De beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst door mondzorgprofessionals

Patiënten kunnen vrij eenvoudig een behandelingsovereenkomst met hun zorgverlener opzeggen. Andersom is het een stuk lastiger: mondzorgverleners kunnen slechts onder bepaalde omstandigheden de behandelingsovereenkomst met een patiënt opzeggen. Om welke omstandigheden gaat het?

Specifiek voor tandartsen bestaat de notitie ‘Het beëindigen of niet-aangaan van een behandelingsovereenkomst’. Deze notitie is nog steeds actueel en gebaseerd op de KNMG-richtlijn ‘Niet-aangaan of de beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’.

Gewichtige redenen

De wet bepaalt dat het opzeggen van de behandelingsovereenkomst alleen kan als sprake is van ‘gewichtige redenen’. Maar wanneer is er sprake van ‘gewichtige redenen’ ? In de notitie worden de navolgende situaties benoemd:

  • De patiënt gedraagt zich herhaaldelijk onheus of agressief jegens de tandarts of andere praktijkmedewerkers;
  • De patiënt weigert aan de behandeling mee te werken;
  • De tandarts heeft een aanmerkelijk belang bij het beëindigen van de behandelingsovereenkomst en wel zodanig dat voortzetting van de overeenkomst redelijkerwijs van hem niet kan worden gevergd;
  • Tussen de patiënt en de tandarts bestaan ernstige meningsverschillen over de behandeling of de behandelmethode;
  • De tandarts en/of zijn team lijden schade doordat de patiënt zich regelmatig (jegens derden) negatief uitlaat over de tandarts en/of zijn team;
  • De patiënt weigert voortdurend de rekening te betalen.

Zorgvuldigheidseisen

Ook indien bovenstaande ‘gewichtige redenen’ zich voordoen kan de behandelingsovereenkomst alleen worden opgezegd na het in acht nemen van een aantal zorgvuldigheidseisen. Deze eisen luiden als volgt:

  1. de tandarts dringt herhaaldelijk aan op verandering van het gedrag, laat weten wat het wenselijke gedrag is en wijst op de consequenties die volgen indien het gedrag niet verandert;
  2. de tandarts waarschuwt de patiënt de behandelingsovereenkomst te zullen beëindigen als het gedrag niet verandert of als plichten niet worden nageleefd. Deze waarschuwing wordt op schrift gesteld en aan de patiënt toegezonden;
  3. de tandarts beëindigt de behandelingsovereenkomst met een opgave van redenen en bevestigt deze schriftelijk aan de patiënt met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand. Deze opzegtermijn kan alleen anders zijn indien deze zowel door tandarts als patiënt is geaccordeerd en schriftelijk is vastgelegd;
  4. de tandarts dient aan dossieropbouw te doen met betrekking tot het voornemen om de behandelingsovereenkomst te beëindigen;
  5. de tandarts zal behulpzaam moeten zijn bij het zoeken naar alternatieven voor zorg;
  6. de tandarts zal opgebouwde patiëntgegevens, na toestemming van de patiënt, aan de nieuwe behandelaar verstrekken;
  7. de tandarts zal de patiënt acute tandheelkundige hulp, zoals vastgelegd in de richtlijn ‘Opvang tandheelkundige spoedgevallen buiten praktijkuren’ blijven voortzetten of ervoor zorgen, in overleg met de patiënt, dat de hulp door een andere tandarts wordt verleend.

Uitzonderingsgevallen: onmiddellijke beëindiging

Slechts in uitzonderlijke/ernstige gevallen kan een behandelingsovereenkomst met onmiddellijke ingang worden beëindigd. Gedacht kan worden aan situaties waarbij sprake is van grensoverschrijdend gedrag, zoals lichamelijk geweld zoals slaan, spugen en/of dreigen met geweld om een behandeling af te dwingen. Doet een van deze omstandigheden zich voor dan zal de tandarts de patiënt mondeling moeten aangeven dat de behandelingsovereenkomst direct wordt beëindigd en daarbij de reden vermelden. Ook in dit geval blijft de tandarts verplicht acute hulp te geven of te organiseren. De beëindiging, de reden daarvoor en alternatieven van zorg moeten schriftelijk aan de patiënt worden bevestigd.

Illustratief: tuchtuitspraak

Uit het voorgaande volgt al wel dat de tandarts niet simpelweg kan overgaan tot het beëindigen van de behandelovereenkomst. De vraag of een zorgverlener terecht tot het beëindigen van een behandelingsovereenkomst is overgegaan, is regelmatig voorgelegd aan één van de tuchtcolleges. Illustratief is de volgende casus.
Een tandarts heeft in oktober 2011 een praktijk overgenomen. De patiënt was schriftelijk van de overname op de hoogte gebracht. Op 1 december 2009 had de patiënt voor de laatste keer een halfjaarlijkse controle laten verrichten. Op 28 februari 2012 werd de patiënt aangeschreven en werd benoemd dat hij al twee jaar niet bij de tandarts was geweest. Ook werd de patiënt uitgenodigd tot het maken van een afspraak binnen een, in de brief, genoemde termijn en werd aangegeven dat hij – mocht hij niet reageren – zou worden uitgeschreven als patiënt. Toen de patiënt niet reageerde, telefoontjes niet opnam en ook niet reageerde op zijn voicemail, werd hij uitgeschreven als patiënt.
Op 26 september 2012 heeft de patiënt contact opgenomen met de praktijk. De kroon van de patiënt was afgebroken: hij had geen pijnklachten maar wilde wel een afspraak. De praktijkmedewerker gaf aan dat de patiënt was uitgeschreven en een andere tandarts moest zoeken. Vervolgens diende de patiënt een tuchtklacht in jegens de tandarts. Het tuchtcollege heeft deze klacht gegrond verklaard:

“ Naar het oordeel van het college heeft verweerder de behandelovereenkomst met klager beëindigd zonder dat er sprake was van een gewichtige reden als hiervoor genoemd in de notitie van de NMT. De door verweerder ter zitting aangevoerde reden, namelijk dat hij geen patiënten in zijn praktijk wil hebben die niet binnen de gebruikelijke controletermijnen komen, omdat die patiënten juist vaker in verband met klachten met een spoedeisend karakter komen en derhalve de praktijkvoering sneller verstoren, acht het college geen gewichtige reden. […]. De klacht is derhalve gegrond.”.

Aan de tandarts werd een waarschuwing opgelegd.

Tot slot

Er is niet snel sprake van gewichtige redenen op grond waarvan de opzegging van een behandelingsovereenkomst gerechtvaardigd is. Slechts in een bepaald beperkt aantal gevallen is een zogenoemde ‘gewichtige reden’ aanwezig. Bovendien dient de tandarts, indien de tandarts van mening is dat sprake is van gewichtige redenen, aan allerlei zorgvuldigheidseisen te voldoen vóór de overeenkomst ook daadwerkelijk kan worden opgezegd. Waakzaamheid en zorgvuldige afweging van de (juridische) posities van de tandarts en de patiënt is dus geboden.

Door:
Daniël Post en Lisette Greebe – advocaten, zorgmakelaars en juridisch adviseurs bij Eldermans|Geerts

 

 

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Richtlijnen, Wet- en regelgeving