Kindertandenborstel belooft plezier tijdens het tandenpoetsen

Kindertandenborstel belooft plezier tijdens het tandenpoetsen

Kinderen zover krijgen dat ze hun tanden gaan poetsen, is geen gemakkelijke opgave voor ouders. Hen de juiste poetstechniek leren, is vaak net zo moeilijk. De oplossing hiervoor is een nieuwe tandenborstel voor kinderen die eenvoudig te gebruiken is en voorkomt dat kinderen te hard poetsen en glazuur beschadigen.

uFunbrush

De ontwikkelaars van deze tandenborstel verzamelen hun kapitaal enkel via het crowdfunding platform ‘Kickstarter’. De “uFunbrush” is een U-vormige sonische tandenborstel, gemaakt van food-grade siliconen. Deze garanderen schone tanden na slechts tien seconden te poetsen.

Met één druk op de knop

Voor gebruik hoeft er enkel tandpasta aangebracht te worden op het U-vormige mondstuk van de tandenborstel. Vervolgens legt u deze in de mond en kan er op de aan/uit-knop gedrukt worden. Na tien seconden stopt het reinigingsproces automatisch en zijn de tanden schoon.

Financiering

Voor de ontwikkeling van de tandenborstel werd het financieringsdoel van 30.000 euro bijna vijfvoudig overschreden. Dit komt wellicht doordat het mondstuk tevens voor de volwassen mond beschikbaar is.

Ouders kunnen in ieder geval met gerust hart hun kinderen de badkamer insturen.

Bron:
Kickstarter

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Effectiviteit van individuele gedragsinterventies in het voorkomen van cariës bij kinderen in de voorschoolse leeftijd

Posters door studenten Mondzorgkunde Hogeschool Utrecht (deel 2)

Bekijk twee posters gemaakt door vierdejaars studenten Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht over de toegevoegde waarde van de intra-orale camera onder studenten mondzorgkunde en over de effectiviteit van individuele gedragsinterventies in het voorkomen van cariës bij kinderen in de voorschoolse leeftijd.

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

De intra-orale cameraonder studenten mondzorgkunde: wel of geen toegevoegde waarde?

Hoofdvraag

Wat is de toegevoegde waarde van de IOC voor studenten mondzorgkunde?

Deelvragen

Wat zijn de meningen, verwachtingen, behoefte en ervaringen van studenten mondzorgkunde aan Hogeschool Utrecht (HU) en Hogeschool InHolland (IH) met betrekking tot het gebruik van de IOC? Het onderzoek is praktisch relevant voor de beroepspraktijk en voor studenten-, en opleidingen mondzorgkunde.

De intra orale cameraonder studenten mondzorgkunde wel of geen toegevoegde waarde

klik hier voor vergrote versie

Aanbevelingen

  • De IOC moet geïntroduceerd worden in het curriculum van de opleiding mondzorgkunde.
  • Voor de beroepspraktijk wordt de IOC aanbevolen om in te zetten voor preventieve handelingen, klinisch cariësdiagnostiek en intercollegiaal overleg.
  • De nevelafzuiger wordt aanbevolen tijdens het gebruik van de IOC (Van den Akker, 2015).

Conclusie

Op grond van de bevindingen uit het onderzoek heeft de IOC toegevoegde waarde binnen de mondzorg voor zowel het bevorderen van de cariësdiagnostiek en intercollegiaal overleg, als het ondersteunen van preventieve begeleiding en adviezen. Waarbij cariësdiagnostiek als belangrijkste toegevoegde waarde wordt gezien m.b.t. de taakherschikking.

Poster ontwikkeld door:
R. Dao en H. Halaby, Hogeschool Utrecht

 

Effectiviteit van individuele gedragsinterventies in het voorkomen van cariës bij kinderen in de voorschoolse leeftijd

Hoewel met interventies als NOCTP al een flink stap richting individuele preventie is gemaakt, is er nog weinig bekend over effecten en bereikbaarheid van ouders en kinderen met een individuele preventieve strategie gericht op cariës bij kinderen van 0-5 jaar. Dit terwijl de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (2013) in de richtlijnen voor mondzorg voor jeugdigen aanbevelingen geeft om vanaf het doorbreken van het eerste element aan te sturen op mondhygiënegedrag om mogelijke vroegtijdige problemen zoals cariës te voorkomen.

Doelstelling

Het verkrijgen van kennis en inzicht over de effectiviteit van individuele  gedragsinterventies in het voorkomen van cariës bij kinderen in de  voorschoolse leeftijd, zodat er een evidence based advies kan worden gegeven dat zowel praktisch als klinisch relevant is voor de beroepsgroep.

 Effectiviteit van individuele gedragsinterventies in het voorkomen van cariës bij kinderen in de voorschoolse leeftijd.

klik hier voor vergrote versie

Conclusie

Het is aannemelijk dat Motivational Interviewing  intensieve counseling / intensieve begeleiding een positieve invloed hebben op de mondgezondheid bij kinderen uit groepen met een lage SES. Maar mogelijk zijn MI en/of counseling niet effectief wanneer de begeleiding niet intensief / frequent genoeg is en/of de kinderen opgroeien in een extreem arme omgeving.

Poster ontwikkeld door:
Demi Adriaanse en Roxanne Rigter, Hogeschool Utrecht

Lees ook:  Posters door studenten Mondzorgkunde Hogeschool Utrecht (deel 1)
Twee posters gemaakt door vierdejaars studenten Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht over taakherschikking en over de gevolgen van gastro-oesofageale refluxziekte op de mondgezondheid bij kinderen. Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

 

 

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
MeMo Kind

Doe jij wat extra’s voor de mondzorg van kinderen van 0-4 jaar?

In het project ‘Meet Mondgezondheid Kind’ (MeMo Kind) is de Hogeschool Utrecht bezig met het in kaart brengen van alle initiatieven die zijn gericht op het beschermen en verbeteren van de mondgezondheid van kinderen van 0 tot 4 jaar. Het doel is om zoveel mogelijk ‘best practices’ in beeld te krijgen. Daarna is het de bedoeling om een meetinstrument te ontwikkelen om mondzorgprofessionals te helpen hun interventies te evalueren op effectiviteit. Hiervoor hebben wij uw input nodig.

Doe mee en vul de korte vragenlijst in

De Hogeschool Utrecht waardeert het bijzonder als je via een korte web vragenlijst een melding wilt maken van jouw specifieke initiatief voor de mondgezondheid van jonge kinderen. Deze is te openen via de link: MeMo Kind
De initiatiefnemers willen graag weten welke initiatieven je precies onderneemt. Te denken valt aan: ‘Houd je mond Gezond’, ‘GigaGaaf’, ‘Gewoon Gaaf’ en ‘Gezonde Peutermonden’, maar ook acties die (nog) niet landelijk bekend zijn. Heb je bijvoorbeeld aparte protocollen ontwikkeld of gebruik je bepaalde posters of folders in je praktijk? En ook, heb je activiteiten buiten de praktijk opgezet, zoals het geven van voorlichting op een consultatiebureau of op een kinderopvang? Kortom elk mogelijk initiatief telt zolang het maar is gericht op de mondgezondheid van jonge kinderen in de leeftijdsgroep van 0-4 jaar.

Effectiviteit in kaart brengen

Op basis van je gegevens kunnen wij beter zicht krijgen op de extra preventieve inzet van mondzorgverleners voor de mondgezondheid van jonge kinderen en kunnen wij initiatieven ontwikkelen om de effectiviteit daarvan in kaart te brengen.

In het team MeMo kind zijn vertegenwoordigd:

Hogeschool Utrecht Dr. Katarina Jerkovic, Brenda Grift MSc., Marjo Salentijn MSc., Dorothee Quant MSc.
KNMT/ACTA Prof. Dr. Josef Bruers
ACTA /NVvK Dr. Denise Duijster

Lees meer over: Communicatie, Communicatie patiënt, Mondhygiëne, Thema A-Z
Behoefte, bekwaamheid en beweegredenen van bachelor opgeleide mondhygiënisten met betrekking tot zelfstandige bevoegdheid

Posters door studenten Mondzorgkunde Hogeschool Utrecht (deel 1)

Bekijk twee posters gemaakt door vierdejaars studenten Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht over taakherschikking en over de gevolgen van gastro-oesofageale refluxziekte op de mondgezondheid bij kinderen. Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Behoefte, bekwaamheid en beweegredenen van bachelor opgeleide mondhygiënisten met betrekking tot zelfstandige bevoegdheid

Onderzoeksvraag

Wat is de mening van bachelor opgeleide mondhygiënisten over het verkrijgen van volledige zelfstandigheid tijdens de experimentele periode van de Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) in het kader van de taakherschikking?

Behoefte, bekwaamheid en beweegredenen van bachelor opgeleide mondhygiënisten met betrekking tot zelfstandige bevoegdheid

klik hier voor vergrote versie

Aanbevelingen

• Taakverdeling tussen tandarts en mondhygiënist bespreken in beroepspraktijk
• Inventariseren bekwaamheid en de behoefte aan bij-en nascholing
• Hogescholen wordt aanbevolen praktische scholing voor primaire cariës aan te bieden en voor het behalen van het certificaat

Conclusie

Er kan geconcludeerd worden dat de participanten van mening zijn dat er behoefte is aan het volledig zelfstandig toedienen van lokale anesthesie en toepassen van ioniserende straling. Een belangrijke beweegreden hiervoor is dat er met volledige zelfstandigheid kwalitatief betere zorg geleverd kan worden aan patiënten. Het prepareren en restaureren van primaire cariës zal naar verwachting minder worden uitgevoerd, vanwege het ontbreken van bekwaamheid en tijd in de agenda’s.

Poster ontwikkeld door:
Kim Olivier en Shannon van der Ploeg, Mondzorgkunde B, Hogeschool Utrecht

De gevolgen van gastro-oesofageale refluxziekte op de mondgezondheid bij kinderen:
Een systematisch literatuuronderzoek

Een gastro-oesofageale reflux (GOR) is een fysiologisch proces. Het onvolledig sluiten van het maagklepje en een vloeibare voeding spelen hierbij een belangrijke rol. Wanneer GOR leidt tot hinderlijke klachten en/of complicaties wordt er gesproken van gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ). De prevalentie/incidentie van deze aandoening is dubieus.

De aanleiding voor het huidige onderzoek zijn variërende en uiteenlopende conclusies uit andere onderzoeken over de gevolgen van GORZ in de mond bij kinderen.

De gevolgen van gastro-oesofageale refluxziekte op de mondgezondheid bij kinderen.
klik hier voor vergrote versie

Hoofdvraag

‘Wat zijn de gevolgen van een gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ) op de mondgezondheid bij kinderen van 6 maanden tot en met 13 jaar?’ Deelvragen Primaire dentitie (erosie en cariës), permanente dentitie (erosie en cariës), buffercapaciteit van het speeksel en zachte weefsels.

Huidig onderzoek is relevant, vanwege de informatieverstrekking aan beroepsprofessionals (praktisch). Met deze informatie kan voorlichting gegeven worden, met de eventueel hierbij behorende maatregelen (klinisch).

Conclusie

Voorzichtig kan geconcludeerd worden dat een gastro-oesofageale refluxziekte (GORZ) gevolgen heeft op de mondgezondheid bij kinderen van 6 maanden tot en met 13 jaar, namelijk op de primaire elementen (erosie) en permanente elementen (cariës).

Poster ontwikkeld door:
May Lin Droog en Marlotte van Capelleveen, Hogeschool Utrecht

 

 

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Mondhygiene

In 42% – 52% van de tandartspraktijken werkt een mondhygiënist

Uit cijfers van de KNMT blijkt dat het aantal tandartspraktijken waar een mondhygiënist werkt is toegenomen van 42% tot 52% tussen 2014 en 2018.

Meer mensen bezoeken mondhygiënist

Uit resultaten van de gezondheidsenquête van het CBS die begin maart werd gepubliceerd, bleek dat meer mensen de mondhygiënist bezoeken. In 2018 ging 36 procent van de 12-plussers naar de mondhygiënist. In 2014 was dat nog 28 procent. Het contact met tandarts en orthodontist veranderde nauwelijks sinds 2014. De orthodontist wordt vooral bezocht door jongeren.

De KNMT-cijfers, gecombineerd met de cijfers van het CBS, duiden op intensievere samenwerking. Volgens de beroepsvereniging verwijst in totaal ongeveer 9 op de 10 tandartsen voor preventieve- en tandvleesbehandelingen door naar een mondhygiënist.

Bron:
KNMT

Lees meer over: Markttrends, Mondhygiëne, Thema A-Z
Klinische nascholingsavond Colgate over cariësrisico - hoofdafbeelding

Verslag klinische nascholingsavond Colgate over cariësrisico

Het thema van afgelopen geaccrediteerd klinische nascholingsavond was “Kom van die Plaque af!”. Colgate organiseerde deze avond afgelopen november waarbij cariësrisico centraal stond. De twee sprekers namen het publiek mee in de wereld van biofilm en bacterieen, cariësrisico en de (minimaalinvasieve) behandeling van cariës. Lees het congresverslag.

Met zijn klinische avonden wil de producent van onder andere elmex® en meridol® mondzorgprofessionals in een informele setting op de hoogte houden van de nieuwste ontwikkelingen in het vakgebied. De klinische avond bood geruime kans tot bijpraten met collega’s uit de tandheelkundige professie. Werd in het voorjaar de aandacht gevestigd op wortelcariës, toegespitst op risicopatiënten, met name in de ouderenzorg , in november stond het thema cariësrisico centraal. Twee bevlogen sprekers namen een geboeid publiek mee naar de wereld van biofilm en bacteriën, cariësrisico en de (minimaal- invasieve) behandeling van cariës.

“Balans, daar draait het om”

Dr. Catherine Volgenant, tandarts en universitair docent op ACTA bij de afdelingen Preventieve Tandheelkunde en Orale Kinesiologie informeerde de mondzorgprofessionals over de micro-organismen die de mens bij zich heeft. Ons dieet bepaalt voor een belangrijk deel welke bacteriën we bij ons dragen. Waar en hoe we geboren zijn en borstvoeding, bepalen voor een belangrijk deel de samen- stelling van het microbioom bij pasgeborenen.
In het verdere leven spelen onder andere beweging, medicijngebruik, ziekten en veroudering een rol. Micro-organismen blijven altijd bij je. Via een hilarisch filmpje werd duidelijk dat we allemaal zijn omgeven door bacteriën. Altijd en overal. Hoewel dat heel vies lijkt, een letterlijke siddering ging door de zaal, zijn micro-organismen vooral zeer nuttig. “We kunnen niet zonder. Maar dan moeten ze wel in balans (homeostase) zijn”, legde Catherine uit. “Is er onbalans (dysbiose), dan kunnen we ziek worden.” We kunnen ziek worden als schadelijke micro-organismen (pathogenen) uitgroeien of goede micro-organismen afwezig zijn. Als we gezond zijn, hebben we het vermogen ons aan te passen aan veranderende omstandigheden van buitenaf. Je bent dus gezond “als je tegen een stootje kunt.” Catherine introduceert hierbij de term allostase. Hiermee doelt ze op de processen die ervoor zorgen dat je, ook bij invloeden van buitenaf, in balans blijft. Het hebben van veerkracht is dus belangrijk om gezond te blijven. Nieuwe levensfasen, zoals bijvoorbeeld zwangerschap, naar de middelbare school
of op kamers gaan, kunnen stress (shock) veroorzaken en daarmee onbalans creëren. Die nieuwe omstandigheden kunnen om een ander evenwicht vragen om je in je nieuwe fase weer in balans te houden.

Spagaat

Dat wat we eten is van grote invloed op het hebben van balans of ontstaan van disbalans in de mond.“We zitten een beetje in een spagaat”, legt Catherine uit. We worden steeds ouder en we wonen in een land met vele verleidingen. Gezond ouder worden vraagt om vitaminen en mineralen. Maar voor ons gebit zijn bepaalde voedingsmiddelen niet altijd bevorderlijk, zeker niet als we ze frequent
eten. We komen continu in aanraking met allerlei ongezonde verleidingen die suiker bevatten. Als het misgaat met de balans in de mond (dysbiose) kunnen mondziekten zoals gingivitis en cariës ontstaan. In de mond is een continu proces aan de gang van demineralisatie en remineralisatie (Stephan curve). Fluoride heeft een belangrijke functie in het remineralisatieproces. We eten steeds vaker en steeds meer suikers. “We weten dat vooral de frequentie van het nuttigen van voedingsmiddelen sterk van invloed is op het demineralisatieproces. “Op deze kennis over fluoride en voeding is het Advies Cariëspreventie gebaseerd, dat Nynke na de pauze zal bespreken”, zo verwijst Catherine vooruit naar de volgende spreker.

Biofilm

Biofilm zie je overal in de natuur: de glibberige laag op stenen in de rivier, de binnenkant van de tuinslang of bijvoorbeeld de aan- groei onderwater bij een boot. Biofilm is een microbiële gemeenschap die zich hecht aan een oppervlakte of aan elkaar. De biofilm in de mond is tandplaque. Biofilm in de mond hecht zich aan de tanden, tong en slijmvliezen.
Bacteriën klonten aan elkaar en hechten zich met behulp van het speeksel aan oppervakken. De enige manier om “van die plaque af te komen” is deze biofilm mechanisch weg te halen. Je haalt echter nooit alle micro- organismen weg. Maar dat is niet erg, want anders haal je behalve de “bad guys” ook de “good guys” weg. Dat is ook de reden als je antibiotica gebruikt, je meer kans hebt op ontstaan van bijvoorbeeld schimmelinfecties. Door de antibiotica is de balans flink verstoord.

Tandenpoetsen verstoort biofilm

Aan bacteriën die aan elkaar gehecht zijn, hechten steeds makkelijker nieuwe bacteriën. Wie balans zoekt, moet stelselmatig de biofilm verstoren. Tandenpoetsen is daarom belangrijk bij het toepassen van primaire preventie. Daarmee schud je de bacteriën letterlijk door elkaar en voer je ze af. Een juiste keuze bij secundaire preventie vraagt om een goede cariësrisico-inschatting. Bij iedereen en elke keer opnieuw! Iedere patiënt is anders en kan op ieder moment veranderen. Daarom vraagt elke patiënt om
een op zijn specifieke situatie afgestemde aanpak. Mondzorgprofessionals kunnen door het toepassen van een breed palet aan preventieve maatregelen helpen bij de preventie of het verminderen van de impact van een al ont- stane ziekte en helpen bij de detectie en bestrijding ervan.

Onderzoek

Welk cariësrisicosysteem je ook hanteert, de voorspellende waarde van het systeem om een inschatting te maken voor het ontwikkelen van cariës is beperkt. Recente onderzoeksresultaten op ACTA laten zien dat de samenstelling van de bacteriën in het speeksel bij een grote groep gezonde proefpersonen in verschillende groepen uiteenviel. Mondgezondheid is mogelijk niet eenvoudig te definiëren aan de hand van de samenstelling van de bacteriën in de mond. Een tweede onderzoek gaf aanwijzingen dat plaquefluorescentie mogelijk voorspellend is voor het ontwikkelen van tandvleesontsteking bij het doormaken van een stressperiode van twee weken niet poetsen.

“Kijk verder dan de mond” Catherine attendeerde de tandartsen en mondhygiënisten op het grote belang verder te kijken dan de mond. Achter
die tanden zit meer: een mond, een lichaam, een persoon, een omgeving. Allerlei factoren en indicatoren die het systeem van afweer en bescherming voortdurend beïnvloeden. Dus ook het cariësrisico van de patiënt is veranderlijk en afhankelijk van de (veranderende) omstandigheden in iemands leven. Bovendien is de veerkracht van iemand op elk moment anders. Mondgezondheid is niet slechts de afwezigheid van ziekte. Balans, daar draait het om. Ons ecosysteem moet tegen shock kunnen en zorgen dat er toch weer balans komt. Daar kunnen mondzorgprofessionals hun patiënten bij helpen door het geven van passende preventieve adviezen en het toepassen van preventieve behandelingen.

Na de pauze waarin collega’s informeel met elkaar konden bijpraten, was het woord aan dr. Nynke Blanksma. De coördinator expertisegroep kindertandheelkunde en do- cent cariologie en kindertandheelkunde aan het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde in Groningen is lid van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis en bestuurslid van de NVvK. Nynke in- formeerde de mondzorgverleners over de invloed van het cariësrisico op de minimaal invasieve cariësbehandeling.

Voor elke patiënt een persoonlijk preventieplan

Nynke stak meteen van wal: zonder biofilm geen cariës (maar de aanwezigheid van plaque alleen is niet vol- doende). Echter, een restauratieve behandeling is geen oplossing voor een patiënt met cariës. “We kunnen blijven boren en vullen en daarmee aan symptoombestrijding blijven doen, maar uiteindelijk draait het om preventie. Het gaat erom dat de patiënt gaat snappen dat hij zelf verantwoordelijk is voor de verzorging van zijn gebit. Dat vergt in sommige gevallen een ommezwaai, zowel bij de mondzorgverlener als bij de patiënt. De mondzorgverlener grijpt vaak nog makkelijk naar de boor en de patiënt denkt dan ‘ik heb geleden, dus het is goed.’ Een lach gaat door de zaal. Dat kan door inzet van verschillende preventieve behandelmethoden anders.

Klinische nascholingsavond Colgate over cariësrisico - tekst1

Cariës of geen cariës?

Cariës is complex en multifactorieel. Voeding, bacteriën, speeksel, eiwitten, suiker, calcium, fosfaat, plaque, fluoride en natuurlijk tijd spelen een rol, maar bijvoorbeeld ook kennis, gedrag en sociaal economische status. Met de term cariës wordt de ziekte aangeduid, een cariëslaesie is het symptoom van deze ziekte en bij een caviteit is het glazuuroppervlak doorbroken. Als de laesie arrested is geworden (tot stilstand is gekomen), is er geen sprake meer van de ziekte cariës. Cariës wordt gediagnosticeerd door detectie van risicofactoren (ziekteveroorzakende componenten zoals plaque, frequente suikerinname en lage speekselvloed) en risico-indicatoren (omstandig heden die aangeven dat er een risico is, zoals nieuwe laesies, lage SES en stress). Aan de mondzorgverlener de schone taak die risicocomponenten in kaart te brengen en daarnaar te handelen.

Detectie en vastleggen

Een van de belangrijkste risico-indicatoren voor cariës zijn nieuwe laesies. Goede cariësdetectie is dus erg belangrijk. Detectie gebeurt visueel, in een schone mond, met gebruik van de luchtspuit, goed licht, goede ogen en een stompe sonde. Wie approximale laesies wil opsporen, maakt bitewings. Het International Caries Detection and Assessment System (ICDAS) is een handig systeem om vast te leggen wat in de mond is gezien. De scores van gaaf tandvlak (score 0) tot uitgebreide cavitatie  met zichtbaar dentine (score 6) bieden de mogelijkheid de situatie goed te vervolgen in de tijd. Daarbij is het belangrijk om aan te geven of de laesie actief is (mat/ kalkachtig oppervlak, met plaque bedekt, zacht, ruw) of niet actief (glanzend oppervlak, glad, hard). “Laat u hierbij niet afleiden door de kleur, want die kan misleidend zijn. U kunt ook andere systemen gebruiken. Het gaat  erom dat u de laesies goed kunt vervolgen in de tijd, zodat u kunt vaststellen of de preventieve maatregelen voldoende effect hebben.”Een restauratieve behandeling is geen cariësbehandeling. Werd een laesie in het verleden vaak direct geboord en gevuld, tegenwoordig weten we dat het vroeg opsporen van laesies de behandelaar tijd geeft om de patiënt voorlichting en adviezen te geven om het voortschrijden van de laesies te voorkomen. “Noteer de laesie in de patiëntenkaart, vertel de patiënt wat je hebt gezien en geef duidelijke voorlichting en instructie, rekening houdend met de omstandigheden van de patiënt”, adviseert Nynke. “Want preventie is maatwerk.  Bekijk na een korte tijd of met het gewenste mond- gezondheidsgedrag de laesie arrested is geworden.”

Een restauratieve behandeling is geen cariësbehandeling

Een restauratie is noodzakelijk als het verwijderen van de biofilm voor de patiënt niet mogelijk is, maar met alleen een restauratie ben je er niet. Een patiënt die van mondzorgprofessionals de juiste, preventieve adviezen op maat krijgt en deze opvolgt, kan levenslang verschoond blijven van de ziekte.

Advies Cariëspreventie

Het Advies Cariëspreventie bestaat uit een Basisadvies en een Aanvullend Advies. Het Basisadvies is samengesteld uit de drie Basisadviezen: Mondhygiëne, Fluoride en Voeding. Bij elk van deze Basisadviezen hoort een Aanvullend Advies, die gezamenlijk het Aanvullend Advies Cariës- preventie vormen. Het Basisadvies geldt voor iedereen en het is verstandig dat alle patiënten, ook patiënten zonder cariësactiviteit, dit Basisadvies opvolgen. Dit zorgt voor een goede bescherming. “Ga bij elke patiënt na of hij het Basisadvies Cariëspreventie volgt. Op basis van je bevindingen adviseer je te poetsen volgens het Basisadvies Mondhygiëne en Fluoride (volwassenen 2x per dag  2 minuten poetsen met een tandpasta met 1.000-1.500 ppm fluoride) en een voedingspatroon volgens het Basisadvies Voeding (maximaal 7 eet-/drinkmomenten per dag: 3 hoofdmaaltijden en maximaal 4 tussendoortjes en niets meer eten of drinken na de laatste keer tandenpoetsen). Als het Basisadvies niet volledig opgevolgd kan worden of onvoldoende effectief is, komt het Aanvullend Advies Cariëspreventie in beeld, waarbij samen met de patiënt wordt gekeken welke (bij voorkeur) zelfzorgmaatregelen nodig en haalbaar zijn.” Hierbij kan gedacht worden aan een extra keer poetsen (mits de juiste poetstechniek wordt toegepast) of gebruik van een fluoridemondspoelmiddel. “De onlangs op de markt verschenen tandpasta met 5000 ppm fluoride biedt nieuwe mogelijkheden.”, zegt Nynke. Als niet duidelijk is wat het effect van het Aanvullend Advies is, wat de oorzaak van de cariës- activiteit is of wanneer het cariësrisico niet kan worden verlaagd, dan kunnen (ter overbrugging) professionele fluoridetoepassingen worden ingezet, zoals het aanbrengen van een fluoridelak. Omdat de voorkeur uitgaat naar het voortdurend aanwezig zijn van een lage concentratie fluoride in de mond, heeft een lak de voorkeur boven het gebruik van een gel (eenmalig hoge concentratie). Ook SDF (silver diamine fluoride) wordt steeds meer toegepast, met goede resultaten. “Bedenk dat iedere patiënt een preventieadvies op maat verdient.” Het complete Advies Cariëspreventie staat op www.ivorenkruis.nl

Gewoon Gaaf

Een praktische cariëspreventiemethode voor kinderen van 0-18 jaar is Gewoon Gaaf (zie ook www.gewoon-gaaf.nl). Deze methode op basis van risico-inschatting legt de nadruk op het stimuleren van goede zelfzorg bij de (ouder van de) patiënt van 0-18 jaar en kijkt behalve naar cariësontwikkeling en -progressie ook naar de elementen in doorbraak. Dat de eerste permanente molaar achter de achterste melkkies doorbreekt, wordt door veel ouders gemist. “Adviseer in die periode om op die plekken dwars op de kaak te poetsen”, aldus Nynke. Met Motivational Interviewing kunnen mondzorgverleners het mondgezondheidsgedrag van hun patiënten positief beïnvloeden. Preventie is in alle gevallen de basis!

Klinische nascholingsavond Colgate over cariësrisico - tekst2

Cariësrisico verandert

Alles verandert. Patiënten en daarmee ook hun cariësrisico ook. In het algemeen kan gesteld worden dat patiënten jonger dan 22 jaar of ouder dan 65 jaar een grotere kans op een verhoogd cariësrisico hebben. Is er het afgelopen jaar een nieuwe of actieve cariëslaesie geconstateerd? Of poetst de patiënt minder dan 2x per dag met fluoridetandpasta? Ook deze factoren wijzen op een verhoogd cariësrisico. Patiënten die chemotherapie hebben gehad, zijn bestraald in het hoofd-halsgebied of patiënten met het syndroom van Sjögren hebben ook een verhoogd risico, evenals patiënten die chronisch medicatie nemen die een droge mond kunnen veroorzaken of meer dan vijf verschillende soorten medicijnen gebruiken. “Check bij elk periodiek mondonderzoek of het cariësrisico nog klopt en blijf adviseren in het belang van de patiënt.”

Behandelopties

Als er carieuze laesies aanwezig zijn, heeft de mondzorgprofessional een scala aan behandelopties. Kies hieruit de behandelmethode die bij de patiënt en zijn cariës- risico past. Altijd preventief en zo nodig ook zo minimaal invasief mogelijk ingrijpen is het devies. Preventie is altijd de basis. Bij glazuurlaesies is invasief ingrijpen niet gewenst. Het geven van preventieve adviezen (zie Advies Cariëspreventie) al dan niet in combinatie met Motivational Interviewing kan een goede methode zijn het gedrag van  patiënten blijvend te veranderen en daarmee de laesies arrested te krijgen. Bij dentinelaesies helpt het cariësrisico van de patiënt bij het nemen van de juiste behandelbeslissing. Bij approximale laesies in het dentine is het namelijk belangrijk te weten of de laesie gecaviteerd is of  niet. Dat zie je niet op de bitewing. Je kunt cavitatie soms voelen met een flossdraad en het cariësrisico geeft houvast. Bij laesies tot 1/3 in het dentine is bij laag-risicopatiënten de kans groot dat de laesie niet gecaviteerd is en de patiënt de laesie dus nog goed kan schoonhouden met het (aanvullend) advies Cariëspreventie. Bij laesies in het middelste 1/3 deel van het dentine is de kans op cavitatie alweer wat groter. Laesies tot vlak bij de pulpa zijn zeker gecaviteerd. Cavitatie van approximale laesies is een reden om invasief in te grijpen, omdat verwijdering van de biofilm dan niet mogelijk is. Bij occlusale dentinelaesies kunnen sealants mogelijk soelaas brengen, afhankelijk van de diepte van de laesie. “The seal is the deal!” Met een sealant of restauratie is het essentieel dat de laesie goed wordt afgesloten. Hierbij wordt de laesie perifeer altijd tot hard geëxcaveerd en centraal tot leerachtig/stevig bij matig diepe laesies en tot zacht bij diepe laesies. Centraal tot hard dentine excaveren is overbehandeling en zorgt voor onnodige schade aan de pulpa.

Preventie is de basis

Het verwijderen van carieus weefsel is mogelijk van niet invasief tot zeer invasief. Weinig tot niet invasieve behandelingen zijn slicen en het plaatsen van een Hall kroon. De verschillende methoden kwamen in het betoog van Nynke kort aan bod. Hieruit werd duidelijk dat ook met slicen en Hall kronen uitstekende resultaten worden behaald en dat volledige excavatie onnodige schade toebrengt aan het element. Daarom zijn er geen behandel- indicaties voor volledige cariësexcavatie in het centrale deel van een laesie. Het grote voordeel van slicen is dat de behandelaar daarbij het cariësproces voor de patiënt inzichtelijk maakt. “In een mond kun je verschillende opties naast elkaar toepassen. Kies de behandelmethode die bij de individuele patiënt past.”

Nynke adviseert haar collega’s bij alle overwegingen goed na te denken of het maken van een restauratie echt noodzakelijk is. “Een restauratie moet na een aantal jaren weer vervangen worden, wat schade aan de pulpa en verzwakking van het element geeft. Het is in essentie geen cariësbehandeling.” Preventie is de basis. De mondzorgprofessional is er om de patiënt te helpen en te coachen bij het vinden van de juiste manier om cariës te voorkomen. Iedere patiënt verdient een preventieplan op maat!

Sprekers

Dr. Nynke G. BlanksmaDr. Nynke G. Blanksma
Tandarts docent CTM/ UMCG, Groningen

 

 

Dr. Catherine M.C. VolgenantDr. Catherine M.C. Volgenant
Tandarts en onder zoeker ACTA Amsterdam

 

 

 

Tekst: Mariëlle Nap, Mondig Communicatie.

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
materialen, tandarts

NVM-mondhygiënisten pleit voor meer preventie en minder curatie

NVM-mondhygiënisten gaf via een persbericht antwoord op berichtgeving in de media over mondzorg van afgelopen week.  De beroepsvereniging vindt een uitbreiding van het aantal mondzorgverleners, onder andere door extra opleidingsplaatsen binnen álle geboden mondzorgopleidingen, een goed idee. Zij zijn daarbij van mening dat eerst een gezamenlijke visie op mondzorg geformuleerd dient te worden in een strategisch brede discussie. Om daarmee de zorg effectief en efficiënt in te richten: meer focus op preventie, minder op curatie.

“In een maatschappij met een groeiend aantal consumenten dat actief werkt aan het behoud van een goede gezondheid, zou preventie het vertrekpunt moeten zijn van de mondzorg die geleverd wordt. Het bespaart een cliënt immers een hoop kosten en tijd door met de juiste verzorging en het juiste voedingspatroon problemen in de mond te voorkomen”, zegt NVM-mondhygiënisten.

Mondzorg van de toekomst

De ideale mondzorg is volgens NVM-Mondhygiënisten zorg waarbij de cliënt centraal staat. “Afhankelijk van de situatie en de problematiek in de mond wordt gekeken naar welke zorgverlener daar het beste bij past: mondhygiënist, tandarts, tandprotheticus, orthodontist en/of kaakchirurg. Mondzorgverleners werken samen, ieder vanuit de eigen expertise, om optimale zorg te kunnen verlenen. Met preventie als vertrekpunt kan met de juiste inzet van mensen en middelen een mondgezonde generatie worden bereikt.”

Verbeteringen nodig

Om een mondgezonde generatie te bereiken, is nog wel een flink aantal verbeteringen nodig volgens NVM-mondhygiënisten. Meer opleidingsplaatsen voor alle mondzorggerelateerde opleidingen is slechts een van de mogelijke oplossingen van een totaalpakket om te komen tot goed georganiseerde mondzorg. “De mondzorgverleners in Nederland slagen er nog steeds niet in om minder gaatjes en tandvleesontstekingen bij risicogroepen als kinderen die leven in armoede en hulpbehoevende ouderen te laten ontstaan. Kinderen komen niet of te laat bij een mondzorgverlener, terwijl mondzorg tot 18 jaar vergoed wordt vanuit de basisverzekering. En ouderen die hulpbehoevend worden en zorgafhankelijk zijn verdwijnen uit het zicht van de mondzorgverlener, totdat ze opgenomen worden met een schrijnende mondgezondheid in een zorginstelling. Deze groepen hebben juist preventieve mondzorg nodig om vergevorderde mondproblemen, zoals wij die nu signaleren, te voorkomen. En dat vereist een andere mindset van mondzorgprofessionals.”, zegt Manon van Splunter-Schneider, voorzitter van NVM-mondhygiënisten.

Mondhygiënist als expert in preventieve mondzorg

De taakherschikking richt de mondzorg beter in, volgens NVM-mondhygiënisten. “De hbo-opgeleide mondhygiënist wordt zo efficiënter ingezet als zorgprofessional in de preventieve mondzorg. Doordat de mondhygiënist de zelfstandige bevoegdheid krijgt voor het boren van eerste kleine gaatjes, het maken van röntgenfoto’s en het toedienen van verdoving, handelingen die al meer dan tien jaar succesvol door mondhygiënisten worden uitgevoerd, kan er direct worden gehandeld en hoeft niet gewacht te worden op het administratieve akkoord van de tandarts. Die kan zich, door de tijdwinst die het oplevert, op zijn beurt richten op de meer complexe curatieve mondproblematiek.”

Week van de Mondhygiënist

Uit recente cijfers van het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) blijkt dat steeds meer mensen de mondhygiënist weten te vinden om de mond gezond te krijgen en/of te houden. Dat aantal kan desondanks hoger. Daarom organiseren beroepsvereniging NVM-mondhygiënisten en de aangesloten mondhygiënisten van maandag 18 tot en met zondag 24 maart 2019, tijdens de Week van de Mondhygiënist, activiteiten op verschillende locaties in Nederland. Ze geven bijvoorbeeld voorlichting over mondgezondheid op scholen en in zorginstellingen, en stellen hun praktijk open.

Lees meer over: Markttrends, Mondhygiëne, Thema A-Z
CBS: Meer mensen bezoeken mondhygiënist

CBS: Meer mensen bezoeken mondhygiënist

In 2018 ging 36 procent van de 12-plussers naar de mondhygiënist. In 2014 was dat nog 28 procent. Het contact met tandarts en orthodontist veranderde nauwelijks sinds 2014. De orthodontist wordt vooral bezocht door jongeren. Dit blijkt uit de resultaten van de Gezondheidsenquête van het CBS.

Bezoek aan tandarts, orthodontist en mondhygiënist

De CBS-cijfers laten zien dat 80 procent van de Nederlanders in de afgelopen 12 maanden contact had met de tandarts.  Van kinderen van 4 tot 18 jaar was dit zelfs 96 procent. De orthodontist wordt bezocht door 8 procent van de totale Nederlandse bevolking van 8 jaar of ouder.

 

Bezoek-tandarts,-mondhygienist-en-orthodontist

Mondhygiënist wordt meest bezocht door 40- tot 65-jarigen

42 procent van de 40- tot 65-jarigen gaf aan in de voorafgaande 12 maanden een mondhygiënist te hebben bezocht, dit is vaker dan andere leeftijdsgroepen. De orthodontist werd het meest bezocht door 8- tot 18-jarigen (36 procent). Onder volwassenen (18-plus) is dit met minder dan 5 procent aanzienlijk lager.

Jonge kinderen van 0 tot 4 jaar komen niet vaak bij de tandarts (34%) en dit verandert vanaf 4 jaar: bijna elk kind van 4 jaar en ouder bezoekt de tandarts (96 procent van de 4- tot 18-jarigen).
Vrouwen bezoeken iets vaker dan mannen een tandarts of mondhygiënist. Voor het bezoek aan de orthodontist geldt dit verschil alleen voor jongeren (8 tot 18 jaar).

 

Bezoek-tandarts,-mondhygienist-en-orthodontist-2

Mensen met weinig inkomen bezoeken tandarts minder vaak

In 2018 bezocht 71 procent van de mensen in een huishouden met een laag gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen de tandarts, tegen 88 procent van mensen met een hoog inkomen. Lagere inkomens bezoeken ook minder vaak dan hogere inkomens de mondhygiënist. Bezoek aan de orthodontist verschilt niet voor verschillende inkomens.

Bezoek-tandarts,-mondhygienist-en-orthodontist-naar-inkomen-2

Ook kinderen uit de laagste inkomensgroepen gaan minder vaak naar de tandarts. Dit ondanks het feit dat de meeste tandartskosten voor kinderen tot 18 jaar worden vergoed binnen het basispakket van de zorgverzekering. Daarentegen gaan minderjarigen uit alle inkomensgroepen ongeveer even vaak naar de orthodontist of mondhygiënist. De kosten van deze vormen van mondzorg worden doorgaans niet vergoed door het basispakket van de zorgverzekering. Vanaf de leeftijdsgroep 18 tot 40 jaar gaan mensen met een hoog inkomen vaker naar een mondhygiënist dan mensen met een laag inkomen.

Bron (informatie en grafieken):
CBS

Lees meer over: Markttrends, Mondhygiëne, Thema A-Z
Y-borstel: de tandenborstel die je tanden binnen 10 seconden poetst

Y-borstel: de tandenborstel die je tanden binnen 10 seconden poetst

Twee keer per dag je tanden uitgebreid poetsen voor ten minste twee minuten, zo luid het advies. Mensen vinden dit echter te lang en houden zich vaak niet aan dit advies. Het Franse bedrijf FasTeesH besloot daarom een automatische tandenborstel te ontwikkelen die je gebit binnen tien seconden schoonmaakt.

Y-borstel

Deze tandenborstel, bekend onder de naam ‘Y-borstel’, is een ware gadget. De Y-borstel heeft een mondstuk dat bij iedere beurt de helft van het gebit schoonmaakt. De voorkant van de borstel bestaat uit een klein handvat met een vibrerende motor die binnen tien seconden een poetsbeurt verricht.

Voor iedereen

De Y-borstel is verkrijgbaar in verschillende formaten zodat zowel jong als oud de tandenborstel kunnen gebruiken. Bovendien is de tandenborstel erg gebruiksvriendelijk volgens de fabrikant.

Gebruiksaanwijzing

Zoals bij een normale tandenborstel, moet er eerst tandpasta op het mondstuk worden geplaatst. De Y-borstel kan vervolgens als een bitje om de tanden geplaatst worden. Zodra de motor aanstaat, maak je vijf seconden lang kauwbewegingen. Herhaal het proces hierna en plaats de borstel nu omgedraaid in de mond. Na het poetsen kan de borstel gewoon met water worden schoongespoeld. In onderstaande video is te zien hoe het apparaat precies functioneert.

Nog even wachten

Het product is vanaf april te koop voor 125 dollar (omgerekend ongeveer 109 euro).

Youtube video:


Bron: y-brush.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
tandenborstel - tandpasta

De hybride tandenborstel: het beste van twee werelden?

Voor mensen die niet kunnen kiezen tussen een handmatige of een elektrische tandenborstel, kan een hybride ontwerp dat beide combineert ideaal zijn. De vraag is echter, hoe effectief is dit product in het verminderen van tandplak in vergelijking met een normale elektrische tandenborstel? Hoe gebruiksvriendelijk is het? Onder leiding van Dr. Klonowicz uit Gdansk, Polen, werd dit onderzocht.

Opties tijdens het poetsen

De onderzoekers geven aan dat de hybride tandenborstels aanvankelijk bedoeld waren voor orthodontische patiënten en personen met beperkte motoriek. De tandenborstel bevat zowel handmatige, aangedreven sonische, en een combinatie modus.

Onderzoek

Voor het onderzoek werden 66 deelnemers met minstens 20 natuurlijke tanden gerekruteerd. Zij waren tussen de 18 en 70 jaar en hadden nog nooit een elektrische tandenborstel gebruikt. De Elgydium Clinic/Inava Hybrid tandenborstel werd hiervoor vergeleken met de Oral-B Vitality 2D Sensitive Clean.

Positief resultaat

De resultaten van deze eenmalige gebruiksstudie zijn positief. Indien deze hybride tandenborstel wordt gebruikt in de combinatie modus, is deze even goed is in het verwijderen van tandplak als een normale elektrische tandenborstel.

Voordelen

De voordelen van de hybride tandenborstel zijn het gebrek aan een omvangrijke elektrische basis en het relatief lichte gewicht, wat nuttig kan zijn voor kinderen of ouderen. Tevens is de borstel zacht en daardoor ook geschikt voor mensen met gevoelig tandvlees.

Wel merkten de onderzoekers op dat er langere termijn studies nodig zijn om meer te weten te komen over het effect van de hybride tandenborstel op tandvlees.

Nederland

De Elgydium Clinic/Inava Hybrid is ook in Nederland verkrijgbaar.

Bron:
bmcoralhealth.biomedcentral.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Tandenborstel

Uit elkaar staande borstelharen betere indicatie voor vervangen tandenborstel dan leeftijd van borstel

Vertelt u uw patiënten wanneer ze hun tandenborstels moeten vervangen? Onderzoek bestudeerde de relatie tussen tandenborstelslijtage en plaquescores. Hieruit volgde het afraden van de gewoonte om tandenborstelslijtage gelijk te stellen aan de leeftijd van een tandenborstel.

Slijtage en plaque

De onderzoekers bestudeerden de slijtage van tandenborstels na drie maanden gebruik in relatie tot het plaqueniveau bij deelnemers aan de studies. Er werd een significante relatie tussen grotere slijtage en hogere plaquescores gevonden. “Tandenborstels met extreme slijtage zijn minder effectief dan die met geen of lichte slijtage”, schreven ze.

Variatie in vervangen

De tijd die het duurt voordat tandenborstels worden vervangen varieert en lijkt niet gebaseerd te zijn op wetenschappelijk bewijs. Eerdere, kleinere studies brachten al voort dat tandenborstelhaartjes die uit elkaar staan een permanente kromming ontwikkelen. De verschillen in slijtage worden veroorzaakt door tandenpoets-technieken en de kracht waarmee dit wordt gedaan.

De deelnemers

Deelnemers werden gevraagd om twee keer per dag twee minuten hun tanden te poetsen volgens de Bass-methode. Zij werden voorzien van een fluoride-dentifrice en tandenborstel, mochten geen andere tandheelkundige producten gebruiken, en werden gevraagd om twee tot drie uur vóór controles te poetsen.

Follow-up

Elke drie maanden werd een follow-up gedaan, waarna de gebruikte tandenborstels ingeleverd werden voor een nieuwe. Ook ondergingen deelnemers een plaque score beoordeling op basis van de aangepaste Quigley Hein plaque-index. De slijtage van elke tandenborstel werd beoordeeld via een vijfpuntenschaal.

Leeftijd niet doorslaggevend

De onderzoekers vonden een significante maar zwak positieve correlatie tussen de slijtage- en plaque scores. “Met betrekking tot de doeltreffendheid van tandenpoetsen, lijkt het erop dat de leeftijd van een tandenborstel niet de factor voor vervanging moet zijn,” schreven zij. “In plaats daarvan blijkt het niveau van slijtage meer van belang.”

Advies

Ondanks verschillende studielimieten die de uitkomst van het onderzoek beperken tot specifieke types tandenborstel, kan er geadviseerd worden om de tandenborstel al eerder te vervangen dan gedacht.

“Uit elkaar staande borstelharen geven aan dat het tijd is om de tandenborstel te verwisselen,” luidt de conclusie.

 

Deze studie werd gepubliceerd in het International Journal of Dental Hygiene op 16 oktober, 2018, en werd geleid door M.P.C. van leeuwen van de afdeling parodontologie van het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam.

Bron:
Onlinelibrary.wiley.com

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Dental Hygienist Awards 2019

Dental Hygienist Awards 2019

In augustus 2019 is het weer zo ver: de Dental Hygienist Awards uitreiking. De uitreiking is bedoeld om mondhygiënisten te erkennen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de wetenschap of binnen de gemeenschap.

Uitreiking

De uitreiking wordt georganiseerd door de Sunstar Foundation en vindt iedere twee jaar plaats. Dit jaar worden de awards uitgereikt tijdens het International Symposium on Dental Hygiene (ISDH) in Brisbane, Australië.

Open voor iedereen

Zowel professionals als studenten kunnen meedoen binnen de twee categorieën: onderzoek en project/activiteit.

Bron:
Sunstar Foundation

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
Het einde van cariës voor mensen met gevoelige tanden?

Het einde van cariës voor mensen met gevoelige tanden?

Een ijskoud drankje is verfrissend in de zomer, maar voor mensen met gevoelige tanden kan het een pijnlijke schok in de mond veroorzaken. Deze aandoening kan worden behandeld, maar veel van de huidige benaderingen duren niet lang. Onderzoekers hebben daar nu wellicht iets op gevonden.

Groene thee

Onderzoekers hebben de ontwikkeling van een nieuw materiaal met een extract van groene thee bekend gemaakt in het tijdschrift ACS Applied Materials & Interfaces. Deze stof zou het probleem kunnen oplossen en cariës bij deze mensen met gevoelige tanden helpen voorkomen.

EGCG

De onderzoekers wilden tegelijkertijd de gevoeligheid aanpakken en de bacteriën verslaan. Zij verwerkten nanohydroxyapatite en een groene thee polyfenol (EGCG) in nanodeeltjes van silica, die bestand zijn tegen zuur en slijtage. Uit eerdere onderzoeken is gebleken dat EGCG vecht tegen de bacterie streptococcus mutans, dat biofilms vormt die cariës veroorzaken.

Positieve resultaten

Testen die zijn uitgevoerd op geëxtraheerde verstandskiezen toonden aan dat het materiaal goed zou kunnen werken tegen gevoelige tanden en cariës.

Bron:
Applied Materials & Interfaces Publications

Lees meer over: Cariës, Mondhygiëne, Thema A-Z
Meer cariës bij tieners, minder cariës bij 5-jarigen

Meer cariës bij tieners, minder cariës bij 5-jarigen

Tieners hadden in de afgelopen jaren meer cariës en ze poetsen te weinig. De mondgezondheid van 5-jarigen is daarentegen verbeterd. Dat blijkt uit het Signalement Mondzorg 2018 van het Zorginstituut, uitgevoerd door TNO.

Het signalement laat de resultaten zien van onderzoek naar mondgezondheid van jongeren waarbij vergeleken is met onderzoeken uit 2011. Gebitten van kinderen en jongeren van 5, 11, 17 en 23 jaar werden onderzocht. 5-jarigen blijken minder cariës te hebben hebben dan zes jaar geleden. Dit geldt ook voor de 23-jarigen. Tieners hebben flinker meer cariës. Zie de tabel hieronder met cariëspercentage per leeftijdsgroep in 2018 versus 2011.

 

 Signalement-mondzorg

Verschillen mondgezondheid tussen groepen

De resultaten van het onderzoek zijn ingedeeld in sociaaleconomische (SES) groepen op basis van opleidingsniveau (hoog en laag). Hieruit blijkt dat er nog grote sociaaleconomische mondgezondheidsverschillen zijn tussen de SES-groepen.

  •  5-jarigen
    Bij de 5-jarigen in de hoge SES-groep hebben meer kinderen een gaaf gebit dan in de lage SES-groep.
  • 11-jarigen
    Bij 11-jarigen is zowel in de hoge als de lage SES-groep het percentage met een gaaf gebit tussen 2011 en 2017 afgenomen. In de hoge SES-groep hebben meer kinderen een gaaf gebit dan in de lage SES-groep.
  • 17-jarigen
    Bij 17-jarigen is de in 2011 vastgestelde verbetering van mondgezondheid gestagneerd en is in de hoge SES-groep zelfs verslechtering te zien. In de hoge SES-groep komt wel minder cariës voor. De mondhygiëne van 17-jarigen laat ook te wensen over, vooral in de lage SES-groep.
  • 23-jarigen
    Bij 23-jarigen heeft de hoge SES-groep minder cariës dan de lage. In de lage SES-groep is er wel een verbetering in de afgelopen 6 jaar waarneembaar, terwijl in de hoge SES-groep de gaatjes juist toenemen. Ook bij 23-jarigen laat de mondhygiëne vooral in de lage SES-groep te wensen over.

Slechtere mondgezondheid bij migratieachtergrond

Het valt de onderzoekers ook op dat jongeren met een migratieachtergrond – zowel binnen de hoge als lage SES-groep – een slechter gebit hebben dan jongeren zonder migratieachtergrond.

Toename (erosieve) gebitsslijtage

Verder is een sterke toename te zien van (erosieve) gebitsslijtage: een vijfde van de 17-jarigen en ruim de helft van de 23-jarigen vertoont slijtage tot in het tandbeen.

Het Zorginstituut zal in de komende tijd met partijen in de mondzorg – zorgverleners, patiënten en zorgverzekeraars – bespreken welke stappen zij kunnen zetten om tot verbetering te komen.

Bron:
Signalement Mondzorg 2018

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Mondhygiëne, Thema A-Z

Het mondzorggedrag, de mondgezondheid en life-style van eerstejaars studenten Mondgezondheid

Retroperspectief cohortonderzoek naar het mondhygiëne gedrag, lifestyle en mondgezondheid bij eerstejaarsstudenten Mondzorgkunde van de Hogeschool Utrecht. Uit de resultaten blijkt dat het over het algemeen goed gesteld is met het mondzorggedrag en de lifestyle van de studenten. Een goed voorbeeld doet goed volgen.

Het databestand dat geanalyseerd werd bevatte gegevens van 98 eerstejaarsstudenten Mondzorgkunde uit Utrecht over het mondzorggedrag (soort tandenborstel, poetsfrequentie en poetstijd) en de lifestyle (rookgedrag, alcohol consumptie en eetmomenten) en de mondgezondheid (hoeveelheid plaque, marginale bloeding, cariësactiviteit en het aantal restauraties).

 


Klik hier voor de vergrote versie: Het mondzorggedrag, de mondgezondheid en life-style van eerstejaars studenten Mondgezondheid

Conclusie

Het onderzoek laat zien dat het over het algemeen goed gesteld is met het mondzorggedrag en de lifestyle van de studenten. Studenten die een poetstijd van 3 minuten aanhielden vertoonden significant minder marginale bloeding (p = 0,036) dan studenten die korter dan 3 minuten poetsen. Deelnemers met als vooropleiding havo of vwo hadden een betere mondgezondheid dan studenten met een MBO vooropleiding. Verder zijn er geen significante verschillen gevonden wanneer er gekeken wordt naar variatie in mondzorggedrag en lifestyle ten aanzien van de mondgezondheid van studenten Mondzorgkunde.
Poster ontwikkeld door:
Deidre Paans en Amy Maassen van den Brink

Bekijk ook andere posters ontwikkeld door studenten Mondzorgkunde

Deze posters werden beoordeeld met een cijfer 7 of hoger en zijn een selectie uit de gemaakte posters die interessant zijn voor werkzame mondhygiënisten.

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Scholing, Thema A-Z
Millennials poetsen hun tanden niet goed

Millennials poetsen hun tanden niet goed

Een universiteit in Duitsland heeft onderzoek gedaan naar het poetsgedrag van jongvolwassenen. Uitkomst was dat deze millennials hun tanden wel lang, maar niet goed poetsen. Aan interdentale reiniging werd helemaal nauwelijks gedaan.

Deelnemers onderzoek

De universiteit van Giessen heeft alle inwoners die geboren zijn in 1995 uitgenodigd om mee te doen aan een onderzoek naar tandenpoetsen. Uiteindelijk namen 98 jongvolwassenen hieraan deel. Uitgesloten werden mensen met een mondzorgopleiding, mensen met een beugel, mensen met een beperking die van invloed is op het tandenpoetsen en mensen die gewoonlijk met een elektrische tandenborstel poetsen.

Zo goed mogelijk poetsen

Aan de deelnemers werd gevraagd om zo goed mogelijk hun tanden te poetsen. Ze kregen een normale tandenborstel en tandpasta, flossdraad met en zonder wax en interdentale borsteltjes. Hun poetsbeurt werd gefilmd met een tablet.

Dat deze millennials echt hun best deden tijdens het poetsen bleek wel uit de poetstijd: ze poetsten gemiddeld 3 minuten en 20 seconden. Dat is veel langer dan dat aanbevolen wordt. De manier waarop ze poetsten bleek echter niet goed te zijn.

Occlusale versus palatinale vlakken

Uit de filmbeelden bleek dat de occlusale vlakken drie keer zo lang werden gepoetst als de palatinale vlakken. Het overgrote deel van de deelnemers (80%) sloeg minstens één sextant over bij het poetsen van de palatinale vlakken. Slechts 5% poetste alle palatinale sextanten gedurende meer dan 7,5 seconden. Bij bijna 70% was na het poetsen nog hardnekkige plaque aanwezig.

De onderzoekers hadden gehoopt na afloop ook iets te kunnen zeggen over interdentale reiniging. Het aantal deelnemers dat iets aan interdentale reiniging deed was daarvoor echter te beperkt.

Resultaten representatief?

Aan het onderzoek werd slechts deelgenomen door jongvolwassenen uit één kleine stad in Duitsland, dus het is de vraag in hoeverre de resultaten representatief zijn voor alle millennials. De onderzoekers vinden de uitkomsten echter zorgelijk. Ze hopen dat er vergelijkbare onderzoeken in andere landen zullen komen.

Bron:
BMC Oral Health

 

 

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z

Gezond dieet zorgt voor significante vermindering gingivitis

Volgens een nieuwe studie, gepresenteerd tijdens Europerio9, kan slechts vier weken gezond eten gingivitis al significant verminderen. Uit eerder onderzoek bleek al dat voeding een groot effect kan hebben op tandvleesontsteking, zelfs zonder correlatie tussen tandplak en de ontsteking. Hoe dit precies in zijn werk gaat is echter onbekend. Dr Johan Wölber, van de afdeling operatieve tandheelkunde en parodontologie aan de universiteit van Freiburg, Duitsland, en zijn team wilden daarom verder onderzoeken hoe een voor de mondgezondheid optimaal dieet van invloed kan zijn op parodontale en systemische ontstekingen.

Onderzoeksopzet

Om dit te onderzoeken werd een willekeurig klinische proces gebruikt, waarbij een groep patiënten werd gevraagd om een speciaal dieet te volgen, arm in koolhydraten en proteïnen en rijk in omega 3, vitamine c en d, antioxidanten, plantaardige nitraten en vezels. De controlegroep veranderde het eetpatroon niet, en at een typisch westers dieet, rijk in koolhydraten en verzadigd vet, met weinig micronutriënten. Beide groepen werd gevraagd om gedurende de studie niet tussen hun tanden schoon te maken. Na vier weken werd er gekeken naar klinische parodontale parameters en tekenen van ontsteking bij de gebitten van beide groepen.

Significant minder ontsteking

Dr Wölber: “We waren positief verrast toen we zagen dat al na vier weken, een gezond dieet substantiële positieve effecten heeft wat betreft het verminderen van de tandvleesontsteking. Bij 40 procent van de testgroep werd een significant verminderde ontsteking gevonden, wat niet het geval was bij de controle groep, ondanks het feit dat er niet tussen de tanden werd schoongemaakt. Het kan daarom worden geconcludeerd dat een optimaal dieet een positieve invloed heeft op vroege gingivitis.”

Dr Wölber heeft aangegeven te hopen om deze resultaten te kunnen valideren in een toekomstige grotere studie, over een langere periode. Ook hoopt hij dan een microbiome analyse uit te kunnen vieren om beter naar het tandplak te kijken.

Bronnen:

1) EuroPerio9 abstract PD019: The effect of an oral health optimised diet on periodontal and serological parameters. A randomized controlled trial. Johan Wölber. Session on Adjunctive Periodontal Therapies, 20 June 2018, at 15:45 CEST.

2) Woelber, J. et al. (2016). An oral health optimized diet can reduce gingival and periodontal inflammation in humans – a randomized controlled pilot study. BMC Oral Health. 17. 28. 10.1186/s12903-016-0257-1.

Een recordaantal van 10,232 parodontologen zijn 20 tot 23 juni samengekomen in Amsterdam voor EuroPerio9: het grootste congres ter wereld omtrent parodontale aandoeningen en dentale implantaten.
Deelnemers van 111 verschillende landen namen deel aan EuroPerio9. Vanuit Europa kwamen met name veel mensen uit Nederland, Duitsland en Frankrijk. Van buiten Europa namen met name veel Japanners, Brazilianen en Mexicanen deel aan het congres. 25 procent van de deelnemers kwam van buiten Europa en 40 procent was 35 jaar oud of jonger.
Het wetenschappelijke programma bevatte 1,720 abstracts die werden gepresenteerd tijdens onderzoek sessies. Hiernaast presenteerden 134 sprekers hun bevindingen tijdens 42 colleges en workshops. Hiernaast vonden er 308 poster presentaties plaats.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Goede mondgezondheid verlaagt kans op beroerte

Goede mondgezondheid verlaagt kans op beroerte

Het goed onderhouden van het gebit kan de kans op een beroerte aanzienlijk verkleinen. Uit nieuw onderzoek is gebleken dat cardiovasculaire gezondheid sterk in verband staat met de mondgezondheid.

Grootschalig onderzoek

Enkele kleinschalige onderzoeken toonden eerder al associaties tussen mondgezondheid en de kans op het krijgen van een beroerte. Er bestond echter nog weinig lange termijn-onderzoek in de Verenigde Staten, terwijl meer dan de helft van de bevolking boven de 30 last heeft van parodontale ziekten. Daarom werd besloten een grootschaliger onderzoek uit te voeren.

In de studie, die werd geleid door Souvik Sen van de University of South Caroline School of Medicine, werd gebruik gemaakt van data van 6,730 volwassen Amerikanen uit het Atherosclerosis risico in gemeenschappen-onderzoek (ARIC study). Dit onderzoek heeft data verzameld over de gezondheid van meer dan 10,000 volwassenen vanaf 1987-1989 tot 2012.

Verhoogd risico op beroerte met parodontitis

De resultaten van de studie toonden aan dat mensen met parodontitis, inclusief milde vormen hiervan, significant meer risico hebben op het krijgen van een beroerte dan de mensen met gezond tandvlees. Zelfs met het aanpassen van de resultaten afhankelijk van rookstatus, opleiding, diabetes en BMI bleef dit hogere risico significant. Daarnaast hadden mensen die minstens jaarlijks de tandarts bezoeken een significant lagere kans op een beroerte dan de mensen die dit alleen doen op het moment dat ze ergens last van hadden.

Regelmatig tandartsbezoek

Dit onderzoek benadrukt nogmaals het belang van het goed onderhouden van de mondgezondheid, en ook het belang van het regelmatig bezoeken van de tandarts. Een volgende stap is om te onderzoeken hoe beroertes voorkomen kunnen worden door het ondergaan van bijvoorbeeld dentale behandelingen.

Bron:
Stroke 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z
Verliezen van tanden op middelbare leeftijd teken van verhoogd risico op hartziekten

Verliezen van tanden op middelbare leeftijd teken van verhoogt risico op hartziekten

Het verliezen van minstens twee tanden op middelbare leeftijd is gelinkt aan een verhoogd risico op het ontwikkelen van hart- en vaatziekten. Dit bleek uit een studie die werd gepresenteerd op de 2018 American Heart Association in New Orleans.

Hartziekten en tandverlies bij kinderen

Eerdere studies keken al naar de relatie tussen hartziekten en het verlies van tanden bij kinderen, waarbij het verlies van tanden vaak toe te wijzen is aan trauma’s, gaatjes of orthodontie. Dr. Lu Qi, PhD en directeur van de Tulane University Obesity Research Center in New Orleans, was benieuwd naar of een dergelijke relatie ook te zien is bij tandverlies bij mensen op middelbare leeftijd. Hierbij komt tandverlies meer voor door ontstekingen en veranderingen in het dieet.

Onderzoek

Om dit te onderzoeken werd gekeken nar data van 60,967 volwassenen die deelnamen aan een eerder uitgevoerde gezondheidsstudie. Aan het begin van de studies waren de deelnemers tussen de 45 en 69 jaar oud, zonder kanker of hart- en vaatziektes. De deelnemers werden vervolgens acht jaar lang gevolgd, waarin werd gekeken naar het aantal verloren tanden en het voorkomen van hartproblemen.

Hoger risico bij verlies van twee of meer tanden

De resultaten van deze studie toonden aan dat het verliezen van twee of meer tanden kan worden geassocieerd met een 16 procent hogere kans op hart- en vaatziekten. Dit risico bleek zelfs 23 procent voor mensen met minstens 25 tanden en 25 procent voor de deelnemers met minder dan 17 tanden. Het verhoogde risico was nog steeds aanwezig op het moment dat gewicht, fysieke activiteit, dieet, hoge bloeddruk, cholesterol en diabetes werden meegenomen in de analyse. Er was geen significant verschil in het risico op hartziekten bij mensen die een tand verloren.

Identificatie van risico hartziekten

Een tekortkoming van de studie is dat de deelnemers werden gevraagd of zij tanden waren kwijtgeraakt, en dat dit niet daadwerkelijk werd bekeken. Het kan hierdoor zijn dat de deelnemers hun tandverlies fout hebben gerapporteerd. Desalniettemin zijn de resultaten van deze studie heel interessant om mensen met een hoog risico op hart- en vaatziekten eerder te kunnen identificeren.

Bron:
American Heart Association 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne
Prestaties van topatleten negatief beïnvloed door gebitsproblemen

De oorzaak van aandoeningen in de mond onder sporters

Tijdens Europerio werd bekend dat een nieuwe studie heeft aangetoond dat een groot deel van de topatleten last heeft van parodontale aandoeningen. Een derde van de topatleten geeft aan dat de staat van hun mondgezondheid hun prestaties negatief beïnvloedt.

Eerdere studies omtrent Olympische atleten en professionele voetballers in Engeland toonde al aan dat veel atleten een slechte mondgezondheid hebben, en dat dit kan worden gelinkt aan een zelf-gerapporteerde slechte invloed op het welzijn, trainen en prestaties.

De studie werd uitgevoerd voorafgaand aan de zomer olympische spelen in Rio de Janeiro in 2016, en bevatte 325 atleten van verschillende disciplines, waaronder atletiek, rugby en voetbal. De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 25 (verschillend tussen de 18 en 29). 67 procent van de deelnemers waren mannen.

Slechts 1,1 procent van de deelnemers bleek een ‘uitstekende’ parodontale gezondheid te hebben.Hiernaast gaf 39 procent van de atleten aan last te hebben van bloedend tandvlees, een teken van ontsteking, bij het poetsen van de tanden.

Uit de eerdere onderzoeken bleek het volgende:

  • Olympische Spelen Londen in 2012, onderzoek onder 302 deelnemers:

  • Caries: 55%
  • Erosie: 45%
  • Gingivitis: 70%
  • Parodontitis: 15%

40% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid. 28% vond dat het hun levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 18% had hun mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

  • Engelse voetbalprofessionals in 2014, onderzoek onder 187 deelnemers:

  • Caries: 37%
  • Erosie: 53%
  • Gingivitis: 80%
  • Parodontitis: 5%

45% voelde zich gehinderd door zijn mondgezondheid en 20% vond dat het de levenskwaliteit beïnvloedde. Bij 7% van de deelnemers had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De cijfers van het nieuwe onderzoek, gepresenteerd tijdens Europerio zijn als volgt:

  • Caries: 49%
  • Erosie: 42%
  • Gingivitis: 77%
  • Parodontitis: 22%

Bij 32% had de mondgezondheid invloed op hun training of sportprestaties.

De mondgezondheid van topsporters is slecht. Zij hebben beduidend meer mondaandoeningen dan gemiddeld over de hele populatie. Bovendien werd door de topsporters zelf aangegeven dat zij de impact van hun mondgezondheid merkten tijdens training of op sportresultaten.

Needleman: “Interessant is dat 97 procent van de atleten aangaf hun tanden gewoon tweemaal per dag te poetsen en 40 procent ook beweert de ruimtes tussen hun tanden dagelijks schoon te maken. Deze getallen zijn hoger dan de gemiddelden van de gehele Britse bevolking, maar toch hebben ze in grote maten last van gebitsproblemen.”

Een mogelijke reden hiervan zou het voedingspatroon van atleten kunnen zijn, aangezien deze vaak veel koolhydraten bevat, welke ontstekingen kunnen aanwakkeren. Daarnaast zou bij sporten zoals wielrennen en hardlopen de zware ademhaling een reden kunnen zijn, aangezien deze de mond droog maakt en ervoor zorgt dat speeksel minder goed zijn beschermende taken uit kan voeren.

Oorzaken slechtere mondgezondheid sporters

De slechtere mondgezondheid wordt veroorzaakt door factoren die pro-inflammatoir zijn en dysbiose veroorzaken. Door training ontstaat er een verminderde immuunrespons (uitputting). Ook is er vaak sprake van dehydratie en een droge mond. Het dieet van sporters bevat vaak sportdrank en energie suppletie. Maar ook sociale factoren spelen een rol zoals levensstijl, precontemplatie en priorisering, mate van toegang tot zorg en zorgkosten.

Wat betekent de mondconditie voor sporters op psycho-sociaal gebied?

49% merkt een psychosociale impact en 35% heeft moeilijkheden met eten en drinken.

15% heeft moeite om te relaxen (inclusief slapen).

17% schaamt zich voor het uiterlijk van het gebit. Hierdoor hebben zij moeite met de tanden bloot te lachen.

Dus sociale factoren beïnvloeden de mondgezondheid en de mondgezondheid beïnvloedt sociale factoren. Het werkt dus beide kanten op.

Slechte mondgezondheid als risicofactor

Een slechte mondgezondheid is een risicofactor voor een lagere sportieve conditie, cardiorespiratoir gezien. Dit bleek uit een onderzoek onder gezonde mannen in de leeftijd van 45-65 jaar. Hun fysieke activiteiten werden met behulp van een gevalideerde vragenlijst uitgevraagd. Deze werden opgezet naar Metabolic Equivalent of Task scores (MET). Hun parodontale status werd vast gelegd. Tijdens een gestandaardiseerde oefening werd de maximale zuurstofconsumptie gemeten.

Een slechte mondgezondheid reduceert positieve effecten op leefstijlinterventies bij diabeten. Hierbij werden vrouwen en mannen tussen de 19-79 oud met diabetes onderzocht. Hun parodontale status werd onderzocht en hen werd geadviseerd om gedurende zes maanden een gecontroleerd. conditioneel programma te volgen. De bloedsuiker werd gedurende zes maanden gecontroleerd.

Een slechte mondgezondheid reduceert de positieve effecten van fysieke activiteit. De celdeling stopt sneller en dus overlijdt men sneller.

Evenwicht voor algehele gezondheid

Fysieke activiteit blijft natuurlijk wel belangrijk voor de algehele gezondheid. Maar extensieve activiteit kan leiden tot lichamelijke schade en inadequaat herstel. Als na de acute fase de phagocyten onvoldoende leiden tot het brengen van homeostase (normale status van het weefsel) dan is er sprake van chronische infectie, systemische ziekte en dit resulteert in zelfdestructie.

Als resultaat van fysieke activiteit, is weefselschade nodig om tot adaptie (bijvoorbeeld groei van de spier) te komen. Verhoogde ontstekingsactiviteit en herstel resulteren in een gebalanceerde fysieke activiteit. Er is dus een relatie tussen fysieke activiteiten en gezondheid. Het risico op een hartaanval vermindert met 30-50%, de bloeddruk verlaagt, de insuline-sensitiviteit neemt toe en ga zo maar door. CRP-levels verlagen ook door fysieke activiteit. Dat is interessant want, een verhoogde CRP-waarde komt voor bij infecties en ontstekingen. Als er ergens in het lichaam een ontsteking ontstaat, circuleert er binnen 6 tot 8 uur veel CRP in het bloed. Het eiwit CRP (afkorting voor ‘C-reactief proteïne’) wordt door de lever aangemaakt als reactie op een ontsteking of een infectie en het komt vervolgens in de bloedbaan terecht. Een verhoogde CRP-waarde in het bloed betekent dat er ergens in het lichaam een ontsteking of infectie actief is. Parodontitispatiënten hebben verhoogde CRP-waardes en dit verhoogt het risico op een hartinfarct.

Fysieke belasting leidt tot aanmaak van lipoxin A4. Bij de fysieke belasting ontstaat een ontstekingsreactie. Bron voor de lipoxin zijn bloedplaatjes en neutrofielen. Lipoxinproductie gedurende fysieke inspanning zal waarschijnlijk voor balans zorgen tussen ontsteking en preventie van celschade. Aspirine heeft ook dit effect. Tijdens de vorige editie van Europerio werden al onderzoeken besproken waaruit zou blijken dat bepaalde pijnstillers parodontitis zouden kunnen voorkomen.

Reactie van een huisarts op mondzorg voor sporters

Een fanatiek wielrennende huisarts reageert: Dit is bekend binnen de wielrenwereld als ‘overreaching’. Dit is de situatie wanneer de balans tussen de normale trainingstress en adequaat herstel is verstoord. De acute vermoeidheid kan resulteren in verminderde prestatie, wat opgevolgd wordt door overcompensatie. Dit wordt functionele overreaching genoemd: voortdurende verminderde prestaties geassocieerd met andere stressfactoren veroorzaken nog slechtere prestaties en verlengen de herstelfase. Hiermee komt de sporter in een vicieuze cirkel terecht.
Het disfunctioneren van het immuunsysteem na fysieke inspanning verergert als de inspanning voortdurend is, te intensief en met een niet-passend dieet. Dus het is zeker mogelijk dat gecombineerde effecten van veranderingen in de immunologische parameters parodontitis kunnen (mede) veroorzaken.

De huisarts:” Ik adviseer wielrenners om na het seizoen goed in het gebit te investeren en het daarna goed bij te houden. Als een sporter last heeft van zijn tandvlees, dan moet hij de hersteltraining in.” Echter wordt tandvleesontsteking lang niet altijd waargenomen. “Dus voor (top)sporters is het belangrijk om regelmatig het tandvlees te laten controleren bij de tandarts of mondhygiënist.”

Naast tandvleesontsteking zijn stemmingswisselingen en slaapstoornissen een teken van non-functionele overreaching.

Bronnen:
1. EuroPerio9 Abstract PD125, Periodontal health of UK elite athletes and impact on performance, Prof Ian Needleman, UCL Eastman Dental Institute, UK. Abstract presented in Session “Oral and periodontal medicine” on 21 June 2018 at 12:30.

2. Needleman, Ian et al (2014). Oral health and elite sport performance.  British Journal of Sports Medicine49(1). September 2014. DOI: 10.1136/bjsports-2014-093804

3. Needleman, Ian, et al (2015). Poor oral health including active caries in 187 UK professional male football players: clinical dental examination performed by dentists. British Journal of Sports Medicine. 50. bjsports-2015. 10.1136/bjsports-2015-094953.

4. Chadwick B, White D, Larder D & Pitts N. 5. Preventive behaviour and risks to oral health – a report from the Adult Dental Health Survey 2009. The Health and Social Care Information Centre.

5. Een huisarts die dental INFO sprak. De huisarts wilde niet met naam genoemd worden in het artikel.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z