medaille

Prof. dr. C. van Loveren ontvangt van NWVT de Dr. Th. Dentz medaille

Het bestuur van de NWVT heeft de Dr. Th. Dentz medaille uitgereikt op 3 november aan prof.dr. C. van Loveren op grond van wetenschappelijke prestaties en uitzonderlijke kwaliteiten, die vooral betekenis hebben voor de beroepsuitoefening door de algemeen practicus en die de patiënt ten goede komen.

Cor van Loveren

Cor van Loveren, Hoogleraar Preventieve Tandheelkunde namens het Ivoren Kruis aan het Academisch Centrum voor Tandheelkunde Amsterdam – ACTA, waar hij in 2018 zijn afscheidscollege gaf.

Afgestudeerd in 1976 als tandarts aan de Universiteit van Utrecht werd hij kort daarna aldaar aangesteld als docent en onderzoeker op de afdeling Sociale en Preventieve Tandheelkunde.

In 1986 kreeg hij een aanstelling bij ACTA Amsterdam op de afdeling Cariologie, Endodontologie en Pedodontologie.

Meerdere publicaties in nationale en internationale tijdschriften over preventieve tandheelkundige onderwerpen verschenen van zijn hand. Tevens werd hij regelmatig uitgenodigd te spreken tijdens nationale en internationale bijeenkomsten over preventieve tandheelkundige onderwerpen. Zoals voeding in relatie tot cariës, fluoride, erosie en evidence based tandheelkunde.

Visie op preventie en toekomst

Momenteel is hij Voorzitter van het Adviescollege Preventie Mond en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Prof.dr. Van Loveren heeft deze avond een lezing verzorgd: Nooit meer gaatjes? Visie op preventie en toekomst

Onder de titel “Nooit meer gaatjes?” reflecteert Van Loveren op de resultaten van de preventieve mondzorg in de afgelopen decennia. Hij concludeert dat gemiddeld de preventie erg succesvol is geweest, maar dat er risicogroepen zijn waar het preventieprotocol niet aanslaat. Hij concludeert dat voor deze personen gaatjes niet alleen niet gezien moet worden als het resultaat van een medisch-biologisch proces maar ook als een symptoom van onderliggende problematiek, zoals dat ook geldt voor andere gedragsgerelateerde gezondheidsproblematiek zoals overgewicht, ongezonde voeding, roken, alcoholmisbruik.

Dit betekent dat mondzorgpreventie zich niet alleen moet afspelen in de mondzorgpraktijk maar ook daarbuiten op het consultatiebureau, in projecten als de gezonde school en de gezonde wijk. Maar ook op landelijk beleidsniveau verdient preventie t.b.v. een gezonde mond een plaats om “ïllness factories” en “manufacturers” te beteugelen. Besef van achterliggende problematiek zal ook de preventie in de praktijk veranderen. Niet meer stapelen van preventieve behandelingen, maar coachen van de patiënt om zelfzorg mogelijk te maken. Volharding zal nodig zijn omdat dit lastige problematiek is.

Wat is de dr Th Dentz medaille

De Dentz medaille is de oudste en hoogste tandheelkundige onderscheiding in Nederland. De medaille werd in 1927 voor het eerst uitgereikt aan Dr. Theodore Dentz zelf door de NVT – de voorloper van de NWVT.

De Dentz medaille wordt toegekend op grond van wetenschappelijke prestaties en uitzonderlijke kwaliteiten, die vooral betekenis hebben voor de beroepsuitoefening door de algemeen practicus en die de patiënt ten goede komen.

Een medaille die altijd is uitgereikt door de NWVT – voorheen NVT – een vereniging, die kwaliteit hoog in het vaandel heeft staan en zich richt op de tandarts algemeen practicus.

Wie was Dr. Theodore Dentz?

Hij leefde van 1840 tot 1933 en stamde uit een geslacht van tandmeesters. Dentz ging medicijnen studeren. Na zijn studie begreep hij het belang van tandheelkunde en goede tandheelkundige hulp voor de algemene gezondheid. Daardoor ging hij zich oa bij Sir John Tomes in Londen bekwamen in de tandheelkunde en zo werd hij in Nederland de eerste arts die uitsluitend de tandheelkunst beoefende.

Dentz stelde zich als ideaal de tandheelkunst een wetenschappelijke basis te verschaffen. Zo werd hij in 1877 benoemd tot lector in de tandheelkunde aan de universiteit van Utrecht. Dit was het begin van de wetenschappelijke opleiding tot tandarts in Nederland. 30 jaar later in 1927 kreeg Dr. Dentz voor al zijn inzet de Dentz medaille uitgereikt. Hij werd gezien als de grondlegger van de universitaire, tandheelkundige opleiding in Nederland.

Overzicht van personen die de Dentz-medaille ontvingen tot en met heden;

Jaar uitreiking medaille:

Dr. Th. Dentz 1927*
J.M. Klinkhamer Sr. 1927*
Dr. Ch.F.L. Nord 1929*
B.R. Bakker 1934*
L.M. Willemse 1934*

 

 

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z

Deze dentale items werden achtergelaten in Uber taxi’s

Uber, het platform waarmee mensen hun auto als goedkope taxi kunnen inzetten voor wat bijverdiensten, heeft de afgelopen jaren sterk aan populariteit gewonnen. Vooral onder drukke, zakelijke gebruikers en feestgangers is de dienst erg populair. Niet zo gek dus dat er tussen meetings of na een lange avond stappen wel eens wat achtergelaten wordt in de taxi’s.

Uit data van Uber blijkt dat de Telefoon, Portemonnee en Sleutels het vaakst het slachtoffer zijn, maar er worden ook gekkere dingen achtergelaten. Wat dacht je bijvoorbeeld van een zuurstoftank, een tas vol pruiken, of een plastic zakje met $12 aan kwartjes? Zelfs dingen die normaal gesproken in iemands mond thuishoren blijven wel eens liggen in de taxi’s van Uber.

Neptanden en grillz

De verhalen van verloren dentale items roepen vooral veel vragen op en zijn goud voor mensen met een rijke fantasie. Zo werd er “één cosmetische neptand en een huidkleurige  beugel” als verloren opgegeven. Dat je na een nacht stevig uitgaan (of als vergeetachtige senior) je beugel even uitdoet en vervolgens in je taxi laat liggen, dat is misschien nog te begrijpen. Maar hoe verlies je één cosmetische neptand? Is de eigenaar in een gevecht geraakt waar zijn tand loskwam? Moest de tand er uit voor een zoenpartij? We zullen het waarschijnlijk nooit weten.

Hetzelfde geldt voor het “kleine, paarse doosje met gouden grillz” dat iemand achterliet. De tandversiering is voornamelijk populair onder de Amerikaanse hip-hop gemeenschap en straatcultuur. Maar waarom zou je die vergeten? Was iemand zo blij dat hij eindelijk zijn eerste grillz kon betalen, dat hij ze in zijn roes vergat? Moest de blingbling even uit voor een zakelijke afspraak? Of is er gewoon weer iets te diep in het glaasje gekeken?

Top 50 meest vreemde verloren voorwerpen

Zo heeft Uber een lijst opgesteld met de 50 meest vreemde verloren items. Elk item heeft waarschijnlijk een heel uniek verhaal. Ze geven in ieder geval genoeg mogelijkheden om de gekste verhalen erbij te verzinnen. Ben je benieuwd naar de rest van de lijst? Dan kun je terecht op de website van Uber. Daar vindt je bijvoorbeeld ook in welke stad de meeste dingen vergeten worden en rond welke tijden gebruikers van Uber het vergeetachtigst zijn.

Bron:
Uber

 

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Promotieactiviteiten Goed Gebekt gepubliceerd in Journal of Dental Hygiene

Promotieactiviteiten Goed Gebekt gepubliceerd in Journal of Dental Hygiene Science

Luid roepend dat de mondhygiënist onder het grote publiek niet bekend genoeg was, startte de stichting Goed Gebekt in 2014. In september publiceerde het Journal of Dental Hygiene Science (JDHS) een artikel over de promotieactiviteiten van Goed Gebekt op consumentenbeurzen voor het verkrijgen van bekendheid over de mondhygiënist bij vrouwen.

Mondhygiënist meer in de kijker spelen

De stichting Goed Gebekt is opgericht door vier ondernemende mondhygiënisten: Fenne Hoogteijling, Tiffany Claus, Maja Koster en Annemarie Frederiks. “Wij wilden de mondhygiënist meer in de kijker spelen. Dat vonden, en vinden wij nog steeds, nodig omdat uit een hele kleine random enquête bleek dat 98% niet wist wat een mondhygiënist nu eigenlijk was én omdat een even groot percentage niet wist dat je zonder verwijzing naar een mondhygiënist kan gaan.”

“Wij ontwikkelden posters om buiten de praktijk, bijvoorbeeld bij de supermarkt, te verspreiden om zodoende een groter publiek bewust te maken van het bestaan van ons mooie vak. En we maakten een consumenten site: www.tandvleescijfer.nl. Momenteel wordt de site vernieuwd en uitgerust met een zoekmachine waardoor onze donateurs makkelijk te vinden zijn voor de consument.
Langzaam werd onze Stichting Goed Gebekt geboren en voor we het wisten maakten we plannen om in één klap nog meer mensen te bereiken en tegelijkertijd data te verzamelen om ons geluid te onderbouwen. Waar vind je een divers publiek en veel mensen bij elkaar? Waar vind je groepen moeders en vrouwen in grote getale?”

Huishoudbeurs

“Ineens stonden we in 2018 tussen de Luizenmiddelen en Easy Toys. Letterlijk. Met een eigen stand op de huishoudbeurs in de RAI in Amsterdam. We namen enquêtes af, gaven voorlichting en voerden dpsi-metingen uit. Dit alles dankzij onze donateurs, die ons financieel en in persoon hielpen. En dankzij de man van Tiffany Claus, Ed Claus, die een prachtige stand voor ons bouwde. Ook sponsoren lieten zich niet onbetuigd en zorgden ervoor dat we een goed gevulde goodie bag konden meegeven als dank voor het mogen meten van hun tandvleescijfer. Na 6 volle, gezellige en hectische dagen hadden we data verzameld van zo’n 1765 respondenten.”

Negen maanden beurs

“In 2020 stonden we midden op de negen maanden-beursvloer ten tijden van de huishoudbeurs, vlak voor corona alles op slot zette. Deze keer kozen we bewust voor zwangere vrouwen en jonge moeders inspelend op de actualiteit dat te weinig kinderen gebruik maken van de gratis mondzorg in Nederland.  Ook daar spraken we actief bezoekers aan en namen we de enquêtes af. Minder dan de voorgaande keer, want met de uitbrekende pandemie waren er veel minder bezoekers.                                                                                                                                    Tijdens deze dagen legden wij vooral focus op het feit dat behandelingen door de mondhygiënist gratis is voor kinderen en jeugd tot 18 jaar. We deelden lijsten met adressen van donateurs uit per provincie en we benadrukten, uiteraard, dat de mondhygiënist vrij toegankelijk is.”

Wetenschappelijk artikel in Journal of Dental Hygiene Science

“Yvonne Buunk-Werkhoven nam ons bij de hand en hielp ons samen met Jolanda Gortzak en Judith Sjoerts de data te interpreteren en te verwerken tot een wetenschappelijk artikel.

Inmiddels is het artikel  ‘open access’ gepubliceerd in Journal of Dental Hygiene Science met de toepasselijke titel: ‘Outspoken’ Oral Hygienists Promote Oral Health Care Awarenes at Public Events for (pregnant) Woman and Young Mothers.

De verzamelde data zijn geanalyseerd. Tijdens de Huishoudbeurs in 2018 was de leeftijd van iets meer dan de helft (53,5%) van de 1.742 bezoekers (85,7% vrouw) jonger dan 45 jaar. In 2020 deden 210 bezoekers met een gemiddelde leeftijd van 30,7 jaar uiteindelijk mee aan het onderzoek. De meeste vrouwen evalueerden hun eigen mondgezondheid als ‘goed’.”

Gekwalificeerde (zelf)standige mondhygiënisten lijken wel bekend bij de bezoekers, maar ze worden nog steeds alleen bezocht ‘op verwijzing van de tandartsen. Ook de vergoeding door de basisverzekering tot 18 jaar is nog steeds onbekend bij het publiek.

Promotie door andere mondhygiënisten

Concluderend stimuleert Stichting Goed Gebekt andere mondhygiënisten om hun eigen initiatieven en ervaringen transparant te maken en openlijk te delen. Voorbeelden van promotie-activiteiten voor andere mondhygiënisten zijn:
– Aanwezig zijn op een lokale markt

– Een stukje schrijven in de schoolkrant

– Voorlichting geven bij ouderavonden

Donateurs kunnen gebruik maken van het promotiemateriaal van de stichting. En op www.goedgebekt.net/gratis kan iedereen promotiemateriaal downloaden.

Door:
Annemarie Frederiks en Maja Koster, mondhygiënisten

 

 

Lees meer over: Communicatie patiënt, Thema A-Z
Tanden

Minstens elke 24 uur tandenpoetsen vaak genoeg voor parodontale patiënten

Het zelf uitvoeren van mechanische plaquecontroles (Engels: self‐performed mechanical plaque control, SPC) met een frequentie van 12 of 24 uur lijkt voldoende om tandvleesontsteking onder controle te houden, in tegenstelling tot een frequentie van 48 uur. Dit blijkt uit een onderzoek met proefpersonen met een voorgeschiedenis van parodontitis en staat beschreven in een recente JCP Digest.

Mondhygiëneroutines om parodontitis te voorkomen

Het onderhouden van effectieve mondhygiëneroutines is belangrijk om gingivitis en daarmee parodontitis te voorkomen, waaronder het regelmatig verstoren van tandplak door zelf uitgevoerde mechanische plaquecontroles met behulp van tandenborstels en aanvullende interdentale apparaten. Recente onderzoeken hebben aangetoond dat dit elke 12 of 24 uur moet gebeuren om het tandvlees gezond te houden.

Doeltreffendheid van SPC bij mensen met parodontitisverleden

Er is echter geen bewijs met betrekking tot de doeltreffendheid van SPC bij mensen met een geschiedenis van parodontitis die deelnemen aan een periodiek parodontaal onderhoudsprogramma. Onderzoekers uit Brazilië en de VS hebben daarom met een gerandomiseerde klinische proef het effect van SPC op tandvleesgezondheid bij 42 proefpersonen uit deze groep mensen onderzocht.

Tussenpozen van 12, 24 en 48 uur

De deelnemers werden in drie groepen verdeeld en moesten SPC uitvoeren met tussenpozen van 12, 24 of 48 uur. De plaque-index (PI) en gingivale index (GI) werden bij aanvang van de studie en na 15, 30 en 90 dagen geëvalueerd. Daarnaast werden sonderingsdieptes, klinische aanhechtingsniveaus en bloeden bij sonderen aan het begin en na dagen 30 en 90 beoordeeld.

Significant verschil tussen 48-uurs- en andere groepen

Na 90 dagen was de gemiddelde GI significant hoger bij de 48-uursgroep in vergelijking met de 12- en 24-uursgroepen. Deze groep was ook als enige niet in staat om het tandvlees gezond te houden wanneer GI = 2 scores werden overwogen. Verder nam de gemiddelde PI bij patiënten die SPC om de twee dagen uitvoerden meer toe dan bij de andere patiënten. Hoewel de gemiddelde PI bij de 12- en 24-uursgroepen toenam tijdens de eerste 15 dagen bleef de score daarna stabiel. Dit was niet het geval bij de 48-uursgroep, die daarnaast ook tweemaal zoveel plaatsen met tandvleesontsteking en -bloeding vertoonde.

Beoordelen naleving protocol lastig

Een limitatie van het onderzoek is dat het beoordelen van de naleving van het studieprotocol door deelnemers moeilijk is in dit type RCT-setting. Ook was het gebruik van interdentale apparaten niet gestandaardiseerd tussen alle groepen. Daarnaast schrijven de auteurs dat hun conclusies alleen gelden voor proefpersonen met een voorgeschiedenis van parodontitis met een hoge standaard mondhygiëne.

De resultaten suggereren volgens de onderzoekers desondanks dat SPC met een frequentie van 12 of 24 uur, samen met consistente parodontale onderhoudsbezoeken, “voldoende lijkt om gingivale ontsteking te beheersen”.

Bron:
JCP Digest

Lees meer over: Mondhygiëne, Parodontologie, Thema A-Z
Tand - pijn

Het verhaal van een vrouw (en honderden anderen) met vele jaren pijn door een TMJ-implantaat

Een vrouw heeft 35 jaar last gehad van hevige pijn door het laten plaatsen van een Proplast-Teflon-prothese voor het kaakgewricht. Haar geval illustreert waarom deze implantaten waren voorbestemd om in 1991 teruggeroepen te worden, volgens een perspectiefartikel in het Journal of Pain Research.

Meerdere TMJ-operaties

De auteurs beschreven het verhaal van een 55-jarige vrouw met een geschiedenis van meerdere temporalmandibular joint (TMJ)-operaties. Omdat ze moeite had met het openen van haar mond en het bij elkaar brengen van haar tanden kreeg ze in de jaren tachtig bilaterale Proplast-Teflon interpositionele implantaten (PTIPI’s). Dit werd gevolgd door bilaterale totale gewrichtsvervanging met TMJ-prothesen en vervolgens verwijdering van haar rechter totale gewrichtsprothese.

Chronische onsteking

Dit leidde echter alleen maar tot verergerde pijn en de vernietiging en ankylose van haar TMJ’s. Waarschijnlijk was dit het gevolg van chronische ontsteking veroorzaakt door Proplast-Teflon-deeltjes die uiteenvielen in nabijgelegen weefsels, schreven de auteurs.

Langdurige pijn

Hoewel de procedure om de ankylose te verlichten voor fysieke verbeteringen zorgde bleef haar pijn met dezelfde intensiteit aanhouden. Aangenomen wordt dat haar aanhoudende pijn te wijten is aan perifere en centrale neurologische veranderingen die gepaard gaan met chronische ontsteking en zenuwbeschadiging, samen met de psychologische gevolgen van de langdurige pijn, schreven ze.

Therapieën helpen niet

De vrouw heeft in de loop der jaren verschillende pijnstillers en injecties gekregen en is (gedrags)therapieën en neurochirurgie ondergaan. Desondanks blijft ze hevige pijn in haar hoofd en nek ervaren.

Honderden andere patiënten

Dergelijke chronische pijn, disfunctie en invaliditeit na het ontvangen van PTIPI’s om temporomandibulaire gewrichtspijn te behandelen is honderden andere patiënten overkomen, voornamelijk jonge vrouwen. De auteurs schrijven dat de gevallen mislukkingen op federaal, professioneel en individueel niveau aantonen.

Implantaten van Proplast en Teflon

In 1968 ontwikkelde biochemicus Dr. Charles Homsy Proplast, een poreuze vorm van polytetrafluoroethyleen. Later richtte hij het bedrijf Vitek op om implantaten van Proplast en Teflon te ontwikkelen, produceren en vermarkten. Er waren echter waarschuwingen dat Teflon niet in het lichaam mag worden geïmplanteerd, en het gecombineerde materiaal was eerder veroordeeld voor gebruik bij orthopedische patiënten.

Niet getest

Desondanks beweerde Vitek in 1983 dat het implantaat in wezen gelijk was aan siliconenfolie, dat werd gebruikt als TMJ-implantaat, en dat het materiaal biocompatibel was. Dit laatste was echter niet gebaseerd op dier- of biomechanische studies. Toen het bedrijf het implantaat op de markt wilden brengen als een behandeling voor TMJ-stoornis stond de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA) dat toe.

Negatieve gevolgen

Aanvankelijk waren er bemoedigende patiëntenrapporten over het gebruik van de TMJ-implantaten. Kort daarna waren er meldingen van onder andere pijn, beperkte kaakbeweging en verplaatsing van de implantaten. Uiteindelijk begon de FDA de zaken te inspecteren en wonnen patiënten in 1989 de eerste rechtszaken tegen Vitek, dat een jaar later failliet ging. Uiteindelijk nam de FDA in 1991 alle implantaten in beslag, schrijven de auteurs.

Wie is verantwoordelijk?

De vraag rijst dan wie er verantwoordelijk is voor het fiasco. Homsy zelf heeft orale en maxillofaciale chirurgen en patiënten de schuld gegeven voor het falen van het materiaal. Anderen vinden dat de FDA de implantaten kritisch hadden moeten beoordelen, wat niet gebeurde omdat de regulatie onder een bepaald programma viel. Ook werden de implantaten niet gevolgd. Inmiddels heeft de FDA afgelopen juni haar regelgevings- en toezichtproces strenger gemaakt als reactie op aanhoudende meldingen van bijwerkingen die verband houden met alle soorten TMJ-implantaten.

Meerdere faalfactoren

Verder faalden de ontwikkelaars van het implantaat door niet te (h)erkennen dat TMJ unieke kenmerken heeft, evenals het bewijs dat het implantaatmateriaal zou bezwijken onder belastingskrachten in het gewricht. Tenslotte waren professionele organisaties zoals de American Association of Oral and Maxillofacial Surgeons (AAOMS) traag om zich uit te spreken en het publiek te beschermen, schreven de auteurs.

Niet vergeten

De “TMJ PTIPI-affaire is een voorbeeld dat niet mag worden vergeten”, concludeerden ze. Want er treedt schade aan de patiënt op wanneer klinisch en wetenschappelijk onderzoek, zorgstandaarden en de gezondheidszorg en regelgeving die gericht zijn op het verbeteren van chirurgische vooruitgang worden genegeerd of verminderd, en dit moet natuurlijk worden voorkomen.

Bron:
Journal of Pain Research 

 

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Onderzoek De invloed van omgevingslicht op het opsporen van glazuurcariës op röntgenfoto’s

Onderzoek: De invloed van omgevingslicht op het opsporen van glazuurcariës op röntgenfoto’s

Heeft omgevingslicht invloed op het beoordelen van röntgenfoto’s? Dat vroeg Julia Maijer, student Mondzorgkunde aan de Hogeschool Utrecht, zich af. Ze wijdde er haar afstudeeronderzoek aan.

Studenten Mondzorgkunde stellen soms andere diagnoses dan medestudenten of docenten. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Op de HU-kliniek Mondzorgkunde is er sprake van 2 ruimtes waar röntgenfoto’s worden beoordeeld: op de radiologieafdeling en op zaal. Een mogelijke verklaring voor het verschil in diagnoses is het omgevingslicht dat per ruimte verschilt.

Het onderzoek van Maijer heeft als doel het verkrijgen van kennis en inzicht in de invloed van omgevingslicht op de diagnostische waarde van approximale glazuurcariës, zodat een evidence based advies aan de docenten van de HU-kliniek Mondzorgkunde kan worden gegeven over de invloed die omgevingslicht heeft op het beoordelen van röntgenfoto’s.

Twee examinatoren

Voor dit onderzoek zijn twee examinatoren geselecteerd die praktiserende zaalstudenten zijn van de opleiding Mondzorgkunde te Utrecht. De examinatoren hebben op twee meetmomenten binnen twee settings een serie van negen bitewings beoordeeld waarop wel of geen approximale glazuurcariës te zien was. Aan de hand van dezelfde serie is een Gouden Standaard opgesteld door een tandarts. De beoordelingen van de examinatoren zijn daarmee geverifieerd. Aan de hand hiervan kon de sensitiviteit en de specificiteit bij verschillende omgevingslichten worden bepaald.

Tevens heeft Maijer middels een ROC-curve de accuraatheid geïllustreerd en middels Cohens Kappa de interbeoordelaarsbetrouwbaarheid getoetst. De verschillen tussen de sensitiviteit en specificiteit van beide settings zijn op significantie berekend met behulp van de McNemar-toets. Een verschil is significant wanneer p<0,05.

Geen significante verschillen

Met een interbeoordelaarsbetrouwbaarheid van 0,52 is bepaald dat bij setting 1, op zaal, sprake is van een sensitiviteit en specificiteit van respectievelijk 88% en 79%. Voor setting 2, op de radiologieafdeling, was sprake van 88% sensitiviteit en 81% specificiteit. Deze verschillen waren niet significant (p=1).

De accuraatheid van de tweede- en derdejaarsstudent was bij setting 1 respectievelijk “eerlijk” en “goed”. Bij setting 2 bleek respectievelijk “goed” en “excellent”. Zowel de verschillen tussen de examinatoren (p=0,34 voor setting 1 en p=0,06 voor setting 2) als het verschil in accuraatheid tussen de settings (p=1) bleek niet significant.

Conclusie

Op basis van dit onderzoek kan volgens Maijer worden geconcludeerd dat het verschil in omgevingslicht op zaal en op de radiologieafdeling geen invloed heeft op de diagnostische waarde van approximale glazuurcariës. Uitgaande van dit onderzoek wordt de discrepantie in diagnostiek dus niet verklaard door het verschil in omgevingslicht tussen zaal en de radiologieafdeling.

 

 

Lees meer over: Cariës, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
eten - bietensap

Gezond ouder worden? Drink bietensap om goede mondbacteriën te stimuleren

Het drinken van bietensap kan leiden tot hogere niveaus van orale bacteriën die worden geassocieerd met goede vasculaire en cognitieve gezondheid, blijkt uit een onderzoek onder ouderen dat is gepubliceerd in Redox Biology. Daarnaast leidt het nuttigen van het sap tot minder bacteriën die verband houden met ziekte en ontsteking.

Ook goed bacteriën in de mond

Eerder onderzoek heeft aangetoond dat de gemeenschap van bacteriën en andere micro-organismen die in de darmen leven, de darmmicrobiota, onze gezondheid op veel verschillende manieren beïnvloeden, waarvan vele positief. Veel van de informatie over orale bacteriën focust echter op tandvleesaandoeningen en de systemische gevolgen daarvan. Maar niet alle bacteriën in de mond zijn slecht voor ons.

Omzetten van nitraat in nitriet

Bieten en ander voedsel zoals sla en spinazie zijn rijk aan anorganisch nitraat, dat door orale bacteriën wordt omgezet in nitriet. Dit is een precursor van stikstofmonoxide, een signaalmolecuul dat bloedvaten verwijdt en berichten overbrengt tussen neuronen in de hersenen. Bij oudere mensen kan een verminderde beschikbaarheid van stikstofmonoxide bijdragen aan een hoge bloeddruk en achteruitgang van cognitieve vaardigheden.

Nitraatrijk voedsel

De orale bacteriën zijn dus essentieel voor cardiovasculaire en cognitieve gezondheid. Een nieuwe studie suggereert dat het toevoegen van nitraatrijk voedsel als bietensap aan het dieet gedurende slechts tien dagen het orale microbioom aanzienlijk ten goede kan veranderen.

Bietensap bij ouderen

Dit was de conclusie van een onderzoeksteam onder leiding van Anni Vanhatalo, PhD, van de University of Exeter in het VK. Het team vergeleek de effecten van bietensap met een placebo in 26 gezonde volwassenen met een leeftijd tussen de 70 en 80 jaar. De deelnemers dronken het sap tweemaal daags gedurende tien dagen.

Hoeveelheid bacteriën verandert per soort

De onderzoekers voerden tests uit om modules van orale bacteriën te identificeren die de neiging hebben om samen te gedijen onder vergelijkbare omstandigheden. Ze ontdekten dat de relatieve hoeveelheden van Proteobacteriën toenamen na nitraatsuppletie, terwijl Bacteroideten, Firmicuten en Fusobacteriën juist afnamen. Prevotella-Veillonella – geassocieerd met ontsteking – en Clostridium difficile, dat de darm kan infecteren en diarree kan veroorzaken, zijn twee specifieke voorbeelden van ‘slechte’ bacteriën die verminderden.

Gezond ouder worden

Daarnaast daalde de systolische bloeddruk van de bietensapdeelnemers met gemiddeld 5 mmHg. Volgens Vanhaltalo hebben de bevindingen belangrijke implicaties voor gezond ouder worden: “het op lange termijn behouden van dit gezonde orale microbioom zou de negatieve vasculaire en cognitieve veranderingen die gepaard gaan met veroudering kunnen vertragen”.

Invloed van nitraatrijk voedsel

Dit is de eerste keer dat niet alleen de orale bacteriën van jonge en oude mensen zijn vergeleken maar dat echt de invloed van een nitraatrijk dieet is getest. Toekomstig onderzoek zal de resultaten moeten bevestigen omdat de huidige deelnemers gezonde, actieve ouderen waren met in het algemeen een goede bloeddruk. Ook is niet bekend wat er zou gebeuren in andere leeftijdsgroepen en bij mensen met een slechtere gezondheid.

Cognitieve achteruitgang vertragen

“We werken samen met collega’s van de University of Exeter Medical School om de interacties tussen de orale bacteriën en cognitie te onderzoeken om beter te begrijpen hoe voeding kan worden gebruikt om cognitieve achteruitgang op oudere leeftijd te vertragen”, aldus Vanhatalo.

Bron:
Redox Biology

 

 

Lees meer over: Thema A-Z, Voeding en mondgezondheid
Goede mondgezondheid beter dan antibiotica om endocarditis te voorkomen; geen herziening AHA-richtlijnen nodig

Goede mondgezondheid beter dan antibiotica om endocarditis te voorkomen; geen herziening AHA-richtlijnen nodig

Een goede mondgezondheid is beter dan antibiotica als het gaat om het voorkomen van een type hartinfectie veroorzaakt door orale bacteriën. De American Heart Association (AHA) heeft het bewijsmateriaal rond antibioticarichtlijnen uit 2007 opnieuw beoordeeld en komt nog steeds tot de conclusie dat tandartsen antibioticaprofylaxe (AP) zouden moeten beperken tot slechts vier soorten patiënten, schrijven ze in Circulation.

Richtlijnen antibioticaprofylaxe

In 2007 publiceerde de American Heart Association bijgewerkte richtlijnen over het aanbevolen gebruik van antibioticaprofylaxe om infectieuze endocarditis (IE) van viridans-groep streptokokken  (VGS) te voorkomen bij hartpatiënten die invasieve procedures ondergaan. Deze richtlijnen verminderden het aantal patiënten dat in aanmerking kwam voor AP met ongeveer 90%.

Vier categorieën

Er bleven vier categorieën van onderliggende aandoeningen over waarvoor AP nog wel werd aanbevolen. Mensen met een prothetische hartklep of andere implanteerbare hartapparaten, met aangeboren afwijkingen, en ontvangers van harttransplantaten lopen volgens de AHA dusdanig groot risico op IE om wel antibiotische profylaxe te gebruiken. Dit geldt ook voor mensen die eerder of terugkerende infectieuze endocarditis hebben (gehad).

Beter begrip langetermijngevolgen

De nieuwe beoordeling was bedoeld om een beter begrip te krijgen van enkele van de langetermijnimplicaties van de beslissing met betrekking tot acceptatie en impact, en indien nodig om herzieningen aan te brengen.  Sommige beroepsbeoefenaren in de gezondheidszorg zagen de richtlijnen destijds als controversieel, en tot op de dag van vandaag wordt er nog steeds over gedebatteerd.

Multidisciplinaire schrijfgroep: herzieningen niet nodig

Er werd een schrijfgroep gevormd die bestond uit experts op het gebied van preventie en behandeling van infectieuze endocarditis uit verschillende medische specialismen. Ze kwamen na een literatuuronderzoek tot de conclusie dat het niet nodig was om herzieningen aan te brengen.

Niet meer endocarditisgevallen

De voorzitter van de groep schrijft in een persbericht dat de “wetenschappelijke gegevens sinds de AHA-richtlijnen van 2007 de opvatting ondersteunen dat het beperkte gebruik van preventieve antibiotica voor tandheelkundige ingrepen niet het aantal gevallen van endocarditis heeft verhoogd en een belangrijke stap is in het bestrijden van overmatig gebruik van antibiotica bij de bevolking”.

Wisselende naleving

Wel zeggen de auteurs dat gerandomiseerde gecontroleerde studies nodig zijn om te bepalen of antibioticaprofylaxe effectief is tegen VGS IE en de aanbevelingen verder te verfijnen. Verder merkte de commissie op dat tandartsen in het algemeen goed bekend waren met de richtlijnen, maar dat de naleving van de aanbeveling wisselde.

Hoewel de overgrote meerderheid aangaf tevreden te zijn met de richtlijnen schreef een deel van de tandartsen nog steeds AP voor aan patiënten met een matig risico. Anderen schreven AP juist helemaal niet voor aan hoogrisicopatiënten.

Het belang van goede tandgezondheid

Tenslotte bevestigde de review opnieuw het belang van een goede tandgezondheid voor het voorkomen van IE. “Omdat routinematige dagelijkse activiteiten resulteren in transiënte VGS-bacteriëmie met een veel hogere frequentie dan een enkele tandheelkundige ingreep heeft het optimaliseren van de mondgezondheid een grote invloed op het voorkomen van VGS IE”, schrijven de auteurs.

Bron:

Circulation

Bekijk ook de Nederlandse richtlijn Bloedige ingrepen in de mondzorg, bij patiënten die antitrombotica gebruiken

 

 

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
tandarts, behandeling

Diagnose van LCH toont belang regelmatige tandheelkundige röntgenfoto’s

Een panoramische röntgenfoto bracht bilaterale osteolytische laesies aan het licht in de kaak van een man, wat werd gediagnosticeerd als de zeldzame aandoening Langerhans cel histiocytose (LCH). De casus, gepubliceerd in het American Journal of Case Reports illustreert het belang van orthopantomografie als screeningstool.

Zeldzame ziekte

LCH is een zeldzame aandoening waarbij Langerhanscellen abnormaal uitdijen waardoor gezwellen ontstaan. Het vertoont zich als een sterke ontstekingsreactie als een enkele laesie tot een levensbedreigende ziekte waarbij meerdere organen betrokken zijn. Tot 20% van de gevallen komt voor in de kaak.

Naar de tandarts voor ontbrekende tanden

Het beschreven geval betreft een 42-jarige man die naar een tandarts ging om ontbrekende tanden te laten herstellen. Hij had geen significante medische geschiedenis en extraorale bevindingen waren onopvallend. Intraoraal onderzoek onthulde meerdere ontbrekende tanden, meerdere resterende wortels en matige tandvleesontsteking met graad III mobiliteit van de mandibulaire posterieure tanden bilateraal, schreven de auteurs.

Zwevende tanden

Een orthopantomogram (OPG) toonde bilaterale, goed gedefinieerde radiolucente laesies die de premolaire en molaire gebieden van de onderkaak erodeerden. Het alveolaire bot rond de achterste kiezen van de onderkaak was volledig verloren waardoor het leek alsof de tanden zweefden. Een laesie-epicentrum bleek zich op het midden van de wortel te bevinden, een andere werd gevonden in de rechter bovenkaakdistaal van de hoektand. Er werd geen wortelresorptie of -verplaatsing, of septatie van calcificaties gevonden.

Meerdere laesies

Tijdens vervolgonderzoek toonde een computertomografie (CT)-scan meerdere non-expansible osteolytische laesies die geassocieerd werden met meerdere zwevende tanden, zowel op de rechter anterieure bovenkaak en bilateraal op de onderkaak. Ook verdere CT-scans lieten dit gebied duidelijk zien.

Diagnose LCH

De diagnose Langerhans cel histiocytose werd uiteindelijk gesteld “vanwege de locatie van de laesies, de ‘uitgestanste’ radiolucente dichtheid en het radiografische ‘zwevende’ uiterlijk van de tanden”, aldus de auteurs. Labresultaten bevestigden de diagnose. De man wordt behandeld met intralesionale steroïde-injecties voor mandibulaire LCH.

Overweeg LCH bij zwevende tanden

Hoewel het een zeldzame aandoening is, moet LCH worden overwogen wanneer zwevende tanden te zien zijn op een panoramische röntgenfoto. In dergelijke gevallen moet het hele lichaam worden gecontroleerd op laesies in andere organen.

Het belang van regelmatige röntgenfoto’s

Deze casus toont volgens de auteurs het belang van regelmatige röntgenfoto’s: “Daarom kan het behandelen van een patiënt zonder een actuele tandheelkundige röntgenfoto te maken die OPG bevat, leiden tot een verkeerde diagnose, een vertraagde diagnose en verkeerde behandeling”.

Bron:
American Journal of Case Reports 

 

 

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Een makkelijkere manier om kunstgebitten te kopiëren

Een makkelijkere manier om kunstgebitten te kopiëren

Clinici kunnen een volledig kunstgebit snel en eenvoudig dupliceren met een intraorale scanner en gratis CAD-software, volgens een recente studie gepubliceerd in het Journal of Prosthodontics. Een 3D-printer kan vervolgens een fysieke kopie maken van de prothese.

Veel toepassingen

Het kopiëren van complete kunstgebitten is een vervanging voor aangepaste trays, occlusieranden, of behandeling van tijdelijke kunstgebitten terwijl de nieuwe wordt gemaakt. Vaak worden duplicaten ook gemaakt als chirurgische en beeldvormende sjablonen voor een implantaatbehandeling.

Tijdrovende klus

Ondanks de waarde ervan is het dupliceren van protheses een tijdrovende klus. Clinici moeten eerst een afdruk maken van de tanden van de patiënt, gevolgd door het gebruiken van door thermisch uitgeharde of zelfhardende hars. Dit proces kan worden vereenvoudigd met CAD/CAM-technologie, volgens de auteurs.

Nieuwe methode

De beschreven techniek omvatte de volgende stappen:

  1. Een intraorale scanner werd gebruikt om de originele prothese te scannen. Vervolgens werden de camee- en intaglio (diepdruk)-oppervlaktes gescand in de maxillaire en mandibulaire beeldvormingsmodus voorbij het kunstgebitflens respectievelijk. De marges van het kunstgebit werden gescand met de interocclusale beeldvormingsmodus waarna de camee- en diepdrukbeelden over elkaar heen werden gelegd. Na kalibratie werden de gescande gegevens geëxporteerd als een STL-bestand.
  2. Het bestand werd geïmporteerd in gratis downloadbare CAD-software.
  3. De geïmporteerde oppervlaktedata (camee en diepdruk) werden gecombineerd tot één afbeelding. Dit kon echter niet worden gebruikt voor de productie van prothesen omdat de gegevens een lichte overlap van marges lieten zien.
  4. De overlappende marges werden geselecteerd.
  5. Met behulp van de opdracht “smoothing boundary” werd de STL-grens gladgestreken.
  6. Met behulp van het “join”-commando werden de randen gecombineerd en werd de opening tussen de verschillende oppervlakken gevuld.
  7. Omdat het overlappende gebied van de verbonden STL-oppervlakken scherpe randen vertoonde, werd het “sculpt”-commando gebruikt om ze glad te strijken. De data werden vervolgens geëxporteerd als een STL-bestand en naar de 3D-printer verzonden. Zo kon het kunstgebit worden gemaakt. Een andere gekleurde foto-uithardende hars dan de 3D-geprinte hars op het camee-oppervlak werd gebruikt om het tandvleesgebied van de duplicaatprothese te vervangen.

Klaar binnen een dag

Het hele proces kan binnen een dag worden voltooid als een kliniek zelf een 3D-printer heeft – een stuk sneller dan de huidige gangbare techniek. “Met behulp van de intraorale scanner kon een volledige prothese worden gedupliceerd zonder ingewikkelde processen, laboratoriumscanners of geavanceerde CAD-software”, schreven de auteurs.

Waardevol

De nieuwe methode kan waardevol zijn voor de snelle productie van behandelprothesen en afdrukken voor verschillende doeleinden, zoals beeldvorming en voorlopige restauraties voor onmiddellijk gebruik. Ook kan het resulteren in een vermindering van kosten en behandeltijd voor patiënten. Ten slotte kan de techniek nuttig zijn omdat de vergrijzende wereldbevolking blijft groeien. De methode kan nuttig en toepasbaar zijn voor de behandeling van patiënten thuis.

Beperkingen

De techniek heeft wel enkele beperkingen volgens de onderzoekers. Net als bij de conventionele methode vereist dit nieuwe proces dat het inadaptatiegebied van de prothese wordt aangepast. Artsen moeten bijvoorbeeld weefselconditioner aanbrengen op de behandelingsprothesen. Ook moet het tandvleesgebied achteraf een andere kleur worden gegeven omdat er tijdens het printen maar één kleur beschikbaar was.

Eenvoudiger proces

Desalniettemin “vereenvoudigt deze nieuwe techniek het dupliceren van kunstgebitten, kost het minder tijd dan de conventionele methode, en biedt het een nieuwe methode voor het vervaardigen van kunstgebitten”, concludeerden de auteurs.

Bron:
Journal of Prosthodontics

 

 

Lees meer over: Tandprothese | techniek, Thema A-Z

Hebben orofaciale pijn-patiënten slapeloze nachten?

Ongeveer een tot twee derde van de patiënten met chronische orofaciale pijn rapporteert een slechte slaapkwaliteit. De impact van chronische pijn op de slaapkwaliteit kan worden beschouwd als een vicieuze cirkel, waarin pijn en slaap elkaar negatief beïnvloeden. Het in kaart brengen van de slaapkwaliteit bij chronische orofaciale pijnpatiënten is dus van belang bij de diagnostiek en behandeling van deze pijn.

Waarom is slapen belangrijk?

Slaap is belangrijk om de volgende redenen:

  • Het is een vereiste om lichaam en geest te laten herstellen van de dag.
  • Alle indrukken van de dag worden verwerkt tijdens de slaap.
  • Spieren die overdag actief zijn geweest kunnen ontspannen tijdens de slaap.
  • Het lichaam maakt tijdens slaap meer nieuwe cellen en afweerstoffen aan dan wanneer iemand wakker is.

Normale slaap

Slaap bestaat uit verschillende fases:

  • Non-rem slaap: deze slaap kan onderverdeeld worden in stadium 1, 2 en 3 waarbij stadium 3 de diepste slaap is.
  • Rem-slaap: dit is de “droomslaap” (paradoxale slaap)

In regel zijn er minimaal 3 à 4 slaapcycli nodig om voldoende slaap gehad te hebben.

Verstoorde slaap

  • Een derde van de bevolking heeft problemen met in slaap vallen, wordt regelmatig wakker of heeft een tekort aan slaapt.
  • Een verstoorde slaap kan leiden tot depressie, hoge bloeddruk en diabetes.
  • Een verstoorde slaap zorg voor vermoeidheid, slaperigheid en concentratieproblemen.
  • Er zijn ongeveer 80 verschillende slaapstoornissen.

Diagnostiek met behulp van een slaaponderzoek

Tijdens een slaaponderzoek wordt het volgende geregistreerd:

  • Pulse-oximetry (zuurstofsaturatie)
  • EEG
  • EOG
  • Airflow
  • EMG
  • Microfoon, voor o.a. registratie van snurk-geluid
  • ECG
  • Borstademhaling
  • Slaappositie
  • Buikademhaling

Tandheelkundige slaapstoornissen

Tandheelkundige slaapstoornissen kunnen onderverdeeld worden in:

  1. Slaapgerelateerde ademhalingsstoornissen
    – Snurken, obstructief slaapapneu
  2. Slaapbruxisme
  3. Gastro-esophageale reflux
  4. Orale bevochtingsstoornissen
    – Xerostomie, hypersalivatie
  5. Orofociale pijn

Obstructief slaapapneu (OSA)

  • OSA wordt gekenmerkt door het herhaaldelijk optredende van obstructies van de bovenste luchtwegen (een obstructie moet minimaal 10 seconden duren).
  • Daarbij treedt zuurstofdesaturatie op en wordt de patiënt regelmatig wakker.
  • De prevalentie ligt tussen de 9-38% bij volwassenen (Senartna et al., 2017).
  • Een obstructie in de bovenste luchtweg heeft niet puur een anatomische oorzaak.
  • Risico factoren zijn:
  • Geslacht: OSA komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen.
  • Vrouwen in menopauze.
  • Leeftijd: de kans op OSA neemt toe met leeftijd.
  • Overgewicht: hoe hoger de BMI hoe groter de kans op overgewicht.
  • OSA heeft een multifactoriële etiologie: er zijn associaties met diverse demografische, anatomische, biologische en gedragsfactoren bekend.
  • Gevolgen van OSA zijn: niet-uitgerust wakker worden, overmatige slaperigheid overdag, hoge bloeddruk, cardiocasculaire problemen, cognitieve achteruitgang, afgenomen libido, dood (o.a. t.g.v. verkeersongelukken).

Behandeling OSA

  1. Continue positieve luchtdruk (CPAP)
    Dit is de gouden standaard behandeling, deze behandeling wordt echter niet altijd geaccepteerd door de patiënt.
  1. Mandibulair repositie apparaat (MRA)
    Behandeling met een MRA is meestal niet zo effectief als een behandeling met CPAP maar wordt vaak wel beter geaccepteerd (60-70% succes).

Rol van de tandarts

Wat is de rol van de tandarts bij de aanwezigheid van slaapstoornissen?

  • Een tandarts moet de risicofactoren of gevolgen van bepaalde slaapstoornissen in de mond of van het kauwstelsel herkennen en daarmee een bijdrage leveren aan het diagnostisch proces.
  • Behandeling van bepaalde slaapstoornissen, al dan niet op aangeven van een arts of medisch specialist.
  • Sommige behandelingen van bepaalde slaapstoornissen kunnen gevolgen hebben voor de mond en kauwstelsel. Bij het dragen van een MRA of een nCPAP kunnen er bijvoorbeeld TMD-klachten ontstaan.
  • Tandheelkundige slaapgeneeskunde is een vakgebied op komst.

Wetenschappelijk bewijs voor de associaties tussen orofaciale pijn en slaap

 Acute pijn

  • De relatie tussen verminderde slaapkwaliteit en acute pijn is duidelijk (Lavigne et al. 2016).
  • Bij het verdwijnen van acute pijn verbetert de slaapkwaliteit.

Chronische pijn

  • De relatie tussen verminderde slaapkwaliteit en acute pijn is minder duidelijk.
  • Slechte slaapkwaliteit lijkt chronische pijn beter te voorspellen dan andersom.
  • Als ze beide voorkomen zal dit leiden tot meer pijn, een verdere verslechtering van de slaapkwaliteit en een slechter behandelresultaat. Oftewel een flinke uitdaging voor de behandelaar.
  • De pijn in het orofaciale gebied in relatie tot slaap is niet anders dan pijn in andere delen van het lichaam, maar het moet wel genoemd worden dat hier eigenlijk weinig wetenschappelijk bewijs voor is.

TMD en slaap

  • Slaapfragmentatie zorgt voor een verlaagde pijndrempel en een verhoogde gevoeligheid voor spierpijn (Benoliel et al. 2017)
  • Studies laten zien dat TMD-patiënten meer klagen over een slechte slaapkwaliteit dan controle patiënten (Rener-Sitar et al. 2016)
  • Patiënten met een slechte slaapkwaliteit hebben ook meer kans op TMD-pijn (Sanders et al. 2016).
  • Echter, veel studies zijn gebaseerd op vragenlijststudies en niet op objectieve slaaponderzoek-studies  (Exposto et al. 2019)

TMD en slaapbruxisme

  • Op basis van vragenlijststudies werd lang gedacht dat slaapbruxisme een etiologische factor was van TMD.
  • Op basis van veel slaaponderzoek-studies is deze relatie echter afwezig (Raphael et al., 2015; Muzalev et al., 2017).
  • Echter, vrouwen met TMD-klachten klemmen langer dan controle patiënten en daarnaast is de spierspanning in de kauwspieren bij TMD-patiënten hoger dan bij controle patiënten (Raphael et al., 2013; Shimada et al., 2019).

TMD en OSA

  • Een derde deel van TMD-patiënten heeft ook OSA-klachten (Peterson et al., 2009).
  • Echter op basis van objectieve slaaponderzoek-studies is er geen verschil tussen TMD-patiënten en controle patiënten (Dubrovsky et al., 2014).
  • Een longitudinale studie laat zien dat OSA-gerelateerde klachten voorafgaan aan TMD-klachten (Sanders et al., 2013).
  • Mogelijke verklaring: OSA zorgt voor centrale sensitisatie met chronische pijn als gevolg.

Take home message

  • Er is beperkt wetenschappelijk bewijs voor de relatie tussen chronische orofaciale pijn en slaap.
  • Orofaciale pijn-patiënten hebben een slechtere slaapkwaliteit dan gezonde controle patiënten.
  • Een slechtere slaapkwaliteit kan orofaciale pijn verergeren
  • Bij de behandeling van orofaciale pijn is het dus van belang om de slaapkwaliteit goed in kaart te brengen (inslapen, moeite met doorslapen en vroeg wakker worden).
  • Bij een slaapstoornis als co-morbiditeit is een multidisciplinaire aanpak een vereist.

 

Dr. Ghizlane Aarab is parttime werkzaam als universitair hoofddocent bij de sectie Orofaciale Pijn en Dissfunctie bij ACTA. Zij doet daar onderzoek, verzorgt onderwijs en behandelt patiënten in het kader van de gnathologie en de tandheelkundige slaapgeneeskunde. Tevens is zij werkzaam als algemeen practicus met de focus op TMD/orofaciale pijn, restauratief herstel van ernstige gebitsslijtage en tandheelkundige slaapgeneeskunde. Zij is in 2010 erkend als tandarts-gnatholoog door de NVGPT. In 2011 heeft zij haar proefschrift met de titel: ‘Mandibular advancement device therapy in obstructive sleep apnea’, verdedigd aan de UvA. Zij is in 2014 erkend als ‘tandarts-slaapgeneeskundige’ door de Nederlandse Vereniging van Tandheelkundige Slaapgeneeskunde (NVTS). Ghizlane is voorzitter van de wetenschappelijke commissie van de American Academy of Dental Sleep Medicine. Ook is zij lid van de redactieraad van de “Journal of Dental Sleep Medicine”. Zij houdt regelmatig voordrachten in het binnen- en buitenland.

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Pijn | Angst, Thema A-Z
erhogen-spoelmiddelen-de-bloeddruk

Verhogen spoelmiddelen de bloeddruk?

Normaal gesproken heeft een bloedvat voldoende ruimte en flexibiliteit voor het bloed zonder dat daarbij de bloeddruk verhoogd wordt. Door overgewicht, zoutinname, te veel alcohol, te weinig beweging, ouderdom, te weinig fruit/groente, aanleg en bepaalde medicatie kan er chronisch verhoogde bloeddruk ontstaan. Is dit erg? Ja, want het verhoogt het risico op aantal aandoeningen en op de dood. Je kunt er namelijk hartfalen, diabetes, een tia en zelfs een hartinfarct van krijgen.

Stikstofmonoxide

Wat heeft stikstofmonoxide ermee te maken? Het is momenteel geen populaire stof in verband met de uitstoot die naar beneden gebracht moet worden vanwege het klimaat. Toch heeft stikstofmonoxide een hele belangrijke functie. Endotheelcellen reageren namelijk op stikstofmonoxide en zorgen daarmee voor vaatverwijding. Hoe komen we aan stikstofmonoxide in ons lichaam? Stikstofmonoxide wordt door enzymen in hele lage hoeveelheden in ons lichaam gemaakt. Niet voldoende om ons bloeddruk op niveau te houden. Er moet dus nog een factor zijn.

Nitraatrijke voeding

Daarom moet nitraatrijke voeding (rode biet, rabarber) ingenomen worden. Het nitraat moet omgezet worden in nitriet. Wij hebben zelf geen enzymen om dat om te zetten. Daarvoor hebben we mondbacteriën nodig. Het nitraat slikken we door en dit wordt vanuit het bloed opgenomen en in de speekselklieren geconcentreerd. In de maag wordt nitriet omgezet in stikstofmonoxide.

Wat gebeurt er als je bietensap inneemt? Hier is onderzoek naar gedaan. Niet iedereen bleek evenveel nitraat afbrekende bacteriën in de mond te hebben. Er zijn twee groepen te onderscheiden: de groep mensen met een hoog aantal nitraat afbrekende bacteriën en een groep met een laag aantal hiervan. Bij iedereen verschijnt nitriet uiteindelijk in speeksel maar na de inname van bietensap in de hoge groep werd er meer nitriet aangemaakt dan in de lage groep.

Bij een ander onderzoek werd bekeken wat het effect van nitraat supplementen was met betrekking tot de bloeddruk en dit werd vergeleken met een controlegroep. Betreffende de bovendruk was er geen verschil waarneembaar. Dit in tegenstelling tot de onderdruk. Er viel bij de onderdruk significant afname van bloeddruk waar te nemen.

Sindsdien zijn er grotere en veel studies rondom dit onderwerp gedaan met een systematic review in 2019 met strikte criteria tot gevolg. Uiteindelijk bleven er 12 studies over. De helft hiervan liet positieve effecten zien, zowel bij de onderdruk als bovendruk, maar de andere helft niet. De conclusie was dat er is geen bewijs was dat nitraatsuppletie werkt maar ook niet dat het niet werkt.

Herhaaldelijk suppletie resulteert in verlaging van de bloeddruk

Afgelopen jaar kwam er weer een systematic review. Hierbij waren 46 studies geïncludeerd door minder strenge inclusiecriteria. Hierbij werd er tevens gekeken naar de stijfheid van de bloedvaten en ook werden medisch gecompromitteerden vergeleken met gezonde mensen. De volgende conclusie werd getrokken: herhaaldelijk suppletie resulteert in verlaging van de bloeddruk. Dit werd vooral gezien in de gezonde groep en niet zo zeer in de medisch gecompromitteerde groep.
Bacteriën die nitraat omzetten in nitriet kunnen in groei verstoord raken. Zo liet men mensen spoelen met chloorhexidine en controleerden vervolgens de aanmaak van nitriet en de bloeddruk. Bij deze mensen werd geen aanmaak van nitriet gevonden terwijl dit in de controlegroep wel het geval is. Dit heeft dus consequenties voor de bloeddruk.

Antimicrobieel spoelmiddel en risico (pre)diabetes

Een onderzoek onder mensen met overgewicht bekeek wie er na 3 jaar prediabeet of diabeet werd. Er werd vervolgens onderzocht welke risicofactoren hierbij meespeelde. Toen bleken mensen die minstens 2 keer per dag een antimicrobieel spoelmiddel gebruikten een hoger risico te hebben voor (pre)diabetes; wel 50% hoger.

Een arts kwam een apart geval tegen. Bij een man met angina pectoris bleek de behandeling niet aan te slaan. Niks hielp tot het patiënt stopte met zijn mondspoelmiddel. De klachten kwamen nooit meer terug. Het is maar een case report maar opvallend is het wel.

Maakt het uit welk spoelmiddel er wordt gebruikt? Ook dat is onderzocht. Het effect van water (controlegroep), Listerine, CPC en chloorhexidine op de vorming van nitriet in de mond werden met elkaar vergeleken. Bij het water werd er veel nitriet in het speeksel gevonden. Bij Listerine werd nitriet significant minder en bij CPC en CHX nog minder. Het resulteerde er bijna in een platte lijn. De bloeddruk bij water en Listerine werd niet significant verhoogd maar bij CPC en CHX wel.

Amoxicilline en productie van nitriet

Niet alleen spoelmiddelen veroorzaken een dip in de productie van nitriet. Ook bij inzet van amoxicilline ziet men reductie in de nitriet: 43% afname.

Chloorhexidine

Bij sommige mensen gaat de bloeddruk omlaag bij spoelen met chloorhexidine terwijl het bij de meesten omhoog gaat. Dit bleken mensen te zijn die de tong poetsen. De mensen die tongpoetsen hebben veel meer bacteriën op de tong die van nitraat in nitriet kunnen worden omgezet. Ook is er een verschil tussen rokers- en niet-rokers. Door roken wordt nitraatopname belemmerd.

Combinatie van groenten

Er is ook competitie tussen groente. Bloemkool en spruitjes moeten niet gecombineerd worden met rode biet want dan wordt de nitraat niet opgenomen en wordt het proces dus geremd. Bij maagzuurremmers wordt nitraat nog wel omgezet in nitriet in de mond maar in de maag wordt de nitriet niet omgezet in stikstofmonoxide want daar is de zuurgraad te hoog voor geworden. Polyfenolen (dit zit in appels, rode wijn en zwarte thee) bevorderen juist die omzet in de maag.

Kortom: de balans van de bacteriën in de mond is essentieel. Spoelmiddelen zouden niet een leven lang gebruikt moeten worden en tongpoetsen is heel goed om te doen.

Prof. dr. Egija Zaura behaalde haar opleiding Tandheelkunde in 1995 in Zweden. Zij combineerde vanaf 1997 haar werk in een tandartspraktijk met haar masteropleiding Algemene Tandheelkunde aan de Riga Stradins Universiteit in Letland. In 2002 behaalde zij cum laude haar PhD in Preventieve tandheelkunde aan ACTA. Sinds 2003 werkt zij als onderzoeker en docent bij ACTA, afdeling Preventieve tandheelkunde.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van de lezing van Egija Zaura tijdens Quality Practice Microbiologie.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z
Casus: Beeldvorming essentieel bij ingeslikte tol door dementiepatiënt

Casus: Beeldvorming essentieel bij ingeslikte tol door dementiepatiënt

Beeldvorming hielp artsen bij het identificeren en verwijderen van een tol die een 83-jarige vrouw met een orale fixatie had ingeslikt. Het vaststellen van een diagnose en het uitvoeren van de extractie was lastig omdat de vrouw aan het eindstadium van dementie leed. De casus met unieke uitdagingen wordt besproken in Cureus Journal of Medical Science.

Hyperoraliteit

Mensen met frontotemporale lobaire dementie (FTLD) ervaren een achteruitgang in cognitief en sociaal gedrag en ontwikkelen vaak hyperoraliteit. Dit kan leiden tot binge-eten, overmatig kauwen, zuigen of eten, en het eten van andere dingen dan voedsel. In de latere stadia van dementie worden veel FTLD-patiënten non-verbaal waardoor ze niet alleen niet in staat zijn om uit te leggen wat ze hebben ingeslikt of dat er een voorwerp vastzit, maar ook de neiging tot hyperoraliteit een nog groter risico wordt. Ook kunnen ze moeite hebben met slikken.

Gecompliceerd door dementie

Deze factoren moeten volgens de auteurs in overweging worden genomen bij patiënten die veranderingen in eetgewoonten of klachten van de bovenste luchtwegen ervaren. Artsen moeten op basis van grondige beoordelingen van beeldvormingsresultaten een diagnose stellen. Hoewel het vaak mogelijk is om voorwerpen te verwijderen zonder verdoving is sedatie echter vaak geschikter bij mensen met FTLD die moeite hebben om samen te werken of de aanwijzingen op te volgen.

83-jarige vrouw

De casus beschrijft een 83-jarige vrouw met gevorderde FTL-dementie die vanwege toegenomen slaperigheid van thuis naar de spoedeisende hulp werd gebracht. Wegens haar verminderde reactievermogen en algehele malaise werd ze opgenomen voor verdere evaluatie. De patiënt was non-verbaal en haar eetlust was afgenomen. Daarnaast zei de dochter dat haar moeder een hoest had met toegenomen kortademigheid. Ze bleef in een lethargische toestand en reageerde niet op verbale bevelen.

Behandeling met antibiotica

De vitale functies van de patiënt waren normaal. Laboratoriumtests toonden aan haar kaliumspiegel laag was, net als het aantal bloedplaatjes en rode en witte bloedcellen. Een CT-scan toonde geen mogelijke oorzaak, maar speekseltesten lieten een infectie zien met de bacterie Mycoplasma pneunomia, die hoesten en keelpijn veroorzaakt. Het eerste medische team behandelde haar met antibiotica en een geïnhaleerde steroïde en schreef de veranderde mentale toestand toe aan dementie in een laat stadium.

Nieuws medisch team ontdekt object in slokdarm

Drie dagen na de opname nam een nieuw medisch team over en merkte men dat de vrouw luidruchtig ademhaalde. Aangezien dit optreedt bij een belemmerde luchtstroom analyseerde het nieuwe team de eerder verkregen thoraxfoto en CT-scans. De beelden onthulden een groot vreemd ding in de slokdarm van de vrouw dat eerder niet werd beschreven in het rapport door de junior radiologen. Nadat de vrouw een slikonderzoek faalde werden er nieuwe beelden verkregen van de nek en wervelkolom. Hieruit bleek dat een vreemd lichaam van 5,4 x 2,3 x 4,3 cm zich in haar hypofarynx voor de C3-C6-wervels bevond.

Operatie onder narcose

Het object verwijderd onder algehele anesthesie om plotselinge bewegingen te voorkomen die zouden kunnen leiden tot de perforatie van de slokdarm of luchtweg tijdens het extractieproces. Het object bleek een speelgoedtol voor kinderen te zijn. Na de operatie was de patiënt meer wakker en actiever en kreeg ze weer eetlust. Hoewel de mentale status ongewijzigd was werd er opgemerkt dat haar neigingen tot orale fixatie dramatisch toenamen.

Unieke uitdaging

Patiënten met dementie die vreemde voorwerpen inslikken vormen een unieke uitdaging voor clinici, zoals deze casus laat zien. “Verschillende methoden voor het terughalen van objecten lopen sterk uiteen en uiteindelijk moeten de eigenschappen van het opgezogen object, de mate van obstructie en het vermogen van de patiënt om hun luchtwegen te beschermen in overweging worden genomen bij het kiezen van de beste aanpak voor patiënten met dementie”, besluiten de auteurs.

Bron:
Cureus Journal of Medical Science

 

 

Lees meer over: Casus, Kennis, Opmerkelijk, Thema A-Z

De vraag die de toekomst van de tandheelkunde bepaalt

Ontologie is de tak van de filosofie die concepten als ‘bestaan’, ‘zijn’, ‘worden’ en ‘werkelijkheid’ bestudeert. Ontologen brengen dingen terug tot hun meest fundamentele niveau. “En dat zouden tandartsen ook moeten doen”.

Vertaling van de column van Dr. Marc Cooper voorzitter van MBC Consultants, Verenigde Staten.

Wanneer ontologische vragen aan tandheelkundigen worden gesteld, ontstaat een dieper begrip van wie we zijn en hoe we het beroep in de kern zien. De ui wordt laagje voor laagje terug gepeld om tandheelkunde op een veel bewustere en fundamentelere manier te bekijken.

Nu de tandheelkundige industrie een paradigmaverschuiving ondergaat – van tandartspraktijk naar praktijk in de gezondheidszorg – is het tijd voor tandartsen om zichzelf ontologische vragen te stellen. Een cruciale vraag is: wie zullen tandartsen in de toekomst moeten zijn die ze nu niet zijn?

De twee polen van de tandheelkunde

De vraag wie tandartsen in de toekomst moeten zijn, is nodig omdat er een polariteit bestaat in de tandheelkunde. Aan de ene kant zijn tandartsen bijzonder gefocuste, hoog opgeleide clinici die in staat zijn om de vernietiging en disfunctie veroorzaakt door tandheelkundige ziekten te diagnosticeren en te behandelen. En ook gezichtsesthetiek krijgt steeds meer plek in de praktijk.

Aan de andere kant is er de absolute zekerheid dat tandziekte een bijtende, bidirectionele, cytokine-stormende systemische ziekte is die andere chronische ziekten verergert en aanzet tot sommige acute ziekten. Men begrijpt ondertussen wel dat tandartsen cruciale zorgverleners zijn die deze relatie helpen gezond te onderhouden.

Het eerste artikel over het oorzakelijk verband tussen mondgezondheid en algehele gezondheid werd al gepubliceerd in 1891. Tegenwoordig is het totale volume en de kwaliteit van het bewijs onbetwistbaar.

Mondgezondheid en algemene gezondheid

Systemische ziekten die verband houden met mondgezondheid kosten gezondheidszorgsystemen miljarden. Diabetes, kanker, hart- en vaatziekten en nieraandoeningen houden allemaal verband met mondgezondheid. Bovendien spelen mondaandoeningen een rol bij de ziekte van Alzheimer en dementie. Er zijn steeds meer aanwijzingen dat tandziekten de sterfte versnellen.

Om het botweg te zeggen, mensen met tandheelkundige aandoeningen zijn zieker en sterven sneller. En aangezien tandziektes veel voorkomen, zal het probleem alleen maar erger worden als de bevolking toeneemt en ouder wordt.

Gezondheidszorgpraktijken

De dynamische spanning tussen deze twee polen bestaat binnen de gezondheidszorg. In ons huidige model zijn tandartspraktijken niet ontworpen om de groeiende bezorgdheid over de volksgezondheid op te lossen. Maar de massa en de trekkracht van de tweede kant worden steeds krachtiger.

De gezondheidszorg heeft tandartsen nodig die onder begeleiding kunnen helpen bij het beheersen van enkele van de systemische aandoeningen binnen de muren van de tandartspraktijk. Het systeem vereist dat tandartsen en hun praktijken in directe en open communicatie en coördinatie staan met de andere zorgverleners, instellingen en patiënten.

Geïntegreerde systemen

Op dit moment zijn we niet de tandartsen in lichaam en geest die we moeten zijn om te gedijen in een geïntegreerd systeem. In een geïntegreerd systeem moeten tandartsen hun werkterrein veranderen, hun workflow uitbreiden, hun verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden vergroten en meer personeel aannemen.

Dat is niet alles. Tandartsen zal ook worden gevraagd om in medische cohortgroepen te opereren met artsen en andere zorgverleners. Daardoor zullen cohortleden en derden hun patiëntdiagnose, behandelplannen en klinische resultaten observeren. Bovendien krijgen de patiënten zelf toegang tot hun medische dossiers.

De toekomst is er al

Deze schijnbaar verre toekomst wordt nu al realiteit. Tegenwoordig werken een paar grote bedrijven actief aan medisch-tandheelkundige integratie. Er worden tandheelkundig-medische praktijken gebouwd, in Amerika leveren sommige tandartsen al jaren tandheelkundig-medische zorg.

Verschillende informatietechnologiebedrijven (IT) werken ijverig aan hun platforms om de IT van de tandartspraktijk te integreren met het grotere gezondheidszorgsysteem. En softwareontwikkelaars creëren kunstmatige-intelligentieprogramma’s die de gegevens gebruiken om wetenschappelijk onderbouwde behandelplannen te diagnosticeren en te presenteren.

Geïntegreerde zorg is de toekomst waar het systeem om vraagt, en een medisch-tandheelkundige geïntegreerde staat voor de deur.

Onderneem vandaag actie om de toekomst tegemoet te treden

Het is duidelijk dat tandartsen niet langer een archipel van afzonderlijke eilanden zullen zijn, maar onderdeel gaan uitmaken van het vasteland van de gezondheidszorg. Maar om onze koers te wijzigen, moeten we beginnen waar we zijn. We kunnen niet veranderen tenzij we erkennen wat we moeten veranderen, wat ons terugbrengt naar de ontologie.

Ontologisch onderzoek is de beste plaats om deze transformatie te starten. Tandartsen die deze toekomst zien en de veranderingen die het met zich mee zal brengen, weten dat ze eerst zichzelf moeten begrijpen. Tandartsen die de fundamentele ontologische vragen stellen, zullen de winnaars zijn in het nieuwe tijdperk. Voor deze personen is het verleden een referentiepunt, geen verblijfplaats.

Dr. Marc Cooper is de voorzitter van MBC Consultants. Cooper heeft tijdens zijn carrière in de gezondheidszorg gewerkt, waarbij de meerderheid van zijn klanten in de tandheelkundige sector waren. Zijn huidige focus is het coachen van leiders, tandartsen en senior executives over hoe ze effectief door hun organisaties kunnen navigeren en hun respectievelijke teams kunnen leiden in deze periode van enorme onzekerheid.
Zijn column werd geplaatst op DrBicuspid.

Lees meer over: Opinie, Thema A-Z
Mogelijk verband tussen parodontitis en cognitieve stoornissen bij volwassenen

Mogelijk verband tussen parodontitis en cognitieve stoornissen bij volwassenen

Mensen met parodontitis hebben mogelijk meer kans op cognitieve achteruitgang dan mensen zonder tandvleesontsteking. Dit blijkt uit een systematische review die recent werd gepubliceerd in Frontiers in Neurology.

Bijdragen aan ontsteking elders in lichaam

Parodontitis is een orale ontstekingsziekte en kan bijdragen aan laaggradige systemische ontsteking blijkt uit verschillende onderzoeken. Er is gemeld dat de ziekte ook ontstekingsprocessen door het hele lichaam kan bevorderen, zo ook in het zenuwstelsel.

Systematische review

Om deze reden hebben veel epidemiologische studies een mogelijk verband tussen parodontitis en milde cognitieve stoornissen of dementie onderzocht. Het doel van een studie van een samenwerking tussen onderzoekers uit Brazilië en Canada was om het bewijs met betrekking tot de associatie tussen parodontitis en cognitieve achteruitgang bij volwassen patiënten te evalueren.

Daartoe doorzochten ze meerdere medisch-wetenschappelijke databases op studies waarin de intellectuele prestaties van volwassen deelnemers met en zonder parodontitis werden onderzocht. Na uitsluiting van duplicaten en onderzoeken zonder controlegroep bleven er acht puur observationele onderzoeken over.

Onderzoeken bij volwassenen

Het merendeel van de onderzoeken onderzochten volwassenen van 50 jaar en ouder. Met behulp van bijvoorbeeld dieptemetingen en/of antistoffen tegen de bacterie die parodontitis veroorzaakt werd bepaald of de ziekte aanwezig was. Voor het meten van intellectuele prestaties werden naast de mini mentale status test (MMST) en andere geheugentests gebruikt gemaakt van de Wechsler intelligentieschaal voor volwassenen en een test waarbij getallen actief moeten worden uitgewisseld.

Alle publicaties wijzen op verband

De resultaten van alle publicaties wezen op een verband tussen parodontitis en cognitieve stoornissen. De studie bracht kleine problemen aan het licht in de individuele onderzoeken maar vond ze allemaal betrouwbaar met slechts een laag risico op bias.

Drie mogelijk mechanismes

Er worden drie mogelijke mechanismes beschreven door de auteurs hoe een ontsteking in de mondholte de hersenen kan aantasten: een direct proces via de bloedbaan, een indirect proces via ontstekingsmediatoren en een inductie van expressie van bloedplaatjesaggregatie-eiwitten.

Parodontitis oorzaak of gevolg?

Het is echter ook mogelijk dat mensen met cognitieve achteruitgang juist een mindere orale hygiëne onderhouden. Het kan dus niet worden uitgesloten dat parodontitis een symptoom of gevolg is van dementie, en niet een van de triggers.

Diagnose en behandeling parodontitis essentieel

Er is verder onderzoek nodig om de oorzaak-gevolgrelatie goed te onderzoeken. In de tussentijd blijft diagnose en behandeling van chronische parodontitis essentieel om het kwaliteit van leven de bevorderen – vooral voor ouderen volwassenen, schrijven de auteurs.

Bron:
Frontiers in Neurology

 

 

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z

Hoe koningin Victoria sieraden gemaakt van tanden hip maakte

De vroegere Britse koningin Victoria (1819 – 1901) is om veel redenen legendarisch. Onder haar heerschappij werd bijvoorbeeld het Londense metronetwerk aangelegd. Maar wist je al dat deze iconische regent ook herinnerd wordt om het populair maken van sieraden gemaakt van tanden?

Het verwerken van tanden in sieraden om iemand te herdenken stamt al uit de middeleeuwen. Maar gedenktekens en mijlpaalsieraden sloegen pas echt aan in de 19e eeuw onder het bewind van koningin Victoria.

Sieraden van tanden en haar

Tijdens de 60-jarige heerschappij van de koningin over het Verenigd Koninkrijk werd het gebruikelijk om overleden personen te gedenken met sierraden. Gouden hangers, ringen en broches te dragen werden gemaakt met voorwerpen die nauw verbonden waren met een overleden persoon, zoals tanden en haar. Dat schrijft Rachel Bairsto, hoofd museumdiensten bij het British Dental Association Museum in het VK, in het Britisch Dental Journal.

“Het dragen van rouwsieraden begon als een eenvoudige manier om een geliefde dichtbij je te houden en ontwikkelde zich tot een uitgebreide kunst”, schreef Bairsto.

Overledenen en mijlpalen gedenken

Twee jaar rouwen en een rouwproces in drie fasen doorlopen werd een geaccepteerde vorm van rouwen na de dood van de echtgenoot van koningin Victoria, prins Albert. Victoria en haar leeftijdsgenoten maakten het modieus om rouwsieraden te dragen vanaf een jaar na de dood van een geliefde, nadat de ‘eerste fase’ van rouw was voltooid, aldus het Bairsto. Zoals wel vaker het geval, druppelden deze trends langzaam de sociale ladder af.

De koningin verwerkte tanden in sieraden niet enkel als herinnering aan iemand die was overleden. Ze liet ook stukken maken om een mijlpaal te herdenken. Zo had ze een sieraad met daarin de eerste melktand van haar oudste dochter verwerkt.

Prins Albert schonk koningin Victoria ook uitbundige sieraden versierd met haar, tanden, klauwen en andere delen van dieren zoals herten en zwijnen om zijn liefde te tonen.

Bron:
Britisch Dental Journey bekijk ook hier de sieraden

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
Fabrikant op tandheelkundig gebied Planmeca Oy gaat KaVo Treatment Unit en Instrument overnemen

Fabrikant op tandheelkundig gebied Planmeca Oy gaat KaVo Treatment Unit & Instrument overnemen

Planmeca Oy, een van de grootste particuliere fabrikanten op tandheelkundig gebied, gaat KaVo Treatment Unit & Instrument overnemen van Envista Holdings Corporation. Beide bedrijven zullen als onafhankelijke bedrijven blijven opereren maar kunnen samenwerken voor producten, innovaties en het distributienetwerk.

Posities versterken

Volgens Planmeca zal de overname de posities van Planmeca en KaVo als “toonaangevende leveranciers van innovatieve tandheelkundige oplossingen versterken”. Planmeca is een fabrikant van hightech tandheelkundige apparatuur en software, KaVo is een gerenommeerde fabrikant en leverancier van tandheelkundige units en instrumenten.

Omzet van meer dan een miljard

De transactie zal naar verwachting eind 2021 worden afgerond. Planmeca Oy zal een belang van 51% in KaVo Treatment Unit & Instrument verwerven en Heikki Kyöstilä, een particulier, de resterende 49%. De Planmeca Group zal na de overname wereldwijd in totaal 4.500 mensen in dienst hebben en de omzet zal naar verwachting stijgen tot meer dan 1,1 miljard euro.

Premium merk

“We hebben altijd grote bewondering gehad voor KaVo als premium merk. Dit partnerschap stelt ons in staat om uitzonderlijke waarde te bieden aan zowel onze klanten als distributeurs. Het is onze missie om ’s werelds toonaangevende leverancier van digitale tandheelkundige oplossingen te worden”, aldus Tuomas Lokki, Senior Vice President van Planmeca Group.

Bron:
Planmeca

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z
tandarts - stoel

De tandartsangst van patiënten behandeld

Niemand kijkt uit naar een tandartsbezoek, maar bij sommige mensen is het zo’n grote drempel dat het tot gevolg heeft dat ze helemaal niet meer naar de tandarts durven. Dit wordt een fobie genoemd. Nederland telt zo’n 800.000 mensen die hier last van hebben en die soms 20 of zelfs 30 jaar niet naar de tandarts gaan met alle gevolgen van dien. Voor deze patiëntengroep is er een speciale manier van behandelen.

Behandelwijze

Het is die groep die Ad de Jongh graag wilde helpen. Als tandarts wilde hij meer dan alleen het behandelen van een gebit en was met name geïnteresseerd in “de mens achter de tand” zoals De Jongh het verwoordt. Zo kwam hij ertoe om psychologie te gaan studeren. Als psycholoog wilde hij zijn kennis inzetten om patiënten te helpen van hun angst af te komen. Hij werd de eerste angsttandarts van Nederland en paste de toen nog onbekende therapie EMDR (eye movement desensitization and reprocessing) toe. Het is een behandelmethode voor mensen die traumatische gebeurtenissen hebben meegemaakt. Toepassing van EMDR therapie ‘dempt’ traumatische herinneringen en haalt de emotionele lading af van nare herinneringen van vroegere tandartsbehandelingen. In de meeste gevallen kunnen ze daarna weer naar de tandarts om de noodzakelijke behandelingen te ondergaan en het gebit weer op te lappen.

 Er zijn ook patiënten die zulk vermijdend gedrag vertonen dat ze helemaal niets met de tandarts van doen willen hebben en soms daardoor het liefst hun gehele gebit wensen te laten verwijderen. Dat raakt een interessant ethisch dilemma. De tandarts mag zich namelijk niet laten verleiden tot dergelijke behandelingen, we hebben hier tenslotte te maken met gezonde elementen en deze werkwijze druist in tegen de professionele standaard van tandartsen. Het ondergaan van een behandeling die erop gericht is de tandartsangst te verminderen is dan ook een belangrijke stap om ervoor te zorgen dat het (gezonde) gebit van de patiënt behouden kan blijven.

Angstwekkende aspecten van de behandeling

Waar zijn de patiënten dan precies bang voor bij een tandartsbezoek? Er zijn wel 67 soorten verschillende, potentiële angstwekkende stimuli (objecten en situaties) in de tandartspraktijk waar mensen met angst op kunnen reageren. De meest voorkomende angst is die voor het geluid van de tandartsenboor. Een ander voorbeeld is de voor de patiënt herkenbare typische geur binnen een tandartspraktijk. Een aparte categorie betreft de angsten of fobieën die een patiënt heeft voor de reactie die het lichaam vertoont bij blootstelling aan de stimuli zoals een kokhals-, slik-of braakfobie of de angst om te stikken.

Maar de grootste angst, de basis van alle angsten waarmee de patiënten kampen, is het gevoel van machteloosheid. Ze hebben het gevoel geen controle meer over de situatie te hebben want ze liggen in de tandartsstoel achterover en zijn overgeleverd aan de (on)kunde van de behandelaar.

Manieren van doorverwijzen

Tandartsen kunnen patiënten via de huisarts doorverwijzen naar een Centrum Bijzondere Tandheelkunde (CBT). Zowel de huisarts als de tandarts kunnen de patiënt hiernaar toe doorverwijzen. Een deel van deze centra heeft een psycholoog en een angsttandarts in dienst die samenwerken. Er zijn zo’n 17 van deze CBT’s door het hele land gevestigd.
Zo’n verwijzing verloopt via de huisarts of tandarts. Een andere route van doorverwijzing verloopt via de huisarts en de praktijkondersteuner GGZ – POH-GGZ: een ondersteuner die gespecialiseerd is in het behandelen van patiënten als het gaat om psychische stoornissen. De POH-GGZ voert de behandeling zelf uit of verwijst door naar een psycholoog, of in het geval van een ernstig psychiatrisch ziektebeeld, naar een psychiater. In onderstaand schema worden deze routes weergegeven.

Bekijk een vergrote versie van het schema doorverwijzing.

De Jongh houdt zich nog steeds bezig met het verfijnen en het verder ontwikkelen van therapieën voor angstpatiënten. Het is vooral de grote hoeveelheid van angstpatiënten die vraagt om een efficiëntere en snellere behandelmethodieken.

Prof. dr. Ad de Jongh
Ad de Jongh, tandarts en ggz-psycholoog, is als bijzonder hoogleraar ‘angst en gedragsstoornissen in de tandheelkundige praktijk’ verbonden aan het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA) en als honorary professor aan de School of Health Sciences van Salford University in Manchester (UK). Daarnaast is hij verbonden aan de Stichting Bijzondere Tandheelkunde (SBT), is hij hoofdopleider van de post initiële opleiding tot tandarts-angstbegeleiding en heeft hij een privépraktijk gespecialiseerd in de behandeling van psychotrauma.

 Interview door Petra van der Zwan

 

 

Lees meer over: Pijn | Angst, Thema A-Z
Recessies bij tanden of implantaten

Recessies bij tanden of implantaten: problematiek en hoe te voorkomen?

Recessies zien we heel regelmatig in het gebit. Vooral tijdens het ouder worden maar ook bij jongeren na orthodontie. Voor tandartsen en mondhygiënisten is het een belangrijke taak om de juiste diagnose van gingivale recessies te stellen. Dit vraagt om een bredere diagnostiek en soms een multidisciplinaire aanpak van het probleem. Wat zijn de mogelijke oorzaken?

Gaat het hierbij alleen om verlies van gingiva of ook van dentine en/of glazuur? Wat is de positie van het element in de kaak? Welke recessies zijn stabiel en welke moeten behandeld worden om de prognose van het element en/of esthetiek te verbeteren? De aangepaste classificatie van gingivale recessies komt hier goed van pas. Naast de bekende Miller classificatie moeten ook de mogelijke defecten in het glazuur en dentine geëvalueerd worden, zodat de juiste behandelstrategie gekozen kan worden. Wordt de aanpak parodontaal, orthodontisch, restauratief of een combinatie van deze?

Voorafgaand aan orthodontie

Als men tanden gaat verplaatsen dan moet je eerst botdikte rondom de elementen evalueren. Als je de tanden naar buccaal wilt verplaatsen maar er is daar weinig bot dan vormt er zich daar al snel een recessie. Is er een botdehiscentie dan is er geen marginaal bot en is het zodoende ook niet verstandig om het element deze richting uit te verplaatsen. Is er een botfenestratie dan is er wel marginaal bot aanwezig maar is er alsnog kans op recessie bij verplaatsing. Dit zijn dus zaken om alert op te zijn. Het liefst zou je een conebeam scan tot je beschikking hebben maar dat kan niet altijd. Je kunt palperen om te voelen waar de wortel zich in de kaak bevindt en je ziet soms wortels door de gingiva heen schemeren. Dit is een teken dat ze bij verplaatsing al snel buiten de botlijn liggen. Ook is het zaak dat het fenotype gingiva in kaart wordt gebracht.

Er bestaan drie gingivafenotypes

  • Dun
  • Dik
  • Normaal

Het dunne gingivafenotype komt behoorlijk vaak voor. Het kent namelijk een incidentie van 30% bij volwassenen. Behalve dat het tandvlees er dun uitziet, zijn er nog meer herkenningspunten:

  • Tanden zijn lang
  • Contactpunten liggen naar occlusaal
  • Papillen zijn lang, dun en driehoekig
  • Weinig gekeratiniseerde gingiva

Het dikke gingivafenotype is als volgt te herkennen:

  • Vierkante en brede tanden
  • Korte stugge papillen
  • Contactpunt ligt naar cervicaal
  • Gingiva is goed aangehecht en fibroos
  • Meer gekeratiniseerde gingiva

Het dikke type kent een incidentie van 38% onder volwassen. Het gewone gingivafenotype komt onder 46% van de volwassenen voor. Bij dit type zijn beide componenten gemengd.

Bij een dun fenotype bestaat er veel meer risico op recessies dan bij een gewone of dik fenoype.

Ethiologie

Behalve het fenotype speelt de volgende etiologie mee:

  • Bacteriële ontsteking
  • Poetstrauma
  • Orale piercings
  • Iatrogene factoren zoals restauraties onder de gingiva
  • Strak frenulum
  • Parafunctie
  • Brede prominente wortel(s)

Relaties tussen orthodontische tandverplaatsing en recessies

  1. Bij verplaatsing van de wortel van een element naar linguaal wordt er geen nieuw bot verkregen maar is er wel kans op ‘creaping’ waarbij de gingiva wat hoger gaat liggen. De apex moet dan echt goed terug in het bot worden geplaatst.
  2. Wanneer een element door abrasie of parafunctie buiten de boog gekomen is, kan het orthodontisch terugplaatst worden en later kan mucogingivale chirurgie worden gedaan voor een goed resultaat.
  3. Wanneer het bot bij een element tot bijna aan de apex weg is, is het terugplaatsen van het element middels ortho onverantwoord en dit zal echt samen met parodontoloog bekeken moeten worden.

Recessies komen vaak voor na orthodontische behandeling. 7% komt direct na behandeling voor, 23% na 2 jaar en na 5 jaar orthodontie komt het zelfs bij 38% van de patiënten voor. Deze incidentie wordt vaak onderschat. Meestal vormen de recessies zich bij onderincisieven. Met mucogingivale chirurgie kan fenotype van dun naar dik worden gebracht ter preventie van recessies. Dit wordt echter vrijwel nooit gedaan.

Progressie van recessie voorkomen?

Is progressie van deze recessies te voorkomen? Uit een systematic review blijkt dat onbehandelde recessies zelfs bij mensen met goede mondhygiëne steeds dieper/breder kunnen worden. Bij een dik fenotype is de kans wel kleiner. Goede mondhygiëne is natuurlijk altijd belangrijk maar je kunt nooit voorspellen welke tand een recessie krijgt, welke verergert en wanneer maar je kunt wel de risicofactoren in oog houden.

Spalk

Bij vertraagde kaakgroei na orthodontie kan er spanning op de draad komen en dat kan een recessie veroorzaken. Het type draad heeft ook invloed. Een 16-22 RVS spalk is aan te bevelen maar de meningen zijn hierover verdeeld. Een spalk kan verschuiving door een parafunctie lang niet altijd opvangen. Een inviseable retainer is aan te bevelen zodat de krachten over de hele kaakwal worden verdeeld. Een geprinte retainer is in ontwikkeling. Deze is wel behoorlijk strak dus men kan zich afvragen of het parodontologisch verantwoord is.

Frenelum

Een strak frenulum kan een paar weken van te voren gecorrigeerd worden waarna mucogingivale chirurgie plaatsvindt. Dat kan ook tijdens de chirurgie. Tijdens orthodontie kan op het frenelum nog meer spanning komen te staan en het is dus goed om daar van te voren al te rekening mee te houden en eventueel te corrigeren.

Classificatie

We kennen de Miller classificatie maar er is nu ook een nieuwe classificatie.

Miller

Klasse 1: Geen weefselverlies interdentaal, recessie voor mucogingivale lijn, voorspelbaar te bedekken.
Klasse 2: Recessie diep tot of voorbij mucogingivale lijn, geen interdentaal weefselverlies. Voorspelbaar te bedekken.
Klasse 3: Recessie ook interdentaal, niet altijd voorspelbaar te bedekken.
Klasse 4. Interdentaal is groter dan buccaal, niet mucogingivaal te bedekken.

Nieuwe classificatie op recessietype (RT)

RT1. Pockets + recessie = aanhechtingsverlies (CAL) alleen buccaal, CEJ niet zichtbaar approximaal.
RT2. Buccaal en approximaal recessie, de totale aanhechtingsverlies is buccaal meer dan approximaal.
RT3. Totaal aanhechtingsverlies interdentaal is meer dan buccaal.
Type 1 is Miller klasse 1 en 2 samen en dus 100% voorspelbaar te bedekken. Type 2 is Miller klasse 3.
Type 3 is hetzelfde als Miller klasse 4 en mucogingivale therapie is hier dus niet mogelijk.

Slijtage in dentine

Moet daarmee rekening gehouden in de analyse? Ja, non-caries cervical leasies (NCCL) moet mee worden genomen. NCCL komen heel regelmatig voor. Volgens een systematic review uit 2020 is de prevalentie van NNCL 47% onder volwassenen en onder ouderen wordt dat steeds groter. De recessies met NCCL komen vaker voor dan zonder NCCL.

Classificatie NCCL

A. Aanwezigheid van CEJ (glazuurcementgrens), zo ja dan klasse A
B. Zie je geen duidelijke CEJ? Dan gelijk klasse B

Plus en min: Step (abrasiedefect in de dentine) > 0,5mm: dan plus, geen step, of de step < 0,5mm dan min

Voor pure esthetiek kunnen er restauraties aangebracht worden bij sommige recessiedefecten. Niet alle recessies moeten altijd opgevuld worden, bijvoorbeeld als er geen cariësrisico is. Bij recessies van een klasse B met een step zal er restauraties alleen in het glazuur verreist zijn voorafgaand mucogingivale chirurgie.
Om een recessie goed te monitoren moeten de volgende parameters regelmatig geëvalueerd worden:

  • CAL
  • GT (gingival thickness)
  • KTW (karatinized tissue width)
  • REC diepte
  • NCCL
  • CEJ
  • de step

Dr. Egon Euwe, parodontoloog-implantoloog, Milaan

Dr. N. Lioubavina-Hack is erkend als tandarts-parodontoloog NVvP en als tandarts-implantoloog NVOI, de Meern.

Drs. Hans Kelderman, orthodontist, Bilthoven

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO, van de lezingen van dr. Egon Euwe, dr. N. Lioubavina-Hack en drs. Hans Kelderman tijdens het webinar Recessies bij tanden of implantaten van de NVvP.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z
Britse enquête toont aan dat 43% van de respondenten hun tanden willen verfraaien

Enquête: Nederlanders hebben minste cariës en meeste eigen tanden zonder restauraties

Een nieuwe enquête geeft een globaal overzicht van de mondgezondheid. Van het land met de beste poetsgewoonten tot het land waar de meeste gebitsproblemen worden gemeld. De bevindingen zijn op 8 september gepubliceerd in een rapport van mondzorgbedrijf Sunstar.

Het rapport van Sunstar levert veel interessante inzichten op. Zo komt het VK naar voren als land waar de meeste mensen twee keer per dag poetsen (63%). Indonesiërs vergeten het vaakst te poetsen (45%), terwijl de Duitsers het minst vergeetachtig zijn (20%). De Chinese respondenten gaven het vaakst toe dat ze het poetsen oversloegen na het drinken van alcohol.

“Positieve bevindingen waren onder meer het aantal mensen […] dat hun tanden tweemaal per dag poetst, fluoridetandpasta gebruikt en de tong poetst”, zegt Martijn Verhulst, PhD, medisch liaisonmanager bij Sunstar, in een verklaring. “Maar er leek wereldwijd minder begrip te zijn van de algemene link tussen mond en gezondheid en de impact die mondgezondheid heeft op je algehele welzijn, of hoe gewoonten zoals roken je mondgezondheid kunnen beïnvloeden.”

Nederlandse resultaten

Ook Nederland werd onder de loep genomen door Sunstar. Nederland meldt significant lagere niveaus van tandbederf dan enig ander land (13%). En het heeft het hoogste percentage mensen met al hun eigen tanden zonder vullingen/implantaten binnen Europa (27%).

Daarnaast heeft minder dan de helft van de bevolking (47%) één of meerdere vullingen, een lager percentage dan elders in Europa. Het aandeel mensen met één of meer tandheelkundige implantaten is echter hoog met 16%. Alleen in Singapore hebben meer mensen implantaten. De percentages van andere mondgezondheidsproblemen zijn ongeveer gelijk aan die van de andere Europese markten.

Van alle markten waren de Nederlandse respondenten het gelukkigst met hun gebit (18%), hoewel 14% zei dat ze een orthodontische behandeling zou willen – het op één na hoogste percentage binnen Europa. Een derde zou kiezen voor tanden bleken.

40% van de respondenten zei dat ze normaal twee keer per jaar naar de tandarts gaan, waarmee Nederland op de derde plaats staat. 19% van de mensen zei dat ze tandenpoetsen overslaan als ze geen zin hebben, wat het hoogste percentage in Europa is, net als het percentage van degenen dat tandenpoetsen overslaat als ze haast hebben.

Over het onderzoek

Sunstar’s onderzoek naar mondgezondheid in 2021 omvatte 15.000 respondenten uit 15 landen: Argentinië, Brazilië, China, Frankrijk, Duitsland, Indonesië, Italië, Japan, Mexico, Nederland, Singapore, Spanje, Thailand, het VK en de VS. leeftijden van 18 en 65, met ongeveer 1.000 deelnemers uit elk land.

Het “Global Healthy Thinking Report” van het bedrijf biedt een samenvatting van de belangrijkste bevindingen wereldwijd en een gedetailleerde samenvatting voor elk land. Uit de antwoorden op de enquête bleek dat de wereldbevolking over het algemeen geïnvesteerd is in mond- en tandgezondheid; individuele tandheelkundige en mondgezondheid en relatieve prioriteiten verschillen echter tussen de regio’s.

Bron: Sunstar

Lees meer over: Markttrends, Thema A-Z