Prinsjesdag 2021 – wat is van belang voor de praktijkhouder / zelfstandige mondzorgprofessional?

Prinsjesdag 2021 wat is van belang voor de praktijkhouder

Op 21 september jongstleden werden de Miljoenennota en de Rijksbegroting 2022 door de minister van Financiën aangeboden aan de Tweede Kamer. Zoals verwacht was de inhoud van de stukken weinig verrassend. In dit artikel zullen we enkele punten belichten die voor u als praktijkhouder / zelfstandig mondzorgprofessional van belang kunnen zijn.

Auto van de zaak

Zoals algemeen bekend, geldt er een fiscale bijtelling voor de auto van de zaak indien er op jaarbasis meer dan 500 privé kilometers worden gereden. Het algemene bijtellingspercentage bedraagt sinds enkele jaren 22%. Voor de elektrische auto geldt een korting op het bijtellingspercentage. In 2021 bedraagt deze korting 10% over een cataloguswaarde tot en met € 40.000. Over het meerdere is het bijtellingspercentage van 22% van toepassing. Voor een elektrische auto met een cataloguswaarde van € 50.000 bedraagt de bijtelling in 2021 dus € 7.000, zijnde € 40.000 x 12% (22% – korting 10%) + € 10.000 x 22%.

In 2022 wordt de korting afgebouwd van 10% naar 6%, en wordt tevens het maximale bedrag waarover de korting wordt berekend verlaagd van € 40.000 naar € 35.000. Voor een elektrische auto met een cataloguswaarde van € 50.000 bedraagt de bijtelling in 2022 dus € 8.900, zijnde € 35.000 x 16% + € 15.000 x 22%.

Vanaf 2023 zal het bedrag waarover de korting wordt berekend nogmaals met € 5.000 worden verlaagd tot een bedrag van € 30.000. Het kortingspercentage blijft in 2023 wel 6%. Voor een elektrische auto met een cataloguswaarde van € 50.000 bedraagt de bijtelling in 2023 dus € 9.200, zijnde € 30.000 x 16% + € 20.000 x 22%.

Bepalend voor het bijtellingspercentage is de datum eerste toelating van de auto. Vindt de eerste toelating plaats in 2021, dan is voor een periode van 60 maanden het bijtellingspercentage zoals dat geldt in 2021 van toepassing op de auto. Na die 60 maanden wordt het bijtellingspercentage opnieuw bepaald op basis van de op dat moment geldende wetgeving. Bent u voornemens om een nieuwe elektrische auto aan te schaffen, dan kunt u met het oog op de verhoging van de bijtelling een aanzienlijke besparing realiseren door de auto nog in 2021 op kenteken te laten zetten.

Verhoging milieu-investeringsaftrek

Investeert u in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen? Bekijk dan goed of deze investering in aanmerking komt voor de milieu-investeringsaftrek (MIA). Dit is, afhankelijk van uw rechtsvorm, een extra aftrekpost in de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. De percentages van de MIA worden in 2022 verhoogd van 13,5%, 27% en 36% naar respectievelijk 27%, 36% en 45%. Afhankelijk van het soort bedrijfsmiddel kan er een maximumbedrag van toepassing zijn dat in aanmerking komt voor de MIA. De milieulijst met kwalificerende bedrijfsmiddelen wordt jaarlijks opgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Een voorbeeld van een kwalificerend bedrijfsmiddel waar in de praktijk veel gebruik van wordt gemaakt is wederom de elektrische auto. Belangrijk aandachtspunt is wel dat er alleen aanspraak kan worden gemaakt op de MIA indien de investering binnen 3 maanden na het aangaan van de investeringsverplichting is gemeld bij RVO.

Thuiswerkvergoeding

Er wordt een gerichte vrijstelling voor het vergoeden van thuiswerkkosten voorgesteld van € 2 per thuiswerkdag. Omdat er sprake is van een gerichte vrijstelling is deze vergoeding belastingvrij, en komt deze ook niet ten laste van de vrije ruimte in de werkkostenregeling. Deze vrijstelling kan echter niet samenlopen met een vrijgestelde reiskostenvergoeding voor woon-werk verkeer. Wordt er dus een dagdeel thuis gewerkt en het andere dagdeel op de vaste werkplek, dan zal er een keuze gemaakt moeten worden tussen beide.

WKR ruimte

De vrije ruimte in de werkkostenregeling werd begin 2021 verruimd, waardoor de vrije ruimte in 2021 3% over de loonsom tot € 400.000 en 1,18% over de loonsom boven de € 400.000 bedraagt. Deze vrije ruimte kunt u aanwenden voor onbelaste (onkosten)vergoedingen en verstrekkingen aan uw personeel. De verruiming komt per 1 januari 2022 te vervallen. Over de loonsom tot € 400.000 geldt dan weer een vrije ruimte van 1,7%. Breng in het laatste kwartaal van dit jaar dus uw verbruikte vrije ruimte in kaart. Heeft u de vrije ruimte dit jaar nog niet volledig benut, bekijk dan of het mogelijk is om in 2022 geplande vergoedingen/verstrekkingen binnen de vrije ruimte naar voren te halen en deze alvast in 2021 uit te keren of te verstrekken.

WW premie

Sinds de invoering van de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB) is de WW-premie die u via de aangifte loonheffingen afdraagt aan de Belastingdienst afhankelijk van het type arbeidscontract. In basis geldt voor een contract voor onbepaalde tijd, niet zijnde een oproepcontract, de lage premie en voor overige contracten de hoge premie. Het verschil tussen de hoge en lage premie bedraagt circa 5%. Heeft uw werknemer een contract voor onbepaalde tijd waarop de lage WW-premie van toepassing is, maar werkt uw werknemer op jaarbasis minimaal 30% meer dan zijn contracturen, dan moet u alsnog met terugwerkende kracht de hoge WW-premie afdragen. Voor de jaren 2020 en 2021 is deze ‘sanctie’ echter buiten toepassing verklaard als gevolg van de coronapandemie. Vanaf 2022 zal deze herziening wel weer van toepassing zijn. Overigens vindt er geen herziening plaats van de WW-premie indien de werknemer een arbeidscontract heeft van minimaal 35 vaste uren per week. Heeft u een werknemer in dienst op basis van een contract voor onbepaalde tijd met daarin minder dan 35 contracturen, en zal deze werknemer in de toekomst structureel meer dan 30% overwerken? Overweeg dan om deze werknemer meer vaste uren te geven, zodat u achteraf niet wordt geconfronteerd met een herziening van de WW-premie.

Verlenging eerste tariefschrijf vennootschapsbelasting

Een reeds eerder aangekondigde wijziging is het verlengen van de eerste tariefschijf in de vennootschapsbelasting. De eerste tariefschijf wordt per 1 januari 2022 verlengd van € 245.000 naar € 395.000. Over winsten in de eerste tariefschijf is 15% vennootschapsbelasting verschuldigd, over het meerdere geldt een tarief van 25%. Drijft u uw praktijk vanuit een IB-onderneming, bekijk dan nogmaals of u in een BV-structuur niet voordeliger uit bent. Zeker nu de zelfstandigenaftrek in 2022 weer verder zal worden verlaagd, evenals het maximale tarief waartegen deze post aftrekbaar is.

Door:
R.J.L. Bongers RB, mede-eigenaar TOP Fiscaal en Financieel Adviseurs. TOP adviseert diverse ondernemers in de mondzorg op fiscaal en financieel vlak.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen