bqe-halter-90

Armsteunen: weinig gebruikt maar wel aan te raden

In Nederland gebruikt slechts een kleine 10% van de tandartsen, mondhygiënisten en assistenten armsteunen tijdens het werk in de praktijk. Maar waarom is deze groep zo klein? Veel mondzorgprofessionals vinden armsteunen onhandig: ze zitten te veel in de weg. Althans zo wordt er vaak gedacht. Onbekend maakt onbemind. En dat is niet terecht. Een armsteun kan namelijk veel schouder-, nek- en armklachten voorkomen.

Hoe werkt een armsteun?
Het gewicht van één arm vormt 5% van uw lichaamsgewicht. Gedurende de hele dag heeft uw nek/schouder zo een fysieke belasting van 3 tot 4 kg, die vaak ook asymmetrisch is. Bovendien hangt uw arm niet steeds loodrecht naar beneden: het steunpunt ligt niet altijd loodrecht onder het ophangpunt. De kracht op uw schoudergewricht en nek is hierdoor vele malen groter. Door gebruik van een armsteun, verdeelt u het gewicht en vermindert u de belasting van uw schouder en nek.

Een voorbeeld
Stel het gewicht van een halterje is 3 kg. Wat gebeurt er als u de arm opzij brengt? Juist, de 3 kg wordt al snel vele malen hoger. En zo werkt het dus ook tijdens uw werk in de praktijk.



Armsteun voor assistenten
Voor assistenten is een armsteun aan te raden bij gebruik van het afzuigsysteem (zie foto). De assistent houdt deze boven de mond van de patiënt vast, waardoor de arm op afstand van het lichaam is, net als in het voorbeeld met de gewichten hierboven. Het gewicht van de arm neemt zo vele malen toe. Een goede oplossing is het gebruik van twee-dimensionale armsteunen die kunnen roteren en naar voren kunnen glijden, zie de foto links hieronder.

 
Armsteun gebruik door                 Beste steun is loodrecht
assistent


Foto’s: Universiteit Leuven

Drie-dimensionale armsteunen
Er bestaan ook drie-dimensionale armsteunen met een opwaartse kracht. Onderzoek laat echter zien dat dit minder effectief is omdat de gebruiker vaak onbewust veel tegenkracht naar beneden uitoefent. Dit kan dan een overbelasting tot gevolg hebben.


Door:
Ernst Haaksma, fysiotherapeut, Back Quality Ergonomics, www.BQE.nl


Lees meer over: Ergonomie, Thema A-Z

Help uw patiënt van zijn tandartsangst af

Ingrid Stoop bedacht de Matrixmethode waarmee ze mensen van hun tandartsangst af helpt. Je moet het zelf ervaren om te weten hoe het precies werkt. Een verslag van haar training.

Doe precies wat ik zeg, instrueerde Ingrid Stoop meteen aan het begin van de training. Anders werkt het niet. Stoop bedacht zelf de MatriXmethode en heeft al 10.000 vlieguren achter de rug, zoals ze dat zelf noemt. Het luistert nogal nauw en daarom wordt onze volle aandacht gevraagd tijdens de training. Stoop heeft een video online staan over tandartsangst maar toch komen mensen bij haar voor een consult. Je zal het zelf moeten ervaren om te weten hoe het precies werkt , zegt Stoop.

Zien, horen, voelen en denken
De methode gaat er vanuit dat ervaringen uit het verleden  zowel leuke als minder leuke – een beleving geven in het nu. Voor de toekomst kan iemand zo een verwachtingspatroon creëren. En deze beleving, of het nu klopt of niet, kan dan angst veroorzaken. Zelfs als iemand nog helemaal niets zelf heeft ervaren maar teert op andermans ervaringen. Een beleving bestaat uit zien, horen, voelen en/of denken”, ratelde Stoop op. Deze vier passeerden nog regelmatig de training en werden er behoorlijk in gestampt.

Hulpvraag
De coaching spitst zich op het nu. De negatieve beleving moet helemaal uit het systeem zijn. Niet een beetje, niet bijna helemaal, maar het moet echt nul worden. De MatriXmethode gaat net als Motivational Interviewing  uit van de eigen ideeën van de patiënt. Dat wat iemand zelf bedenkt, is hij geneigd echt te geloven. Het is dus niet de bedoeling om de patiënt omhoog te praten door bijvoorbeeld te zeggen dat het allemaal wel meevalt en dat het vast wel goed zal gaan. Want dat gelooft die patiënt echt niet. Nee, het is beter om de negatieve beleving van de patiënt te ontkrachten en daarna de positieve beleving te bekrachtigen. Belangrijk hierbij is dat er wel sprake is van een hulpvraag. Geen hulpvraag? Dan is coaching niet zinvol.

Een doe-ding
Wat die beleving van de patiënt is, hoeven wij als tandheelkundig zorgverlener niet eens precies te weten. Dat gaat je niks aan, je hebt er dan zelf last van en bovendien kost je dat te veel energie, prentte Stoop in. Patiënten willen helemaal niet vertellen wat er allemaal in hun hoofd omgaat. Dat kunnen ze bij deze methode prima voor zichzelf houden. Nadat er een van de cursisten ter plekke een live coaching kreeg, mochten we zelf aan de slag.

Een van de struikelpunten is dat de zorgverlener teveel vraagt. Als u gebruik gaat maken van de MatriXmethode, moeten er korte duidelijke opdrachten worden gegeven. Dit is wel heel verschillend ten opzichte van de techniek Motivational Interviewing. Het is dus niet echt een gesprek maar meer een doe-ding. En dat terwijl de patiënt veelal met gesloten ogen zit om zich te kunnen focussen op de eigen beleving van het eigen probleem

Hoe dan wel?
Begin altijd eerst te vragen wat de hulpvraag precies is. Een van de cursisten zei tandartsangst te hebben, dus daar kon ik mooi mee oefenen. Echter tijdens het oefenen bleek dat het niet echt de tandartsangst was waarmee ze zat. Het was meer dat ze bang was om de controle te verliezen. Stoop raadde me aan om hierop te gaan focussen.

  • Herhaal altijd hetgeen wat de patiënt aandraagt. Met die exacte bewoording, ga niet parafraseren. Hiermee geef je de patiënt het idee dat het okay is om te zien, horen, voelen en denken wat er in hem omgaat.
  • Vraag wat de angst met hem doet: Is het een zien, horen voelen of denken?” Antwoord de patiënt zien, vraag dan of het een plaatje of een filmpje is. Vraag daarna in welk detail het ‘m precies zit. Soms duurt het even tot je echt tot de essentie komt.
  • Geef de patiënt opdracht om dit negatieve detail uit het filmpje of plaatje weg te halen. Hoe gaat hij dat doen? Laat de patiënt het zelf verzinnen hoe. Dat kan zijn met een schaar, met een gum enzovoorts. Het detail zal daarna onverbiddelijk moeten verdwijnen. Hoe? Ook dat mag de patiënt verzinnen. Bijvoorbeeld door het te verbranden.
  • Daarna zal de patiënt iets in het gat van het filmpje of het plaatje moeten zetten. Dat iets zal een hele positieve lading moeten hebben: iets moois, iets grappigs dus. Wederom moet de patiënt zelf verzinnen wat dat precies is. Ook dat hoeft hij je niet te vertellen. Hij kan even ja zeggen als het voor de bakker is.

Hiermee is het zien behandeld en kan op ongeveer dezelfde wijze te werk worden gegaan met het horen, voelen en denken.
Pas als de patiënt aangeeft dat zijn negatieve beleving helemaal nul is, dan kan er door worden gegaan met de positieve bekrachtiging. Hierbij imagineert de patiënt een de meest fantastische ik-persoon met prachtige beelden, geluiden, gevoelens en gedachtes. Het is heel leuk om te zien hoe rustig en tevreden de patiënt hierbij wordt. Ik vond het verbazing wekkend en als een klein wondertje. Zo snel van een angst af!

Aanrader
Hoe het verder in zijn werk gaat is eigenlijk niet met een pen te beschrijven. Zoals Stoop al in het begin van de cursus zei: Je zult het echt zelf moeten ervaren en zelf moeten oefenen. Je patiënten zullen je dankbaar zijn.

De methode is uitgetest door een mondhygiënist die er een scriptie over schreef. Zij deed de opleiding Psychosociaal werker, counselor en coach bij Academie Gradatim en volgde de vijfdaagse training tot MatriXcoach bij Ingrid Stoop. Haar conclusie: De MatriXmethode is goed toepasbaar voor angstcoaching in de tandheelkundige behandeling. De snelle resultaten en de kortdurende coaching samen met de eendaagse training angst oplossenof de kortdurende opleiding tot gecertificeerd MatriXcoach (5 dagen) maken de MatriXmethode geschikt voor toepassing in de algemene tandheelkundige praktijk.

Door: Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist.
Verslag door dental INFO van de eendaagse training angst oplossen MatriXmethode door Ingrid Stoop.

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z

Ondanks koudeprikkel pijnloos en smakelijk congres Gevoelige tandhalzen

Zaterdag 17 november stond het jaarlijkse wetenschappelijke congres van het Ivoren Kruis in het teken van gevoelige tandhalzen. Het congres met de aansprekende titel Gevoelige tandhalzen Het laat je niet koud! werd goed bezocht door tandartsen, mondhygiënisten, (preventie)assistenten, docenten en studenten. Alle stoelen in de prachtige collegezaal in het moderne ACTA-gebouw waren gevuld.

Het Ivoren Kruis verraste de congresbezoekers met een smakelijk en pijnloos programma. Gelukkig hadden de congresgasten zelf niet zo veel last van gevoelige tandhalzen. De raketjes die tussen de voordrachten werden uitgereikt, werden met smaak verorberd. De relatie tussen koudeprikkel en tandhalsgevoeligheid werd op deze manier op een humoristische manier onder de aandacht gebracht.

Gevoelige tandhalzen vooral probleem einddertigers
Dr. Schelte Fokkema MSc was dagvoorzitter en tevens spreker op het congres. De tandarts-parodontoloog – tot voor kort hoofddocent bij de opleiding Mondzorgkunde Utrecht – gaf een uitvoerige uiteenzetting over gevoelige tandhalzen. Het fenomeen gevoelige tandhalzen wordt gekarakteriseerd door een korte scherpe pijn vanuit blootliggend dentine als reactie op een prikkel
(temperatuur, verdamping, aanraking, osmotisch en chemisch) die niet kan worden toegeschreven aan een andere pathologie. Het komt met name voor bij de premolaren en de cuspidaten (vestibulair en cervicaal) bij 8 tot 75 van de volwassenen, voornamelijk bij einddertigers. Glazuurverlies en gingivarecessie veroorzaken tandhalsgevoeligheid. Vooral een dunne gingiva kan makkelijk tot recessie leiden. In zijn voordracht lichtte Schelte toe dat tandhalsgevoeligheid niet kan optreden zonder recessie.

Tandpasta en tandhalsgevoeligheid
Prof. dr. Cor van Loveren, voorzitter van het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten en bijzonder hoogleraar preventieve tandheelkunde bij ACTA, ging in op tandpasta’s, de samenstelling en de werking ervan bij gevoelige tandhalzen. Erosie is een dominante factor in lokalisatie en initiatie van tandhalsgevoeligheid. Tandenpoetsen met tandpasta bevordert dit proces. Abrasieve werking kan zowel positief als negatief werken: het kan een smeerlaag op de open tubuli aanbrengen, maar bij langer poetsen de smeerlaag ook weer verwijderen. Tandpasta aanbrengen daar waar nodig is belangrijk en naspoelen met tandpastaslurry kan ook positief effect geven. In zijn voordracht kwamen duidelijk groepen ingrediënten (K-nitraat, K-citraat, Sr-acetaat en -chloride, Novamin, Proarginine, Sn-zouten) naar voren die een positief effect op gevoelige tandhalzen kunnen hebben. Het is uiteindelijk de patiënt die aangeeft of een tandpasta effect heeft of niet. Van Loveren benadrukte dat het de moeite kan zijn tandpasta’s uit verschillende ingrediëntcategorieën te proberen, als er bij een variant uit een bepaalde categorie geen resultaat wordt gemerkt.

Beslisboom gevoelige tandhalzen in de mondzorgpraktijk
Na de lunch informeerde prof. dr. Luc Martens van de universiteit Gent het publiek over het protocol (beslisboom) bij gevoelige tandhalzen in de mondzorgpraktijk. Wat zijn de stappen die je in de praktijk met de patiënt moet doorlopen? Een patiënt met blootliggend dentine hoeft geen pijn te ervaren. Verdere screening is wel van belang. Waarom ligt de wortel bloot? Wat kunnen ideeën zijn het proces verder te stoppen? Preventietherapieën gericht op voeding, poetsen, gebruik tandpasta kunnen soelaas bieden. Patiënten die wel pijn ervaren, kunnen de vraag gesteld worden of de pijn hun kwaliteit van leven beïnvloedt. Is dat niet het geval dan is instructie aan de patiënt over te gebruiken middelen en het voorkómen van bevorderende factoren en stimuli vaak voldoende. Zodra de kwaliteit van leven negatief wordt beïnvloed, komt ‘management’ van de gevoelige tandhalzen aan de orde. Een uitgebreid onderzoek is nodig waarin de practicus de diagnose moet bevestigen door uitsluiting van alle andere mogelijke oorzaken. Soms is instructie (voeding, tandenpoetsen, tandpasta, spoelmiddel) van patiënten voldoende. Ook kan een niet-invasieve behandeling (fluoride, glutaraldehyde, dentinebonding of lasertherapie) of een invasieve behandeling (mucogingivale chirurgie of pulpectomie) nodig zijn.

Bron:
Ivoren Kruis

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z
hoofd en hals

Hoofd- en halszaken in de tandartspraktijk

Patiënten kunnen zich met een klacht in het hoofd-halsgebied zowel tot een huisarts als tot een tandarts wenden. De Vereniging Medische Tandheelkundige Interactie (VMTI) wijdde hun jaarlijkse congres aan hoofd- en halszaken.

Zwelling
Als eerste besprak Ludi Smeele zwellingen in de hals. Hij wees erop dat hiervoor geen recente richtlijn bestaat: de CBO richtlijn voor diagnostiek van verdachte halsklierzwellingen stamt uit 1984. Volgens Smeele moeten zorgverleners in de eerste lijn zich primair focussen op de vraag of een zwelling onschuldig is.

Antibiotica
Robert van Es behandelde in zijn voordracht allerlei bacteriële infecties in het hoofd-halsgebied, waaronder odontogene infecties, sinusitis, parotitis en cervicale infecties. Hij stelde dat antibiotica bij odontogene infecties alleen geïndiceerd zijn bij lokale
verslechtering en systemische verschijnselen.

Slijmvliesafwijkingen
Jan de Visscher toonde een groot aantal slijmvliesafwijkingen. Omdat deze geen klachten geeft, is een patiënt zich niet bewust van de aanwezigheid ervan. Gelukkig zijn de meeste slijmvliesafwijkingen onschuldig. Enkele, zoals leukoplakie, zijn echter wel potentieel premaligne. Helaas blijkt behandeling van leukoplakie nauwelijks effect op de transformatie tot carcinoom te hebben.

Oorzaken pijn hoofd- en halsgebied
Mogelijke oorzaken van pijn in het hoofd- en halsgebied werden besproken door Boudewijn Stegenga. Omdat de locatie waar de pijn zijn oorsprong heeft niet gelijk hoeft te zijn aan de plaats waar deze wordt waargenomen, bestaat de kans dat patiënten bij de ‘verkeerde’ zorgverlener terechtkomen. Stegenga ging daarom uitvoerig in op allerlei oorzaken voor misdiagnostiek.

Psychopathologie
Tot slot toonde Eelco Hakman aan de hand van videofragmenten dat sommige orofaciale klachten ook het gevolg kunnen zijn van onderliggende psychopathologie. Volgens hem is het niet moeilijk om de betreffende psychische problemen te identificeren. Als je goed luistert naar de patiënt dan vertelt deze het vaak zelf. Het maken van een tijdslijn van levensgebeurtenissen kan hierbij een nuttig hulpmiddel zijn.

Volgende VMTI-congres: 3 oktober 2013
Op 3 oktober 2013 vindt het VMTI-congres ‘Tussen de oren’ plaats.

Bron:
Verslag van het VMTI-congres ‘Hoofd en halszaken in de huisarts- en tandartspraktijk”, 11 oktober 2012 door NTvT, H.S.
Brand.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
Europese vereniging tandartsen onderzoekt effecten van tandenbleken

Europese vereniging tandartsen onderzoekt effecten van tandenbleken

De Europese vereniging van tandartsen (CED) startte eind oktober een onderzoek naar de ongewenste effecten van tandbleekprodukten met een concentratie waterstofperoxide tussen de  0,1% en 6%. Tandbleekprodukten met deze concentratie mogen sinds 1 november 2012 alleen nog verkocht worden door tandartsen.

Het onderzoek zal eind oktober 2013 worden afgerond. De uitkomsten worden gerapporteerd aan de Europese Commissie. Het onderzoek is een gevolg van de overeenkomst tussen de Europese Commissie en de CED van maart 2010. Deze overeenkomst is aangegaan om  te zorgen voor correcte tandbleekbehandelingen door kwalificeerde mondzorgprofessionals.

Tandartsen die ongewenste effecten van tandbleekproducten constateren kunnen een online vragenlijst invullen op de website van de nationale beroepsvereniging, geeft de CED aan op haar website.

Bron:
Council of European Dentists

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z

VVD: arts direct op non-actief bij inspectieonderzoek

De VVD presenteerde op 3 december een plan om de patiëntveiligheid te vergroten. De VVD stelt hierin voor om artsen naar wie een inspectieonderzoek loopt direct op non-actief te zetten. De KNMG is het niet eens met dit voorstel en meldt op haar website: ‘Artsen worden gebrandmerkt als ze meteen op non-actief worden gesteld als er een inspectieonderzoek naar ze wordt gestart’.

Vertrouwen
In het plan, de Initiatiefnota Patiëntveiligheid, doet de VVD voorstellen om het aantal gevallen waarin mensen vermijdbare medische schade oplopen terug te dringen. Ook wil de VVD het vertrouwen van burgers vergroten dat zij in het geval van (het vermoeden van) een medische misser hun recht kunnen halen.

Tuchtklacht en registreren
Naast het direct op non-actief zetten van artsen waarnaar een onderzoek loopt, willen de liberalen onder meer dat er bij basisfouten standaard een tuchtklacht volgt bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg en dat alle zorginstellingen meer werk maken van het vermijden en registreren van medische missers.

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
justice

Mondzorgkoepels verliezen hoger beroep vrije tarieven

De mondzorgkoepels – NMT, ANT, NVM, VvO, ONT en NVIJ – hebben het hoger beroep verloren in de zaak over het afschaffen van vrije tarieven in de mondzorg. Dit blijkt uit de uitspraak van het Gerechtshof in Den Haag.

In januari 2012 begon het experiment met vrije tarieven in de mondzorg voor een periode van drie jaar. In juli dwong de Tweede Kamer de minister om het experiment al per 2013 te beëindigen. Aanleiding hiervoor was een onderzoek van de NZa waaruit bleek dat de mondzorgtarieven 6,1% gestegen waren. Een onderzoek van Famed en de Universiteit Maastricht kwam echter over het eerste kwartaal van 2012 uit op een stijging van 3% tot 4%.

In juli spande de NMT samen met de overige mondzorgkoepels een zaak aan tegen de staat wegens ‘onbehoorlijk bestuur’. Zij kregen in september ongelijk. De NMT gaf destijds aan in bericht op haar website: ‘De NMT is teleurgesteld over deze uitspraak en blijft van mening dat het onzorgvuldig is om het experiment te stoppen op basis van gegevens over de eerste drie maanden van dit experiment. Des te meer omdat de NZa destijds zelf ook nog een belangrijke kanttekening bij de meting maakte: ‘Een herhaalde meting met meer data over een langere periode is nodig om definitieve conclusies te trekken’, aldus de NZa.’

Bron:
Rechtspraak.nl

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Boete voor tandkliniek wegens verkeerd declareren

BePerfectclinics, een tandartspraktijk uit Amstelveen krijgt een boete voor verkeerd declareren. Dat heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) bekend gemaakt. De praktijk van eigenaar Bartels bracht ten onrechte hoge techniekkosten in rekening bij haar klanten. In totaal ging dat om enkele tonnen. Als de praktijk haar patiënten het bedrag terugbetaalt, kan de NZa de boete verlagen.

De tandkliniek, gespecialiseerd in transparante beugels, overtrad in de periode 2009 – 2011 op verschillende manieren de declaratieregels van de NZa. Patiënten betaalden daardoor teveel voor hun behandeling. Zo declareerde de praktijk techniekkosten die voor werkzaamheden niet zijn uitgevoerd en declareerde de kliniek hogere bedragen dan het NZa-tarief.

Met de boete ontneemt de NZa de tandarts het onterecht voordeel van het fout declareren. De tandarts is in bezwaar gegaan tegen de boete. Als blijkt dat Bartels benadeelde patiënten die zich bij de praktijk hebben gemeld heeft terugbetaald, houdt de NZa daar rekening mee. Vanwege een rechtszaak kan de NZa de boetehoogte nog niet noemen. Binnen drie maanden neemt de NZa een beslissing op het bezwaar waarin de definitieve boetehoogte wordt vastgesteld.

Bron:
NZa

Lees meer over: Actueel, Thema A-Z

Trouwe klanten betalen 86 euro meer voor zelfde zorgverzekering

Klanten die loyaal zijn aan hun zorgverzekeraar betalen meer voor hun zorgverzekering dan nodig is. Veel mensen zijn tevreden over hun zorgverzekeraar en willen daarom niet weg. Maar ook zonder over te stappen naar een andere zorgverzekeraar kunnen consumenten besparen. Dat schrijft Independer.

Internetvarianten
Alle grote zorgverzekeraars bieden internetvarianten aan van hun bestaande zorgverzekeringen tegen een veel lagere premie dan de traditionele verzekering. Gemiddeld bedraagt het premieverschil 86 euro per jaar tussen beide polissen. Dat is inclusief de gemiddelde collectieve korting van 3,7%*. Naar schatting 89% van alle Nederlanders boven de 18 jaar is verzekerd bij een traditionele zorgverzekeraar. Als zij allemaal zouden overstappen besparen zij in totaal 1 miljard euro, berekende Independer.nl.

Jongeren profiteren
Jonge mensen tussen de 18 en 34 jaar* stappen relatief vaak over (circa 9%) en profiteren daardoor van de lage premies. Independer.nl herkent deze trend in het overstapgedrag van haar klanten. 35% van de overstappers via Independer.nl behoort tot deze leeftijdsgroep. Oudere klanten zijn loyaler. Van de 55-plussers stapt maar een paar procent over. Maar ook deze groep kan besparen door bij de huidige zorgverzekeraar te kiezen voor de internetverzekering.

Loyale klant betaalt korting
Verzekeraars willen graag nieuwe klanten aantrekken en vinden die vooral onder jongeren. Daarom introduceren ze speciale internetverzekeringen. Deze verschillen qua vergoedingen voor de basisdekking niet van de traditionele zorgverzekering** . Qua premie en extraatjes zijn ze wel veel gunstiger. De kortingen en extra’s kunnen verzekeraars geven dankzij de grote aantallen loyale klanten. In 2012 bleef zo’n 94% van alle verzekerden zijn zorgverzekeraar trouw, in 2013 zal dat niet veel anders zijn.

Bron:
Independer.nl

* Bron: Vektis Zorgmonitor 2012
** De keuze voor een ziekenhuis is bij Unive Zekur beperkt tot 1 per provincie. Verder gaat de communicatie bij internetverzekeringen vaak via email en internet.

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Poll Erasmus MC: Rokers moeten meer zorgpremie betalen

‘Ja, meer zorgpremie voor rokers’  Dat vindt een meerderheid van de stemmers in een poll van het Erasmus MC.

Bijna 1.900 mensen brachten hun stem op internet en intranet uit. In de peiling tekent zich een duidelijke meerderheid af voor een hogere premie voor rokers.

Weerstand
Onder werknemers in de gezondheidszorg bestaat echter meer weerstand tegen een hogere premie voor rokers dan daarbuiten.
Personeel in dienst van het ziekenhuis stemde voor 43% op intranet ‘oneens’. Stemmers van buiten het ziekenhuis tekenden minder vaak bezwaar aan, 35%.

Twee hoogleraren van het Erasmus MC verzetten zich tegen meer premie bij ongezond leven. Zo’n verhoging tast de persoonlijke levenssfeer van burgers aan, schrijven ze, en de vraag is of de overheid zich zo vergaand mag bemoeien met de stijl van leven.

Goedkoper
Als het om kosten voor de maatschappij gaat, zijn rokers juist goedkoper, merken prof. Han Bleichrodt (gezondheidseconomie) en prof. Inez de Beaufort (medische ethiek) op. Rokers overlijden eerder, en dat scheelt pensioenkosten.

Bron:
Erasmus MC

Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Pieter van Vollenhoven: Inspecties moeten strenger zijn

Overheidsinspecties zouden na enkele waarschuwingen sneller mogen overgaan tot het stilzetten van activiteiten. Dit schrijft Pieter van Vollenhoven in het boek ‘Hier onveilig? Onmogelijk!’ dat op 26 november verschijnt, zo meldt Skipr.

Prof. mr. Pieter van Vollenhoven schrijft over zijn ervaringen met het onafhankelijk onderzoek van ‘voor’ en ‘na’ de komst van de
Onderzoeksraad voor Veiligheid, waarvan hij van 2005 tot 2011 voorzitter was.

Stilleggen
Van Vollenhoven begrijpt dat een besluit tot stilleggen gevoelig ligt. “Maar in vele sectoren is de samenleving voor haar veiligheid zeer afhankelijk van het veiligheidsbeleid van ondernemingen of organisaties. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de veiligheid in de gehele voedselketen, de gezondheidszorg, het openbaar vervoer of het terrein van de gevaarlijke stoffen. In al deze sectoren mag de samenleving verwachten dat de overheid zich als veiligheidsregisseur zeer kritisch opstelt.”

Bron:
Skipr

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Minimumleeftijd kopen sigaretten naar 18 jaar

De minimumleeftijd om tabak te mogen kopen gaat omhoog naar 18 jaar. Het kabinet stemde in met het wetsvoorstel om de minimumleeftijd om tabak te mogen kopen, te verhogen naar 18 jaar. Dat maakte staatssecretaris van Volksgezondheid Martin van Rijn (PvdA) bekend nadat de ministerraad had plaatsgevonden.

De tabaksindustrie drong bij het kabinet aan op de verhoging van de leeftijdsgrens voor het kopen van sigaretten.


Lees meer over: Actueel, Thema A-Z
Highly Detailed Red Shopping Tag

NZa maakt tarieven en prestaties mondzorg 2013 bekend

De prijzen voor tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici voor 2013 zijn bekend. Vanaf volgend jaar stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de tarieven en prestaties in de mondzorg weer vast. De tarieven van 2011 zijn met 4,5 procent geïndexeerd.

Voor 2013 maakte de NZa uit praktische overwegingen grotendeels gebruik van de prestaties uit 2011. De periode om weer te reguleren was te kort om alle veranderingen uit 2012 mee te nemen. Voor een aantal innovaties is wel de lijst uit 2012 gebruikt, bijvoorbeeld prestaties voor preventie en de heldere prestatieomschrijvingen uit de lijst van 2012. Ook de prestaties orthodontie uit 2012 zijn meegenomen. Dit laatste gebeurde na intensief overleg met zorgverzekeraars, tandartskoepels en consumentenorganisaties.

Max-max
De tarieven 2013 worden zogenaamde max-max tarieven. Daarbij kunnen tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici met verzekeraars afspraken maken over een extra 10% vergoeding op het maximumtarief, bijvoorbeeld omdat ze een kwaliteitskeurmerk willen en daarvoor kosten moeten maken. De extra 10% betaalt de verzekeraar, mensen zonder tandartsverzekering hoeven niet extra te betalen.

Korting orthodontie
Nu de oude tarieven weer op tafel liggen, voert de NZa ook het tweede deel van de korting op orthodontie door. De NZa besloot in 2011 om de tarieven met in totaal 32% te verlagen, 16% in 2011 en nog eens 16% in 2012, als er geen vrije prijzen zouden komen. Uit onderzoek in 2010 bleek dat de tarieven te hoog waren: orthodontisten hebben sommige taken bijvoorbeeld aan hun assistenten uitbesteed en kunnen goedkoper werken. Volgend jaar doet de NZa een kostenonderzoek om de tarieven mondzorg te actualiseren.

Bron:
NZa

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Zorgverzekeraars Nederland: Vergoedingensysteem mondzorg 2013 bevordert kwaliteit

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) is blij dat de nieuwe tarieven voor tandartsen, mondhygiënisten, orthodontisten en tandprotetici  zogenaamde max-max tarieven worden. Dit geeft zorgverzekeraars de ruimte om bijvoorbeeld investeringen in kwaliteit extra te belonen, meldt ZN op haar website.

Dankzij de max-max tarieven kunnen tandartsen, orthodontisten, mondhygiënisten en tandprothetici met verzekeraars afspraken maken over 10 procent extra vergoeding op het maximumtarief, bijvoorbeeld omdat ze een kwaliteitskeurmerk willen en daarvoor kosten moeten maken. De extra 10 procent betaalt de zorgverzekeraar. Mensen zonder tandartsverzekering hoeven niet extra te betalen.

Orthodontie
De zorgverzekeraars zijn ook positief over het behoud van de voor de consument herkenbare prestaties voor orthodontie en over het feit dat de NZa nu het tweede deel van de korting op orthodontie doorvoert. De NZa besloot in 2011 om de orthodontietarieven met in totaal 32 procent te verlagen, 16 procent in 2011 en nog eens 16 procent in 2012 als er geen vrije prijzen waren geweest. Uit kostenonderzoek van de NZa in 2010 bleek dat de tarieven te hoog waren.

Duidelijkheid voor consument
De nieuwe prestaties zijn tot stand gekomen met medewerking van zorgverzekeraars, consumentenorganisaties en zorgaanbieders. Voor zorgverzekeraars was daarbij van belang dat de wijzigingen in prestaties zouden bijdragen aan de duidelijkheid voor en controleerbaarheid door de consument. Zo zijn de prestaties voor gebitsreiniging en preventieve instructie per vijf minuten vastgesteld. Een consument kan immers zelf goed beoordelen hoe lang een behandeling heeft geduurd.

Bron:
ZN

Lees meer over: Tarieven, Thema A-Z

Advies Preventie fissuurcariës

Dit advies Preventie fissuurcariës beoogt leden van het tandheelkundig team te ondersteunen bij zijn beslissing fissuurlak aan te brengen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis. Het Ivoren Kruis is behoudend in zijn advisering fissuurlakken toe te passen. Het advies is: sealen op indicatie. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Urgentie en alternatieve behandelmogelijkheden
Soms is het geïndiceerd fissuurlakken aan te brengen in het stadium dat witte opaciteiten zichtbaar zijn. Soms zullen fissuurlakken ‘pas’ worden aangebracht in geval van betrokkenheid van het dentine. Er zijn voor de beslissing wel of geen fissuurlak aan te brengen twee belangrijke factoren: de urgentie waarmee een behandeling nodig is en de alternatieve behandelmogelijkheden. Het advies Preventie fissuurcariës is gebaseerd op een kritische evaluatie van beschikbare wetenschappelijke literatuur. Hierbij is een kwaliteitsclassificering van onderzoek gevolgd.

Reinigen doorbrekende elementen vraagt speciale aandacht
De kwetsbaarheid van de fissuren van doorbrekende elementen vraagt om specifieke preventieve aandacht. Ouders en kinderen dienen erop te worden gewezen hoe in die periode de occlusale vlakken moeten worden gereinigd. De werking van fissuurlakken is gebaseerd op het aanbrengen van een fysieke barrière die voorkomt dat bacteriën de fissuur koloniseren en voorkomt dat voedingsbestanddelen ingesloten bacteriën bereiken.

Effectiviteit hangt samen met retentie
De effectiviteit van fissuurlakken hangt nauw samen met de retentie. Het aanbrengen van fissuurlakken wordt in het algemeen gezien als een effectieve preventieve maatregel ter voorkoming van pit- en fissuurcariës bij een juiste techniek van aanbrengen, zorgvuldige controle en reparatie. Zorgvuldige reparatie houdt in dat de indicatie opnieuw wordt gesteld.

Bekijk het advies

Bekijk de samenvatting

 


Download brochure advies-preventie-fissuurcaries-kaart.pdf
Lees meer over: Cariës, Kennis, Kwaliteit, Thema A-Z

Onderzoek gestart naar contractering zorgverzekeraars in mondzorg

CZ en de Erasmus Universiteit zijn, in samenwerking met de NMT en de NVM, een onderzoek gestart naar contractering binnen de mondzorg.

Het proces van afsluiten van overeenkomsten tussen mondzorgverleners en zorgverzekeraars verloopt al jaren moeizaam. Door middel van een webenquête onder tandartsen en mondhygiënisten wordt nagegaan welke factoren een rol spelen bij het wel of niet afsluiten van een overeenkomst. De NMT en NVM leverden adressen van tandartsen en mondhygiënisten voor deze steekproef.


Lees meer over: Thema A-Z, Zorgverzekeringen

Advies Preventie fissuurcariës, 2012

Dit advies Preventie fissuurcariës beoogt leden van het tandheelkundig team te ondersteunen bij zijn beslissing fissuurlak aan te brengen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.


Download brochure advies-preventie-fissuurcaries.pdf
Lees meer over: Adviezen, Cariës, Kennis, Thema A-Z

Advies: inspectie moet toezicht houden op afhandeling klachten door zorgaanbieders

Bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg moet een advies- en meldpunt komen voor klachten en meldingen van burgers. Het advies- en meldpunt helpt burgers op weg die klachten hebben over zorginstellingen of medische beroepsbeoefenaars. Het meldpunt neemt de behandeling van de klacht niet over. Het ziet er wel op toe dat de verantwoordelijke zorgaanbieder de klacht van de burger op een goede manier afhandelt. Dit is één van de adviezen uit het rapport ‘Doorpakken!’, waarin de resultaten staan van een onderzoek naar de organisatie van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Het onderzoek is uitgevoerd door Koos van der Steenhoven, directeur van ABDTOPConsult, een consultancygroep van de rijksoverheid. Een commissie van vertegenwoordigers van patiëntenorganisaties en onafhankelijke deskundigen heeft het onderzoek begeleid.

Opdracht
Minister Edith Schippers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) gaf opdracht voor het onderzoek. Zij wil weten of de inspectie voldoende is toegerust om haar visie op het toezicht op de gezondheidszorg uit te voeren. Naast dit organisatieonderzoek is ook onderzoek gedaan naar de afhandeling van dossiers over incidenten door de IGZ. Dat onderzoek stond onder leiding van Winnie Sorgdrager.

Aanleiding voor het onderzoek waren klachten over trage afhandeling van dossiers over incidenten en gebrek aan klantvriendelijkheid bij de IGZ. Van der Steenhoven constateert dat de inspectie in de afgelopen jaren vele reorganisaties heeft ondergaan en op allerlei terreinen verbeteringen heeft doorgevoerd. Twee problemen keren echter steeds terug: de behandeling van klachten en onduidelijkheid over de rol van de IGZ.

Behandeling klachten van burgers
Sinds de invoering in 1995 van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector is de behandeling van klachten een verantwoordelijkheid van de zorgaanbieder. Toch komen er veel klachten van burgers bij de IGZ binnen. De onderzoeker stelt voor een aparte directie Advies- en meldpunt bij de inspectie in te richten. Uitgangspunt bij de nieuwe werkwijze blijft de eigen verantwoordelijkheid van zorgaanbieders voor een goede behandeling van klachten.

Als de melding van een burger een calamiteit betreft, komt de inspectie direct in actie. In andere gevallen wijst de inspectie de burger de weg naar de klachtenfunctionaris van de zorgaanbieder. Met een zogenoemd klachtvolgsysteem blijft de inspectie toezien op een goede afhandeling van de klacht. Als de klager en zorgaanbieder niet tot een goede oplossing kunnen komen, zou de zorgaanbieder een bemiddelingstraject (‘mediation’) moeten aanbieden. De externe bemiddelaar kan een juridisch traject voorkomen. Lukt dit niet dan rest er de mogelijkheid voor de klager naar de geschillencommissie te stappen. In de Tweede Kamer is een wetsvoorstel over de rechten van cliënten in behandeling dat zo’n geschillencommissie verplicht stelt. De onderzoeker wil met zijn voorstel juridische procedures zo veel mogelijk vermijden.

Meer openbaarheid
Het is voor de buitenwereld vaak niet duidelijk wat de IGZ met meldingen doet en wanneer zij optreedt. Van der Steenhoven geeft de minister in overweging om alle meldingen, klachten en signalen op de website van de IGZ te zetten. Openbaarheid kan het vertrouwen in de inspectie versterken. Omdat aan dit voorstel ook nadelen zijn verbonden (reputatieschade, schending van privacy), stelt hij voor hierover advies te vragen aan de Gezondheidsraad en eventueel ook aan het College bescherming persoonsgegevens.
Duidelijkheid over de rol van de inspectie

De IGZ houdt toezicht op 40.000 instellingen en een sector waar zo’n 1,3 miljoen mensen werken. De taken en bevoegdheden van de IGZ staan beschreven in tientallen wetten. Dit schept onduidelijkheid over de rol van de inspectie bij de wetgever, de IGZ, de zorgaanbieders en de burger. Van der Steenhoven stelt daarom voor het toezicht, de taken en de middelen van de IGZ in één Wet op het gezondheidszorgtoezicht te regelen.

Juridische functie versterken: toezicht en handhaving splitsen
Volgens het onderzoeksrapport moeten de juridische en opsporingsafdelingen van de IGZ worden versterkt. De inspectie kan dan sneller en beter maatregelen treffen tegen wanpresteerders. De IGZ zou een duidelijk onderscheid moeten maken in de organisatie tussen toezicht en handhavingsmaatregelen. De inspecteurs kunnen zich dan volledig toeleggen op het toezicht. Juristen en opsporingsambtenaren houden zich bezig met handhavingsmaatregelen (tuchtklacht, verscherpt toezicht enz.).
De onderzoeker adviseert de rapportages over inspectiebezoeken sterk te vereenvoudigen en te standaardiseren. Dan hebben inspecteurs meer tijd voor – vooral onaangekondigde – inspectiebezoeken.

Vliegende brigades
Bij complexe zaken zou de inspectie gebruik moeten gaan maken van multidisciplinaire teams, waar ook deskundigen van buiten de inspectie aan kunnen deelnemen. Het gaat om zogenoemde vliegende brigades, vergelijkbaar met de commissie-Lemstra die onlangs in het Maasstadziekenhuis onderzoek deed. In het algemeen zou de IGZ meer gebruik moeten maken van parttime-inspecteurs, die in deeltijd hun medische beroep uitoefenen en in deeltijd inspecteur zijn. Toezicht op geneesmiddelen en medische hulpmiddelen

De nieuwe Europese regels voor het toezicht op de kwaliteit van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen betekenen fors meer werk voor de IGZ. De inspectie moet hiervoor mensen en middelen krijgen. Het rapport stelt nader onderzoek voor naar een centrale organisatie voor de registratie en kwaliteit van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen. Nu hebben verschillende instanties taken op dit gebied. Deze versnippering verzwakt onze positie in Europa.

Extra personeel nodig
Om de voorstellen voor het advies- en meldpunt, de opsporing, de juridische afdeling en het programma medische hulpmiddelen uit te voeren, moet de inspectie er ongeveer 50 fte bij krijgen. Daarnaast stelt Van der Steenhoven voor de top van de IGZ te verkleinen. In de huidige organisatie zijn de oude inspecties van vóór 1995 nog zichtbaar in de functie van de vier hoofdinspecteurs. Deze vormen nu een extra bestuurslaag waaraan geen behoefte meer is. Er moet een raad van bestuur van drie leden komen, die naast de inspecteur-generaal bestaat uit twee adjunct-inspecteurs-generaal.

Regiokantoren
Ten slotte adviseert de onderzoeker de regiokantoren definitief op te heffen. Alle onderdelen van de IGZ zouden naar Utrecht moeten verhuizen. Inspecteurs kunnen gebruik maken van ‘aanlandplekken’ in rijkskantoren verspreid over het land.

Bron:
Rijksoverheid.nl

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z

Burn-out: conflict tussen verwachting en realiteit

Wat maakt ons vak leuk? En doen we wel genoeg wat we leuk vinden? Psycholoog Ronald Gorter over uitputting en het hervinden van bevlogenheid en toewijding.

Verwachtingen
Werken met mensen, mensen helpen, lekker knutselen, eigen baas zijn, verzekerd zijn van een baan; stel een zaal vol congresgangers of jonge studenten de vraag waarom zij voor een carrière als tandarts hebben gekozen, en dit zijn de meest voorkomende antwoorden.

Psycholoog Ronald Gorter, gespecialiseerd in sociale tandheelkunde, legde tijdens het voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) en de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VBTGG) uit hoe verwachtingen van het vak soms in conflict kunnen komen met de realiteit.

Energie
Om geen burn-out te krijgen is het belangrijk om in balans te zijn: de eigen draagkracht en de draaglast zijn in evenwicht. Als de draaglast hoger wordt dan de draagkracht, kan een burn-out ontstaan. Gorter: “Er moeten factoren in het beroep zijn die energie geven, want we geven zelf veel energie door. Zeker de mensen die met kinderen en gehandicapten werken.”

Gorter vroeg de congresgangers om zaken die energie vreten, zogenoemde stressoren. Vanuit de zaal werden enkele belastende werkzaamheden genoemd:

  • Werkdruk
  • Financiën
  • Administratie
  • Personeelsbeleid uitvoeren / teamaspecten
  • Sommige contacten met patiënten
  • Invloed van het werk op het privéleven
  •  Werkinhoud

Veelal zaken dus waarvan de meeste tandartsen van te voren niet wisten dat ze er zoveel mee te maken zouden krijgen. Zaken ook die vaak lastig veranderbaar en soms helemaal niet omkeerbaar zijn.
Gorter: “Op veel dingen waarmee we te maken krijgen op ons werk, zijn we slecht voorbereid. We dachten tandheelkunde te gaan bedrijven, maar uiteindelijk zijn we ondernemers en runnen we een bedrijf waar toevallig ook nog tandheelkunde wordt bedreven.
En in hoeverre ben je nou eigenlijk echt eigen baas? Uiteindelijk blijven we afhankelijk van anderen.”

Uitputting
Een burn-out wordt getypeerd door emotionele uitputting. “Uw personeel merkt iets aan u. U bent veranderd. De sprankel is eraf. U bent kortaf en dat krijgt u terug op uw boterham.” Er is sprake van depersonalisatie en cynisme. Uiteindelijk wordt men door de uitputting minder bekwaam.
Het meest bevattelijk voor een burn-out zijn mensen tussen de 45 en de 49 jaar. Gorter: “Ook het ‘ik-zeg-graag-ja-type’ en het ‘ik-kan-geen-nee-zeggen-type’ krijgen sneller een burn-out. Deze tandartsen willen graag aardig gevonden worden. En het zijn controlfreaks.”

Het aantal mondzorgers met een burn-out is overigens vrij laag, stelt Gorter. De arbeidssatisfactie is hoog: op een schaal van 1-5 (1 = erg laag, 5 = erg hoog) geven we het beroep een 3,8.
Tandartsen die hun loopbaan starten met een grote praktijk, hebben volgens de psycholoog wel een grotere kans op een burn-out. Grote financiële investeringen verhogen de werkdruk.

Bevlogen en toegewijd
“Hoe blijven we bevlogen en toegewijd zonder uitputting, cynisme en verlies van competentie? Wat is de grote truc? Bedenk wat u energie geeft en neem dat mee naar huis”, adviseerde Gorter.

De zaal bedacht:

  • Direct resultaat van het werk
  • Patiëntenzorg
  • Het ambachtelijke aspect
  • Hulpverlenende kwaliteiten
  • Eigen ondernemerschap
  • Lange-termijnresultaat
  • Professionele contacten

Coach
Een coach kan helpen om verwachtingen en realiteit dichter bij elkaar te brengen. Dat kan door middel van visieontwikkeling: het (her)ontdekken van persoonlijke talenten en motivaties, en de vertaling hiervan naar een nieuwe visie op hoe deze verder te ontwikkelen in (en buiten) het werk.

Samenvattend beschreef Gorter een tevreden tandarts als volgt:

  • Geeft sturing aan uitoefening beroep
  • Realiseert zich dat werk niet alles biedt
  • Maakt tijd voor hobby, interesse, e.d.

Door: Lieneke Steverink-Jorna
Bron: Voorjaarscongres ‘Conflict: distantiëren of confronteren?’ van de NVvK en VBTGG, 2012.


Dr. Ronald C. Gorter is psycholoog, als UHD gespecialiseerd in sociale tandheelkunde. Sinds 1990 doceert hij tandarts-patiëntcommunicatie bij de sectie Sociale Tandheelkunde & Voorlichtingskunde (ACTA). In het onderwijs is hij onder meer betrokken bij curriculumvernieuwingen, didactische begeleiding van docenten, toetsing van professioneel gedrag en kwaliteit van bij- en nascholing. Hij verricht onderzoek naar werkdruk en burn-out in de tandheelkunde, alsmede de stimulerende aspecten van het
werken als tandarts. Ook verricht hij onderzoek naar communicatie binnen het tandheelkundig team. Hij publiceerde over deze onderwerpen in diverse binnen- en buitenlandse wetenschappelijke tijdschriften en is de auteur van een boek over burn-out bij tandartsen.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Thema A-Z, Werken met plezier
doorverwijzen

Bij twijfel altijd doorverwijzen

Als tandarts kunt u geconfronteerd worden met aandoeningen in en rond de mond. Wat kunt u voor uw patiënt betekenen?

Een aantal aanwijzingen door hoogleraar in de orale pathologie, prof. dr. Isaäc van der Waal.

  • Wanneer het ziektebeeld al bekend is en de patiënt hiervoor onder behandeling staat bij een specialist, kan de patiënt voor de orale aandoening in veel gevallen onder controle blijven bij de behandelend tandarts.
  • Wanneer u de aandoening niet herkent, altijd doorverwijzen.
  • Een doorverwijzing betekent niet altijd dat de patiënt hoeft te worden doorverwezen naar de kaakchirurg. Het kan zijn dat de patiënt beter af is bij bijvoorbeeld een parodontoloog of dermatoloog.
  • Het is belangrijk om naar iemand te verwijzen van wie u weet dat deze collega de aangewezen persoon is om de patiënt daadwerkelijk te helpen. Dit om te voorkomen, dat de patiënt van specialist naar specialist wordt gestuurd en om teleurstelling te voorkomen.

Na in 1968 als tandarts in Utrecht te zijn afgestudeerd, een verblijf van enkele jaren in de Verenigde Staten en een opleiding tot kaakchirurg aan de Vrije Universiteit te Amsterdam, werd prof. dr. Isaäc van der Waal in 1979 benoemd tot hoogleraar in de Orale Pathologie aan destijds de Vrije Universiteit, thans ACTA, te Amsterdam. Vanaf 1989 tot medio 2011 was hij hoofd van de afdeling Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie van het VU medisch centrum/ACTA. Zijn dagelijkse werkzaamheden bestaan thans uit een combinatie van patiëntenzorg, onderwijs en onderzoek.

Door:
Maja Faasen

Bron:
Verslag door dental INFO van het congres Medische aspecten van de tandheelkundige praktijk, 2012. 

Lees meer over: Samenwerken, Thema A-Z