infectie

Infecties in het hoofd/hals gebied

Hoe kunt u infecties in het hoofd/hals gebied adequaat diagnosticeren en zo nodig behandelen? Welke dentogene infecties zijn er? Verslag van de lezing van dr. Baas, MKA-chirurg, tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

Er bestaan odontogene en niet-odontogene infecties.

De klassieke symptomen van een infectie zijn:

– Rubor
– Dolor
– Calor
– Tumor
– Functio laesa

Odontogene infecties

Het normale verloop van een ontsteking is als volgt:

Inoculatie Cellulitis Abces
0-3 dagen 2-5 dagen 4-10 dagen
Zacht Hard, geïndureerd Hard
Geen holte met pus Geen holte met pus Fluctuatie op te wekken
Normale kleur Rode huid Rode en glanzende huid
Aerobe bacteriën Gemengde flora Vaak anaerobe bacteriën
Milde pijn Ernstige diffuse pijn Afnemende pijn

 

Acuut verettend granuloom
Bij een acuut veretterend granuloom zijn er heftige klachten. Ook het doorpersen van NaOCl kan voor heftige klachten zorgen. NaOCl geeft bloedingen, histamine release en necrose van de weefsels. Ter behandeling dient allereerst het nog aanwezige NaOCl te worden weggespoeld door te irrigeren met water of een fysiologische zoutoplossing. Eventueel kan met ‘paperpoints’ worden geprobeerd het nog aanwezige NaOCl op te zuigen.

Belangrijk is vervolgens een goede uitleg aan de patiënt te geven over het voorval, over het ontstaan van de ontstekingsreactie en over het te verwachten beloop van het proces: er kan zo’n grote zwelling ontstaan dat de trachea dichtgedrukt kan worden! De patiënt dient de eerste 24 uur koude kompressen te appliceren met een interval van 15 minuten, gepaard gaande met een goede pijnstilling met paracetamol en eventueel codeïne of tramadol. Hoewel ‘non-steroid anti-inflammatory drugs’ voor de hand liggen, raadt Hales (2001) het gebruik hiervan af om verdere bloedingen te voorkomen. Hierna moet preventief een antibioticum worden gegeven om secundaire infectie te voorkomen en een corticosteroïd, bijvoorbeeld dexamethason, om de ontstekingsreactie en de zwelling te verminderen. Eventueel kan de patiënt na 24 uur warme vochtige kompressen appliceren om de ecchymose te verminderen.

Uitgebreide Necrose
Bij uitgebreide necrose kan een chirurgische behandeling nodig zijn. In de meeste gevallen zal het letsel restloos genezen, maar er kan langdurig zwelling, ulceratie en trage wondgenezing optreden. Ook langdurig en soms blijvend zenuwletsel kan voorkomen. Om de kans op een (mucogingivale) weefselreactie op NaOCl zoveel mogelijk te beperken, wordt geadviseerd met cofferdam te werken. Ook het gebruik van een dunne spoelnaald die niet aanloopt in het wortelkanaal kan irrigatie van de periapicale weefsels met NaOCl beperken. Tevens dient natuurlijk te worden gespoeld zonder grote druk.

Peri-coronitis
Een andere reden voor acute infectie is peri-coronitis. De behandeling van een peri-coronitis kan bestaan uit het verwijderen van het operculum of het verwijderen van het element. Bij acute klachten kan eerst een paar dagen 5dd 5 minuten gekauwd worden op een gaasje gedrenkt in 1,5% H2O2.

Parodontitis
Parodontitis kan ook aanleiding geven voor een acute infectie, hoewel dit in de praktijk niet heel vaak voorkomt. Ook kan acuut necrotiserende ulcererende gingivitis aanleiding geven voor acute pijn. Bij ANUG wordt een grijs-wit beslag gezien op de gingiva, de papillen zijn verdwenen en er is een enorme foetor ex ore. De oorzaak is bacterieel door infectie met spirocheten (Treponema Vincentii), Fusobaterium spp of gram negatieve staven (Prevotella Intermedia). Differentiaal diagnostisch kan gedacht worden aan een herpes infectie, HIV infectie of acute leukemie. De behandeling bestaat uit het in de eerste plaats grondig en zeer regelmatig (elke dag of om de dag) reinigen door tandarts of mondhygiëniste, aangevuld met een chloorhexidine spoeling spoeling om de interdentale ruimtes te spoelen. Verder is metronidazol 500 mg dd geïndiceerd in combinatie met adequate pijnstilling.

Submuceus abces
Een submuceus abces heeft afhankelijk van de plaats een groot risico op uitbreiding van het abces in de loges. De eerste en tweede molaar onder geven vaak zwelling in de halsloge en niet in de buccale loge omdat de apices onder de musculus mylohyoideus liggen. Een submuceus abces is prima te incideren door de tandarts zelf. Dit omdat het abces vaak zeer dicht onder het oppervlak ligt. Let wel op de anatomie om belangrijke structuren zoals zenuwen en vaten niet te raken.

Complicatie van odontogene infectie
Een complicatie van een odontogene infectie is bijvoorbeeld een osteomyelitis. Osteomyelitis is een ontsteking van het kaakbot. Meestal gebeurt dit in de onderkaak en wordt gekenmerkt door tintelingen in de onderlip. Bij de behandeling van osteomyelitis kan een volledig kwadrant verloren gaan, dit is dus een serieuze complicatie. Een actieve ontsteking moet dus altijd behandeld worden om dit soort complicaties te voorkomen.

Loge abces
Een andere complicatie is een loge abces. Een loge abces kan aanleiding geven voor luchtweg obstructie, sepsis en multiorgaan falen. Bij een abces in de hals loge kan het pericard ontstoken raken, wat een dodelijke afloop kan hebben.

Bij een ontsteking van de pterygomandibulaire loge is er extra oraal weinig zwelling te zien. Dit ontstaat vaak bij een ontsteking aan de M2/M3 in de onderkaak en M3 in de bovenkaak. Er is een duidelijke trismus en bij slanke mensen is de zwelling soms extra oraal te voelen aan de binnenkant van de onderkaak. Alle andere logeabcessen komen bijna uitsluiten vanuit abcessen van elementen in de onderkaak.

De oorzaak van een loge abces is vaak een extractie of een avitaal element. Een loge abces van de submandibulaire, parapharyngeale en pterygomandibulaire loge komt het meest voor.

Na een extractie is het normale genezingspatroon als volgt: de zwelling is op de tweede dag het meest en neemt daarna af, de pijn houdt 3-5 dagen aan.

Bij pijn langer dan 7 dagen en koorts met koude rillingen moeten de alarmbellen gaan rinkelen. Ook bij toenemende slikklachten en trismus.

Snelle progressie, ademhalingsklachten, slikklachten, trismus, hoge koorts, zwelling en roodheid zijn tekenen van gestoorde wondgenezing en hierbij moet de patiënt nauwlettend in de gaten worden gehouden.

Draineren
Draineren van het abces is veel belangrijker dan een antibioticumkuur.

Het behandelplan zou als volgt moeten zijn:

  • check de vitale functies
  • draineren
  • antibiotica
  • pijnstilling
  • controle op aanslaan van de behandeling door lab

Bij twijfel altijd al draineren, je kunt niet te vroeg zijn. Ook bij een cellulitis geeft drainage snelle verlichting van de klachten, zelfs als er geen pusafvloed is.

Niet-odontogene infecties

Kattenkrabziekte
Kattenkrabziekte (Bartonella henselae-infectie). De mens wordt besmet met B. henselae via een krab of een beet of contact met speeksel van een kat. Kattenkrabziekte bij mensen met een goede weerstand is vaak een onschuldige, soms met koorts gepaard gaande ziekte, die meestal vanzelf overgaat. Het begint vaak met één of meerdere knobbeltjes (2-3 mm) op de huid in de buurt van de krab of beet. Dit worden al snel blaasjes met na enkele dagen een korstje erop. Hierna verdwijnen de plekjes weer. Soms heeft men dit niet eens gemerkt. Na ongeveer twee weken kunnen de lymfeklieren groot en pijnlijk worden (lymfeklierontsteking of lymfadenitis) Er kan zich in de lymfeklier een abces vormen. Deze lymfeklierontsteking kan weken tot maanden aanhouden (gemiddeld 6 weken), maar verdwijnt uiteindelijk in het geheel spontaan.

Syndroom van Lemierre
Een andere oorzaak van een niet-odontogene infectie is het weinig voorkomende syndroom van Lemierre, een tromboflebitis van de vena jugularis interna. Meestal wordt de aandoening veroorzaakt door het micro-organisme Fusobacterium necrophorum. Vaak zijn pijnklachten in de keel en zwelling van de hals de eerste symptomen. Zonder adequate behandeling kan het syndroom van Lemierre resulteren in onder andere trombosering van de vena jugularis interna en metastatische longabcessen met een kans op mortaliteit tot 18%. Bij een verdenking op het syndroom van Lemierre volgt veelal een ziekenhuisopname met intraveneus toegediende antibiotica en drainage van abcesholten. Het verdient aanbeveling alert te zijn op het syndroom van Lemierre bij een zwelling in de hals volgend op een orofaryngeale infectie.

Dr. Baas is MKA chirurg in het ziekenhuis Isala Zwolle.

Verslag door Carina Boven, tandarts en onderzoeker UMCG, voor dental INFO van het ANT-congres Dental Studie Update.

 

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
het-grote-zorgdebat

Het Grote Zorgdebat 2017: politici aan het woord

Het Grote Zorgdebat, een debat over de zorg van de toekomst, werd erg goed bezocht. Politici die kandidaat staan voor de Tweede Kamerverkiezingen van 15 maart debatteerden over de zorg aan de hand van allerlei vragen. Het debat werd geleid door Donatello Piras.

Het Grote Zorgdebat 2017 werd georganiseerd door 25 organisaties in de zorg, waaronder de KNMT en NVM-mondhygiënisten. Het debat was vrij toegankelijk voor ieder die zich betrokken voelt bij in de gezondheidszorg in Nederland.  Hieronder vindt u het verslag van dit debat.

Vraag 1: Hoe krijgen zorgverleners meer ruimte om maatwerk te leveren en patiënten en cliënten echt centraal te zetten?

 

Linda Voortman (GroenLinks):

Tijd voor de patiënt
“Het is belangrijk dat zorgverleners niet op basis van financiële prikkels werken, maar dat zij de tijd krijgen die zij nodig hebben om de juiste zorg te verlenen. Zorgverleners zijn nu vooral bezig om productie te draaien terwijl de zorg geen fabriek is. Daarom moet men af van het DBC-systeem en moet een nieuw systeem worden ingevoerd, met afspraken op basis van kwaliteit. Ook zal hiermee minder sprake zijn van foute diagnoses en overbodige behandelingen. GroenLinks vindt ook dat het niet nodig zou moeten zijn om voor elke zorgverzekeraar, of voor elke gemeente, een nieuw formulier te moeten invullen. Dit moet worden gestandaardiseerd.
De VVD is te behoudend qua regels, wat zou leiden tot te veel bureaucratie. Bureaucratie neemt veel te veel tijd in beslag die afgaat van de tijd voor goede gesprekken tussen patiënt en zorgverlener.”

Incidentenpolitiek
“Ik heb niet het idee dat GroenLinks veel aan indicidentenpolitiek doet.”

Vrije artsen keuze
GroenLinks tornt niet aan de vrije artsenkeuze.”

Positie patiënt
Wij zorgen voor een sterke positie van de cliënt in de cliëntenraden. Ook moet het PGB breder worden.”

Carla Dik-Faber (ChristenUnie):

Patiënt centraal
De zorg is niet van zorgverzekeraars of van de overheid, maar van mensen. De verzekerde moet invloed krijgen op zorginkoop. Het is belangrijk om te luisteren naar de patiënt. Er bestaat al kijk-en-luistergeld in de curatieve zorg, maar daar wordt te weinig gebruik van gemaakt. Wellicht dat dit niet bekend is.”

Wantrouwen
Het wantrouwen naar de zorgprofessional moet minder worden. We moeten af van incidentenpolitiek en van de afvinklijstjes. Ook de communicatie met de inspectie kan anders. Er worden lijsten gehanteerd waarin je je als zorgverlener niet goed kan herkennen. Er moet meer ruimte zijn voor dialoog met de inspectie in plaats van dat men zich continu moet verantwoorden naar de inspectie toe. De instrumenten die we nu hebben controleren de verkeerde dingen.”

Kwaliteit meten
Er zullen nieuwe kwaliteitskaders moeten komen. Men moet kunnen weten of een behandeling succesvol was en naar tevredenheid van de patiënt is uitgevoerd, in plaats van of de behandeling heeft plaatsgevonden. Dat wordt nu niet gemeten.”

Incidentenpolitiek
“Incidentenpolitiek moeten we niet doen. Wel moeten we anders omgaan met risico’s. Risico’s bestaan nu eenmaal en dat moeten we accepteren om er vervolgens eerlijk over te zijn.”

Mona Keijzer (CDA):

Tijd voor de patiënt
“Zorg begint met aandacht. Nu gaat er te veel tijd verloren aan papier- en computerwerk. Kwaliteit begint met voldoende tijd. Reorganisatie leidt tot meer regels en dat is het laatste wat we nodig hebben. DBC’s zijn al afgeschaft en heten nu DOT’s. Dat zijn DBC’s op weg naar transparantie, waar men inmiddels al genoeg van heeft. Dit moet dus anders en beter.”

Kosten
“Scheiden van wonen en zorg, waarbij mensen die nu nog in een verpleeghuis zitten hun woonkosten moeten betalen, zal leiden tot reorganisatie, waar de middeninkomens voor moeten betalen. Dat plan van GroenLinks steunen we niet als CDA. We hebben de wet Toelating Zorginstellingen, waar heel snel aan te voldoen is.”

Wantrouwen
“Met het hebben van allemaal hoog opgeleide mensen is het raar dat we vragen om verbeterplannen van zorginstellingen. Doe daarom wat aan het inkoopcircus. Elke regel heeft zijn reden. Het wordt tijd dat we teruggaan naar wat kwaliteit van zorg nu echt is en zo bekijken welke regel moet blijven of worden verwijderd.”

Positie patiënt
De positie van verzekerden en cliëntenraden in zorginstellingen moet worden verbeterd zodat zij meer zeggenschap krijgen. De minister werkt aan dit voorstel van CDA.”

Vrije artsenkeuze
“CDA vindt het onbegrijpelijk dat vrije artsenkeuze ingeperkt wordt.”

Arno Rutte (VVD):

Patiënt centraal
“De patiënt moet samen met de zorgverlener kunnen beslissen wat de juiste behandeling is. Beklemmende regels hierin moeten worden weggenomen. Het moet de norm worden dat bij de opmaak van iedere medische richtlijn wordt meegenomen dat beslissingen moeten worden genomen in samenwerking met de patiënt, en deze dus meer zeggenschap krijgt. We willen zorgverleners rust bieden en daarom moeten er geen grote revoluties gaan plaatsvinden rondom de verzekering. Kleine verbeteringen kunnen daarentegen wel worden gemaakt. Maak ruimte in de richtlijnen om met de patiënt in gesprek te gaan.”

Samenwerken
“Samenwerken leidt tot de beste zorg. Er wordt al heel veel toegestaan en de autoriteit Markt en Consument heeft laten weten dat elke samenwerking in belang van de patiënt wordt goedgekeurd. Ik maak me wat zorgen dat vaak het idee bestaat dat er regels zouden zijn over waarom iets niet mag, terwijl het in de praktijk wel degelijk kan. Er leeft te veel angst.”

Wantrouwen
“We hebben in Nederland een hele goede gezondheidszorg. Dit wordt te vaak vergeten, doordat er zoveel aandacht uitgaat naar de incidenten die plaatsvinden. Er moet meer worden benoemd wat wel goed gaat.”

Karen Gerbrands (PVV):

Bureaucratie
“Veel regels die bij het ministerie liggen kunnen in de prullenbak gegooid worden. Laten we afgaan van het protocol-denken en laten we het gesprek aangaan. Het experiment met regelarme instellingen hebben we al gehad en moet als de sodemieter uitgevoerd worden. Laten we een goed gesprek aangaan met de autoriteit, consument en markt aangaan.”

Samenwerken
“Iedereen mag maar fuseren maar als je wilt samenwerken dan komt het opgeheven vingertje. Juist dat samenwerken is belangrijk. Dan krijg je de beste kwaliteit voor de patiënt.”

Incidentenpolitiek
“Een of twee meldingen kun je zien als incident, maar soms ligt hier toch een structureel probleem achter.”

Vraag 2: Hoe zorgen we voor voldoende zorgpersoneel met de juiste kennis en kunde?

 

Renske Leijten (SP):

Opleidingsfonds
“Veel middelbare scholieren kiezen voor een opleiding in de zorg, maar vallen uit doordat er geen stage is of omdat ze geen vaste baan krijgen. Daarom is er een opleidingsfonds nodig zodat verpleegkundigen zich kunnen specialiseren. We stellen voor om werk in de zorg te behouden. 77000 banen zijn verloren gegaan mede door de flexwet. Laten we zorgen dat de bureaucratie weg gaat, en dat we investeren in meer personeel en het behouden van mensen.”

Schrapwet
“Misschien moeten we gewoon de zorgverzekeraars de deur uit doen. We zitten helemaal niet te wachten op al die gekke polissen. De zorgverlener moet steeds met de neus in de papieren om te kijken of iets wel of niet mag wat betreft het verlenen van bepaalde zorg. Als we dit weghalen dan zou dat de arbeidssatisfactie ten goede komen.”

Numerus Fixus
“Op het moment dat ziekenhuizen moeten bezuinigingen verdwijnt er personeel en daarmee ook stageplekken. Het schrappen van numerus fixus zou daarom een goed idee zijn. We moeten zorgen dat jonge medisch specialisten niet naar het buitenland verdwijnen.”

Innovatie
“Hulpmiddelen die het werk beter, makkelijker en persoonlijker zijn acties waar niemand tegen kan zijn. Het is echter een aparte industrie aan het worden. We zijn geld aan het steken in allerlei apps, terwijl ik liever dat geld zou steken in mensen die mensen helpen, in plaats van apps. We zien vaak initiatieven op gebied van innovatie van onderaf die maar niet verder komen. Laten wij dit verder helpen.”

Linda Voortman (GroenLinks):

Mensen in de zorg houden en aantrekken
“Er verdwijnen banen in de zorg en daardoor neemt de werkdruk toe. Wij zijn voor investeren in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg. We kijken ook naar kwaliteit, waardoor wij bij- en nascholing heel belangrijk vinden. Wij zorgen ervoor dat mensen in de zorg kunnen werken door medisch specialisten in loondienst komen. Het is belangrijk om goed naar de lange termijn te kijken. We willen de norm rondom het manifest van Hugo Borst halen: op 8 hulpbehoevende ouderen moeten twee hulpverleners komen. Kennelijk hebben sommige partijen hier lak aan. Het is ook belangrijk dat alle uitzendkrachten ook ‘zeker’ werk kunnen krijgen. Het moet aantrekkelijk worden om mensen in vaste dienst te nemen.”

Schrapwet
“We zijn ook voor een schrapwet, maar we moeten wel uitkijken welke regels hierbij van pas komen. Sommige regels zijn er ook om de patiënt rechten te geven.”

Innovatie
“Innovatie kan persoonlijke zorg niet vervangen maar kan wel zorgen voor meer eigen regie voor de patiënt. We moeten kijken op welke manier we innovatie kunnen inzetten in het voordeel van mensen.”

Pia Dijkstra (D66):

Carrière maken in de zorg
“Er is een groot tekort en hier maken we ons grote zorgen over. Daarom maken wij geld vrij voor meer handen aan het bed. Om personeel te behouden in de zorg, is het belangrijk dat werknemers carrière kunnen maken. Zij moeten hiervoor de mogelijkheid krijgen om bij- en nascholing te kunnen volgen. We moeten inzetten op het behouden van personeel en zorgen dat het werk aantrekkelijker wordt. We moeten werknemers in de zorg ontlasten. Het is belangrijk dat je hetgeen waar je voor bent opgeleid kunt uitvoeren in de praktijk. Nu is het vaak zo dat je helemaal niet aan het werk toekomt wat je eigenlijk graag had willen doen. We moeten daarom meer mensen aantrekken naar de zorg zodat er uiteindelijk meer handen zijn, en er dus tijd vrijkomt om dit wel te doen. We moeten naar de langere termijn gaan kijken. We wisten wat de demografische ontwikkeling zou zijn en 20 jaar geleden wisten we al dat we onderbezettingsprobleem zouden krijgen. Ik heb toen een workforce voorgesteld maar ja….”

Innovatie
“Maar we gaan het met bovenstaande alleen niet redden. We moeten veel meer inzetten op E-health en robotisering. Daar hoeft men niet bang voor te zijn; er wordt hiermee ruimte gecreëerd om de menselijke maat weer terug te brengen als men de robot praktische zaken laat doen en de zorgverlener zo meer tijd te geven om daadwerkelijk aandacht te geven aan de patiënt.”

Schrapwet
“Zorgverleners moeten zelf aangeven welke regels er geschrapt kunnen worden. Zij weten dit het beste.”

Numerus fixus
“We moeten wat doen aan de stageplekken; die moeten zijn inbegrepen in elke zorgopleiding. Daarom moet de numerus fixus verdwijnen. Ook moet er meer goede begeleiding komen voor stagiaires.”

Innovatie
“Appartement van de Toekomst is een mooi voorbeeld. Er wordt gesignaleerd als er iets mis gaat – veel eerder dan als je moet wachten tot er weer eens een zorgverlener langs komt.”

Kees van der Staaij (SGP):

“Geen reclame maken over dat je snel geld kunt verdienen in de zorg. Wat wel werkt is tijd geven voor wat mensen graag willen; aandacht geven aan de patiënt. Daarom wordt er de schrapwet rondom regelgeving in de zorg voorgesteld. Het werk wordt vergald door de bureaucratie en dan hoor ik steeds dat we daar iets aan moeten doen, terwijl ik slechts nieuwe wetten zie komen waardoor de regeldruk alleen maar toeneemt. Numerus fixus loopt vast op stageplekken; we moeten zorgen voor genoeg stageplekken.”

Innovatie
Innovatie is belangrijk om te stimuleren. Het is een uitdaging om uitvindingen door vertaald te krijgen. Implementatie van innovaties leidt tot problemen doordat het veel geld kost, en door regelbelemmering. Mantelzorgers kunnen ontlast worden door innovatie.”

Karen Gerbrands (PVV):

“Meer collega’s, minder bureaucratie, minder management…dan kun je aandacht geven aan de patiënt. Investeren dus! Weg met de managers, weg met de overheid, weg met de bureaucratie. (zwaait). Managers moeten, desnoods met behoud van salaris, de werkvloer weer op. Ik ben de uitvinder van de schrapwet. Er moet geïnvesteerd worden op het personeel, dus er moet geld bij. Innovatie mag nooit ter vervanging zijn van zorg.”

Vraag 3: Hoe organiseren we de zorg op de juiste plaats?

De introductiefilm liet het volgende zien: Mensen liggen nu lang in het ziekenhuis omdat er geen plaats is in het verpleeghuis of elders is. Zorgverleners en zorgaanbieders proberen samen te werken om de patiënt centraal te zetten. Hiervoor moet de klassieke schotten tussen 1e, 2e en 3e lijn verwijderd worden. Maar dit is makkelijk gezegd dan gedaan. Andere belangen dan die van de patiënt, regels, financiering en cultuurverschillen belemmeren echte vernieuwing en goede communicatie.

Kees van der Staaij (SGP):

Oliemannetjes
“De wens van de patiënt moet leidend zijn voor de bepaling van waar het geld naar toe gaat. Soms kunnen patiënten niet naar waar ze heen willen omdat het niet kan vanwege het budgetplafond. We moeten oliemannetjes hebben die schotten doorbreken die het regelen voor de patiënt waar die patiënt wenst naar toe te gaan. Die oliemannetjes moeten het laatste redmiddel zijn.”

Regie
“Goede uitwisseling van informatie moet wettelijk geregeld worden. Het is essentieel om te zorgen dat patiënt niet tussen wal en schip valt. De regie ligt allereerst bij de patiënt. Daar moet meer aandacht naar toe.”

Renske Leijten (SP):

Verzekering
“We moeten hetzelfde belang hebben in de zorg. De winstuitkering van de zorg is nu geblokkeerd. Wat is het echte verhaal van de zorgverzekeraars? We kunnen pas zaken doen als we echt weten wat de belangen zijn. De kaarten moeten open. Wat er achter de schermen gebeurd beïnvloedt de zorg van de patiënt. Die lobby moet openbaar worden.”

Verzorgingshuizen
“Wij hebben geld gereserveerd om de verzorgingshuizen weer te openen, waardoor de druk van ziekenhuizen kan worden verlicht.”

Oliemannetjes
“Ik ben ook voor de oliemannetjes, want alleen het openhouden van verzorgingshuizen is niet de oplossing. Er moet breder gekeken worden.”

Regie
“Waarom moeten wij beslissen waar de regie ligt? Het maakt mij oprecht niet uit of het nou een verpleegkundige, een specialist, of een huisarts is die voor een zieke patiënt zorgt, zolang het maar gebeurt! Dan heb je randvoorwaarden en regie in een – het gaat om vertrouwen. We zijn helemaal gek geworden met al die bureaucratie met alles verantwoorden. Zo blijven patiënten maar in het ziekenhuis liggen. Geef professionals de ruimte om te doen wat ze nodig hebben. Geen indicaties vooraf. Vertrouw verzekeraars als zij zeggen dat iets nodig is.”

Marith Volp (PvdA):

Onduidelijkheid
“Te vaak is het niet duidelijk waar iemand de juiste zorg kan vinden. We willen veel inzetten op eerstelijns verblijf, daar kan men herstellen en kan gekeken worden of iemand naar huis kan of dat er een andere plek te vinden is. We hebben te veel schotten tussen de zorg. Het gaat erom dat er een plek is voor patiënten om te revalideren. Het budget is nu vaak een probleem. De pot met geld moet veel meer patiënt-volgende zijn.”

Indicatie
“We moeten zorgen dat we niet maar eindeloos wachten op een indicatie. Die indicatie komt wel… maar het duurt zes weken en daar moeten we niet op gaan zitten wachten.”

Regie
“Er wordt door gemeentes al heel goed bekeken wat er nodig is. Samenwerking met zorgverzekering is nog een punt van zorg. Daar waar het wel lukt is dit in het belang van de patiënt. Er wordt gekeken naar wat er nu nodig is, maar het zou mooi zijn als er van tevoren wordt nagedacht. Je moet niet alleen uitgaan van welk aanbod er is, maar ook van wat de wens van de patiënt is voor de komende periode. We willen samenwerking in de eerste lijn stimuleren. De zorgverlener zal tegen de zorgverzekering moeten zeggen: Dit is de zorg die wij willen leveren in het belang van de patiënt, dus dit is de zorg die je moet contracteren. De eerste lijn kent de patiënt vaak goed, waardoor dit dus pro-actief geregeld kan worden.”

Leonie Sazias (50plus):

Verzorgingshuizen
“Bezuinigingen zijn veel te snel gegaan. De verzorgingshuizen die nu nog open zijn moeten open blijven en misschien uitbreiden zodat men hier kan revalideren, waardoor dit niet meer in een ziekenhuis hoeft. Hier moet de regie liggen bij de huisarts en bij de wijkverpleegkundige om integraal te bekijken waar de beste plek is – als deze keuze er überhaupt is. Er zijn te veel belanghebbenden, daarom moeten de zorgverzekeraars uit.”

Regie
“De regie hoort te liggen bij de patiënt en familie. Er moet plek zijn waar men terecht wil. Soms zal dat een kwestie van investeren zijn.”

Mona Keijzer (CDA):

Onduidelijk
“Veel problemen ontstaan nu door te snelle hervormingen, door het over de schutting te gooien naar de gemeentes. Dit is veel te onduidelijk voor patiënten, waardoor het lastig is om de juiste zorg te vinden.”

Zorgverzekering
“Zorggeld moet naar de zorg en niet naar de zorgverzekeraars. De plaatsen voor de patiënten zijn er wel maar als er geen contract is, kan men niet terecht. Informeer mij, arts, over deze casussen, dan kan ik de Kamer inlichten.”

Thuis wonen
“Hoe het nu gaat, kan echt niet. Natuurlijk willen we dat mensen lang thuis wonen. Er moet voldoende steun en zorg zijn voor kwetsbare mensen die thuis zijn. CDA stelt in haar plannen hier geld voor vrij.”

Regie
“Waar toe zijn wij op aard? Waarom bent u ooit in de zorg gegaan? Omdat u wilde zorgen. Dan sluit je automatisch aan wat mensen willen. Zorgverzekeraars, het was de bedoeling dat u een maatschappelijke onderneming zou gaan worden – daar past geen winstuitkering bij!”

Vraag 4: In hoeverre zou de overheid moeten ingrijpen in de leefstijl van burgers?

Marith Volp (PvdA):

Gezondheidsverschillen
“Ik vind het van belang dat we als overheid ingrijpen. Als ze gaan doen alsof gezondheid een vrije keuze is, dat is niet zo. Want we zien zijn verschillen tussen opleidingsniveaus en op postcode. Het is nodig om als overheid onze verantwoordelijkheid te nemen. We hebben een morele plicht.”

Verzekering
“Ik ben blij dat de PvdA wil investeren in effectieve preventie in het basispakket. Het is gek dat er nu een drempel is voor de diëtist terwijl een maagbandje wordt vergoed. Dit lost het probleem niet op.”

Roken
“We willen inzetten op extra rookontmoediging. Daarnaast willen we goede zorg in de wijk omdat je dan kunt zien wat er nodig is. We zagen net afschrikkende plaatjes maar we weten dat 7-jarigen al de merknamen kennen van het rookwaar dus dat moet echt onder de toonbank, want ze moeten daar echt niet mee in aanraking komen. We moeten geen korte termijn effect verwachten, dat is naïef. Het gaat van generatie op generatie dus we moeten het langzaam doorzetten. We betalen allemaal voor die zorgkosten en die moeten omlaag. Ik wil dat jongeren hun hersencellen behouden want dan maken ze goede carrière en dat levert geld op via de belasting. Het startjaar van roken zien we al stijgen, wat al aanzienlijk scheelt in hersencellen.”

Carla Dik-Faber (ChristenUnie):

Eigen verantwoordelijkheid
“Jouw gezondheid is jouw eigen verantwoordelijkheid. Maar jouw gezondheid raakt ook de volksgezondheid en de gezondheidskosten.”

Roken
“Ik vind het belangrijk dat er een rookvrije generatie opgroeit en dat het aantal verkooppunten worden teruggedrongen.”

Niet vrijblijvend
“Ik vind dat we regelmaten moeten treffen die niet vrijblijvend zijn. Zoals een display-ban en ik zou nog verder willen gaan; verbied bijvoorbeeld de verkoop van tabak, behalve in tabakspeciaalzaken.”

Pia Dijkstra (D66):

Overheid moet faciliteren
“D66 wil gezondheid beschermen en mensen motiveren om gezond te leven. We willen hiermee beginnen met het stimuleren van gezonde voeding en beweging op scholen. Het gaat om actief informeren door de overheid. We kunnen niet ingrijpen achter de voordeur, maar we kunnen wel preventieprogramma’s vergoeden. Ik ken een sportschool waar diabeten sporten waardoor ze van hun insulinespuiten afkunnen. We moeten zorgen dat ze na een paar jaar niet terugvallen. Het initiatief van zo’n sportschool moeten we als overheid steunen. Als je voldoende bevlogen bent binnen de zorg, dan kan door zorgverleners gestimuleerd worden.”

Roken
“We willen ook een rookvrije generatie maar we moeten ook kijken welke maatregelen echt effectief zijn.”

Arno Rutte (VVD):

“Wat ik eet en hoe ik eet, daar heeft de overheid niks mee te maken. De overheid hoeft niet mijn vrijheid en privacy af te nemen. We moeten wel kijken hoe we mensen kunnen verleiden om gezonder te leven. De gezondheidsverschillen qua opleiding zijn er. Maar wat moeten we doen om die moeilijke doelgroep te bereiken? We hebben al allerlei maatregelen, zoals een suikertax of vettax, maar dit werkt totaal niet. We weten niet hoe we die doelgroep moeten bereiken, daar is erg weinig over bekend. Verplichten hoeft ook niet, want het rijksvaccincatieprogramma is niet verplicht, toch laat bijna iedereen dit doen.”

Leonie Sazias (50plus):

“Gezondheid is altijd de verantwoordelijkheid van de mens zelf, maar het belang daarvan moet in de haarvaten van de samenleving zitten. Daarom zijn wij ook voor preventieprogramma’s die door de overheid gefaciliteerd worden en voor extra informeren op scholen. Er zijn ook nog andere opties. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het verhogen van btw op suikerhoudende producten.”

Vrijblijvend
“De overheid kan geen gezonde levensstijl verplichten, maar kan bijvoorbeeld wel zorgen dat er geen kroketten op school worden verkocht. Ook moet er binnen het curriculum op scholen meer aandacht komen voor hoe je gezond kunt leven. We zetten ons in voor ouderen en we maken ons hard voor het vaccinatieprogramma.”

Tandarts
“Wij willen dat de tandarts weer in het basispakket komt, want veel mensen lopen met een slechts gebit rond en daar kun je ook heel erg ziek van worden.”

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van Het Grote Zorgdebat

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ondernemen, Opinie, Wet- en regelgeving
Mondverzorging: de evolutie en het verschil tussen mannen en vrouwen

Mondverzorging: de evolutie en het verschil tussen mannen en vrouwen

De mens is de enige diersoort die niet zonder dagelijkse mondverzorging kan. Dat vereist gewoontegedrag wat moeilijk aan te leren en vol te houden is. Wat hierbij goed werkt is het wijzen op de sociale gevolgen van een ongezonde mond. Vrouwen zijn meer dan mannen alert op een slechte adem. Ook wijzen zij een potentiële partner af wanneer deze uit zijn mond ruikt.

Evolutie
Het gebit is het meest robuuste onderdeel van het lichaam. Fossielen van tanden en kiezen zijn heel belangrijk voor inzicht in de evolutie van de mens. De hoektanden vallen op in de evolutie want die werden al heel snel veel kleiner. Dat wijst waarschijnlijk op vermindering van agressieve competitie tussen mannen.

Samenwerking tussen mannen werd steeds belangrijker om roofdieren te weren en om te jagen. De ontwikkeling ging van promiscuïteit naar paarvorming waarbij mannen betrokken raakten bij de ouderlijke zorg. Daarbij werd de juiste partnerkeuze belangrijker en werd er meer gelet op goede genen en gezondheid. Voorheen draaide het enkel om seks en dus om ‘scoren’. “Sommige mannen doen dit nog steeds en kunnen hiermee ver komen, zoals we bij zagen bij de verkiezing van Trump”, grapte Buunk.

Afname van variëteit in mondbacterieën
Om de gezondheid van een ander te bepalen is het heel zinvol af te gaan op het gebit en dat heeft alles te maken met het robuuste karakter van het gebit. Ook de verandering van voedselinname had invloed op het gebit. Er is een afname van de variëteit in mondbacteriën en dat betekent dat de mond nu minder in staat is om allerlei ziektes tegen te houden dan de mond van onze voorouders. De hedendaagse mens heeft ook meer onregelmatigheden en crowding in het gebit. Door al deze veranderingen heeft de mond steeds meer structurele zorg nodig. Volgens Buunk is onze mond steeds lelijker geworden. Gelukkig zijn er wel allerlei tandheelkundige beroepen om de mond te verfraaien.

Buunk denkt dat er een aangeboren evolutionair bepaalde neiging is om te letten op de kwaliteit van het gebit van een ander. Het vreemde is dat er erg veel onderzoeken zijn gedaan naar partnerkeuze maar dat er hierbij vrijwel geen aandacht besteed is aan de mond.

Beoordeling gebit

Er is onderzoek gedaan naar tanden waarbij iedere proefpersoon een foto van een man of een vrouw en hun gebit moest beoordelen. Op een foto was crowding, diastemen of een normale stand te zien en de foto’s varieerden tevens in  kleur: een natuurlijke kleur, een geel gebit of een gebleekt gebit. Het effect op de beoordeling van de aantrekkelijkheid werd gemeten. De normale stand werd in het algemeen het beste beoordeeld, de crowding wat minder en die met de diastemen als minste. Bovendien bleek dat de kleur heel belangrijk was. De natuurlijke kleur werd als meest aantrekkelijk beoordeeld, gebleekt iets minder aantrekkelijk en geel allerminst aantrekkelijk.

Dus mensen met diastemen en ook nog gele tanden doen het het slechtst op de liefdesmarkt.

Uit onderzoek blijkt verder dat vooral vrouwen op de mooiheid van hun gebit worden beoordeeld. Dat heeft er mee te maken dat voor mannen een vrouw eerder een potentiële partner is en voor vrouwen eerder een potentiële concurrent. Vrouwen kunnen onderling daarom buitengewoon venijnig zijn, terwijl mannen eerder sportief omgaan met hun onderlinge concurrentie.

Missende tanden
Het effect van het missen van een of enkele boventanden op de beoordeling van een persoon van het andere geslacht is heel groot. Een missende tand is al genoeg om uitgeschakeld te worden als potentiele partner.

“Investeer niet in een datingbureau maar in een implantaat bij het missen van een voortand”, aldus het verstandige advies van Buunk, wat grinnikend ter ore werd genomen.

Inschatten gezondheid
Ook schaalt men de gezondheid van iemand die een enkele tand of meer mist laag in. Vaak  denkt men ook dat iemand een stuk minder intelligent is als hij of zij een of meerdere voortanden mist. Ook is gebleken dat we iemand met een of meerdere missende voortanden soms minder vertrouwen.

Belang van mondgezondheid in sociale interactie
Buunk en zijn vrouw Yvonne Buunk-Werkhoven hebben onderzoek gedaan naar halitose bij 1466 volwassenen. Er werd onderzocht wat het belang is van de mondgezondheid bij afwijzing van een partner en het belang van de mondgezondheid in sociale interactie in het algemeen.

Wat zijn nu de meest afstotelijke dingen die bepalend zijn voor de partnerkeus? Het allerergste vinden we een vieze lichaamsgeur, ten tweede halitose en ten derde een lelijk gebit. Pas daarna komen smakeloze kleren, overgewicht, een onaantrekkelijk gezicht, een slecht figuur, een lage opleiding, weinig geld en een andere sociale achtergrond.

Angst voor afwijzing wegens halitose
Niet enkel jongeren vinden persoonlijke hygiëne belangrijk maar ouderen zeker ook. Ouderen zijn veel vaker van plan om hun gebit op de juiste wijze te verzorgen dan jongeren. Vrouwen zijn ten opzichte van mannen eenvoudiger te motiveren tot goede mondzelfzorg. De vrees om als partner afgewezen te worden op basis van de mondgeur is ook voor ouderen een goede motivator om hun gebit goed te verzorgen.

De angst om afgewezen te worden wegens halitose is behoorlijk aanwezig, sterker dan de angst om afgewezen te worden op basis van een slecht of lelijk gebit.

Wederom ligt deze angst bij ouderen het hoogst. Jongeren zijn zich wel het meest bewust ervan dat anderen letten op hun gebit en ze zijn bezorgd om sociale afwijzing wegens een slecht gebit, maar ze laten zich hierdoor niet leiden in hun keuze om hun gebit wel of niet goed te verzorgen.

Prof. dr. Abraham (Bram) P. Buunk is sociaal psycholoog en werd in 2005 benoemd tot Akademiehoogleraar namens de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Behalve honorair hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen, is hij ook hoogleraar Sociale en Organisatiepsycholoog aan de University of Curaçao. Hij doet veel internationaal onderzoek en publiceerde over tal van toegepaste sociaal psychologische onderwerpen, waaronder succesvol ouder worden, kwaliteit van leven bij kankerpatiënten, partnerkeuze, jaloezie, huwelijksproblemen, burn-out en Aids-preventie. Hij richt zich nu primair op de evolutionaire benadering van menselijk gedrag. In 2010 verscheen zijn boek Oerdriften op de werkvloer en in 2014 Applying Social Psychology: From Problems to Solutions.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, van de lezing van prof. dr. A.P. Buunk tijdens het NVM-Philips pre-congres 2016.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Halitose (slechte adem), Kennis, Thema A-Z
mondhygiëne

Parodontitis: mondhygiëne, gebitsreiniging & flapoperatie

Tandplak op de tanden en kiezen veroorzaakt een ontsteking in de rand van het tandvlees. Zo’n tandvleesontsteking heet gingivitis.

De ontsteking kan zich uitbreiden van de tandvleesrand naar het daaronder gelegen kaakbot. Daardoor gaat kaakbot rondom de tanden en kiezen verloren. Uiteindelijk kan er zoveel kaakbot verdwijnen dat de tanden en kiezen los gaan staan en tenslotte uitvallen. Deze vorm van tandvleesontsteking heet parodontitis. Tijdige behandeling kan het verlies van tanden en kiezen voorkomen.

Deze brochure vertelt u meer over parodontitis en laat zien hoe parodontitis kan worden opgespoord en behandeld.
De volgende onderwerpen komen onder andere aan bod:

  • Gezond tandvlees
  • Gingivitis
  • Parodontitis
  • Gevorderde parodontitis
  • Onderzoek en behandelplan
  • Mondhygiëne
  • Professionele gebitsreiniging
  • Herbeoordeling
  • Flap-operatie
  • Na de flap-operatie
  • Gevolgen van de behandeling
  • Beperkingen in de behandeling
  • De nazorg
  • En nog veel meer…

Verder treft u in deze folder ook informatie aan omtrent de flapoperatie.

 

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
pardontitis

Parodontitis: mondhygiëne en gebitsreiniging

Tandplak op de tanden en kiezen veroorzaakt een ontsteking in de rand van het tandvlees. Zo’n tandvleesontsteking heet gingivitis.

De ontsteking kan zich uitbreiden van de tandvleesrand naar het daaronder gelegen kaakbot. Daardoor gaat kaakbot rondom de tanden en kiezen verloren. Uiteindelijk kan er zoveel kaakbot verdwijnen dat de tanden en kiezen los gaan staan en tenslotte uitvallen. Deze vorm van tandvleesontsteking heet parodontitis. Tijdige behandeling kan het verlies van tanden en kiezen voorkomen.

Deze brochure vertelt u meer over parodontitis en laat zien hoe parodontitis kan worden opgespoord en behandeld.
De volgende onderwerpen komen onder andere aan bod:

  • Gezond tandvlees
  • Gingivitis
  • Parodontitis
  • Gevorderde parodontitis
  • Onderzoek en behandelplan
  • Mondhygiëne
  • Professionele gebitsreiniging
  • Herbeoordeling
  • Gevolgen van de behandeling
  • Beperkingen in de behandeling
  • De nazorg
  • En nog veel meer…

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
mondverzorging

Mondverzorging een bewuste keuze

De mond wordt de gehele dag gebruikt, zowel bewust als onbewust: om te spreken, eten, voor het tonen van affecties, emoties of voor het bespelen van een muziekinstrument. Het gebit draagt bij aan een persoonlijke uitstraling en bepaalt voor een belangrijk deel het uiterlijk. Reden genoeg om er voor te zorgen dat de mond en het gebit gezond blijven.

Bestellen bij NVVP

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
tandvlees

Uw tandvlees gaat in rook op

Deze folder gaat over de gevolgen van roken voor uw tandvlees. Met informatie over de invloed van roken op uw mond hopen wij u extra motivatie te geven om (weer) na te denken over het stoppen met roken.

Bestellen bij NVVP

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
mondspoelmiddel

Is een Mondspoelmiddel iets voor mij?

Er zijn voor de consument diverse middelen te koop die een goede dagelijkse mondhygiëne kunnen ondersteunen.

Onderzoek wijst uit dat er spoelmiddelen zijn die onder andere kunnen helpen om de tanden sterker te maken, om tandplak te verminderen, om tandvleesontstekingen te remmen en de mondhygiëne te verbeteren. Met de informatie uit deze folder kunt u bepalen of het gebruik van mondspoelmiddelen iets voor u is en welke voor u het meest geschikt is.

 

Lees meer over: Kennis, Patiëntenfolders volwassenen
hoofdhalskanker

IMRT grote hulp bij hoofdhalskanker

Onlangs promoveerde Marije Vergeer bij het VUmc, door aan te tonen dat ‘intensity modulated radiotherapy’ (IMRT) leidt tot minder bijwerkingen en een verhoogde precisie bij radiotherapie, bij patiënten die kampen met hoofdhalskanker.

Hoofdhalskanker
In vele gevallen gaat bestraling van hoofdhalskanker samen met een groot aantal bijwerkingen, waarvan velen blijvend. Ook keert de ziekte vaak terug, ondanks vele uitgebreide behandeling, bestaande uit operaties en operatie- en chemotherapie.

Minder bijwerkingen door IMRT
Vergeer heeft nu aangetoond dat er een bestralingstechniek bestaat die voor minder bijwerkingen zorgt, namelijk IMRT. Er zijn ook tekenen dat deze techniek tot een betere tumorcontrole leidt. Ook bleek uit het onderzoek dat bij IMRT het gedeelte van de hals dat niet is aangetast buiten het bestralingsveld kan blijven. Op langere termijn zorgt ook dit voor minder bijwerkingen.

Bron:
VUMC

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
praktijkoverdracht

Praktijkoverdracht: Wat komt er allemaal bij kijken?

Als u uw tandartsenpraktijk wilt overdragen aan een collega, zijn er veel zaken waar u op moet letten. Een overzicht van de belangrijkste punten bij praktijkoverdracht.

Verslag van de presentatie van Harry Korver (specialist praktijkadvies KNMT) tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT op 20 januari 2017. Deze presentatie ging over de overdracht van een tandartsenpraktijk aan een collega. Bij overdracht aan een keten moet er met andere zaken rekening worden gehouden.

Situatie op dit moment
Op dit moment gaat een relatief groot aantal tandartsen stoppen met hun praktijk. Dit komt door de scheve leeftijdsopbouw onder tandartsen (er zijn relatief veel oudere tandartsen) en de economische situatie van de laatste jaren. Veel tandartsen hebben om financiële redenen het beëindigen van de praktijk uitgesteld. Er zijn nu ongeveer 260 ‘stoppers’ per jaar, terwijl er maximaal 243 tandartsen per jaar afstuderen. Daarbij komt dat oudere tandartsen vaak 2000 à 2500 patiënten hebben, maar jonge tandartsen meestal minder. Er is dus over het algemeen een schaarste in opvolgers, hoewel dit per streek verschilt. Een oplossing hiervoor zou de instroom van buitenlandse gediplomeerden kunnen zijn, maar dit komt nog niet erg van de grond.

Veranderingen in de markt
In de tandartsenmarkt zijn een aantal ontwikkelingen gaande. Zo wordt het percentage vrouwelijke tandartsen steeds groter. In de groep onder de 30 jaar is 66% vrouw, tegenover 13% in de groep 60-64 jaar. Nu is nog 60% van de tandartsen solist, dus (alleen) eigenaar van de praktijk. Deze tendens is echter dalende. Er wordt steeds vaker in teamverband met meer behandelkamers gewerkt. De overgang tussen kleinschalige en grootschalige praktijken ligt bij drie behandelstoelen. 42% van de praktijkhoudende tandartsen heeft drie of meer stoelen.

Ook komen er meer ‘concept-praktijken’ van professionele organisaties, die meer differentiaties in huis hebben. Solisten blijven echter ook bestaan. In het westen van het land, met name in Amsterdam, stijgt de opbrengst per patiënt; het aantal patiënten per behandelkamer daalt daar dus. In het oosten van het land daalt juist de opbrengst per patiënt.

Overnametraject
Tijdens een overnametraject moet er veel geregeld worden. De KNMT Checklist Praktijkoverdracht (te downloaden van de website van de KNMT) geeft een overzicht van wat er allemaal moet gebeuren.

Belangrijk is om te bedenken of je een geleidelijke overdracht wilt of een overdracht in één keer. Een geleidelijke overdracht is alleen mogelijk als de praktijk groot genoeg is: uw opvolger kan dan al in de praktijk komen werken.

U moet duidelijke afspraken maken over de termijn waarop de definitieve overdracht plaatsvindt, bijvoorbeeld twee jaar. Een ‘openeinderegeling’ is zeker niet aan te raden. Na de overdracht kunt u in de praktijk blijven werken, maar uw rol is dan wel anders omdat u geen eigenaar meer bent. U moet u van te voren afvragen of u dat wel wilt en kunt.

Propositie: wat biedt u aan?
Bij de aanbieding van uw praktijk maakt u een lijstje à la Funda: aantal behandelkamers, aantal patiënten, werknemers, wat u buiten de normale behandelingen doet (bijvoorbeeld orthodontie), enzovoort.

Ook de omgevingsfactoren zijn van belang. Zit u in een krimp- of groeiregio? Is er concurrentie in de buurt? Is er een vestiging van een professionele organisatie in de buurt?

Zorg dat de praktijk klaar voor verkoop is. Niet-goed werkende apparatuur moet vervangen worden. Arbeidsovereenkomsten, vergunningen, contracten en financiële informatie moeten in orde en voorhanden zijn.

Waardebepaling
Wat een tandartsenpraktijk waard is, hangt af van bovengenoemde punten en hoeveel interesse er voor is. Huisvesting is een belangrijke factor. Bij een praktijk aan huis kan de waardeontwikkeling van het pand een probleem bij de verkoop zijn. De opbrengst van de praktijk moet voldoende zijn om het pand te financieren. Is dat niet het geval, dan moet de mogelijkheid onderzocht worden om de praktijk te verplaatsen naar een andere locatie.

De waardebepaling kan door een gespecialiseerd taxatiebureau worden uitgevoerd. Voor het berekenen van de goodwill is geen vaste norm. Er wordt meestal gekeken naar de winstverwachting van de praktijk. In de praktijk kan de goodwill variëren van 0 tot 40%.

Verder zijn onder andere van invloed op de praktijkwaarde: behandelapparatuur, technische apparatuur, behandelruimtes en wachtruimte.

Overdracht
Als er een overnamekandidaat is, kunt u het beste eerst zonder adviseur erbij met elkaar afspreken. U kunt elkaar dan aftasten om te kijken of u op één lijn zit. Het onderhandelen begint pas later. Als er overeenstemming is bereikt over de overname, moet dit in een overeenkomst vastgelegd worden.

Het personeel is een belangrijk onderdeel bij de onderhandelingen. Met de overdracht van het personeel gaat ook de verplichting tot een transitievergoeding over op de opvolger.

Belangrijk aandachtspunt bij de overdracht wordt gevormd door de patiëntendossiers. U mag alleen kopieën van patiëntendossiers overdragen als de patiënten daar geen bezwaar tegen hebben. U moet ook afspraken maken over nagekomen klachten van patiënten.

Verslag door Yvette in ‘t Velt voor dental INFO van de lezing van Harry Korver (specialist praktijkadvies KNMT) tijdens het seminar over praktijkoverdracht van de KNMT op 20 januari 2017.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Management, Ondernemen
smile design

Digitale fotografie en Smile Design

Ontwikkelingen in de esthetische tandheelkunde hebben geleid tot betere resultaten, maar ook tot hogere verwachtingen van onze patiënten. Paul de Kok liet zien hoe digitale fotografie en Smile Design helpen om het esthetisch behandelplan vooraf inzichtelijker maken.

Verslag van de lezing van Paul de Kok, restauratief tandarts en docent indirecte restauratieve tandheelkunde aan ACTA.

Paul de Kok liet een viertal zeer concrete esthetische casussen zien en gaf aan welke digitale technieken daarbij van pas kunnen komen. Ook vertelde hij waarom digitale fotografie- en filmtechnieken absoluut onmisbaar zijn in de esthetische tandheelkunde.

Kijk naar de patiënt
In de eerste casus liet De Kok een, mogelijke fout zien die gemaakt kan worden als een behandelaar zich te veel op modellen focust maar vergeet te kijken naar de patiënt. De mevrouw in kwestie had namelijk een asymmetrie van haar incisale lijn ten opzichte van haar pupillijn. De mooie setup op het model gaf letterlijk een vreselijk gezicht en met een gezichtsfoto aan het laboratorium had dit simpelweg voorkomen kunnen worden.

pupillijn

Tips voor mondfotografie
Dit was dan ook een ezelsbruggetje naar wat theoretische uitleg over mondfotografie.
De Kok gaf deze tips:

  • Licht is cruciaal bij mondfotografie en dit kan beïnvloed worden door drie factoren, te weten; diafragma, ISO en sluitertijd.
  • Een kleiner diafragma geeft meer scherptediepte maar ook weer minder licht. (F25 voor intra-oraal, F9 voor extra-oraal))
  • De ISO waarde is de lichtgevoeligheid van de film, waarmee de foto weer lichter gemaakt kan worden. (ISO 100 of 200)
  • Tenslotte wordt de hoeveelheid licht ook door de sluitertijd bepaald, maar hoe langer de sluitertijd, hoe meer risico op een bewogen foto (1/200). Uiteraard komt daar dan weer bij dat je doormiddel van flash en/of indirect licht zoals in een fotostudio, bij zult moeten belichten.
    De Kok kiest zelf doorgaans voor een zogenaamde twin-light flash om meer structuur en diepte te zien.

Digital Smile Design
Na het vertellen over mondfotografie maakte hij een bruggetje naar Digital Smile Design. Want met Digital Smile Design kunt u, met de gemaakte foto’s, zowel een plan als ook een prognose doen over hoe het eindresultaat eruit zal zien. Vervolgens kunt u dan terug rekenen hoe de opstelling moet worden.

De Kok waarschuwde daarbij gelijk om de patiënt niet al te veel beloftes te doen: het blijft namelijk een “digitale” proefopstelling.

digitale tandheelkunde

Natuurlijk is hier speciale software voor, maar gebruik van het simpele Keynote presentatie programma en het trekken van wat referentielijnen over de foto’s kan ook voldoende zijn. De Kok illustreerde dit aan de hand van de overige casussen.

Een bekende one-liner die de noodzaak van fotografie in de esthetische tandheelkunde mooi samenvat is: “If it’s good case, than show me the face”.

Paul de Kok studeerde tandheelkunde aan ACTA en is erkend restauratief tandarts bij de Kliniek voor Parodontologie Amsterdam (KvPA), waar hij op verwijzing patiënten met restauratieve en esthetische problemen behandelt. Daarnaast is Paul als docent indirecte restauratieve tandheelkunde verbonden aan de afdeling Orale Functieleer van ACTA en doet hij onderzoek bij de afdeling materiaalkunde. Paul geeft nationaal en internationaal lezingen op dit vakgebied.

 Verslag door tandarts Daniel Joffe, voor dental INFO van de lezing van Paul de Kok tijdens het congres Digitaal in de tandartspraktijk van Bureau Kalker

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Röntgen | Digitale tandheelkunde, Thema A-Z
Nieuwe patiënten voor uw praktijk

Meer nieuwe patiënten voor uw praktijk met deze gesprekstips

Wilt u meer nieuwe patiënten voor uw praktijk? Dat begint met de juiste communicatie tussen u en uw patiënten. Lees de tips voor een slim communicatieplan.

– Gebruik uw lichaamstaal
Zorg ervoor dat u en uw team achter uw behandelingen en producten staan. Dit beïnvloedt namelijk uw lichaamstaal en de toon van uw stem. Deze elementen maken meer dan 70% uit van uw communicatie. Een goed gesprek bestaat dus uit meer dan de juiste woorden.

– Wees voorbereid
Als uw patiënt vragen of twijfels heeft, is het belangrijk dat u daar op in kunt spelen. Maak daarom met uw team een lijst met:

  • Vragen die patiënten kunnen stellen
  • Bezwaren die patiënten zouden kunnen hebben
  • Vijf voordelen van uw praktijk
  • Vijf redenen waarom patiënten zich zouden moeten inschrijven bij uw praktijk

Gebruik deze lijst als geheugensteuntje.

– Stel de juiste vragen
Gebruik vragen, zoals:

  • Wat vindt u van de praktijk?
  • Als u tevreden bent, kunnen we u dan inschrijven bij onze praktijk?

Zeg niet: ‘Wilt u zich misschien inschrijven bij onze praktijk?’. De kans is groot dat de patiënt dan nee zegt. Zeg ook nooit: ‘U kunt er gerust even over nadenken’. Daarmee bedoelt u namelijk: schrijf u vandaag niet in.

– Oefen
Oefen het gesprek over inschrijven een paar keer, zo krijgt u er handigheid in.

– Andere communicatiemiddelen
Naast het gesprek in uw praktijk, kunt u ook andere communicatiemiddelen overwegen, zoals:

  • Website voor uw praktijk
  • Social media, zoals Twitter en Facebook
  • Folders over uw praktijk
  • Leesmateriaal in uw wachtkamer over uw praktijk
  • Posters in uw wachtkamer

Bron:
Irelands Dentalmagazine

 

Lees meer over: Communicatie, Communicatie patiënt, Kennis, Ondernemen

Posterpresentatie over bewustzijn belang optimale mondzorg

Tijdens het jaarlijkse congres van de ARPH (Association for Researchers in Psychology and Health) op 2 en 3 februari jl. gaf Yvonne Buunk-werkhoven een posterpresentatie over mondgezondheidsbewustzijn en het belang van een gezonde mond bij de consument.

Bekijk de poster “From another perspective: Awareness of the importance of optimal oral health among the healthcare consumer.”

Psychologie en gezondheid
Het ARPH congres werd georganiseerd door de Health, Medical and Neuropsychology afdeling van de faculteit van Social Behavioural Sciences van de Universiteit Leiden. De focus lag op presentatie van wetenschappelijk onderzoeksresultaten en innovatieve benaderingen voor het werkgebied psychologie en gezondheid, zoals gezondheidsgedrag en de vertaling van kennis naar de praktijk van gezondheidsbevordering en ziektepreventie.

Ook is er een ‘showcase’ van gezondheidspsychologie in Nederland en Vlaanderen gepresenteerd.

“Gedragsverandering is erg complex en er is een grote rol voor de gezondheidspsychologie (gedragsdeskundigen) weggelegd bij het aandragen van oplossingen voor vraagstukken die de lichamelijke en psychische gezondheid bevorderen, maar ook voor de promotie van mondgezondheid en de preventie van (mond)ziekte”, aldus Dr. Buunk-Werkhoven.

 

Yvonne Buunk-Werkhoven is zelfstandig onderzoeker, psycholoog, mondhygiënist en EC-lid van de  Chief Dental Officer/ Dental Public Health Section van de FDI.

 

 

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Uncategorized
medicijnen

Vernieuwde richtlijn endocarditis-profylaxe

Het Nederlands Huisarts en Genootschap (NHG) heeft de behandelrichtlijn voor endocarditis-profylaxe, de preventieve toediening van antibiotica aan patiënten met bepaalde hartafwijkingen, aangepast.

Volgens de vernieuwde richtlijn wegen alleen bij hoog-risicopatiënten die hoog-risico-ingrepen ondergaan de voordelen van endocarditisprofylaxe op tegen de nadelen. Volwassen risicopatiënten dienen 30-60 minuten voor een tandheelkundige behandeling eenmalig oraal amoxicilline 2 g te nemen. Eerder was dit 3 g.

Richtlijn endocarditis profylaxe

Lees meer over: Kennis, Richtlijnen

Congres Kindertandheelkunde zeer goed bezocht

Op 3 februari vond het congres Kindertandheelkunde plaats in RAI Amsterdam. Bezoekers werden tijdens dit congres bijgepraat over de kindertandheelkunde in haar volle breedte.

Het belang van de mondzorgverlener in de huispraktijk werd onderstreept en er werden handvatten aangereikt om tandheelkundige zorg voor kinderen in de praktijk aantrekkelijk, uitdagend, efficiënter en richtlijn-proof te maken. Zo’n 1.100 mondzorgverleners namen deel aan het congres.

Hieronder ziet u een impressie van de congresdag.

 

 

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z
Opleiding tandarts

KNMT en ANT: meer opleidingsplaatsen tandarts nodig

In verband met de vergrijzing onder tandartsen roept KNMT-voorzitter Wolter Brands op om meer tandartsen op te leiden. Ook de ANT deed dit via de petitie “Blijf af van mijn tandarts” die werd aangeboden aan de commissie Volksgezondheid van de Tweede Kamer.

Tekort
Volgens Brands staat ons een toenemend tekort aan tandartsen te wachten. Per jaar gaan er zo’n driehonderd tandartsen met pensioen terwijl er maar 240 studenten worden opgeleid. Zo vertelde hij in een interview met Skipr, zie de video hieronder.

Capaciteitsorgaan
Het Capaciteitsorgaan adviseert het ministerie van volksgezondheid al sinds 2010 om meer studenten tot de tandheelkundeopleiding toe te laten. Zo gaven zij in 2013 al het advies om jaarlijks 287 tandartsen op te leiden, echter is er met dit advies volgens Brands “om wat voor reden dan ook” niets gedaan.

Buitenlandse tandartsen
Ook minister Schippers heeft een oplossing geopperd. Volgens haar kan het probleem op korte termijn opgelost worden door buitenlandse tandartsen in te zetten. Hier is Brands het echter niet mee eens omdat de tandheelkunde-opleiding per land verschilt. Zo is deze in Nederland vooral gericht op preventie. Daarnaast is het geen definitieve oplossing voor het probleem.

“Buitenlandse tandartsen hebben de neiging om weer terug te keren, dus de oplossing is vrij onzeker.”

Ook ligt er een voorstel van minister Schippers om het tekort te compenseren door mondhygiënisten taken van tandartsen over te laten nemen.

Kwaliteitsverlies
De ANT vreest een enorm kwaliteitsverlies in de mondzorg als de plannen van de minister doorgaan. Om deze reden heeft de ANT de petitie “Blijf af van mijn tandarts” opgezet. Met de petitie doet de ANT een beroep op minister Schippers om de bezuinigingsmaatregel in te trekken. Op de foto is te zien hoe de petitie werd overhandigd aan de tweede kamer. “Het experiment dat de minister voor ogen heeft, is onverantwoord”, zei Jantan Willem Vaartjes na overhandiging van de petitie. “De overheid moet nú de juiste keuzes maken. Anders zitten we over vijf jaar met een groot tandartsentekort.” Op 21 februari overlegt de Tweede Kamer over het probleem.

Bron:
Skipr, ANT, YouTube

Lees meer over: Kennis, Scholing, Video
Tandarts voor orthodontie: duidelijkheid in titelaanduiding

Tandarts voor orthodontie: duidelijkheid in titel

Beroepsverenigingen hebben gezamenlijk afgesproken dat er een duidelijke titelaanduiding zal komen voor tandartsen die ook beugelbehandelingen uitvoeren: tandarts voor orthodontie.

Verwarring bij patiënten
De beroepsverenigingen ANT, KMT, de Nederlandse Vereniging van Orthodontisten en de Orthodontische Vereniging van Algemeen Practici hebben besloten dat tandartsen die zich hebben verdiept in beugelbehandelingen zich voortaan ‘tandarts voor orthodontie’ mogen noemen. Hierbij zullen titels als beugelspecialist, tandarts-orthodontist en orthodontoloog in het verleden worden gelaten.

Duidelijkheid
De voornaamste reden om de verandering door te voeren is omdat de verschillende titels in veel gevallen verwarring veroorzaken bij patiënten. Het is vaak niet duidelijk voor ze of ze met een tandarts of een specialist te maken hebben, wat volgens de verenigingen ongewenst is.

Naamgeving praktijken en titels
Ook zijn de verenigingen nog in overleg over betere regels voor naamgeving van praktijken en het gebruik van buitenlandse titels en graden. De gemaakte afspraken zullen de komende periode geïmplementeerd worden in het werkveld en ook gedeeld worden met de Inspectie voor de Gezondheidszorg, de Consumentenbond, de Nederlandse Zorgautoriteit en de Patiëntenfederatie Nederland.

Bron:
Ant-tandartsen
KNMT

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Orthodontie, Thema A-Z

NVM-voorjaarscongres ‘Patiënt Centraal, get on that train’

Dit event is voorbij

Op vrijdag 7 april 2017 vindt in De Rijtuigenloods in Amersfoort het NVM-voorjaarscongres plaats. De titel van het NVM-voorjaarscongres is: Patiënt Centraal – get on that train.

Dit vakcongres gaat over samenwerken in de mondzorg. Een interactieve treinreis die u alles leert over samenwerking met allerlei (mond)zorgdisciplines. Vertrekpunt is Patiënt Centraal en dat is tevens eindbestemming van de reis. Onderweg worden verscheidende tussenstops gemaakt. Een diversiteit aan mensen zullen instappen om samen de gewenste eindbestemming te bereiken. Stapt u ook in? Geniet van het uitzicht en vergeet uw bagage niet. Dan gaat u gegarandeerd met een volle tas weer naar huis.

NVM-VOORJAARSCONGRES – SCHRIJF U IN!

Programma

08.15h  Ontvangst met koffie en thee

08.45h  Algemene Ledenvergadering (ALV)

10.15h  Koffiepauze

11.00h  Welkom door Manon van Splunter-Schneider, voorzitter NVM-mondhygiënisten

11.05h  Introductie door dagvoorzitter Marloes den Heijer
Marloes is teambuilder, gespecialiseerd in mondzorgpraktijken. Ze stimuleert samenwerking en helpt mondzorgteams om weer met passie in de praktijk te werken. Tevens schreef zij het boek Passie in Praktijk. Als dagvoorzitter is ze presentator en gespreksleider aan een debattafel. Aan tafel schuiven diverse gasten aan.

11.15h  Aan tafel – Stand van zaken voorgenomen wetswijziging wet BIG
Muzikale verrassing

11.35h  Aan tafel – Samenwerking in de moderne mondzorgpraktijk
Aan tafel komen diverse gasten en zij worden geïnterviewd door de dagvoorzitter. Op welke manier kan er samengewerkt worden binnen het voorgenomen 5-jarige experiment waarbij de mondhygiënist ook de drie voorbehouden handelingen zelfstandig mag uitvoeren. Hoe kan de mondhygiënist invulling geven aan het experiment? U krijgt praktische tips hoe de mondhygiënist opnieuw het gesprek kan aangaan met de tandarts om tot een goede samenwerking te komen.

12.30h  Lunchpauze

14.00h  Interactief gedeelte door dagvoorzitter

14.05h  Dhr. Bob Reijnders – Samen naar Station De Toekomst
Bob Reijnders is product expert bij Topicus. Topicus zorgt voor goede informatie-uitwisseling tussen verschillende partijen voor optimale zorg. Met behulp van Kanta Messenger organiseert Bob een omgeving die mensen uitnodigt tot het verantwoord delen van informatie, inzichten en inspanningen voor betere en betaalbare zorg.

Station De Toekomst… Bij welk station zijn we nu aangekomen en langs welke stations komen we in de toekomst? Wat zijn de veilige en digitale mogelijkheden binnen de gezondheidszorg? Hoe zal in de toekomst worden samengewerkt? Hoe zal de zorg eruit zien als de patiënt centraal wordt gezet en zelf over het dossier zal beschikken?

14.50h  Interactief gedeelte door dagvoorzitter

14.55h  Mw. Adrie Schimmel – All on board
Adrie Schimmel is adviseur bij Caransscoop en Progez, onderdeel van een landelijk netwerk van regionale ondersteuning structuren (ROS) die partijen binnen en met de eerste lijn verbindt voor het realiseren van betaalbare zorg in de buurt.
Via een interactieve lezing krijgen we antwoord op de vragen: Hoe zorgen we voor goede zorg in de buurt? Wat is een wijkteam, waar maakt het onderdeel vanuit. Hoe kunnen mondhygiënisten de aansluiting vinden met andere disciplines binnen de eerstelijnszorg?

15.40h  Interactief gedeelte door dagvoorzitter

15.45h  Theepauze

16.30h  Interactief gedeelte door dagvoorzitter

16.35h  Mw. Yvonne Stoevelaar – Positioneren kunt u leren
Yvonne Stoevelaar heeft als passie om mensen te helpen zich optimaal te presenteren. Yvonne geeft advies rondom uw persoonlijke presentatie.
Wat draagt u en hoe gedraagt u zich bij mensen waarmee u graag wilt gaan samenwerken? Wanneer kunt u iemand wel en niet aanspreken en wat zegt u dan? Bijvoorbeeld als u een afspraak heeft met een huisarts of als u borrelt na een congres.

17.20h  Afsluiting door Marloes den Heijer en Manon van Splunter-Schneider

17.30h  Borrel

Locatie
De Rijtuigenloods
Terrein ‘De Wagenwerkplaats’
Piet Mondriaanplein 61
3812 GZ Amersfoort

NVM-VOORJAARSCONGRES – SCHRIJF U IN!

Wilt u met meerdere personen tegelijk inschrijven, bijvoorbeeld met het hele praktijkteam? Stuur dan even een mail naar bureau@mondhygiënisten.nl met de namen en lidnummers van de personen die u in wilt schrijven. Wij helpen u dan graag!

Lees meer over: Kennis, Scholing
ouderen

Nieuw lectoraat van de Hogeschool Utrecht richt eerste projecten op mondzorg

Onder leiding van dr. Katarina Jerković–Ćosić is De Hogeschool van Utrecht een lectoraat gestart wat zich richt op kennis en preventie in de gezondheidszorg met de eerste projecten op het gebied van mondzorg.

Mondzorg in de thuiszorg
Recentelijk is de OHAT (Oral Health Assessment Tool) vertaald om het makkelijker te maken voor verpleegkundigen om de staat van mondgezondheid bij ouderen te meten. Het lectoraat focust zich op de thuiszorg omdat zij hier nog achterlopen voor intramurale zorg.

Er is nu aardig wat aandacht voor mondzorg in de intramurale ouderenzorg, maar slechts vier procent van de ouderen woont in verpleeghuizen en verzorgingshuizen. De rest woont thuis, en juist daar is nog weinig aandacht voor mondzorg.

“Wijkverpleegkundigen zien vaak wel dat de mondgezondheid van hun cliënt niet goed is, maar weten vaak niet zo goed welke stappen ze vervolgens moeten zetten”, aldus Jerković–Ćosić in een interview.

Onderwijsmodule mondzorg voor verzorgenden
In het kader van preventie is het belangrijk om de staat van mondhygiëne bij ouderen regelmatig in kaart te brengen en signalen te herkennen. Zo kunnen ouderen op tijd doorgestuurd worden naar de tandarts. Het lectoraat heeft ook een onderwijsmodule rondom mondzorg ontwikkeld. Ze zijn momenteel bezig om deze te implementeren bij opleidingen voor verzorgenden. Jerković–Ćosić vindt overigens niet dat de wijkverpleegkundigen alle verantwoordelijkheid dragen, ook tandartsen zijn verantwoordelijk en moeten in actie komen als ze merken dat een cliënt niet meer op controle komt.

Mondzorg kinderen
Een ander project van het lectoraat heeft betrekking op de verbetering van de mondzorg van kinderen. Het project vindt plaats op consultatiebureaus waar coaches worden ingezet die ouders en kinderen leren goed te poetsen. Er wordt ook aandacht opgeroepen voor het belang van al vroeg met een kind op controle te gaan. Volgens Jerković–Ćosić komt slechts 35% van de 3-jarigen bij de tandarts terwijl het advies is om vanaf twee jaar al naar de tandarts te gaan. Veel ouders geven als reden hiervoor dat het nog maar melktanden zijn.
Jerković–Ćosić zei er het volgende over:  “wanneer iemand gaatjes in de melktanden heeft, vergroot dit de kans op gaatjes in het blijvend gebit. De bacteriën uit de gaatjes van melktanden tasten ook de doorbrekende blijvende tanden en kiezen aan.”

Bron:
Nursing, ACTA

 

Lees meer over: Kennis, Ouderentandheelkunde, Scholing
Oncologische afwijkingen

Oncologische afwijkingen en de rol van de tandarts

De huidige incidentie van oncologische afwijkingen ligt op 100.000 (2015), er zijn 700.000 mensen die leven met kanker of de gevolgen ervan, dit is 4% van de Nederlandse bevolking.

Hoe ontstaan oncologische afwijkingen? En wat is de behandeling, nazorg en preventie ervan en welke rol speelt het tandheelkundig team hierin? Waar moet je als tandarts op letten bij hoofd-halstumoren?

Oncologische afwijkingen
DNA in een cel verdubbelt zich. Tijdens deze verdubbeling kan er een mutatie in het DNA optreden, wanneer de cel met dat defecte DNA ontsnapt aan het afweersysteem en niet als ‘fout’ wordt aangemerkt, kan deze cel zich verder delen en zich tot een tumormassa ontwikkelen. Hierbij kan een goedaardige (houdt zich aan anatomische grenzen) of kwaadaardige (houdt zich niet aan anatomische grenzen) tumor ontstaan. Ook kan een tumor zijn eigen bloedtoevoer aanmaken, waardoor cellen zich hematogeen kunnen gaan verplaatsen en zo metastasering op afstand kunnen veroorzaken.

DNA-schade kan ontstaan door:

  • Omgevingsfactoren
  • Ioniserende factoren
  • Radioactieve stralen
  • Lifestyle factoren
  • Ouderdom

Vaakst voorkomende kankers (‘Big Five’):

  1. Huidkanker
  2. Darmkanker
  3. Longkanker
  4. Borstkanker
  5. Prostaatkanker

Rol tandheelkundig team
Een gevolg voor de tandarts is dat 1 op de 4 oudere volwassenen kanker heeft of had, je ziet het dus veel in de praktijk. De rol van het tandheelkundig team is het optimaliseren van de mondconditie van de patiënt en het uitvoeren van focusonderzoek.

Bij het optimaliseren van de mondconditie wordt allereerst de anamnese afgenomen. Verder is een proactieve houding van het gehele tandheelkundig team van belang voor begeleiding en ondersteuning van patiënten met kanker. Het motiveren van de patiënt voor het nastreven van een goede mondhygiëne is hierbij het belangrijkste.

Focusonderzoek
Bij het uitvoeren van het focusonderzoek moet onderscheid gemaakt worden tussen potentiële foci en latente foci. Potentiële foci moeten verwijderd worden wanneer het gaat om hoofd-halskanker. Latente foci die langer dan 3 maanden klachtenvrij aanwezig zijn, kunnen eventueel onbehandeld blijven als een patiënt kort daarna chemo- of radiotherapie ondergaat voor kanker elders in het lichaam.

Focusonderzoek wordt uitgevoerd omdat chemotherapie een daling geeft van de granulocyten (afweercellen) en hierdoor dus de kans bestaat dat aanwezige ontstekingen zullen opvlammen.

Focusonderzoek wordt zowel bij dentate als bij edentate mensen uitgevoerd, hierbij vindt intra-oraal en röntgenologisch onderzoek plaats.

Het volgende wordt beoordeeld:

  • Weke delen
  • Cariëslaesies
  • Elementen met non vitale pulpa
  • Elementen met peri-apicale granulomen
  • Geïmpacteerde elementen
  • Cysten
  • Parodontale problemen
  • Ulceraties

Behandeling van tandheelkundige problemen geschied in overleg met de oncoloog.

Geconcludeerd kan worden dat optimaliseren van de mondconditie van de patiënt belangrijk is en dat het tandheelkundig team hier een belangrijke rol in speelt.

Hoofd-halstumoren
3200 patiënten per jaar melden zich met tumoren in het hoofd-halsgebied, hiervan hebben 900-1000 patiënten een tumor in de mondholte. De ontstaanswijze voor tumoren in het hoofdhalsgebied verschilt niet van andere tumoren.

Wanneer moet je denken aan een maligniteit?

  • Patiënten van 40-50 jaar en ouder
  • Rook- en drinkgewoontes
  • Locatie in de mond (onderlip, tongrand, mondbodem, onderkaak)
  • Klinisch aspect en palpatie bevindingen (vooral letten op induratie van de afwijking)

Een plaveiselcelcarcinoom komt het vaakste voor in de mondholte, een duidelijk kenmerk hiervan is induratie van de tumor.

Als je bijvoorbeeld een ulcus ziet, pas dan de 2-3-weken regel toe: laat een patiënt na 2 of 3 weken terugkomen. Wanneer de laesie dan niet verdwenen is, is het verstandig de patiënt door te verwijzen voor aanvullende diagnostiek.

De overleving van hoofd-halstumoren is sterk afhankelijk van het type tumor en het stadium waarin de tumor zich bevindt.

Gevolgen van (behandeling van) hoofd-halstumoren kunnen zijn:

  • Veranderde anatomie van de mond
  • Verminderde kauwfunctie
  • Trismus
  • Xerostomie
  • Transport in de mond verstoord
  • Slikstoornissen
  • Spraakstoornissen

Ondanks dat hoofdhals-tumoren niet tot de ‘Big Five’ behoren maar zeldzaam zijn, kunnen de gevolgen groot zijn en is vroege herkenning gewenst.

Prof. dr. R. Koole – Na voltooiing, in 1975 en 1983, van zijn opleiding tot tandarts en arts aan de Rijks Universiteit te Utrecht, werd Ron Koole in de periode van 1975-1979 door prof. dr. P. Egyedi opgeleid tot specialist in de Mondziekten en Kaakchirurgie aan het toenmalige AZU. Na zijn specialisatie promoveerde hij op het proefschrift ‘The bone graft in the alveolar cleft’ aan de Universiteit Utrecht (1994). Speciale belangstelling ontwikkelde hij voor schisischirurgie en de hoofd/halsoncologie. Van 1996-2015 is hij opleider Mondziekten- Kaak- en Aangezichtschirurgie in het UMC Utrecht, per 1 januari 1998, werd hij benoemd tot hoogleraar in de Mondziekten en Kaakchirurgie aan de Universiteit Utrecht.
Bestuurlijke functies werden bekleed bij de Nederlandse Vereniging voor Schisis en Craniofaciale Afwijkingen (voorzitter), de Vereniging voor Medische en Tandheelkundige Interactie (voorzitter), de Nederlandse Vereniging voor Mondziekten- Kaak en Aangezichtschirurgie (voorzitter) en de Nederlandse Vereniging voor Schedelbasischirurgie (penningmeester) en lid Dagelijks Bestuur van de NWHHT. Internationaal vertegenwoordigde hij Nederland bij de International Association of Oral and Maxillofacial Surgeons en was hij voor het specialisme in de EU vertegenwoordiger in de UEMS.
Hij publiceerde meer dan 140 nationale en internationale artikelen en is begeleider en promotor van 11 promoties geweest, 4 zijn er nog in bewerking. Tevens was hij enkele jaren mede-redacteur van Het Tandheelkundig Jaar.

 Verslag door Annalous van Poppel, voor dental INFO,  van de lezing van prof. dr. R. Koole tijdens het jaarcongres 2016 ‘Bijzondere tandheelkunde in uw praktijk’ van de NVGPT.

 

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z