ook erg prettig voor patiënten die last hebben van kokhalzen. Groot voordeel is dat je direct je fouten ziet en je het lab gewoon naar de praktijk kunt halen. Het is zelfs mogelijk 3-delige bruggen van Zirkonia in één dag te maken.
Voordelen scannen en ‘single visit dentistry’ voor het team
– Tijdbesparend
– Voorspelbaarder werken
– Meer controle over het proces
– Economisch gunstig
Nadelen
De leercurve en het vergt een aanpassing van de workflow.
Labside dentistry
Er zijn casussen die nog niet volledig chairside kunnen. In dat geval is het altijd mogelijk om met het laboratorium samen te werken, ook wel ‘Labside Dentistry’ genoemd.
– Extra eisen aan esthetiek
– Kronen bruggen welke worden opgebakken
– Complexe combinatiewerkstukken
– Implantaatbruggen
Door werken met het Sirona Connect portaal, worden de files naar het laboratorium verstuurd. Nadeel van een omzetting naar STL is wel het verlies van kleur en outline. Hierdoor is wel een verbinding naar ieder lab mogelijk.
Wat je ook maakt, een kroon, een (partiële) prothese, een frame, een splint:
‘’Het past als een speer’’ is de ervaring van Arend van den Akker.
Efficiënter werken
Digitaal werken geeft de mogelijkheid veel efficiënter te werken. Al gebruikt nu nog maar circa 15% van de tandartsen digitale afdruktechnieken. De ontwikkelingen gaan erg hard, de Primescan werkt met een Full arch nauwkeurigheid van 30 mu. Ter vergelijking: een mensenhaar is 50 mu. Het is een kwestie van tijd voordat de conventionele afdruktechnieken verdwijnen. De nauwkeurigheid is inmiddels voldoende om succes te garanderen in het klinisch proces.
Door de combinatie van een T-scan en een intra-orale scanner heb je de mogelijkheid de occlusie te vergelijken met de scan die je hebt gemaakt.
One-day implantologie kronen zijn met name geschikt voor tissuelevel implantaten. Voor bonelevel implantaten is het nog een ander verhaal. De kroon op het implantaat kan wel in huis gemaakt worden en met Atlantis Abutment Solutions is alles online te regelen.
CBCT meets Intra-Oral scan
Door de beelden van de CBCT-scan en intra-orale scan te combineren, zijn er veel mogelijkheden voor de implantologie en endodontologie. Ook voor de orthodontie, daar kan door de combinatie van CBCT en IO scanning de planning en behandelingen veel meer informatie bieden.
Bij de behandelmethode Align Bleach Bond, zet je de tanden eerst recht met aligners. Dan kun je de mallen gebruiken voor het bleken en als laatste stap volgt het restauratieve werk. Door deze methode kun je minimaal invasief werken, want door orthodontie voorkom je onnodig beslijpen. En de digitale planning met Smile Design is hiervoor onmisbaar en wordt er facial driven gewerkt.
Arend van den Akker studeerde tandheelkunde aan de Universiteit van Amsterdam van 1979 tot 1984. Na zijn afstuderen werd hij tandarts bij de Koninklijke Marine en daarna algemeen practicus bij Tandartspraktijk Berkenstraat in Alphen aan den Rijn met een speciale voorliefde voor de prothetische- en esthetische tandheelkunde. In 2009 verhuisde hij met zijn praktijk (inmiddels mede een verwijspraktijk voor esthetische tandheelkunde) naar Gezondheidscentrum Vitalis in Alphen aan de Rijn. Naast zijn werk als tandarts schrijft hij artikelen en is hij opinion-leader voor (inter)nationale organisaties gericht op esthetische tandheelkunde. Arend is lid van de DAED, is ISCD Certified CEREC Trainer en geeft diverse cursussen over prothetische en esthetische tandheelkunde in binnen- en buitenland.
Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Arend van den Akker tijdens het congres Restauraties.nu van Bureau Kalker.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2022/10/Direct-of-indirect-restaureren-de-keuze-is-niet-altijd-zwartwit.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-01-15 13:19:252024-01-15 15:07:36Direct of indirect restaureren: de keuze is niet altijd zwart/wit
Tijdens de IFDH Global Oral Health Summit hield Corrie Jongbloed-Zoet een lezing over de toegankelijkheid van mondzorg. In veel landen is mondzorg niet toegankelijk of niet bereikbaar of onbetaalbaar. Zij riep mondzorgprofessionals daarom op het belang van mondgezondheid onder de aandacht te brengen bij politici.
Corrie Jongbloed-Zoet was president-elect, vice president en president van de International Federation of Dental Hygienists (IFDH) van 2013 tot 2022. Daarvoor was zij voorzitter van NVM-Mondhygiënisten. Lees hieronder een verslag van haar lezing.
Volgens het Draft Global Oral Health Action Plan van de WHO, blijkt dat de helft van de wereldbevolking lijdt aan een van de meeste voorkomende mondziektes zoals;
Cariës
Gingivitis
Tandverlies
Tandtrauma
Mondkanker
Al deze ziektes zijn of te voorkomen of behandelbaar in een vroeg stadium. Dit resulteert tegelijkertijd ook weer in een grote uitdaging, want om al deze problemen op te kunnen lossen of op zijn minst te kunnen verminderen of te voorkomen moeten er kosten gemaakt worden en meer zorgverleners worden ingezet. Niet iedereen of elke overheid kan het zich veroorloven om deze kosten te maken: de financieel kwetsbaren zijn hier uiteindelijk de dupe van.
Bewustzijn creëren
Om iets te kunnen veranderen is het belangrijk om politici bewust te maken van het probleem. Het is essentieel om daarom de belangrijkste feiten te kennen.
Wereldwijd worden 3,5 miljoen mensen getroffen door mondziektes.
Daarvan hebben 2,3 miljard mensen onbehandelde cariës in permanente tanden.
Ruim 530 miljoen kinderen lijden aan onbehandelde cariës in hun melktanden.
Niet alleen op het gebied van mondziektes zijn de cijfers dramatisch maar ook op economisch gebied.
Publieke en private uitgaven voor mondgezondheidszorg hebben wereldwijd naar schatting 387 miljard dollar per jaar bereikt met een zeer ongelijke verdeling over regio’s en landen.
Voor Europa bedragen de directe kosten van mondziektes 100 miljard per jaar, met 57 miljard euro aan productiviteitsverlies.
Het is schokkend dat de mondgezondheidsproblemen wereldwijd op de tweede plaats staan in de lijst van kosten voor gezondheidszorg. Ze komen zelfs nog voor de kosten van de behandeling voor kanker.
Al deze cijfers zijn gebaseerd op de wereldwijde situatie, maar om als beleidsmaker echt goed na te kunnen denken over mogelijke strategieën en oplossingen is het belangrijk om de situatie in het eigen land of regio te kennen.
Het overtuigen van de beleidsmakers en politici
Naast bewustwording van het probleem is het ook belangrijk om het belang van mondgezondheid te benoemen. Veel mensen onderschatten het feit dat mondziektes in nauwe verbinding staan met de algehele gezondheid.
Een goede mondgezondheid is van fundamenteel belang voor ons vermogen om te kunnen ademen, te praten en te eten.
Mondziektes veroorzaken pijn, ongemak, productiviteitsverlies, misvorming en in het ergste geval de dood.
Daarnaast houden mondziekten verband met de algemene gezondheid en worden veroorzaakt door een reeks gemeenschappelijke risicofactoren. Denk hierbij aan tabaksgebruik, alcoholgebruik, ongezond eten en drinken, obesitas. En al deze risicofactoren zijn gelinkt aan andere medische aandoeningen of niet-overdraagbare ziekten zoals diabetes, kanker, chronische luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten of psychische stoornissen.
In de video hieronder vertelt dr. Benoit Varenne, dental officer van de WHO, over het belang van mondgezondheid.
Argumenten
Om beleidsmakers en politici te overtuigen kunnen de voordelen van een goede mondgezondheid en een goede algemene gezondheid benadrukt worden en kunnen sterke argumenten gebruikt worden zoals:
Wijzigen van het verzekeringssysteem: met opname van mondzorg in de verzekering
Vrije toegankelijkheid voor mondhygiënisten, preventieve mondzorg
Meer aandacht voor primaire preventie en preventieve mondzorg
Een update of uitbreiding van het curriculum van de mondhygiënistenopleiding
Implementatie van preventiemaatregelen op scholen en in bedrijven
Een preventieprogramma voor een minderheidsgroep in de samenleving
Verlaging van de belasting op fluoridetandpasta en tandenborstels
Verhoging van belasting op suiker en suikerhoudende dranken
Integratie van mondgezondheid in de algemene gezondheidszorgEnz.
“Er zijn zoveel mogelijkheden om bij te dragen aan een betere mondgezondheid. Op grote of kleinere schaal, het maakt niet uit. Alle maatregelen kunnen bijdragen aan het wereldwijd verbeteren van de mondgezondheid”, zei Jongbloed.
“Alle lidstaten van de WHO hebben overeenstemming bereikt over de mondiale strategie voor mondgezondheid. Ze waren het er allemaal over eens dat de mondgezondheid moet worden geïntegreerd in het nationale gezondheidszorgbeleid, waarbij de focus wordt verlegd van curatieve naar preventieve mondzorg.”
Jongbloed is van mening is dat we de focus meer op de preventieve mondzorg moeten leggen. Mondhygiënisten kunnen daarbij een belangrijke rol spelen. Want voorkomen is beter dan genezen en preventie beter dan curatie!
Verslag van de lezing van Corrie Jongbloed-Zoet tijdens de IFDH Global Oral Health Summit.
De IFDH is een internationale niet-gouvernementele organisatie zonder politieke, raciale of religieuze banden. Het is opgericht en geregistreerd in de Verenigde Staten als een non-profitorganisatie. Het verenigt mondhygiëneverenigingen van over de hele wereld in hun gemeenschappelijke doel: het bevorderen van de mondgezondheid.
https://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2023/12/corrie-jongbloed.jpg230400Redactiehttps://www.dentalinfo.nl/wp-content/uploads/2024/06/Logo-Dental-info-wit-2.svgRedactie2024-01-12 12:08:082024-02-01 08:56:04"Breng het belang van mondgezondheid onder de aandacht van de politiek”
Voor een optimale gebruikerservaring maakt dental INFO gebruik van cookies. Als u deze site blijft gebruiken, gaat u akkoord met het gebruik van cookies.