Consumentenuitgaven mondverzorging met 2,5% gestegen

De consumentenuitgaven voor mondverzorging in supermarkten en drogisterijen zijn 2,5% gestegen, meldt het vakblad Nieuwe Drogist. Het aandeel van drogisterijen in de mondverzorgingsmarkt steeg met 5,7% en komt totaal uit op 59%. Het merendeel van de consumenten koopt mondverzorgingsproducten dus bij de drogisterij. Het aandeel van supermarkten voor mondverzorging daalde juist met 1,8%.

Binnen de omzet van mondverzorging vormt tandpasta het grootste segment, met een stabiele omzet. Kleinere segmenten als mondwater, spray en floss groeien wel. De omzet van opzetborstel voor elektrische tandenborstels groeit met 1,5% terwijl de omzet van handtandenborstels 4,6% daalde.

Bron:
Nieuwe Drogist

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z

Schippers wil strenger optreden tegen niet-functionerende artsen

Beroepsbeoefenaren moeten direct geschorst kunnen worden in de aanloop naar een tuchtrechtelijk proces. Als een zorgverlener tijdens de schorsing toch medische handelingen verricht, kan hij zijn BIG-registratie voor onbepaalde tijd verliezen. Minister Schippers schrijft dit in een brief aan de Tweede Kamer, meldt Skipr.

Schippers wil strengere maatregelen omdat de Inspectie voor de Gezondheidszorg niet altijd goed kan ingrijpen op basis van de wet BIG. Het tuchtrecht geldt nu niet voor het uitvoeren van medische taken tijdens een schorsing. Schippers wil dit veranderen.

Voorlopige schorsing
Daarnaast  wil Schippers de tuchtcolleges bevoegdheid geven om een voorlopige schorsing op te leggen wanneer blijkt dat een beroepsbeoefenaar verdacht wordt van onjuist handelen. Dit geldt bijvoorbeeld voor situaties waarbij beroepsbeoefenaren in strijd handelen met het tuchtrecht of wanneer de geestelijke of lichamelijke toestand het niet meer toelaat.

Voorstel
De voorstellen van Schippers worden na de zomer besproken. Zij verwacht het voorstel in de eerste helft van 2014  naar de Kamer te kunnen doorsturen.

Bron:
Zorgvisie

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

CBS: Nederlanders tevreden over hun tandarts

Patiënten zijn tevreden over hun tandarts. In 2012 gaven zij hun tandarts gemiddeld een 7,9 als cijfer. Dit blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bekijk deze cijfers

Ook andere zorgverleners kregen een vergelijkbaar cijfer: fysiotherapeuten kregen gemiddeld een 7,9, specialisten een 7,8 en huisartsen een 7,7.

De verschillen in tevredenheid naar achtergrondkenmerken van patiënten zijn klein. Gezonde patiënten zijn positiever over hun zorgverlener dan degenen die hun gezondheidstoestand als minder dan goed beoordelen. Ook ouderen en mensen met een lagere opleiding zijn tevredener met hun zorgverlener dan jongeren en hoger opgeleiden.

Bron:
CBS

Lees meer over: Klachten, Thema A-Z

Vrije keuze patiënt voor behandelaar blijft

De komende jaren groeien de zorgkosten minder hard en wordt er een besparing verwacht van 1 miljard euro. Ook behouden patiënten vrije keus voor behandelaar of ziekenhuis. Dat is de uitkomst van onderhandelingen die minister Schippers van VWS voerde met organisaties van artsen, zorgverzekeraars, ziekenhuizen en patiënten, melden de NPCF en Zorgverzekeraars Nederland.

Betere en efficiënter
In de afgesloten akkoorden zijn afspraken opgenomen die gericht zijn op het organiseren van een betere en efficiëntere gezondheidszorg. Zo is er overeenstemming over belangrijke veranderingen in de bekostiging van de zorg, met het doel de kwaliteit te verbeteren en doelmatigheid van de zorg te vergroten. De besparing die daaruit volgt, helpt om toekomstige premiestijgingen – waar door de kostengroei per saldo nog sprake van zal zijn – te beperken. De partijen in de zorg hebben hun steun gegeven aan een aantal belangrijke maatregelen:

  • De restitutiepolis blijft gehandhaafd, waardoor verzekerden die dat willen maximale keuzevrijheid houden. Maar zorgverzekeraars krijgen ook de ruimte om via hun inkoopbeleid te sturen op lagere kosten en hogere kwaliteit. Het aanpassen van artikel 13 van de Zorgverzekeringswet maakt het mogelijk om bij een naturapolis de vergoeding van niet gecontracteerde zorg te kunnen verlagen.
  • Er komt ruimte om de verschillende sectoren in de zorg in samenhang te benaderen en substitutie (van tweede naar eerste lijn) te bevorderen.
  • De informatievoorziening van zorgaanbieders aan zorgverzekeraars en verzekerden wordt versneld en geïntensiveerd.
  • De eerste lijn wordt gestimuleerd meer multidisciplinair en innovatief te gaan werken, om de substitutie vanuit de tweede lijn én vanuit de huidige AWBZ daadwerkelijk van de grond te krijgen.

Bron:
NPCF
Zorgverzekeraars Nederland

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Europese zwarte lijst maatregelen zorgverleners

Ministers Schippers heeft met Europese collega’s afgesproken dat er een zwarte lijst komt voor artsen en andere beroepsbeoefenaren die in hun eigen land een maatregel opgelegd kregen. Dit zal vanaf 2015 worden ingesteld. Nederland en enkele andere landen startten hier al mee.
De zwarte lijst moet voorkomen dat artsen die in hun eigen land hun beroep niet meer mogen uitoefenen, in een ander EU-land aan het werk gaan. Dit meldt de Consumentenbond.

Bron:
Consumentenbond

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Tandartsen en hun patiënten zamelen 18.500 euro in voor Ronald McDonald Huis

Voor de actie ‘Een kroon=een nachtzoen’ doneerden patiënten hun verwijderde gouden kroon. Elke kroon leverde een overnachting op voor gezinsleden van zieke kinderen in het Erasmus MC Sophia.

De waarde van een gouden kroon is ongeveer gelijk aan de kosten van een overnachting in het Ronald McDonald Huis. Door de actie kunnen gezinsleden overnachten in het Ronald MacDonald Huis Sophia Rotterdam. Zij kunnen dan ook ’s avonds bij hun kind zijn in het Erasmus MC Sophia.

Actie
Tandartsen in Zeeland en Zuid-Holland deden mee aan de actie. Zij verzamelden in totaal 528 kronen en leverden deze in. De opbrengst van de gezuiverde gouden kronen werd vervolgens gedoneerd aan het Ronald McDonald Huis. De actie bracht in totaal €18.500 op. Dat staat gelijk aan ongeveer 528 overnachtingen.

Bron:
Kinderfonds

Lees meer over: Actueel, Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z

Praktijk van Amsterdamse tandarts Van der Laan gesloten door inspectie

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft tandarts Van der Laan in Amsterdam het bevel gegeven om per 4 juli 2013 zijn praktijk te sluiten. Tandarts van der Laan mag geen tandheelkundige zorg meer verlenen en de praktijk dient gesloten te blijven.

Tijdens een inspectiebezoek op 1 juli 2013 constateerde de IGZ ernstige tekortkomingen. De praktijk voldoet op diverse punten niet aan de wettelijke eisen van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), de Kernenergiewet en richtlijnen voor hygiëne zoals in de richtlijn ‘Infectiepreventie in de tandheelkundige praktijk’ (WIP-richtlijn). Ook werd niet voldaan aan de IGZ-richtlijn preventie van iatrogene HBV. De geconstateerde tekortkomingen vormen een acuut risico voor de patiëntenzorg.

Tandarts Van der Laan moet zijn praktijk gesloten houden totdat hij naar het oordeel van de inspectie weer verantwoorde zorg kan leveren.

Bron:
IGZ

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Gen bepaalt juiste frequentie tandartsbezoek

Niet iedereen hoeft even vaak naar de tandarts of mondhygiënist, volgens een nieuw onderzoek in Journal of Dental Research. CBS News meldt dat mensen met een bepaald gen minder vaak op controle kunnen komen.

Advies
Amerikanen krijgen het advies om elk half jaar op controle te komen, zonder dat daar onderzoek naar gedaan is, schrijft CBS News. Uit het huidige onderzoek blijkt dat een bepaald gen ertoe leidt dat sommige mensen minder vaak op controle hoeven te komen. Ze moeten dan wel hun gebit goed verzorgen.

Onderzoek
Onderzoekers achterhaalden het aantal gevallen van tandvleesaandoeningen en tandverlies onder 5117 patiënten in een periode van 16 jaar. Daarbij onderzochten zij het verband met drie risicofactoren: diabetes, roken en een mutatie in het interleukin-1 gen.

Risico
Als patiënten geen van de drie risicofactoren hadden, was er geen verschil tussen een halfjaarlijkse of jaarlijkse controle. Mensen die daarentegen meer dan één risicofactor hadden, zouden vaker dan twee keer per jaar naar de tandarts of mondhygiënist moeten gaan. Zij hebben namelijk een verhoogde kans op het verliezen van tanden.

Kritiek
Een tekortkoming van de studie is dat er geen onderzoek is gedaan naar mondhygiëne als risicofactor, schrijft CBS News. Naast de drie onderzochte factoren, speelt mondhygiëne ook een belangrijke rol bij tandverlies.

Bron
Journal of Dental Research
CBS News

Lees meer over: Kennis, Mondhygiëne, Onderzoek, Thema A-Z

Praktijkhygiëne en stralingsbescherming: grote gevolgen bij niet aanpassen kleine mankementen

‘High trust, high penalty’ is in relatie met de IGZ-controles een veelgehoorde kreet in de tandheelkundige branche. Kleine mankementen behoeven kleine aanpassingen. Als deze aanpassingen echter niet gedaan worden, kan dat grote gevolgen hebben.

Verslag van de lezing van Ed Kolsteeg, secretaris en bestuurslid van de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche), tijdens het ANT congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk.

Richtlijnen, besluiten en wetten
Op verschillende niveaus zijn er regels waar men zich aan dient te houden. In eerste instantie bestaan er richtlijnen, ontwikkeld door de beroepsgroep en goedgekeurd door de Werkgroep Infectie Preventie (WIP). Hierbij geldt: pas toe of leg uit. Afwijken mag, mits goed onderbouwd waarom een afwijking wenselijk is. Daarnaast zijn er besluiten, die een meer dwingend karakter hebben. Tot slot de meest dwingende regelgeving: de wetten, waaraan iedereen gebonden is en die iedereen geacht wordt te kennen.

Tekortkomingen
Er zijn een aantal belangrijke, veelvoorkomende tekortkomingen op het gebied van praktijkhygiëne en stralingshygiëne, zo blijkt uit de openbare onderzoeksrapporten van de IGZ. De praktijkhygiëne is in het geding indien er bijvoorbeeld onvoldoende hoekstukken in de praktijk zijn, er geen thermodesinfector aanwezig is, er kranen en pompjes met handbediening zijn, desinfecterende middelen verkeerd gebruikt worden of indien er producten over de expiratiedatum zijn. Er kunnen vraagtekens gezet worden bij de stralingshygiëne indien het KEW-dossier ontbreekt of incompleet is, het deskundigheidsbewijs ontbreekt of degene met het deskundigheidsbewijs niet aanwezig is of indien er geen onderhoudsgegevens zijn van de röntgentoestellen. Over het algemeen ontbreken goede werkprotocollen in bovenstaande situaties, zodat er niet goed over zaken is nagedacht of het totaal van handelingen niet goed op elkaar aansluit. Zodra door meerdere tekortkomingen de volksgezondheid in gevaar komt, kan de IGZ een praktijk zelfs sluiten.

Richtlijn Praktijkhygiëne
De Richtlijn Praktijkhygiëne ziet toe op een verantwoorde uitvoering van hygiënische maatregelen in de tandartspraktijk. In deze richtlijn worden de persoonlijke hygiëne van de tandarts en medewerkers in de praktijk en de risico’s die worden gelopen tengevolge van door bloed of speeksel overdraagbare en andere besmettelijke ziekten besproken. Veel aandacht wordt besteed aan de reiniging, sterilisatie en desinfectie van het tandheelkundig instrumentarium en apparatuur om infecties bij patiënten te voorkomen. Ook het reinigen en de eventuele desinfectie van de werkruimte wordt behandeld.

Besluit Stralingsbescherming
Het Besluit Stralingsbescherming, gebaseerd op de Kernenergiewet, draagt zorg voor een juiste stralingshygiëne door middel van het op juiste wijze gebruiken van röntgentoestellen in de tandheelkundige sector. Kernpunt van de regelgeving is dat op iedere locatie waar röntgenapparatuur in gebruik is, de verantwoordelijke persoon (meestal de tandarts) verplicht is een inventarisatie van de risico’s in de vorm van een risicoanalyse uit te voeren.

De tandarts is verplicht om het ALARA-principe (As Low As Reasonably Achievable) toe te passen waar dat mogelijk is. Uit de risicoanalyse in de vorm van een meetrapport komt naar voren of er wel of geen aanvullende beschermende maatregelen genomen moeten worden en deze risicoanalyse moet schriftelijk worden vastgelegd in een KEW-dossier (Kernenergiewetdossier). In dit dossier moeten ook zaken als onderhoud, personele instructies, waarschuwingssignalering etc. schriftelijk worden vastgelegd en actueel gehouden worden.

Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorg bestaat uit een aantal stappen. Het is belangrijk om te zeggen wat je doet en dit vervolgens controleerbaar te maken. Dit kan door middel van een protocol. Daarna is het belangrijk om te doen wat je zegt, zoals dit staat omschreven in het protocol. Ook dit moet te controleren en zo nodig aan te passen zijn. Omdat protocollen aan verandering onderhevig zijn, zal dit stappenplan ook een continu proces blijven. Protocollen zorgen voor aantoonbaar handelen, een makkelijke toetsing en zijn een goede reminder voor werknemers. Met inachtneming van de voorschriften is zelf te bepalen wat de inhoud en omvang van een protocol wordt.

Wet- en regelgeving
De wet- en regelgeving blijft veranderen en praktijken blijven hier dan ook mee te maken houden. Protocollen dragen bij aan kwaliteitszorg. Een verzorgde praktijk geeft rust en kwaliteitszorg levert altijd geld op!

Ed Kolsteeg is secretaris en bestuurslid van de VGT (Nederlandse Vereniging van Groothandelaren in de Tandheelkundige branche)

Verslag door Vera Markus voor dental INFO van het ANT-congres Wet- en regelgeving en kwaliteit in de tandartspraktijk

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Praktijkhygiëne, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
slaapapneu

Online begeleiding van patiënten met slaapapneu

Patiënten met slaapapneu van het Sint Franciscus Gasthuis, het Havenziekenhuis en het Nederlands Slaap Instituut (NSI) kunnen sinds kort gebruik maken van de NSI – Apneu Coach®. Dit meldt het Havenziekenhuis op haar website.

Monitoren
Via internet krijgen patiënten hulp bij het zelf monitoren van de behandeling van hun ziekte. Ook kunnen patiënten via de NSI Apneu Coach vragen stellen en direct advies krijgen. Uit de ervaring die deze ziekenhuizen hebben opgedaan met andere zelf-management programma’s is gebleken dat een actievere rol van de patiënt positief werkt op de resultaten van de behandeling.

Beter omgaan
Longarts In’t Veen werkt bij het Sint Franciscus Gasthuis en verwacht veel van de online Apneu Coach. ‘Via de NSI Apneu Coach helpen we patiënten in de eerste maanden beter om te gaan met hun CPAP (een apparaat dat tijdens de slaap voor een positieve luchtdruk zorgt) of een MRA (een gebitsprothese die de onderkaak naar voren houdt tijdens de slaap). Juist die eerste periode blijkt van groot belang in het welslagen van de behandeling. Patiënten kunnen zo zelf zien in hoeverre zij hun slaapapneu onder controle hebben’.

Zijn collega Klaaver, longarts bij het Havenziekenhuis vult aan. ‘Wij werken al een aantal jaren met soortgelijke toepassingen als ‘Mijn COPD-online’ en ‘Mijn Astma-online’. We zien dat patiënten door de online hulpmiddelen nog beter geïnformeerd zijn en zelf keuzes kunnen maken in hun behandeling, die het best passen bij de persoonlijke situatie. Patiënten die gebruik gaan maken van de NSI Apneu Coach bespreken samen met de longverpleegkundige hun persoonlijke doelen en vullen die in. Zij kunnen ook online vragen stellen.’

Slaapapneu
Slaapapneu is een veel voorkomend probleem, waarbij het soms lang kan duren voordat de juiste diagnose gesteld wordt. Een apneu is een pauze van de ademhaling van meer dan tien seconden. Bij een deel van de snurkende mensen is de keelholte zo nauw dat de luchtweg afgesloten wordt. Door deze apneus en alarmsignalen uit de hersenen lukt het de patiënten eigenlijk niet of nauwelijks om diep genoeg te slapen. Dit leidt tot moeheid overdag, soms zelfs zo erg dat zij zomaar ongewild in slaap kunnen vallen. Ook een slechte concentratie en vergeetachtigheid kunnen het gevolg zijn. Het spreekt voor zich dat dit in het dagelijkse leven tot gevaarlijke situaties kan leiden. Bijvoorbeeld in het verkeer. Verder treden er door de alarmsignalen wisselingen in de bloeddruk op waardoor patiënten een hoge bloeddruk kunnen krijgen. Patiënten worden vaak behandeld met een CPAP-apparaat of een MRA. Juist voor deze groep is de NSI Slaap Apneu Coach een goede ondersteuning bij de behandeling.

De NSI – Apneu Coach is ontwikkeld door het Nederlands Slaap Instituut in samenwerking met longspecialisten en de Apneuvereniging en deelname is gratis voor alle patiënten.

Bekijk een video over de werking van de NSI- Apneu Coach®

Bron:
Havenziekenhuis

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z

Mondhygiënist en Vitaliteitstherapeut: de relatie tussen mondgezondheid en algehele gezondheid in praktijk gebracht

Veel wetenschappelijke onderzoeken laten een relatie zien tussen mondgezondheid en de algehele gezondheid. Mondhygiënist Yvonne van Vugt brengt deze combinatie ook echt in praktijk. Naast haar werk als mondhygiënist is zij opgeleid tot vitaliteitstherapeut.

Wat doet een vitaliteitstherapeut precies?
Een vitaliteitstherapeut begeleidt zowel gezonde als zieke mensen om vitaler te worden. Dit wordt gedaan via de drie interventiegebieden: gezonde voeding, beweging en emotiemanagement. Het is algemeen bekend dat lichaam en geest onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Daarom worden juist deze gebieden gebruikt om de kwaliteit van leven te verbeteren. Bij een vitaliteitstherapeut komen gezonde mensen, die regelmatig moe zijn en meer energie willen hebben. Of mensen die willen afvallen, gezonder willen leven of lekkerder in hun vel willen zitten. “Maar ook als je een van de volgende klachten hebt, kun je bij een vitaliteitstherapeut terecht: slaapstoornissen, stress, burnout, diabetes, nek- en rugklachten waar je maar niet van af komt, angst en depressie, hart- en vaatziekten, COPD, astma en kanker. Ook als je zwanger bent, kan je met kleine aanpassingen in je leefstijl vitaal door de zwangerschap heen”, zegt Van Vugt.

Als consument kun je zelf op zoek gaan naar een vitaliteitstherapeut. Ook een huisarts kan je doorverwijzen maar in de praktijk blijkt dit wel eens lastig te zijn. ‘Bij veel huisartsen werken praktijkondersteuners die denken dat zij hetzelfde werk als een vitaliteitstherapeut doen.’

Keuze
Yvonne van Vugt is mondhygiënist en vitaliteitstherapeut. Nieuwsgierig naar haar drive interviewde ik haar. Yvonne en ik kennen elkaar van de opleiding Restauratieve Zorg door de Mondhygiënist aan het UMC St Radboud in het jaar 2006/2007. Via social media hielden we contact met elkaar. Na het behalen van haar VWO-diploma wilde Yvonne zich inschrijven voor de studie Tandheelkunde maar helaas had ze niet het juiste vakkenpakket. Vervolgens besloot ze om zich in te schrijven voor de HBO-studie Mondzor gkunde. Na het behalen van haar diploma startte zij in 2004 in een Paropraktijk en in een algemene praktijk waar zij ook tandheelkundige behandelingen deed. Het jaar daarop startte ze samen met een vriendin een vrije mondhygiëne praktijk in Gorinchem. Dit alles bleek nog niet voldoende uitdaging te bieden en verder studeren bleef lonken. Ze schreef zich in voor de studie Vitaliteitstherapeut.

Yvonne legt uit waarom ze nu juist vitaliteitstherapeut wilde worden: “De opleiding vitaliteitstherapeut heb ik echt gekozen uit een zeer grote interesse in gezondheid en leefstijl. Mijn beide opleidingen – mondhygiënist en vitaliteitstherapeut – laten zien dat ik graag mensen help om het beste uit zichzelf te halen en gelukkiger te worden. Ik gun iedereen een gezond, gelukkig en vitaal leven.” Er zijn verschillende opleidingen tot vitaliteitscoach. Yvonne koos voor de Chivo.

Andere kijk
Yvonne blijft werken als mondhygiënist, voor 24 uur per week. Daarnaast werkt ze 8 uur als vitaliteitstherapeut. Door deze combinatie kijkt ze anders tegen dingen aan. “Ik zie nog duidelijker de overeenkomst tussen mondgezondheid en algehele gezondheid. Ik kan patiënten iets meer meegeven dan de adviezen die iedere mondhygiënist geeft. Ook heb ik veel kennis opgedaan in coaching, wat ik zeker toepas.” Andersom heeft haar achtergrond als mondhygiënist zeker geholpen tijdens haar studie tot vitaliteitstherapeut doordat ze al het een en ander over gezondheid wist. Toch was de studie wel erg pittig door het hoge wetenschappelijke gehalte. “Er wordt zoveel onderzoek gedaan op het gebied van gezondheid en leefstijl, maar helaas wordt niet ieder onderzoek goed uitgevoerd. Wij werken naar het beste bewijs, wat er op dit moment is. Dus je moet jezelf voortdurend blijven bijscholen.”

Mailconsulten
Yvonne geeft ook mailconsulten. “Er is zeker een markt voor deze consulten. Iedereen heeft tegenwoordig een mobiel en is erg druk. Een mailconsult kun je gemakkelijker inpassen in je leven. Misschien wordt de stap ook kleiner, doordat je in je eigen vertrouwde omgeving aan de slag kan. Emailtrajecten staan nog in de kinderschoenen, maar er zijn zeker voordelen ten opzichte van face-to-face contacten. Misschien dat de mondhygiënist hier ook wat mee kan bij het motiveren van een patiënt. Hoeveel mensen zeggen niet: ‘Als ik hier vandaan kom, ga ik trouw aan de slag, maar na 4 weken verwatert het’. Wellicht biedt een motiverende mail uitkomst.”
Yvonne gaat nog lang niet achterover leunen en blijft leren: “Ik wil veel mensen begeleiden om de beste versie van zichzelf te worden!”

Yvonne van Vugt, Yvital

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
ANT: NZa-kostenonderzoek onjuiste onderbouwing voor beleid mondzorg

ANT: NZa-kostenonderzoek onjuiste onderbouwing voor beleid mondzorg

De beroepsorganisatie Associatie Nederlandse Tandartsen (ANT) maakt zich ernstige zorgen over de opzet en uitkomsten van het NZa-kostenonderzoek. De NZa wil met het onderzoek de opbrengsten, productie, praktijkkosten en tijdsbesteding van mondzorgaanbieders in kaart brengen om zo de mondzorgtarieven voor 2014 vast te stellen. De ANT constateert dat het NZa onderzoek onjuist is opgezet. ‘Elke conclusie of consequentie die de NZa aan de onderzoeksuitkomsten verbindt, is discutabel en arbitrair’, zegt ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes.

De ANT heeft op 4 juli een brief aan de NZA gestuurd waarin zij hun bezwaren uiten tegen de opzet van het kostenonderzoek.
Lees deze brief

Een interview met ANT-voorzitter Jan Willem Vaartjes

Voor het NZa-onderzoek is een klankbordgroep ingesteld waarin beroepsverenigingen van mondzorgaanbieders, waaronder de ANT, zorgverzekeraars en consumentenorganisaties zijn vertegenwoordigd.

Kunt u iets vertellen over uw bijdrage in de klankbordgroep?

De ANT is onverminderd voorstander van vrije tarieven in de mondzorg, een standpunt dat feitelijk ook al jaren door de NZa gedeeld wordt. Zowel de NZa als de ANT betreuren daarom het terugdraaien door minister Schippers van een driejarig experiment na amper zes maanden. Voor de NZa is de consequentie dat ze alsnog het kostenonderzoek moeten uitvoeren dat vanwege het experiment on hold was gezet. En de ANT blijft onverminderd en uit principe tegen dit kostenonderzoek omdat de tarieven in de mondzorg vrij zouden moeten zijn. Niettemin hebben we besloten om zitting te nemen in de klankbordgroep. Wanneer een dergelijk onderzoek gedaan wordt is het belangrijk om gezamenlijk met alle marktpartijen kennis en input te leveren en tot een aanpak te komen. Met deze inbreng vanuit de praktijk als vertrekpunt voor de opzet van het onderzoek kan het de resultaten opleveren als basis voor beleid.
Tijdens overleg met de klankbordgroep is tot in detail gesproken over de onderzoeksmethode. Nu de vragenlijst openbaar is, kunnen we daarover meer vertellen en op voorhand onze bezwaren openbaren. Het is belangrijk dat we voor de resultaten van het onderzoek bekend zijn duidelijk maken dat er sprake is van een onjuiste onderzoeksopzet. Ook vinden wij dat de beroepsorganisaties slechts zeer beperkt invloed hebben op de onderzoeksopzet en besluiten hierover van de NZa. De klankbordgroep lijkt vooral te worden gebruikt om het beleid te rechtvaardigen.

Wat zijn de grootste bezwaren van de ANT tegen het onderzoek?

Alleen onderzoek mondzorgondernemingen
We zien verschillende bezwaren en gevaren. Allereerst is met de huidige opzet van het onderzoek geen conclusie te trekken over het gemiddelde inkomen van een tandarts. Het onderzoek richt zich op mondzorgondernemingen en niet op de beroepsbeoefenaren zelf. Dat is merkwaardig als je bedenkt dat de NZa aangeeft dat zij de mondzorgtarieven voor 2014 wel gaat herijken aan de hand van een norminkomen.

ZZP’ers vallen buiten onderzoek
Los van de discussie over de hoogte van het norminkomen, zou het norminkomen bedoeld moeten zijn om het gemiddeld inkomen van de werkzame en BIG-geregistreerde tandartsen te beschrijven. Daarom is het relateren van de winst van een mondzorgonderneming aan een norminkomen een methodologisch onjuiste stap. De mondzorgondernemer is niet per definitie een tandarts, er bestaan zeer diverse samenwerkingsverbanden. Bovendien worden een paar duizend tandartsen die in de mondzorg werkzaam zijn als zelfstandig ondernemer zonder personeel (ZZP’ers) buitengesloten in het onderzoek.

Compensatie grote praktijken
Daarnaast is het niet duidelijk of er gecompenseerd gaat worden als een praktijk heel groot is. Bedrijfseconomisch kan je niet verwachten dat een grote groepspraktijk met meer dan 50 medewerkers slechts een winst van eenmaal het norminkomen zou mogen behalen. Hetzelfde geldt voor een mondzorgonderneming met bijvoorbeeld tien vestigingen opererend onder één entiteit.

Tandartspraktijken zijn tegenwoordig kleine ziekenhuizen en de methodiek van het onderzoek had hierop moeten aansluiten. Nu gebruikt de NZa een onderzoeksopzet die misschien bij andere beroepsgroepen zonder ingewikkelde samenwerkingsverbanden en hightech apparatuur nog zou kunnen werken, maar de plank geheel misslaat in de mondzorg.

Selecte steekproef
Naast de aselecte steekproef van 450 praktijken worden verschillende specialismen in kaart gebracht middels een handgekozen selectie. Tandartsen gespecialiseerd in de parodontologie, implantologie en endodontologie werken vaak samen in grote gespecialiseerde centra. Doordat de onderzoeksopzet erop gericht is om de opbrengsten van mondzorgondernemingen in kaart te brengen en niet zozeer de individuele opbrengst van een tandarts, moest de selectie worden uitgebreid om meerdere specialisten, werkzaam in dezelfde praktijk, erbij te betrekken.

Een gevolg van deze methodiek is dat nagenoeg alle grote verwijspraktijken voor parodontologie, implantologie en endodontologie zijn geselecteerd. Door deze rekenmethodiek ontstaat echter wel een probleem voor de aannames voor de gehele beroepsgroep. De verwijspraktijken zijn zeer zeldzaam, zowel door grootte in personeel en medewerkers als door het volume van geavanceerde prestaties. Het is dus volkomen te verklaren dat in deze centra, waar specialisten samenwerken, de totale praktijkopbrengst als som van al deze specialisten en ondersteunend personeel bovengemiddeld zal zijn.

De groep van gespecialiseerde verwijspraktijken heeft door het selectieve beleid nu een vertekend aandeel gekregen in het onderzoek. Deloitte zal de gegevens van deze selecte steekproef gescheiden aanleveren, maar op voorhand is niet bekend hoe de NZa de gegevens zal gebruiken en al of niet zal vermengen.

Data torturing
Ondanks herhaaldelijk vragen is niet bekend hoe de NZa na het verzamelen van de data er conclusies aan verbindt, waardoor kans bestaat op data torturing. Als je maar genoeg verschillende uitkomsten van je data analyseert komt er altijd wel iets uit wat je graag wilt horen. In de medische wetenschap kan deze methode niet meer door de beugel en moeten onderzoekers van tevoren vastleggen wat ze precies gaan meten en hoe een uitkomst wordt gedefinieerd.

De NZa heeft als opdrachtgever een grote mate van vrijheid om Deloitte correlaties te laten berekenen die wenselijke uitkomsten kunnen opleveren. De leden van de klankbordgroep zullen die vrijheid niet krijgen. En wij zullen als ANT nooit de gedetailleerde databasegegevens krijgen om zelf aan het rekenen te slaan. Je staat dus als belangenvereniging al 3-0 achter bij de start.

Reputatieschade
We willen voorkomen dat in het uiteindelijke NZa-rapport van het kostenonderzoek het woord ‘tandarts’ wordt gebruikt omdat dit onderzoek gericht is op de winst uit mondzorgondernemingen, ongeacht het aantal zelfstandige tandartsen. Het publiekelijk maken van een onderzoek over mondzorgpraktijken waarbij onterecht conclusies worden getrokken voor individuele tandartsen, zal een onjuiste beeldvorming tot gevolg hebben bij verzekeraars, politiek en het grote publiek in Nederland. Wij zijn van mening dat dit onderzoek al lang niet meer over de individuele tandarts gaat, die echter wel wordt aangesproken als het rapport op media als Nu.nl staat.

Visie
Daarnaast is het gebrek aan visie op de mondzorg fnuikend. Dit is niet de verantwoordelijkheid van de NZa maar van de politiek. Maar de NZa kan met haar tarieven wel degelijk de mondzorg in hoge mate sturen en die verantwoordelijkheid kun je niet nemen zonder een beleidskader. Mondzorg is heel divers: van pure basiszorg tot en met luxe zorg met hoogstaande hospitality kenmerken. Dit laat zich nu al niet goed met uniforme tarieven regelen. Indien de gemene deler de norm wordt, dan zullen dit soort praktijken en ook gedifferentieerde tandartsen het meest moeten opofferen. Wrang is dan dat de patiënten van deze praktijken dit allemaal particulier moeten betalen en dat zij graag maatwerk zouden willen zien in plaats van eenheidsworst.

De Nederlandse mondzorg staat goed aangeschreven en de kosten liggen onder het Europees gemiddelde. Waar we bang voor zijn, is dat dit onherstelbaar beschadigd zal worden. Dat alles op basis van een onderzoek wat ontzettend belastend is en alleen gemaakt lijkt te zijn om te fungeren als een stok om de komende jaren in onderhandelingen mee te kunnen slaan.

Lees meer over: Opinie, Tarieven, Thema A-Z, ZZP-er
Tandarts is te duur volgens Belgen

Tandarts is te duur volgens Belgen

Belgen zijn tevreden over hun tandarts, maar vinden de kosten voor tandartszorg hoog. Dat meldt Knack.

Hoewel de prijs van het tandartsbezoek transparant is, vinden veel Belgen een tandartsbehandeling duur. Dat blijkt uit een onderzoek waarin Belgen werd gevraagd hoe tevreden zij zijn over de gezondheidszorg in België. Het onderzoek werd gehouden onder 22.000 Belgen.

Uitstel
Van de respondenten kan 39% de rekening van de tandarts met moeite betalen. Elf procent van de Belgische ondervraagden stelde een behandeling zelfs uit, omdat deze te duur is, schrijft Knack.

Bron:
Knack

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Emotionele problemen beïnvloeden tandartsangst

Emotionele problemen en copinggedrag van kinderen kunnen een rol spelen bij tandartsangst bij kinderen. Dit blijkt uit het proefschrift van ACTA-onderzoeker Janneke Krikken. Zij onderzocht de relatie tussen de opvoedstijl van ouders, tandartsangst van kinderen en het gedrag van kinderen tijdens de tandheelkundige behandeling.

Opvoeding
Hoewel tandartsen vaak aangeven dat zij geloven dat de opvoeding van ouders invloed heeft op de behandelbaarheid van kinderen, kon Krikken deze relatie in haar onderzoek niet aantonen. Wel kunnen emotionele problemen en coping-gedrag van kinderen een rol spelen bij tandheelkundige angst bij kinderen.

Kinderen met slaapproblemen, concentratieproblemen en agressief gedrag vertonen meer oncoöperatief gedrag bij de tandarts. Emotioneel reactieve kinderen en kinderen met concentratieproblemen blijken angstiger voor de tandarts.

Coping
Voortdurende blootstelling aan neutrale tandheelkundige handelingen, zoals een controle, blijkt te zorgen voor minder tandartsangst bij kinderen met een schisis. In drie jaar tijd daalde de tandartsangst van deze kinderen van gemiddeld boven het landelijk gemiddelde tot een gemiddeld niveau. Het aantal copingstrategieën dat de kinderen gebruikten tijdens een tandheelkundige behandeling verminderde in deze tijd.

Ouders bij de behandeling
Krikken onderzocht ook of de aanwezigheid van ouders invloed had op de angst of het gedrag van hun kinderen tijdens de behandeling. Tandartsen wisten op voorhand goed de ouders van bange kinderen te identificeren, evenals de ouders die weinig vertrouwen hadden in de behandeling.

In geval van vrije keuze zouden de tandartsen er de voorkeur aan geven deze ouders niet bij de behandeling van hun kinderen te betrekken. Echter, de aanwezigheid van ouders bleek niet van invloed op de angst of het gedrag van hun kinderen tijdens de behandeling.

Proefschrift
Janneke Krikken promoveerde op 14 juni. De titel van haar proefschrift is: ‘Dental anxiety and behaviour management problems; the role of parents’.

Bron: ACTA

Lees meer over: Kennis, Kindertandheelkunde, Onderzoek, Pijn | Angst, Thema A-Z
dental-union-mark

Nieuwe algemeen directeur bij Dental Union

Marc Kastermans (45) is per 1 juni aangetreden als de nieuwe algemeen directeur van Dental Union. Kastermans heeft grootse plannen: “Full service anno nu betekent dicht bij onze klanten staan. Dáár gaan we voor!”

Uitdaging
Met een solide basis binnen de medische en dentale branche staat Marc Kastermans voor de uitdaging om de brede kennis en ruime ervaring binnen Dental Union zodanig te structureren dat de organisatie klaar is om haar klanten in de toekomst nog beter terzijde te staan. Kastermans: “De tijden zijn veranderd, ook binnen dental. Branchecijfers tonen aan dat de vanzelfsprekendheid van het tandartsbezoek terugloopt. Ook het laten uitvoeren van complexere tandtechnische verrichtingen wordt steeds vaker uitgesteld. Juist in deze tijd mag daarom van een ‘full service depot’ als Dental Union meer verwacht worden. Het depot van nu is een professionele organisatie die – als een betrouwbare partner – haar klanten direct, snel en adequaat ontzorgt.”

Onderscheidend
“De basis blijft het tijdig leveren van een breed, actueel en compleet scala producten tegen de juiste condities. Daarnaast willen wij ons onderscheiden door simpelweg beter te zijn en praktische oplossingen te bieden wanneer het gaat om service, onderhoud, reparaties en informatievoorziening over bijvoorbeeld de wet- en regelgeving. Ook willen we voorop lopen met de nieuwste technische ontwikkelingen in de branche. Innovaties, bijvoorbeeld op het gebied van efficiënt voorraadbeheer of digitaal afdrukken, volgen elkaar in bijzonder hoog tempo op. Onze klanten mogen op elk terrein binnen het vakgebied actuele kennis van ons verwachten”, aldus de nieuwe algemeen directeur.

Dichter bij de klant
Over de korte termijn wil Marc Kastermans alvast een tipje van de sluier oplichten. “We willen dichter bij onze klanten staan. Daarvoor zullen we sneller en directer gaan communiceren. De mogelijkheden van digitale communicatie zijn hiervoor ideaal. Om de interactie met onze klanten verder te stimuleren zijn wij ook actief op social media. Dit betekent dat wij onze klanten snel kunnen informeren, maar ook dat zij altijd met ons in contact kunnen komen. Zo staan wij klaar voor onze klanten. Op ieder moment, op iedere plaats en over ieder onderwerp.”

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
snoep

Britse tandartsen voeren campagne tegen suikerrijk voedsel

De British Dental Association (BDA) moedigt tandartsen aan om verkopers te wijzen op de schadelijke gevolgen van ongezonde voedingsmiddelen voor het gebit van kinderen. Daarmee wil de BDA de mondgezondheid van Britse kinderen verbeteren, meldt Dentistry.

Campagne
Onderdeel van de campagne is een brief die Britse tandartsen naar winkels kunnen sturen. Daarmee uiten ze hun bezorgdheid over de verleidelijke presentatie van snoepgoed en frisdrank vlakbij kassa’s.

Tandbederf
Een adviseur van de BDA zei tegen Dentistry dat tandbederf te voorkomen is, maar dat veel Britse kinderen er toch last van hebben. De BDA wil daarom dat verkopers beter nadenken over de presentatie van ongezonde producten en de gevolgen die dat heeft voor de gezondheid van kinderen.

Bron
Dentistry 


Lees meer over: Actueel, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Koninklijke onderscheiding dr. M.H. Skeenks voor verdiensten gnatologie

Dr. M.H. Skeenks ontving onlangs de Koninklijke onderscheiding Ridder in de Orde van Oranje Nassau van burgemeester Arjen Gerritsen, meldt Regio TV De Bilt.

Dr. Steenks ontvangt de onderscheiding voor zijn grote verdiensten op het gebied van de gnathologie binnen de Universiteit Utrecht/UMC Utrecht, thans in de functie van programmadirecteur post initiële opleiding Gnathologie. alsmede de aan de hoofdfunctie gerelateerde nevenfuncties.

Gnathologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het kauworgaan.

Bron:
Regio TV De Bilt

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Ruim driekwart bevolking bezoekt tandarts minstens eenmaal per jaar

Ruim driekwart bevolking bezoekt tandarts minstens eenmaal per jaar

De tandarts wordt regelmatig bezocht volgens cijfers van het CBS. Bijna acht op de 10 mensen bezoeken minstens eenmaal per jaar de tandarts. Dit is in de laatste 13 jaar nauwelijks veranderd.

Twee derde voor periodieke controle
In 2012 werden 38 miljoen bezoeken gebracht aan de tandarts. Bij bijna twee derde hiervan ging het om een periodieke controle. Bij de rest ging het om uitgebreidere behandelingen zoals verwijdering van tandsteen, het vullen of trekken van tanden of kiezen of het maken van een kroon of brug.

Meer vrouwen
Vrouwen blijken de tandarts iets vaker te bezoeken, vooral in de leeftijd van 30 tot 50 jaar. De meeste kinderen gaan vanaf 4-jarige leeftijd regelmatig naar de tandarts. Vanaf 55-jarige leeftijd neemt het tandartsbezoek af. Van de 75-plussers bezoekt slechts 45 procent de tandarts. Dit komt vooral doordat deze groep vaker een kunstgebit heeft.

Bron:
CBS

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Tanderosie

Tanderosie: een uitdaging

Erosie en gebitsslijtage vormen voor de tandarts algemeen practicus vaak een uitdaging qua diagnostiek en preventie. Maar ook voor de restauratieve behandeling. Dit artikel geeft u enkele handvaten voor de aanpak van patiënten met erosie.

De diagnostiek van erosie is moeilijk vanwege de vaak multi-factoriële oorzaak (attritie, abrasie). Van deze 3 processen is erosie is de grootste veroorzaker van verlies van tandweefsel.

Wat is erosie?
Verlies van hard tandweefsel als gevolg van inwerking van zuren niet geproduceerd door bacteriën.

Prevalentie
Lastig te beoordelen. Studies tonen een grote variatie in uitkomsten. Dit vanwege gebrek aan een standaardisatie van de terminologie en gebrek aan een beoordelingssysteem. Echter de trend is een toename van erosie bij jongere mensen.

Etiologie

Risicofactoren

Extrinsiek

Citrusvruchten, vruchtensap, smoothies, koolzuurhoudende dranken en sportdranken

  • Zure voedingsmiddelen: azijn, saladedressing, augurken
  • Medicatie die zorgt voor een lage secrectiesnelheid van de speekselklieren
  • Zure medicatie: o.a. Vitamine C kauwtabletten
  • Recreatie: Choolwater van zwembaden
  • Mogelijk: Whitening producten, verstoort de vorming van oppervlak pellicle. Kan hierdoor zorgen voor een toename van erosie.
  • Intrinsiek

    Gastro-oesophagale reflux disease (GORD)

  • Zwangerschap
  • Alcoholisme
  • Eetstoornissen
  • Overgeven
  • Diagnose
    Klinische verandering van het element is de belangrijkste diagnostische criteria. Er is geen beoordelingssysteem dat een systematische diagnostiek mogelijk maakt. In een vroeg stadium van erosie zijn de verandering vaak nog subtiel. Bij progressieve erosie kunt u cupping waarnemen, het gladder worden van oppervlakten, expositie van dentine en in ver gevorderde stadia expositie van de pulpa. Vullingen zullen bij een gevordende erosie stadium boven de tanden uitsteken. Door een afname van glazuur zullen elementen gevoeliger worden voor warm en koud.
    Het herkennen van erosie in een vroeg stadium is belangrijk aangezien u de patiënt dan bewust kunt maken van de gevolgen en kunt ondersteunen bij gedragsveranderingen.

    Preventie is belangrijk
    Indien er klachten zijn van overgevoeligheid door expositie van dentine is dit vaak een indicatie voor een actief erosie proces. Het gebruiken van vergrotingen om de verandering van anatomie van de tanden te verduidelijken is raadzaam. Visuele communicatie blijkt effectiever dan verbale communicatie. Luchtfoto’s kunnen dienen om de progressie van erosie te monitoren. En de documentatie van patient-compliance.

    Management
    Effectief management is eliminatie of anders reduceren van risicofactoren. U speelt als mondzorgprofessional een belangrijke rol bij het geven van een goede voorlichting en de bewustwording van eigen verantwoordelijkheid voor het beschermen van eigen dentitie.
    Slijtagegraad zou u kunnen verdelen in: mild, gemiddeld en ernstig. Afgelopen jaren zijn er verschillende beoordelingssystemen geïntroduceerd. Belangrijk is dat de classificatie gecorreleerd is met de leeftijd van de patiënt. Wanneer u als mondzorgprofessional de eerste symptomen van erosie bij uw patiënten signaleert, geeft u (leefstijl)advies om de progressie van erosie onder controle te krijgen. Radicale voedingsveranderingen zijn vaak niet succesvol over de lange termijn. Gedragsveranderingen dienen daarom realistisch en haalbaar te zijn.

    Wanneer moet je als mondzorgprofessional ingrijpen?

    Bij hoge mate van slijtage en progressiviteit

  • Bij pijn of gevoeligheid
  • Noodzaak om functionele occlusie te herstellen en dit een toevoeging voor de esthetiek is
  • Indien er restauraties nodig zijn om te voorkomen dat het element factureert
  • Verlies van anatomie zal resulteren in:
    1. Verlies van de stabiele fossa/knobbel positie
    2. Door dento-alveolaire compensatie (verlies van beethoogte) minder ruimte voor restauraties
    3. Verlies van proale geleiding. Hierdoor een toename van contacten in de zijdelingse delen bij functie

    Indien gestart wordt met de restauratieve behandeling is het belangrijk om de risicofactoren te controleren.

    Materialen

    Composiet, keramiek, goud

  • Direct of indirect
  • Moderne composieten zijn veelzijdig; het kan zowel in de anterior als posterior dentitie worden toegepast. Reparaties zijn eenvoudig en het is goedkoper in vergelijking met keramiek. Notitie: alle materialen zijn gevoelig voor erosie.

    Conclusie
    Erosie is een combinatie van biologische, chemische en gedragsfactoren. De diagnostiek is daarom moeilijk, maar essentieel. Erosie dient net zoals cariës en parodontale problemen gescreend te worden in de praktijk. Bij de restauratieve behandeling dient minimaal invasief gewerkt te worden met adhesieve technieken.

    Bron:
    Journal of the Irish Dental Association 2012; 58 (5): 241-244.

Lees meer over: Diagnostiek, Medisch | Tandheelkundig, Mondhygiëne, Thema A-Z

Overname Utrecht Dental, Eurodent en Dental Ergonomics

Utrecht Dental in Nederlandse handen
Het management van Utrecht Dental, inrichter van tandheelkundige praktijken, heeft een drietal overnames gedaan. Allereerst zijn 100% van de aandelen in Utrecht Dental B.V., inrichter van circa 1.000 van de in totaal 8.500 tandartspraktijken in Nederland, overgenomen.

Eurodent doorverkocht
Gelijktijdig zijn de activa van Eurodent overgenomen en overgedragen aan Promed, producent van onder meer Dentalmatic tandartsstoelen en –units.

Dental Ergonomics overgenomen
Deze twee overnames volgen kort na de overname van de activiteiten van Dental Ergonomics B.V., inrichter van ergonomische tandartspraktijken uit Roosendaal.

Door deze drie overnames ontstaat een sterke combinatie die gespecialiseerd is in het ontwerpen, produceren, leveren en onderhouden van tandheelkundige stoelen en units en alle bijbehorende apparatuur. Middels passende adviezen, diensten en producten zorgt de combinatie ervoor dat tandheelkundigen met plezier en gezond kunnen werken. De krachtenbundeling betekent een verbreding van de dienstverlening en sluit aan bij de schaalvergroting van praktijken.

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z