Voorkeur voor zoet genetisch bepaald

zoetekauw genetisch bepaald

Het zou goed kunnen dat het wel of niet zijn van een zoetekauw genetisch bepaald is, aldus nieuw onderzoek. Er werd een link gevonden tussen de hoeveelheid consumptie van zoete dingen en een bepaald hormoon.

Regulering consumptie zoete snacks
Onderzoek op dieren heeft gesuggereerd dat een hormoon dat in de lever wordt geproduceerd de consumptie van zoet eten en drinken reguleert. Nieuw onderzoek is verder gegaan met het ontdekken van de link tussen biologie en gedrag en heeft gevonden dat het hebben van een voorkeur voor zoet inderdaad nog wel eens genetisch bepaald kan zijn.

A-allel
Matthew P. Gillum, een van de onderzoekers en assistent professor aan de Universiteit van Kopenhagen, geeft aan dat ze geïnteresseerd waren in het onderzoeken van de a-allel, wat een veelvoorkomende variant van het FGF21 gen is en wordt geassocieerd met een hoge consumptie van suikerrijke producten door mensen.

Voeding en (mond)gezondheid
Doordat de wereld van wetenschap en gezondheid steeds meer leert over de rol van voeding bij (mond)gezondheid bestaat er meer interesse om biologische mechanismes die eetpatronen beïnvloeden te begrijpen. Er werd specifiek naar FGF21 gekeken, aangezien al eerder is gebleken dat deze nog wel eens de suikerinname zou kunnen beïnvloeden.

Eerste onderzoek
Om dit te doen werden twee gerelateerde onderzoeken uitgevoerd. In de eerst werd data gebruikt van de Inter99 studie: een genetisch onderzoek onder Denen tussen de 30 en 60 jaar, die bloed hebben afgegeven en 198 verschillende vragen over hun voedingspatronen hebben beantwoord.

Hierbij werd gekeken naar hoe de variatie van hormonen combineert met de consumptie van zoete dingen. Een variatie van FGF21, de rs838133 a-allel kwam hier zeer sterk uit – de deelnemers met deze gen-variatie hadden 19% meer kans om in de top 3 van meest zoet-consumerende deelnemers voor te komen, terwijl ze niet per se meer calorieën innamen. Ook hadden ze over het algemeen een lager BMI. Wel was de kans op roken of alcohol consumptie ook hoger bij mensen met deze allel.

Tweede onderzoek
Voor de tweede studie werd een klinisch experiment uitgevoerd met 51 gezonde mannen tussen de 18 en 39 jaar en een normaal BMI. Dit onderzoek vond een omgekeerde relatie tussen FGF21 niveaus en een voorkeur voor zoet. Deelnemers die niet van zoete snacks hielden hadden 51% meer kans op FGF21 in hun bloed dan diegenen die wel van zoete snacks hielden.

Vervolgens werden 41 van de deelnemers teruggehaald en gevraagd om 12 uur te vasten, gevolgd bij een consumptie van 75 gram sucrose. Hierna bleek dat de FGF21 niveaus dramatisch verhoogden bij zowel de groep die wel als niet van zoete snacks hield. Dit suggereert dus ook dat het hormoon helpt bij de regulatie van zoete consumptie.

Bron:
Cell Metabolism

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z