Hoe ga ik als tandarts met antitrombotica om?
Steeds vaker worden tandartsen geconfronteerd met medisch gecompromitteerde patiënten. Enerzijds omdat de populatie ouderen met multi-morbiditeit toeneemt, anderzijds omdat steeds meer ouderen hun eigen dentitie behouden. Meer dan 1 miljoen mensen in Nederland gebruiken enige vorm van antistolling ter preventie en/of behandeling van een trombotische aandoening. Elke tandarts heeft patiënten die antitrombotica gebruiken. Na extractie rapporteert 1/3e van patiënten zonder antitrombotica al een nabloeding, waarvan bijna 2% ernstig. Daarom is kennis over deze nieuwe KIMO richtlijn onontbeerlijk.
Leerdoelen
- Kennis en inzicht verwerven in de fysiologie van de bloedstelping
- Herkennen van typen antithrombotica in de geneeskunde en hun toepassingen
- Kennis over risico’s bij staken en continueren van anticoagulantia
- Informatie over antistollingsbeleid rondom operaties en ingrepen in het algemeen.
- Inzicht in Consequenties van anti-trombotica op (bloedige) tandheelkundige ingrepen
- Weten hoe te handelen bij de patiënt met een Vitamine K Antagonist (VKA) een Direct Oraal Anti-Coagulans (DOAC), een Trombocyt Aggregatie Remmer (TAR) of een combinatie hiervan.
Sprekers
- Dr. Robert van Es, MKA-chirurg
- Dr. Marcel van de Ree, internist-vasculair geneeskundige