Nog geen 5% van tandartspraktijken geeft aan contract met zorgverzekeraar te hebben

Slechts 4,6% van alle tandartspraktijken geeft op hun praktijkwebsite aan een contract gesloten te hebben met een zorgverzekeraar. Dit blijkt uit onderzoek van vergelijkingswebsite www.123tandarts.nl De vergelijkingssite bekeek meer dan 3.500 websites van tandartspraktijken. 


Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Nieuwe piercing laat drager pronken met gebit

‘Je tanden laten zien’ krijgt een geheel nieuwe betekenis voor dragers van een nieuw soort piercing. De piercing biedt zicht op de ondertanden zonder dat de drager zijn of haar mond open hoeft te doen, schrijft Spickmich.

De nieuwe piercing wordt gedragen in de onderlip. De tanden zijn zichtbaar doordat de piercing een plaatje van transparante kunststof bevat ter grootte van een euro. Dragers van de nieuwe piercing maken eerst een gat in hun onderlip. Dit gat wordt vervolgens steeds verder opgerekt. Als het gat de juiste grootte heeft bereikt, wordt de ronde piercing geplaatst.

Bron:
Spickmich

Lees meer over: Actueel, Opmerkelijk, Thema A-Z
dental office

Independer: Meer consumenten sluiten tandartsverzekering af

De aanvullende tandartsverzekering wordt voor 2014 vaker afgesloten dan voor 2013 het geval was, meldt Independer.
Van de consumenten die via Independer overstappen naar een andere zorgverzekering kiest 54% een tandartsverzekering. Dit is hoger dan in 2013 toen dit nog 48% was.

Andere aanvullende verzekeringen zijn minder populair. De website concludeert dit na analyse van bijna 2,5 miljoen vergelijkingen van zorgverzekeringen in de afgelopen zes weken. Met name fysiotherapie en medische hulp in het buitenland worden veel minder gevraagd.

Bron:
Independer

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

De slechtste slogan van 2013: We do our business in your mouth

De website Slechte slogans organiseerde tussen 1 en 15 december de verkiezing slechtste slogan van 2013.
De slogan We do our business in your mouth, van een Amerikaanse tandartsenpraktijk kwam met 18% van de stemmen als slechtste uit de bus. 1500 mensen brachten hun stem uit. De uitslag is bekendgemaakt tijdens het televisieprogramma Studio MAX Live.

Initiatiefnemers van het project Slechte slogans zijn Christine Liebrecht en Tefke van Dijk. Zij doen allebei ‘iets met taal’. Christine Liebrecht is Neerlandica en Communicatiewetenschapper. Tefke van Dijk is freelance journalist, tekstschrijver en redacteur bij De Schrijfzolder.

Dec 2013

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
doorverwijzen

Financiële band tussen arts en fabrikant openbaar

Vanaf 2015 worden financiële relaties tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en artsen openbaar gemaakt.
Minister Edith Schippers heeft hierover afspraken gemaakt met de betrokken organisaties, meldt zij in een brief aan de Tweede Kamer schrijft Medisch Contact.

Volgens de al twee jaar bestaande gedragscode medische hulpmiddelen zijn reclame en beïnvloeding toegestaan, maar moet er altijd een ‘zuivere relatie’ zijn tussen de zorgverleners die deze middelen inkopen en gebruiken en leveranciers hiervan.

De informatie over de financiële relaties wordt mogelijk in het Transparatieregister Zorg opgenomen. Dit register bestaat sinds april van dit jaar.

Bron:
Medisch Contact

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

IGZ pleit voor verplichte visitatie en minder vrijblijvende bij- en nascholing

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) vindt dat alle beroepsbeoefenaren moeten deelnemen aan visitaties of andere vormen van inhoudelijke, collegiale toetsing. Dit geldt ongeacht of iemand in loondienst is of zelfstandig werkt. De IGZ schrijft dit in  het visiedocument De staat van de gezondheidszorg 2013 dat op 13 december werd gepubliceerd. Deelname zou ook vanuit de beroepsorganisaties een beroepsnorm moeten zijn, volgens de inspectie.

Herregistratie en na- en bijscholing
Ook pleit de IGZ voor het stellen van meer inhoudelijke eisen aan de herregistratie. ‘Bijvoorbeeld door als eis te stellen dat een beroepsbeoefenaar deelneemt aan visitaties en aantoonbaar werkt aan verbeterpunten hieruit. Ook na- en bijscholing moet minder vrijblijvend worden: deelname volstaat niet als mensen de scholing niet met een positief resultaat afsluiten.’

Solisten
Ook solistisch werkende beroepsbeoefenaren moeten deelnemen aan intercollegiale toetsing en aantoonbaar werken aan het voortdurend verbeteren van hun competenties volgens de IGZ. ‘Wanneer een solist minder gaat functioneren, hebben collega’s wel degelijk een verantwoordelijkheid om te acteren, onafhankelijk van de vorm waarin de samenwerking plaatsvindt.’

Bron:
IGZ

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Zorgconsument voelt zich minder een product

De consument begint te wennen aan marktwerking in de zorg.  Dit blijkt uit de Gezondheidszorgmonitor uitgevoerd door Newcom.

In 2011 voelde 54% van de consumenten zich ‘een product’ in de zorg. Dit is in 2013 afgenomen naar 40%.
Consumenten ervaren steeds meer keuzevrijheid. 59% van de Nederlanders is het eens met de stelling dat er binnen de zorg in Nederland voldoende keuzevrijheid is. In 2011 bedroeg dit 44%.

Vermoeden van fraude bij tandarts en ziekenhuis
Ruim de helft van de consumenten (55%) controleert de zorgrekening. De helft van de consumenten die in het afgelopen jaar een rekening heeft ontvangen heeft moeite met het beoordelen van de rekening. Van de ondervraagden vermoedt 7% te maken hebben gehad met frauduleuze zorginstellingen en weet 1% dit zeker. Dit vermoeden leeft met name bij de tandarts (38%) en bij het ziekenhuis (30%).

Persoonlijker en klantgerichter
61% van de Nederlanders heeft een goed gevoel bij de gezondheidszorg. In 2011 bedroeg dit 48% en in 2012 was dit opgelopen tot 53%. Er zijn ook verbetermogelijkheden. De gezondheidszorg wordt door 50% van de Nederlanders nog niet als klantgericht ervaren. De kwalificatie persoonlijk scoort ook nog vrij laag (53 %). Betrouwbaar (71 %) en kwalitatief (82 %) zijn aspecten die men meer toedicht aan de gezondheidszorg in Nederland.

Newcom voert sinds 2005 jaarlijks de Gezondheidszorgmonitor uit. In december 2013 is de meest recente versie van dit onderzoek uitgevoerd onder een representatieve steekproef van 1018 inwoners van Nederland van 18 jaar en ouder. In het onderzoek van 2013 zijn vragen opgenomen over klantgerichtheid van ziekenhuizen en de beleving van de zorgconsument over de keuzevrijheid en marktwerking in de zorg.

Dec 2013

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Kwaliteitsprijs voor ouderenproject mobiele tandartsen UZ Gent

UZ Gent kreeg van het Rode Kruis Vlaanderen en het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap (CVZ) van de KU Leuven de kwaliteitsprijs voor het project Gerodent, meldt Nieuwsblad.be.

Project mondzorg kwetsbare ouderen
Het project is gericht op de mondzorg voor kwetsbare ouderen die vaak niet in staat zijn zelf de tandarts te bezoeken. Met de Geromobiel bezoeken tandartsen woonzorgcentra van ouderen.

Bron:
Nieuwsblad.be


Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
NZa beboet twee tandartsen

NZa beboet twee tandartsen

De NZa heeft tandarts Van Hugten uit Hilversum en tandarts De Boer uit Schiedam een boete opgelegd van 20.000 euro. Volgens de NZa geven beide tandartsen geen openheid over de kosten en opbrengsten in het kader het kostenonderzoek, melden TV Rijnmond en De Gooi en Eemlander. Als de praktijken niet alsnog de gevraagde gegevens aanleveren, krijgt zij een nog hogere boete.

Tandarts de Boer zegt op TV Rijnmond niet mee te zullen werken aan het onderzoek. ”Ze komen me maar ophalen,” klinkt hij strijdvaardig. ”Ik vind de boete in geen verhouding staan. Ik heb toch geen slechte zorg geleverd?”, aldus de quote op TV Rijnmond.

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Verhoog het succes van uw praktijk met de DIAGNOcam

De KaVo DIAGNOcam is de nieuwe methode voor cariësdiagnostiek, die de tand gebruikt als een lichtgeleider en een live beeld op uw beeldscherm creëert.  Hiermee identificeert u aanwezige cariëslaesies en cracks met gemak.

Whitepaper over KaVO DIAGNOcam
Ontdek de economische integratie en de overtuigende patiëntcommunicatie van deze nieuwe methode voor cariësdiagnostiek met de whitepaper serie over de KaVo DIAGNOcam. Leer van andere DIAGNOcam gebruikers hoe u dit instrument kunt gebruiken, promoten en ervan kunt profiteren in uw eigen praktijk. In de eerste whitepaper kunt u lezen over 3 DIAGNOcam gebruikers die hun methodes presenteren om de DIAGNOcam succesvol en winstgevend in uw praktijk te integreren.

Download de whitepaper






 

Lees meer over: Apparatuur, Diagnostiek, Producten

Kamervragen over rapport Tandarts maakte behandeling niet duurder

D66-kamerlid Pia Dijkstra stelde minister Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport vragen over het onderzoek van Milliman waaruit blijkt dat de rapportages van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over het experiment met vrije tandartstarieven ondeugdelijk en misleidend waren. Dit onderzoek werd in opdracht van de ANT uitgevoerd.

Bekijk hieronder de vragen die zij op 6 december stelde.

Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Tandarts maakte behandelingen niet duurder»?

Vraag 2
Hoe beoordeelt u de resultaten van onderzoeksbureau Milliman dat tandart-sen in 2012 slechts een inflatiecorrectie hebben doorgevoerd tijdens het experiment met vrije tandartstarieven, in plaats van prijsstijgingen van meer dan 10%, zoals aangegeven door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)?

Vraag 3
Bent u van mening dat naar aanleiding van de bevindingen van onderzoeks-bureau Milliman de NZa de marktscans inzake de vrije tandartstarieven moet herzien, en haar onderzoeksmethoden moet evalueren?

Vraag 4
Deelt u de mening dat het experiment met vrije tandartstarieven onnodig voortijdig is gestaakt op basis van onjuiste marktscans van de mondzorg-markt?

Vraag 5
Wat is de stand van zaken van het mondzorgonderzoek dat onderzoeksbureau Deloitte uitvoert namens de NZa naar de opbrengsten, productie, praktijkkos-ten en tijdbesteding bij aanbieders van mondzorg?

Vraag 6
Klopt het dat het onderzoek naar de mondzorgtarieven meer tijd en geld zal gaan kosten dan verwacht? Zo ja, om hoeveel extra tijd en geld gaat het naar verwachting?

Vraag 7
Wat is uw oordeel over de transparantie van de kosten, opbrengsten en kwaliteitsindicatoren van mondzorgaanbieders?

Vraag 8
In hoeverre konden mondzorgaanbieders het afgelopen jaar met vragen over de vragenlijsten in het kader van het kostenonderzoek terecht bij de NZa?

Vraag 9
Bent u van mening dat de NZa over voldoende kennis beschikt om de tarieven van mondzorg aanbieders te monitoren en berekenen, wanneer u het rapport van onderzoeksbureau Milliman in ogenschouw neemt? Zo nee, welke mogelijkheden ziet u om dit te verbeteren?

Vraag 10
In hoeverre acht u het vaststellen van adequate landelijke tarieven in de mondzorg überhaupt mogelijk, gezien de constatering uit het «Visiedocument bekostigingsstructuur Mondzorg» dat de werkelijke kosten per aanbieder altijd zullen afwijken als gevolg van onder meer de lokale kostprijsverschillen en schaalverschillen?

Vraag 11
Bent u bereid, gezien de resultaten van onderzoeksbureau Milliman, de problemen rondom het huidige kostenonderzoek en de eerdere constateringen uit het Visiedocument, te onderzoeken of een nieuw experiment met vrije prijzen mogelijk is, om te beginnen met bijvoorbeeld de sector orthodontie? Zo nee, waarom niet?

Bron:
Tweedekamer.nl

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Dentale branche ondertekent Gedragscode Medische Hulpmiddelen

Met het ondertekenen van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH) op 4 december 2013, hebben de twee belangrijkste brancheverenigingen binnen de tandheelkundige sector, INDENT en VGT, principieel gekozen voor een zuivere relatie tussen de zorgprofessional en de aanbieder van medische hulpmiddelen. Hiermee voldoen zij aan de uitdrukkelijke wens van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) op dit gebied en sluiten zij zich aan bij vele brancheorganisaties uit de medische sector die hen reeds voor gingen. Per 1 januari 2014 zullen ook diverse zorgpartijen, waaronder de KNMG, de Gedragscode ondertekenen waarmee wederkerigheid wordt bereikt.

Gunstbetoon verboden
De Gedragscode Medische Hulpmiddelen regelt de onderlinge relatie tussen leveranciers van medische hulpmiddelen en zorgprofessionals. De gedragscode moet ervoor zorgen dat (financiële) prikkels met betrekking tot de verkoop van medische hulpmiddelen voortaan transparant, zorgvuldig en controleerbaar zijn. Zo zijn allerlei vormen van gunstbetoon bij de verkoop van medische hulpmiddelen in beginsel verboden, behalve daar waar in de Gedragscode nog ruimte voor wordt gegeven. De mogelijkheden hierin zijn zeer gelimiteerd en verkoopacties zullen dan ook vanaf heden getoetst worden aan de bepalingen in deze Gedragscode.

Zorginhoudelijk en integer
Door ondertekening van de Gedragscode Medische Hulpmiddelen hebben alle leden van VGT en INDENT zich verplicht tot naleving van deze bepalingen. Dirk Annaars, voorzitter INDENT (Association for the dental industry in the Benelux): “In 2012 heeft de medische hulpmiddelenindustrie een gedragscode opgesteld, die de afgelopen tijd is uitgewerkt. Met de Gedragscode Medische Hulpmiddelen willen wij waarborgen dat beslissingen over medische hulpmiddelen genomen worden op zorginhoudelijke en integere gronden. De regels in de Gedragscode geven invulling aan een zorgvuldige, transparante en verantwoorde omgang tussen fabrikanten van medische hulpmiddelen en partijen die betrokken zijn bij de aanschaf of de
toepassing daarvan”.

Transparant
“De Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche (VGT) verwacht met het volgen van de Gedragscode een voorbeeld te stellen binnen de tandheelkundige sector. Het is een goede ontwikkeling om in de huidige samenleving transparant te zijn in de manier waarop je zaken doet. Zeker nu de tandheelkunde zoveel in het nieuws is geloven wij dat het belangrijk is om op een positieve manier van ons te laten horen en de zorgprofessionals in onze branche een houvast te geven”, aldus Cees Balder, voorzitter van de VGT.

Uiteraard verwachten VGT en INDENT dat ook de andere beroepsverenigingen in de tandheelkundige branche de code zullen ondertekenen. Een breed draagvlak onder leveranciers, groothandel en beroepsgroepen schept duidelijkheid in de dentale branche.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

NMT maakt bezwaar tegen nadere vragen kostenonderzoek NZa

De NZa meldde vorige week via de media dat zij deelnemers aan het kostenonderzoek nadere vragen zouden stellen. Vrijdag 6 december ontving deze groep bericht van de NZa. De NMT meldt op haar website geschrokken te zijn van deze nadere vragen en heeft bezwaar gemaakt bij de NZa.

Het belangrijkste bezwaar van de NMT is dat vertrouwelijke gegevens van de deelnemers aan het kostenonderzoek per mail worden verstuurd. Dit is volgens de NMT niet beveiligd en ook zouden er verkeerde bijlagen bij de verkeerde praktijken zijn binnengekomen.

Ook heeft de NMT inhoudelijke bezwaren tegen de vragen van de NZa. ‘In veel gevallen worden vragen gesteld die naar de mening van de NMT niets toevoegen aan het onderzoek of die door de klankbordgroep beantwoord hadden kunnen worden. Veel vragen zijn overbodig en dus onnodig belastend voor de deelnemers. Bovendien krijgen de deelnemers daarbij te maken met onrealistische deadlines’, meldt de NMT.

Bron:
NMT

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
implantaat

Implantologie: Diagnostiek, indicatiestelling en behandelplanning

Orale implantologie is niet meer is weg te denken als mogelijke behandeloptie voor uw patiënt. Als tandarts algemeen practicus treedt u op als regisseur. Hoe houdt u controle? Wat delegeert u? Wat doet u zelf? Congresverslag over diagnostiek, indicatiestelling en behandelplanning bij implantologie.

Verslag van de lezingen van prof. dr. Marco Cune, prof. dr. Henny Meijer, prof. dr. Daniël Wismeyer tijdens het congres Implantologie 2013 van Bureau Kalker. Het lezingenprogramma omvatte alles wat u moet weten over implantologie. Zo kunt u uw patiënt begeleiden bij de verwijzing en ervoor zorgen dat u de regie over de behandeling behoudt.

Waar let u op als er een implantaat geïndiceerd is?

  • Verwachtingen van de patiënt
  • Algemene gezondheid
  • Parodontale status (parodontitis in het verleden)
  • Mondhygiëne en compliance van de patiënt
  • Roken
  • Craniofaciale en skeletale groei
  • Mondopening

Enkelvoudig diasteem
Een implantaatgedragen kroon is de eerste keus bij een enkelvoudig diasteem (NTvT december 2012 door: H.J.A. Meijer, M.S. Cune). Voor het behandelresultaat van een implantaat in het front speelt de esthetische prognose een belangrijke rol. Het is afhankelijk van de zachte weefsels en het onderliggende bot hoe de interdentale papillen eruit gaan zien. De afwezigheid van bot vergroot de kans op ‘black triangle’.

Vanaf 18 jaar
Uit onderzoek blijkt dat mensen levenslang in zekere mate doorgroeien. Een implantaat gedraagt zich als een ankylotisch gebitselement en groeit niet mee waardoor een infra-occlusie ontstaat. Dit is een risico voor het esthetisch resultaat van implantaten in de frontregio. Prof. dr. Meijer adviseert een minimum leeftijd van 18 jaar voor implanteren.

Dimensie voor het implantaat
Bij het plaatsen van het implantaat zijn de implantaatpositie en asrichting van belang. In het bijzonder in het front. Het maken van een proefopstelling en vervaardigen van een boorsjabloon zijn hierbij onontbeerlijk.

Dimensie voor prothetiek
Voor de bepalen van de vormgeving van de constructie is het essentieel een prothetisch ontwerp te maken. Voor de behandelplanning zult u studiemodellen moet vervaardigen, waarbij u een proefopstelling maakt en de occlusie en articulatie bepaalt.

Diameter
Bij implantaten in het front gaat de voorkeur uit naar direct implanteren vanwege behoud van de buccale botlamel. De buccale botlamel resorbeert sowieso, maar bij direct implanteren in mindere mate. Bij frontimplantaten wordt gebruik gemaakt van een normale diameter.

Er is een mindere tendens naar grote implantaten, in de molaarregio in de bovenkaak is hiervoor soms een indicatie.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen implantaten:
1. Implantaten geplaatst op bothoogte (voor kronen op implantaten)
2. Implantaten geplaatst op gingivahoogte (voor overkappingsprotheses op implantaten)

Risicoanalyse voor de esthetische regio

  • Liplijn
    Een lage liplijn waarbij de interdentale papillen niet getoond worden is een lager risico dan een hoge liplijn met zichtbare papillen.
  • Gingiva biotype
    Bij een dun gingiva type is de kans groter op recessies, dan bij een dik gingivatype.
  • Vorm tandkroon
    Rechthoekige tanden hebben een grotere kans op papil vorming omdat zij vaak een dik gingiva type hebben. Dit in tegenstelling tot driehoekige tanden.
  • Ontsteking bij implantaatregio
    Ontstekingen hebben een negatieve invloed op de harde en zachte weefsels.
  • Botniveau buurelement
    Bij een oorspronkelijk botniveau is er een grotere kans op papilvorming.
  • Restauraties in de sulcus van de gingiva
    Kans op recessie van de gingiva.
  • Grootte van het diasteem
    1 tand of meerdere tanden vervangen. Tussen twee implantaten ontbreekt vaak de botpiek, waardoor men niet hoeft te verwachten dat er een interdentale papil wordt gevormd.
  • Is de te vervangen tand nog aanwezig?
  • Soft tissue anatomie
    De zachte weefsel worden ondersteund door het onderliggende bot.
  • Botvolume
    Het esthetische resultaat voor de lange termijn is afhankelijke van voldoende horizontaal en verticaal botvolume.

Edentate onderkaak
Patiënten met een edentate onderkaak hebben vaak gebrek aan retentie en stabiliteit van de conventionele gebitsprothese. Bij edentate patiënten is toepassing van twee implantaten in de onderkaak eerste keus. Door deze behandeling neemt het kauwvermogen niet significant toe, maar zijn patiënten wel tevredener.

Verzekeringsaspecten implantaatbehandeling
Een behandeling met implantaten is kostbaar: de prijs voor een implantaat met kroon ligt tussen de €2000 en €2300. In geval van trauma kan de patiënt recht hebben op vergoeding vanuit de basisverzekering. In de meeste gevallen moet het implantaat echter zelf betaald worden of wordt een gedeelte vergoed vanuit de aanvullende verzekering.

De prothetische behandeling van de edentate patiënt wordt, op de eigen bijdrage na, na machtiging vergoed vanuit de basisverzekering. Mogelijke argumenten voor een vergoeding uit de basisverzekering zijn:

  1. Geresorbeerde processus
  2. Onregelmatige processus
  3. Torus
  4. Geen omslagplooi

Nadelen en risico’s implantaatbehandeling
Voor een esthetisch resultaat bij een implantaat in het front is de hoeveelheid buccaal bot bepalend. Implantaten in de frontregio worden tegenwoordig meer naar palatinaal geplaatst. Vaak wordt gekozen voor een proefopstelling om verrassingen te voorkomen.

Een risico van een prothese op implantaten in de onderkaak tegenover een onbetande bovenkaak is het syndroom van Kelly. Grote krachten kunnen dan resulteren in resorptie en fibreuze hyperplasie van de processus alveolaris superior.

Prof. dr. Marco S. Cune
Is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.

Prof. dr. Henny Meijer
Behaalde in 1988 het tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht op het gebied van de implantologie, in 1992 resulterend in een proefschrift. Momenteel is hij werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde & Mondzorgkunde en bij de Afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde van het UMC Groningen. Vanaf 2006 is hij hoogleraar Implantologie en Prothetische Tandheelkunde. Naast de klinische werkzaamheden, doet hij onderzoek op het gebied van de orale implantologie, begeleidt onderzoek en is als docent betrokken bij verschillende cursussen.

Prof. dr. Daniël Wismeyer
Rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KU Nijmegen en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar de ACTA waar hij promoveerde op het proefschrift “BIOS, The Breda Implant Overdenture Study”. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd als Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan de ACTA waar hij een 0,7 Fte aanstelling heeft. Tevens werkt hij in de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwe-zoom te Dieren die hij in 1991 heeft opgericht. Vanaf 2009 is hij voorzitter van de afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde aan de ACTA.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van prof. dr. M.S. Cune, prof. dr. H. Meijer en prof.dr. D. Wismeyer tijdens het congres Implantologie 2013 van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Implantologie, Kennis, Thema A-Z

Sjoemelende Haagse tandarts vecht behandelverbod aan

De Haagse tandarts Thiel maakt bezwaar tegen de behandelstop die de Inspectie voor de Gezondheidszorg hem oplegde. De sjoemelende tandarts was een tijd lang spoorloos, maar heeft nu de inspectie benaderd, meldt Omroep West.

De Haagse tandarts rommelde met declaraties en beschadigde gebitten van patiënten onherstelbaar. Daarom moet tandarts Thiel de inspectie nu bewijzen dat hij verantwoorde zorg kan bieden. Tot die tijd moet zijn praktijk dicht, anders moet de tandarts een dwangsom betalen.

Onder toezicht
In januari 2013 werd Thiel al onder toezicht gesteld. Dat leidde niet tot verbetering en daarom kreeg de tandarts in de zomer van 2013 een behandelverbod. Thiel heeft nu bezwaar gemaakt tegen deze behandelstop. Tandarts Thiel werd eerder al uit zijn ambt gezet in Duitsland.

Bron:
Omroep West

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Mondhygiënist en orthodontist in top 15 beroepen met minste stress en goed inkomen

In de top 15 van beroepen met de minste stress en een goed inkomen staat de orthodontist op de 9e plaats en de mondhygiënist op de 15e. De toplijst werd gemaakt door Business Insider op basis van onderzoek in de Verenigde Staten, van het Bureau of Labor Statistics and Occupational Information Network (O*NET).


Top 15

1. Wiskundige

2. Politicoloog

3. Astronoom

4. Leraar rechten

5. Econoom

6. Actuaris

7. Systeembeheerder

8. Optometrist

9. Orthodontist

10. Audioloog

11. Artdirector

12. Planner stedenbouw en ruimtelijke ordening

13. Technisch schrijver

14. Ingenieur

15. Mondhygiënist

Bron:
Business Insider


Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Britten gaan naar supermarkttandarts

Naar de supermarkt voor boodschappen en een tandartscontrole? In het Verenigd Koninkrijk kan het, schrijft Dentistry.

In 2008 werd de eerste tandartspraktijk geopend in een Britse supermarkt. Daarna volgden nog vijf klinieken, onder andere in Manchester en Londen. De praktijken zijn zeven dagen per week open en iedereen kan een afspraak maken.

Aanbod
In de praktijken worden zowel cosmetische als standaardbehandelingen uitgevoerd. Ook voor specialistisch werk kunnen patiënten terecht in de supermarktpraktijk.

Succes
Onderzoek wijst uit dat 13% van de respondenten vaker naar de tandarts zou gaan als deze makkelijk te bereiken is. De supermarktklinieken zijn zo’n succes dat ze inmiddels overgenomen zijn door een keten van privéklinieken.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Tandartsangst zichtbaar als afwijkende hersenactiviteit

Zit tandartsangst tussen de oren? Volgens Japanse onderzoekers wel. Zij vonden dat de hersens van mensen met tandartsangst afwijkend reageren op het geluid van boren en afzuigen, schrijft Dentistry.

Hersenscan
De onderzoekers scanden de hersens van proefpersonen terwijl zij naar geluiden van boren en afzuigen luisterden. Mensen met angst voor de tandarts vertoonden activiteit in het hersengebied dat gebruikt wordt bij leren en onthouden. De groep proefpersonen zonder tandartsangst vertoonde een heel ander patroon. Vooral de hersendelen die te maken hebben met horen waren actief.

Behandelen
Naar schatting is ten minste 5 procent van de bevolking zo bang voor de tandarts dat ze nooit op controle komt. Door te kijken wat de hersenactiviteit van zeer angstige patiënten verandert, hopen onderzoekers deze mensen te helpen.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z
kanaalbehandeling voor en na

Pijn voor, tijdens en na de kanaalbehandeling

Ongeveer 60% van alle pijnklachten in de algemene tandarts praktijk heeft een endodontische oorzaak. Welke oorzaken zijn er en hoe lost u dit op? Wat doet u bij napijn? Verslag van de lezing van endodontoloog Michiel de Cleen.

Ongeveer 60% van alle pijnklachten in de algemene tandarts praktijk heeft een endodontische oorzaak. In 90% van de gevallen is er sprake van pulpitis of een pijnlijke parodontische apicalis. Indien u geen diagnose kunt stellen, laat u dan niet verleiden tot behandeling. Beter kunt u pijnstilling voorschrijven en de patiënt terug laten komen na enkele dagen. Erg bestaat nog geen test om een onderscheid te maken tussen reversibele en een irreversibele pulpitis.

Bij een kiespijn die soms ineens spontaan komt opzetten en met name een heftige reactie geeft bij een koude prikkel, is de mogelijke oorzaak een cracked tooth. Na het vervangen van de amalgaam restauratie kunnen de klachten nog ongeveer drie maanden aanhouden. Uit onderzoek blijkt dat bij een pijnlijke pulpitis uw mandubulair blok in ongeveer een derde van de gevallen zorgt voor complete pijnreductie. Als check voor een adequate anesthesie kunt u de koude test uitvoeren.

Alternatieven
Alternatieven die u heeft als de verdoving onvoldoende is:

  • Buccale infiltratie anesthesie
  • Intra-ossale anesthesie
  • Intrapulpale anesthesie

Wat te doen?

  • Pijnlijke pulpitis
    In 90% van de gevallen geeft een pulpotomie reductie van de pijn.
  • Pijnlijke parodontitis apicalis zonder endodontische behandeling
    Voor pijnreductie dienen alle kanalen tot de hoofdvijl te worden schoongemaakt.
  • Pijnlijke parodontitis apicalis met endodontische behandeling
    Opties die u heeft zijn het trekken van de kies of een endodontische herbehandeling. Vaak ontbreekt het u aan tijd in de spoeddienst om een herbehandeling uit te voeren. Schrijf de patiënt dan pijnstilling voor.

Wel of geen calciumhydroxide?
CaHO geeft geen invloed op de pijnbestrijding. Volgens De Cleen maakt het niet uit of u het wel of niet gebruikt. Er bestaat hierover nog weinig consensus.

Kans op napijn
Endodontologen hebben weinig pijnklachten in de (verwijs)praktijk, vaak worden de pijnklachten behandeld bij de algemeen practicus. Heeft meer dan 5% van uw patiënten napijn, dan moeten bellen gaan rinkelen of u iets verkeerd doet: u zit boven het gemiddelde.

Wanneer napijn?
Napijn is erg lastig te voorspellen, onderstaande factoren vergroten de kans op napijn.

  • Pijn voor de kanaalbehandeling
  • Grootte van de zwarting (hoe groter des te meer kans)
  • Meer kanalen geven een grotere kans
  • Vrouwen hebben meer last dan mannen

Flare-up is een ernstige napijn. U dient de patiënt te zien en behandeling is noodzakelijk. Een behandeling voor napijn is geen antibioticum kuur. Tonen van empathie door te bellen een dag na te behandeling heeft resultaat: deze patiënten rapporteren minder napijn.

Het is niet waar dat endodontische herbehandelingen een grotere kans zouden hebben op napijn. De totale hoeveelheid pijn is geen voorspeller voor de herinnering aan pijn. Het laatste moment wordt meestal herinnerd, dus probeer de behandeling altijd pijnloos af te sluiten.

Michiel de Cleen (1962) is tandarts-endodontoloog. Na zijn afstuderen aan de Universiteit van Amsterdam was hij van 1988 tot 1995 (gast)medewerker van de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Thans voert hij een fulltime endodontische praktijk. Tot medio 2010 was hij hoofdredacteur van het tijdschrift TandartsPraktijk. Michiel de Cleen is mede-auteur van het standaardwerk Endodontologie en van zijn hand verschijnen regelmatig publicaties op het gebied van de endodontologie. Hij gaf talloze lezingen en cursussen in binnen- en buitenland.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z
Oorzaken van refractaire parodontitis

Oorzaken van refractaire parodontitis

Refractaire parodontitis is de frustratie van iedere behandelaar, want ondanks de goed uitgevoerde behandeling blijft herstel vaak uit. Er zijn veel mogelijke oorzaken voor het ontstaan van refractaire parodontitis, waaronder omgevingsfactoren en therapietrouw. Hieronder volgt een overzicht van de mogelijke oorzaken inclusief tips voor het helpen voorkomen en de behandeling ervan.

Wat is refractaire parodontitis?
Refractaire parodontitis is de verzamelnaam voor parodontitis die niet of nauwelijks gereduceerd kan worden door conventionele initiële en chirurgische therapie. Refractaire parodontitis wordt gediagnosticeerd op basis van de volgende kenmerken:

  1. Gedocumenteerde afwezigheid van pocketreductie na een goed uitgevoerde initiële behandeling en bij een goede mondhygiëne.
  2. Voortzetting van de parodontale afbraak ondanks een goed uitgevoerde initiële behandeling en bij een goede mondhygiëne.

Er is dus geen klinische verbetering, ondanks een goede initiële behandeling en een optimale mondhygiëne. Refractaire parodontitis kan worden verward met recidiverende parodontitis en met persisterende parodontitis. Recidiverende parodontitis is het opnieuw optreden van parodontitis na een succesvol verlopen behandeling. Persisterende parodontitis is parodontitis waarbij niet aan bovenstaande voorwaarden voldaan is, bijvoorbeeld als de initiële behandeling en/of de mondhygiëne onvoldoende zijn.

Studies
Refractaire parodontitis is gecompliceerd. Er zijn wel internationale studies (1, 2, 3) verschenen over de oorzaken van refractaire parodontitis, maar eenduidige conclusies zijn moeilijk te trekken:

  • De conventionele behandelmethodes in deze studies verschillen van elkaar. Ook is het onduidelijk of het mondhygiëneniveau van de patiëntpopulaties met elkaar te vergelijken is. Verschil in mondhygiëneniveau zal een zeer grote invloed op het resultaat hebben en dus tot andere conclusies leiden.
  • Het land waarin de studie uitgevoerd is, speelt een zeer belangrijke rol. In studies uitgevoerd in de VS of Azië zal antibiotica‐resistentie een belangrijke parameter zijn voor refractaire parodontitis, terwijl dit in Noord‐Europa veel minder een issue is. Ook een verschil in rookgedrag en bacteriepopulaties kan tot andere conclusies leiden.

Mogelijke oorzaken van refractaire parodontitis
Studies zijn dus onderling moeilijk met elkaar te vergelijken en conclusies zijn niet altijd vertaalbaar naar de situatie in Nederland. Ondanks het gebrek aan eenduidige conclusies zijn er wel een aantal algemene oorzaken voor het ontstaan van refractaire parodontitis aan te wijzen. Dit zijn:

  • Omgevingsfactoren
  • Therapietrouw
  • Bacteriële populatie
  • Gastheerfactoren
  • Systemische oorzaken
  • Herbesmetting vanuit omliggende weefsels
  • Antibioticaresistentie

Hieronder worden deze oorzaken kort toegelicht.

Omgevingsfactoren
Uit diverse studies blijkt dat de kans op refractaire parodontitis onder invloed van omgevingsfactoren significant hoger ligt (4, 5, 6). Waarschijnlijk komt dit door het effect op de immuunrespons en de afweer van de patiënt. Omgevingsfactoren zoals roken en stress spelen een belangrijke rol bij refractaire parodontitis. Andere belangrijke omgevingsfactoren zijn voeding en de blootstelling aan micro‐organismen.

Therapietrouw
Therapietrouw heeft vooral betrekking op problemen met inname van systemische antibiotica. Gebrek aan compliance (opvolgen van de adviezen) en persistence (volhouden van de kuur) zijn een bekend probleem binnen de medische wereld. Helaas is het niet altijd duidelijk of een patiënt zich aan de voorgeschreven kuur heeft gehouden.

Uit een internationale studie (7) van de GRACE Project Group blijkt dat bijna 40 procent van de Nederlandse patiënten die een antibioticumkuur krijgt voorgeschreven, niet start met de medicatie. Van de patiënten die wel start met de voorgeschreven kuur, maakt 20% deze kuur niet af. De therapietrouw onder Nederlanders is dus niet heel hoog en dit werkt refractaire parodontitis in de hand.

Bacteriële populatie
Onduidelijk is nog of de bacteriële populatie van patiënten met refractaire parodontitis afwijkt van patiënten met andere vormen van parodontitis. Soms wordt bij refractaire parodontitis een toegenomen aantal paropathogenen gevonden (8), maar in andere studies worden geen verschillen in de aanwezigheid van paropathogenen gevonden. Deze verschillen worden waarschijnlijk veroorzaakt door de patiëntselectie en het land waar de studie is uitgevoerd.

Recent is wel gepubliceerd (9, 10, 11) dat opvallend vaak exogene bacteriën zoals de Enterococcus faecalis aangetroffen wordt bij patiënten met refractaire parodontitis. Deze bacterie is resistent tegen de in de tandheelkunde gangbare antibiotica en dat zou een reden kunnen zijn van het ontstaan van refractaire parodontitis.

Gastheerfactoren
Er zijn zeer veel gastheerfactoren die een invloed hebben op het parodontale herstel. Een afwijking of verandering in een van de vele gastheerfactoren kan tot refractaire parodontitis leiden. Een zogenaamd chemotactisch defect is een voorbeeld van een verstoring van een gastheerfactor. Hierbij kunnen bepaalde witte bloedcellen niet meer naar de ontstekingshaard migreren met als gevolg dat de ontsteking blijft bestaan (12). Een ander voorbeeld betreft een tekort aan interleukine‐8 in de creviculaire vloeistof waardoor minder witte bloedcellen worden geactiveerd (13).

Systemische oorzaken
Een aantal systemische aandoeningen, waarvan diabetes de belangrijkste is, zijn in verband gebracht met refractaire parodontitis (14). Diabetes heeft onder andere een invloed op de collageensynthese en op de immuunrespons van de gastheer. Dit kan leiden tot refractaire parodontitis.

Herbesmetting vanuit andere locaties zoals het gastheer‐epitheel
Aangetoond is dat verschillende paropathogenen omliggende (epitheel) weefsels kunnen penetreren. Vanuit deze weefsels kan een pas schoongemaakte pocket binnen afzienbare tijd opnieuw besmet raken. De kans dat een herbesmetting plaatsvindt, is het grootst bij een initiële behandeling zonder ondersteuning met systemische antibiotica.

Antibioticaresistentie
Als een paropathogeen resistent is voor een antibioticum, zal de kans op refractaire parodontitis toenemen. Wereldwijd zijn er enorme verschillen in de mate van resistentie voor een antibioticum. Dit heeft vooral te maken met het verschil in antibiotica-inname. Resistentie speelt in Nederland een relatief kleine rol, omdat men hier altijd terughoudend is geweest in het voorschrijven van antibiotica. Nederlandse studies naar resistentie onder paropathogenen zijn erg schaars. Wel is bekend dat bijvoorbeeld resistentie van maagbacteriën tegen metronidazol zeer weinig voorkomt. Het is aannemelijk dat dit ook geldt voor paropathogenen.

Conclusie
Er zijn zeer veel oorzaken voor het ontstaan van refractaire parodontitis en helaas is meestal niet te achterhalen wat de exacte oorzaak is. Wel is duidelijk dat omgevingsfactoren en therapietrouw belangrijke veroorzakers van deze aandoening zijn. Onderstaande tips zullen de kans op het krijgen van refractaire parodontitis verkleinen en, als uw patiënt parodontitis heeft, de kans op een succesvolle therapie vergroten.

Tips
Tips om de kans op het ontstaan van refractaire parodontitis te verkleinen:

  • Start te behandeling pas als de patiënt er (100%) klaar voor is.
  • Start de behandeling pas als systemische aandoeningen zoals diabetes onder controle/stabiel zijn.
  • Verminder/vermijdt negatieve omgevingsfactoren rondom de behandeling.
  • Stimuleer de patiënt om te stoppen met roken.
  • Verbeter de therapietrouw door de patiënt goed te informeren over de noodzaak van de behandeling. Geef bijvoorbeeld een protocol mee, waarin de behandeling stap voor stap wordt uitgelegd.
  • Ondersteun de behandeling met een passend antibioticum.
  • Stuur de patiënt in het geval van een antibioticakuur een reminder in de vorm van een e‐mail of SMS‐bericht.

Tips als uw patiënt refractaire parodontitis heeft:

  • Bekijk of er een (verborgen) systemische aandoening aanwezig is. Verwijs de patiënt zo nodig door.
  • Ondersteun de initiële behandeling met een passend antibioticum.
  • Achterhaal of exogene (meer resistentere) pathogenen de oorzaak zijn.
  • Probeer te achterhalen of de patiënt zich aan de voorgeschreven therapie heeft gehouden.
  • In geval behandeling met een bepaald antibioticum onvoldoende effectief is, kan een antibioticum uit een andere groep wel effectief zijn.
  • Stimuleer de patiënt om te stoppen met roken.

Door:
Dr. H.E. van Beurden  Bio2Dental BV

Referenties
(1) McLeod DE, Lainson PA, Spivey JD. The effectiveness of periodontal treatment as measured by tooth loss. J Am Dent Assoc. 1997 Mar;128(3):316-24.
(2) Meador HL, Lane JJ, Suddick RP. The long-term effectiveness of periodontal therapy in a clinical practice. J Periodontol. 1984 Sep;55(9):505-9.
(3) Becker W, Becker BE, Berg LE. Periodontal treatment without maintenance. A retrospective study in 44 patients. J Periodontol. 1992 Nov;63(11):908-13.
(4) MacFarlane GD, Herzberg MC, Wolff LF, Hardie NA. Refractory periodontitis associated with abnormal polymorphonuclear leukocyte phagocytosis and cigarette smoking. J Periodontol. 1992 Nov;63(11):908-13.
(5) Johnson GK, Slach NA. Impact of tobacco use on periodontal status. J Dent Educ. 2001 Apr;65(4):313-21.
(6) Genco RJ, Ho AW, Kopman J, Grossi SG, Dunford RG, Tedesco LA. Models to evaluate the role of stress in periodontal disease. Ann Periodontol. 1998 Jul;3(1):288-302.
(7) Francis NA, Gillespie D, Nuttall J, Hood K, Little P, Verheij T, Coenen S, Cals, JW, Goossens H, Butler CC. GRACE Project Group. Therapietrouw bij antibioticagebruik voor hoestklachten in 13 Europese landen. Huisarts Wet 2013;56(8):384-7.
(8) Colombo AP, Bennet S, Cotton SL, Goodson JM, Kent R, Haffajee AD, Socransky SS, Hasturk H, Van Dyke TE, Dewhirst FE, Paster BJ. Impact of periodontal therapy on the subgingival microbiota of severe periodontitis: comparison between good responders and individuals with refractory periodontitis using the human oral microbe identification microarray. J Periodontol. 2012 Oct;83(10):1279-87.
(9) Balaei-Gajan E, Shirmohammadi A, Abashov R, Agazadeh M, Faramarzie M. Detection of enterococcus faecalis in subgingival biofilm of patients with chronic refractory periodontitis.
Med Oral Patol Oral Cir Bucal. 2010 Jul 1;15(4).
(10) Colombo AP, Haffajee AD, Dewhirst FE, et al. Clinical and microbiological features of refractory periodontitis subjects. J Clin Periodontol 1998;25:169-180.
(11) Rams TE, Feik D, Mortensen JE, Degener JE, van Winkelhoff AJ. Antibiotic Susceptibility of Periodontal Enterococcus faecalis. J Periodontol. 2013;84:1026-1033.
(12) Oshrain HI, Telsey B, Mandel ID. Neutrophil chemotaxis in refractory cases of periodontitis.J Clin Periodontol. 1987;14(1):52-5.
(13) Kurdowska AK, Noble JM, Adcock JE. Interleukin-8 and anti-interleukin-8 autoantibodies in gingival crevicular fluid from patients with
periodontitis. J Periodontal Res. 2003;38(1):73-8.
(14) Arrieta-Blanco JJ, Bartolomé-Villar B, Jiménez-Martinez E, Saavedra-Vallejo P, Arrieta-Blanco FJ. Dental problems in patients with diabetes mellitus (II): gingival index and periodontal disease. Med Oral. 2003;8(4):233-47.

Dec 2013

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z