Checklist

Bent u Arbo-proof? Bekijk de checklist

De overgangsregeling voor de gewijzigde Arbeidsomstandigheden wet (Arbowet) eindigde op 1 juli 2018. Vanaf dat moment moest iedereen aan de verplichtingen voldoen. Onderzoek geeft echter aan dat dit niet het geval is. Velen riskeren hierdoor een forse boete.

Wijzigingen

Op 1 juli 2017 ging de nieuwe Arbowet in. Deze wet benadrukt preventie en betrokkenheid, en verbetert de randvoorwaarden voor het handelen van de bedrijfsarts. De belangrijkste wijzigingen zijn:

• Open spreekuur
• Vrije toegang werkvloer
• Second opinion
• Grotere medewerkersbetrokkenheid
• Duidelijkere rol preventiemedewerker
• Basiscontract arbodienstverlening

Niet op de hoogte

Op 1 juli 2018 verliep de overgangsregeling van de wet: iedereen moet nu aan alle verplichtingen vanuit de Arbowet voldoen. Uit onderzoek van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bleek echter dat onvoldoende MKB’ers hiervan op de hoogte zijn.

ArboNed checklist

ArboNed heeft daarom een checklist ontwikkeld waarin u snel kunt zien of u in voldoende mate geïnformeerd bent en voldoet aan de verplichtingen. Een goed Arbobeleid draagt zowel bij aan het voorkomen van verzuim, als forse boetes.
Bekijk de ArboNed checklist

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Het starten van een eigen mondhygiëne praktijk

Het starten van een eigen mondhygiëne praktijk

”Het starten van een praktijk brengt meer met zich mee dan waar je zo één, twee, drie aan denkt”, zegt Saskia den Hartog, mondhygiënist. Zij startte zo’n achttien jaar geleden een eigen praktijk. “Vraag je eerst af waarom je eigenlijk een vrije vestiging zou willen”, zegt Lieneke Steverink-Jorna. Lees hun ervaringen en adviezen.

Het begin

Lieneke: “Vraag je eerst af waarom je eigenlijk een vrije vestiging zou willen. Zet je doelen op een rijtje en bekijk vervolgens of een vrije vestiging het goede middel is. Wil je het helemaal alleen doen of wil je een maatschap? Misschien wil je zelfs personeel en/of een tandarts in dienst nemen? Bedenk of het wijs is om een forse investering te doen of wil je minder risico lopen?

Je kunt echt een eigen praktijkruimte kopen, maar je kunt ook in een reeds bestaande praktijk een ruimte huren. Als je gewend bent om in loondienst te werken dan is het hele financiële plaatje nieuw voor je. Dus laat je hierover goed informeren.

In een reeds bestaande praktijk huren, kan als voordeel hebben dat de lijntjes korter zijn en dat er al mensen over de vloer komen. Anderzijds kunnen praktijken in de omgeving dan juist een drempel voelen om naar je te verwijzen. Zij lopen dan risico dat hun patiënten uit gemak naar deze tandarts overlopen. Een alternatief is om je te vestigen in het pand van bijvoorbeeld een huisarts, logopedist, consultatiebureau, flex-werkplek of sportschool. Nog een andere optie is om je niet vast te vestigen, maar om een mobiele praktijk te worden. Je komt dan bij mensen aan huis of gaat langs bedrijven en/of scholen.”

Saskia: ”Ik heb als eerste contact gezocht met de VVAA, ze hebben veel kennis over het starten van een eigen onderneming en de contributie bedraagt zo’n 37 euro per jaar”, zegt Saskia den Hartog. Saskia koos ervoor een praktijk te starten aan hun woning. ”Ik wilde graag echt onafhankelijk zijn en ik had ook het idee dat tandartsen makkelijker naar je verwijzen als je vanuit een zelfstandige locatie werkt.”

Lieneke: “Tegenwoordig zijn er meerdere aanbieders die je wat kunnen vertellen over het starten van een praktijk, bijvoorbeeld de cursus bij NVM-educatie. Zij gaan niet alleen in op het financiële aspect, maar ook hoe je je als mondhygienist het beste kunt positioneren.”

Vooronderzoek en begroting

Lieneke: “Voordat je ergens een ruimte wilt kopen of ergens wilt gaan huren, doe je er goed aan om eens in een aantal omgevingen rond te kijken. Waar zit het gat in de markt? Bekijk bijvoorbeeld via Google, of de ledengids van NVM-mondhygiënisten waar de mondhygiënisten dun bezaaid zijn. Misschien kan je zelfs in die buurt peilen of de burgers behoefte hebben aan een mondhygiënist.

Misschien heb je een bepaalde doelgroep in gedachte, zoals kinderen. Het is dan handig dat je je vestigt in een kinderrijke buurt. Op het moment dat je de keuze maakt om je toch te vestigen waar de concurrentie groot is, dan zal je een groot onderscheidend vermogen moeten creëren. Juist dan is het slim om doelgroepgericht te werk te gaan en/of iets heel anders aan te bieden dan andere praktijken. Als je een vestigingsplaats in gedachten hebt, is het goed om de tandartsen in de omgeving te vragen of zij behoefte hebben aan samenwerking. Dit kan bijvoorbeeld via een brief. Het is echter slimmer om je gezicht te laten zien en de praktijken in de buurt in levende lijve te bezoeken. Maak hierbij duidelijk dat je hen niet wilt beconcurreren maar dat je uitgangspunt is om elkaar wederzijds te versterken. Je kunt hierbij streven naar afspraken wanneer er wel en niet wordt verwezen en op welke wijze er met elkaar gecommuniceerd wordt. Naast de samenwerking met de tandarts, kun je ook bouwen aan een goede wederzijdse verwijsrelatie met bijvoorbeeld de diëtist of verloskundige. Vergeet niet bij de gemeente na te vragen of je op die plaats een praktijk mag vestigen.”

Saskia: “Tegelijkertijd heb ik – in samenwerking met de VVAA – een begroting gemaakt. In deze begroting heb ik kosten opgenomen voor de verbouwing, tandheelkundige- en huishoudelijke inrichting, software, drukwerk, huisstijl (logo), automatisering, verzekeringen, kleingoed, handelskrediet (ruimte op je rekening courant) en kantoorartikelen.”

Go / No go

Saskia: “Na het inventariseren van enerzijds de mogelijke verwijzers en concurrentie en anderzijds de begroting komt de ‘Go / No go’: ga je verder met je plan of stop je hiermee? Als je stopt met je plan kun je natuurlijk weer verder zoeken naar een andere locatie en een nieuw financieel plan maken.”Saskia had in deze fase het idee dat het een ‘rond plaatje’ was en besloot door te gaan.

Leren van anderen

Na de keuze van Saskia definitief te gaan starten ging zij kijken bij een aantal vrije vestigingen om ideeën op te doen. De ervaring leerde haar dat andere ondernemers het leuk vinden om hun eigen onderneming te laten zien en dat je hier veel kennis mee opdoet. “Het blijft lekker borrelen in je bovenkamer en het laat je ook niet meer los”, aldus Saskia. Ook ging zij op bezoek bij verschillende dental depots. “Kijk wat je aanspreekt, welke merken voeren ze, wat zijn hun voorwaarden, wat bieden ze op langere termijn, wat doen ze als je een monteur nodig hebt etc. Als je een klik hebt met een dental depot, dan zullen ze meedenken over hoe je je praktijk het beste kunt inrichten. Vraag ook andere mensen naar hun ideeën, bijvoorbeeld een oud-medestudent en wees kritisch: een stoel verplaats je niet even”.

Verbouwen

In de volgende fase krijgt het plan steeds meer vorm. Saskia begon aan de verbouwing en zocht een aannemer. Ook liet ze een technische tekening maken. ‘De ervaring leert dat je goede afspraken moet maken over de bouw en de opleverdatum. Tijdens de verbouwing denk je wel eens ‘waar ben ik aan begonnen’, maar ga ervoor. Niets zo fijn, als je eigen toko.”

Invulling plan

In deze fase zijn er veel dingen die je concreet gaat invullen:

Communicatie

  • Huisstijl (logo)

    Je kunt hiervoor een ontwerpbureau vragen of het zelf regelen met een drukker. Als je met een drukker werkt moet je wel zelf een goed creatief idee in gedachten hebben dat de drukker dan kan uitwerken. Een ontwerpbureau kost iets meer maar je krijgt dan wel meerdere goed uitgewerkte creatieve voorstellen.

  • Drukwerk

    Zoals briefpapier en afspraakkaarten.

  • Website

    Maak je zelf een website of besteed je dit uit? Er zijn diverse bedrijven binnen de tandheelkunde die binnen 24 uur een praktijkwebsite online kunnen zetten.

  • Kleding

    Kies je voor bedrijfskleding met logo of de standaard kleding?

  • Naamsbekendheid bij verwijzers en patiënten

    Enkele ideeën:
    – PR artikel in regionale huis-aan-huis krant
    – Betaalde advertentie in regionale huis-aan-huis krant
    – Verspreiding van een folder via:
    *  (Wachtkamer van) tandartspraktijken
    * Gezondheids- en wijkcentra
    *  Huis-aan-Huis blad

  • Social media

De komst van nieuwe media heeft ervoor gezorgd dat we op een andere manier met elkaar communiceren. Ze bieden je nieuwe mogelijkheden voor communicatie met je patiënt. Lees ook het artikel: Digitale communicatie naar uw patiënt 

Bovenstaande uitingen kun je zelf invullen maar kun je ook uitbesteden. Lieneke verzorgt deze communicatie tegenwoordig ook voor andere mondhygiënisten.

  • Open dag

Vraag jezelf af of de locatie en praktijk hiervoor geschikt is. Als je veel patiënten zonder verwijzing verwacht te behandelen, is een open dag een goede manier om bekendheid aan je praktijk te geven. Nodig andere professionals uit en huur een spreker in.

  • Evenementen

Doe mee aan evenementen in de buurt zoals burendag, een beurs of initiatieven zoals Kidsfabriek of verzorg poetslessen op basisscholen.

Praktijkvoering

  • Tandheelkundig computer programma

    Kies tandheelkundige software voor registratie van behandelingen, boekhouding, declaraties etc.

  • Regel je AGB-code en toegang tot Vecozo

  • Hoe ben je bereikbaar? Neem je zelf de telefoon op of regel je het anders?
  • Agenda

    Digitaal of geschreven? Kunnen patiënten online een afspraak maken?

  • Facturatie

    Hoe laat je de patiënt betalen? De mogelijkheden:
    Contant betalen (pinnen) bij vertrek
    – Factoring: facturatie uitbesteden aan een hierin gespecialiseerde partij
    – Vecozo: digitaal declaren bij zorgverzekeraar
    Via het Elektronisch Declaratie Portaal van Vecozo kunnen zorgverleners hun declaraties indienen, die dan versleuteld via internet naar de betreffende zorgverzekeraars worden gestuurd. Het grote voordeel van het declareren via Vecozo is dat alle declaraties in één keer en op dezelfde manier kunnen worden ingediend.

  • Contracten met verzekeraars

    Weeg voor jezelf af of je wel of geen contract wilt met een zorgverzekeraar.
    Meer informatie kun je krijgen via de beroepsvereniging. Ook de NZa heeft veel informatie hierover.

  • Verzekeringen

    Wat verzeker je wel/niet? Denk bijvoorbeeld aan een verzekering voor:
    – Inboedel en opstal
    – Bedrijfsschadeverzekering
    – Beroepsaansprakelijkheid
    – Arbeidsongeschiktheid
    – Ziektekosten
    – Rechtsbijstand

  • Werving en selectie van personeel

    Door wie laat je dit doen? Hoe ziet je ideale personeel eruit?

Praktijkinrichting

  • Bestelling praktijkinrichting en kleingoed 

Kwaliteit

De start

Eindelijk komt het einde van de voorbereiding in zicht. Je werkt de eerste dag in je eigen praktijk.  “Je zult merken dat het allemaal veel voldoening geeft. Maar ondernemen is ook hard werken en niet stil zitten”, zeg Saskia. “Er komen steeds nieuwe dingen op je af. Contacten onderhouden met verwijzers, jezelf laten zien richting mogelijke patiënten, misschien personeel, het KRM, het BSN, de Uzipas, visitatie, de AVG-wet, materiële inspectie, nieuwe omschrijvingen van tarieven, nieuwe richtlijnen, wat doe ik met kerst aan relatiegeschenken, wat doe ik met die patiënt die boos is over de rekening, personeel dat niet goed werkt, de schoonmaker die steeds te laat komt. Het zijn allemaal zaken waar je niet over nadenkt maar al doende leer je.”

´Eerst voldoende tandheelkundige ervaring opdoen´

Saskia: “Ik heb mijn praktijk inmiddels 18 jaar, ging van één kamer naar twee en heb inmiddels vijf mensen in dienst. Het ondernemen vind ik nog steeds hartstikke leuk en ik leer nog altijd van nieuwe situaties. Wat ik me steeds vaker realiseer is dat de 8 jaar die ik in loondienst gewerkt heb bij een kritische, maar zeer bekwame tandarts, me uiteindelijk hebben gevormd tot de mondhygiënist en ondernemer die ik nu ben. Ik denk ook dat het belangrijk is, voordat je de stap neemt, dat je voldoende ervaring hebt in het tandheelkundig handelen. Ik wens je veel succes voor de toekomst.”

Originele artikel in 2010 geschreven door Saskia den Hartog. Het artikel is in 2019 ge-update, met aanvullingen van Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.

Lees ook:

Voorbehouden behandelingen en opdracht tandarts – mondhygiënist

Voorbehouden handelingen en taakdelegatie: hoe zit het ook alweer

4 tips voor het starten van een eigen tandartspraktijk

Advertorial

Dental Management Toolkit: Protocollen, video’s en tips

Video: Zo werkt de Dental Management Toolkit

Het management van een praktijk vraagt net zo veel passie en gedrevenheid als de uitoefening van uw vak als tandarts of mondhygiënist. Voor veel praktijken is het een uitdaging om het praktijkmanagement – het ‘smeermiddel’ binnen een praktijk – net zo goed uit te voeren als de zorgverlening aan de patiënt. De Dental Management Toolkit helpt u hierbij met protocollen, video’s en tips. Lees meer over Dental Management Toolkit

 

Lees meer over: Ondernemen
tandarts, assistent

Dicht op elkaar samenwerken vergt meer dan alleen een frisse adem

De ideale samenwerking bereiken binnen de tandartspraktijk? Een perfect op elkaar ingespeeld team wat elkaar compleet aanvult? Nooit meer ergernissen of onenigheid binnen de praktijk? De informatie en tips uit dit artikel helpen je in elk geval een eind op weg.

De ideale samenwerking

De ideale samenwerking is er één waarbij alle teamleden elkaar door en door kennen en altijd precies van elkaar weten wat de ander bedoelt. Het team is perfect op elkaar ingespeeld en vult elkaar compleet aan. Er zijn geen onderlinge ergernissen en mocht dat toch eens voorkomen dan wordt dat direct op een nette en rustige manier uitgesproken.

Theoretisch ideaal, in de praktijk niet realistisch en haalbaar. Hoe dit komt? Wij mensen hebben te maken met individuele belangen die niet altijd stroken met het gezamenlijke belang, met emoties en gevoelens, met irritaties en daarnaast zijn we niet altijd even handig in onze (non-verbale) communicatie. Dicht op elkaar samenwerken brengt een aantal risico’s met zich mee. Helemaal als er geen mogelijkheid is om even afstand te nemen op momenten dat bij elkaar in de buurt blijven de sfeer niet bevordert. Niet te doen natuurlijk in de tandartspraktijk…

Geen robots, maar mensen

Stel je eens voor dat er een geheel geautomatiseerde tandartspraktijk bestond, Dental Automatic, met robots in plaats van medewerkers. Alles is zo goed op elkaar afgesteld dat Dental Automatic letterlijk en figuurlijk als een geoliede machine loopt. Geen persoonlijke belangen, gevoelen, irritaties en miscommunicatie. Klinkt ideaal en wellicht zijn er patiënten die erg blij zijn met Dental Automatic.

Wees niet bang, je hoeft niet te vrezen voor de toekomst van jouw baan in de mondzorg. Het overgrote deel van de patiënten zal iets missen: de persoonlijke benadering en dus de “gewone mens”. Toch wel fijn, dat we geen robots zijn! Hoe zorgen we er voor dat wij mensen zo goed mogelijk in een team met elkaar kunnen samenwerken?

Creëer een feedbackcultuur

Helemaal als je zo dicht op elkaar samenwerkt als in de tandartspraktijk, is het van groot belang dat irritaties niet hun eigen leven gaan leiden of opstapelen. Zo snel mogelijk elkaar feedback geven en ergernissen uitspreken dus. Binnen het team dienen duidelijke afspraken te zijn over de manier waarop men elkaar aanspreekt, feedbackregels kunnen hiervoor leidraad zijn.

Belangrijk bij het geven van feedback is het aanspreken op gedrag en niet op de persoon. Houdt het bij dat ene specifieke voorval en maak het concreet. Vertel wat iemands gedrag bij jou oproept en spreek vanuit jezelf, betrek geen anderen erbij. “Bij de laatste behandeling vond ik je veel praten, hierdoor kon ik me lastig concentreren.” komt heel anders bij iemand binnen dan “Jij praat altijd teveel, dat vinden anderen ook”.

Komt jouw feedback goed over? Check of de ander jouw feedback goed heeft begrepen en op de juiste wijze heeft opgevat. Is dat het geval, geef dan aan welk gewenst gedrag je in het vervolg wil zien. Dan weet de ander precies wat je van hem of haar verwacht.

Niet alleen feedback geven is lastig, feedback ontvangen ook. Wist je dat je gevoel feedback iets eerder ontvangt dan dat je hersenen de gesproken tekst kunnen ontvangen? Hierdoor schiet je lijf in eerste instantie automatisch in de verdediging bij het ontvangen van feedback. Dit maakt het goed feedback eerst even te laten bezinken alvorens hierop door te vragen of te reageren.

Voorbeeldfunctie leidinggevenden

De basis voor een goede samenwerking is vertrouwen en veiligheid. In een omgeving waar dit op orde is durven medewerkers elkaar aan te spreken en staan ze meer open om zelf aangesproken te worden. Medewerkers durven fouten te maken en nemen daardoor eerder initiatief. Leidinggevenden hebben hier een grote rol in. Om ervoor te zorgen dat medewerkers op de juiste manier met elkaar omgaan. Elkaar aanspreken en dat ook nog eens op de juiste manier doen. De voorbeeldfunctie van de leidinggevende is groot, want daden zeggen meer dan woorden!

Samenwerking onder de loep, tijd voor elkaar

De tijd nemen om rustig de samenwerking met elkaar onder de loep te nemen is van groot belang. Hoe logisch het ook klinkt, het wordt snel vergeten of niet gedaan vanwege andere prioriteiten.

Binnen een team werken mensen met verschillende persoonlijkheden en eigenschappen die verschillende teamrollen vervullen. Een grote diversiteit hierin zorgt voor een goed functionerend team. Belangrijk is het om hier bij de werving van een nieuw teamlid rekening mee te houden. Men is geneigd iemand aan te nemen die qua persoonlijkheid lijkt op de rest van het team, om samenhorigheid te creëren. Het is echter verstandiger om het tegenovergestelde te doen, iemand aannemen met eigenschappen die in het team nog ontbreken of ondervertegenwoordigd zijn.

Het is goed om binnen een team op de hoogte te zijn van elkaars persoonlijkheden. Hoe beter men elkaar kent, hoe makkelijker het is rekening met elkaar te houden, elkaar te waarderen en de samenwerking op elkaar af te stemmen. Heel zwaar en diepgaand hoeft dit niet te gaan, het is in sommige gevallen zelfs beter de lijken in de kast te laten en vanuit het positieve met elkaar de samenwerking te bekijken. Met elkaar een ontspannen activiteit op zijn tijd doet een team ook altijd goed, vergeet dus dat (half)jaarlijkse teamuitje niet!

Door: Katja Siegers, HR Adviseur, Dental Care Professionals, biedt onder andere HR-ondersteuning op het gebied van samenwerking en teamontwikkeling.

Lees meer over: Management, Ondernemen, Samenwerken, Thema A-Z
Tuchtrecht: tandarts geschorst vanwege onvakkundige behandeling

Tuchtrecht: tandarts geschorst vanwege onvakkundige behandeling

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft een uitspraak gedaan over een klacht tegen een tandarts. De tandarts voerde een behandeling dermate slecht uit dat de patiënt schade aan het gebit opliep. Daarnaast werd er over het algemeen onvakkundig gehandeld. Er is besloten om de tandarts voor zes maanden voorwaardelijk te schorsen.

Situatie

De patiënt schreef zich in 2010 in bij de desbetreffende tandartspraktijk, en was in 2017 nog steeds bij de tandarts toen werd afgesproken dat er zowel in de onder- als bovenkaak diverse kronen en bruggen zouden worden geplaatst. De twijfel van de patiënt over de deskundigheid van de tandarts begon toen het maken van een afdruk voor de definitieve kronen, nadat er al noodkronen waren geplaatst, twee keer mislukte. Om deze reden vroeg de patiënt om een second opinion, waaruit bleek dat het plaatsen van de noodkronen al erg slecht was uitgevoerd. De kronen in de onderkaak toonden een slechte randaansluiting en stoken over de outline van de preparatie. Daarnaast werden er cementresten gevonden en was het tandvlees ontstoken. Ook de kronen in de bovenkaak voldeden niet aan de eisen. Aangezien de patiënt op basis hiervan niet terug wilde naar de tandarts werd er contact opgenomen met een tandtechnicus. Deze concludeerde dat door de behandeling zware biologische schade aan het gebit is toegebracht. De volledige behandeling moet opnieuw worden uitgevoerd.

Klacht

De patiënt heeft de tandarts aangeklaagd vanwege de erg slechte uitvoering van de behandeling van haar gebit, waardoor zij ontstekingen heeft opgelopen en de gehele behandeling opnieuw moet worden uitgevoerd.

Beoordeling

Na bestudering van het dossier, inclusief de mond- en röntgenfoto’s, beaamt het College het feit dat de tandarts zwaar tekort is geschoten in het werk met als resultaat dat het gebit van de patiënt schade heeft opgelopen. Het College constateert dat de tandarts op meerdere vlakken onvakkundig heeft gehandeld. Zo werd er ook onvoldoende vooronderzoek gedaan, waardoor onder andere een bestaande ontsteking aan een wortelpunt over het hoofd werd gezien. Daarnaast is er onvoldoende gecontroleerd of de aangebrachte brug en kronen passend waren. Het verweer van de tandarts dat hij op de tandtechnicus vertrouwde toont zijn eigen gebrek aan verantwoordelijkheid aan.
Hiernaast erkent de tandarts nog steeds niet de schade die de patiënt heeft opgelopen. In zijn verweer gaf hij aan dat de patiënt de communicatie plotseling staakte. Hierbij vergeet hij echter de aangetekende brief die de patiënt hem stuurde na de second opinion, maar hij niet beantwoorde.

Besluit

Het College acht de klacht gegrond. Ondanks het feit dat de tandarts geen tuchtrechtelijk verleden heeft kan het oordeel vanwege de ernst van de zaak niet worden volstaan met een waarschuwing of berisping. Het College heeft daarom een voorwaardelijke schorsing van zes maanden opgelegd.

Bron:
Tuchtrecht.overheid.nl

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht
Update-wet-en-regelgeving

Update wet- en regelgeving 2019

Tijdens Praktijk Anno Nu gaven de juristen Florien van Woerden en Maarten van de Berg een kort overzicht van wat er in 2019 verandert op het gebied van wet- en regelgeving in de gezondheidszorg en arbeidsrecht en gaven hierbij tips.

Samen beslissen over behandeling

De minister heeft enkele maanden geleden een wetsvoorstel naar de Tweede Kamer gezonden met enkele wijzigingen in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Een van die wijzigingen gaat over samen met de patiënt beslissen over de behandeling. Nu staat in de WGBO dat er sprake moet zijn van ‘informed consent’ (het geven van informatie aan de patiënt over de behandeling en de risico’s). De wetgever vindt echter dat het meer samen met de patiënt moet, dus samen overleggen over de behandeling. De bedoeling is dat je als zorgverlener niet alleen maar een bepaalde behandeling aanraadt, maar ook alternatieve behandelingsmogelijkheden aangeeft. Je moet van te voren overleg plegen en de vinger aan de pols houden en alles vastleggen in het medisch dossier. Dat overleg is een voortdurend proces.

Tip: begin nu alvast te oefenen met dit overlegmodel, ook al hoeft dat nu nog niet.

Gecombineerde ontslaggrond

De gecombineerde ontslaggrond is onderdeel van de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB). Dit is een wijziging op arbeidsrechtelijk gebied die een grote impact kan hebben op werkgevers.
De Wet werk en zekerheid (Wwz) is in 2015 in werking getreden en had vereenvoudiging van het ontslagrecht als doel. Eenvoudiger is het er echter niet op geworden. Een dossier moet aan alle eisen voldoen, anders wordt het ontslag door een kantonrechter afgewezen. De wetgever heeft nu een nieuw pakket aan maatregelen voorgesteld. De belangrijkste wijzigingen zijn de volgende:
• De ketenregeling verandert, waardoor er weer tijdelijke contracten kunnen worden gegeven voor een periode van drie jaar in plaats van twee jaar.
• De proeftijd voor mensen met een vast contract gaat van twee naar vijf maanden.
• Er komt een compensatieregeling voor langdurig zieke werknemers.
• De premieafdracht voor een werknemer die je in vaste dienst neemt wordt lager.

De gecombineerde ontslaggrond is zo belangrijk, omdat het op dit moment erg lastig blijkt te zijn om iemand te kunnen ontslaan. Met de introductie van de gecombineerde ontslaggrond kun je meerdere gronden bij elkaar nemen en op basis daarvan verzoeken om ontbinding. Bijvoorbeeld: bij een werknemer is sprake van disfunctioneren en er is een verstoorde arbeidsverhouding. In de huidige situatie is deze werknemer lastig te ontslaan, in de nieuwe situatie kun je een combinatie van gronden aanvoeren en kan de arbeidsovereenkomst worden ontbonden. De transitievergoeding wordt in dat geval verhoogd tot maximaal 1,5 keer de ‘normale’ transitievergoeding. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Tweede Kamer. Het is nog niet zeker of het wetsvoorstel in deze vorm door de Tweede Kamer komt.

Tip: zorg voor een brede dossieropbouw.

Vernietigen patiëntgegevens

In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) die sinds 25 mei 2018 van kracht is, is het recht op vergetelheid opgenomen. Deze regel is echter niet van toepassing op het patiëntendossier. Hiervoor geldt nog steeds de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO). Hierin staat een bewaarplicht van vijftien jaar. Dit wordt overigens bij de aanstaande wijziging van de WGBO twintig jaar. In de WGBO is ook opgenomen dat een patiënt kan vragen om vernietiging van een dossier. Een wijziging als gevolg van de AVG is wel dat dit dan ‘onverwijld’ moet gebeuren in plaats van binnen drie maanden zoals eerst gold. Als een patiënt vraagt om vernietiging van een dossier, dan moet een tandarts dat doen. Er zijn echter wel uitzonderingsgronden, namelijk:

  • Er is sprake van een aanmerkelijk belang van een derde. Bijvoorbeeld als de patiënt een erfelijke ziekte heeft, kan het voor familieleden van belang zijn dat dat deel van het dossier niet wordt vernietigd.
    Dat belang van een derde kan ook het belang van de tandarts zijn, bijvoorbeeld als er een claim of klacht speelt of deze verwacht wordt.
  • Goed hulpverlenersschap belet vernietiging, bijvoorbeeld als een ouder signalen van mishandeling bij zijn kind uit het dossier wil hebben.
  • Door vernietiging van het dossier kan de patiënt niet meer goed behandeld worden.

Tip: kijk op website van de Autoriteit Persoonsgegevens om te zien wat de AVG voor je betekent.

Compensatie transitievergoeding bij ziekte

Als een werknemer langdurig ziek is, stopt na twee jaar de loondoorbetaling. Het dienstverband is dan niet automatisch beëindigd. Ontslagaanvraag gaat via het UWV. Je bent dan als werkgever een transitievergoeding verschuldigd. Voor een werkgever betekent dat nog al wat: je hebt twee jaar lang het loon doorbetaald, misschien re-integratie kosten moeten maken en dan komt daar ook nog een transitievergoeding bij. Voor werknemers met een lang dienstverband kan het om forse bedragen gaan. In de praktijk besluiten daarom veel werkgevers om de dienstverbanden slapend te houden. De wetgever heeft aangegeven dat dit een onwenselijke situatie is en wil dat de werkgevers een compensatie krijgen voor de transitievergoeding. Je kunt hiervoor een verzoek indienen bij het UWV, dat deze regeling zal uitvoeren. Deze aanvraag is mogelijk vanaf 1 april 2020. Regelingen die na 1 januari 2015 met werknemers zijn getroffen komen ook voor compensatie in aanmerking.

Tip: heb je zo’n regeling getroffen, vraag dan binnen een half jaar na 1 april 2020 met terugwerkende kracht hier compensatie voor aan.

Kindermishandeling en huiselijk geweld

Uit de Wkkgz vloeit voort dat vanaf 2013 een tandarts bij signalen van mishandeling en geweld verplicht is gebruik te maken van de meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld. Per 1 januari 2019 wordt die meldcode enigszins aangepast.
Als je als tandarts bijvoorbeeld letsel opmerkt aan de nek of het gebit en je denkt dat er sprake is van (kinder)mishandeling, dan word je geacht te handelen. In de meldcode van de KNMT staat een stappenplan voor wat je in zo’n situatie moet doen:

  1. Verzamel de signalen die je ziet en schrijf voor jezelf op waarom je denkt dat er sprake zou kunnen zijn van kindermishandeling. Ook verwaarlozing (van bijvoorbeeld het gebit) kan hieronder vallen.
  2. Bespreek dit met een collega. Neem bij een ernstig geval direct contact op met Veilig thuis.
  3. Bespreek het met de patiënt.
  4. Vermeld in het medisch dossier wat je bij voorgaande stappen hebt gedaan en weeg af of je hier verder iets mee moet.
  5. Onderneem actie. Als je denkt dat je vermoeden van kindermishandeling toch ongegrond lijkt, vermeld dit dan in het dossier. Als je wel denkt dat er sprake van mishandeling is, maar de familie werkt mee en neemt contact op met de huisarts, dan kun je het daar bij laten. Als er wel echt iets aan de hand lijkt te zijn, dan doe je een melding bij Veilig thuis. Dit moet je altijd eerst met de patiënt bespreken en proberen daar toestemming voor te krijgen. Als je geen toestemming krijgt, kun je bij mishandeling van kinderen toch melding doen. Bij volwassenen ligt dat anders. Zij hebben zelfbeschikkingsrecht, dus dan moet je je terugtrekken. Als je echter denkt dat er sprake is van ernstig lijden, dan moet je het wel melden.

Tip: lees de KNMT-code en pas hem toe.

Verslag door Yvette in ’t Velt van de lezing Update wet- en regelgeving in vijf tips door Florien van Woerden en Maarten van den Berg (juristen bij VvAA) tijdens Praktijk Anno Nu 2018.

Lees meer over: Ondernemen, Personeel, Wet- en regelgeving
Alle neuzen dezelfde kant op! Hoe dan?

Alle neuzen dezelfde kant op! Hoe dan?

Regelmatig wordt vanuit praktijken en tandartsen de opmerking gemaakt, dat het niet lekker loopt. En dat het zo fijn zou zijn als alle neuzen dezelfde kant op zouden staan. En of ik daarvoor kan zorgen. Waarschijnlijk herkenbaar voor veel tandartsen, terwijl het antwoord zich niet laat raden.

Mondzorg is teamwork

De mondzorg van tegenwoordig komt neer op teamwork. De zorg wordt allang niet meer geleverd door alleen de tandarts, die met één assistente op één behandelkamer aan het werk is. Bij de zorg zijn steeds meer verschillende zorgverleners betrokken, waardoor ook praktijken en teams groter worden. Het is een grote uitdaging voor de tandarts / praktijkhouder het team goed te laten functioneren, oftewel alle neuzen dezelfde kant op te krijgen. Waarbij praktijken tegenwoordig ook steeds vaker tegen het probleem aanlopen om snel goed personeel te werven. Volgens mij twee overtuigende redenen voor elke tandarts / praktijkhouder om alle aandacht te geven aan het team.

Zet het team centraal

Veel tandartsen schreeuwen van de daken, dat zij hun patiënten centraal zetten. Ik denk dat deze tandartsen dan hun grootste succesfactor vergeten, namelijk hun team. Patiënten zijn namelijk tevreden en worden loyaal aan een praktijk als zij ervaren dat er op een meelevende manier met hem of haar wordt omgegaan. Zij beoordelen hun ervaring op grond van de manier waarop ze als persoon zijn behandeld en niet waarop hun pijn of ziekte is behandeld. En ik denk dat positieve, persoonlijke ervaringen van patiënten veelal tot stand komen – zeker in de mondzorg, waar patiënten grote waarde hechten aan een goede vertrouwensrelatie met hun zorgverleners – door tevreden medewerkers. Anders gezegd; vooral die praktijken die een tevreden team weten te bouwen – een team met alle neuzen dezelfde kant op – gaan zich onderscheiden. Onderscheidend naar patiënten toe, maar ook onderscheidend op de arbeidsmarkt.

Hoe doe je dat?

Bij ontevredenheid binnen een team wordt er vaak van alles uit de kast gehaald om medewerkers weer tevreden te stellen. Zoals persoonlijke gesprekken, salarisverbeteringen, promotie, etc. Dergelijke maatregelen kun je zien als het manipuleren van de medewerker, wat leidt tot korte termijn tevredenheid. Echter, je wilt het liefst een tevreden, goed en loyaal team opbouwen. Daarvoor is het veel beter je medewerkers vooral weten te ‘inspireren’ in plaats van te ‘manipuleren’.

Medewerkers worden loyaal aan een werkgever vanuit de eerste behoefte om ergens bij te willen horen. Maar je wilt alleen horen bij een groep (/ praktijk), die dezelfde waarden heeft als jij zelf. Oftewel, medewerkers worden loyaal als zij geïnspireerd worden door de dieperliggende beweegredenen van de tandarts / praktijkhouder. Door Simon Sinek verwoordt in zijn boek ‘Begin met het waarom’ als je eigen ‘waarom’: een doel, een motief, een geloof waarom je als tandarts / praktijkhouder die praktijk bent gestart.

Werk van binnenuit

In plaats van het manipuleren van medewerkers of proberen te denken wat medewerkers willen, is het veel belangrijker als tandarts / praktijkhouder om allereerst duidelijkheid te creëren over je eigen waarom- nogmaals, je eigen dieperliggende doel of motief. Want medewerkers worden niet loyaal om wat je doet, maar vooral om waarom je iets doet. Om je ‘waarom’ vervolgens duidelijk te communiceren naar het team. Werk dus van binnen naar buiten.

Selecteer medewerkers niet om hun vaardigheden

Als je deze gedachte vertaalt naar het werven van nieuwe medewerkers, zal het uitgangspunt zijn om alleen nieuwe medewerkers aan te trekken die zich kunnen identificeren met het ‘waarom’ van de tandarts / praktijkhouder. Het doel is alleen mensen aan te nemen die geloven wat jij als tandarts / praktijkhouder gelooft. Mensen die zich dus geïnspireerd voelen hierdoor. Vaardigheden zijn namelijk altijd aan te leren bij medewerkers, maar hun houding en motivatie niet. Door op deze manier een groep van mensen bij elkaar te zetten, creëer je een team van gelijkgestemden. Niet van gelijkgestemde karakters, maar wel van mensen met eenzelfde doel of motief.

Wat werkt wel en wat niet

Het is dus belangrijk voor iedere tandarts / praktijkhouder duidelijkheid te creëren over je eigen dieperliggende doelen en motieven. Dit komt lang niet altijd terug binnen praktijken of is niet duidelijk. Op willekeurige praktijkwebsites zijn bijvoorbeeld de volgende teksten te lezen:

  • Een stralend, gezond gebit is ons doel!
  • Dé specialist voor uw tanden.
  • Kwaliteit en persoonlijke begeleiding staan hoog in het vaandel.
  • Onze missie is het leveren van tandheelkundige zorg op kwalitatief hoog niveau.

Dergelijke statements beschrijven veel meer ‘wat’ of ‘hoe’ een praktijk werkt, maar nog niet het ‘waarom’ van de praktijk. Samen met een praktijk heb ik gewerkt aan hun ‘waarom’ waaruit de volgende omschrijving is gekomen:

“Elkaar een lach bezorgen, zodat eenieder met plezier in het leven staat.”

Deze tekst geeft veel meer het geloof en motief van de tandarts / praktijkhouder weer, waarmee zowel medewerkers als patiënten zich kunnen identificeren.

Conclusie

Voldoen aan wet- en regelgeving, protocollen opstellen, de nieuwste materialen inkopen of een optimale agendaplanning: het zijn allemaal maatregelen om de praktijk te verbeteren. Maar geen voorwaarden voor het creëren van een team ‘met alle neuzen dezelfde kant op’. Daarvoor adviseer ik te starten met het formuleren van een duidelijke ‘waarom’ om zodoende gelijkgestemden te inspireren. Dit zorgt voor onderlinge loyaliteit. Want vooral praktijken met een super team zullen zich ook op langere termijn weten te onderscheiden in de arbeidsmarkt en naar patiënten.

Door: Sjoerd Kuiken van Kuiken Praktijkmanagement.

Sjoerd begeleidt tandartsen in het optimaliseren van de praktijkvoering. Gericht op een hoge kwaliteit van zorg, een omgeving waar met plezier en enthousiasme wordt gewerkt en een praktijk die financieel gezond is.

Lees meer over: Management, Ondernemen
Inzage in patiëntendossiers: bent u er klaar voor?

Inzage in patiëntendossiers: bent u er klaar voor?

Rondom het wetsvoorstel om zorgverzekeraars inzage te geven in patiëntendossiers van ongecontracteerde zorgaanbieders is het even rustig geweest. Nu is het voorstel weer actueel. In de Eerste Kamer is het voorstel namelijk deze week, op 17 december 2018, plenair behandeld. Door bezwaren op het gebied van privacy is het niet tot stemming gekomen en is de behandeling op verzoek van de Minister aangehouden. Hij beraadt zich over het wetsvoorstel. Als het voorstel in de toekomst door de Eerste Kamer wordt aangenomen, gaat dat grote gevolgen hebben voor mondzorgpraktijken.

Aangezien het aantal gecontracteerde aanbieders in de mondzorg van oudsher laag is, gelden de aangekondigde veranderingen zeker voor mondzorgprofessionals en mondzorgpraktijken. Een belangrijk onderdeel van de maatregelen is het vergroten van de mogelijkheden van zorgverzekeraars om controles uit te voeren bij ongecontracteerde aanbieders.

Huidige situatie bij controles in een ongecontracteerde praktijk

Het uitvoeren van materiële of formele controles bij ongecontracteerde (mondzorg)aanbieders is momenteel beperkt, als er geen sprake is van een directe relatie tussen de verzekeraar en de mondzorgaanbieder. De controle dient dan via de verzekerde te verlopen en verzekeraars mogen geen medische informatie opvragen bij de aanbieder, zonder de verzekerde daarbij te betrekken.

Het verstrekken van inzage in het medisch dossier van een patiënt betekent namelijk het doorbreken van het beroepsgeheim. Dat mag in beginsel niet en als het wel gebeurt, moet er een goede reden voor zijn. Daarbij moet ook de Algemene Verordening Gegevensbescherming in acht genomen worden, aangezien het gaat om privacygevoelige informatie. Verstrekking mag dus niet zomaar.
Dat is niet voor niets. Want wat als de patiënt last heeft van cariës, omdat hij een droge mond heeft door het gebruik van antidepressiva en dat in het dossier is beschreven? Dergelijke privacygevoelige informatie kan niet zomaar aan derden worden verstrekt.

Een uitzondering op de geheimhoudingsplicht bij controles is voor gecontracteerde aanbieders neergelegd in de Zorgverzekeringswet, de Regeling zorgverzekering en de Wet marktordening gezondheidszorg: gecontracteerde aanbieders kunnen in beginsel medische informatie over hun patiënten aan de verzekeraar verstrekken. Daarbij geldt nog steeds dat de zorgaanbieder zelf dient te beoordelen of het verstrekken van de gevraagde gegevens in dat geval (voor het behalen van het controledoel) noodzakelijk is. Als die doelen op een andere minder verstrekkende manier bereikt kunnen worden, dan weegt het beroepsgeheim zwaarder.

Het wetsvoorstel en de gevolgen voor een ongecontracteerde praktijk

Het wetsvoorstel uit 2016 tot Wijziging van de Wet marktordening gezondheidszorg breidt de doorbreking van het beroepsgeheim uit en maakt daarmee een einde aan de situatie dat de controle bij ongecontracteerden via de patiënt moet lopen. Als die wijzing wordt aangenomen in de Eerste Kamer, heeft dat tot gevolg dat verzekeraars zonder tussenkomst van de verzekerde (patiënt)informatie mogen opvragen in het kader van materiële controles.

Er zijn bezwaren aan het uitbreiden van de controlebevoegdheden van de verzekeraars. Er is sprake van een disbalans in de rechten en plichten van zorgaanbieder en zorgverzekeraar. Nu geeft de regeling voor gecontracteerde al onvoldoende waarborgen en straks kan die regeling dus ook gelden voor ongecontracteerde zorgaanbieders. Het is namelijk niet altijd duidelijk of het noodzakelijk is bepaalde medische gegevens van een patiënt te verstrekken aan de verzekeraar. Als daar discussie over ontstaat, leert de praktijk dat de verzekeraar vanwege zijn positie verschillende mogelijkheden inzet om het verstrekken van de medische informatie af te dwingen, zoals het stopzetten van de betaling aan de zorgaanbieder of aan de patiënt. De zorgaanbieder zit dan in een spagaat, omdat hij zijn beroepsgeheim serieus dient te nemen, maar aan de andere kant de financiële consequenties hun tol kunnen vragen.

Aangezien veel mondzorgprofessionals ongecontracteerd werken, hebben zij tot op heden minder last van deze disbalans tussen zorgverzekeraar en zorgaanbieder, die tot uiting komt tijdens controles. Dat kan veranderen indien het wetsvoorstel wordt aangenomen.

Oplossing?

Het opnemen van een sanctie voor de verzekeraars als er onnodige gegevens worden opgevraagd of als ten onrechte opgevraagde gegevens worden gebruikt door de verzekeraar, kunnen ervoor zorgen dat de weg naar herstel van machtsevenwicht wordt ingeslagen. De ANT heeft deze problematiek onder de aandacht gebracht bij de Eerste Kamer in een brief van 10 december jl . In die brief zijn verschillende oplossingen aangedragen. Het is tijd dat de politiek serieus bekijkt hoe de disbalans kan worden beëindigd. Nu de Minister het wetsvoorstel opnieuw onder de loep neemt, is dat één van de belangrijkste elementen die in het voorstel zou moeten worden aangepast.

Het verdient aanbeveling de ontwikkelingen rondom dit wetsvoorstel te blijven volgen. De consequentie voor mondzorgaanbieders zal immers zijn dat, als het voorstel wet wordt, de verzekeraar zich rechtstreeks tot u als mondzorgaanbieder kan wenden met de vraag tot inzage in de patiëntendossiers. Dat is niet erg, maar kan volgens ons alleen goed functioneren als voldoende waarborgen in de wet zijn opgenomen waardoor de privacy van de patiënten voldoende geborgd wordt. Bedenk u in ieder geval dat u bij controles te allen tijde goed moet nagaan of u verplicht bent gegevens te verstrekken en of u überhaupt gegevens mag verstrekken. Deze vragen worden voor mondzorgaanbieders actueler, als het voorstel wordt aangenomen. Bereid u daarop voor!

Door:
Elize Breugem en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Ontvang meer sollicitaties met een sprankelende vacaturetekst

Ontvang meer sollicitaties met een sprankelende vacaturetekst

Een sterke, onderscheidende vacaturetekst betekent een enorm verschil in het aantal sollicitanten dat zich aandient. En dat niet alleen: ook de kwaliteit van de kandidaten kan aanzienlijk verbeteren met een goede vacaturetekst. Ik geef u een aantal tips waarmee u direct aan de slag kunt om een goede vacaturetekst te produceren.

In dit artikel ga ik in op een belangrijke ‘don’t’, hoe werkzoekenden vacatureteksten lezen en hoe u daarop kunt inspelen.

Don’t

Om te beginnen een veelgenoemd cliché: vermijd clichés! We moeten de eerste werkgever die op zoek is naar een medewerker met een strakke ‘9-tot-5-mentaliteit’ nog tegen komen. U heeft, net als al uw collega’s, waarschijnlijk behoefte aan een ‘proactieve’, ‘stressbestendige’ ‘teamspeler’ die u een ‘marktconform salaris’ gaat bieden. Ook lijken er geen ouderwetse praktijken te bestaan, u voert allen een ‘moderne’ praktijk. In uitzonderingssituaties kan het denkbaar zijn dat een dergelijk cliché precies de lading dekt. U zoekt bijvoorbeeld een medewerker die op wisselende tijden en locaties kan werken: flexibel dus. Dat kan uiteraard benoemd worden, maar leg dan wel uit waarom de kandidaat flexibel moet zijn. Voor het overige: vermijd deze clichés. Het zijn lege hulzen die niets toevoegen aan uw vacaturetekst.

Werkzoekenden lezen niet!

Ze ‘scannen.’ Een werkzoekende typt enkele relevante zoektermen en ‘scant’ vervolgens de resultaten. Vacatures die voor de werkzoekende op het eerste gezicht lijken te passen worden aangeklikt en eveneens gescand. Tijdens dit proces oordeelt de potentiële kandidaat snel of de vacature voor hem of haar aanleiding vormt om te solliciteren. Maak hier gebruik van door een goede vacaturetitel en het gebruik van kopjes in de tekst die de doelgroep aanspreekt. Dus niet een kopje “Organisatie omschrijving,” maar een kopje waaruit direct blijkt wat uw praktijk onderscheidt van de rest, bijvoorbeeld met het kopje: “Met ons gevoel voor humor geven wij patiënten een stralende lach”. Hieruit blijkt direct dat uw praktijk patiëntgericht is, maar ook informeel en persoonlijk. Elke potentiële kandidaat zal een veel sterkere prikkel voelen om verder te lezen.

Verrassende opening

In het verlengde van het voorgaande: zorg ook voor een sterke openingsalinea. Zorg dat u in deze alinea vooral uw praktijk op een aantrekkelijke manier omschrijft en de reden waarom u op zoek bent naar de desbetreffende medewerker. Als voorbeeld borduur ik voort op de tandarts met gevoel voor humor:

 “Onze praktijk kenmerkt zich door een patiëntpopulatie met angstproblematiek, maar onze tandartsen staan bekend om hun vriendelijkheid en gevoel voor humor. Patiënten zijn bij ons niet slechts tevreden na hun eerste bezoek. Ze zijn ronduit verbaasd over het feit dat een bezoek aan de tandarts zo plezierig kan zijn. Uitstekende zorg en zonder angst naar de tandarts: dit is waar wij voor staan. Omdat één van onze Preventie-assistenten met pensioen gaat, zijn wij op zoek naar een goedlachse Preventie-assistent.”

 Om u verdere inspiratie te geven benoem ik nog wat andere elementen die wellicht van toepassing zijn op uw praktijk en die in de eerste alinea terug horen te komen:

  • Werkt u met vernieuwende methodieken of technologieën die nog niet gebruikelijk zijn, benoem deze dan;
  • Benoem kenmerken van uw patiëntpopulatie (bijvoorbeeld een patiëntenpopulatie die in mindere mate over gezondheidsvaardigheden beschikt wanneer u in of rond een achterstandswijk bent gevestigd);
  • Beschikt u over bepaalde expertises of specialiteiten die uitzonderlijk zijn, uiteraard benoemen;
  • Misschien is uw praktijk gevestigd in een pand met een verhaal of zijn er bijzonderheden met betrekking tot de inrichting van uw praktijk, dan zijn die zaken noemenswaardig;
  • Heeft u als tandarts een mooi persoonlijk verhaal, bijvoorbeeld over uw motivatie of een lange familiaire tandartstraditie, dan zeker noemen!
  • Hoge klanttevredenheid? Benoemen. En nog beter: vraag uw patiënten eens waarom ze uw praktijk zo goed beoordelen en benoem hun redenen;
  • Voor verdere inspiratie kunt u ook aan uw medewerkers vragen wat het werken bij uw praktijk aantrekkelijk maakt.

Zorg ervoor dat uw openingsalinea kenmerkend is voor uw praktijk. Als u te maken heeft met een lastige patiëntpopulatie met financiële beperkingen en minder gezondheidsvaardigheden, dan zet u niet in op humor, maar veel meer op het sociale aspect van uw praktijk, het belang van voorlichting aan uw patiëntpopulatie en het opbouwen van een vertrouwensrelatie met patiënten. In vergelijking met ons voorbeeld leidt dit tot een heel andere inhoud en toonzetting van de tekst.

Een woord kan het verschil maken

Een van onze opdrachtgevers vroeg ons een verpleegkundige te werven in een specifiek specialisme. Een lastige opdracht, omdat er in vrijwel alle specialismen sprake is van krapte. Op LinkedIn vonden we ongeveer 80 (op het eerste gezicht) geschikte kandidaten die wij wilden benaderen, allen al elders werkzaam. De eerste pakweg 40 benaderden wij met een bericht waarin het onderwerp benoemde dat wij op zoek waren naar een verpleegkundige in het desbetreffende specialisme. Behoudens enkele reacties waarbij wij werden bedankt voor de interesse, vingen wij bot.

Bij de tweede groep van 40 voegden wij één woord toe aan het onderwerp en de tekst van het bericht: we gaven te kennen op zoek te zijn naar een “eigenwijze” verpleegkundige. Binnen enkele dagen had ongeveer de helft van de benaderden gereageerd: sommigen wilde direct kennismaken, anderen gaven aan nu niet op zoek te zijn, maar wel graag kennis te willen maken om in de toekomst wellicht tot een samenwerking te komen.

De toevoeging van het woord “eigenwijs” maakte een enorm verschil. Kennelijk vinden veel verpleegkundigen zichzelf eigenwijs en werken zij graag voor een werkgever die eigenwijze verpleegkundigen zoekt.

Op dit moment levert het zoeken naar vacatures met de zoekterm ‘Preventie Assistente’ op Indeed bijna 500 resultaten. Vrijwel alle vacatureteksten zijn inwisselbaar en niet onderscheidend. De les mag duidelijk zijn: door iets verder na te denken kunt u met uw vacaturetekst in een krappe arbeidsmarkt meer opvallen en hierdoor meer sollicitanten verleiden.

Een paar uur extra besteden aan de vacaturetekst leidt ertoe dat u sneller over geschikte kandidaten beschikt en wellicht ook sneller die nieuwe medewerker vindt. Bovendien kunt u een eenmaal goed opgemaakte vacaturetekst (of in ieder geval de organisatie omschrijving) hergebruiken voor toekomstige gevallen. Kortom: een eenmalige investering in een goede vacaturetekst bespaart u op de lange termijn veel tijd en moeite.

Tot slot

Het schrijven van een vacaturetekst is een stukje marketing, maar pas op: zorg ervoor dat u geen verwachtingen bij sollicitanten wekt die u niet waar kunt maken. De nieuwe medewerker zal dan snel weer vertrekken, met alle kosten van dien. In een volgende deel zal ik in gaan op enkele meer technische details, waarin ik u onder meer laat zien hoe u met slechts één stap al uw teksten een veel vlotter karakter geeft.

Door: Christiaan Witteman, Heron Healthcare, adequate P&O oplossingen voor de zorg.

Christiaan WItteman

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
communicatie-patient

Prettiger patiëntcontact in een minuut

Toen Victor Mion tenniscoach was, had hij tijdens een time-out een minuut de tijd om de mindset van de spelers te beïnvloeden. Op Praktijk Anno Nu leerde hij een zaal vol tandartsen hoe je in een minuut contact kunt maken met een patiënt.

Contact in een minuut

In de time-out moet je als coach in een minuut tijd proberen de mindset van de spelers te beïnvloeden en ze zelfvertrouwen te geven. In een minuut tijd moet dan wezenlijk contact gemaakt worden. Een tandarts heeft ongeveer even veel tijd tussen het moment dat een patiënt in de behandelstoel stapt en de behandeling begint. Ook hij of zij moet dat moment benutten om contact te maken.

Mentale stemmingen

Iemands mindset is weer te geven in vier mentale stemmingen: uitdaging (groen), spanning/verkrampen (geel), woede/frustratie (rood) en afhaken (grijs). Die stemmingen zijn heel vluchtig. Geen enkele stemming is goed of fout, je hebt ze alle vier.

Of dingen lukken, hangt onder meer af van je mentale stemming. Groen geeft energie: als je in je groen staat, dan ben je op je best. Als je in het grijze gebied zit, is contact maken moeilijk.

De gele cirkel is die van spanning en kramp. Zoek deze cirkel regelmatig op als je wilt leren. Als je uit je comfortzone gaat, kom je hier in terecht.

Prettiger patiëntcontact in een minuut

Contact maken

Mensen vinden het vaak spannend om contact te maken, ook tandartsen. Het mondkapje is een soort façade waarachter ze zich kunnen verschuilen. Contact maken is echter belangrijk.

Iedereen heeft minimaal vijftig kwaliteiten. Als je iemand een handdruk geeft, krijg je al een indruk van wat voor kwaliteiten die ander heeft. Meestal proberen we contact te maken door vragen als ‘Hoe gaat het met je?’. Maar zeker als je met de boor in iemands mond zit, is dat niet echt handig, omdat de klant niets terug kan zeggen. Je kunt dan ook een compliment geven.

Communicatiestijl

Er zijn geen protocollen voor het leggen van contact, toch hebben veel mensen dat gevoel. Je kunt bijvoorbeeld iemand niet te lang aankijken. Complimenten geven of iedereen goedemorgen wensen, past niet bij iedereen. Zoek daarin je authenticiteit en de communicatiestijl die bij je past. De meeste mensen zijn gewend om te kijken wat er niet is, je kunt ook kijken wat er wèl is. Dat is het idee van complimenteren.

”Echt contact maken lukt alleen als je vrij bent in je hoofd, niet met je gedachten ergens anders bent en oprecht luistert. In je eigen praktijk nemen medewerkers soms ook risico’s in hun handelen. Het is belangrijk om dat te signaleren. Neem de tijd om zo’n medewerker een compliment te geven. Het kost hooguit 30 seconden van je tijd!”

Victor Mion is voormalig coach van professionele tennissers en oprichter van One Minute Coaching, dat trainingen aan bedrijven verzorgt.

Verslag door Yvette in ’t Velt van de lezing door Victor Mion van One Minute Coaching ‘Prettiger patiëntcontact in 1 minuut’ op Praktijk Anno Nu.

 

Lees meer over: Communicatie, Ondernemen
Eindejaarsbonus voor het team? Nooit doen.

Eindejaarsbonus voor het team? Nooit doen.

Steeds vaker wordt mij de vraag gesteld op welke manier een eindejaarsbonus het beste vastgesteld kan worden. Op die manier willen tandartsen het team laten mee profiteren van het succes, maar willen zij het team gedurende het jaar natuurlijk ook motiveren net een stapje harder te lopen. Dit vanuit de bekende gedachte, dat een financiële bonus stimuleert. Wetenschappelijk bewijs toont echter het tegendeel aan (*). En daarom in dit artikel een uiteenzetting van de voorwaarden voor het motiveren van een team. En vooral ook een inzage in wat juist niet werkt.

* Dit artikel is geschreven met de informatie uit het boek ‘Drive. The surprising truth about what motivates us’ van Daniel H. Pink. (Uitgeverij Riverhead Books; 2009).

Financiële beloningen motiveren niet

De algemene veronderstelling is dat een financiële beloning mensen motiveert, waardoor het toekennen ervan ook regelmatig wordt ingezet. Echter, uit onderzoek blijkt dat financiële beloningen in het vooruitzicht stellen helemaal niet motiverend werkt. Sterker nog, dit kan onder bepaalde omstandigheden zelfs averechts effect hebben.

Het uitdelen van een financiële bonus is een externe beloning (/ externe motivatie) en kan ertoe leiden dat een medewerker de intrinsieke interesse verliest. Door het uitreiken van een financiële beloning kan namelijk mede het signaal worden afgegeven, dat de werkzaamheden zelf niet voldoende aantrekkelijk zijn waarmee de basis beloning kan volstaan.

Er is geen weg meer terug

Daarnaast kan het ontvangen van een extra financiële beloning als ‘verslavend’ werken voor de medewerker. Wanneer men namelijk eenmaal een financiële beloning heeft ontvangen, is er geen weg meer terug. Oftewel, de medewerker verwacht minimaal een gelijkwaardige beloning als dezelfde prestatie opnieuw is geleverd.

De bonus kan op korte termijn een stimulans betekenen, maar zal daarna verdwijnen en kan de motivatie op langere termijn verlagen. In het boek van Daniel Pink wordt zelfs beschreven, dat de hersenen op overeenkomstige wijze reageren op de belofte van een financiële beloning als bij het gebruiken van drugs. Op die manier is een financiële beloning te vergelijken met een boost aan cocaïne: het zorgt direct (op korte termijn) voor meer scherpte maar vermoeit je uit op langere termijn.

Voorwaarden voor intrinsieke motivatie

Het uitdelen van een financiële beloning kan de intrinsieke motivatie dus verlagen. Tevens kan het resulteren in risicovoller gedrag van de medewerker om koste wat het kost de doelstellingen van de financiële beloning te behalen. Ook kan dit het denkvermogen limiteren, doordat de focus komt te liggen op het behalen van de kortetermijndoelstellingen.

Uitgangspunt in de beloningsstructuur van medewerkers is een goede basisbeloning. Zonder een gezond basissalaris zal het moeilijk zijn medewerkers gemotiveerd te krijgen. Belangrijke voorwaarde is dus een salaris dat voldoende en eerlijk is. En dus zeker niet onder het niveau ligt van collega praktijken.

In aanvulling op het basissalaris zullen medewerkers vooral gemotiveerd raken door een werksfeer waarin zij autonomie hebben over hoe het werk wordt uitgevoerd. Waarin zij enig zeggenschap hebben en duidelijk inzien op welke wijze hun werkzaamheden bijdragen aan het doel van de organisatie. Kortom, naast de gezonde basis beloning zijn de drie aanvullende voorwaarden: autonomie, zeggenschap en een duidelijke bijdrage leveren aan het grotere doel.

Hoe wel te belonen

Binnen een werkomgeving die voldoet aan bovenstaande kenmerken zullen medewerkers vooral intrinsiek gemotiveerd zijn. En dan is belonen altijd een belangrijke factor, maar dus het liefst niet in de vorm van financiële beloningen. Het gaat vooral om vormen van beloning, waarmee de intrinsieke motivatie wordt aangewakkerd. Denk aan het geven van positieve feedback. Een tweede vorm is het aanleveren van informatie. Intrinsiek gemotiveerde medewerkers zijn namelijk altijd op zoek naar informatie over hun presteren om te horen wat zij nog kunnen leren en verbeteren. Met het aanleveren van deze informatie zullen medewerkers nog meer gemotiveerd raken. Iets wat je bijvoorbeeld vaak ziet gebeuren na een functioneringsgesprek. Medewerkers hebben dan (eindelijk) inzicht gekregen in wat goed gaat en waarop zij kunnen verbeteren, waarop zij in de periode daarna weer vol enthousiasme aan de slag gaan. Vanuit die gedachte is het eenmaal per jaar informeren van je medewerkers dus veel te weinig. Advies is dan ook bijna continu bezig te zijn hen te informeren over hoe zij hun werk doen en hen zodoende te stimuleren.

Conclusie

Ondanks dat ik steeds vaker de vraag krijg over de eindejaarsbonus, is mijn advies dit dus vooral niet in te zetten. In het boek van Daniel Pink is duidelijk beschreven, dat financiële beloningen zelfs een averechts effect kunnen hebben op de motivatie van medewerkers. Voor gemotiveerde medewerkers is het veel beter een werkomgeving te creëren, wat hen intrinsiek motiveert. Namelijk een werkomgeving waarin sprake is van een gezond basissalaris aangevuld met autonomie en zeggenschap voor de medewerker, die inzicht heeft in zijn of haar bijdrage aan de doelstelling van de praktijk. En als je dan toch een financiële beloning wilt geven, doe dit dan altijd onverwachts en altijd nadat het werk of het project is afgerond. Oftewel, de ‘als-dan’ beloning wordt vervangen door een ‘nu-dat’ beloning.

Door: Sjoerd Kuiken van Kuiken Praktijkmanagement.  Sjoerd begeleidt tandartsen in het optimaliseren van de praktijkvoering. Gericht op een hoge kwaliteit van zorg, een omgeving waar met plezier en enthousiasme wordt gewerkt en een praktijk die financieel gezond is.

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Tuchtrecht: waarschuwing voor verwonding mondbodem bij behandeling

Tuchtrecht: waarschuwing voor verwonding mondbodem bij behandeling

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft uitspraak gedaan over een klacht tegen de tandarts. De mondbodem van de patiënt die de aanklacht indiende werd tijdens een behandeling geraakt met een boor of frees waardoor een verwonding is ontstaan. Het Tuchtcollege heeft de klacht als gegrond verklaard en legt als maatregel een waarschuwing op.

Situatie

Op 13 februari 2018 werd de klagende patiënt behandeld door de aangeklaagde tandarts, om kies 36 te verwijderen. Tijdens deze behandeling heeft de tandarts per ongeluk de mondbodem van de patiënt geraakt en een verwonding veroorzaakt met een boor of frees die bedoeld was om de tandwortels te splitsen. De patiënt maakte hier zowel tijdens als direct na de behandeling geen melding van.

Klacht

De ingediende klacht betreft met name het feit dat de tandarts tijdens en/of na de behandeling heeft nagelaten om de patiënt over de verwonding te informeren. Naar eigen zeggen kwam dit doordat ze zelf erg schrok van het zien van de wond. Hiernaast was de patiënt erg gespannen en vreesde ze dat dit alleen maar erger zou worden bij het delen van de informatie over de verwonding.

Beoordeling Regionaal Tuchtcollege

Het is vastgesteld dat de mondbodem inderdaad is geraakt tijdens de behandeling en dat het informeren van de patiënt van de hierdoor veroorzaakte verwonding is nagelaten. Het raken van de mondbodem zelf komt helaas regelmatig voor en kan daarom niet worden aangemerkt als onzorgvuldig handelen. Een tandarts is echter verplicht om de patiënt hier zo spoedig mogelijk over te informeren, wat in deze zaak is nagelaten. Het achterlaten van deze informatie is in strijd met de zorg die de tandarts behoorde te betrachten zoals bedoeld in artikel 47. De klacht is daarom gegrond.

De tandarts heeft aangegeven het nalatige gedrag erg te betreuren en in grote onzekerheid te zijn geweest over wat ze het beste kon doen. Aangezien ze heeft aangegeven hiervan geleerd te hebben en in de toekomst de patiënt altijd zo goed mogelijk te informeren met betrekking tot eventuele complicaties. Om deze reden acht het College een waarschuwing als een passende maatregel.

Bron:
Overheid.nl

 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
IGJ streng bij controles hepatitis B: juridische zaken om rekening mee te houden

IGJ streng bij controles hepatitis B: juridische zaken om rekening mee te houden

De Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd (IGJ) heeft eind oktober 2018 aangekondigd toezichtsbezoeken af te zullen leggen bij minimaal 30 mondzorgpraktijken om te controleren of behandelend personeel is ingeënt tegen hepatitis B. IGJ heeft inmiddels een toezichtskader gepubliceerd en de eerste toezichtsbezoeken zijn inmiddels uitgevoerd.

Bij dergelijke toezichtsbezoeken rijst veelal de vraag welke maatregelen IGJ kan opleggen. Kan IGJ bovendien een eventueel door haar genomen besluit openbaren? Enkele juridische zaken waar u als mondzorgpraktijk rekening mee kunt houden.

Toetsingskader

IGJ ziet toe op de naleving door zorgaanbieders van wettelijke normen en veldnormen. Om inzichtelijk te maken waarop IGJ bij deze betreffende controle toetst, heeft zij een toetsingskader gepubliceerd. Uit het toetsingskader blijkt dat de veldnormen waar IGJ aan toetst, in dit geval voortvloeien uit de KNMT-richtlijn infectiepreventie in mondzorgpraktijken en uit de Landelijke RIVM-richtlijn Preventie transmissie van Hepatitis B van medisch personeel naar patiënten. De wettelijke normen waaraan getoetst wordt komen onder meer voort uit de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz).

Maatregelen

IGJ heeft aangekondigd dat medewerkers die niet beschermd blijken te zijn tegen hepatitis B, geen behandelingen meer mogen uitvoeren tot het moment waarop ‘dit geregeld is’. Dat klinkt logisch: niet beschermde zorgverleners kunnen immers een gevaar zijn voor collegae en patiënten. Tussen ‘beschermd’ en ‘niet beschermd’ tegen hepatitis B, ligt echter een grijs gebied dat wordt ingevuld door de veldnormen. Vragen die daarbij rijzen zijn: ‘wanneer is iemand afdoende beschermd tegen hepatitis B?’ en ‘welke personeelsleden vormen een risico of lopen een risico?’ en ‘kan van medewerkers die 20 jaar in dienst zijn nog wel verwacht worden dat zij hun vaccinatieboekje direct kunnen tonen?’. Vragen waarover behoorlijk gedebatteerd kan worden.

De maatregel dat medewerkers geen behandelingen meer mogen uitvoeren, gaat daarnaast behoorlijk ver. Wat indien opeens de helft van de mondzorgpraktijk daardoor wordt ‘lamgelegd’? Het is de vraag of IGJ een dergelijke beslissing juridisch wel kan nemen.

Openbaarmaking

Een ander element om rekening mee te houden, is het ‘actieve openbaarmakingsbeleid’ van IGJ. Toezichtsrapporten, met daarin informatie over de specifieke mondzorgpraktijk, worden nadat zij door IGJ definitief zijn vastgesteld in beginsel actief geopenbaard via haar website. Nieuwswebsites pikken deze informatie veelal op, waardoor dit nieuws snel breed wordt verspreid. In beginsel is met het openbaren van toezichtsinformatie – in het kader van voorlichting van het publiek – niet zoveel mis, maar het belang bij openbaarmaking moet wel in verhouding staan tot het nadeel dat de mondzorgpraktijk hierdoor leidt. Veelal blijkt dat mondzorgaanbieders openbaarmaking ervaren als een zwaardere ‘sanctie’, dan de maatregel door IGJ zelf. Indien een mondzorgpraktijk openbaarmaking wenst tegen te houden, dient de praktijk daar snel juridisch tegen te ageren: IGJ maakt dergelijke informatie openbaar na 3 weken na de vaststelling van het rapport en soms nog eerder. Ben daar dus waakzaam op.

Voorbereiding op een toezichtsbezoek

Tot slot dient u een toezichtsbezoek goed voor te bereiden. Dat geldt voor toezichtsbezoeken door IGJ, maar ook voor controles door bijvoorbeeld de NZa of de Autoriteit Persoonsgegevens. Onderstaande regels kunnen u bij uw voorbereiding helpen.

  1. Ontvang de toezichthouder(s) bij voorkeur in een besloten ruimte waar geen dossiers of documenten aanwezig zijn. Vraag de toezichthouders naar hun legitimatiebewijzen en maak daarvan (desnoods met een telefoon) een kopie.
  2. Toezichthouders mogen in beginsel documenten inzien en daar kopieën van maken. Ook digitale documenten. Correspondentie tussen een zorgaanbieder en een advocaat is evenwel geprivilegieerd en vertrouwelijk en valt hierbuiten.
  3. Ook toezichthouders moeten de privacywetgeving in acht nemen. Zij mogen alleen van haar bevoegdheden gebruik maken als dat noodzakelijk is en in verhouding staat tot het te onderzoeken controledoel.
  4. Beantwoord vragen kort en bondig. Vertel niet uit uzelf meer dan dat er wordt gevraagd. Geef geen antwoord op vragen die u niet goed begrijpt, met een complex karakter of ten aanzien van zaken die u niet zeker weet. Vraag de toezichthouders in dat geval de vragen op schrift te stellen zodat u daar later schriftelijk op kan reageren of, als dat niet kan, antwoord dan dat u het niet zeker weet en daar nu geen concreet antwoord op kan geven.
  5. Vraag na afloop om een overzicht van hetgeen de toezichthouders hebben gekopieerd (indien u de kopieën niet zelf heeft gemaakt), van de personen die zij hebben gesproken en vraag om een kopie van de verslagen van die gesprekken. Let ook op de formulering van een verslag, het maakt bijvoorbeeld uit of daarin staat dat u heeft verklaard dat een bepaald document er niet is of dat dit document tijdens het toezichtbezoek niet kon worden getoond.
  6. Indien u twijfelt over welke (medische) informatie u mag of moet verstrekken, welke vragen u moet beantwoorden of op welke wijze u een grondig verslag maakt van het toezichtbezoek, heeft u het recht u te laten bijstaan door een advocaat, bij voorkeur één die gespecialiseerd is in de zorg. Dat geldt ook in het geval de toezichthouders naar aanleiding van het toezichtbezoek besluiten sancties te treffen jegens u of uw praktijk.

Door:
Ralph Tak en Daniël Post – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

Lees meer over: Inspectie, Ondernemen, Thema A-Z, Wet- en regelgeving
Leiderschap in de mondzorg

Leiderschap in de mondzorg

Met het groter worden van tandartspraktijken neemt de behoefte aan leiderschap toe. Maar wat is een leider eigenlijk en hoe wordt u een leider? Alex Nottingham van All-Star Dental Academy gaf tijdens het seminar Dental Practice Excellence zijn visie op leiderschap in de mondzorg.

Leider

Een leider is een persoon met visie die aan de toekomst denkt en met behulp van fantasie en/of kennis plant. Hij is altijd optimistisch over de toekomst, maar is nooit tevreden. Hij ziet altijd kansen. Hij focust zich op talenten en schakelt daarbij niemand uit. Hij heeft een zekere stelligheid over zich heen; wat hij zich ten doel stelt, zal hij behalen, hoe dan ook. Hoe wordt u een leider?

Waarom visie?

Als je aan medewerkers vraagt wat de visie van hun praktijk is, dan heeft 70% geen idee. Zij begrijpen niet wat de strategie van de praktijkhouder is. Terwijl medewerkers als ze wel weten wat de visie is, ambitieuzer te werk zullen gaan en veel productiever zullen worden. Zij weten dan waarom ze zo hard moeten werken. Ze doen het dan daadwerkelijk ergens voor. Als alle medewerkers zich achter de visie scharen, kunt u gezamenlijk uw doel bereiken. De visie beschrijft wie je bent als praktijk, waarin je gelooft. Bijvoorbeeld: wij geloven dat als je doet wat je leuk vindt, je nooit meer hoeft te werken. Beschrijf wat u wilt bereiken, wat uw doelen zijn. Communiceer dit met uw team, zodat iedereen zich op het juiste focust.

Van doel naar actie

Uw doelen zet u om in acties. Deze moeten gepland worden. Zo worden ideeën concreet. Er bestaan drie typen actieplannen, namelijk:

  • strategisch: dit gaat over de lange termijn (jaren vooruit);
  • operationeel: kwartalen, maanden;
  • tactisch: dagelijks, het behalen van het doel van de dag.

Stap voor stap

Voer verbeteringen stap voor stap door. Zet dus als het ware een parcours uit hoe je van A via B naar C komt. Dus bedenk wat u elke dag moet doen om uw doel op de lange termijn te behalen.

Hiervoor moet u wel de tijd nemen en als het ware even uit uw team stappen. Bekijk het eens vanaf een afstandje. U stelt zich op als een leider en niet als een manager. Denk, plan en leer. Dit betekent dat u beter een manager kunt aanstellen, minder zelf in de praktijk werkt en veel taken delegeert. Dit zal voor veel tandartsen en mondhygiënisten moeilijk zijn. Zij zijn meer het type ‘artiest’ dan ‘entrepreneur’. Zij willen te veel zelf doen met hun eigen handen.

Leiderschap versus management

Een leider heeft als rol om de langetermijnvisie te bedenken en in de gaten te houden. Een manager zorgt voor de implementatie ervan. De manager gaat dus over de details en ontwikkelt systemen. Een manager houdt van orde en structuur en is niet altijd een groot leider, maar heeft vaak wel de potentie om er uiteindelijk een te worden. Als leider bent u een dromer. U bepaalt de richting en u inspireert uw team. Een leider moet er voor zorgen dat de langetermijnvisie wordt behaald, terwijl de manager over het behalen van de dagelijkse doelen gaat.

Een leider is iemand die dankbaar en bescheiden is. Alles heeft hij te danken aan zijn team. De wens van een leider is niet om zelf te winnen, maar om het bedrijf te laten floreren. Een leider bijt zich vast in zijn doel en is tot alles bereid om het doel te behalen. Hij laat zich hierbij door niks in de weg staan.

Groeistadia

Een leider loodst het bedrijf door diverse groeistadia. Eigenlijk net zoals een ouder bij zijn kind doet. De groeistadia zijn: van baby- en peutertijd via puberteit naar volwassenheid. Bij de baby- en peutertijd moet u werkelijk alles zelf doen en bent u overal verantwoordelijk voor. Vervolgens gaat uw bedrijf door naar de puberteit, waarbij u al meer kunt loslaten. U gaat meer delegeren, maar in de opgestarte systemen gaat er nog wel eens wat mis. U bent bezig met brandjes blussen. In de volwassenheid is uw bedrijf uitgegroeid naar iets wat zichzelf runt en zich naar uw visie heeft gevoegd. U bent niet meer uw werk, uw werk is uw product.

Bouw een team

Om uiteindelijk echt een fantastische leider te worden, moet u kunnen reflecteren. Ook heeft u een mentor of coach nodig. Het helpt om les of een training te geven, want van lesgeven kunt u het allermeeste leren. Een ‘big live event’ kan u tot inzichten brengen die u voorheen niet had. Om in uw kracht te staan focust u zich op wat u het beste kunt. Verzamel mensen om u heen die uw talenten erkennen. Bouw een team met diversiteit, zodat u tot nog meer inzichten kunt komen en u en uw bedrijf over nog meer krachten gaan beschikken. Rondom deze krachten bouwt u de activiteiten. Door elkaar te versterken wordt uw bedrijf van wereldklasse.

Delegeren

Ziet u beren op de weg? Bent u bang? Ga het toch gewoon doen! Al doende leert u meer dan dat u op enig andere wijze zou kunnen. Leer van uw fouten, werk hard aan uzelf. Werk aan uzelf, maar u moet niet te hard werken aan andere dingen. Neem niet te veel op uw schouders. Hoe meer klussen u op uw schouders neemt, hoe sneller u door uw hoeven zult zakken. Dat kan uw bedrijf niet gebruiken. Om te kunnen delegeren, moet u de taak goed kunnen beschrijven. Daarnaast moet u weten aan wie u deze taak kunt toewijzen. Wijs deze taak ook daadwerkelijk aan diegene toe. Verzeker u er zich van dat er tijdig aan gewerkt wordt. Controleer of het goed is gekomen.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna van een lezing door Alex Nottingham tijdens het seminar Dental Practice Excellence van Dentiva

Alex Nottingham van All-Star Dental Academy is coach en consultant voor tandartsen in de Verenigde Staten. Hij is auteur van het boek ‘Dental Practice Excellence’, coauteur van het boek ‘the E-Myth revisted’ en internationaal spreker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Management, Ondernemen
Tuchtrecht: tandarts berispt voor afwijken van behandelplan orthodontist

Tuchtrecht: tandarts berispt voor afwijken van behandelplan orthodontist

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag heeft een tandarts berispt, omdat hij is afgeweken van het behandelplan van een orthodontist. Hij heeft twee extra elementen geëxtraheerd en heeft dit niet overlegd met de betrokkenen.

Situatie

Een jongen is in 2010 door een tandarts doorverwezen naar een orthodontist in verband met problemen met de stand van zijn gebit. In 2011 heeft deze orthodontist een brief aan de tandarts gestuurd, waarin hij vraagt of de tandarts vier elementen wil extraheren: 54, 55, 64 en 65.

De tandarts heeft met tussenpozen achtereenvolgens de elementen 54, 55, 85, 65 en 75 geëxtraheerd.

In 2016 hebben de ouders van de jongen met behulp van de tandarts een schriftelijk verzoek ingediend bij de zorgverzekeraar voor vergoeding van benodigde tandheelkundige behandeling na 18-jarige leeftijd in verband met het verwijderen van de elementen 75 en 85. De tandarts vermeldt daarbij dat deze elementen niet behouden konden worden. De verzekeraar is niet op dit verzoek ingegaan.

In 2017 heeft de patiënt de tandarts schriftelijk aansprakelijk gesteld voor de schade die de patiënt ondervindt door het trekken van de kiezen. De patiënt en de tandarts hebben in 2017 een vaststellingsovereenkomst gesloten, waarbij de patiënt een schadevergoeding heeft ontvangen van € 10.000,-.

Klacht

De patiënt verwijt de tandarts dat hij is afgeweken van het behandelplan van de orthodontist. Hij stelt dat hij daardoor een complexere, duurdere en ingrijpendere behandeling moest ondergaan, omdat het fundament voor de beugel in de onderkaak ontbrak.

De tandarts erkent dat hij van het behandelplan is afgeweken. Volgens hem is door het verwijderen van deze melkkiezen de orthodontische behandeling echter niet langer, complexer of duurder geworden.

Beoordeling

Het tuchtcollege besluit deze zaak wel te behandelen ondanks dat er een vaststellingsbijeenkomst is getekend. In de vaststellingsbijeenkomst is namelijk het indienen van een tuchtklacht niet uitdrukkelijk uitgesloten.

Het tuchtcollege oordeelt dat de tandarts tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Uit de brief van de orthodontist blijkt dat deze niet heeft gevraagd om de elementen 75 en 85 te verwijderen. De tandarts heeft bij het extraheren van element 85 opgemerkt dat de wortels relatief lang waren. Hieruit kom hij afleiden dat de melkkiezen niet op korte termijn gewisseld zouden worden. Toch heeft hij daarna ook nog element 75 geëxtraheerd.

De patiënt wist niet welke elementen er volgens de orthodontist getrokken moesten worden en dat het trekken van de elementen 75 en 85 afweek van het behandelplan. De tandarts heeft dit niet met de patiënt en zijn ouders besproken. Pas nadat de orthodontist de patiënt had verteld dat er andere elementen waren geëxtraheerd, heeft de tandarts geprobeerd via de zorgverzekeraar een vergoeding te krijgen voor tandheelkundige behandeling die nodig waren door het verwijderen van de elementen 75 en 85.

Uitspraak

De klacht wordt gegrond verklaard en de tandarts krijgt een berisping.

Bron:
Overheid.nl 

Lees meer over: Ondernemen, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
Geen (kerst)cadeautjes meer van leveranciers?

Geen (kerst)cadeautjes meer van leveranciers?

Per 1 januari 2018 is wettelijk geregeld dat leveranciers van medische hulpmiddelen geen geld of cadeautjes (= gunstbetoon) mogen aanbieden aan zorgverleners met de bedoeling de verkoop te bevorderen. Een nieuwe bepaling in de wetgeving is: wederkerigheid. Dat wil zeggen dat leveranciers van medische hulpmiddelen geen gunstbetoon meer mogen aanbieden of geven en dat zorgprofessionals geen gunstbetoon meer mogen vragen of accepteren.

Dit najaar begint de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) met het toezicht hierop. Dus geen kerstgeschenken meer dit jaar?

Gunstbetoon

Het nieuwe beleid draait om ‘gunstbetoon’. Dit is het aanbieden van geld, diensten of goederen met het doel de verkoop van een medisch hulpmiddel te bevorderen. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het geven van cadeaus of het vergoeden van reis- of deelnamekosten van een congres. Zowel de aanbieder (leverancier) als de ontvanger (zorgverlener) kan hiervoor beboet worden.

Toezicht

Zoals dental INFO al eerder berichtte, begint de IGJ dit jaar met een onderzoek naar gunstbetoon bij leveranciers van medische hulpmiddelen.

Uitzonderingen

In het nieuwe beleid worden wel wat uitzonderingen gemaakt op het verbod. Deelname aan een congres mag bijvoorbeeld wel vergoed worden als dit beperkt blijft tot de noodzakelijke kosten. Het leveren van diensten, zoals het geven van een lezing, mag ook nog beloond worden als de beloning in verhouding staat tot de geleverde prestatie. En kortingen en bonussen bij de inkoop van medische hulpmiddelen zijn ook nog toegestaan.

Geschenken?

Het incidenteel geven en ontvangen van een geschenk is toegestaan, mits het geschenk een geringe waarde heeft en gerelateerd is aan de praktijk van de zorgprofessional. Een fles wijn met kerst is dus niet meer toegestaan! Jaarlijks mag een leverancier maximaal drie geschenken van € 50,- incl. BTW per geschenk per zorgprofessional geven en de zorgprofessional ontvangen.

Bron:
VGT

Lees meer over: Ondernemen, Wet- en regelgeving
Video: Protocollen. Nut, noodzaak of onzin?

Video: Protocollen. Nut, noodzaak of onzin?

De laatste jaren wordt in de mondzorg veel gesproken over het bijna magische woord ‘protocollen’. Maar wat is toch de toegevoegde waarde ervan, want vele praktijken hebben het gevoel ook prima te draaien zonder protocollen. Is het opstellen van protocollen een onzinnige en overbodige exercitie of juist noodzakelijk en nuttig voor praktijken?

In deze video wordt antwoord gegeven op de vraag: Wat is de toegevoegde waarde van protocollen? En wordt onderstaande afbeelding verder toegelicht.

Geen standaard protocollen

Het is onzinnig standaard protocollen aan te schaffen en die vervolgens in de kast te zetten. Hiermee wordt het beoogde eindresultaat (een werkwijze overeenkomstig de richtlijn) niet behaald. Door juist gebruik te maken van de tips uit de video wordt voorkomen dat het hebben van protocollen als einddoel geldt en wordt de toegevoegde waarde van het opstellen en hebben ervan uitgenut.

Bekijk de video’s in de Dental Management Toolkit

Protocollen. Nut, noodzaak of onzin?

Dental Management Toolkit

De Dental Management Toolkit ondersteunt praktijken in het zich conformeren aan geldende wet- en regelgeving. Onder andere door voorbeeld protocollen aan te leveren aangevuld met uitgebreide instructies, zodat praktijken zodoende zelf aan de slag kunnen met het verbeteren van hun eigen praktijkvoering. Lees meer over de Dental Management Toolkit

Video door Sjoerd Kuiken – initiatiefnemer van de Dental Management Toolkit, samen met dental INFO

Lees meer over: Management, Ondernemen, Partnernieuws, Thema A-Z, Video
Ziek - ziekenhuis- verzuim

Twintig vragen aan de bedrijfsarts voor helder advies bij zieke medewerker

De bedrijfsarts adviseert: “De medewerker ervaart klachten. Belangrijk is om gedurende de ziekmelding met de werknemer in gesprek te blijven voor aangepast werk (indien medisch mogelijk).” Aan zo’n ‘advies’ heeft u als werkgever natuurlijk niets. Dit advies heb ik letterlijk overgenomen uit een schrijven van een (bekende landelijke) Arbodienstverlener.

Heldere terugkoppeling van de bedrijfsarts

Een goede samenwerking met de bedrijfsarts of Arbodienst kan de kosten voor zieke medewerkers aanzienlijk reduceren. Vaak zien we dat de zieke medewerker, na de ziekmelding, zonder verdere vragen wordt ‘doorgegeven’ aan de bedrijfsarts of Arbodienst. Die volgt de melding op met een advies zoals hierboven weergegeven.

Twee belangrijke onderdelen van het werk van de bedrijfsarts zijn het vaststellen van het recht op loondoorbetaling (art. 7:629 lid 1 BW) en het benoemen van mogelijkheden en belemmeringen ten aanzien van de werkzaamheden van de medewerker. Juist voor de goede uitvoering van deze taken is het van belang dat u de bedrijfsarts een duidelijke vraagstelling voorlegt.

Onderaan dit artikel vindt u een aantal concrete vragen die u in veel gevallen kunt stellen aan de bedrijfsarts. Hiermee ontlokt u een heldere terugkoppeling.

“Demedicaliseren”

Een voorbeeld uit de praktijk: een medewerker meldt zich begin december 2017 ziek. De werkgever stuurt de melding door naar de Arbodienst. De medewerker wordt uitgenodigd voor het spreekuur van de bedrijfsarts en deze concludeert dat de medewerker “problemen ervaart op het werk.” Hij adviseerde dat de medewerker vanaf half januari weer werkzaamheden kon hervatten voor 10 uur per week en via een opbouwschema zo rond half februari 2018 volledig aan de slag kon.

De werkgever vermoedde dat er meer speelde en schakelde ons in. We verzochten de bedrijfsarts de medewerker opnieuw uit te nodigen voor het spreekuur en in het advies aandacht te geven aan de volgende vragen:

  • Is er daadwerkelijk sprake van medische arbeidsongeschiktheid? Of is er sprake van een door de medewerker ervaren arbeidsconflict?
  • Indien er sprake is van medische arbeidsongeschiktheid, met welke beperkingen dient de werkgever dan rekening te houden en welke mogelijkheden resteren op dit moment nog?
  • Indien de bedrijfsarts zich op het standpunt stelt dat de inzet van een derde onafhankelijk partij (bijvoorbeeld mediation) noodzakelijk is, kan hij dan toelichten op welke manier een dergelijke bemiddeling kan bijdragen aan een duurzame oplossing?

De laatste vraag volgt uit de STECR-richtlijn: maar al te vaak zien we dat bedrijfsartsen in het geval van een arbeidsconflict een ‘rustperiode’ gevolgd door bemiddeling adviseren. De bedrijfsarts dient in dergelijke gevallen toe te lichten wat de meerwaarde van een dergelijke bemiddeling is, maar deze toelichting blijft vaak achterwege. Als de bedrijfsarts bemiddeling adviseert, vraag dan altijd naar de te verwachten effectiviteit daarvan!

Het resultaat van deze interventie was een radicaal gewijzigd advies: de bedrijfsarts concludeerde dat er geen sprake was van medische arbeidsongeschiktheid. De bedrijfsarts verklaarde de medewerker 100% arbeidsgeschikt en de medewerker diende de dag erna weer op het werk te verschijnen. Nu het probleem volledig ‘gedemedicaliseerd’ was, kon er daadwerkelijk aan de slag worden gegaan met het bewerkstelligen van een oplossing. De bal lag, zogezegd, bij de werkgever en medewerker om het conflict met een leidinggevende op te lossen. Uiteindelijk besloten partijen in goed overleg afscheid van elkaar te nemen door middel van een vaststellingsovereenkomst.

Was de werkgever niet tot deze kritische bevraging van de bedrijfsarts overgegaan, dan is het goed denkbaar dat de situatie nog maandenlang had kunnen voortmodderen, met alle kosten van dien.

Zorg voor een scherpe vraagstelling

Stuur medewerkers niet klakkeloos door naar de bedrijfsarts. Stel concrete vragen en geef waar nodig een stuk context mee (de aanleiding voor uw vraagstelling). De bedrijfsarts zal nu veel duidelijker kunnen (en moeten!) antwoorden op uw vraagstelling. U kunt vervolgens met de zieke medewerker effectief aan de slag met de re-integratie.

20 vragen aan de bedrijfsarts

Om u handvaten te geven, benoem ik hieronder een aantal vragen die u kunt stellen aan de bedrijfsarts. Het gaat hierbij om vragen die gesteld kunnen worden bij de eerste melding, maar ook bij tussentijdse evaluaties.

 Recht op loondoorbetaling:

  • Is er sprake van medische arbeidsongeschiktheid?
  • Is de ziekte opzettelijk door de medewerker veroorzaakt?
  • Heeft de medewerker door eigen toedoen genezing belemmerd of vertraagd?
  • Heeft de medewerker recht op loondoorbetaling?

Aansprakelijkheid derde of aanspraak op uitkering:

  • Is de arbeidsongeschiktheid veroorzaakt door het handelen of nalaten van een derde?
  • Kunt u aangeven of voor de medewerker recht bestaat op een (versnelde) wettelijke uitkering (Ziektewet, WAO, WIA)?

Werkzaamheden:

  • Welke mogelijkheden resteren nog voor het verrichten van werkzaamheden?
  • Welke belemmeringen zijn er ten aanzien van de werkzaamheden?
  • Kunt u aangeven wat de verwachte duur is van de belemmeringen?
  • Is de oorzaak van de arbeidsongeschiktheid werk gerelateerd?

Conflictsituaties:

  • Indien u bemiddeling adviseert, op welke manier draagt dit dan bij aan een duurzame oplossing?
  • Indien u een andere soort interventie adviseert, kunt u dan toelichten welke effecten hiervan te verwachten zijn?
  • Is het conflict de (enige) oorzaak van de medische arbeidsongeschiktheid?

Behandelmethoden:

  • Is een behandeling door de huisarts en/of specialist noodzakelijk om genezing te bespoedigen?
  • Zijn er alternatieve behandelmethoden beschikbaar, die effectiever zijn dan de behandelmethoden die de medewerker nu volgt?
  • Kan een vakantie bijdragen aan het herstel en zo ja, onder welke voorwaarden? (vooral relevant als de zieke medewerker zelf op vakantie wil)

Vervolg:

  • Wanneer dient de medewerker zich opnieuw naar uw spreekuur te begeven voor een nieuwe evaluatie van voorgenoemde vragen?
  • Kunt u een opbouwschema adviseren?
  • Hoe hebben de belemmeringen en mogelijkheden zich ontwikkeld sinds de laatste evaluatie?
  • Is het gehanteerde opbouwschema nog passend?

Door: Christiaan Witteman, Heron Healthcare, adequate P&O oplossingen voor de zorg.

Christiaan Witteman

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
Raymon Bots

Bedrijfsvoering van een mondzorgpraktijk: alles draait om effectiviteit!

Mondzorgpraktijken krijgen net als andere ondernemingen te maken met veel veranderingen. Hoe moeten zij de bedrijfsvoering hier op aanpassen? Moeten zij hun efficiency vergroten? dental INFO sprak met Raymon Bots, mede-eigenaar van administratie- en advieskantoor In Account. Volgens hem draait het om effectiviteit.

Kun je je voorstellen?

Mijn naam is Raymon Bots, ik ben 47 jaar en heb ruim twintig jaar ervaring in de accountancy. Tien jaar geleden heb ik samen met twee anderen InAccount opgericht. Ik merkte dat de markt een andere dienstverlening van zijn boekhouder/accountant verlangde dan het traditionele verwerken. Ik wilde het ‘Scrooge-imago’ doorbreken. Dit is goed gelukt door onder andere de dienstverlening tegen vaste tarieven aan te bieden. Hierdoor hebben we nu ruim 225 mkb-cliënten, operationeel in alle branches en van groot tot klein.

Van origine ben ik een bedrijfseconoom, maar ik heb ook de opleidingen voor controller en accountant (AA) voltooid. Ik voer echter geen enkele titel, aangezien ik daarin geen toegevoegde waarde zie voor mijn klanten. Belangrijker is dat je de juiste kennis hebt en kunt sparren met je klant op alle vlakken, zowel zakelijk als privé. Dit laatste vooral omdat het thuisfront een gedegen fundament moet zijn om succesvol te kunnen ondernemen.

Je hoort wel zeggen dat mondzorgpraktijken met veel veranderingen te maken krijgen. Waar lopen ze tegenaan?

Vaak wordt vergeten dat het runnen van een mondzorgpraktijk gewoon te vergelijken is met elke andere onderneming. Mondzorgpraktijken hebben dus ook allemaal te maken met allerlei externe invloeden. Sommige wetswijzigingen bijvoorbeeld hebben grote gevolgen voor een praktijk. Invoering van de AVG is zo’n wijziging die best veel invloed heeft gehad, omdat verzekeringen gekoppeld zijn aan burgerservicenummers.

Wat wel specifiek is voor de mondzorg, is dat de regulering van de tarieven de laatste jaren steeds is veranderd: van vaste prijzen naar vrije prijzen, dan weer naar vaste prijzen enzovoort. Verder kan ik niet echt iets herkennen, wat specifiek is voor de branche.

Er zijn tandartsen die aangeven dat ze steeds meer tijd kwijt zijn aan het managen van de praktijk. Doen zij iets fout of brengt de huidige tijd dat gewoon met zich mee?

Het klopt dat ze meer tijd nodig hebben voor het managen. In principe doen ze helemaal niets fout. De markt verandert in het algemeen steeds sneller. Gebruik van social media zorgt er bijvoorbeeld voor dat je bijna alles direct hoort, terwijl daar vroeger veel langer over werd gedaan. De beeldvorming van patiënten is dus ook anders dan bijvoorbeeld tien jaar geleden.

Voor de crisis was het mogelijk om menig onderneming te sturen op basis van efficiency (kosten/baten). Ik heb echter altijd aangegeven dat het gaat om effectiviteit. Efficiency is namelijk hiervan een onderdeel.

Kun je dit toelichten?

Bedrijfseconomisch kun je de effectiviteit van een onderneming meten aan de hand van vier pijlers, namelijk:

  • flexibiliteit: de mogelijkheid om je organisatie aan te passen aan veranderende marktomstandigheden;
  • efficiency: de kosten-batenanalyse;
  • satisfactie: het ‘goed in je vel zitten’, de balans dus tussen privé en zakelijk;
  • externe behoeftevoorziening: klantgerichtheid in de ruimste zin van het woord.

Het begrip effectiviteit is dus heel breed. De opleiding van specialisten, medisch of anderszins, is niet gericht op al deze facetten. Zeker in de crisisjaren en daarna is het beheersen van al deze pijlers echter essentieel geworden. Dit vergt wel een investering van tandartsen om het ‘nieuwe ondernemen’ te leren. Praktijkhouders die dit al hebben opgepakt, gaan nu langzaamaan ook de vruchten ervan plukken.

Hoe moeten mondzorgpraktijken dit dan toepassen?

Het belangrijkste is dat je tegenwoordig niet meer kan sturen op alleen kosten. Je moet alle verschillende pijlers in de gaten houden om een succesvolle onderneming te runnen. In de crisisjaren zag je dat veel ondernemers aan de noodrem gingen trekken voor hun uitgaven. Ik heb altijd gezegd dat niet te doen. Wel het gas loslaten en beetje bijremmen, maar gewoon blijven investeren. Natuurlijk alleen als het financieel gezien mogelijk was, soms trok een bank aan de noodrem. Bedrijven die dit hebben gedaan, profiteren nu het meest van de economische groei. Bedrijven die dit (wel of niet bewust) hebben nagelaten, hebben het vaak nu nog steeds moeilijk. Ze zijn van de trein gestapt en moeten nu alles inhalen. Aangezien de ontwikkelingen zich sinds 2015 zeer snel opvolgen, is dat een hele zware opgave.

Gaan mondzorgpraktijken steeds bedrijfsmatiger werken?

Ze moeten wel, of ze willen of niet. Je merkt wel in welke levensfase een praktijkhouder zit. Iemand die zijn pensioen in het vizier heeft, kijkt anders naar alles dan iemand die net komt kijken met een nieuwe praktijk.

Je merkt ook de invloed van franchise-concepten. Hierdoor krijg je automatisch een ‘splitsing’ in de markt. Franchise past niet bij iedereen, maar is wel interessant voor dat deel van de markt die het bedrijfsmatige onderdeel wil ‘uitbesteden’. Het andere deel van de markt gaat meer zelfstandig aan het werk met de eerder genoemde effectiviteitspunten.

Hoe kan je als mondzorgpraktijk je kosten beheersen en je winst vergroten?

Je moet dus niet alleen naar de kosten kijken! Ik praat dan ook niet over winst, maar over rendement. Op internet kan je meer dan 25 definities terugvinden over het begrip rendement. Natuurlijk heb je het financieel rendement. Om deze te beheersen dien je een langetermijnvisie te ontwikkelen en goede managementinformatiesystemen in te voeren. Dit zorgt er voor dat je de combinatie met de andere pijlers van effectiviteit goed kan doorvoeren. Er bestaan namelijk heel veel verbanden tussen alle onderdelen. Bijvoorbeeld dat als het hele team goed in zijn vel zit (dus de pijler satisfactie), er meer betrokkenheid is. Er zullen minder fouten gemaakt worden, wat kostenverlagend werkt. Met een flexibele instelling binnen het team kan de hele onderneming gemakkelijker aanpassingen doorvoeren tegen lagere kosten, wat weer meer winst oplevert. En door samenwerkingen te creëren op verschillende vlakken, kunnen sommige kosten gedeeld worden.

Dit zijn slechts een aantal verbanden. Je moet wel altijd in je achterhoofd houden dat sommige aanpassingen moeilijker zijn door te voeren door externe factoren zoals de krapte op de arbeidsmarkt of verplichtingen van overheidswege.

Heb je nog tips voor mondzorgpraktijken?

Als een praktijkhouder zich wil gaan herstructureren, dan is de eerste stap een zogenaamde nulmeting maken. Kijk dus waar je nu staat: financieel, operationeel, privé, echt alles. Daarna moet ook een langetermijnvisie worden bepaald: wel of niet groeien/uitbreiden, investeren, ‘klaarmaken’ voor overdracht aan familie of derden, enzovoort.

Er volgt dan een actieplan met welke stappen er wanneer genomen moeten worden om het doel te bereiken. Tussentijdse evaluatie dient er voor te zorgen dat men niet blind een kant op gaat. Zoals aangegeven verandert de externe markt erg snel en deze veranderingen vergen soms enige bijsturing.

Interview door Yvette in ’t Velt met Raymon Bots, mede-eigenaar van InAccount voor belastingzaken, administratie en advisering.

Lees meer over: Financieel, Ondernemen, Opinie, Thema A-Z
Controle op hepatitis B binnen mondzorgpraktijken

Controle door IGJ op hepatitis B binnen mondzorgpraktijken

Tandartsen hebben nog niet genoeg aandacht voor de bescherming tegen hepatitis B-infecties, zegt de IGJ. Daarom zal de inspectie de komende tijd bij toezichtbezoeken meer aandacht vragen voor het voorkomen van dit soort infecties.

Inspectiebezoeken voor controle op hepatitis B

De inspectie zal de komende tijd bezoeken brengen bij minimaal 30 tandartspraktijken om te controleren of het personeel dat patiënten behandelt, ingeënt is tegen hepatitis B. Als blijkt dat medewerkers niet beschermd zijn tegen hepatitis B, mogen zij geen behandelingen meer uitvoeren totdat dit geregeld is. Werken in de sterilisatieruimte mag ook niet meer, omdat daar de kans op prikaccidenten groot is. Een besmet instrument zou dan in de schone keten kunnen komen.

Wat is hepatitis B?

Hepatitis B is een infectieziekte met hoog risico op besmetting en kan leiden tot een ontsteking aan de lever. De infectie wordt over het algemeen veroorzaakt door een virus en komt voor in bloed, sperma, voorvocht en vaginaal vocht. Hepatitis B wordt meestal overgedragen door onveilig seksueel contact, via bloed, of rond een bevalling van moeder op kind. Een hand, knuffel of het drinken uit iemands kopje koffie kan dus niet zorgen dat hepatitis B wordt overgedragen. Over het algemeen valt zowel tijdelijke als chronische hepatitis B goed te behandelen. In de meeste gevallen is medicatie hiervoor niet nodig.

Meldingsplicht hepatitis B

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft, net als voor een aantal andere infectieziektes, een meldingsplicht ingeschakeld voor hepatitis B. Op het moment dat het dragen van hepatitis B niet wordt gemeld kan dit leiden tot een wettelijke maatregel, leidend tot een verbod op beroepsuitoefening. De symptomen van hepatitis B worden toegelicht op de website van RIVM.

Vaccinatieplicht voor werkgever

Tandartspraktijken zijn verplicht om ervoor te zorgen dat het personeel dat patiëntgebonden contact heeft, gevaccineerd is tegen hepatitis B en dit kan laten zien.

Bron:
IGJ
RIVM

Lees meer over: Ondernemen, Personeel
6 stappen bij het verkopen van de tandartspraktijk

6 stappen bij het verkopen van de tandartspraktijk

Bent u van plan om binnenkort uw tandartspraktijk te verkopen? Dat is een belangrijke stap en kan een grote uitdaging zijn. Door te weten wat er te wachten staat kan het proces makkelijker worden. In dit artikel worden zes belangrijke stappen toegelicht die gevolgd zouden moeten worden bij het verkopen van de tandartspraktijk.

  1. Begrijp uw rol

Voordat u begint met de verkoop van de praktijk is het belangrijk om te weten welk doel u hiermee hoopt te bereiken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan financiële onafhankelijkheid, pensioen, minder werkuren of het willen bereiken van een hogere klinische rol. Het is belangrijk voor potentiële kopers om hiervan op de hoogte te zijn.

  1. Zorg dat alle papieren klaar zijn

Op het moment dat het besluit om te verkopen vaststaat, is het fijn als het proces zo snel mogelijk kan verlopen. Hiervoor is het belangrijk om al de benodigde papieren gesorteerd te hebben, om er zeker van te zijn dat alle benodigdheden aanwezig zijn.

  1. Bereid de werknemers voor

In dit stadium van het verkoopproces is het niet per sé noodzakelijk om de werknemers al in te lichten over een eventuele verkoop. Het is echter wel belangrijk om ervoor te zorgen dat de verkoop hen zo weinig invloed op hen zal hebben. Zorg dat alle contracten up-to-date en getekend zijn, en dat alle voorwaarden waarvoor zij hebben getekend aanwezig zijn.

  1. Kies een advocaat

Van begin af aan is het belangrijk om goed juridisch advies over belangrijke beslissingen en overeenkomsten met potentiële kopers te kunnen inwinnen bij een advocaat. Het is daarom raadzaam om tijdig een advocatenkantoor te kiezen die kennis heeft van de industrie, en daardoor in staat is om passend advies te geven. Vraag bijvoorbeeld eens rond bij collega’s die hetzelfde hebben doorstaan.

  1. Wees eerlijk en duidelijk

Alles wat er niet wordt verteld op het moment dat de verkoopprijs wordt opgemaakt kan hier een negatief effect op hebben. Wees daarom direct zo eerlijk mogelijk over eventuele minpunten van de praktijk, om later veel gedoe te kunnen voorkomen.

  1. Wees realistisch in het stellen van verwachtingen

Bij het verkopen van een tandartspraktijk zal iedereen in het proces voorstander zijn van een snelle en efficiënte verkoop. Wees echter voorbereid op eventuele vertragingen in het proces om frustraties te voorkomen en de tijdlijn niet in de war te schoppen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Financieel, Ondernemen