Congres ACTA, Cementeren van zirkonium – gratis deelname

26 mei 2016, ACTA Amsterdam

Deelname is gratis. Lezing Matthias Kern: Hechten aan zirkoniumkeramiek; methoden en klinische resultaten. Lezing Daniele Rondoni: Modern management van keramische materialen voor esthetische oplossingen

Programma
Vanaf 17.45: Ontvangst met een broodje en soep
18.45 – 21.30: Lezing door professor Matthias Kern en Daniele Rondoni.

Lezing Matthias Kern: Hechten aan zirkoniumkeramiek; methoden en klinische resultaten

Synopsis
Hechting aan tandheelkundige keramiek op silicabasis met gebruik van etstechnieken en silanisatie is goed ingevoerd; voor bonding van dentale oxidekeramiek met weinig of geen silica daarentegen bestaat er nog geen algemeen aanvaarde methode. Het doel van deze lezing is een samenvatting te geven van de huidige kennis van hechting aan tandheelkundige oxidekeramiek en, in het bijzonder, zirkoniumkeramiek en de klinische toepassingen. Erkende methoden van hechting aan tandheelkundige oxidekeramiek vereisen initiële reiniging, opruwing en chemische activering via zandstralen met zuivere aluminiumoxidepartikels of aluminiumoxidepartikels met een silicacoating. Vervolgens worden, afhankelijk van de oppervlaktesamenstelling na zandstralen, chemische hechtingsmiddelen gebruikt zoals gefosfateerde monomeren, silanen of multifunctionele primers. Hoewel er al een groot aantal laboratoriumonderzoeken naar bonding met zirkoniumkeramiek bestaat, zijn er nog steeds klinische langetermijnonderzoeken nodig voor restauraties met zirkoniumkeramische hechting zonder mechanische retentie om te staven of de hechtingsmethoden van laboratoria garant staan voor duurzame hechting onder klinische omstandigheden. Er worden klinische langetermijnresultaten van minimaal invasieve zirkoniumkeramiekrestauraties met kunstharshechting gepresenteerd.

Lezing Daniele Rondoni: Modern management van keramische materialen voor esthetische oplossingen

De huidige mogelijkheden met Noritake-materialen: een klassieke benadering van keramische restauraties via layering op metaal en meer recente opties in KATANA zirkonium.

Synopsis
Tegenwoordig zijn er nieuwe diagnostische instrumenten beschikbaar voor preventie en zorg. Ook laten verschillende nieuwe restauratieve materialen zien geschikt te zijn voor zowel voor conservatieve als prothetische technieken. Wanneer tandtechnici bereid zijn om te werken met een zo breed mogelijk scala aan materialen en technieken, kunnen tandartsen voor iedere ingreep het meest geschikte materiaal kiezen.

Focus
Het aantonen van de sterke punten van de voorgestelde benadering, namelijk de eenvoud en het repetitieve karakter.
Analyse van de belangrijkste kenmerken van de hedendaagse zirkoniumbenadering.
Bijvoorbeeld: de mogelijkheid om meervoudig translucent en meerkleurig zirkonium te gebruiken voor structuren die worden opgebakken, voor in te kleuren monolithische structuren en – tegenwoordig – de translucente, al dan niet meerlaagse varianten.
Analyse van en optimale aandacht voor de invloed op de uiteindelijke esthetische resultaten.
Criteria om te bepalen wanneer het raadzaam is om te kiezen voor een monolithische oplossing, of voor een keramische coating.

Schrijf u snel in! Deelname is gratis

Lees meer over: Kennis, Scholing

Ontdek exclusieve aanbiedingen en partners op de Henry Schein Virtuele Openhuisdagen!

Dit event is voorbij

Na het succes van de Nederlandse Virtuele Openhuisdagen vorig jaar, gaan we dit event opnieuw op deze wijze vormgeven en organiseren we dit ook voor het eerst voor onze Belgische markt.

In Nederland en België

Kom onze exclusieve promoties en partners ontdekken in het virtuele Henry Schein dorp op:

  • 21 en 22 april in Nederland
    en op
  • 21, 22 en 23 april in België

Inschrijven nieuwsbrief over Openhuisdagen

Schrijf je alvast in op onze nieuwsbrief om geen enkele communicatie hieromtrent te missen.
Nederlandse Virtuele Openhuisdagen

Belgische Virtuele Openhuisdagen

 

 

 

Lees meer over: Aanbiedingen, Kennis, Partnernieuws, Partnernieuws, Producten, Scholing

NVT WTA cursus: Druk, drukker, drukst

20 april – Breukelen

Tandartsen gaan parttime werken, doen de crediteurenadministratie de deur uit, kopen avond- en weekenddiensten af en laten managementtaken over aan een praktijkhouder.

Meer uitbesteden
Ze geven werkzaamheden uit handen en zenden hun patiënten door naar tandprothetist, mondhygiënist of preventie-assistent. Horizontale verwijzingen vinden plaats naar parodontoloogen endodontoloog, maar ook naar gnatoloog, kindertandarts en naar een centrum voor bijzondere tandheelkunde. Tot slot wordt ook verwezen naar tweede lijn, orthodontist en MKA-chirurg. Fysiek, sociaal en mentaal geeft dat de tandarts-van-nu lucht, zou je op het eerste gezicht zeggen.

Toenemende druk
Echter, er zijn ook allerlei zaken die in toenemende mate druk zetten op diezelfde tandarts-van-nu, zoalsverscherpte wet- en regelgeving, hygiënische praktijkvoorschriften als WIP 2015, nieuw aangenomen klachtenwet door de Eerste Kamer der Staten Generaal, hogere kwaliteitseisen voor restauratieve zorg, hogere eisen van de patiënt over de esthetiek, een zorgdag voor je kind(-eren), eisen die de levenspartner stelt.

In balans
Hoe houden we het vol en zijn we wel gelukkig? Hoe houden of krijgen we onze belasting en belastbaarheid in balans?

’s Morgens komen met de fiets, tussen twee patiënten in gepland even staan en rekken, tussen de middag een blokje om. Twee maal per week naar de fitness, één maal per twee weken de oppas in huis en samen met je partner hapje eten in de stad of samen naar een film/concert. Eén middag per week uit de praktijk en tandheelkunde bedrijven in een verpleegtehuis, een penitentiaire instelling, de universiteit. Lid worden van een studieclub tandheelkunde, een leesclub, de Rotary of een andere serviceclub.

Inhoud
Deze WTA-avond gaat over mentale, sociale en fysieke belasting van de tandarts-van-nu en over de oorzaken van verschillen in geluk.

Lees meer over: Kennis, Scholing

NVT-congres: Patiënten en hun pillen 2

9 juni, Utrecht

Na de succesvolle Thematour Patiënten en hun Pillen in 2013 volgt nu het congres. Niet de Thematour gevolgd? Natuurlijk geen probleem. Tijdens deze congresmiddag en -avond krijgt u een update over (nieuwe) antitrombotica en bisfosfonaten met een accent op: Hoe ermee om te gaan? Er zijn nieuwe richtlijnen. Geneesmiddelen moeten eigenlijk elektronisch worden voorgeschreven. Geldt dat ook voor tandartsen? Wat adviseert de apotheker bij het voorschrijven van pijnmedicatie? Patiënten worden ouder met hun eigen dentitie, maar krijgen op gevorderde leeftijd allerlei lichamelijke gebreken. Bij de behandeling daarvan wordt vaak verlangd dat de patiënt “focusvrij” is, ook de mond.

Toetsvragen
Tijdens het congres ontvangt u een overzicht van medicamenteuze pijnstilling (wat, hoeveelheid, wanneer, hoelang).
Uiterlijk 14 dagen voor aanvang van het congres krijgt u digitaal toegang tot de hand-out en toetsvragen. Beantwoording van de toetsvragen vóór aanvang van het congres levert 1 punt extra op. Dit punt wordt alléén toegekend indien u ook tijdens het congres aanwezig bent.

Meer informatie over het NVT-congres

Lees meer over: Kennis, Scholing

Mondspoelmiddelen

Wie het advies krijgt om een mondspoelmiddel te gaan gebruiken, moet de juiste keuze kunnen maken. Bij de apotheek, de drogist en de supermarkt zijn veel soorten te koop. De verschillende mondspoelmiddelen hebben een verschillende werking. In deze folder wordt de toepassing van de verschillende middelen uitgelegd. De tandarts of mondhygiënist kan in de folder aankruisen welk spoelmiddel het beste kan worden gebruikt.


Download brochure 20130627130153451-mondspoelmiddelen-130517-01.pdf
Lees meer over: Kennis

Orde, netheid, regelmaat: tuchtrechter hecht veel waarde aan goede dossiervorming

Iedere tandarts moet patiëntendossiers bijhouden. Daarin moet staan relevante informatie over de (mond)gezondheid van de patiënt, uitgevoerde behandelingen én alles wat daarvoor van belang is. Lees het bericht over twee tuchtrechtuitspraken waarbij het patiëntendossier doorslaggevend was voor de uitspraak.

Iedere tandarts moet patiëntendossiers bijhouden. Daarin moet staan relevante informatie over de (mond)gezondheid van de patiënt, uitgevoerde behandelingen én alles wat daarvoor van belang is. Denk aan de toestemming van de patiënt voor de behandeling. Die moet schriftelijk worden vastgelegd. Of aan de indicatie voor een behandeling. Lees het bericht over twee tuchtrechtuitspraken waarbij het al dan niet bijhouden van het dossier van doorslaggevend belang was voor de uitspraak.

Dossierplicht volgt uit WGBO
De dossierplicht volgt uit de Wet inzake de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst. Het belangrijkste doel is dat de tandarts de behandeling goed kan volgen en uitvoeren. Maar het medisch dossier is voor tal van andere zaken van belang. Een zorgverzekeraar kan een dossiercontrole uitvoeren om te kijken of een behandeling is uitgevoerd. De tandarts kan discussie krijgen met een patiënt over gemaakte afspraken. Het patiëntendossier kan dan steeds uitsluitsel bieden. Niet in de laatste plaats kan het patiëntendossier een grote rol spelen in tuchtzaken. Klachten worden gegrond of ongegrond verklaard op basis van wat de tandarts in het patiëntendossier heeft genoteerd, of juist niet. Dat zal ik toelichten aan de hand van twee recente uitspraken van het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg (CTG).

Belang van het dossier in het tuchtrecht

Eerste uitspraak: klacht ongegrond door goede dossiervorming
In de eerste uitspraak klaagde de patiënt onder andere dat de tandarts hem niet had gewezen op aanwezigheid van parodontitis, onvoldoende informatie had verstrekt en hem onterecht bij de praktijk had uitgeschreven. Enigszins onredelijk leek deze patiënt wel: hij wilde eerst geen behandeling en eiste vervolgens gratis behandeling. Deze eis leidde tot heftige discussies en beëindiging van de behandelingsovereenkomst. De beklaagde tandarts deed aan uitgebreide dossiervoering. Hij noteerde de mate van mondhygiëne, de DPSI-score, zijn plan wat betreft behandeling, wat met de patiënt besproken was en diens reactie. Een voorbeeld:

“pt komt voor de eerste keer c, mhg slecht tot matig, paro (dpsi 3/2/3/4/2/4) uitgebreid uitgelegd en ook risico’s en consequenties, veel suikermomenten, veel plak, meerdere laesies (…) -> advies plan maken met bw ed (geen recente foto’s!!!) -> pt weinig onder de indruk en vindt het prima zoals het is, bij last geeft hij het wel aan zegt hij. volgende c nog eens verder op borduren (eigenlijk wil ik hem over 3 maanden nog eens zien zodat wij hem nog eens erop kunnen wijzen en kunnen motiveren want actie nodig -> pt belt zelf wel voor een nieuwe afspraak zegt hij)” en “iedere keer een stap verder (…) beter iets dan niets”

Het Regionaal Tuchtcollege verklaarde de klacht gegrond omdat de tandarts een onzinnige behandeling zou hebben gegeven (hij had uit wanhoop een kroon geplaatst) maar ging daarmee volledig buiten zijn boekje: daarover was niet geklaagd! Het CTG zette een streep door deze uitspraak en verklaarde de meeste klachten ongegrond. Dit had de tandarts aan zijn dossiervoering te danken. Daarin was steeds genoteerd wat met de patiënt besproken was en hoe deze had gereageerd. Dat de patiënt achteraf anders stelde mocht hem niet baten. Eén van de klachten werd juist gegrond verklaard vanwege het patiëntendossier, maar nu omdat de tandarts had verzuimd iets op te schrijven (de omstandigheden waaronder de behandeling was beëindigd). Dit achtte het CTG van groot belang omdat een behandelingsovereenkomst niet zomaar beëindigd kan worden en de tandarts ‘nodeloze discussies’ daarover moet voorkomen.

Tweede uitspraak: klacht gegrond door niet goed bijgehouden dossier
In een tweede zaak werd geklaagd over een onzorgvuldige orthodontiebehandeling (orthodontist had op foto’s verlies van wortellengte gemist terwijl dit voor de behandeling belangrijk was) en gebrek aan informatieverstrekking. Ook hier ging de orthodontist nat omdat hij niet in het patiëntendossier genoteerd had waar hij de foto’s op had beoordeeld en wat hij daarover precies met de patiënt had besproken.

Conclusie: goede dossiervorming van groot belang in mondzorgpraktijk
Deze uitspraken onderstrepen het belang van een goede dossiervoering. Vaak vinden tandartsen een zeer summiere dossiervoering normaal, maar tijden veranderen (snel). Een tuchtklacht van een patiënt kan er mee staan of vallen, net als een materiële controle van een verzekeraar. Een discussie met een patiënt kan ermee gesust worden. Neem uw dossiervoering nog eens goed onder de loep en pas waar nodig aan. Dat kost weliswaar tijd en energie, maar kan in de toekomst veel profijt opleveren!

Presentatie in samenwerking met Eldermans|Geerts, ACTA, Zilveren Kruis en de KNMT over controles in de mondzorg.

Door: Sophie van Kan, advocaat bij Eldermans|Geerts

 

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving
map

Online medisch dossier voor iedereen

Over een aantal jaar zal elke Nederlander beschikken over een eigen online pagina, waarop alle medische gegevens te vinden zijn. Dit is deel van het project ‘Meer regie over gezondheid’ van Patiëntenfederatie NPCF.

Dagboek
Het idee achter de medische pagina is dat patiënten op deze manier zelf makkelijk kunnen bijhouden hoe hun gezondheid zich ontwikkelt. De pagina zou kunnen worden bijgehouden als een soort dagboek, waarin kan worden vermeld hoe iemand zich op een dag voelt en hoe bijvoorbeeld nieuwe medicijnen of routines hier een rol in spelen. Daarnaast hoeft op deze manier niet meer elke keer opnieuw gevraagd te worden naar medisch verleden bij een bezoekje aan een nieuwe arts.

Veiligheid
De NPCF denkt dat dit medisch dossier een stap verder gaat dan het bestaande elektronische patiëntendossier en andere soortgelijke gezondheidsdossiers, die volgens hen vaak ingewikkeld zouden zijn en vele beperkingen zouden bevatten. “Sommige ziekenhuizen hebben al persoonlijke dossiers, maar we moeten kijken hoe we die veilig op elkaar kunnen aansluiten. Dit staat of valt met het vertrouwen van mensen dat het veilig is. Je gegevens moeten echt van jou zijn en van niemand anders.”, aldus de NPCF. Om dit te realiseren zullen eerst duidelijke afspraken worden gemaakt over onder andere de beveiliging.

Geen verplichting
DE NPCF hoopt dat het systeem in 2020 in werking kan gaan. Mensen kunnen hierbij zelf bepalen wat zij wel en niet in het dossier zetten, en of zij hier überhaupt gebruik van maken. De NPCF werkt samen met onder andere apothekers, huisartsen, fysiotherapeuten, gemeenten, ziekenhuizen, de GGZ en het ministerie van Volksgezondheid.

Bron: NPCF

Lees meer over: E-health, Kennis

Stappenplan Gewoon Gaaf beschikbaar voor praktijken

Het stappenplan Gewoon Gaaf voor kinderen van 0-18 jaar ontwikkeld door het Ivoren Kruis is nu beschikbaar voor praktijken. Het stappenplan is onderverdeeld naar de doelgroepen 0-4, 4-12 en 12-18 jaar.

Stappenplan Gewoon Gaaf
De preventiemethode Gewoon Gaaf legt de nadruk op het stimuleren van goede zelfzorg bij de (ouder van de) patiënt van 0-18 jaar en begint bij de doorbraak van de 1e tand (6-12 maanden). Als basis wordt het PMO-protocol en het Advies Cariëspreventie van het Ivoren Kruis gevolgd. Aanvullende terugkombezoeken plannen mondzorgverleners op basis van het risicoprofiel (groen, geel, oranje of rood). Deze maakt hij bij elk PMO-bezoek. Daarbij maakt hij een inschatting of de ouders de gemaakte zelfzorgafspraken zelfstandig nakomen of dat daarbij zijn steun nodig is. Bij Gewoon Gaaf draait het om het inlevingsvermogen van de mondzorgverlener in de unieke patiënt. Belangrijk daarbij is dat hij aansluit bij het niveau van de patiënt. De mondzorgverlener bekijkt hoeveel ondersteuning (de ouder van) de patiënt nodig heeft en beoordeelt het risico dat de patiënt loopt. Na ieder consult maakt hij zelfzorgafspraken met de (ouder van de) patiënt, waar hij een volgend bezoek op terugkomt.

Stappen, hulpvragen en tips
In het stappenplan worden de stappen kort beschreven. In de bijlagen zijn hulpvragen, tips en suggesties te vinden die bij de stap aansluiten. Het stappenplan is tot stand gekomen met behulp van input uit het dentale veld, de omslaggroep en het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis. De NVvK ondersteunt Gewoon Gaaf en is blij met het stappenplan dat kosteloos is te downloaden en printen.

Lees ook
Gewoon Gaaf: preventiemethode voor kinderen en hun ouders

Bekijk de video:  Gesprek Gewoon Gaaf


Download brochure stappenplan-gewoon-gaaf-def.pdf
Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Kindertandheelkunde, Thema A-Z

Tandarts E-consultant: appen met je tandarts

Tandarts E-consultant is een nieuwe app waarmee mensen filmpjes en foto’s kunnen opsturen naar hun tandarts om aan te geven waar ze last van hebben en of het pijn doet. De tandarts kan zo op afstand het probleem inschatten en advies geven.

Drempel lager
De app is ontwikkeld door Tandartspraktijk Tilburg. Met behulp van deze app hoeven mensen niet direct langs te komen, en is de drempel lager om een consult aan te vragen. Dit helpt met name patiënten die angstig zijn voor de tandarts. Als het nodig is voor de patiënt om een afspraak te maken, kan de tandarts via de app alvast uitleggen wat de behandeling inhoudt zodat de patiënt beter weet wat hem te wachten staat.

Andere mogelijkheden
Via de app is het ook mogelijk om een afspraak te maken, het laatste nieuws te lezen over de mondzorg en mondverzorgingsproducten te kopen.

Lees meer over: E-health, Kennis

Zoete dranken verhogen kans op hartfalen bij mannen

Nieuw onderzoek bevestigt dat het drinken van gezoete dranken leidt tot een verhoogd risico op hartfalen. Met name bij het nuttigen van twee of meer glazen per dag blijkt een bijzonder hoog risico op te treden.

23% meer kans op hartfalen
Naast een hoger gewicht, brengen zoete (fris)dranken ook een hoger risico op tandbederf en diabetes. Nu blijkt dat deze dranken ook een negatieve invloed hebben op het hart, aldus onderzoekers in het British Medical Journal. Dit bleek uit onderzoek onder 42.000 Zweedse mannen, over een periode van meer dan tien jaar. Resultaten lieten zien dat mannen die meer dan twee gezoete dranken per dag consumeerden, een verhoogde kans van 23 procent hebben op hartfalen.

Bron: British Medical Journal




Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Cursus: Team zorg(t) voor het parodontium

Cursus op 10 juni, Apeldoorn

Doelgroep: tandartsen, mondhygiënisten, assistenten

Parodontale zorg en behandeling hebben als doel om elementen te behouden in een gezonde mond. Daarbij is uitgebreide aandacht nodig voor de medische anamnese waarbij gescreend wordt of een systemische aandoening en medicatie invloed hebben op de conditie van het parodontium. Daarnaast is het belangrijk te beseffen dat er individuele verschillen zijn in vatbaarheid en immuunrespons.

Het begint met een goede DPSI score die de toegang kan vormen tot uitgebreidere diagnostiek en behandelplanning.

Tijdens het uitgebreide parodontale onderzoek wordt een parodontiumstatus ingevuld. Samen met röntgenfoto’s wordt de diagnose gesteld. Vervolgens kan een behandelplan opgesteld worden. Afhankelijk wat er al in de eerste lijn aan gebitsreiniging en niveau van de zelfzorg gedaan is, wordt eerst zoveel mogelijk non-chirurgisch behandeld ten gunste van de mondgezondheid. Een goede initiële behandeling zal chirurgische vervolgbehandeling zoveel mogelijk beperken.

Specifieke aandacht moet er zijn voor het niveau van de zelfzorg. Preventieve maatregelen zijn essentieel om uiteindelijk lange termijn succes tijdens de nazorg een goede kans van slagen te geven. Behandeling in de tweede lijn kan hierin verschillen van die in de eerste lijn. Dit heeft met zowel gedrag van de behandelaar als van de patiënt te maken hebben. Een goede initiële behandeling, die als verlengstuk van de diagnostiek geldt, levert een enorme gezondheidwinst op. Er zijn niet veel wegen naar een frisse mond. Een goede start is een unieke kans die niet gemist mag worden.

Naast de klassieke weg van chirurgische pocketeliminatie, eventueel regeneratief, zijn er meerdere technieken om de prognose van een of meerdere elementen te verbeteren. Muco-gingivale chirurgie is hier een voorbeeld van. Het betreft dan minimaal invasieve micro-chirurgische ingrepen. Tandvlees rondom recessies is vaak lastig goed te onderhouden. De orthodontist maakt in dergelijke situaties deel uit van het zorgteam. Het kan hier ook gaan om patiënten die geen parodontitis hebben.

Er gaat niets boven het behoud van natuurlijke elementen. Indien er een tand of kies verloren is gegaan of wanneer elementen een slechte endodontisch-restauratief en/of parodontale prognose hebben, dient pas overwogen te worden of een prothetische reconstructie met een implantaat geïndiceerd is. Een implantaat is iets heel anders dan een natuurlijk element en dient anders benaderd te worden in de diagnostiek en zeker ook tijdens de na- en de zelfzorg. Parodontale voorzorg en een goede relatie met degenen die de suprastructuur vervaardigen en plaatsen is essentieel.

Interdisciplinaire samenwerking heeft een synergetisch effect. Intercollegiaal overleg met de endodontoloog, de orthodontist, de kaakchirurg en de tandtechnieker zijn van groot belang

Lees meer over: Kennis, Scholing

Diabetes patiënten hebben meer tandverlies

Uit een Amerikaanse studie is gebleken dat mensen met diabetes twee keer zoveel tanden verliezen als mensen zonder diabetes. Vooral bij diabetes patiënten met een donkere huidskleur werden hoge getallen van tandverlies bevonden.

Paradontitis
Deze uitkomst is niet heel verrassend, aangezien mensen met diabetes vaker parodontitis hebben. Onderzoek heeft aangetoond dat niet alleen de helft van de Amerikaanse volwassenen parodontitis heeft, maar ook dat dit getal nog hoger ligt bij diabetes patiënten. Parodontitis leidt weer tot grote kansen op tand uitval, wat het niet raar maakt dat diabetes patiënten vaker tanden verliezen dan anderen.

Onderzoek
Gezien deze relatie tussen diabetes en parodontitis, besloten onderzoekers de aantallen tandverlies te onderzoeken bij zowel mensen met als zonder diabetes. Er werd data verzameld van negen verschillende enquêtes over nationale gezondheid en voeding in Amerika, daterend van 1971 tot 2012. Zo werden gegevens verzameld over 37,607 mensen van 25 jaar en ouder.

Meer tandverlies diabetespatiënten
Er werd gevonden dat iedereen meer tanden verloor naar mate men ouder werd, maar dat diabetes patiënten zo’n vier tanden meer verloren. Door de jaren heen is men over het algemeen wel veel minder tanden gaan verliezen dan voorheen. Waar in 1971 bij mensen zonder diabetes gemiddeld 12 tanden in hun leven verloren, en mensen met diabetes 19, was dit slechts 4 tanden zonder diabetes en 8 tanden met diabetes in 2011.

Verschil in verlies tussen verschillende afkomsten
Ook werd er gekeken naar de afkomst van de mensen. De etnische groepen waarvan voldoende data beschikbaar was waren donkere Amerikanen zonder diabetes, bij wie het aantal verloren tanden naarmate ze ouder werden het snelst exponentieel vorderde. Donkere Amerikanen met diabetes verloren het meeste aantal tanden, en Mexicaanse Amerikanen het minste aantal tanden.

Bron:
DrBicuspid

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
wortelkanaalbehandeling

Verdoving niet altijd voldoende bij een wortelkanaalbehandeling

Voor een succesvolle verdoving bij een wortelkanaalbehandeling is het belangrijk dat eerst wordt onderzocht hoeveel pijn de patiënt daadwerkelijk heeft, omdat een standaarddosering niet altijd voldoende is. Dit blijkt volgens een onderzoek gepubliceerd in het tijdschrift Aesthesia Progress.

Onderzoek
Tandartsen gebruiken voor een wortelkanaalbehandeling lokale verdoving, maar soms is dit niet genoeg als de patiënt voor de behandeling veel pijn ervaart. 177 volwassenen hebben deelgenomen aan het onderzoek. Deze patiënten hadden een lichte, matige of ernstige kiespijn in de onderkaak. Voor de wortelkanaalbehandeling kregen zij allemaal een standaarddosering anesthesie. Het bleek dat 33% van de patiënten met een matig pijn niveau geen, of een beetje pijn ervoeren tijdens de behandeling. Echter had maar 16% van patiënten met ernstige pijn de behandeling als pijnloos ervaren.

Invloed
Het pijn niveau voor de behandeling zou dus invloed kunnen hebben op de succesvolle werking van de anesthesie. Het lijkt erop dat hoe hoger het pijn niveau van de patiënt vóór de behandeling, hoe lager de pijndrempel is tijdens de operatie. Volgens de onderzoekers zouden de patiënten met ernstige pijn daarom twee verdoving injecties moeten krijgen. Leeftijd en geslacht zouden geen invloed hebben op de werking van het verdovingsmiddel.

Bron:
Anesthesiaprogress.org

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Meer vrouwelijke tandartsen

Al vele jaren wordt het beroep van tandarts gezien als een mannenberoep. Maar uit onderzoek blijkt dat in Duitsland nu meer vrouwen dan mannen kiezen voor de tandheelkunde. Ook in Nederland stijgt het aantal vrouwelijke studenten tandheelkunde.

Duitsland
Van het totaal aantal examenkandidaten in de tandheelkunde in Duitsland was ongeveer twee derde vrouw. Vergeleken met 15 jaar geleden is dit een stijging van 12,7 procent. Tevens is in deze zelfde periode het aantal vrouwelijke gepromoveerden in de tandheelkunde gestegen met 14,7 procent.

Nederland
Volgens de cijfers van de KNMT groeide het aantal vrouwelijke tandartsen tussen 2000 en 2010 met 10%. De KNMT verwachtte dat deze trend in de toekomst verder zal doorzetten. Tevens blijkt dat in 2013 in het westen van Nederland relatief de meeste vrouwelijke tandartsen werkzaam waren (45%) vergeleken met de overige delen van Nederland.

Bronnen:
zwp-online.info
volksgezondheidenzorg.info

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Update implantologie: Korte implantaten – sneller en goedkoper

Gerry Raghoebar, onderzoeker op het gebied van implantologie, sprak tijdens het TP congres over de laatste stand van zaken op gebied van implantologie: korte implantaten en direct implanteren.

100% implantaatoverleving
Gerry Raghoebar is onderzoeker op het gebied van implantologie. Hij legde uit dat korte implantaten worden bestudeerd en dat de patiënten een jaar zijn vervolgd. Hij besprak twee studies uit het proefschrift van Felix Guljé en daaruit bleek maar liefst 100% implantaatoverleving. Over korte implantaten spreekt men als het implantaat kleiner is dan 7 mm. Korte implantaten kunnen in geresorbeerde kaken worden geplaatst. Een bot opbouw is daardoor overbodig geworden. Door gebruik van korte implantaten kan de behandeling een stuk sneller worden uitgevoerd en bovendien een stuk goedkoper. Helaas is het resultaat op de langere termijn (nog) onbekend.

Direct implanteren
Wat ook een stuk sneller is, is het direct na extractie van een gebitselement een implantaat plaatsen. Ook hierbij zijn op de korte termijn uitstekende resultaten geboekt. Maar bij te weinig bot in de extractiealveole en recessie van de mucosa moet dit niet uitgevoerd worden. Dan kan er een botopbouw worden gedaan en moet drie maanden gewacht worden alvorens het implantaat te plaatsen. Raghoebar liet een foto zien van een jonge vrouw die een ongeluk had gehad. De 21 met een fistel werd getrokken. Hierbij is het wel heel belangrijk dat de alveole goed wordt gereinigd alvorens het implantaat geplaatst wordt. Het direct plaatsen vergt een ervaren operateur. Helaas geldt ook bij direct plaatsen dat het lange termijneffect (nog) niet duidelijk is.

Gerry Raghoebar voltooide zijn studie tandheelkunde en geneeskunde te Groningen. Vanaf 1988 is hij als MKA-chirurg werkzaam in het Universitair Medisch Centrum Groningen. Op 1 januari 2006 werd hij benoemd tot hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen met als persoonsgebonden leerstoel Implantologie. Naast de klinische werkzaamheden verricht en begeleidt hij onderzoek, en is hij als docent betrokken bij het onderwijs. Hij geeft verschillende postacademische cursussen en voordrachten in binnen- en buitenland.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van het TP Congres. 

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z
endodontische herbehandeling

Wel of geen endodontische herbehandeling?

De keuze tussen een endodontische herbehandeling, chirurgie – of niets doen kunt u maken aan de hand van een richtlijn. Ook individuele overwegingen en verwachtingen van de patiënt spelen een belangrijke rol.

Verslag van de lezing van Hagay Shemesh tijdens het NVvE congres De Endo-Richtlijn.

Wanneer herbehandelen?
Vroeger werd de keuze van herbehandeling vooral op lekkage ‘concepten’ gebaseerd: als de coronale afsluiting niet goed was dan werd er een herbehandeling uitgevoerd.
Tegenwoordig wordt de behandeling bepaald aan de hand van:

  • De klachten
  • Kwaliteit van de wortelkanaalbehandeling (vulling)
  • Kwaliteit van de coronale afsluiting
  • Aanwezigheid van een peri apicale laesie

De keuze voor de juiste behandeling kan worden gemaakt aan de hand van een beslisboom, die u stap voor stap naar de juiste behandeling leidt. Bekijk de beslisboom (pag 11).

Kennis uit onderzoek

  • Er is een duidelijk verband tussen de lengte van de kanaalpreparatie en de slaging van de endodontische behandeling. Klinische outcome studies geven een duidelijke voorkeur voor een wortelkanaalvulling van 0-2 mm van de röntgenologische apex (Ng et al. 2008).
  • Apicale radiolucenties kwamen significant vaker voor bij inadequate wortelkanaalvullingen in vergelijking tot juist gevulde wortelkanalen (Peters, Lindeboom, Elst, Wesselink 2011).
  • De waarschijnlijkheid van een persisterende parodontitis apicalis was hoger bij een te kort of te lang afgevuld kanaal, als het kanaal niet volledig was opgevuld of als er radiologische tekenen waren van een overhangende of kierende restauratie (Kirkevang LL, Vaeth M, Wenzel A. 2014).
  • Onvoldoende wortelkanaalvulling of coronale restauratie kunnen een bestaande peri-apicale laesie verergeren (Tsesis et al. 2013).
  • In vitro lekkage modellen: alle wortelkanaalvullingen lekken na een paar maanden (Shemesh et al. 2006). Met andere woorden: een lekkende coronale restauratie betekent dat het hele kanaal na een paar maanden geïnfecteerd wordt. De vraag is of deze modellen betrouwbaar zijn en hoe klinisch relevant de conclusies zijn.
  • Conclusie aan de hand van onderzoek Ricucci & Bergholtz 2003: goed geprepareerde wortelkanalen zijn bestand tegen penetratie van bacteriën ook bij langdurige orale blootstelling als gevolg van cariës, fractuur of verlies van een restauratie.

Röntgenfoto’s bij peri-apicale laesie
Hoe betrouwbaar zijn röntgenfoto’s bij het detecteren van een peri-apicale laesie?
30-40% van de peri-apicale laesies wordt gemist op röntgenopnames.

De afweging tussen chirurgie en herbehandeling moet ook worden gemaakt aan de hand van:

  • Mislukking van een endodontische herbehandeling
  • Beperkte toegang (of anatomische afwijking)
  • Risico’s
  • Kosten
  • Behandelaar

Herbehandeling versus chirurgie

  • Herbehandeling is minder invasief en heeft weinig contra-indicaties, naast de hoge kosten en de tijd.
  • Chirurgie is goedkoper en sneller.

Data zijn vooral gebaseerd op het vergelijken van het succes van oude behandelmethoden van herbehandeling versus chirurgie. Long term en short term succespercentages zijn hierbij verschillend. Door de ontwikkelingen in de chirurgie is dit dan ook een populair onderwerp.

Conclusies

Een beslisboom/richtlijn geeft geen oplossing voor alle situaties

  • Een beslisboom/richtlijn zal constant moeten veranderen afhankelijk van wetenschappelijke ontwikkelingen en kennis
  • De beslissing herbehandeling/chirurgie/niets doen is gebaseerd op systematische methodologie en wetenschappelijk bewijs
  • Een richtlijn maakt de beslissing beter verdedigbaar en reproduceerbaar (maar niet uniform…)
  • Een richtlijn (of beslisboom) wordt altijd gebruikt samen met klinische ervaring en individuele overwegingen van de behandelaar en de verwachtingen van de patiënt. Het ene aspect is niet belangrijker dan het andere aspect.
  • Dr. Hagay Shemesh behaalde zijn tandartsdiploma in 1990 aan de Hebrew University in Jeruzalem en volgde daar van 1996 tot 2000 de Master of Science opleiding in de Endodontologie. Sinds 2002 is hij gevestigd in Nederland en verbonden als docent aan de sectie Endodontologie van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam. Sinds 2004 is hij als endodontoloog verbonden aan de Verwijspraktijk. In 2009 promoveerde hij cum laude aan het ACTA . Thans is hij hoofd van de opleiding Endodontoloog op het ACTA.

    Amir Moinzadeh is PhD student endodontologie aan ACTA.

    Verslag door Nika van Koolwijk, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Hagay Shemesh en Amir Moinzadeh tijdens het NVvE Voorjaarscongres De Endo-Richtlijn.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis

Medische diagnostiek bij de tandarts: hoe ver moet je gaan?

De tandarts wordt tegenwoordig 6 jaar opgeleid als mondarts. Geneeskunde komt dus steeds vaker in de mondzorg terug. Is het zinnig dat u zich als tandarts ook gaat bezighouden met medische diagnostiek?

Verslag van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het ANT congres Dental Studie Update.

Problematiek per leeftijdscategorie
Tijdens haar presentatie kwamen alle leeftijdscategorieën langs met hun eigen problematiek, want de tandarts maakt de groei van het gezin mee. Zelfs de ongeboren vrucht heeft in de toekomst misschien al met mondzorg te maken. De gebitselementen worden immers dan al aangelegd.

Kinderen
Bij kinderen moeten we de meldcode Kindermishandeling en huiselijk geweld in acht nemen. Alhoewel niet alle tandartsen goede ervaringen hebben met de bereikbaarheid van het bureau.

Pubers en jongeren
Bij pubers moeten we waakzaam zijn op obesitas. De relatie met cariës is aangetoond, niet alleen het effect van de suikers maar ook de obesitas zelf heeft invloed op de mondgezondheid.

Bij jongeren die seksueel actief zijn, kunnen we de gevolgen van een SOA soms in de mond terugvinden, zoals plekjes op de tong bij syfilis en een witte tongzijde bij HIV.

Volwassenen
Plotselinge veranderingen van de gingiva – roodheid en verdikken – kunnen een teken zijn van diabetes. Van Diermen haalde hierbij een casus aan van een 45-jarige vrouw. Tegenwoordig staat in de richtlijn van de huisartsen dat zij de mond dienen te inspecteren. Maar helaas is de huisarts hier nauwelijks in geschoold. Gelukkig komt er bij artsen wel steeds meer aandacht voor de relatie tussen de mond en de algehele conditie. Ze haalde hierbij een onderzoek aan over cardiologen en hun kennis rondom parodontitis.

Ouderen
Van Diermen kwam bij het station ‘ouderdom’, dat met gebreken komt. De anamnese is bij ouderen erg belangrijk. Een 75-plusser neemt gemiddeld vijf keer zoveel medicatie dan een jongere. Van Diermen opperde dat het aanschaffen van een IRN-meter – voor het meten van de snelheid van bloedstolling – voor in de praktijk wellicht een idee is. Zo kan je meten of een element zonder risico op nabloeding geëxtraheerd kan worden. Ook een glucosemeter kan zelf aangeschaft worden.

Toekomst
Van Diermen sloot af met de toekomst: In de toekomst kan zelfs via het speeksel medische diagnostiek bedreven worden. Ook de patiënt zelf kan over apps beschikken waarbij hij zelf zijn (medische) conditie bij houdt. Misschien ligt hier ook de toekomst van de mondhygiëne? Op de markt zijn al elektrische tandenborstels te vinden die via blue tooth werken. De mondarts kan ook zelf apps te raden slaan om kennis te vergaren zoals via de EHBO app en de dental prescribing app.

Dr. Denise van Diermen studeerde geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1995 is ze werkzaam als universitair docent bij de vakgroep Mondziekten en Kaakchirurgie/Ziektenleer en Medisch Tandheelkundige Interactie (MTI) van het Academisch Centrum Tandheelkunde Amsterdam (ACTA), waar ze het onderwijs verzorgt in de MTI en verantwoordelijk is voor de medische begeleiding van medisch complexe patiënten. Tevens geeft ze frequent lezingen en nascholingen voor tandartsen en mondhygiënisten.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van dr. Denise van Diermen tijdens het ANT-congres Dental Studie Update.

Lees meer over: Congresverslagen, Diagnostiek, Kennis, Thema A-Z

Erosieve slijtage: wat is waar en niet waar?

Verslag van de lezing van mevrouw prof. dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie.

Ontbijten
Veel tandheelkundigen adviseren om te wachten met tandenpoetsen als de patiënt iets zuurs heeft geconsumeerd. Maar ja, wat neem je dan als ontbijt en wanneer ga je dan poetsen? Veel ouders ervaren opstaan als spitstijd en kunnen simpelweg niet zo flexibel zijn. Gelukkig vertelde Huysmans dat het eigenlijk niet zo gek veel uitmaakt of nu wel of niet vlak na het consumeren van zuur gepoetst wordt. De tong kan namelijk ook slijtage geven. Voordat de tandenborstel ook maar in de buurt komt, heeft de tong al voor slijtage gezorgd. De tandenborstel zal waarschijnlijk niet zo’n groot aandeel hebben in de mate van slijtage. Maak je dus niet al te druk om het poetsmoment voor of na het ontbijt.

Verschillen en overkomsten erosieve slijtage en cariës
Het Ivoren Kruis heeft het Advies Cariëspreventie uitgebracht. In dit advies staat onder andere dat zeven eet- of drinkmomenten het basisadviesis om cariës te voorkomen. Dit basisadvies kan overgenomen worden bij de preventie van erosieve gebitsslijtage. Ook hierbij geldt dat als de zeven eet- of drinkmomenten worden overschreden, de kans op erosieve slijtage toeneemt..

Een groot verschil tussen erosieve slijtage en cariës is dat cariës niet normaal is: cariës is een ziekte. Met slijtage zal echter iedereen vroeg of laat te maken krijgen. Fysiologische slijtage is normaal, de tand des tijds slijt gebitselementen af. Versnelde, pathologische slijtage kan leiden tot problemen, zoals pijn en een verstoorde functie en esthetiek.

Een overeenkomst is dat erosieve slijtage net als cariës ‘arrested’ kan worden. De mate van slijtage blijft dan gelijk en is niet progressief.

Groot probleem?
Van de 15-jarigen heeft volgens onderzoek 44% erosieve slijtage. Dat klinkt veel, maar slechts een kwart hiervan heeft ernstige slijtage: slijtage tot in het dentine. Dit criterium werd echter in het onderzoek al snel gegeven. Daarom de vraag: Is het probleem wel echt zo erg? “Hoogstwaarschijnlijk krijgt slechts 1% van de mensen uiteindelijk echt ernstige slijtage. Het probleem is dus niet zo groot als je soms hoort. Maar daar waar het ernstig is of gaat worden, moeten we alert zijn. Deze patiënten moeten we op tijd eruit zien te pakken”, adviseert Huysmans.

Maagzuur grotere rol dan gedacht
Maagzuur speelt een grotere rol dan we met zijn allen denken. Althans bij volwassenen. We moeten daarom goed doorvragen als we tekenen van erosieve slijtage zien. Veel mensen geven namelijk niet uit zichzelf aan last te hebben van maagzuur. Vraag daarom aan patiënten met erosieve slijtage waarbij niet snel een oorzaak te vinden is of ze last van maagzuur hebben. Vraag naar oprispingen en overgeven, brandend maagzuur en dergelijke.

Kinderen met reflux en erosieve slijtage komen ook voor maar de relatie is daarbij (nog) niet aangetoond. Wel is bekend dat er een sterke relatie is tussen astma en reflux. Longklachten door reflux is waarschijnlijk maar nog niet geheel causaal aangetoond. Maar let u wel op het hoesten, keelpijn en pijn bij het slikken bij patiënten met erosieve slijtage. Dit kan een aanwijzing zijn voor de oorzaak van de slijtage.

Kwaliteit van het speeksel
Een goede pellicle kan waarschijnlijk zorgen dat zuur niet in contact komt met tandoppervlak. De ene pellicle beschermt goed en de ander niet. Er was zelfs bij het onderzoek een persoon waarbij de pellicle de erosieve slijtage juist verergerde. De een kan dus meer zuur hebben dan de ander.
Het advies om kaas, yoghurt of melk te nuttigen blijft onveranderd. Volgens Huysmans is dit een stuk effectiever dan na de maaltijd met water naspoelen. Er zijn aanwijzingen dat het melkeiwit caseïne door inbouw in de pellicle het tandoppervlak beschermt.

Fluoride
Er zijn steeds meer aanwijzingen dat fluoride ook een rol kan spelen in de preventie van erosieve slijtage. Vooral formuleringen met tin (tinfluoride en/of tinchloride in combinatie met fluoride) lijken erosieve slijtage te kunnen verminderen.

Erosieve slijtage komt vaak niet alleen
Het is vaak lastig te achterhalen of de erosieve slijtage fysiologisch is of pathologisch. Met regelmaat is het een combinatie van beide. Attritie, abrasie en erosie gaan tevens hand in hand. “Dus let niet alleen op frisdrankgebruik en kijk uit voor tunnelvisie. Probeer zoveel mogelijk informatie in te winnen en denk na.” Let op: vaak spelen meerdere componenten mee bij slijtage. Vraag niet alleen wat geconsumeerd wordt, maar ook naar de manier waarop. Zo wordt door patiënten gespoeld met frisdrank, op lolly’s gebeten of bierflesjes geopend met de tanden. Een infantiele slik kan slijtage opleveren en knarsen en te hard poetsen ook. Sommige beroepen, bijvoorbeeld het werken in een fabriek met chemische stoffen in de lucht, kunnen slijtage in het gebit opleveren. Tandlijtage is multifactorieel: In dit veelal langdurige proces kunnen zuren een rol spelen, allerlei soorten mechanische belasting en de beschermende werking van speeksel. Deze factoren hangen op hun beurt samen met levensstijl, voedingspatroon, gewoonten, gezondheid en medicijngebruik. Vraag daarom ook naar gewoontes en big life events vanwege de invloed van stress. Vergeet hierbij niet dat diverse drugs ook van invloed kunnen zijn.

Advies Erosieve gebitsslijtage
Bekijk het Advies Erosieve Gebitsslijtage

Mevrouw prof. dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans studeerde tandheelkunde van 1982 tot 1987 in Nijmegen. Daar promoveerde ze in 1992 op een vitro onderzoek naar mechanisch gedrag van plastische stiftopbouwen. Daarna volgde ze een omschakeling naar de cariologie, met als bijzonder aandachtsgebied de diagnostiek van cariës. Momenteel ligt de nadruk op diagnostiek en preventie van (secundaire) cariës en erosie, en op de kwaliteit van restauratieve zorg in de algemene praktijk. Na een periode van 10 jaar waarin zij hoogleraar Conserverende Tandheelkunde was in Groningen, is zij sinds september 2008 hoogleraar Cariologie en Endodontologie in Nijmegen. De opleiding van mondhygiënisten in de preventieve en operatieve cariologie heeft haar bijzondere aandacht.

Verslag door Lieneke Steverink-Jorna, mondhygiënist, voor dental INFO van de lezing van mevrouw prof.dr. M.C.D.N.J.M. Huysmans tijdens de cursus Weefselverlies bij jeugdigen van de Preventie Academie, maart 2015.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Casus: afwijking aan de tong

Bekijk de foto van de afwijking aan de tong en beantwoord de vragen.
Om welke afwijking gaat het en wat zijn de meest voorkomende oorzaken?

Beantwoord de vragen en bekijk de antwoorden.


Lees meer over: Casus, Kennis

Edin Dental Academy erkend voor MBO-4 opleiding Tandartsassistent

Edin is door de onderwijsinspectie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap positief beoordeeld voor de diploma-erkenning MBO-4 Tandartsassistent (Crebo-erkenning). Als eerste gespecialiseerde en niet-bekostigde onderwijsinstelling in de tandheelkundige branche is Edin gemachtigd de MBO niveau-4 opleiding tandartsassistent aan te bieden en diploma’s te verstrekken onder de Wet Erkend Beroepsonderwijs (WEB). Het diploma biedt civiele erkenning van het beroep Tandartsassistent en de mogelijkheid door te stromen naar het Hoger Beroeps Onderwijs.

Vraag gediplomeerde assistenten groeit
Minder dan de helft van alle tandartsassistenten in Nederland – totaal ca. 18.000 – heeft nu het wettelijk erkende MBO-diploma.
De vraag naar gediplomeerd personeel groeit door de toenemende certificering van tandheelkundige praktijken en de standpunten van de beroepsverenigingen van tandartsen voor taakdelegatie aan assistenten.

Huidig aanbod beperkt
Het huidige opleidingsaanbod voor volwassenen is beperkt, volgens Edin. Alleen de zelfstudie opleiding van de LOI en de opleiding Scheidegger zijn beschikbaar. Bovendien hebben opleididingen aan een ROC bij volwassenen niet de voorkeur gezien de leeftijdsverschillen met de niet-volwassen studenten en de lange opleidingsduur.

Twee-jarige MBO-opleiding tot Tandartsassistent
Edin speelt in op de marktwensen en start een twee-jarige MBO-opleiding tot Tandartsassistent met (digitaal) theorie-onderwijs, leren in de dagelijkse praktijk en veel praktisch simulatie onderwijs. De studenten zullen intensief begeleid worden tijdens de periode van werkend leren. De opleiding omvat tenminste 1600 studiebelastingsuren van leren en werken per jaar. Het opleidingprogramma vindt inhoudelijk zijn grondslag in het kwalificatiedossier zoals dat wettelijk is vastgelegd in het Centraal Register Erkend Beroepsonderwijs (Crebo).

Standpunten KNMT en ANT
Edin komt met dit initiatief tegemoet aan het standpunt van de KNMT die het zeer wenselijk acht dat tandartsassistenten over het wettelijk erkende MBO-4 diploma beschikken. Daarnaast houdt Edin ook nadrukkelijk rekening met het standpunt van de ANT, dat meer gericht is op structurering van de rolbeschrijvingen in de tandartspraktijk en het op maat afstemmen van de bij de structuur horende opleidingseisen.

Lees meer over: Kennis, Scholing