Australische tandartsen overwegen aanbod hiv- en soa testen

Australische tandartsen gaan hun patiënten mogelijk hiv- en soa-testen aanbieden. Daardoor kunnen meer vroege diagnoses gesteld worden, schrijft Dentistry.

Animo
Momenteel peilen onderzoekers de belangstelling van tandartspraktijken voor het aanbieden van de onderzoeken. Ook apotheken wordt gevraagd om de testen te verstrekken.

Snelle uitslag
Testen bij de tandarts leidt to minder wachttijd. Een orale hivtest geeft al na 20 minuten een indicatie. Is de uitslag positief, dan is nog wel bloedonderzoek nodig om de uitslag te bevestigen.

Testen op hiv kan met een vingerprik of oraal. Ook is er een orale test voor hepatitis C beschikbaar. De orale tests moeten nog worden goedgekeurd door de Australische overheid.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Experiment vrije tandartstarieven gestopt op basis van ondeugdelijke marktscans

De rapportages van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over het experiment met vrije tandartstarieven waren ondeugdelijk en misleidend. Dat is gebleken uit onafhankelijk onderzoek door het gerenommeerde onderzoeksbureau Milliman in opdracht van de Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT).

Onterecht
Het besluit om in 2012 het experiment met de vrije tarieven vroegtijdig te stoppen vanwege bewuste prijsopdrijving door tandartsen was dan ook voorbarig en onterecht. Berekeningen tonen glashelder aan dat tandartsen in 2012 slechts een inflatiecorrectie hebben doorgevoerd. Prijsstijgingen door tandartsen van meer dan 10 procent, zoals gecommuniceerd in de marktscans van de NZa, blijken niet alleen onjuist, maar bovendien gebaseerd op methodologische tekortkomingen. Uit het onderzoek komt naar voren dat de prijsstijgingen vooral zijn veroorzaakt door factoren die niet het gevolg zijn van de invoering van de vrije prijsvorming, maar van systeemwijzigingen door de NZa zelf. “De NZa en de politiek wilden veel te snel resultaten en hebben zich laten leiden door een tunnelvisie met alle kwalijke gevolgen van dien”, stelt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes.

Marktscan NZa onder de loep
Met gegevens verkregen op basis van de Wet openbaarheid van bestuur (WOB) heeft ANT aan Milliman opdracht gegeven om de marktscans van de NZa onder de loep te nemen. Milliman is wereldwijd één van de grootste onafhankelijke consultancybureaus op het gebied van actuarieel onderzoek, onder andere in de zorg. Aanleiding voor het onderzoek was het besluit van de minister van VWS om op basis van de marktscans vroegtijdig de stekker uit het experiment met de vrije prijzen te trekken. De NZa beschuldigde de tandartsen van bewuste prijsopdrijving met gemiddeld 10,7 procent.

Milliman heeft de methodologische tekortkomingen van de marktscans blootgelegd en de gevolgen objectief gekwantificeerd. De bevindingen van Milliman roepen belangrijke vragen op over de werkwijze van de NZa. Ze laten zien dat er grond voor gerede twijfel is aan de onderbouwing van beslissingen die op basis van de marktscans zijn genomen. Opzienbarend omdat de NZa tot nu toe elke vorm van kritiek van tafel veegde en de schuld eenzijdig bij de tandartsen bleef leggen. De beroepsgroep heeft daardoor – ten onrechte – grote reputatieschade opgelopen.

Conclusies Milliman
Uit het Milliman-rapport blijkt dat tandartsen in 2012 slechts een inflatiecorrectie van bijna 3 procent hebben doorgevoerd bij het vaststellen van de vrije tarieven, lager dan de door de NZa voorgenomen indexatie dat jaar. De rest van de vermeende prijsstijging is vrijwel geheel terug te voeren op maatregelen door de NZa zelf. Belangrijke oorzaak is de introductie van een nieuw prestatiesysteem door de NZa. De behandelingen werden opnieuw ingedeeld, waarbij 480 declaratiecodes zijn teruggebracht tot 180 geclusterde codes. Maximaal 3 procent prijsstijging kan worden toegerekend aan deze overgang naar nieuwe prestatiecodes, waarvoor de NZa verzuimd heeft een conversietabel en referentietarieven beschikbaar te maken voor tandartsen.
Ook is de NZa niet in staat gebleken om op correcte wijze de referentietarieven 2011 te berekenen. Conclusie is dan ook dat van prijsopdrijving door tandartsen geen sprake is geweest.

NZa moet pas op de plaats maken
“Tandartsen zijn volkomen onterecht in het beklaagdenbankje gezet”, reageert Jan Willem Vaartjes. “De conclusie is dat de NZa is bezweken onder de complexiteit van de regels voor de mondzorg waar de NZa zelf verantwoordelijk voor is. Door de afwezigheid van referentieprijzen zijn veel tandartsen op het verkeerde been gezet en hebben – naar eer en geweten – getracht prijzen te berekenen bij deze nieuwe codes. De NZa heeft gefaald als marktmeester door pas medio 2012 referentieprijzen vast te stellen en deze met terugwerkende kracht toe te passen, zonder enig overleg met de sector. De NZa had hier zorgvuldiger naar moeten kijken en daarom de conclusies op basis van de Marktscan 2012 onder voorbehoud moeten trekken. De NZa is veel te stellig geweest en heeft daardoor een onjuist beeld van de sector neergezet. Er zijn verregaande conclusies getrokken uit een kort onderzoek naar een zeer complex vraagstuk.”

Wortelkanaalbehandeling
Het stoort de ANT dat de NZa in haar onderzoeken heeft nagelaten om te onderzoeken of te vermelden wat de relatie was tussen de vergelijkbaarheid en complexiteit van de behandelingen en de gemeten prijsstijging in 2012 ten opzichte van 2011. De kritiek op de werkwijze en bevindingen van de NZa is goed te illustreren aan de hand van een wortelkanaalbehandeling. In plaats van de door de NZa bekend gemaakte prijsstijging tussen de 30 en 40 procent is de prijs in werkelijkheid gestegen met nog geen 1,5 procent, zo blijkt uit berekeningen van Milliman. Vaartjes: “We zijn geschokt. Als de NZa diverse zaken in de vergelijking niet meeneemt, dan klopt er weinig van de uitkomst van het onderzoek. Dit is niet te aanvaarden gezien de grote gevolgen die het rapport heeft gehad voor de mondzorg. We overwegen met dit rapport van Milliman in de hand maatregelen te treffen tegen de NZa. We hopen echter dat de NZa het niet zover zal laten komen en het rapport van Milliman serieus neemt. Juist in 2014 is het belangrijk dat wij open en constructief met de NZa in dialoog kunnen gaan en dat we collectief kunnen werken aan een aantal belangrijke dossiers. Ik zou heel teleurgesteld zijn als we niet samen deze extra mijl zouden kunnen optrekken, bijvoorbeeld in het kader van het nog lopende kostenonderzoek in de mondzorg, waarbij de Zorgautoriteit zich opnieuw dreigt te verslikken in de complexiteit van de sector.”

Voordelen consument vrije tarieven
Omdat is gebleken dat de prijzen veel minder zijn gestegen dan door de NZa in 2012 is gecommuniceerd, is de ANT voorstander om opnieuw te kijken of het mogelijk is – al dan niet op kleinere schaal – te experimenteren met bandbreedtes in de tarieven. In de korte tijd dat het experiment heeft geduurd hebben de vrije tarieven een aantal positieve bemoedigende ontwikkelingen laten zien op het gebied van variatie in service en kwaliteit voor de consument, zoals bijvoorbeeld ruimere openingstijden en garantie. Tevens hebben de tandartsen hard gewerkt aan het transparant maken van de prijzen en de kwaliteit van de zorg die zij leveren (prijs- en praktijkinformatie via de praktijkwebsite, service-informatie via KiesBeter.nl). Vaartjes: “Het idee van het experiment met meer vrijheid ten aanzien van de tarieven is dat de consument iets te kiezen heeft en dat heeft de minister nadrukkelijk als uitgangspunt voor een succesvol experiment geformuleerd.”

Bekijk de samenvatting van het Milliman onderzoek

Bron:
ANT


Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z
Welke medicijnen gebruikt uw patiënt?

Welke medicijnen gebruikt uw patiënt?

Naast informatie over de gezondheid, is het belangrijk te weten welke medicijnen uw patiënt gebruikt. Als uw patiënt bisfosfonaten gebruikt, waar moet u dan op letten? En wanneer schrijft u antibiotica voor?

Tijdens iedere anamnese in de tandheelkundige praktijk komt de medicatie aan bod. Naast informatie over de gezondheid van een patiënt is het belangrijk te weten welke medicijnen uw patiënt gebruikt. Alleen met deze informatie kan een behandeling starten. Het is ook van belang te weten of een behandeling niet gecontra-indiceerd is. Of dat juist medicatie gestaakt moet worden bij een noodzakelijke behandeling. Voor een adequate praktijkvoering is kennis over medicijnendaarom een absolute must.

Verslag van de lezing van kaakchirurg Leander Dubois tijdens de thema-avond ‘Patiënten en hun pillen’ georganiseerd door de NVT, NVMK en VMTI.

Bisfosfonaten
Er blijkt angst te heersen onder tandartsen over invasieve tandheelkundige behandelingen bij het gebruik van bisfosfonaten, een middel dat voornamelijk bij osteoporose – een aandoening waarbij botten steeds brozer worden – wordt voorgeschreven. Deze angst wordt voornamelijk veroorzaakt door een tekort aan informatie over de kans op osteonecrose. Ondanks de betrekkelijk lage incidentie, kunnen de gevolgen groot zijn. Osteonecrose na extractie bij een intraveneuze bisfosfonaatgebruiker is bekend in het literatuur en een mogelijk gevolg.

Bisfosfonaten zijn al sinds de 19e eeuw bekend als anticorrosiemiddel. In de 20ste eeuw was het een ingrediënt dat gebruikt werd in wasmiddelen en tandpasta. Nadat in 1980 het positieve effect ervan op osteolyse wordt ontdekt, is het nu de eerste keus voor behandeling van deze aandoening. De werking van bisfosfonaten berust op de remming van osteoclasten, waardoor deze stof ook gebruikt wordt bij botmetastasen (kwaadaardige tumoren in het skelet).

Werkingsmechanisme
Bisfosfonaten binden zich aan calcium in het bot en remmen hierdoor de afbraak van botten. De snelheid van afbraak en opbouw van aangetaste botten neemt af. Hierdoor vermindert de pijn en de kans op botbreuken. Bij kanker is de activiteit van osteoclasten verhoogd wat zorgt voor verzwakt bot met hypercalcemie als gevolg. Bisfosfonaattherapie maakt in dit geval de osteclast inactief. Bij osteoporose grijpen bisfosfonaten in tijdens de boneremodelingcycle.

Osteonecrose van het kaakbot
Helaas heeft ieder medicament zijn bijwerkingen en complicaties. Zo kunnen bisfosfonaten oorzaak zijn van osteonecrose van het kaakbot – de zogenaamde biofosfonaatgerelateerdeosteonecrose (Eng: BRONJ). De diagnose hiervan kan worden gesteld als voldaan wordt aan de volgende 3 criteria:

  • De patiënt wordt momenteel, of is al eerder, behandeld met bisfosfonaten
  • Er is sprake van necrotisch bot in de maxillofaciale regio gedurende meer dan 8 weken
  • De patiënt is nooit eerder bestraald geweest in het hoofd/halsgebied

Epidemiologie
Het risico op BRONJ ligt bij behandeling van maldigniteiten tussen de 1% en 28%. Bij osteoporose is dit 0,04 tot 0,34%. De toedieningswijze evenals de grootte van de stikstofgroep in de bisfosfonaten is hier cruciaal. Zo is de veneuze toediening vele malen geconcentreerder en neemt de kans op complicaties toe naarmate de stikstofgroep groter wordt. Daarnaast neemt het ziektebeeld bij ieder decade met 9% toe en is de incidentie in de onderkaak twee maal zo hoog als in de bovenkaak.

Risicofactoren
Bij de volgende risicofactoren verloopt de ziekte ernstiger:

  • Diabetes mellitus
  • Gebruik corticosteroïden
  • Roken
  • Chemotherapeutica

Symptomen
Voordat er blootliggend necrotisch kaakbot zichtbaar is, kan een patiënt die bisfosfonaten gebruikt zich al presenteren met klachten. De patiënt kan pijn hebben of klagen over paresthesie. Klinisch onderzoek kan een weke delen ulceratie, extra/intra-orale fistel, zwelling, pusvloed en/of mobiele gebitselementen aantonen. Maar ook röntgenologische laesies kunnen de aandoening ontmaskeren:

  • Alveolair botverlies of botresorptie
  • Sclerotische veranderingen trabeculair bot
  • Uitblijven van remodeling extractie alveolen
  • Verdikking of verwijden ligament Versmalling canalismandibulae

Stadia
BRONJ kent vier stadia, beginnend met stadium 0 en eindigend met 3 en gebaseerd op de klinische symptomen. Een infectie is enkel aanwezig in stadium 2 en 3.

Richtlijn
Gezien de ernst van de complicaties is er een richtlijn opgesteld waarop tandartsen en kaakchirurgen beroep kunnen doen. Enkel met goed geargumenteerde onderbouwing kan hiervan afgeweken worden.
De heer Dubois adviseert vóór het starten met bisfosfonaten een tandheelkundige evaluatie te plannen en indien nodig behandelingen uit te voeren. Bisfosfonaten dienen uitgesteld te worden totdat de mondgezondheid geoptimaliseerd is, in het bijzonder nadat de extractie-alveolen zijn geëpithelialiseerd.

Patiënten bij wie intraveneuze bisfosfonaten worden toegediend, wordt geadviseerd invasieve ingrepen aan het bot te vermijden. Het plaatsen van implantaten wordt afgeraden en niet te restaureren gebitselementen worden bij voorkeur gedecapiteerd en endodontisch behandeld.

Informeer patiënten die bisfosfonaat gebruiken over de kans op BRONJ. Indien bisfosfonaten minder dan 3 jaar worden ingenomen, zijn er geen beperkingen in het tandheelkundig handelen. Bij meer dan 3 jaar gebruik en indicatie voor dentoalveolair chirurgie wordt aangeraden te stoppen met gebruik van bisfosfonatenen te overleggen met de behandelend arts.

Herstart van de orale vorm vindt plaats na botgenezing. Indien er een symptoom van BRONJ wordt ontdekt,is doorverwijzing naar een MKA chirurg op zijn plaats. Het doel van behandeling bij patiënten met BRONJ berust voornamelijk op pijnverlichting en controle.

Antibiotica
Antibiotica wordt in de tandheelkunde relatief vaak voorgeschreven. Toch gaat de stelling ‘baat het niet, dan schaadt het niet’ hier absoluut niet op. Aan het onnodig voorschrijven van antibiotica kleven een aantal gevaren: hoge kosten, resistentie ontwikkeling van bacteriën en sensibilisatie van de patiënt voor het antibioticum.

Antibiotica kan in de tandheelkundige praktijk voorschreven worden om zowel profylactische als om therapeutische redenen, waarbij de belangrijkste indicatie endocarditis profylaxe is. Daarnaast wordt het gebruikt bij grote endoprotheses, na hoofd/hals bestraling, bij het aanbrengen van bot, bij implantaten en na langdurig gebruik van bisfosfonaten.

Endocarditis profylaxe
Endocarditis profylaxe zijn geïndiceerd bij:

  • Een eerder doorgemaakte endocarditis
  • Een hartklepprothese
  • Bij bepaalde aangeboren hartafwijkingen zoals cyanose en shunt
  • Gecorrigeerde hartafwijkingen met een prothese (eerste 6 maanden) en gecorrigeerde hartaandoeningen met een restafwijking.

Andere vormen van hartproblemen werden vroeger ook gezien als indicaties voor endocarditis profylaxe, zoals hartruis. Het indicatiegebied is tegenwoordig echter beperkt tot bovengenoemde aandoeningen. De profylaxe geldt bij bloedige diagnostische of therapeutische tandheelkundige ingrepen en bestaat uit 3 gram amoxicilline per os, één uur voor de behandeling. Clindamycine wordt voorgeschreven bij allergie of resistentie, 600 mg per os één uur voor de ingreep. Bij kinderen wordt gedoceerd naar het lichaamsgewicht.

Onder tandheelkundig bloedige ingrepen wordt verstaan:

  • Extractie of operatieve verwijdering van gebitselementen of wortelresten
  • Abcesincisie
  • Parochirurgie
  • Wortelkanaalbehandeling voorbij apicale constructie
  • Implantaten

Daarnaast wordt er ook antibiotica voorgeschreven bij patiënten met grote endoprotheses, zoals total hip en totalknee. Hier is echter geen evidencebased richtlijn voor.

Recept
Het standaard recept dat bij endocarditis profylaxe en plaatsing van implantaten geldt, is afwijkend van osteoradionecrose profylaxe, profylaxe bij bot of botsubstituut en profylaxe bij BRONJ. Bij alle drie laatstgenoemden wordt er 24 uur voor de ingreep gestart en wordt aangeraden de kuur geheel af te maken.

Therapeutisch gebruik
Er zijn weinig indicaties voor het therapeutisch voorschrijven van antibiotica. Enkel bij een dentogene ontsteking met een bijzondere gevaarlijke uitbreiding is antibiotica op zijn plaats. Bij parodontitis mag het enkel voorgeschreven worden bij een initiële behandeling, waarbij er na 3 maanden geen verbetering is opgetreden, met als voorwaarde een kweek voorafgaand aan de kuur. Een kweek wordt ook voorafgaand aan de antibiotische behandeling van osteomyelitis gedaan. Echter helpt deze bij behandeling van de acute vorm van osteomyelitis, bij de chronische vorm heeft het kans later opnieuw op te vlammen.

Leander Dubois is kaakchirurg. Hij studeerde tandheelkunde aan het ACTA en geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Zijn opleiding MKA-chirurgie volgde hij in het AMC. Sinds 2010 is hij verbonden als MKA chirurg en chef de clinique aan de afdelingen Mondziekten, kaak- & aangezichtschirurgie van het AMC te Amsterdam en het Antonius ziekenhuis te Nieuwegein. Al vroeg werd zijn interesse gewekt door de aangezichtstraumatologie, met in het bijzonder de orbita.

Hij is actief betrokken in de richtlijn ontwikkeling en beleidsvoering binnen en buiten het ziekenhuis met betrekking tot aangezichtsletsel. Hij doet onderzoek binnen dit deelgebied en geeft hierover diverse voordrachten. Daarnaast heeft hij zitting in het schisisteam van het AMC. Buiten zijn klinische werkzaamheden is hij is onder andere bestuurlijk actief als bestuurslid van de Vereniging Medisch Tandheelkundige Interactie en van schisis en Noma team stichting Bridge the Gap.

Verslag door Fatimazarah Elbazi voor dental INFO van de thema avond Patiënten en hun Pillen georganiseerd door de NVT, NVMK en VMTI

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Sjoemelende Haagse tandarts vecht behandelverbod aan

De Haagse tandarts Thiel maakt bezwaar tegen de behandelstop die de Inspectie voor de Gezondheidszorg hem oplegde. De sjoemelende tandarts was een tijd lang spoorloos, maar heeft nu de inspectie benaderd, meldt Omroep West.

De Haagse tandarts rommelde met declaraties en beschadigde gebitten van patiënten onherstelbaar. Daarom moet tandarts Thiel de inspectie nu bewijzen dat hij verantwoorde zorg kan bieden. Tot die tijd moet zijn praktijk dicht, anders moet de tandarts een dwangsom betalen.

Onder toezicht
In januari 2013 werd Thiel al onder toezicht gesteld. Dat leidde niet tot verbetering en daarom kreeg de tandarts in de zomer van 2013 een behandelverbod. Thiel heeft nu bezwaar gemaakt tegen deze behandelstop. Tandarts Thiel werd eerder al uit zijn ambt gezet in Duitsland.

Bron:
Omroep West

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Tandartsangst zichtbaar als afwijkende hersenactiviteit

Zit tandartsangst tussen de oren? Volgens Japanse onderzoekers wel. Zij vonden dat de hersens van mensen met tandartsangst afwijkend reageren op het geluid van boren en afzuigen, schrijft Dentistry.

Hersenscan
De onderzoekers scanden de hersens van proefpersonen terwijl zij naar geluiden van boren en afzuigen luisterden. Mensen met angst voor de tandarts vertoonden activiteit in het hersengebied dat gebruikt wordt bij leren en onthouden. De groep proefpersonen zonder tandartsangst vertoonde een heel ander patroon. Vooral de hersendelen die te maken hebben met horen waren actief.

Behandelen
Naar schatting is ten minste 5 procent van de bevolking zo bang voor de tandarts dat ze nooit op controle komt. Door te kijken wat de hersenactiviteit van zeer angstige patiënten verandert, hopen onderzoekers deze mensen te helpen.

Bron:
Dentistry

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z

Amerikaanse mondhygiënisten krijgen steeds meer werk

Er is steeds meer vraag naar mondhygiënisten in Amerika. Verwacht wordt dat de werkgelegenheid tot 2020 jaarlijks zal stijgen met 3%, meldt WVTM.

De groei kan verklaard worden doordat steeds meer Amerikanen verzekerd zijn voor behandeling bij de mondhygiënist. Ook is de voorlichting over mondgezondheid verbeterd in de Verenigde Staten.

Bron:
WVTM 


Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
implantaat

Implantologie: Diagnostiek, indicatiestelling en behandelplanning

Orale implantologie is niet meer is weg te denken als mogelijke behandeloptie voor uw patiënt. Als tandarts algemeen practicus treedt u op als regisseur. Hoe houdt u controle? Wat delegeert u? Wat doet u zelf? Congresverslag over diagnostiek, indicatiestelling en behandelplanning bij implantologie.

Verslag van de lezingen van prof. dr. Marco Cune, prof. dr. Henny Meijer, prof. dr. Daniël Wismeyer tijdens het congres Implantologie 2013 van Bureau Kalker. Het lezingenprogramma omvatte alles wat u moet weten over implantologie. Zo kunt u uw patiënt begeleiden bij de verwijzing en ervoor zorgen dat u de regie over de behandeling behoudt.

Waar let u op als er een implantaat geïndiceerd is?

  • Verwachtingen van de patiënt
  • Algemene gezondheid
  • Parodontale status (parodontitis in het verleden)
  • Mondhygiëne en compliance van de patiënt
  • Roken
  • Craniofaciale en skeletale groei
  • Mondopening

Enkelvoudig diasteem
Een implantaatgedragen kroon is de eerste keus bij een enkelvoudig diasteem (NTvT december 2012 door: H.J.A. Meijer, M.S. Cune). Voor het behandelresultaat van een implantaat in het front speelt de esthetische prognose een belangrijke rol. Het is afhankelijk van de zachte weefsels en het onderliggende bot hoe de interdentale papillen eruit gaan zien. De afwezigheid van bot vergroot de kans op ‘black triangle’.

Vanaf 18 jaar
Uit onderzoek blijkt dat mensen levenslang in zekere mate doorgroeien. Een implantaat gedraagt zich als een ankylotisch gebitselement en groeit niet mee waardoor een infra-occlusie ontstaat. Dit is een risico voor het esthetisch resultaat van implantaten in de frontregio. Prof. dr. Meijer adviseert een minimum leeftijd van 18 jaar voor implanteren.

Dimensie voor het implantaat
Bij het plaatsen van het implantaat zijn de implantaatpositie en asrichting van belang. In het bijzonder in het front. Het maken van een proefopstelling en vervaardigen van een boorsjabloon zijn hierbij onontbeerlijk.

Dimensie voor prothetiek
Voor de bepalen van de vormgeving van de constructie is het essentieel een prothetisch ontwerp te maken. Voor de behandelplanning zult u studiemodellen moet vervaardigen, waarbij u een proefopstelling maakt en de occlusie en articulatie bepaalt.

Diameter
Bij implantaten in het front gaat de voorkeur uit naar direct implanteren vanwege behoud van de buccale botlamel. De buccale botlamel resorbeert sowieso, maar bij direct implanteren in mindere mate. Bij frontimplantaten wordt gebruik gemaakt van een normale diameter.

Er is een mindere tendens naar grote implantaten, in de molaarregio in de bovenkaak is hiervoor soms een indicatie.

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen implantaten:
1. Implantaten geplaatst op bothoogte (voor kronen op implantaten)
2. Implantaten geplaatst op gingivahoogte (voor overkappingsprotheses op implantaten)

Risicoanalyse voor de esthetische regio

  • Liplijn
    Een lage liplijn waarbij de interdentale papillen niet getoond worden is een lager risico dan een hoge liplijn met zichtbare papillen.
  • Gingiva biotype
    Bij een dun gingiva type is de kans groter op recessies, dan bij een dik gingivatype.
  • Vorm tandkroon
    Rechthoekige tanden hebben een grotere kans op papil vorming omdat zij vaak een dik gingiva type hebben. Dit in tegenstelling tot driehoekige tanden.
  • Ontsteking bij implantaatregio
    Ontstekingen hebben een negatieve invloed op de harde en zachte weefsels.
  • Botniveau buurelement
    Bij een oorspronkelijk botniveau is er een grotere kans op papilvorming.
  • Restauraties in de sulcus van de gingiva
    Kans op recessie van de gingiva.
  • Grootte van het diasteem
    1 tand of meerdere tanden vervangen. Tussen twee implantaten ontbreekt vaak de botpiek, waardoor men niet hoeft te verwachten dat er een interdentale papil wordt gevormd.
  • Is de te vervangen tand nog aanwezig?
  • Soft tissue anatomie
    De zachte weefsel worden ondersteund door het onderliggende bot.
  • Botvolume
    Het esthetische resultaat voor de lange termijn is afhankelijke van voldoende horizontaal en verticaal botvolume.

Edentate onderkaak
Patiënten met een edentate onderkaak hebben vaak gebrek aan retentie en stabiliteit van de conventionele gebitsprothese. Bij edentate patiënten is toepassing van twee implantaten in de onderkaak eerste keus. Door deze behandeling neemt het kauwvermogen niet significant toe, maar zijn patiënten wel tevredener.

Verzekeringsaspecten implantaatbehandeling
Een behandeling met implantaten is kostbaar: de prijs voor een implantaat met kroon ligt tussen de €2000 en €2300. In geval van trauma kan de patiënt recht hebben op vergoeding vanuit de basisverzekering. In de meeste gevallen moet het implantaat echter zelf betaald worden of wordt een gedeelte vergoed vanuit de aanvullende verzekering.

De prothetische behandeling van de edentate patiënt wordt, op de eigen bijdrage na, na machtiging vergoed vanuit de basisverzekering. Mogelijke argumenten voor een vergoeding uit de basisverzekering zijn:

  1. Geresorbeerde processus
  2. Onregelmatige processus
  3. Torus
  4. Geen omslagplooi

Nadelen en risico’s implantaatbehandeling
Voor een esthetisch resultaat bij een implantaat in het front is de hoeveelheid buccaal bot bepalend. Implantaten in de frontregio worden tegenwoordig meer naar palatinaal geplaatst. Vaak wordt gekozen voor een proefopstelling om verrassingen te voorkomen.

Een risico van een prothese op implantaten in de onderkaak tegenover een onbetande bovenkaak is het syndroom van Kelly. Grote krachten kunnen dan resulteren in resorptie en fibreuze hyperplasie van de processus alveolaris superior.

Prof. dr. Marco S. Cune
Is hoogleraar restauratieve en reconstructieve tandheelkunde en hoofd van de sectie Orale Functieleer van het Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde van het UMC Groningen. Daarnaast is hij werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein. Zijn klinische en onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en restauratieve tandheelkunde.

Prof. dr. Henny Meijer
Behaalde in 1988 het tandartsdiploma aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij deed onderzoek aan de Rijksuniversiteit Utrecht op het gebied van de implantologie, in 1992 resulterend in een proefschrift. Momenteel is hij werkzaam bij het Centrum voor Tandheelkunde & Mondzorgkunde en bij de Afdeling Mondziekten, Kaakchirurgie en Bijzondere Tandheelkunde van het UMC Groningen. Vanaf 2006 is hij hoogleraar Implantologie en Prothetische Tandheelkunde. Naast de klinische werkzaamheden, doet hij onderzoek op het gebied van de orale implantologie, begeleidt onderzoek en is als docent betrokken bij verschillende cursussen.

Prof. dr. Daniël Wismeyer
Rondde zijn studie tandheelkunde af in 1984 aan de KU Nijmegen en werkte in het CBT aldaar tot 1994. In 1995 ging hij naar de ACTA waar hij promoveerde op het proefschrift “BIOS, The Breda Implant Overdenture Study”. Van 1985 tot 2006 heeft hij gewerkt in het CBT van het Amphia Ziekenhuis te Breda. In 2006 is hij benoemd als Hoogleraar Orale implantologie en Prothetische Tandheelkunde aan de ACTA waar hij een 0,7 Fte aanstelling heeft. Tevens werkt hij in de verwijspraktijk voor Orale Implantologie Veluwe-zoom te Dieren die hij in 1991 heeft opgericht. Vanaf 2009 is hij voorzitter van de afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde aan de ACTA.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van prof. dr. M.S. Cune, prof. dr. H. Meijer en prof.dr. D. Wismeyer tijdens het congres Implantologie 2013 van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
kanaalbehandeling voor en na

Pijn voor, tijdens en na de kanaalbehandeling

Ongeveer 60% van alle pijnklachten in de algemene tandarts praktijk heeft een endodontische oorzaak. Welke oorzaken zijn er en hoe lost u dit op? Wat doet u bij napijn? Verslag van de lezing van endodontoloog Michiel de Cleen.

Ongeveer 60% van alle pijnklachten in de algemene tandarts praktijk heeft een endodontische oorzaak. In 90% van de gevallen is er sprake van pulpitis of een pijnlijke parodontische apicalis. Indien u geen diagnose kunt stellen, laat u dan niet verleiden tot behandeling. Beter kunt u pijnstilling voorschrijven en de patiënt terug laten komen na enkele dagen. Erg bestaat nog geen test om een onderscheid te maken tussen reversibele en een irreversibele pulpitis.

Bij een kiespijn die soms ineens spontaan komt opzetten en met name een heftige reactie geeft bij een koude prikkel, is de mogelijke oorzaak een cracked tooth. Na het vervangen van de amalgaam restauratie kunnen de klachten nog ongeveer drie maanden aanhouden. Uit onderzoek blijkt dat bij een pijnlijke pulpitis uw mandubulair blok in ongeveer een derde van de gevallen zorgt voor complete pijnreductie. Als check voor een adequate anesthesie kunt u de koude test uitvoeren.

Alternatieven
Alternatieven die u heeft als de verdoving onvoldoende is:

  • Buccale infiltratie anesthesie
  • Intra-ossale anesthesie
  • Intrapulpale anesthesie

Wat te doen?

  • Pijnlijke pulpitis
    In 90% van de gevallen geeft een pulpotomie reductie van de pijn.
  • Pijnlijke parodontitis apicalis zonder endodontische behandeling
    Voor pijnreductie dienen alle kanalen tot de hoofdvijl te worden schoongemaakt.
  • Pijnlijke parodontitis apicalis met endodontische behandeling
    Opties die u heeft zijn het trekken van de kies of een endodontische herbehandeling. Vaak ontbreekt het u aan tijd in de spoeddienst om een herbehandeling uit te voeren. Schrijf de patiënt dan pijnstilling voor.

Wel of geen calciumhydroxide?
CaHO geeft geen invloed op de pijnbestrijding. Volgens De Cleen maakt het niet uit of u het wel of niet gebruikt. Er bestaat hierover nog weinig consensus.

Kans op napijn
Endodontologen hebben weinig pijnklachten in de (verwijs)praktijk, vaak worden de pijnklachten behandeld bij de algemeen practicus. Heeft meer dan 5% van uw patiënten napijn, dan moeten bellen gaan rinkelen of u iets verkeerd doet: u zit boven het gemiddelde.

Wanneer napijn?
Napijn is erg lastig te voorspellen, onderstaande factoren vergroten de kans op napijn.

  • Pijn voor de kanaalbehandeling
  • Grootte van de zwarting (hoe groter des te meer kans)
  • Meer kanalen geven een grotere kans
  • Vrouwen hebben meer last dan mannen

Flare-up is een ernstige napijn. U dient de patiënt te zien en behandeling is noodzakelijk. Een behandeling voor napijn is geen antibioticum kuur. Tonen van empathie door te bellen een dag na te behandeling heeft resultaat: deze patiënten rapporteren minder napijn.

Het is niet waar dat endodontische herbehandelingen een grotere kans zouden hebben op napijn. De totale hoeveelheid pijn is geen voorspeller voor de herinnering aan pijn. Het laatste moment wordt meestal herinnerd, dus probeer de behandeling altijd pijnloos af te sluiten.

Michiel de Cleen (1962) is tandarts-endodontoloog. Na zijn afstuderen aan de Universiteit van Amsterdam was hij van 1988 tot 1995 (gast)medewerker van de vakgroep Cariologie en Endodontologie van ACTA. Thans voert hij een fulltime endodontische praktijk. Tot medio 2010 was hij hoofdredacteur van het tijdschrift TandartsPraktijk. Michiel de Cleen is mede-auteur van het standaardwerk Endodontologie en van zijn hand verschijnen regelmatig publicaties op het gebied van de endodontologie. Hij gaf talloze lezingen en cursussen in binnen- en buitenland.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van de lezing van Michiel de Cleen tijdens het congres Pijn en pijnbestrijding van Dental Best Practice.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z
scherpe

Dordtse tandarts mag niet meer werken met roterende en scherpe instrumenten

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft tandarts Van Wijngaarden uit Dordrecht een bevel gegeven. Hij mag niet meer werken met roterende en scherpe instrumenten. Volgens de inspectie kan de tandarts door gezondheidsproblemen niet veilig werken met dergelijke instrumenten.

Tijdens een bezoek aan de praktijk op 20 november 2013, kreeg de inspectie nieuwe informatie over lichamelijke beperkingen van de tandarts. Deze zijn zo ernstig dat de inspectie een groot risico ziet in het werken met snel draaiende en scherpe instrumenten. Dat was voor de IGZ aanleiding een bevel op te leggen. Het is de tandarts verboden om tandheelkundige behandelingen te verrichten met snel draaiende of scherpe instrumenten. Hij mag wel instrumenten gebruiken die nodig zijn voor diagnostiek. Het bevel geldt ook voor werkzaamheden die Van Wijngaarden eventueel elders als tandarts verricht.

Het bevel is ingegaan op vrijdagmiddag 29 november 2013 en is zeven dagen geldig. De minister van VWS kan het bevel verlengen.

Bron:
IGZ


Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
Eén op drie nieuwe tandartsen komt uit buitenland

Tandartsverzekering dekt ook tandartskosten in buitenland

De meeste tandartsverzekeringen dekken ook behandelingen van tandartsen in het buitenland. De tarieven van tandartsen in het buitenland zijn lager dan de tarieven die hier gelden. Een wortelkanaalbehandeling kost in Nederland bijvoorbeeld al gauw € 375,- terwijl patiënten bij een tandheelkundige kliniek in bijvoorbeeld Spanje, Turkije of Griekenland minder dan € 250,- betalen. Dit blijkt uit onderzoek van de vergelijkingswebsite 123tandarts.nl De meeste tandartsverzekeringen bieden voor buitenlandse behandelingen dezelfde dekking aan als voor behandeling door een tandarts in Nederland. 

Websitebezoek
De bezoekersaantallen van de website van 123tandarts.nl laten zien dat er steeds meer mensen interesse hebben om een tandarts in het buitenland te bezoeken. De webpagina’s op 123tandarts.nl over tandartsen in Spanje, Turkije en Griekenland worden steeds vaker bezocht. De grafiek hieronder geeft het percentage weer van de bezoekers van de vergelijkingswebsite die  de pagina’s met informatie over tandartsen in het buitenland bekijken. Ook worden er via deze site steeds meer afspraken gepland om naar een tandarts in het buitenland te gaan.



Bron:
123tandarts.nl

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Open your mind and mouth, it’s all about attitude

Yvonne Buunk-Werkhoven zou meer focus willen zien op gedrag en gedragsverandering in de mondgezondheid. Interview met het bevlogen NVM-bestuurslid die van tandartsassistent opklom tot onderzoeker en voorzitter van de Public Relations Committee van de IFDH.

In de zesde klas van de lagere school viel ze en kreeg ze een kroon op de 11. Deze traumatische ervaring was het prille begin van de glansrijke carrière van dr. Yvonne Buunk-Werkhoven. Na het behalen van het diploma tandartsassistent begon ze met de opleiding tot mondhygiënist. Tijdens haar werk studeerde ze door tot sociaal psycholoog en daarna promoveerde ze. Yvonne is nu NVM-bestuurslid, onderzoeker en onlangs ook nog voorzitter geworden van de Professional en Public Relations Committee van de International Federation of Dental Hygienists (IFDH). En wie weet, wordt ze ooit ook nog (bijzonder) hoogleraar.

Drive

Yvonne en ik ‘volgen’ elkaar al een tijdje en lijken wel fan van elkaar te zijn. We delen een hoge mate van bevlogenheid en passie voor het vak. Niet bijzonder voor een mondhygiënist, blijkt later, maar zij spant toch echt wel de kroon. De ene keer krijg ik een mail uit Spanje, dan weer zie ik op de site van de NVM dat ze in Curaçao is en op Facebook verschijnen ineens foto’s vanaf Harvard.

Het enthousiasmeren en motiveren van anderen, maar vooral een intrinsieke drive, leidde destijds tot het volgen van een deeltijdstudie psychologie naast het werken als mondhygiënist. Ze lijkt niet te kunnen stoppen. Nieuwsgierig vraag ik in hoeverre ze de lat bewust steeds hoger legt. Maar dat weet ze niet precies. ”Ik vind de dingen die ik doe hartstikke leuk en super interessant. Gaandeweg merk ik eigenlijk pas waartoe het leidt. Ik heb mijn hoogst genoten opleiding (promoveren) ruim drie jaar geleden afgerond. Ben je eenmaal dr. dan ben je dit voor de rest van je leven. De laatste trede op de onderzoeksladder is een positie als (bijzonder) hoogleraar. Mijn vader zei altijd: ”Het komt zoals het komt, als jij maar gelukkig bent in wat je doet”. En dat is het meest wijze advies, dat ik ooit gekregen heb.”

Doel

Yvonne heeft een duidelijk doel voor ogen. ”Gepassioneerd en oprecht hoop ik een bijdrage te kunnen leveren aan de bewustwording van mondgezondheid en mondverzorging in het algemeen, in sociale interacties en vooral in relatie tot de algehele gezondheid en well-being. Kortom, voor iedereen een leven lang een gezonde mond.”

Mondhygiëne geeft je vleugels

Yvonne onderzocht de bevlogenheid van de mondhygiënist. De aanleiding was een studentenonderzoek naar ‘bij- en nascholingsbehoeften’ van mondhygiënisten, onder begeleiding van docent/promovenda Vanessa Hollaar, opleiding Mondzorgkunde HAN.

”Samen met Corrie Jongbloed-Zoet, de NVM-voorzitter, hebben we de korte versie van de Utrechtse Bevlogenheid Schaal (UWES-9) in de vragenlijst opgenomen, om het niveau van bevlogenheid van NVM-leden te onderzoeken. We wilden inzicht krijgen in de drie dimensies van bevlogenheid die het welzijn op de beroepsuitoefening van de mondhygiënist weergeven.
Uit ons onderzoek blijkt dat de participerende NVM-leden zeer hoog op de bevlogenheid schaal scoren; hoger dan de normgroepen (andere professionals) en hoger dan de groep tandartsen uit een onderzoek van Te Brake et al. (2007). Dit houdt in dat mondhygiënisten bruisen van energie, zich sterk en fit voelen, lang onvermoeibaar werken en beschikken over grote mentale veerkracht en doorzettingsvermogen. Daarnaast voelen mondhygiënisten sterke betrokkenheid bij het werk: ze beschouwen hun werk als nuttig en zinvol, inspirerend en het roept gevoelens van trots en enthousiasme op. Bovendien, gaan mondhygiënisten op een plezierige wijze helemaal op in het werk: ze versmelten zich als het ware ermee, waardoor de tijd stil lijkt te staan en het moeilijk voor ze is om zich ervan los te maken.”

Benadeeld

Toch lieten onderzoeksresultaten van Jerkovic-Cosic et al. (2012) zien dat er sprake zou zijn van een verminderde job satisfactie onder mondhygiënisten, waarbij de onderzoeker denkt dat dit door een ervaren rolconflict komt tussen mondhygiënist en tandarts. Yvonne: ”Vanuit sociaal-psychologisch perspectief gezien, is er geen sprake van een rolconflict, maar van het ervaren van relatieve deprivatie. Dit betekent dat een subjectieve ontevredenheid niet wordt veroorzaakt door een objectieve situatie, maar door de relatieve positie waarin een persoon verkeert, ten opzichte van de situatie van een ander. Vrij vertaald naar het mondzorgwerkveld kan er onderscheid worden gemaakt tussen relatieve persoonlijke deprivatie en relatieve groepsdeprivatie. Hierbij heeft relatieve persoonlijke deprivatie betrekking op individuen, dus op enkele mondhygiënisten, terwijl relatieve groepsdeprivatie beschrijft hoe een groep, dus de beroepsgroep van mondhygiënisten zich benadeeld kan voelen ten opzichte van een andere groep, bijvoorbeeld de beroepsgroep van tandartsen.”

Professional bij uitstek

Een andere belangrijke betekenis van de uitkomsten van het bevlogenheidsonderzoek, is dat de mondhygiënist als de professional bij uitstek zou kunnen fungeren en de verantwoordelijkheid kan nemen voor de laag-risico patiëntengroep met een stabiele mondgezondheid. Als wezenlijke rolmodel kan de mondhygiënist zich richten op de promotie van een gezonde mond en op preventie van mondziekten. ”Immers, als de mondhygiënist intrinsiek gemotiveerd is en promotie/preventie zelf hoog in het vaandel draagt, dan is de verwachting dat de boodschap ‘van cure naar care’ en het belang van mondgezondheid in relatie tot de algemene gezondheid oprecht wordt overgedragen, alsmede motiverend ervaren wordt door de patiënt.”

MondiX®

Om van cure naar care te kunnen komen is het vaststellen en evalueren van mondhygiënegedrag essentieel. Een tool hierbij zou een welkome aanvulling zijn voor mondhygiënisten. Hiervoor is een digitale index ontwikkeld gebaseerd op de reeds door Yvonne ontwikkelde OHB-index.

”Om in de praktijk verschuivingen in mondverzorgingsgedrag te kunnen screenen en monitoren moet je relevante vragen op een bepaalde manier formuleren en aan patiënten voorleggen. Momenteel doen we onderzoek met een eerste concept van de MondiX® in de praktijk, waarbij we vooral inzicht willen krijgen in de toepassing van de index. Daarnaast ben ik samen met dr. Pieternel Dijkstra bezig met het schrijven van een boek voor mondzorgprofessionals. De focus ligt op effectieve gedragsverandering en relevante sociaal psychologische aspecten binnen de preventieve mondzorg. Met dit boek willen we de mondzorgprofessionals op een luchtige, – evidence based – wijze meenemen in het veranderingsproces: van ziekte en zorg naar gezondheid en gedrag.”

Plannen

In augustus 2013 is Yvonne voorzitter geworden van de Professional en Public Relations Committee van de International Federation of Dental Hygienists (IFDH). Samen met andere afgevaardigden van de ‘IFDH-house of delegates’ werkt zij aan de (Europese) erkenning van het beroep van de mondhygiënist en aan een betere bekendheid van de professionele beroepsuitoefening binnen de preventieve mondzorg. Een wereldwijde aanpak: zowel op inter- en multidisciplinair niveau als onder het grote publiek. ”We willen de onderlinge professionele samenwerking binnen de mondzorg verstevigen en bevorderen, zodanig dat er win-win situaties worden gecreëerd, waarin alle mondzorgprofessionals gelijkwaardig, respectvol en gepassioneerd de mondgezondheid op een hoger plan kunnen tillen.”

Yvonne strooit graag met motto’s en een daarvan is: ”Open your mind and mouth, it’s all about attitude”. Hiermee bedoelt ze dat ze graag meer focus op mondgezondheid, inclusief gedrag en gedragsverandering zou willen zien. De juiste zorgverlener, een gekwalificeerde mondzorgprofessional, zal de juiste zorg moeten leveren. ”Om die reden is het dan ook relevant om te spreken over het anders verdelen van de mondzorg!”

Naamgeving

Yvonne mailt mij tenslotte vanuit regenachtig Boston: ”Zo lang er gesproken wordt over ‘herschikking van taken’, is de kans dat een adequate mondzorgverlening op een gedegen wijze van de grond komt minimaal. Bovendien helpt het aanhouden van het woord dent/tand in de naamgeving niet echt mee om het belang van een goede mondgezondheid voor de algemene gezondheid onder de aandacht te brengen van het publiek. Een Harvard professor pleit daarom voor de Oral Physician, in het Nederlands vertaalt: de mondarts. In dezelfde lijn kun je denken aan Oral Hygienist.”

Haar mail ontving ik twee dagen voor het NVM-congres waar zij ook weer paraat zou zijn. En op de avond voor het congres pingelde mijn mail nog een keer. Yvonne meldde op de valreep dat ik er nog wel even bij moest zetten dat de zorgvraag van de patiënt centraal dient te staan. Dus, bij deze!

Door:
Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z

Meer rendement: Tips voor een efficiënte meerkamerplanning

Een hogere winst kan behaald worden door slimmer te werken. Een directe manier van slimmer werken is taakdelegatie binnen een meerkamerplanning. De meerkamerplanning blijkt in de praktijk echter niet altijd efficiënt opgezet te zijn. Lees de tips.

De tip in het artikel over ”Meer rendement” ging over het gebruik van het 3 S’en model:

  1. Simplificeer – ”Als één stap voldoet, doe er dan geen twee”
  2. Standaardiseer – ”Doe het steeds op dezelfde wijze”
  3. Specialiseer – ”Doe de helft twee keer zo vaak”

Taakdelegatie en meerkamerplanning
Naast het toepassen van het 3 S’en model is een meerkamerplanning met toepassing van taakdelegatie een rendementsverhogend ”instrument”. De kwaliteit van de mondzorg is al lang niet meer het resultaat van het werk van één tandarts, maar dat van verschillende mondzorgverleners. Zo zijn in toenemende mate ook de (preventie)assistent betrokken bij de directe zorgverlening aan de patiënt. Mondzorg is teamwerk geworden.

Als gevolg van deze taakdelegatie kan de tandarts prima op meerdere kamers ”tegelijkertijd” behandelen. Dit wordt al regelmatig toegepast. Echter, uit ervaring blijkt dat praktijken zeggen met een meerkamerplanning te werken, maar in feite een één-kamer- planning hanteren. Doordat afspraken nog steeds gewoon na elkaar worden ingepland.

Tips voor een (efficiënte) meerkamerplanning
Een goede meerkamerplanning is efficiënt en levert dus tijdwinst en meer omzet op vergeleken met een één- kamer- planning. Tips voor een goede meerkamerplanning zijn:

  • Stel eenmalig een goede ”blokplanning” voor de kamers op en volg deze planning elke dag:
    (”Een vaste planning creëert duidelijkheid en rust, wat tijdwinst gaat opleveren.”)
  • De tandarts is doorlopend en continu aan het werk gedurende de tijd van patiëntbehandeling:
    (”Ongebruikte tijd is onherstelbaar verlies”)
  • Laat afspraken in elkaar overlopen voor de tandarts en elkaar overlappen voor de assistenten:
    (”Voorkom dat twee kamers worden gebruikt voor een één- kamer- planning”)
  • Stel de tijdsduur voor behandelingen niet te ruim:
    (”Als er 30 minuten beschikbaar is, zal een taak van 5 minuten ook 30 minuten duren.”)
  • Leid assistenten op voor taakdelegatie en geef ze de ruimte hun verantwoordelijkheid te nemen:
    (”Gebruik de kracht van verdeeld management”)

Door:
Sjoerd Kuiken en Verry van Rossum – Sjoerd Kuiken adviseert en begeleidt praktijken op het gebied van wet- en regelgeving, kwaliteitsystemen en financieel gezonde praktijkvoering. Verry van Rossum  van www.pdi-nl.nl is praktijkadviseur die praktijken de unieke werkwijze van het Strawn Concept kan leren en beschikt over een expertise van vele jaren in het begeleiden en opleiden van tandartsen.

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z

Wereld Diabetes Dag: een gezonde mond, extra belangrijk voor diabetespatiënten

Op 14 november was het Wereld Diabetes Dag. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat diabetespatiënten de bloedsuikerspiegel niet meer zelf binnen de normale grenzen kunnen houden en geen of onvoldoende insuline produceren. Ook kan het zijn dat het lichaam niet meer goed reageert op insuline. De aandoening valt op het eerste oog misschien niet altijd meteen op, maar als gevolg van de ziekte kunnen naast complicaties als hart- en vaatziekten en nieraandoeningen, ook meer zichtbare gevolgen ontstaan, zoals oogaandoeningen, voetproblemen en een slechtere mondgezondheid.

Voorlichting door mondhygiënisten
De Nederlandse Vereniging van Mondhygiënisten anticipeert op deze bewustwordingsdag. Vandaag bieden mondhygiënisten in het land voorlichting over diabetes en het belang van een goede mondgezondheid.

Mensen met diabetes hebben vaker last van tandvleesontsteking (gingivitis) en tandvleesontsteking met verlies van het kaakbot (parodontitis). Dit alles kan zelfs tot verlies van tanden en kiezen leiden. De oorzaak kan worden gezocht in de te hoge bloedsuiker. Het lichaam wil die suiker kwijtraken door veel te plassen. Dit zorgt vervolgens voor een drogere mond. Speeksel beschermt op een natuurlijke manier het gebit. Is er minder speeksel, dan krijgen gaatjes en tandvleesontstekingen meer kans. Ook kunnen deze ontstekingen ontstaan doordat diabetespatiënten een slechtere doorbloeding hebben in het lichaam. Door jarenlang een te hoge bloedsuikerspiegel raken de bloedvaatjes beschadigd. Het tandvlees zit vol met kleine bloedvaatjes.

Voorlichtingsfilmpje Diabetes en mondgezondheid
Bekijk het filmpje waarin wordt uitgelegd waarom diabetespatiënten extra goede mondzorg nodig hebben.

Bron:
NVM

Lees meer over: Actueel, Mondhygiëne, Thema A-Z

ANT wijst tandartsen op rechten bij materiële controle zorgverzekeraar

De ANT krijgt steeds vaker signalen dat zorgverzekeraars mogelijk hun macht misbruiken bij zogeheten materiële controles. Bij die controles lijkt het niet altijd te gaan om de noodzaak en kwaliteit van de behandeling, maar om het terugvorderen van geld op basis van gemiddelden, zegt de ANT.

Materiële controle
Een materiële controle is (volgens Regeling Zorgverzekering) een onderzoek, waarbij de zorgverzekeraar nagaat of de door de zorgaanbieder in rekening gebrachte prestatie is geleverd (rechtmatigheid) en of deze doelmatig was (passend bij de gezondheidstoestand van de patiënt). Bij die controles lijkt op dit moment het terugvorderen van geld op basis van gemiddelden het uitgangspunt te zijn volgens de ANT. Dit gaat volgens de beroepsorganisatie ten koste van de kwaliteit van de mondzorg en de ruimte om maatwerk te leveren voor patiënten.

Bepalen
Jan Willem Vaartjes: “De zorgverzekeraars pretenderen te snappen wat goede mondzorg is en willen steeds meer bepalen hoe de tandartspraktijk eruit zou moeten zien. Of het nu gaat om tariefsdalingen, het schrappen van codes of de keuze voor een andere behandelaar dan de tandarts bij een bepaalde behandeling. Als het aan de zorgverzekeraars ligt, bepalen zij straks hoe patiënten het beste hun gebit kunnen laten behandelen. Dat vinden wij een ongezonde ontwikkeling”.

Rechten
De beroepsorganisatie komt daarom in actie door tandartsen op hun rechten te wijzen en van extra (juridische) informatie en steun te voorzien. Ook kunnen tandartsen via de website van de ANT klachten over en hun ervaringen met materiële controles melden.

Overigens mogen tandartsen niet zomaar medische gegevens afgeven. Jan Willem Vaartjes, voorzitter van de ANT: “De actie is niet primair gericht tegen zorgverzekeraars. Als het om fraude gaat, dan zijn wij als ANT voor een zero tolerancebeleid. Er is nu echter geen sprake van een gelijkwaardig krachtenveld. Wij helpen tandartsen met gerichte info en door hen op hun rechten te wijzen.”

Bron:
ANT

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Tandartspraktijken vaker open

Steeds meer tandartsen verruimen de openingstijden van hun praktijken. Dit blijkt uit onderzoek van de vergelijkingswebsite www.123tandarts.nl onder ruim 3.500 tandartspraktijken in Nederland. Zij vergeleken de openingstijden van 2012 met die van 2013.

Bijna drie uur meer
In 2012 was een tandartspraktijk gemiddeld 39,1 uur per week open. In 2013 is een tandartspraktijk gemiddeld 42 uur per week open, dus bijna drie uur meer. De verruiming is het grootst in de provincies buiten de Randstad. Zo zijn de openingstijden van tandartspraktijken in Limburg verruimd van 38,1 uur naar 42,5 uur. In Zeeland hebben de tandartsen hun openingstijden verruimd van 37,2 uur per week naar 41,5 uur per week. In Drenthe verandert er weinig. Tandartspraktijken zijn daar nog steeds minder dan 40 uur per week open, namelijk 39,5 uur per week. Hieronder vindt u alle openingstijden van tandartspraktijken in 2012 en 2013 per provincie.



Na zessen
Een voordeel van de ruimere openingstijden is dat patiënten vaker na zessen nog een afspraak kunnen maken met de tandarts. Uit de grafiek hieronder blijkt dat meer tandartspraktijken na zessen hun deuren geopend houden. In 2012 was nog slechts 9,2% van de tandartspraktijken één avond per week na zes uur open. In 2013 is dat percentage opgelopen tot 12,5%.



Vrijdagmiddag
Op vrijdagmiddag zijn nog steeds veel tandartspraktijken gesloten. In 2012 is 31,6% van de tandartsen op vrijdagmiddag dicht. In 2013 is dit percentage afgenomen tot 28%. In Drenthe is maar liefst 59,5% van de praktijken op vrijdagmiddag gesloten. Zie de grafiek hieronder.



De vergelijkingswebsite www.123tandarts.nl publiceert van meer dan 3.500 tandartspraktijken de openingstijden.

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
bruxisme-90

Gebitsslijtage: Een veelzijdig tandheelkundig probleem

Er wordt steeds vaker gebitsslijtage gesignaleerd. Attritie is één van de vormen. Wat is dit en waardoor ontstaat deze slijtage?

Verslag van de lezing van prof. dr. Frank Lobbezoo, tandarts-gnatholoog en hoogleraar Orale Bewegingsstoornissen, tijdens het NVGPT-congres Gebitsslijtage.

Er wordt steeds vaker gebitsslijtage gesignaleerd. Gebitsslijtage kan worden onderscheiden in de volgende vormen:

  • Attritie = mechanische slijtage als gevolg van functie en parafunctie
  • Abrasie =mechanische slijtage die niet het gevolg is van functie en parafunctie
  • Erosie = chemische slijtage, niet het gevolg van cariës

Attritie
Etiologische factoren bij attritie kunnen zijn: thegosis en bewegingsstoornissen.

Bij thegosis worden de gebitselementen geslepen om deze scherper te maken. Dit gebeurt met name in het dierenrijk.

De ziekte van Parkinson is een irreversibele, extrapiramidale bewegingsstoornis. Dit leidt tot bewegingsarmoede en -traagheid, tremoren in rust, spierstijfheid, problemen met spreken, kauwen en slikken en een maskergelaat. Bij langdurig gebruik van de medicatie tegen Parkinson kan er orofaciale dyskinesie ontstaan. Hierbij worden er onwillekeurige dansachtige bewegingen gemaakt met het gezicht, de lippen, de tong en de kaak. Een mogelijk gevolg van deze orofaciale dyskinesie is dan ook attritie. Orofaciale dyskinesie kan voorkomen bij psychiatrische aandoeningen en chronisch gebruik van antipsychotica (dopamine-antagonisten) en antiparkinson medicatie (dopamine-agonisten).

Bruxisme wordt gedefinieerd als een repetitieve kauwspieractiviteit die wordt gekarakteriseerd door:

  • Klemmen of knarsen, en/of;
  • Fixeren van of duwen van de onderkaak

Bruxisme treedt op tijdens:

  • Slapen: slaapbruxisme
  • Waken: waakbruxisme

Vroeger werd de focus van het ontstaan van bruxisme op perifere factoren gelegd, maar nu meer op centrale factoren. Deze centrale factoren kunnen worden onverdeeld in:

  • Psychosociale factoren: stress, persoonlijkheid.
  • Biologische/fysiologische factoren: neurotransmitters.
  • Exogene factoren: medicatie, roken. Meer roken leidt tot meer bruxisme.

Attritie is een van de meest in het oogspringende gevolgen van bruxisme. De mate van attritie is echter niet geassocieerd met de ernst van bruxisme. 


Prof. dr. Frank Lobbezoo is tandarts-gnatholoog en hoogleraar Orale Bewegingsstoornissen bij de leerstoelgroep Orale Kinesiologie, afdeling Functieleer en Restauratieve Tandheelkunde van het ACTA. Prof. Lobbezoo verzorgt theoretisch en praktisch onderwijs voor tandheelkundestudenten op het gebied van TMD, orofaciale pijn en tandheelkundige slaapstoornissen. Daarnaast is hij directeur van de postinitiële opleiding Orale Kinesiologie, een driejarig programma waarin tandartsen worden opgeleid tot tandarts-gnatholoog. Bovendien is hij leider van het onderzoeksprogramma Orale Regeneratieve Geneeskunde en heeft hij een groot aantal nationale en internationale publicaties op zijn naam staan.

Verslag door Chantal Schreuder voor dental INFO van het NVGPT-congres Gebitsslijtage.



Lees meer over: Restaureren

Zorgverzekering raadsel voor 82% van de Nederlanders

Voor 82% van de Nederlanders is de basisverzekering nog steeds een raadsel. Deze mensen gaven minimaal één onjuist antwoord op de vraag of de huisarts, tandarts en fysiotherapeut onder de basisverzekering valt. Dit blijkt uit een jaarlijks onderzoek van Verzekeringssite.nl onder ruim 500 Nederlanders.

Slechts 2% had alle vragen over de basisverzekering goed. Om ervoor te zorgen dat mensen voldoende kennis hebben om de juiste zorgverzekering te kunnen kiezen, heeft Verzekeringssite.nl de zorgquiz ontwikkeld. Hierin kan iedereen zijn of haar kennis testen van de basisverzekering en het eigen risico voor de belangrijkste zorgkosten.

Basisverzekering
De basisverzekering is sinds de invoering van het nieuwe zorgstelsel een aantal maal aangepast. De laatste twee jaar is er echter vrij weinig verandert.

Eigen risico
Ook over het eigen risico bestaat verwarring. Zo denkt 43 procent van de Nederlanders ten onrechte dat het eigen risico geldt voor een bezoek aan de tandarts of fysiotherapeut. Deze kosten worden echter niet vergoed door de basisverzekering, waardoor er geen eigen risico geldt. Het eigen risico geldt bijvoorbeeld wel voor zorg in het ziekenhuis. Minister Schippers heeft onlangs laten weten een publiekscampagne te starten met extra aandacht aan het eigen risico.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
Close-up of model teeth

Tandarts gijzelt kunstgebit van wanbetaler

Een Gelderse tandarts was de betalingsachterstand van een patiënt zo zat, dat hij het kunstgebit van de man afpakte. Dat meldt Omroep Gelderland.

De patiënt kwam naar de praktijk in de veronderstelling dat hij op controle kwam. Eenmaal binnen pakte de tandarts het kunstgebit af en stelde de man een ultimatum. Als de patiënt niet binnen een week zijn achterstallige rekeningen betaalde, zou de tandarts het kunstgebit weggooien.

Tussenkomst NMT
De tandartsenorganisatie NMT had nog geprobeerd om de tandarts af te laten zien van de actie, maar de tandarts zette zijn plan toch door.

Advocaat
De patiënt heeft een inmiddels advocaat ingeschakeld. Volgens de advocaat is er sprake van diefstal.

Bron:
Omroep

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Afstand van verzekeraars met consumenten wordt steeds groter

Verzekeraars zien de échte kracht van Social Media nog niet. Mobiel wordt nauwelijks ingezet. De consumenten volgen echter met smartphones en tablets de snelle technologische ontwikkelingen wel. Daardoor wordt de afstand tussen de verzekeraars en hun klanten steeds groter.

Dit is een van de belangrijke conclusies van de Social Media Insurance Monitor, het brede, onafhankelijk onderzoek over het inzetten van Social Media in de verzekeringsbranche, voor het derde jaar op initiatief van ITDS Business Consultants uit Naarden. De interviews en metingen zijn in de eerste helft van 2013 gehouden bij 69 verzekeraars. De resultaten zijn gepubliceerd in het magazine SoMe.

Mobile first
Het onderzoek toont aan dat verzekeraars vooral aandacht besteden aan webcare en een kleine groep ontwikkelt ook apps. ITDS-directeur Arjen de Boer concludeert: “Mobile first! zou het motto moeten zijn. Het is kennelijk ‘Mobile last!’ Veranderingen zijn onvermijdelijk wil men de klanten niet verliezen. De verzekeringsbranche gaat op z’n kop. Dat betekent innoveren, mobiel gaan, meegaan met de consumenten.”

Bron:
ITDS

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen
tros-radar

Uitzending Tros Radar over declaratiefraude in zorg

Tros Radar zendde op 18 november een uitzending uit over declaratiefraude in de zorg.

De NMT keurt elke fraude af en meldt naar aanleiding van deze uitzending op haar website: ‘De relatie tussen tandarts en patiënt is gebaseerd op vertrouwen. Een patiënt moet er van op aan kunnen dat zijn tandarts goede zorg levert en zich houdt aan de wet- en regelgeving.’ De NMT is er dan ook voorstander van dat onderbouwde constateringen van fraude onder de aandacht worden gebracht van de NZa en zo nodig van het Openbaar Ministerie.”

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen