Tandarts voor orthodontie: duidelijkheid in titelaanduiding

Tandarts voor orthodontie: duidelijkheid in titel

Beroepsverenigingen hebben gezamenlijk afgesproken dat er een duidelijke titelaanduiding zal komen voor tandartsen die ook beugelbehandelingen uitvoeren: tandarts voor orthodontie.

Verwarring bij patiënten
De beroepsverenigingen ANT, KMT, de Nederlandse Vereniging van Orthodontisten en de Orthodontische Vereniging van Algemeen Practici hebben besloten dat tandartsen die zich hebben verdiept in beugelbehandelingen zich voortaan ‘tandarts voor orthodontie’ mogen noemen. Hierbij zullen titels als beugelspecialist, tandarts-orthodontist en orthodontoloog in het verleden worden gelaten.

Duidelijkheid
De voornaamste reden om de verandering door te voeren is omdat de verschillende titels in veel gevallen verwarring veroorzaken bij patiënten. Het is vaak niet duidelijk voor ze of ze met een tandarts of een specialist te maken hebben, wat volgens de verenigingen ongewenst is.

Naamgeving praktijken en titels
Ook zijn de verenigingen nog in overleg over betere regels voor naamgeving van praktijken en het gebruik van buitenlandse titels en graden. De gemaakte afspraken zullen de komende periode geïmplementeerd worden in het werkveld en ook gedeeld worden met de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Consumentenbond, de Nederlandse Zorgautoriteit en de Patiëntenfederatie Nederland.

Bron:
Ant-tandartsen
KNMT

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z
ouderen

Nieuw lectoraat van de Hogeschool Utrecht richt eerste projecten op mondzorg

Onder leiding van dr. Katarina Jerković–Ćosić is De Hogeschool van Utrecht een lectoraat gestart wat zich richt op kennis en preventie in de gezondheidszorg met de eerste projecten op het gebied van mondzorg.

Mondzorg in de thuiszorg
Recentelijk is de OHAT (Oral Health Assessment Tool) vertaald om het makkelijker te maken voor verpleegkundigen om de staat van mondgezondheid bij ouderen te meten. Het lectoraat focust zich op de thuiszorg omdat zij hier nog achterlopen voor intramurale zorg.

Er is nu aardig wat aandacht voor mondzorg in de intramurale ouderenzorg, maar slechts vier procent van de ouderen woont in verpleeghuizen en verzorgingshuizen. De rest woont thuis, en juist daar is nog weinig aandacht voor mondzorg.

“Wijkverpleegkundigen zien vaak wel dat de mondgezondheid van hun cliënt niet goed is, maar weten vaak niet zo goed welke stappen ze vervolgens moeten zetten”, aldus Jerković–Ćosić in een interview.

Onderwijsmodule mondzorg voor verzorgenden
In het kader van preventie is het belangrijk om de staat van mondhygiëne bij ouderen regelmatig in kaart te brengen en signalen te herkennen. Zo kunnen ouderen op tijd doorgestuurd worden naar de tandarts. Het lectoraat heeft ook een onderwijsmodule rondom mondzorg ontwikkeld. Ze zijn momenteel bezig om deze te implementeren bij opleidingen voor verzorgenden. Jerković–Ćosić vindt overigens niet dat de wijkverpleegkundigen alle verantwoordelijkheid dragen, ook tandartsen zijn verantwoordelijk en moeten in actie komen als ze merken dat een cliënt niet meer op controle komt.

Mondzorg kinderen
Een ander project van het lectoraat heeft betrekking op de verbetering van de mondzorg van kinderen. Het project vindt plaats op consultatiebureaus waar coaches worden ingezet die ouders en kinderen leren goed te poetsen. Er wordt ook aandacht opgeroepen voor het belang van al vroeg met een kind op controle te gaan. Volgens Jerković–Ćosić komt slechts 35% van de 3-jarigen bij de tandarts terwijl het advies is om vanaf twee jaar al naar de tandarts te gaan. Veel ouders geven als reden hiervoor dat het nog maar melktanden zijn.
Jerković–Ćosić zei er het volgende over:  “wanneer iemand gaatjes in de melktanden heeft, vergroot dit de kans op gaatjes in het blijvend gebit. De bacteriën uit de gaatjes van melktanden tasten ook de doorbrekende blijvende tanden en kiezen aan.”

Bron:
Nursing, ACTA

 

Lees meer over: Kennis, Ouderentandheelkunde, Scholing
bruxisme

Meer kans op bruxisme door roken en drinken

Regelmatige consumptie van sigaretten en alcohol verhoogt niet alleen het risico op gaatjes en parodontitis, maar ook op bruxisme. Dit is gebleken uit nieuw onderzoek. Met de resultaten hopen de onderzoekers dat tandartsen hun patiënten hierop zullen gaan scannen, aangezien dit tot gebitsslijtage, parodontitis en hoofdpijn kan leiden.

Slaap bruxisme
Tussen de 8 en 31 procent van de bevolking heeft de dag of nacht versie van bruxisme. Deze conditie kan tot gezondheidsproblemen leiden. Eerder werden al linken gevonden tussen deze ziekte en alcohol en tabak, maar deze link was nooit eerder gevalideerd. Om die reden keken Dr. Bertazzo-Silveira en zijn collega’s naar verschillende studies die onderzoek deden naar bruxisme onder volwassenen, waarbij deelnemers geen neuromusculaire ziektes hadden of aan de medicatie waren.

Zeven studies
Uit deze selecties kwamen zeven studies naar voren, met een sample grootte variërend van 51 tot meer dan 10,000 deelnemers. De meerderheid onderzocht bruxisme door middel van een vragenlijst. Uit deze studies kwamen tabak en een grote alcohol consumptie naar voren als verdubbelaars van de kans op slaap bruxisme. Hetzelfde geldt voor deelnemers die meer dan 8 koppen koffie per dag drinken.

Identificeren van bruxisme door tandartsen
Een van de zorgen van de onderzoekers is dat in geen van de onderzochte studies homogeniteit werd genoemd. Het is daarom mogelijk dat de populatie niet willekeurig gekozen was of representatief is van een grote, diverse bevolking. Ook zijn sommige van de studies meer dan 40 jaar oud. Hoe dan ook, de resultaten zijn van groot belang voor tandartsen in klinische praktijken, aangezien deze dagelijks patiënten behandelen die risico lopen op deze factoren. Dr. Bertazzo-Silveira hoopt dat tandartsen in staat zijn om slaap bruxisme te identificeren en dat onderzoekers in de toekomst nog veel meer onderzoek zullen gaan doen over factoren die met deze conditie kunnen worden geassocieerd.

Bron:
Journal of American Dental Association

Lees meer over: Slaapgeneeskunde, Thema A-Z
IGZ handhaving Tandartspraktijk Braga opgeheven

IGZ handhaving Tandartspraktijk Braga opgeheven

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft het handhavingstraject bij Tandartspraktijk Braga in Amsterdam opgeheven. In maart vorig jaar kreeg de praktijk een aanwijzing van de IGZ.

In juli werd door de inspectie een last onder dwangsom opgelegd omdat de aanwijzing niet voldoende werd nageleefd. Begin januari 2017 concludeerde de IGZ dat de praktijk de noodzakelijke verbeteringen had doorgevoerd waardoor het handhavingstraject kon worden beëindigd.

Verbeterpunten
De reden van de aanwijzing waren de risico’s voor infectiepreventie, radiologie, organisatie en zorg. De verbeteringen door de praktijk werden in 2016 gecontroleerd door de inspectie. De laatste verbetering van de praktijk – aantoonbare scholing en actualisering van het KEW dossier – werd op 3 januari door de inspectie goedgekeurd. Hiermee voldoet Tandartspraktijk Braga aan alle voorwaarden van de IGZ aanwijzing in maart 2016.

Bron:
De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

Lees meer over: Inspectie, Thema A-Z
beste baan

Tandarts nummer 1 op lijst beste baan in Amerika

Volgens recent verzamelde gegevens is het beroep tandarts de beste baan in Amerika. Dit beroep wordt op de voet gevolgd door dat van verpleegkundige en medisch assistent. Ook in de categorie best betaalde baan staat de tandarts bovenaan. Deze cijfers zijn afkomstig uit het laatste US News & World report.

Voordelen winnen van nadelen
Met de kenmerken van een hoog jaarinkomen en een goed evenwicht tussen werk en privéleven is dit beroep geslaagd om de top van de baan-ranglijst te bereiken. Afgezien van het te maken krijgen met slechte adem en ontevreden patiënten, spreekt de lage werkloosheid (0,1 procent), een laag niveau van stress en het jaarinkomen van 150.000 Amerikaanse dollars de Amerikaanse bevolking enorm aan. Enkel anesthesisten en kaakchirurgen verdienen jaarlijks meer dan tandartsen, met een bedrag van 187.000 Amerikaanse dollars.

Onderzoek
In het onderzoek werd rekening gehouden met belangrijke aspecten zoals groeipotentieel, carrièremogelijkheden, balans tussen werk en privéleven, en salaris.

Enquête
Uit de enquête die voor het onderzoek werd afgenomen bleek dat banen in de gezondheidssector domineren qua prioriteit. Deze dominantie is gebaseerd op demografische veranderingen in de samenleving, waardoor de vraag naar banen in deze sector is gestegen.

Niet alleen Amerika
Verplegers, therapeuten, artsen en arts-assistenten zijn meer in trek dan ooit – niet alleen in Amerika.

Bron:
Money.usnews.com

Lees meer over: Carrière, Thema A-Z
whitening

Whitening tandpasta blijkt niet te werken

Tegenwoordig heeft elk tandpasta merk wel een whitening-variant. Deze tandpasta’s beloven een zichtbaar witter gebit en zijn soms wel acht keer zo duur zijn als normale tandpasta. Het probleem? Tanden worden er niet echt witter van volgens onderzoek van de Consumentenbond.

Kleine letters
Whitening tandpasta’s lijken de standaard te zijn geworden. Deze tandpasta’s garanderen ‘direct wittere tanden’ of ‘langdurig zichtbaar wittere tanden’. De kleine letters op de achterkant van de verpakking vermelden echter dat dit wordt bereikt door oppervlakkige verkleuringen te verwijderen. Kortom, de tandpasta verwijdert vuil. Volgens de verpakking is dit dus het whitening effect en worden de tanden dus enkel ‘schoon gemaakt’.

Negatieve uitslag
Onderzoek van de Consumentenbond wees aan dat slechts een beperkte groep proefpersonen wittere tanden kreeg na het gebruik van whitening tandpasta. Dit was evenwel het effect bij het testen van twee normale tandpasta’s, die ter controle ook werden getest.

Test
Om tot deze conclusie te kunnen komen, zijn 30 proefpersonen getest. Zij hebben 30 dagen lang hun tanden gepoetst met 12 whitening en 2 normale tandpasta’s. Via een tandartsschaal beoordeelden tandartsen de kleur van de tanden voor en na het poetsen. Slechts bij 26 van de 420 testrondes werden de tanden daadwerkelijk lichter bevonden bij het gebruik van speciale tandpasta’s. Ditzelfde resultaat geldt ook bij normale tandpasta’s.

Niet slecht
Tanden worden dus niet witter via het gebruik van whitening tandpasta. De geteste tandpasta’s behaalden geen van allen een voldoende op het “witmaken” van tanden. Dit betekent niet dat de geteste tandpasta’s slecht zijn. Ze bevatten genoeg fluoride maar zijn te duur door de zogenaamde whitening die ze beloven.

Optische witmaker
De meeste whitening tandpasta’s bevatten een optische witmaker. Dit blauwe pigment blijft tijdelijk op de tanden zitten waardoor tanden witter lijken. Een verband tussen de kleurstof en witheid van tanden kon niet gevonden worden.

Uitblinker
Uit de test kwam Aquafresh Whitening intense white als uitblinker naar voren. Hiervan kregen aanzienlijk meer proefpersonen wittere tanden dan van andere producten, namelijk zes van de dertig. Ook heeft deze tandpasta de beste verhouding tussen het schoonmaken en schuren van de tanden.

Bron:
Consumentenbond

Lees meer over: Cosmetische tandheelkunde, Thema A-Z
Ouderen

Mondgezondheid ouderen meten met vertaalde OHAT

De Oral Health Assessment Tool is recentelijk vertaald naar het Nederlands zodat de tool ook in Nederland door verzorgenden en verpleegkundigen gebruikt kan worden om mondgezondheid bij ouderen te meten.

De OHAT is al enige tijd geleden ontwikkeld met als doel het meten van de mondgezondheid door verzorgenden gemakkelijker te maken. Er was vaak een gebrek aan kennis bij verzorgenden en ook een gebrek aan tijd speelde mee, wat het moeilijk maakte om de mondgezondheid van cliënten op peil te houden.

Acht aandachtspunten
De tool is een duidelijk schema met acht aandachtspunten waaronder bijvoorbeeld mondhygiëne en tandvlees. Voor elke categorie staat aangegeven wat tekenen zijn van afwijkingen of een slechte ongezonde staat. De verzorgende kan voor elk punt een score geven waaruit een advies voortkomt. Indien het nodig blijkt, kan een cliënt geadviseerd worden meer of beter te poetsen of kan een doorverwijzing naar een mondhygiënist of tandarts noodzakelijk zijn.

Verandering
Het vertalen van de OHAT werd geïnitieerd door Babette Everaars, werkzaam bij Hogeschool Utrecht. Zij is momenteel bezig met een literatuur review met Linet van Weening-Verbree van de Hanze Hogeschool over screeningsinstrumenten. Ook werken zij aan een Nederlandse validering van de OHAT, waarvan mevrouw Weening-Verbree hoofdonderzoeker is.

 

Bron:
Nursing.nl

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z
vaccin tandvleesaandoeningen

Vaccin tegen tandvleesaandoeningen

Australische onderzoekers hebben een vaccin ontwikkeld om tandvleesaandoeningen te voorkomen en te bestrijden. Het vaccin heeft de effectiviteitsproeven doorstaan.

Parodontitis
Parodontitis wordt veroorzaakt door de opbouw van bepaalde bacteriën, die te vinden zijn in tandplak bij de wortels en in de ruimtes tussen de tanden. Deze bacteriën laten vervolgens toxines los in het tandvleesweefsel, wat tot afbraak hiervan leidt en uiteindelijk zelfs tot het verlies van tanden.

Huidige bestrijding
Momenteel wordt parodontitis bestreden door het handmatig verwijderen van de tandplak dat wordt opgebouwd in het gebit. Onderzoekers van de Melbourne University hebben echter proteïnes ontdekt aan het oppervlak van bacterie Porphyromonas gingivitis die kunnen worden gebruikt als vaccin tegen deze ziekte.

Levens verbeteren
Het vaccin stimuleert de productie van antilichamen in het lichaam om het tandvleesweefsel te beschermen tegen de bacterie en om kolonisatie te voorkomen. Hiermee hopen de onderzoekers de lichamen van miljoenen mensen, die momenteel parodontitis hebben, te verbeteren.

Bron: News.com.au

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
parodontitis en insulineresistentie

Kans op parodontitis vergroot door insulineresistentie

Mensen met insulineresistentie hebben meer kans op ernstige parodontitis dan mensen zonder insulineresistentie. Dit blijkt uit nieuw onderzoek gepubliceerd in The Journal of Clinical Endocrinology and Metabolism.

Insulineresistentie
Als het lichaam nog wel insuline aanmaakt maar de cellen de glucose niet meer goed opnemen, noemen we dit een insulineresistentie. Al meerdere onderzoeken hebben een relatie aangetoond tussen insulineresistentie en parodontitis. In het huidig onderzoek heeft men ook rekening gehouden met het lichaamsgewicht.

Onderzoek
De onderzoekers hebben de medische dossiers van ruim 5500 Zuid-Koreanen bestudeerd die matige tot ernstige parodontitis hadden om te zien of insulineresistentie in verband staat met deze ernstige tandvleesontsteking. Ook hebben zij gekeken naar het verband tussen parodontitis en diabetes type 2 en obesitas.

Resultaten
De personen met ernstige parodontitis hebben significant hogere insulineresistentie-waarden dan de personen met een matige vorm. Tevens hebben insulineresistente deelnemers met een normaal gewicht significant meer kans op ernstige parodontitis dan deelnemers met een normaal gewicht, die niet insulineresistent zijn. Ook tonen de resultaten dat mensen met type 2 diabetes meer kans hebben op ernstige tandvleesontsteking hebben in vergelijking met mensen met glucosetolerantie.

Risicofactor
Volgens de onderzoekers kan insulineresistentie worden beschouwd als een risicofactor: “Dit is het eerste onderzoek dat aantoont dat er een significant verband is tussen insulineresistentie en ernstige parodontitis bij mensen met een normaal gewicht”.

Bron:
JCEM

Lees meer over: Parodontologie, Thema A-Z
Disney

Disney ontwikkelt software voor tanden digitale acteurs in games en animatiefilms

Dankzij zich aldoor ontwikkelende technologieën worden echte mensen waarheidsgetrouw in kaart gebracht in games en animatiefilms. Disney heeft deze techniek nu ook uitgebreid tot de mond en tanden waardoor een gebit digitaal kan worden gereconstrueerd.

Digitaal menselijk gebit
Samen met het Federaal Instituut voor Technologie in Zürich (ETH) en het Max Planck Instituut voor informatica heeft het Disney onderzoeksteam  software ontwikkeld die het mogelijk maakt om het menselijk gebit digitaal in kaart te brengen. Tot nu toe is dit een ingewikkelde taak geweest aangezien het moeilijk is om camera’s in alle hoeken van de mond te krijgen om zo de juiste opnames te kunnen maken.

Voordeel
Het doorslaggevende voordeel van deze nieuwe technologie is het feit dat er slechts een paar foto’s vanuit verschillende perspectieven nodig zijn om een realistisch beeld van de mond te creëren.

Basis
De onderzoekers hebben gebruik gemaakt van de stijve vorm van de tanden en de relatief beheersbare verschillen tussen deze. Ook werd er gebruik gemaakt van 86 3D-scans van verschillende rijen tanden van een gemiddeld menselijk gebit. Op basis van dit model kunnen de tanden worden aangepast en veranderd.

Lijnen lezen
De onderzoekers ontwikkelden een methode die ook de lijnen van het tandvlees en de lippen kan lezen. Hierdoor kunnen ook de delen van de tanden die niet zichtbaar zijn worden gereconstrueerd.

Bron: phys.org

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z, Video
Henry Schein voor Kika

Team Schein organiseerde Practice Pink voor KiKa

Gedurende het jaar 2016 ondersteunde het Henry Schein team de Stichting Kinderen Kankervrij met verschillende initiatieven.

Henry Schein rond de sponsoractiviteiten 2016 voor Stichting Kinderen Kanker Vrij (KiKa) op positieve wijze af. In de reeks van sponsoracties werd afgelopen najaar het Practice Pink programma gelanceerd. Via dit programma zijn klanten in de gelegenheid gesteld roze dentale verbruiksmaterialen te kopen. Gedurende de hele periode werd een deel van de opbrengst uit de verkoop van deze producten gedoneerd aan KiKa om de strijd tegen kanker te steunen.

Ruim € 6000 opgehaald
In totaal heeft Henry Schein in 2016 ruim € 6000 opgehaald voor KiKa, die zich 95% genezingskans voor kinderen met kanker ten doel heeft gesteld. Naast het Practice Pink programma organiseerde Team Schein het afgelopen jaar verschillende activiteiten als deelname aan de KiKaRun, organisatie van een markt, facebook wervingsacties, kerstpakketdonatie en met de digitale kerstkaart. Het bedrag dat aan druk- en verzendkosten is bespaard is door Henry Schein ook aan KiKa geschonken.

Henry Schein voor Kika

Kika
KiKa heeft als doel, het werven van fondsen voor vernieuwend onderzoek en andere activiteiten op het gebied van kinderkanker, gericht op minder pijn en strijd, meer genezing en een hogere kwaliteit van leven op latere leeftijd. Daarnaast richt KiKa zich op het geven van voorlichting.

Henry Schein Cares
Het Practice Pink programma en de ander genoemde activiteiten maakt deel uit van Henry Schein Cares, het wereldwijde programma voor maatschappelijk ondernemen van Henry Schein. Henry Schein Cares beoogt de toegang tot de zorg voor minderbedeelde bevolkingsgroepen wereldwijd te verbeteren door middel van drie focusgebieden: gezondheid, preventie, behandeling en onderwijs; voorbereiding op noodgevallen en noodhulp; en capaciteitsontwikkeling van de gezondheidszorg. Een belangrijk deel van dit werk bestaat uit het bieden van steun aan kankerpatiënten en hun familie.

 

Lees meer over: Opmerkelijk, Thema A-Z
kroonfracturen

Kroonfracturen: kansen voor de pulpa

Van alle tandletsels komt de kroonfractuur het meeste voor: twee-derde van alle tandletsels betreft een fractuur van de tandkroon. Doel van de tandletselbehandeling is het behouden van een vitale pulpa. Hoe gebruiken we moderne inzichten en materialen het best om de pulpa te laten overleven? Een vitale pulpa is de beste ‘kanaalvulling’ en zorgt ervoor dat de wortel zich kan afvormen. Ook zorgt deze herstel van de esthetiek.

3 typen kroonfracturen

  • Type 1: Kroonfractuur – in glazuur
  • Type 2: Ongecompliceerde kroonfractuur – glazuur, dentine, geen pulpa (meest voorkomende)
  • Type 3: Gecompliceerde kroonfractuur – glazuur, dentine, pulpa

Kroonfractuur
Cracks in glazuur zijn geen ‘pathway’ voor bacteriën om de pulpa te infecteren. Echter wel als de crack tot in het dentine zit. Met ultraviolet licht kan een crack zichtbaar gemaakt worden. Als de crack zichtbaar is met ultraviolet licht, dan is dentine erbij betrokken. Dit wordt ook wel een ‘complet fracture’ genoemd. Komt het ultraviolet licht er niet doorheen, dan betreft het een ‘incomplete fracture’.

Vitaliteit van de pulpa
Een koude test blijkt nog steeds het meest effectief te zijn om te kijken of een tand nog vitaal is.

De baseline voor het testen van sensibiliteit van gebitselementen is:

  • Elke tand van hoektand tot hoektand en
  • Boven- en onderkaak
  • Incisaal is de meest effectieve positie voor een koude test

Trope adviseert om niet enkel te focussen op de tand met bloed. En direct na trauma is een koude test vaak vals-negatief.

Follow-up

Fractuurtype 1: Glazuurfractuur

fractuurtype 1

 

fractuurtype 1-2

 Bron: The Dental Trauma Guide  

De kans op de pulpacomplicaties bij type 1 fracturen is bijna nul (incidentie pulpanecrose is 0,1%). Als algemene regel geldt: het fractureren van de kroon van het element heeft de kracht opgevangen, daardoor er een kleine kans op een luxatie is. Is er geen sprake van een kroonfractuur, dan is de kans op een luxatie groter.

Follow-up na 3, 6, 12 maanden en jaarlijks voor 5 jaar.

Fractuurtype 2: Ongecompliceerd kroon fractuur (glazuur – dentine)

Fractuurtype 2

Fractuurtype 2-2

Bron: The Dental Trauma Guide 

Bij dit fractuur type geldt in de meeste gevallen dat de pulpa zichzelf beschermt.

De 2 beschermingsmechanismen van de pulpa vanuit de tand zelf:

  1. Vorming van reparatief dentine
  2. White locking kristallen sluiten dentine tubuli. Na 2-3 weken is daardoor de gevoeligheid afgenomen.

Incidentie pulpanecrose is 10%.

Een ongecompliceerde fractuur is geen noodgeval, tenzij er sprake is van bloeding of lipzwelling. Het zou kunnen dat er een tandfragmentje in de lip terecht is gekomen.

De glazuur-dentine fractuur wordt bij voorkeur behandeld door terugplaatsing van het tandfragment of vervaardiging van een adhesieve restauratie. Voor esthetisch herstel is het belangrijk dat het tandfragment gehydrateerd blijft, anders veel verlies van hechtsterkte.

Follow-up na 3, 6, 12 maanden en jaarlijks voor 5 jaar.

Fractuurtype 3: Gecompliceerd kroonfractuur (glazuur – dentine – pulpa)

fractuurtype 3

Fractuurtype 3-1

Bron: The Dental Trauma Guide 

 Als dit soort type fractuur niet wordt behandeld is er 100% kan op pulpanecrose. Er is 95% kans op overleving als het wel goed behandeld is. De incidentie van gecompliceerde kroonfracturen is 2-13%, dit komt dus minder vaak voor dan andere fracturen.

  1. Overkappen van de pulpa
    Pulpa reageert op trauma door bescherming ‘op te bouwen’.  Eerste reactie van de pulpa na trauma is proliferatie.
  1. Afsluiting tegen bacteriën
    Een goede seal is het meest kritisch voor een succesvol resultaat!

Behandelmogelijkheden

  1. Pulpaoverkapping
  2. Partiële pulpotomie
  3. Volledige pulpotomie

Pulpoverkapping is te oppervlakkig en een volledige pulpotomie moet vermeden worden.

Partiele pulpotomie, hoe?
Met een sneldraaiende boor met waterkoeling haalt u een gedeelte van de pulpa weg.

  1. Type materiaal
    Pulpa afdekken met MTA, biokeramiek, calciumhydroxide, dan de vulling. Een nadeel van MTA is verkleuring, gebruik daarom liever biokeramiek.

Follow-up na 3, 6, 12 maanden en jaarlijks voor 5 jaar.

Lees ook: Richtlijn tandletsel

Dr. Martin Trope is geboren in Johannesburg. Hij studeerde daar af in 1976. Na enkele jaren algemene praktijkvoering verhuisde hij in 1980 naar Philadelphia, USA om zich in de endodontologie te specialiseren aan de Universiteit van Philadelphia. Naast zijn eigen praktijk voor endodontologie en trauma is hij als universitair docent verbonden aan de School of Dental Medicine bij Penn University. Hij heeft zeer veel universitair onderwijs gegeven, 180 publicaties op zijn naam staan en wordt wereldwijd gezien als een van de meest vooraanstaande specialisten op het gebied van traumata.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Martin Trope tijdens het congres Tandletsel van Bureau Kalker.

 

Lees meer over: Restaureren, Thema A-Z
duurzaamheid implantaten

Medicijnen van invloed op duurzaamheid implantaten

Het potentiële succes van tandimplantaten hangt af van verschillende factoren. Medicijnen die regelmatig worden ingenomen zijn hier een van, en kunnen zowel positief als negatief invloed hebben op de duurzaamheid van implantaten.

De Canadese Dr. Faleh Tamimi en zijn team hebben de effecten van bètablokkers en protonpompremmers op het succes van tandheelkundige implantaten onderzocht. Medicijnen kunnen hier invloed op hebben.

Bètablokkers
Sinds kort is bekend dat bètablokkers een positief effect hebben op botvorming. In deze studie werd vooral gekeken naar hoe dit medicijn de kans op succes van tandheelkundige implantaten kan beïnvloeden. Dit werd gegaan door 728 patiënten met in totaal 1499 implantaten te onderzoeken. 142 hiervan, met in totaal een aantal van 327 implantaten, kregen hiervan bètablokkers toegediend. Bij slechts 0,6 procent van de patiënten die bètablokkers namen werden de implantaten beschadigd, terwijl dit bij 4,1 procent van de overige patiënten het geval was.

Protonpompremmers
Een tweede studie onderzocht de effecten van protonpompremmers op de osseointegratie van tandheelkundige implantaten. Hierbij was vantevoren bekend dat deze geneesmiddelen voornamelijk worden voorgeschreven bij brandend maagzuur, en over het algemeen een negatief effect hebben op het botmetabolisme. Aan dit onderzoek deden 1773 patiënten mee die in de periode van 2007 – 2015 in totaal 799 implantaten hadden gekregen. 58 patiënten, met 133 implantaten, hiervan namen protonpompremmers. Van de medicijn slikkende patiënten had 6,8 procent last van verlies van implantaten, wat hoog is tegenover de 3,2 procent van de patiënten die geen protonpompremmers slikten.

Resultaten
Deze studies hebben bewezen dat medicijnen, zoals bètablokkers, die over het algemeen goed zijn voor botvorming, vaak ook een positief effect hebben op het behoud van tandheelkundige implantaten, maar dat medicijnen, zoals protonpompremmers, die een negatief effect hebben op botvorming, ook geen goede uitwerking hebben op het behoud van implantaten.

Bron:
Wiley Online Library
Wiley Online Library

 

Lees meer over: Implantologie, Thema A-Z
Oncologische afwijkingen

Oncologische afwijkingen en de rol van de tandarts

De huidige incidentie van oncologische afwijkingen ligt op 100.000 (2015), er zijn 700.000 mensen die leven met kanker of de gevolgen ervan, dit is 4% van de Nederlandse bevolking.

Hoe ontstaan oncologische afwijkingen? En wat is de behandeling, nazorg en preventie ervan en welke rol speelt het tandheelkundig team hierin? Waar moet je als tandarts op letten bij hoofd-halstumoren?

Oncologische afwijkingen
DNA in een cel verdubbelt zich. Tijdens deze verdubbeling kan er een mutatie in het DNA optreden, wanneer de cel met dat defecte DNA ontsnapt aan het afweersysteem en niet als ‘fout’ wordt aangemerkt, kan deze cel zich verder delen en zich tot een tumormassa ontwikkelen. Hierbij kan een goedaardige (houdt zich aan anatomische grenzen) of kwaadaardige (houdt zich niet aan anatomische grenzen) tumor ontstaan. Ook kan een tumor zijn eigen bloedtoevoer aanmaken, waardoor cellen zich hematogeen kunnen gaan verplaatsen en zo metastasering op afstand kunnen veroorzaken.

DNA-schade kan ontstaan door:

  • Omgevingsfactoren
  • Ioniserende factoren
  • Radioactieve stralen
  • Lifestyle factoren
  • Ouderdom

Vaakst voorkomende kankers (‘Big Five’):

  1. Huidkanker
  2. Darmkanker
  3. Longkanker
  4. Borstkanker
  5. Prostaatkanker

Rol tandheelkundig team
Een gevolg voor de tandarts is dat 1 op de 4 oudere volwassenen kanker heeft of had, je ziet het dus veel in de praktijk. De rol van het tandheelkundig team is het optimaliseren van de mondconditie van de patiënt en het uitvoeren van focusonderzoek.

Bij het optimaliseren van de mondconditie wordt allereerst de anamnese afgenomen. Verder is een proactieve houding van het gehele tandheelkundig team van belang voor begeleiding en ondersteuning van patiënten met kanker. Het motiveren van de patiënt voor het nastreven van een goede mondhygiëne is hierbij het belangrijkste.

Focusonderzoek
Bij het uitvoeren van het focusonderzoek moet onderscheid gemaakt worden tussen potentiële foci en latente foci. Potentiële foci moeten verwijderd worden wanneer het gaat om hoofd-halskanker. Latente foci die langer dan 3 maanden klachtenvrij aanwezig zijn, kunnen eventueel onbehandeld blijven als een patiënt kort daarna chemo- of radiotherapie ondergaat voor kanker elders in het lichaam.

Focusonderzoek wordt uitgevoerd omdat chemotherapie een daling geeft van de granulocyten (afweercellen) en hierdoor dus de kans bestaat dat aanwezige ontstekingen zullen opvlammen.

Focusonderzoek wordt zowel bij dentate als bij edentate mensen uitgevoerd, hierbij vindt intra-oraal en röntgenologisch onderzoek plaats.

Het volgende wordt beoordeeld:

  • Weke delen
  • Cariëslaesies
  • Elementen met non vitale pulpa
  • Elementen met peri-apicale granulomen
  • Geïmpacteerde elementen
  • Cysten
  • Parodontale problemen
  • Ulceraties

Behandeling van tandheelkundige problemen geschied in overleg met de oncoloog.

Geconcludeerd kan worden dat optimaliseren van de mondconditie van de patiënt belangrijk is en dat het tandheelkundig team hier een belangrijke rol in speelt.

Hoofd-halstumoren
3200 patiënten per jaar melden zich met tumoren in het hoofd-halsgebied, hiervan hebben 900-1000 patiënten een tumor in de mondholte. De ontstaanswijze voor tumoren in het hoofdhalsgebied verschilt niet van andere tumoren.

Wanneer moet je denken aan een maligniteit?

  • Patiënten van 40-50 jaar en ouder
  • Rook- en drinkgewoontes
  • Locatie in de mond (onderlip, tongrand, mondbodem, onderkaak)
  • Klinisch aspect en palpatie bevindingen (vooral letten op induratie van de afwijking)

Een plaveiselcelcarcinoom komt het vaakste voor in de mondholte, een duidelijk kenmerk hiervan is induratie van de tumor.

Als je bijvoorbeeld een ulcus ziet, pas dan de 2-3-weken regel toe: laat een patiënt na 2 of 3 weken terugkomen. Wanneer de laesie dan niet verdwenen is, is het verstandig de patiënt door te verwijzen voor aanvullende diagnostiek.

De overleving van hoofd-halstumoren is sterk afhankelijk van het type tumor en het stadium waarin de tumor zich bevindt.

Gevolgen van (behandeling van) hoofd-halstumoren kunnen zijn:

  • Veranderde anatomie van de mond
  • Verminderde kauwfunctie
  • Trismus
  • Xerostomie
  • Transport in de mond verstoord
  • Slikstoornissen
  • Spraakstoornissen

Ondanks dat hoofdhals-tumoren niet tot de ‘Big Five’ behoren maar zeldzaam zijn, kunnen de gevolgen groot zijn en is vroege herkenning gewenst.

Prof. dr. R. Koole – Na voltooiing, in 1975 en 1983, van zijn opleiding tot tandarts en arts aan de Rijks Universiteit te Utrecht, werd Ron Koole in de periode van 1975-1979 door prof. dr. P. Egyedi opgeleid tot specialist in de Mondziekten en Kaakchirurgie aan het toenmalige AZU. Na zijn specialisatie promoveerde hij op het proefschrift ‘The bone graft in the alveolar cleft’ aan de Universiteit Utrecht (1994). Speciale belangstelling ontwikkelde hij voor schisischirurgie en de hoofd/halsoncologie. Van 1996-2015 is hij opleider Mondziekten- Kaak- en Aangezichtschirurgie in het UMC Utrecht, per 1 januari 1998, werd hij benoemd tot hoogleraar in de Mondziekten en Kaakchirurgie aan de Universiteit Utrecht.
Bestuurlijke functies werden bekleed bij de Nederlandse Vereniging voor Schisis en Craniofaciale Afwijkingen (voorzitter), de Vereniging voor Medische en Tandheelkundige Interactie (voorzitter), de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten- Kaak en Aangezichtschirurgie (voorzitter) en de Nederlandse Vereniging voor Schedelbasischirurgie (penningmeester) en lid Dagelijks Bestuur van de NWHHT. Internationaal vertegenwoordigde hij Nederland bij de International Association of Oral and Maxillofacial Surgeons en was hij voor het specialisme in de EU vertegenwoordiger in de UEMS.
Hij publiceerde meer dan 140 nationale en internationale artikelen en is begeleider en promotor van 11 promoties geweest, 4 zijn er nog in bewerking. Tevens was hij enkele jaren mede-redacteur van Het Tandheelkundig Jaar.

 Verslag door Annalous van Poppel, voor dental INFO,  van de lezing van prof. dr. R. Koole tijdens het jaarcongres 2016 ‘Bijzondere tandheelkunde in uw praktijk’ van de NVGPT.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z
gaatjes

Gaatjes in tanden herstellen zichzelf met moleculen uit Alzheimer-medicijn

Een nieuw onderzoek heeft bewijs gevonden dat moleculen in het Alzheimer-medicijn Tideglusib bijdragen aan het zelfherstel van gaatjes in tanden en bevorderen van groei.

Onderzoek
Het onderzoek is uitgevoerd door onderzoekers van het Kings’ College in Londen. Uit een medicijn voor Alzheimer genaamd Tideglusib zijn 3 moleculen gehaald welke verschillende concentraties getest werden op muizen. Er werd gebruik gemaakt van een afbreekbaar sponsje van collageen om de substantie aan te brengen op een kies met een gaatje, waarna de tand werd afgesloten met een speciale lijm. Na een periode van 7 weken werd gekeken naar het resultaat. Het bleek dat de moleculen het mogelijk maakten om het enzym GSK-3 af te sluiten waardoor dentine aangemaakt kon worden en de meeste gaatjes natuurlijk hersteld waren.
Volgens de onderzoekers is dit natuurlijke herstelproces bijna identiek aan dat wat vereist is voor conventionele vullingen. De onderzoekers zijn nu bezig het medicijn ook te testen op ratten, waarvan de tanden al 4 keer zo groot zijn als die van muizen. Als dit succesvol verloopt zijn de onderzoekers ook van plan om de eerste testen te gaan doen bij mensen.

Voordelen medicijn
Naast het stimuleren van de natuurlijke aanmaak van dentine zorgt het medicijn ook voor bescherming van de binnenste laag van de tand. Professor Paul Sharpe, hoofdonderzoeker, noemde het product ideaal voor de natuurlijke behandeling van diepe gaatjes. “Daarnaast is het medicijn ook al eerder getest tijdens klinische trials voor Alzheimer”, aldus Sharpe. “Daardoor is het mogelijk om deze tandbehandeling snel in de tandartsklinieken aan te kunnen bieden.” Het medicijn is dus een toegankelijke en relatief goedkope optie die op korte termijn gebruikt kan worden.

Ondanks dat het nog de vraag blijft of het medicijn voor hetzelfde resultaat zal zorgen bij tanden van mensen zijn veel tandartsen positief over de methode met name vanwege het behoud van de natuurlijke tandstructuur.

Bron:
Nature

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z
speeksel

Promotie: speeksel van mannen en vrouwen is anders samengesteld

Het speeksel van vrouwen is op een andere manier samengesteld dan dat van mannen, aldus Andrei Prodan in zijn proefschrift. Hij lichtte tijdens zijn promotie op 17 januari toe dat het speeksel van vrouwen een lagere pH-waarde en minder buffercapaciteit heeft dan dat van mannen.

Potentiële mondgezondheidsproblemen
De pH-waarde en de buffercapaciteit zijn twee eigenschappen die van belang zijn bij het beschermen van het gebit tegen tandbederf. De samenstelling van het speeksel kan potentieel de afweer in de mond, en daarmee het risico op mondgezondheidsproblemen, beïnvloeden.

Oraal ecosysteem
In de mond bevindt zich een stabiel en veerkrachtig ecosysteem, gebaseerd op een samenspel tussen orale micro-organismen en ‘gastheerfactoren’. Prodan onderzocht de rol die eiwitten, peptiden en metabolieten in het speeksel spelen wat betreft de stabiliteit van dit ecosysteem. Hier kwamen onder andere verschillen tussen mannen en vrouwen uit naar voren.

Gezonde levensstijl
Ook al hebben vrouwen een lagere pH-waarde en minder buffercapaciteit in hun speeksel, dit betekent niet per sé dat zij ook meer risico lopen op een slechte mondgezondheid. Hierop zijn namelijk vele factoren van belang, zoals een gezonde levensstijl met weinig suikerconsumptie en het regelmatig poetsen van de tanden.

Bron: VU.nl

Lees meer over: Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z, Uncategorized
mondcoach

Mondcoach voor ouders met jonge kinderen

Uit onderzoek is gebleken dat bij 41 procent van de 5-jarigen al gaatjes in het gebit wordt geconstateerd. Het Centrum voor Tandzorg in Den Bosch zal daarom starten met een proef met een mondcoach.

Informatie en begeleiding
De mondcoach voorziet ouders van jonge kinderen van informatie en begeleiding over mondzorg. Het is belangrijk dat ouders al beginnen met het poetsen van tanden bij het doorkomen van de eerste tandjes van hun baby. Op deze manier kan de vorming van cariës worden voorkomen en wordt de kans op gaatjes in de tanden kleiner.

Kwaliteit verbeteren
Met deze aanpak wil het centrum iets doen aan de steeds slechter wordende kwaliteit van kindergebitten.

Bron: bd.nl

Lees meer over: Kindertandheelkunde, Thema A-Z
dentomaxillofaciale radiologie

Nieuwe vereniging voor dentomaxillofaciale radiologie

Onlangs werd de Nederlandse wetenschappelijke Vereniging voor DentoMaxilloFaciale Radiologie (NVDMFR) opgericht. Zij beoogt het bevorderen, verbreiden en integreren van wetenschappelijke en praktische kennis betreffende tandheelkundige en maxillofaciale radiologie, beeldvorming, stralenbescherming en diagnostiek in het tandheelkundige werkveld.

Werkwijze
Door inhoudelijke ondersteuning te bieden aan aanbieders van scholing op het terrein van tandheelkundige radiologie poogt de vereniging dit doel te bereiken. Tevens geven zij gevraagde en ongevraagde adviezen aan betrokken partijen bij de gezondheidszorg en het organiseren van bijeenkomsten. De vereniging stimuleert onderzoek, stelt richtlijnen en veldnormen. Zij werkt samen met en zoekt aansluiting bij internationale verenigingen die zich eveneens bezig houden met DantoMaxilloFaciale Radiologie.

Oprichtingssymposium
Op vrijdagmiddag 3 maart organiseert de Nederlandse Vereniging voor Dento MaxilloFaciale Radiologie (NVDMFR) haar eerste oprichtingssymposium, met als thema “Diagnostiek in de kliniek”.

ANT-tandartsen.nl

Lees meer over: Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
mondzorg voor daklozen

Project: mondzorg voor daklozen

Vorig jaar heeft tandarts Sharif Tairie het project Dentist for Humanity opgestart dat daklozen en mensen die niet de mogelijkheid hebben om naar de tandarts te gaan, de benodigde mondzorg biedt.

Inmiddels is Sharif met het project al in twee grote steden geweest om hier mondzorg te verlenen samen met andere vrijwilligers. Afgelopen week is het project ook van start gegaan in Amsterdam. Het project heeft voor veel positieve reacties gezorgd onder daklozen, de eerste patiënt zei zelfs: “Jullie starten met een revolutie.” Bekijk zelf onderstaande video om meer te weten komen over het initiatief en de dingen die ze onderweg tegen kwamen.

Bron: Youtube

Lees meer over: Mondhygiëne, Thema A-Z, Video
vijfenzeventigplussers

Dalende mondgezondheid bij vijfenzeventigplussers

In 2020 zal ongeveer 40% van de bevolking in Noord Nederland vijfenzestigplusser zijn. Deze stijgende vergrijzing brengt ook meer gezondheidsproblemen met zich mee. Een afnemende mondgezondheid onder zorgafhankelijke ouderen maakt hier deel van uit.

 Over het algemeen blijken ouderen die in een verpleeghuis wonen of afhankelijk zijn van thuiszorg een slechte mondgezondheid te hebben. Zo krijgen zij vaker te maken met afgebroken tanden en kiezen, cariës, tandvleesproblemen en pasvormproblemen als zij een kunstgebit hebben.

Verborgen gezondheidsrisico
Dit veronderstelt Arie Hoeksema, als tandarts-geriatrie gespecialiseerd in mondzorg voor ouderen. In zijn proefschrift stelt hij de relatie tussen hun orale gezondheid en algemene gezondheid en kwaliteit van leven centraal. Hieruit concludeert hij dat de afwezigheid voor mondzorg onder deze doelgroep gezien moet worden als een verborgen gezondheidsrisico.

Geen prioriteit
Naast de aandacht voor aankleden, eten, baden, medicatie innemen, et cetera, wordt de zorg voor het gebit ook niet als een prioriteit gezien door de ouderen zelf. Mondzorgproblemen kunnen echter direct samenhangen met andere gezondheidsproblemen.

Onderzoek
Hoeksema wilde daarom de invloed van een slechte mondgezondheid op het algemene functioneren van ouderen bestuderen. Voor zijn onderzoek analyseerde hij de gegevens van 103 thuiswonende ouderen die recent thuiszorg kregen: 725 zorgafhankelijke ouderen in verpleeghuizen en 1026 thuiswonende vijfenzeventigplussers al dan niet met mantel- en thuiszorg.

Slechtere mondgezondheid
Patiënten met eigen tanden en kiezen blijken jonger te zijn – vergeleken met patiënten zonder gebit – bij een opname in een verpleeghuis, aldus Hoeksema. Zij weigerden echter vaker om mee te werken tijdens tandartsbehandelingen en beschikken over een slechtere mondgezondheid. Ruim 72% van alle nieuwe verpleeghuisbewoners bleek een matige tot slechte mondhygiëne te hebben. Zij behoeven dus in feite regelmatige tandartscontroles en behandelingen.

Kunstgebit maakt zorgafhankelijker
Volgens Hoeksema zijn mensen met een kunstgebit kwetsbaarder en daardoor afhankelijker van zorg. Tevens is het medicijngebruik binnen deze groep in verhouding groter.

Bron: rug.nl

Lees meer over: Ouderentandheelkunde, Thema A-Z