QLF krijgt declaratiecode NZa

Preventieve diagnostiek met QLF krijgt declaratiecode van NZa

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft haar goedkeuring gegeven aan het declareren van de toepassing van preventieve diagnostiek QLF. Nederland is daarmee het eerste land ter wereld dat deze op preventie gerichte diagnostiek formeel toelaat in de tandheelkundige zorg.

Wat is QLF?
QLF staat voor Quantitative Light-induced Fluorescence. Het is, in tegenstelling tot röntgen, een volkomen veilige, optische techniek die het fluorescentiebeeld vastlegt dat ontstaat als het gebit met blauw licht met een piekgolflengte van 405nm wordt belicht. Het cariësrisico van een patiënt is sterk verbonden met de rode fluorescentie die verschijnt bij bacteriële activiteit in tandplaque, tandsteen, kauwoppervlakken, beginnende caviteiten en rondom sealants en vullingen. Met deze preventieve diagnostiek kan beginnende cariës ontdekt en preventief behandeld worden vóórdat onomkeerbare restauratieve ingrepen nodig zijn. Deze diagnostiek maakt veranderingen zicht- en meetbaar zodat er een objectieve basis is voor behandelkeuze en -evaluatie, ook in samenspraak met de patiënt. Daardoor heeft het gebruik van QLF een positieve invloed op de betrokkenheid en compliance van patiënten.

Preventieve mondzorg
In de afgelopen jaren is de in Nederland ontwikkelde techniek uitgegroeid tot de nieuwe internationale standaard voor fundamenteel klinisch onderzoek naar cariës en mondgezondheid. Onbekendheid met en het ontbreken van een door de overheid goedgekeurde declaratiecode stonden de introductie in de klinische tandheelkundige zorg in de weg. Voor de fabrikant van QLF, Inspektor Research Systems uit Bussum, en tandarts Dr. Hans van Dam was het aanleiding om een verzoek bij de Zorgautoriteit in te dienen voor een nieuwe verrichting in de tariefbeschikkingen tandheelkundige en orthodontische zorg.

Codes M01 en F724
De NZa is echter tot de conclusie gekomen dat het niet nodig is een nieuwe verrichting toe te voegen aangezien het gebruik van QLF onder de noemer preventieve mondzorg valt. De NZa heeft, na consultering van de beroepsorganisaties, verzekeraars en consumentenorganisaties, schriftelijk bevestigd dat het gebruik van de QLF-apparatuur door middel van prestatie M01 (preventieve voorlichting en/of instructie) en voor de orthodontische behandeling via prestatie F724 declarabel is. Daarbij gaat het om de tijdsinvestering die nodig is voor “het maken, vastleggen en analyseren van QLF-opnamen in combinatie met het bespreken hiervan met de patiënt of diens ouder(s)/verzorgers(s).” In de huidige toelichting bij verrichting M01 en F724 wordt een aantal voorbeelden genoemd. De NZa zal QLF-diagnostiek daar als voorbeeld aan toevoegen.

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z
Diagnostiek van psychische problemen

Diagnostiek van psychische problemen

Een kwart van de Nederlanders heeft een psychische stoornis. Een patiënt kan zich vreemd gedragen in de mondzorgpraktijk, maar wanneer is dit gedrag of zijn de klachten die de patient presenteert buitenproportioneel en is er mogelijk sprake van een onderliggend psychisch probleem? Met behulp van een classificatie-methode kunt u hier achter komen.

Pluis versus niet-pluis
Een kwart van de Nederlanders vertoont kenmerken van een psychische stoornis. Een patiënt kan zich vreemd gedragen in de mondzorgpraktijk, maar wanneer is dit gedrag buitenproportioneel en is er sprake van een onderliggend psychisch probleem? Of bepaald gedrag buitenproportioneel is, kan op verschillende dimensies worden beoordeeld. Belangrijk is daarbij:
1. Hoe groot is het persoonlijk lijden?
2. In welke mate is het dagelijks functioneren beperkt?
3. Staat het beschreven in het psychiatrisch handboek, de Diagnostic and Statistical Manual (DSM)?

Classificatie psychische aandoening
Een psychisch gezonde patiënt functioneert normaal. Daarna volgen de patiënten die wel klachten en of problemen hebben maar geen psychische stoornis. Deze mensen moeten onderscheiden worden van mensen waarbij wel sprake is van een psychische stoornis. Hoe kunnen we een psychische aandoening bij iemand classificeren? Hiervoor kunnen de volgende zes stappen worden gebruikt.

Stappen

Stap 1
Is er sprake van een cognitieve stoornis, zoals een geheugenstoornis, of een beneveld bewustzijn? Voorbeelden zijn dementie, gebruik van medicatie, gebruik van drugs/alcohol.

Stap 2
Is er sprake van psychotische kenmerken? Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen wanen (zoals betrekkingswanen, paranoïde wanen, grootheidswanen) en hallucinaties (zoals gehoorhallucinaties, gezichtshallucinaties, reukhallucinaties, haptische hallucinaties etc.).

Stap 3
Is er sprake van een depressieve stemming of een depressie?
Hieronder vallen:
– Unipolaire depressie: de patiënt is neerslachtig, somber, heeft geen energie en geen plezier meer in de dingen die hij/zij doet. Omdat deze mensen vaak niet goed voor zichzelf kunnen zorgen, kan dit zich uiten in een slechte mondhygiëne, slechte motivatie voor zelfzorg en een droge mond (ten gevolge van de antidepressiva).
– Bipolaire depressie: Hierbij treden er (soms sterke) schommelingen op in de bovengenoemde symptomen.

Stap 4
Is er sprake van gewichtsverandering of abnormaal eten? Voorbeelden zijn eetstoornissen zoals anorexia nervosa en boulimia nervosa. In de mond kan dit zichtbaar zijn door:
– Sterk verkorte voortanden ten gevolge van slijtage.
– Tanderosie op vlakken waar tanden geen contact met elkaar maken.
– Mucosale irritaties, droge mond, duizeligheid, misselijkheid, verward gedrag.

Stap 5
Gaat het om onverklaarde lichamelijke klachten?

Dit zijn onder andere:
– (Somatoforme) pijnstoornis: Er presenteren zich klachten waarbij geen oorzaak gevonden kan worden, oftewel pijnklachten die niet somatisch kunnen worden verklaard. Patiënten kunnen worden herkend doordat ze sterk gepreoccupeerd zijn met hun pijnklachten, ook zijn er vaak allerlei behandelingen uitgevoerd zonder resultaat. Psychische problemen en stress wordt als het ware ‘vertaald’ in een somatische (pijn)klacht. Bij deze patiënten is het beter om als tandarts zo min mogelijk te doen.

– Conversiestoornis: Bij deze stoornis is er geen gevoel meer op een bepaalde plaats, er is sprake van uitval van een zenuw. Er kan sprake zijn van verlammingen, spraakstoornissen of blindheid. Ook de pseudo-epileptische aanval (PNEA) valt onder deze groep. Vaak door de stoornis veroorzaakt door een trauma in de jeugd.

– Ongedifferentieerde somatoforme stoornis, waaronder kokhalzen. Kokhalzen kan goed behandeld worden indien het trauma-gerelateerd is (en het trauma dus kan worden verwerkt). In andere gevallen lukt de behandeling (gewenning) soms wel en soms niet, en kan een somatische oorzaak vaak niet worden gevonden.

Stap 6
Angst

Voorbeelden zijn:
– Er zijn wel 67 soorten potentiële angstwekkende stimuli (objecten en situaties) in de tandartspraktijk waar mensen met angst op kunnen reageren: geluid van de boor, extracties, wortelkanaabehandelingen
– Een aparte categorie: Kokhalsfobie, slikfobie, braakfobie
– Bloed-letsel-injectie fobie. Kenmerkend is de (aangeboren) bloeddrukdaling. Om te voorkomen dat een patiënt met deze fobie flauw valt, is het belangrijk om echt alle spieren te laten aanspannen. Door het aanspannen van de spieren wordt de bloeddruk namelijk zodanig verhoogd dat flauwvallen niet meer mogelijk is.

Conclusie
Goede diagnostiek is onmisbaar voor een goed behandelplan. Dat geldt zeker voor de psychische kant van de patiënt.
– Laat je leiden door je ‘pluis versus niet-pluis gevoel’.
– Laat je informeren over de patiënt (boek, internet, psycholoog, psychiater) en de beste aanpak.
Verwijs naar de huisarts indien de problematiek niet op tandheelkundige gebied ligt.

Prof. dr. Ad de Jongh
Ad de Jongh, tandarts en gz-psycholoog, is als bijzonder hoogleraar ‘angst en gedragsstoornissen in de tandheelkundige praktijk’ verbonden aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) en als honorary professor aan de School of Health Sciences van Salford University in Manchester (UK). Daarnaast is hij verbonden aan de Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT), is hij hoofdopleider van de postinitiële opleiding tot tandarts-angstbegeleiding en heeft hij een privépraktijk gespecialiseerd in de behandeling van psychotrauma.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Ad de Jongh tijdens het congres Diagnostiek van Bureau K alker.

 

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z

Tips voor het up-to-date houden van uw EHBO kennis

Regelmatige praktische training is nodig voor het handhaven van de kennis en vaardigheden van EHBO en reanimatie. Gelukkig zijn medische noodgevallen niet een alledaagse gebeurtenis in een mondzorgpraktijk, maar het is toch belangrijk dat u in staat bent om snel en effectief op een medische noodsituatie te reageren mocht deze zich voordoen.

Medische noodgevallen
Veel mondzorgprofessionals blijken bij een noodsituatie meestal de klassieke fight-of-flight reactie te vertonen. Dit leidt tot angst, prikkelbaarheid en verwarring waardoor we mogelijk minder goed op de situatie reageren dan we zouden willen. Dit ligt niet gebrek aan kennis of vaardigheden, maar waarschijnlijk door gebrek aan ervaring. Oefenen is daarom heel belangrijk om uw vaardigheden aan te scherpen en uw kennis efficiënter toe te passen.

Oefening baart kunst

  • Leer het toepassen van de ABCDE-methodiek. Di is een gestructureerde methode om een slachtoffer te benaderen tijdens een hulpverlening. In de ABCDE wordt gekeken naar de luchtwegen (Airway), ademhaling (Breathing), actief bloedverlies (Circulation), bewustzijn (Disability) en lichaamstemperatuur (Exposure).
  • Oefen hoe u snel en veilig medicijnen, zuurstof en intramusculaire injecties kan toedienen.
  • Oefen reanimatie (CPR) en het gebruik van automatische externe defibrillatoren (AED) met behulp van poppen.
  • Om goed voorbereid te zijn op noodsituaties is het nodig vooraf een helder protocol af te spreken. Ontwikkel deze protocollen en zorg dat deze makkelijk toegankelijk zijn.
  • Oefen als team regelmatig simulatieoefeningen van medische noodsituaties. Neem voldoende tijd om dit kritisch te beoordelen en eventueel procedures aan te passen.
  • Zorg dat u en uw team regelmatig praktische EHBO-trainingen bijwonen om jullie kennis en vaardigheden up-to-date te houden.

Bron:
dentistry.co.uk 

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z

Medische diagnostiek bij de tandarts: hoe ver moet je gaan?

De tandarts wordt tegenwoordig 6 jaar opgeleid als mondarts. Geneeskunde komt dus steeds vaker in de mondzorg terug. Is het zinnig dat u zich als tandarts ook gaat bezighouden met medische diagnostiek?

Verslag van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het ANT congres Dental Studie Update.

Problematiek per leeftijdscategorie
Tijdens haar presentatie kwamen alle leeftijdscategorieën langs met hun eigen problematiek, want de tandarts maakt de groei van het gezin mee. Zelfs de ongeboren vrucht heeft in de toekomst misschien al met mondzorg te maken. De gebitselementen worden immers dan al aangelegd.

Kinderen
Bij kinderen moeten we de meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld in acht nemen. Alhoewel niet alle tandartsen goede ervaringen hebben met de bereikbaarheid van het bureau.

Pubers en jongeren
Bij pubers moeten we waakzaam zijn op obesitas. De relatie met cariës is aangetoond, niet alleen het effect van de suikers maar ook de obesitas zelf heeft invloed op de mondgezondheid.

Bij jongeren die seksueel actief zijn, kunnen we de gevolgen van een SOA soms in de mond terugvinden, zoals plekjes op de tong bij syfilis en een witte tongzijde bij HIV.

Volwassenen
Plotselinge veranderingen van de gingiva – roodheid en verdikken – kunnen een teken zijn van diabetes. Van Diermen haalde hierbij een casus aan van een 45-jarige vrouw. Tegenwoordig staat in de richtlijn van de huisartsen dat zij de mond dienen te inspecteren. Maar helaas is de huisarts hier nauwelijks in geschoold. Gelukkig komt er bij artsen wel steeds meer aandacht voor de relatie tussen de mond en de algehele conditie. Ze haalde hierbij een onderzoek aan over cardiologen en hun kennis rondom parodontitis.

Ouderen
Van Diermen kwam bij het station ‘ouderdom’, dat met gebreken komt. De anamnese is bij ouderen erg belangrijk. Een 75-plusser neemt gemiddeld vijf keer zoveel medicatie dan een jongere. Van Diermen opperde dat het aanschaffen van een IRN-meter – voor het meten van de snelheid van bloedstolling – voor in de praktijk wellicht een idee is. Zo kan je meten of een element zonder risico op nabloeding geëxtraheerd kan worden. Ook een glucosemeter kan zelf aangeschaft worden.

Toekomst
Van Diermen sloot af met de toekomst: In de toekomst kan zelfs via het speeksel medische diagnostiek bedreven worden. Ook de patiënt zelf kan over apps beschikken waarbij hij zelf zijn (medische) conditie bij houdt. Misschien ligt hier ook de toekomst van de mondhygiëne? Op de markt zijn al elektrische tandenborstels te vinden die via blue tooth werken. De mondarts kan ook zelf apps te raden slaan om kennis te vergaren zoals via de EHBO app en de dental prescribing app.

Dr. Denise van Diermen studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1995 is ze werkzaam als universitair docent bij de vakgroep Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziektenleer en Medisch Tandheelkundige Interactie (MTI) van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), waar ze het onderwijs verzorgt in de MTI en verantwoordelijk is voor de medische begeleiding van medisch complexe patiënten. Tevens geeft ze frequent lezingen en nascholingen voor tandartsen en mondhygiënisten.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
Prognosetool

Prognosetool: duidelijk en snel een beeld over de prognose van een tand

In sommige gevallen is het lastig een uitspraak te doen over de prognose van een gebitselement. Is een gebitselement verloren of is het element nog een behandeling waard? Er is nu een speciale prognosetool in ontwikkeling waarmee er duidelijk en snel een beeld geschept kan worden over de prognose van de tand.

Prognosetool
In sommige gevallen is het lastig een uitspraak te doen over de prognose van een gebitselement. Is een gebitselement verloren of is het element nog een behandeling waard? Een patiënt wil graag weten hoe een behandeltraject er uit gaat zien en hoeveel dit traject ongeveer gaat kosten. Het gebitselement moet worden bekeken vanuit verschillende tandheelkundige deelaspecten. Vervolgens kan er een profiel geschetst worden over de prognose van het element, het behandeltraject en de voorwaarden voor dit traject om een optimaal resultaat te verkrijgen.
Om dit te realiseren is er nu een speciale prognosetool (ontwikkeld door het FSfE vzw) waarmee er duidelijk en snel een beeld geschept kan worden over de prognose van de tand. De prognosetool is ontwikkeld om een prognose te kunnen geven op lange termijn waarbij er rekening gehouden wordt met de restauratieve en parodontale aspecten. Het doel is om duidelijk te kunnen communiceren met de patiënt. De patiënt moet weten wat en hoe groot zijn of haar probleem is. Dit wordt gevisualiseerd aan de hand van ‘stoplichtkleuren’. De prognosetool ‘stelt’ verschillende vragen en deze kunnen samen met de patiënt ingevuld worden.

Factoren
Om een goede voorspelling te kunnen doen over de prognose van een gebitselement wordt er rekening gehouden met patiënt-gerelateerde factoren en element-gerelateerde factoren. Hieronder volgt een opsomming.

Patiënt gerelateerde factoren

1. Medische status
Deze bestaat uit fysieke factoren zoals de DETI-score en systemische factoren. De aanwezigheid van bijvoorbeeld diabetes mellitus kan invloed hebben op de prognose van het gebitselement.

2. Tandbederf
Dieet, mondhygiëne, aanwezigheid van agressieve bacteriën en het hebben van een droge mond bepalen het risico.

3. Overbelasting
Aanwezigheid van hoektandgeleiding is cruciaal om de prognose van de overige gebitselementen te verbeteren.

4. Gebitsafbouw
Motivatie van de patiënt en zijn of haar financiële mogelijkheden spelen hierbij een rol.

5. Positie en occlusie
Indices om ernst van de positie en occlusie te bepalen is de IOTN-score.

– Score 1: Perfecte positie en occlusie.
– Score 2: Er is sprake van een kleine afwijking zonder echte gevolgen.
– Score 3: Er is sprake van een grotere afwijking maar er is nog steeds een goede prognose.
– Score 4 of 5: De gebitsafwijking moet eerst behandeld worden omdat er anders problemen ontstaan.

Tand gerelateerde factoren
Deze factoren zijn onder te verdelen in de volgende groepen: tandweefsel, bot en tandvlees en het wortelkanaal.

1. Tandweefsel
Pericervicaal weefsel
Het pericervicale weefsel is het gebied van 5 millimeter boven tot en met 5 millimeter onder botniveau. Dit gebied is cruciaal voor een goede prognose van het element.

Biologische breedte
De biologische breedte is de regio twee millimeter boven het botniveau. Wanneer dit deel onbeschadigd is dan kun je gegarandeerd netjes werken en een goede restauratie maken. Wanneer dit niet het geval is, dan is het raadzaam om het element te extruderen of een klinische kroonverlenging uit te voeren zodat er een biologische breedte gecreëerd wordt.

Ferrule
De ferrule is de omvattingsmogelijkheid van het gebitselement. Er is sprake van voldoende ferrule indien deze een millimeter dik en twee millimeter hoog is en er minimaal 50% van deze wand aanwezig is. De gebitselementen die aan deze voorwaarde voldoen, hebben een goede prognose. De ontwikkeling van de hechttechniek heeft dit concept echter wel veranderd. Wanneer er te weinig ferrule is, moet er overwogen worden om een extra behandeling uit te voeren om meer ferrule te creëren. Zonder ferrule is het element namelijk niet restaureerbaar.

Laterale articulatiekrachten
Vooral laterale krachten kunnen gevolgen hebben voor de dentitie, dit geldt in mindere mate voor verticale krachten. Elementen in het front worden dus voortdurend ongunstig belast en hier is dan ook automatisch meer tandweefsel/ferrule nodig om een betere prognose te kunnen garanderen. Voor de bovenkaak geldt dat de linguale wand van de frontelement erg belangrijk is. Voor het onderfront is dit met name de buccale wand.

2. Bot en tandvlees

De conditie van het parodontium wordt bepaald aan de hand van de DPSI-score.
– Score 0,1,2: Geen probleem.
– Score 3,4: Er is sprake van een probleem, er moet behandeld worden.

Aan de hand van verschillende factoren zoals de locatie van het element (boven- versus ondermolaar), pocketdiepte (hoe dieper de pocket hoe hoger de score), aanwezigheid van een furcatie, mobiliteit, rookgedrag, aanwezigheid van diabetes mellitus en de leeftijd van de patiënt wordt er een totaalscore bepaald.

3. Het wortelkanaal
Hiervoor wordt de DETI-score gebruikt. Aan de hand van deze score kunnen de elementen in de volgende groepen worden ingedeeld:

–  Makkelijk te behandelen/ gunstige prognose
   Het element is vitaal, er bestaan geen klachten.

–  De behandeling vereist ervaring
Er zijn bijvoorbeeld krommingen aanwezig, kanalen zijn nauwelijks zichtbaar op de röntgenfoto of er is sprake van extreem
lange wortels.

Specialistische behandeling
Dit is vereist bij o.a. grote krommingen, het uitvoeren van herbehandelingen, niet zichtbare kanalen, interne resorptie en
grote restauraties. Bij deze behandeling is een microscoop vereist.

Onder voorbehoud behandelen
Dit is het geval indien er sprake is van afgebroken vijlen, zilverpunten, een reeds uitgevoerde apexresectie of externe
resorptie.

–  Het element is verloren
Dit zijn gebitselement met een barst in de wortel.

Prognosetool: De uitslag
Het verslag kan opgeslagen worden en indien gewenst naar de patiënt gestuurd worden. De uitslag wordt weergegeven in een ‘stoplichtkleur uitslag’. Voor de patiënt wordt zichtbaar of het nog zin heeft om in het element te investeren. Met de prognosetool kan geen garantie worden gegeven; het uitgangspunt is het geven van een goede lange termijn prognose.

In ontwikkeling
De prognosetool is inmiddels beschikbaar voor iPad in de Appstore.

Luk Daneels is tandarts. Zijn interesse in de endodontologie werd geprikkeld in de VS. Hij startte zijn eigen algemene praktijk en werkte daarnaast in andere praktijken. De wortelkanaalbehandeling werd zijn specialisme. Sinds 2009 werkt hij uitsluitend op verwijzing, waarbij hij zowel de wortelkanaalbehandeling als de directe opbouw van de tand voor zijn rekening neemt. Hij is voorzitter van de Flemish Society for Endodontology (FSfE).

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Luk Daneels tijdens het najaarscongres van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z
Diabetes

Donderdag 14 november Wereld Diabetes Dag

Donderdag 14 november is het Wereld Diabetes Dag. Er wordt dan wereldwijd aandacht gevraagd voor diabetes. Mensen met diabetes hebben ook vaak problemen met hun tanden en tandvlees.

Ontdekking insuline
Wereld Diabetes Dag wordt elk jaar gevierd ter gelegenheid van de geboortedag van de onderzoeker die insuline ontdekte in 1922. Dankzij deze ontdekking is diabetes geen dodelijke ziekte meer.

Geld inzamelen
Door heel Nederland worden vele acties gevoerd om geld in te zamelen voor onderzoek naar diabetes. Zo houden basisscholen flesseninzamelingsacties en staan er in veel kantines op de toonbank een collectebus.

Bron:
Diabetesfonds

Lees meer over: Actueel, Diagnostiek, Thema A-Z
snoep

Campagne gestart: een maand lang suikervrij leven

Bezorgd over het gebrek aan kennis rond suikerconsumptie, heeft een Britse mondzorgverzekeraar een campagne gelanceerd. De campagne moedigt de Britten aan om de hele maand september suikervrij te eten. Suiker heeft schadelijke gevolgen voor de algemene gezondheid en mondgezondheid. De hoeveelheid suiker dat wordt geconsumeerd heeft namelijk grote invloed op tandbederf.

Suikerproducten
De Britse mondzorgverzekeraar, Denplan, heeft meer dan 2000 Britten een survey laten invullen met vragen over suiker. Hieruit blijkt dat veel mensen geen idee hebben in welke producten suiker zit. Zo denkt 21% dat chocola geen suiker bevat, en maar liefst 47% denkt dat er geen suiker zit in wijn en bier. Verder denkt men dat de volgende producten geen suiker bevatten:
– Vruchtensap (38%)
– Snoep (20%)
– Warme chocolademelk (30%)
– Fruit (40%)
– Koolzuurhoudende dranken (20%)
– Sportdrank (26%)
– Energiedrankje (28%).

Campagne

Op de campagne website van Denplan staat informatie over verborgen suikers in onze voeding en over de gezondheidsrisico’s die in verband staan met suikerconsumptie. Door een paar veranderingen kan men de dagelijkse suikerinname verminderen, dat dus bevorderlijk is voor de algemene gezondheid en mondgezondheid.

Bron: Dentistry.co.uk dentistry.co.uk

Lees meer over: Actueel, Diagnostiek, Thema A-Z

Ontdek voortijdig keelkanker, veroorzaakt door het HPV virus

HPV-16 test Prevo-Check

In de oropharynx komen steeds meer HPV 16 gerelateerde kankers voor. Dit deel van de mond is niet visueel zichtbaar voor de tandheelkundig behandelaar bij een routinecontrole.

Feiten over keelkanker veroorzaakt door het humaan papillomavirus (HPV)

In 2020 krijgen naar verwachting meer mannen keelkanker door het HPV virus dan vrouwen baarmoederhalskanker krijgen door het HPV virus.

Keelkanker komt 3 keer zoveel voor bij mannen als bij vrouwen

HPV keelkanker begint vooral bij mannen vanaf 40 jaar

Het virus type 16 is verantwoordelijk voor meer dan 90% van de HPV gerelateerde keelkankers

De kanker wordt vrijwel altijd in een laat stadium ontdekt, pas nadat duidelijke klachten optreden zoals opgezwollen lymfklieren, aanhoudende heesheid of slikproblemen

In Nederland onderzoekt de Gezondheidsraad of jongens net als meisjes preventief gevaccineerd moeten worden tegen HPV

Vroegtijdige ontdekking met de HPV-16 L1 bloedtest

Via een eenvoudige en pijnloze bloedtest kan de tandheelkundig behandelaar in 15 minuten vaststellen of bij de patiënt antistoffen tegen het HPV 16 virus aanwezig zijn.

Een positieve uitslag geeft met een betrouwbaarheid van 99,5% aan dat er sprake is van een virus-infectie met het risico op al veranderende cellen en daarmee kans op een voorstadium van kanker respectievelijk tumoren.

De patiënt met een positieve testuitslag dient regelmatig te worden gecontroleerd en doorverwezen te worden (in overleg) naar de kaakchirurg of KNO-arts voor verder onderzoek.

HPV gerelateerde keelkankers kunnen nu in een voortijdig stadium worden ontdekt, waardoor de overlevingskansen en gevolgen voor de patiënt veel gunstiger zijn.

Tandartsen en mondhygiënisten spelen een cruciale rol in de preventie van mond-en keelkanker

Door visueel de mondholte controleren op afwijkingen die mogelijk duiden op aanwezigheid van mondkanker veroorzaakt door roken of alcohol.

Door de HPV-16 L1 bloedtest kunnen voortijdig HPV gerelateerde keelkankers eerder worden ontdekt en behandeld.
Mannen vanaf 40 jaar zouden het best voor zo’n bloedtest, door de tandheelkundige behandelaar, benaderd kunnen worden.

 

Lees meer over: Diagnostiek, Producten

Inschatting van risico essentieel voor effectieve behandeling van cariës en tanderosie

“Een effectieve en doelmatige behandeling begint bij een goede risicoschatting”, stelt Marie-Charlotte Huysmans. Niet zo zeer om geen laesie te missen, maar om een goed preventieplan op te kunnen zetten en uit te voeren. Of om juist te bedenken dat er geen / nauwelijks preventie nodig zal zijn voor de individuele patiënt. De meeste werkzaamheden in de praktijk zijn standaard; aandacht voor risico ontbreekt met regelmaat. Voor zorg op maat is inschatting van het individuele risico essentieel.

Niet te veel preventie
“We weten allemaal dat een vulling niet helpt tegen cariës”, sprak Huysmans en ze kreeg direct bijval vanuit de zaal. Geen of te weinig preventie is geen goede manier van mondzorg bedrijven. Maar te veel preventie inzetten is dat ook niet. “U moet niet alles als risico zien, niet uit de bocht vliegen.” Een voorbeeld van te veel preventie is bij elk kind fluoride appliceren. Er is dan niet gekeken of het individuele kind daadwerkelijk (verhoogd) risico loopt op cariës. Het is erg duur om bij ieder kind elk half jaar fluoride te appliceren terwijl het individuele kind misschien wel helemaal geen cariës had ontwikkeld. Dat is dus te veel preventie; het is te duur. Bekijk daarom eerst of een kind een verhoogd risico loopt, want daarmee wordt preventie doelmatiger. Door risicoschatting wordt preventie duurzaam.

Hoe in te schatten?
Hoe schat u het risico in? Bij erosieve slijtage is dat erg lastig: vroegdiagnostiek is moeilijk, maar nog moeilijker is het vast te stellen of er daadwerkelijk (verhoogde) progressie van de slijtage is, of dat het proces wellicht al stilstaat. Het risico op erosie is dus voorlopig nog moeilijk in te schatten. Voor het inschatten van het risico op cariës zijn daarentegen vele modellen ontwikkeld. Zowel risicofactoren (zoals plaque) als risico-indicatoren (bijvoorbeeld bestaande laesies of SES) kunnen gebruikt worden voor het voorspellen van cariës. Onderzoek naar sensitiviteit en specificiteit van de verschillende instrumenten die hiervoor zijn ontwikkeld leidt niet tot een eenduidige conclusie dat één van deze factoren beter zou zijn dan een andere. Over het algemeen zijn risicofactoren slechte voorspellers van cariës. Huysmans liet enkele instrumenten om risico in te schatten de revue passeren. Veel methodes waren arbeidsintensief en/of onhandig. “Heeft u eindelijk alles ingevuld, dan wordt er geen uitslag gegeven. U moest zelf een conclusie bedenken zonder daarbij een handvat te krijgen.” Het kan simpeler.

Cariësverleden
Eigenlijk is de beste voorspeller of er in het (recente!) verleden sprake was van cariës. “Bekijk dus of er sprake is van nieuwe en/of actieve cariëslaesies. “ Hierbij haalde Huysmans de adviezen van het Ivoren Kruis aan. In dat systeem wordt cariësactiviteit gekoppeld aan het volgen van het basisadvies cariëspreventie, om tot een risicoschatting te komen. Bijzonder daarbij is dat de cariësactiviteit doorslaggevend is, en dat als die activiteit wordt geconstateerd bij een patiënt waarbij alle risicofactoren (plaque, voeding, fluoride) juist op groen staan, men concludeert dat er sprake is van een zeer hoog risico. Deze patiënt is juist heel gevoelig voor het ontwikkelen van cariës en heeft extra preventieve middelen nodig.

Meer is niet altijd beter
Het is niet altijd nodig om alle preventiemiddelen uit de kast te halen die er maar zijn, ook niet bij een hoog risico. Ook dan moet op doelmatigheid worden gelet. Het Nexo-model richt zich vooral op het geven van voorlichting, van poetsles. Volgens het Ivoren Kruis kan het uitvoeren van dit model tot 70% cariësreductie zorgen. Gewoon Gaaf van het Ivoren Kruis is op dit model geïnspireerd.

Mevrouw prof.dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans studeerde tandheelkunde van 1982 tot 1987 in Nijmegen. Daar promoveerde ze in 1992 op een vitro onderzoek naar mechanisch gedrag van plastische stiftopbouwen. Daarna volgde ze een omschakeling naar de cariologie,met als bijzonder aandachtsgebied de diagnostiek van cariës. Momenteel ligt de nadruk op diagnostiek en preventie van (secundaire) cariës en erosie, en op de kwaliteit van restauratieve zorg in de algemene praktijk. Na een periode van 10 jaar waarin zij hoogleraar Conserverende Tandheelkunde was in Groningen, is zij sinds september 2008 hoogleraar Cariologie en Endodontologie in Nijmegen. De opleiding van mondhygiënisten in de preventieve en operatieve cariologie heeft haar bijzondere aandacht.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van mevrouw prof.dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans tijdens het NVM-voorjaarscongres.

Lees meer over: Cariës, Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z

Vernieuwing hypodontie website

Cobijt heeft een nieuwe website gelanceerd met als doel het verzamelen van gegevens over hypodontie, het congenitaal ontbreken van tanden. In de database van de website kunnen behandelaars als tandartsen MFP, orthodontisten, kaakchirurgen en andere mondzorgverleners onder meer de ontbrekende elementen, het geslacht, de geboortedatum, het eventuele syndroom en eventuele schisis invoeren.

Het doel van de vastlegging van de gegevens is het mogelijk maken van gedegen onderzoek om zo de expertise op het gebied van diagnostiek en behandeling van patiënten met ernstige hypodontie naar een hoger niveau te tillen.

Inloggen kan met de gegevens waarmee de behandelaar is ingeschreven bij het BIG-register. Uit de ontbrekende elementen wordt een zogenaamde TAC-score gevormd. Uiteraard worden de namen van de betreffende patiënten niet in de database opgenomen.

Bron: NVGPT

Lees meer over: Diagnostiek, Thema A-Z

Eerste tandartspraktijk start met Oral Cancer Scanner

In november startte Tandheelkundig Centrum de Leyens als eerste tandartspraktijk in Nederland met de Oral Cancer Scanner Velscope / Orall ID.

Controle
Tijdens elke controle worden patiënten zowel klinisch als met de lamp gecontroleerd op voortekenen van mondziekten als mondkanker. Bij twijfel worden patiënten na twee weken weer opnieuw gecontroleerd en indien nodig verwezen naar de kaakchirurg voor een diagnose.

Vroegtijdig
De Velscope is een fluorescerende lamp die abnormaliteiten in de cellen kan aantonen. Gezond weefsel kleurt groen, terwijl abnormale cellen zwart blijven. Dit biedt de tandarts de mogelijkheid om vroegtijdig bij abnormaliteiten door te kunnen verwijzen waardoor in geval van mondkanker vroegtijdig behandelingen kunnen worden ingezet.

Uitzending RTL Medical Travel
Op 27 december 2014 wordt tijdens het programma RTL Medical Travel op RTL 4 om 15.00 uur een item uitgezonden over het gebruik van de Velscope in de praktijk van Tandheelkundig Centrum de Leyens.

HPV16 test
Verder biedt tandheelkundig Centrum de Leyens de patiënten aan op de HPV16 type test van Prevocheck af te nemen. Zo weten de behandelaars en de patiënt of het virus actief in het lichaam aanwezig is, wat de kans op mondkanker aanzienlijk verhoogd. Ook deze test wordt tijdens het programma besproken en uitgevoerd.

Bron:
www.Velscope.com
www.Maxdent.nl

Lees meer over: Actueel, Bedrijven, Diagnostiek, Thema A-Z

OralID: Nieuwe lamp voor vroege ontdekking van mond- en keelkanker

De OralID is een nieuwe draagbare lamp die speciaal is ontwikkeld als hulpmiddel voor oraal onderzoek naar afwijkingen van het slijmvlies. De fluorescerende technologie maakt het mogelijk om weefselveranderingen in de mond te ontdekken voordat ze met het blote oog zichtbaar zijn.

HPV virus
In de afgelopen 10 jaar is het aantal mensen met mond-en keelkanker met de helft gestegen door een nieuwe hoogrisicofactor naast het gebruik van tabak of alcohol: het Humaan Papillomavirus 16 (HPV). Dit virus veroorzaakt voornamelijk keelkanker bij mannen vanaf 40 jaar. HPV gerelateerde keelkankers ontstaan vooral bij de amandelen en de tongbodem. Dit zijn delen van mond die lastig toegankelijk zijn voor het blote oog waardoor eerste signalen van voorstadia kunnen worden gemist.

Te laat
Bij twee van de drie mensen wordt mond-en keelkanker te laat ontdekt, waardoor de 5-jaarsoverleving minder dan 50% is en de patiënt blijvend last heeft van problemen met spreken, slikken, eten en ademen.

OralID
Bij gebruik van de OralID zal gezond weefsel groen oplichten, terwijl afwijkende cellen zwart zullen kleuren. Het onderzoek met de lamp duurt 2 minuten en kan het verschil zijn tussen een voortijdige ontdekking of een te late ontdekking van mond-en keelkanker.

De OralID is ontwikkeld door het bedrijf Forward Science uit Texas, USA. De OralID is geëvalueerd in 2014 door 36 tandartsen in 1.622 behandelingen voor het vakblad Dental Advisor. Tandartsen gaven de lamp de hoogste evaluatiescore van 5 sterren.

Verkrijgbaar
OralID is CE-geregistreerd. De lamp is verkrijgbaar voor 1.295,00 euro excl. btw, inclusief trainingsmateriaal, 2 brillen en filter voor het maken van foto’s. Er zijn geen disposables nodig. De OralID wordt in de Benelux aangeboden door het nieuwe bedrijf Maxdent B.V. uit Geldrop. Maxdent is speciaal opgericht om tandheelkundige behandelaars te ondersteunen bij de vroege ontdekking van mond-en keelkanker.

Lees meer over: Diagnostiek, Producten

LabOral en Blue Clinics slaan handen ineen voor schoon water in de praktijk

Twee partijen die tandartspraktijken ondersteunen op het gebied van infectiepreventie slaan de handen ineen. Blue Clinics, een initiatief van Nikinc Dental, is sinds 2012 actief op de markt met de oplossing voor de beheersing van waterkwaliteit. Zij zijn nu een samenwerkingsverband aangegaan met de specialist in microbiologische diagnostiek, LabOral. Beide bedrijven hebben een gemeenschappelijk doel voor ogen: een totaaloplossing voor schoon water in de praktijk.

Onderschat
De problematiek van vervuild water in tandartspraktijken wordt zwaar onderschat. In theorie zou spoelwater dezelfde kwaliteit als drinkwater moeten hebben.Uit onderzoeken blijkt echter dat bij meer dan 60% van de tandheelkundige units het water niet aan de drinkwaternorm voldoet. Zorgwekkend is dat kennelijk de huidige voorzorgsmaatregelen zoals protocollen en (interne) desinfectie niet afdoende zijn om de waterkwaliteit op peil te krijgen en te houden.

Totaaloplossing: preventie, monitoring en reiniging

Daarom bieden de twee bedrijven nu gezamenlijk onder de naam Blue Clinics een totaaloplossing voor waterkwaliteit in de praktijk. De samenwerking van Blue Clinics en LabOral is een logische stap voor beide bedrijven. LabOral, dat al bijna 25 jaar actief is in de microbiologische diagnostiek van orale infecties en Legionella, is qua kennis en kwaliteiten een uitstekende aanvulling op de producten en services van Blue Clinics. De wetenschappelijke en technische aspecten zijn nu samengevoegd waardoor het volledige speelveld van deze ingewikkelde materie wordt bestreken.

Testen
Blue Clinics biedt nu diverse gecertificeerde testen om de waterkwaliteit te monitoren, zoals een watertest om het aantal aerobe waterbacteriën te controleren en een specifieke Legionella test. Ook wordt een risico-inventarisatie met legionellabeheersplan geboden.

Reinigingsoplossing
Naast monitoring en preventie kan de tandheelkundig professional ook bij Blue Clinics terecht voor een uitgebreide reinigingsoplossing, zowel beperkt (unit) als uitgebreid (praktijk of gebouw). Hiervoor heeft Blue Clinics een eigen reinigingsmiddel ontwikkeld dat bij een verontreiniging wordt ingezet om de bron van bacteriën (de biofilm) te verwijderen – zonder toevoeging van chemicaliën aan het water. Kortom, Blue Clinics biedt een totaaloplossing van A tot Z en ontzorgt daarmee de tandheelkundige praktijk.

Lees meer over: Bedrijven, Diagnostiek, Infectiepreventie, Veiligheid

Moeilijke kanaalbehandeling: opnieuw openen voor resultaat

Voor een succesvol behandelresultaat is de endodontische opening een essentiële stap. Endodontische diagnostiek door aanvullend optisch onderzoek wordt door endodontoloog Walter van Driel Intra Coronale Diagnostiek (ICD) genoemd. Met deze kijkoperatie wordt beoogd het element intern toegankelijk te maken voor visuele inspectie, het stellen of bevestigen van de diagnose en het inschatten van de moeilijkheidsgraad van de behandeling en de haalbaarheid ervan. Van Driel adviseert: ‘kijk in het element in plaats van enkel röntgenfoto’s te maken voor diagnostiek en behandeling’. U kunt een endo-kijkoperatie uitvoeren bij een persisterende infectie in het wortelkanaal, een her-infectie van het wortelkanaal of een persisterende apicale infectie.

Intra Coronale diagnostiek

Bij intra coronale diagnostiek wordt gekeken naar:

  1. Cariës
  2. Defect restauratie
  3. Tertiair dentine, pulpastenen
  4. Pulpaweefsel
  5. Isthmus
  6. Wortelkanaalvulling
  7. Perforatie
  8. Resorptie
  9. Obliteratie
  10. Verticale fractuur
  11. Fragment afgebroken instrument

Endodontische missers

Lengteverlies
Lengteverlies van de kanaalpreparatie is de basis van veel endodontische missers. Vaak is dit ontstaan door een ledge in het kanaal. Om weer op lengte te komen, kan een NiTi-vijl worden voorgebogen om zo langs de ledge te komen. Als er sprake is van een beperkte mondopeningen, kunt u het beste lange instrumenten gebruiken.

Kanaalvulling
Er zijn verschillende technieken om een kanaalvulling te verwijderen. Dit kan onder andere met roterend instrumentarium, hedstrom vijlen, vlechttechiek en ultrageluid.

Positie vijl
Bij een afgebroken vijl is het succes afhankelijk van de positie van de vijl in het kanaal: hoe dichterbij de apex des te lastiger. U kunt kijken in welke fase de vijl is afgebroken. Er kan besloten wordt de vijl te laten zitten, als deze op het einde van de behandeling afbreekt bij de apex (Ungerechts et al. 2014, Ward et al. 2013). Het is belangrijk dat u de patiënt uitleg geeft over de situatie en prognose.

Efficiëntie en doelmatigheid

Efficiëntie en doelmatigheid in de endodontie wordt verkregen door:

  • Gebruik van rubberdam
  • Kennis over de anatomie van de pulpaholte
  • Gebruik van een behandelmicroscoop
  • Goede reiniging en vormgeving

Walter van Driel studeerde van 1977 tot 1984 tandheelkunde aan de UvA. Van 1997-2005 was hij universitair docent endodontologie op het ACTA. Daarnaast heeft hij diverse functies vervuld binnen de NVvE en NMT. Hij is van diverse wetenschappelijke verenigingen lid en tevens Fellow van het International College of Dentists (ICD). Sinds 1986 heeft hij een verwijspraktijk voor endodontologie. Walter geeft veel lezingen en cursussen over endodontologie. Hij is eigenaar van het CIDE in Den Haag, een cursuscentrum voor praktische cursussen, met name op het gebied van de endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, van het congres De endodontische misser van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Congres ‘Diagnostiek in de praktijk’

31 oktober 2014, Amsterdam RAI

Patiënten met een chronische ziekte, een knobbelfractuur, periapicale radiolucenties, kaakgewrichtsklachten, beginnende cariëslaesies, psychische problemen of een ongezond parodontium, u komt ze dagelijks tegen in uw praktijk. In acht lezingen van 40 minuten vertellen de sprekers u wanneer u extra moet gaan opletten

Inhoud
Door het congres ‘Diagnostiek in de praktijk’ loopt een rode draad: In acht lezingen van 40 minuten vertellen de sprekers u wanneer u extra moet gaan opletten. Wanneer gaat u wel een behandeling inzetten en wanneer (nog) niet? Is de parodontale status van uw patiënt ineens veel slechter? Kan ik beginnende cariës vroegtijdig herkennen en de patiënt aanzetten tot gedragsverandering? Is een gebarsten element nog te redden en neem ik een 2D of een 3D röntgenopname? Begin ik direct een endo of wacht ik rustig af? Is mijn patiënt gezond en hoe is zijn of haar psychische gemoedstoestand?

De sprekers hebben voor u een goed gestructureerde congresdag samengesteld. Diverse diagnostische vraagstukken, waarmee u dagelijks te maken heeft, worden tijdens het congres besproken. Zowel de theoretische achtergronden als heel praktijkgerichte informatie zullen uitgebreid aan de orde komen.

Acht bekende specialisten op hun vakgebied geven u genoeg stof tot nadenken. Over beslissingen die u bij iedere patiënt steeds weer neemt om de juiste diagnose te stellen. De basis voor iedere tandheelkundige (be)handeling. Een volle dag over onderwerpen die met bijna elke patiënt raakvlakken hebben. Een dag die u als tandarts of mondhygiënist niet wilt missen.

De sprekers en de titels van de lezingen

  • Dr. Denise van Diermen
    Medische diagnostiek
  • Prof.dr. Ad de Jongh
    Diagnostiek van (onderliggende) psychische problemen
  • Dr. Jules Hesse
    Diagnostiek van kaakgewrichtsklachten
  • Jan Berghmans
    Diagnostiek van fracturen: hoofdbrekens over barsten en breuken
  • Dr. Guus van Strijp
    Cariësdiagnostiek: waarom wachten op cavitatie?
  • Dr. Dick Barendregt
    Parodontale diagnostiek: hoe diep moet het probleem worden?
  • Dr. Erwin Berkhout
    Diagnostiek met straling, 2D en 3D beeldvorming
  • Michiel de Cleen
    Endodontische diagnostiek: snel ingrijpen of rustig afwachten?

Het congres wordt georganiseerd door Bureau Kalker.

Meer informatie en inschrijven

Lees meer over: Diagnostiek, Kennis, Scholing, Thema A-Z
diagnostiek bij pijn

Diagnostiek bij pijn

Bij pijn is de diagnose het allerbelangrijkste: het voorkomt overtreatment of een verkeerde behandeling. Waar moet u op letten bij de diagnosestelling? Verslag van de lezing van tandarts-endodontoloog Machteld Siers.

Pijn
Er zijn twee soorten pijn:

  1. Nociceptieve pijn: normale pijn die het meest bekend is, waarbij er een direct verband is tussen de stimulus en de respons.
  2. Neuropatische pijn: pathologische pijn, waarbij er een discrepantie is tussen de stimulus en de respons en er neurologische symptomen zijn.

Machteld Siers sprak tijdens het TP congres ‘Endo meets Resto’ over de nociceptieve pijn.

Diagnose
Het stellen van een diagnose van pijn bij een endodontische behandeling is het allerbelangrijkste. Het voorkomt overtreatment of zelfs een verkeerde behandeling. Voordat een diagnose is gesteld, kan geen behandeling plaatsvinden.

Onderdelen
Diagnostiek bestaat uit meerdere onderdelen:

1. Specifieke anamnese 
– Waar?
Locatie van de pijn
– Sinds wanneer?
Groot verschil tussen sinds korte of al langere tijd
– Wanneer?
Warm, koud, bij kauwen of aanraking
– Interval en frequentie van de pijn
– Is het element te hoog?
– Verandert de pijn?
Als de pijn na behandeling niet vermindert, kunt u zich afvragen of de goede diagnose is gesteld

2. Extra-oraal onderzoek
    – Zwelling
– Littekens
– Fistels
– Kaakgewricht

3. Intra-onderzoek
    – Slijmvliezen
– Mucosa
– Gingiva: sonderen is een zeer belangrijk onderdeel. Zijn er pockets?
– Conditie van de elementen: mobiliteit, restauraties, verkleuringen

Een luisterend oor en gezond verstand zijn daarnaast belangrijke aspecten van de diagnostiek. Vaak kan al een diagnose op basis hiervan gesteld worden en dient het onderzoek erna als bevestiging van deze diagnose. Zoek echter niet alleen naar bevestiging van wat je na het luisteren aanvankelijk denkt, maar ook naar het tegenovergestelde. Denk om de instinkers!

4. Testen
    – Percussie
– Koude en warmte
– Proefpreparatie
– Bijttest: ‘cracked tooth’, met behulp van een fract-finder
– Lokaal anesthesie

Alles gecombineerd resulteert dit in de diagnose.

Koude Warmte Percussie X-foto
Reversibel ++ +/-
Pijnlijk irreversibel +++ ++ +/-
Irreversibel met parodontitis apicalis +/- +/- + +/-
Parodontitis apicalis +++ +

De irreversibele pulpitis gecombineerd met parodontitis apicalis is een overgangsgebied, waarbij het element a-vitaal wordt, maar er nog lang niet altijd iets zichtbaar is op de röntgenfoto. Het element kan dan ook niet eenduidig op de testen reageren.
Bij de parodontitis apicalis is het belang van sonderen en vitaliteit testen groot. Er kan immers worden gedacht een gecombineerd paro-endo-probleem. Bij een puur parodontaal probleem is het element te allen tijde vitaal. Indien een element sensibel reageert: blijf eraf! Een endodontische behandeling heeft dan geen toegevoegde waarde.

Cervicale externe resorbtie
Een aparte diagnose, waarover nog veel te weinig bekend is. Zo weten we nog niet hoe het ontstaat en wat triggers zijn in het ontstaan hiervan. Er zijn nog geen causale verbanden gelegd. Dit maakt de diagnostiek ook lastig. Het wordt vaak pas te laat ontdekt en herkend, waardoor het betreffende element verloren is.

De pulpa blijft gezond, vitaal en normaal reversibel reageren. Het begint vaak diep, waardoor het intra-oraal niet te diagnosticeren is en röntgenfoto’s vereist zijn, maar ook hierop is het lastig zichtbaar. Het betreft een wolkerig beeld in tegenstelling tot cariës. Als het wel hoog zit, is het te herkennen aan een roze plek cervicaal op het element. Dit komt, omdat het bloed en granulatieachtig weefsel bevat. Hierbij onderscheidt het zich dus ook duidelijk van cariës.
Het is meestal solitair aanwezig, maar er is ook een casus bekend waarbij 12 elementen door resorbtie aangetast waren. Het maken van een status is slechts een momentopname, het komt immers bijna nooit tegelijk voor bij meerdere elementen.

CBCT
We zijn helaas vaak nog beperkt in onze diagnostiek. Op onze 2D-foto’s is lang niet altijd alles zichtbaar. CBCT kan hier uitkomt bieden, echter de straling is nog erg hoog bij deze techniek. Ook kan iets zichtbaar op de CBCT niet altijd één op één vertaald worden naar een diagnose door strooistraling. Per patiënt moet duidelijk aan de hand van het ALARA-principe bekeken worden of deze techniek een toegevoegde waarde kan hebben bij de diagnostiek.

Machteld Siers deed tandartsexamen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen (KUN). Haar werk als praktijkmedewerker in een algemene praktijk combineerde zij met een beroepsdifferentiatie tot tandarts-endodontoloog. In september 1999 heeft zij het examen tot tandarts-endodontoloog met succes afgelegd. Vanaf die tijd werkt zij als tandarts-docent, verbonden aan de vakgroep Preventieve en Curatieve Tandheelkunde van de Radboud Universiteit Nijmegen. Hier verzorgt zij zowel studentenonderwijs als PAO. Hiernaast voert zij sinds 1999 een verwijspraktijk voor endodontologie.

Verslag door Amée Swart, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Machteld Siers tijdens het TP congres Endo meets Resto

 

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Verhoog het succes van uw praktijk met de DIAGNOcam

De KaVo DIAGNOcam is de nieuwe methode voor cariësdiagnostiek, die de tand gebruikt als een lichtgeleider en een live beeld op uw beeldscherm creëert.  Hiermee identificeert u aanwezige cariëslaesies en cracks met gemak.

Whitepaper over KaVO DIAGNOcam
Ontdek de economische integratie en de overtuigende patiëntcommunicatie van deze nieuwe methode voor cariësdiagnostiek met de whitepaper serie over de KaVo DIAGNOcam. Leer van andere DIAGNOcam gebruikers hoe u dit instrument kunt gebruiken, promoten en ervan kunt profiteren in uw eigen praktijk. In de eerste whitepaper kunt u lezen over 3 DIAGNOcam gebruikers die hun methodes presenteren om de DIAGNOcam succesvol en winstgevend in uw praktijk te integreren.

Download de whitepaper






 

Lees meer over: Apparatuur, Diagnostiek, Producten
implantaat

Implantologie: Diagnostiek, indicatiestelling en behandelplanning

Orale implantologie is niet meer is weg te denken als mogelijke behandeloptie voor uw patiënt. Als tandarts algemeen practicus treedt u op als regisseur. Hoe houdt u controle? Wat delegeert u? Wat doet u zelf? Congresverslag over diagnostiek, indicatiestelling en behandelplanning bij implantologie.

Verslag van de lezingen van prof. dr. Marco Cune, prof. dr. Henny Meijer, prof. dr. Daniël Wismeyer tijdens het congres Implantologie 2013 van Bureau Kalker. Het lezingenprogramma omvatte alles wat u moet weten over implantologie. Zo kunt u uw patiënt begeleiden bij de verwijzing en ervoor zorgen dat u de regie over de behandeling behoudt.

Waar let u op als er een implantaat geïndiceerd is?

  • Verwachtingen van de patiënt
  • Algemene gezondheid
  • Parodontale status (parodontitis in het verleden)
  • Mondhygiëne en compliance van de patiënt
  • Roken
  • Craniofaciale en skeletale groei
  • Mondopening

Enkelvoudig diasteem
Een implantaatgedragen kroon is de eerste keus bij een enkelvoudig diasteem (NTvT december 2012 door: H.J.A. Meijer, M.S. Cune). Voor het behandelresultaat van een implantaat in het front speelt de esthetische prognose een belangrijke rol. Het is afhankelijk van de zachte weefsels en het onderliggende bot hoe de interdentale papillen eruit gaan zien. De afwezigheid van bot vergroot de kans op ‘black triangle’.

Vanaf 18 jaar
Uit onderzoek blijkt dat mensen levenslang in zekere mate doorgroeien. Een implantaat gedraagt zich als een ankylotisch gebitselement en groeit niet mee waardoor een infra-occlusie ontstaat. Dit is een risico voor het esthetisch resultaat van implantaten in de frontregio. Prof. dr. Meijer adviseert een minimum leeftijd van 18 jaar voor implanteren.

Dimensie voor het implantaat
Bij het plaatsen van het implantaat zijn de implantaatpositie en asrichting van belang. In het bijzonder in het front. Het maken van een proefopstelling en vervaardigen van een boorsjabloon zijn hierbij onontbeerlijk.

Dimensie voor prothetiek
Voor de bepalen van de vormgeving van de constructie is het essentieel een prothetisch ontwerp te maken. Voor de behandelplanning zult u studiemodellen moet vervaardigen, waarbij u een proefopstelling maakt en de occlusie en articulatie bepaalt.

Diameter
Bij implantaten in het front gaat de voorkeur uit naar direct implanteren vanwege behoud van de buccale botlamel. De buccale botlamel resorbeert sowieso, maar bij direct implanteren in mindere mate. Bij frontimplantaten wordt gebruik gemaakt van een normale diameter.

Er is een mindere tendens naar grote implantaten, in de molaarregio in de bovenkaak is hiervoor soms een indicatie.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen implantaten:
1. Implantaten geplaatst op bothoogte (voor kronen op implantaten)
2. Implantaten geplaatst op gingivahoogte (voor overkappingsprotheses op implantaten)

Risicoanalyse voor de esthetische regio

  • Liplijn
    Een lage liplijn waarbij de interdentale papillen niet getoond worden is een lager risico dan een hoge liplijn met zichtbare papillen.
  • Gingiva biotype
    Bij een dun gingiva type is de kans groter op recessies, dan bij een dik gingivatype.
  • Vorm tandkroon
    Rechthoekige tanden hebben een grotere kans op papil vorming omdat zij vaak een dik gingiva type hebben. Dit in tegenstelling tot driehoekige tanden.
  • Ontsteking bij implantaatregio
    Ontstekingen hebben een negatieve invloed op de harde en zachte weefsels.
  • Botniveau buurelement
    Bij een oorspronkelijk botniveau is er een grotere kans op papilvorming.
  • Restauraties in de sulcus van de gingiva
    Kans op recessie van de gingiva.
  • Grootte van het diasteem
    1 tand of meerdere tanden vervangen. Tussen twee implantaten ontbreekt vaak de botpiek, waardoor men niet hoeft te verwachten dat er een interdentale papil wordt gevormd.
  • Is de te vervangen tand nog aanwezig?
  • Soft tissue anatomie
    De zachte weefsel worden ondersteund door het onderliggende bot.
  • Botvolume
    Het esthetische resultaat voor de lange termijn is afhankelijke van voldoende horizontaal en verticaal botvolume.

Edentate onderkaak
Patiënten met een edentate onderkaak hebben vaak gebrek aan retentie en stabiliteit van de conventionele gebitsprothese. Bij edentate patiënten is toepassing van twee implantaten in de onderkaak eerste keus. Door deze behandeling neemt het kauwvermogen niet significant toe, maar zijn patiënten wel tevredener.

Verzekeringsaspecten implantaatbehandeling
Een behandeling met implantaten is kostbaar: de prijs voor een implantaat met kroon ligt tussen de €2000 en €2300. In geval van trauma kan de patiënt recht hebben op vergoeding vanuit de basisverzekering. In de meeste gevallen moet het implantaat echter zelf betaald worden of wordt een gedeelte vergoed vanuit de aanvullende verzekering.

De prothetische behandeling van de edentate patiënt wordt, op de eigen bijdrage na, na machtiging vergoed vanuit de basisverzekering. Mogelijke argumenten voor een vergoeding uit de basisverzekering zijn:

  1. Geresorbeerde processus
  2. Onregelmatige processus
  3. Torus
  4. Geen omslagplooi

Nadelen en risico’s implantaatbehandeling
Voor een esthetisch resultaat bij een implantaat in het front is de hoeveelheid buccaal bot bepalend. Implantaten in de frontregio worden tegenwoordig meer naar palatinaal geplaatst. Vaak wordt gekozen voor een proefopstelling om verrassingen te voorkomen.

Een risico van een prothese op implantaten in de onderkaak tegenover een onbetande bovenkaak is het syndroom van Kelly. Grote krachten kunnen dan resulteren in resorptie en fibreuze hyperplasie van de processus alveolaris superior.

Prof. dr. Marco S. Cune
Is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.

Prof. dr. Henny Meijer
Behaalde in 1988 het tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht op het gebied van de implantologie, in 1992 resulterend in een proefschrift. Momenteel is hij werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde & Mondzorgkunde en bij de Afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde van het UMC Groningen. Vanaf 2006 is hij hoogleraar Implantologie en Prothetische Tandheelkunde. Naast de klinische werkzaamheden, doet hij onderzoek op het gebied van de orale implantologie, begeleidt onderzoek en is als docent betrokken bij verschillende cursussen.

Prof. dr. Daniël Wismeyer
Rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KU Nijmegen en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar de ACTA waar hij promoveerde op het proefschrift “BIOS, The Breda Implant Overdenture Study”. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd als Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan de ACTA waar hij een 0,7 Fte aanstelling heeft. Tevens werkt hij in de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwe-zoom te Dieren die hij in 1991 heeft opgericht. Vanaf 2009 is hij voorzitter van de afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde aan de ACTA.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van prof. dr. M.S. Cune, prof. dr. H. Meijer en prof.dr. D. Wismeyer tijdens het congres Implantologie 2013 van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Implantologie, Kennis, Thema A-Z

Bio2Dental: De meest uitgebreide diagnostiek op het hoogste niveau

Bio2Dental heeft de meest uitgebreide bacterietest op de markt. Met deze test worden maar liefst 21 parodontale bacteriën geanalyseerd, waaronder de belangrijkste paropathogenen, refractaire pathogenen en een aantal gunstige bacteriën. Dit verkleint de kans dat u een belangrijke bacterie mist. De uitslag geeft niet alleen een compleet beeld van de microbiële parodontale status van uw patiënt, maar biedt u ook de optimale behandelstrategie.

Naast deze uitgebreide bacterietest, hebben wij ook een voordelige test op 9 parodontale bacteriën en nog een heel scala aan andere diagnostische testen, waaronder een implantologie test, cariës risico test, genetisch risico test, candida test en een test om de kwaliteit van uw unitwater te bepalen. Sinds kort kunt u bij ons ook een resistentiebepaling laten uitvoeren.

Al onze testen worden geanalyseerd met behulp van de nauwkeurige real-time PCR techniek waarbij het laboratorium voldoet aan de strenge ISO richtlijnen voor medische laboratoria. Dit betekent dat uw opdracht met de grootst mogelijke betrouwbaarheid geanalyseerd wordt.

Verder staat Bio2Dental voor onafhankelijk advies en onderzoek en heeft het personeel jarenlange ervaring in de tandheelkunde. Bovendien bieden wij u een 100% tevredenheidsgarantie.

Dit alles resulteert in tevreden professionals en tevreden patiënten.

Meer informatie
Bio2Dental BV
t:  0487-841992
e:  info@bio2dental.nl
i:  www.bio2dental.nl

Lees meer over: Diagnostiek, Producten
De 9 elementen van het gebitsslijtage beoordelingssysteem

De 9 elementen van het gebitsslijtage beoordelingssysteem

Een goed diagnostisch proces hoort vooraf te gaan aan de diagnostiek van gebitsslijtage. Bekijk het gebitsslijtage beoordelingssysteem waarmee u dit systematisch kunt doen.

Een goed diagnostisch proces hoort vooraf te gaan aan iedere vorm van tandheelkundig handelen. Dat geldt uiteraard ook voor gebitsslijtage. Gebitsslijtage heeft bijna altijd een multifactoriële oorzaak en daarom kan de diagnostiek lastig zijn. Door middel van een samenhangend beoordelingssysteem kan de diagnostiek systematisch worden uitgevoerd. Voorts biedt een dergelijke systeem handvaten bij het bepalen van het soort behandeling en het moment van starten van een behandeling. Tenslotte kan een inschatting worden gemaakt van de moeilijkheidsgraad van de eventueel noodzakelijke restauratieve behandeling.

Verslag van de lezing van dr. Peter Wetselaar, tandarts-gnatholoog en chef de clinique van de stafkliniek Orale Kinesiologie aan het ACTA, tijdens het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

9 elementen
Het gebitsslijtage beoordelingssysteem bestaat uit 9 elementen:

1. Vragenlijsten

  • Bruxisme vragenlijst: hoe vaak klemt en knarst de patiënt?. Is dit ’s nachts en/of overdag?
  • Reflux vragenlijsten:
    o RASQ -NL
    o GerdQ-NL, zie hier een voorbeeld vragenlijst

    Op dit moment worden deze vragenlijst na vertaling getest op hun betrouwbaarheid en validiteit.
    In andere landen hebben deze lijsten hun waarde bewezen. De referenties hiervan vindt u op PubMed.

  • Voedingsdagboek
  • Droge mond vragenlijsten

2. Anamnese

  • Medisch
    o ASA-score
    o Gerichte vragen over gebitsslijtage
    o Medicijngebruik
    o Genotmiddelen: roken, alcohol, drugs, caffeïne
  • Tandheelkundig

3. Vastleggen mondsituatie

Mondfoto’s

  • Modellen
  • Röntgenfoto’s (niet echt van belang bij slijtage)
    Slijtage is beter intra-oraal te beoordelen dan op een model. Maar slijtage is net zo goed vast te stellen op een mondfoto als op een model.
  • 4. Kwantificering van slijtage
    Dit is erg lastig want je moet een cijfer geven aan de graad van de slijtage. Er zijn hier momenteel 114 methoden voor. De screeningsmodule is analoog aan DPSI en heeft dus ook een score van 0 t/m 4 per sextant:

    • 0 = geen (zichtbare) slijtage
    • 1 = alleen slijtage in het glazuur
    • 2 = blootliggend dentine, verlies van kroonhoogte is <1/3
    • 3 = verlies van kroonhoogte >1/3 en <2/3
    • 4 = verlies van kroonhoogte >2/3

    5. Kwalificering/ klinische tekenen
    Tekenen van attritie, abrasie en/of erosie.
    Dit kunt u terugkoppelen aan de medische anamnese en vragenlijsten.

    6. Zorgvraag/redenen om te behandelen
    Voornaamste zorgvraag van de patiënt:

    • Verbetering esthetiek
    • Gevoeligheid
    • Functionele problemen
    • Pijn

    7. Therapie start
    Daarbij is van belang:

    • Slijtagegraad
    • Aangedane vlakken
    • Aantal aangedane elementen
    • Leeftijd van de patiënt
    • Snelheid van de slijtage
    • Etiologische factoren

    8. Moeilijkheidsgraad
    De moeilijkheidsgraad is afhankelijk van:

    • Slijtagegraad, aangedane vlakken en aantal aangedane elementen
    • Gebitselement al eerder behandeld?
    • Dentitie al eerder behandeld?
    • Maxillomandibulaire relatie
    • Andere dentale problemen (paro, endo, cariës of ortho)
    • Noodzaak aanpassen occlusie en articulatie

    9. Speeksel testen

    Peter Wetselaar is in 1986 als tandarts afgestudeerd aan de Universiteit van Amsterdam. Samen met zijn echtgenote Miranda Wetselaar-Glas heeft hij al 25 jaar een praktijk voor algemene tandheelkunde. Sinds vorig jaar is deze praktijk uitgebreid tot Verwijspraktijk Heemstede. Van 2004 tot 2007 volgde hij de postinitiële opleiding Orale Kinesiologie aan het ACTA. Tijdens deze opleiding was zijn onderzoeksonderwerp gebitsslijtage, dit onderzoek wordt nog steeds voortgezet. Hij is als tandarts-gnatholoog erkend door de NVGPT. Naast zijn eigen praktijk, is hij ook werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het Medisch Centrum Alkmaar. Sinds september 2011 is hij chef de clinique van de stafkliniek Orale Kinesiologie aan het ACTA.

    Verslag door Chantal Schreuder voor dental INFO van het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z