Slijtagebehandeling

Prof. dr. Cune: Er is geen kookboek voor slijtagebehandeling

Slijtage-gerelateerde problemen komen steeds meer voor. Vooral bij jonge patiënten moet u hierop alert zijn. Wat zijn de oorzaken en welke aanpak is het meest geschikt?

Prevalentie erosie

  • Tekenen van slijtage: 1 op de 4 bij 12-jarigen, 1 op de 3 bij 15-jarigen.
  • Ernstige slijtage: 3% van de 20-jarigen, 17% van de 70-jarigen.

Met name voor slijtage bij jonge patiënten moet aandacht zijn.

Oorzaken van niet-cariogeen gebitsweefselverlies

1. Erosie

Voedingsmiddelen met een ph <4, met name koolzuurhoudende frisdranken. Redbull heeft zelfs een ph van 2,7.

  • Maagzuur (ph 2): anorexia en boulimia, alcoholverslaving – erosie veroorzaakt door overgeven, niet door alcohol -, maag-slokdarm reflux ziekte, hemodialyse patiënten (vocht wordt door slechte werking nieren niet weggefilterd, daardoor oprispingen).
  • Beroepsgerelateerd: fotografen, werknemers electrolytische zinkfabrieken, sporters, zwemmers.
  • Weetje: De helft van de Olympische spelers heeft last van erosie. 

    2. Attritie: tand-tand contact Bruxisme: slaapstoornissen, stress, alcoholgebruik, roken, reflux, medicatie waaronder xtc en antidepressiva.

  • Serotonineheropnameremmers (antidepressiva) indiceren bruxisme. Fluoxetine (Prozac) en andere serotoneheropnameremmers, geven bruxisme als bijwerking. Patiënten die deze middelen gebruiken kunnen in aanmerking komen voor een vergoeding via de regeling Bijzondere Tandheelkunde als het medicijngebruik tot aantoonbare gebitschade leidde.
  • Tip: vraag aan patiënten om hun medicijnenlijst te laten zien en bekijk of de medicijnen in verband kunnen worden gebracht met de tandheelkundige situatie.Beleid bij niet cariogeen gebitsweefselverlies
    1. Oorzaak achterhalen
    2. Advies geven en monitoren of restaureren. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van :
    • Indices – Volgens prof. Cune niet erg geschikt voor individuele patiënt, meer voor onderzoek.
    • Mondfoto’s
    • Modellen
    • Digitaal materiaal

    Subjectief

    • Pijn
    • Esthetiek

    Objectief

    • Dentine expositie
    • Aantal aangetaste elementen bekijken
    • Verlies hoektand bescherming
    • Noodzaak om ruimte te creëren

    Hamvragen bij slijtage

    • Lokaal versus gegeneraliseerd?
    • Met of zonder beethoogte verlies?

    Langzame lokale slijtage → Dento-alveolaire compensatie: Proc. alveolaris, gingiva en elementen groeien mee om occlusie te herstellen.

    1. Passieve eruptie van elementen en proc. alveolaris
    2. Occlusale contacten blijven intact om kauwfuncties te behouden.

    Slijtage bij hemodialyse patiënten gaat juist heel snel. Bij hen is dan meestal geen sprake van dento-aleolaire compensatie.

    Aanpak
    Er bestaat geen vast behandelplan voor slijtage. Er zijn veel verschillende methoden beschreven maar in Nederland wordt vooral met composiet gewerkt.

    Directe aanpak:

    1. Dahl: geschikt bij lokale slijtage in het front.
      Door een Dahlplatform palatinaal van de bovenincisieven is de richting van de krachten langs de tandas. Patiënten hebben weinig klachten van de beetverhoging, voorwaarden hiervoor zijn een gezond parodontium en kaakgewricht. Herstel van occlusale contacten in de zijdelingse delen duurt gemiddeld 6 maanden tot een jaar. Premolaren vaak als laatste.
      Intrusie vs extrusie. Meeste compensatie lijkt vanuit zijdelingse delen te komen.
      94% succes onafhankelijk van leeftijd en geslacht
    2. Freehand
      Prof. Cune past deze methode meestal toe.
      Maak stops van composiet op de premolaren om ruimte in te schatten. Vervolgens het front. De incisale lengte kan bepaald worden met een eenvoudige composietopbouw. Na het front, komen de zijdelingse delen. Laat de patiënt op zacht composiet dichtbijten, tand voor tand.
    3. Mal techniek: geschikt voor gegeneraliseerde slijtage.
      Leg de nieuwe beethoogte vast met futar slot. Maak daarna een opwas met (putty)mal. Kan beter zijn: Daarna wordt een opwas gemaakt met (putty) mal. (in de meeste gevallen wordt dit namelijk door de tandtechnieker gedaan) Patiënten wennen makkelijk aan een beetverhoging, gaf Prof. Cune aan.

    Beschouwing

    Monitor, restore or ignore?
    Bij 25% van de jeugdigen is sprake van slijtage. Hou het in de gaten! Het is een morele plicht om de patiënt op slijtage te wijzen.

    ‘Er is geen kookboek voor slijtagebehandeling. Je doet het niet altijd zus of zo’, sloot prof. Cune af.

    Prof. dr. Marco Cune is sinds 2010 hoogleraar Orale Functieleer, in het bijzonder de restauratieve en reconstructieve tandheelkunde aan het UMC Groningen, Centrum voor Tandheelkunde en Mondzorgkunde. Zijn onderzoeksinteresses bestrijken een breed scala aan onderwerpen, maar richten zich met name op de orale implantologie en prothetische tandheelkunde. Hij publiceert regelmatig over deze onderwerpen en verzorgt voordrachten en cursussen in binnen- en buitenland. Vanaf 2007 is hij 1 dag per week werkzaam in het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde in het St. Antonius ziekenhuis te Nieuwegein.

    Verslag voor dental INFO door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van prof. dr. Cune tijdens de klinische avond Slijtage en restauratief herstel van het Wenckebach Instituut.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Mondhygiëne, Restaureren, Thema A-Z

Taakdelegatie: wat mag en wat niet?

De Inspectie voor de Gezondheidszorg controleert streng op juiste taakdelegatie. Wat zegt de wet daarover en hoe brengt u dat in de praktijk? Het ANT organiseerde een workshop.

Een verslag van dental INFO over de ANT-workshop ‘Taakdelegatie’ door mr. drs. Astrid van Zon.

Wie mag wat?
In de wet BIG staan voorbehouden handelingen beschreven, die alleen tandartsen mogen uitvoeren:

  • Injecties
  • Röntgen
  • Narcose
  • Heelkundige handelingen: boren, snijden en extraheren
  • UR-medicatie voorschrijven

Mondhygiënisten hebben functionele zelfstandige bevoegdheid voor in de opleiding geleerde handelingen. Zij mogen primaire caviteiten boren en vullen en lokale anesthesie uitvoeren. In opdracht mag de mondhygiënist voorbehouden handelingen uitvoeren.

Bevoegdheid ligt wettelijk vast, maar de zorgverlener moet ook altijd bekwaam zijn. Een tandarts mag dus geen implantaat plaatsen als hij daar geen ervaring mee heeft, ook al is hij bevoegd.

Wat is delegeren?
Bij taakdelegatie draagt u een taak over aan een lager gekwalificeerde medewerker. Er is pas sprake van taakdelegatie als de taak niet tot deskundigheidsgebied van de opdrachtnemer behoort.

Als u twijfelt, delegeer dan niet. De IGZ is erg streng. Krijgt u een klacht en de taakdelegatie is niet goed geregeld, dan bent u in het nadeel.

Hoe delegeert u?
Officieel gebeurt taakdelegatie schriftelijk, per patiënt en met goedkeuring van de patiënt. In de praktijk gebeurt taakdelegatie vaak mondeling en is het in een protocol vastgelegd.

Bij taakdelegatie van een voorbehouden handeling moet er altijd een mondelinge of schriftelijke opdracht gegeven worden door een zelfstandig bevoegde die de indicatie heeft gesteld.

De opdrachtgever moet bij taakdelegatie:

  • Deskundig zijn;
  • Bekwaam zijn tot indicatie;
  • Aanwijzingen geven indien nodig;
  • Fysiek aanwezig zijn in de praktijk zodat tussenkomst en toezicht mogelijk zijn.

Ook aan de opdrachtnemer worden eisen gesteld. De opdrachtnemer:

  • Is bekwaam, voelt zich bekwaam en heeft daarvoor getekend;
  • Doet niet meer dan wat in opdracht is gegeven;
  • Handelt in overeenstemming met aanwijzingen.

Mr. drs. Astrid van Zon is senior beleidsadviseur bij de ANT. Zij studeerde naast tandheelkunde ook rechten en was onder meer werkzaam als tandheelkundig adviseur bij de Inspectie voor de gezondheidszorg (IGZ).

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Taakdelegatie | Taakherschikking, Thema A-Z
implantaat

Implanteren: hoe voorkom je nervus letsel?

Stel, uw patiënt heeft klachten na het plaatsen van een implantaat. Wat doet u dan? Verslag van de lezing van prof. dr. Gert Meijer tijdens het NVVRT-congres Gewoon over tanden.

Elke chirurgische behandeling kan gepaard gaan met complicaties. Zo bestaat bij implanteren in de zijdelingse delen in de mandibula een kans op letsel van de nervus alveolaris inferior. De patiënt ervaart dit als:

  • Hypesthesie: een gevoel dat de verdoving nog steeds werkt. In de meeste gevallen is dit van tijdelijke aard.
  • Dysesthesie/Paresthesie: een veranderd gevoel, bijvoorbeeld in de vorm van tintelingen.
  • Hyperesthesie: overmatige gevoeligheid of prikkelbaarheid van de uiteinden van de gevoelszenuwen ter plaatse van kin/lip, die tintelend, irriterend of pijnlijk kan zijn.

Wanneer kan nervus letsel optreden?

  • Bij het geven van mandibulaire geleidingsanesthesie
  • Tijdens tractie, om overzicht op het operatiegebied te krijgen, op de mucoperiostlap
  • Tijdens het boren/plaatsen van het implantaat

Ondanks het relatief weinig voorkomen van deze complicatie, is het nodig elke patiënt te informeren dat er risico op schade bestaat. Met behulp van röntgenfoto’s, meestal een OrthoPanTomogram (OPT), schat u in hoe hoog de kans is dat u tijdens uw preparatie de canalis mandibularis zal perforeren. Een juiste interpretatie van de foto’s is essentieel, al is altijd sprake van een vertekening van het beeld. Bij een OPT bedraagt deze vertekening 30%, zowel in horizontale als in verticale richting. Daarom dient bij de behandelplanning met behulp van een OPT altijd gekozen te worden voor een safety-zone van 2 mm. Ook is de toepassing van boorsjablonen, waarin met de “30% vertekening” rekening wordt gehouden, zinvol.

Canalis mandibularis zichtbaar maken
Waarom wordt soms gekozen voor de vervaardiging van een 3D opname, bijvoorbeeld in de vorm van een Cone Beam CT? Op bijna 50% van de OPT’s is het verloop van de canalis mandubularis nauwelijks zichtbaar; in die gevallen kan de CBCT uitkomst bieden. Ook kan variatie van individuele structuren, bijvoorbeeld dubbele kanalen, worden gezien op een 3D opname.

Post-operatieve klachten
Bij nervus klachten na plaatsing van het implantaat, is het raadzaam direct contact op te nemen met de operateur. In veel gevallen dient het implantaat direct verwijderd te worden. Ook al lijkt er nauwelijks contact tussen de apex van het implantaat en de canalis mandibularis, er kan op basis van een hematoom toch druk op de nervus ontstaan. Nervus letsel wordt door de patiënt als zeer onaangenaam ervaren. Het serieus nemen van de klacht en de patiënt regelmatig op controle zien is zeer belangrijk.

Samengevat

  • OPT: houd een safety zone van 2 mm aan
  • Cone beam CT: houd een safety zone van 1 mm aan
  • Gebruik korte implantaten
  • Maak altijd een post-operatieve foto

Gert Meijer
Na de voltooiing van zijn tandartsexamen cum laude bleef Gert Meijer tot 1982 part-time verbonden aan de afdeling Partiële Prothetiek en afdeling Röntgenologie van de Universiteit Tandheelkunde te Utrecht. Vanaf 1980 tot 1992 was hij werkzaam in de algemene praktijk te Gorinchem. In 1989 kwam hij parttime in dienst bij de afdeling Bijzondere Tandheelkunde te Utrecht. Van 1992 tot 1996 werd hij in Utrecht opgeleid tot specialist in de Mondziekten Kaak- en Aangezichtschirurgie. In 1996 promoveerde hij op het proefschrift “Flexible Bone Bonding Implants”. Tussen 1996 en 2006 werkte hij als staflid aan het Universitair Medisch Centrum te Utrecht, waarbij hij zich toelegde op bottransplantatie-technieken en biomaterialen in combinatie met tissue engineering. Hierbij functioneerde hij als chef de polikliniek en later als coördinator van het Universitair Centrum voor Reconstructie & Implantologie, als ook van de afdeling Maxillo-Faciale Prothetiek. Vanaf 1 september 2006 was hij zowel verbonden als Universitair-Hoofd-Docent aan de afdeling Parodontologie & Biomaterialen,als mede aan de afdeling Mondziekten, Kaak en Aangezichtschirurgie van de Radboud Universiteit te Nijmegen. Sedert 1 maart 2010 is hij benoemd tot Hoogleraar Orale Implantologie en hoofd van de vakgroep Implantologie &Parodontologie. In deze functie begeleidt hij promovendi. Binnen de afdeling Mondziekten, Kaak en Aangezichtschirurgie is hij mede verantwoordelijk voor de reconstructieve kaakchirurgie.


Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van het NVVRT-congres Gewoon over tanden .

Lees meer over: Congresverslagen, Implantologie, Kennis, Thema A-Z

Zorgverzekeraars Nederland pleit voor realtime BIG-registratie

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) wil een realtime BIG-register waardoor aanwijzingen of een schorsing van een zorgverlener direct in het BIG-register worden verwerkt.

Nu wordt dit niet zo gedaan. Zorgverleners zonder BIG-registratie kunnen hierdoor nog enige tijd doorwerken en zorg declareren.
ZN vindt deze werkwijze onacceptabel en pleit voor een real time BIG-register waarin veranderingen in BIG-registraties direct zichtbaar zijn.

Als motivatie geeft ZN aan: ‘Zorgverzekeraars vinden het onacceptabel als geld van de premiebetaler ten onrechte wordt uitgegeven. Om die reden hebben zorgverzekeraars in samenwerking met alle ketenpartijen de afgelopen jaren intensief ingezet op correct declareren en de aanpak van fraude. ZN is blij dat in de discussie niet alles als fraude wordt bestempeld en dat er steeds vaker duidelijk onderscheid wordt gemaakt in enerzijds de aanpak om fouten bij het declareren te voorkomen en anderzijds de aanpak van fraude.’

Bron: Zorgverzekeraars Nederland

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Tuchtrecht: drie maanden schorsing voor meer en anders declareren

Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag (nr. 135/2014)
(ECLI:NL:TGZRSGR:2014:119)

Tandarts wordt verweten zonder overleg een extra vulling te hebben aangebracht en de duurste vulling te factureren terwijl een andere goedkopere vulling werd uitgevoerd, geen begroting te hebben gegeven, heeft geweigerd klager te woord te staan en achteraf wijzigingen zou hebben aangebracht uit het (digitale) patiëntendossier.

Anders declareren
Ten aanzien van het anders declareren dan de uitgevoerde behandeling, stelt het College vast dat zij geen reden heeft te twijfelen aan een second opinion, zoals deze door de klager in het geding werd gebracht. Te meer nu de beklaagde tandarts zich daar niet tegen heeft verweerd. Daarnaast bevatten de schriftelijke stukken zowel het dossier van klager, gedateerd op 18 februari 2014, als een later dossier van klager van 5 augustus 2014.

Aanvullen patiëntendossier
Het College constateert dat er verschil is in de inhoud tussen de verslagen en dat in de latere versie een aantekening is toegevoegd, waaruit kort gezegd blijkt dat de kosten ten aanzien van de vulling zouden zijn besproken en de patiënt akkoord zou zijn gegaan. Het College overweegt dat in geen enkel geval het gerechtvaardigd is dat een dossier later wordt aangevuld, mits duidelijk wordt aangegeven dat het om een aanvulling gaat en de reden daarvan vermeld wordt. Nu dit laatste niet is gebleken, acht het College ook dit klachtonderdeel gegrond. Nu de beklaagde tandarts zich ook ten aanzien van de andere klachten niet inhoudelijk verweert, oordeelt het College dat alle klachtonderdelen gegrond zijn en legt zij de maatregel van een schorsing van inschrijving van de tandarts voor de duur van drie maanden op.

Bekijk hier de uitspraak.

Bekijk ook eerdere tuchtrechtelijke uitspraken

Door:
Sebastiaan van der Leer – Köster Advocaten N.V

Lees meer over: Kennis, Ondernemen, Patiëntendossier, Tuchtrecht, Wet- en regelgeving

Tandarts doneert via afscheidsreceptie aan Ivoren Kruis

Begin januari nam tandarts Theo Merkus afscheid van zijn tandartspraktijk in Bakel. Voor zijn patiënten organiseerde hij een afscheidsreceptie. Zijn gasten riep hij op geen wijn en bloemen cadeau te geven, maar een donatie te doen aan het Ivoren Kruis. De opbrengst kwam geheel ten goede aan het project Gewoon Gaaf. Met zijn gift wil Merkus het belang van preventie in de mondzorg extra onderstrepen.

Schenken
Het Ivoren Kruis roept ook andere practici op die een (afscheids)receptie organiseren, de opbrengst aan het Ivoren Kruis te schenken. Het Ivoren Kruis staat bij de Belastingdienst geregistreerd als een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Dat betekent dat u uw gift mag aftrekken van de belasting.

Lees meer over: Actueel, Communicatie patiënt, Kennis, Thema A-Z

Onderzoek wijst snelle glazuurvorming bij mensen uit

De vroege overgang van melk naar vast voedsel bij baby’s blijkt verband te houden met de prenatale ontwikkeling van tandglazuur. Door deze vroege overgang moet er een snelle groei van de snijtanden plaatsvinden.

Vast voedsel
Onderzoek aan de universiteit van Kent toont aan dat snijtanden snel groeien, vroeg in het tweede trimester van de ontwikkeling van de baby. Kiezen daarentegen groeien langzamer in het derde trimester. Dit zou zo zijn zodat de tanden snel na de geboorte door kunnen breken waardoor de overgang van melk naar vast voedsel kan plaatsvinden.

Andere zoogdieren
In vergelijking met andere zoogdieren vindt de overgang van melk naar vast voedsel bij mensen relatief vroeg plaats. Hierdoor is er weinig tijd voor de vorming van de snijtanden waardoor een snelle groei noodzakelijk is. Deze bevinding kan tandartsen helpen bij het begrijpen waarom bepaalde tandproblemen zich niet bij alle tanden in dezelfde mate voordoen.

Bron: Online Library Wiley 

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
Nieuwe bevindingen gebit prehistorische reuzenkrokodil

Nieuwe bevindingen gebit prehistorische reuzenkrokodil

Uit nieuw wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de prehistorische reuzenkrokodil Machimosaurus hugii tanden met een gekartelde structuur had. Hierdoor kon de krokodil goed het harde schild van schildpadden kapot kauwen.

Machimosaurus hugii
De reuzenkrokodil leefde in het late Jura en was 9 meter lang. De reuzenkrokodil at schildpadden en mogelijk ook kleine dinosaurussen. Hierop sluiten de nieuwe bevindingen met betrekking tot het gebit van de reuzenkrokodil goed aan.

Functionele kartels
Door de kartels op de tanden van de reuzenkrokodil zou hij veel grip op zijn prooi gehad hebben. Die grip zou van grote hulp zijn bij het doorbijten van de schild van schildpadden. Ook zouden de kartels op het gebit een versterkende werking gehad kunnen hebben, zodat de tanden niet afbraken bij het kauwen op het harde schild.

Bron:
The Royal Society 

Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z
communicatie

Huisartsen communiceren beter, maar tonen minder empathie

Volgens onderzoek van NIVEL blijkt dat huisartsen na de invoering van evidence-based richtlijnen beter zijn gaan communiceren in de spreekkamer, maar ook minder empathisch zijn geworden.

Context
Het medisch consult heeft een centrale positie in de gezondheidszorg. De manier waarop medisch specialisten en patiënten met elkaar communiceren wordt beïnvloed door de context waarin dat consult plaatsvindt. Deze context is steeds aan verandering onderhevig, door bijvoorbeeld de richtlijnen. Huisartsen zijn dan ook nog aan het zoeken naar een juiste balans tussen evidence-based werken en persoonlijke zorg.

Wat kunt u doen?
Het advies van NIVEL luidt dat de arts naar de patiënt luistert, de patiënt ondersteunt en respect toont naar de patiënt. Zo zou tijdens de consulten de patiënt voldoende ruimte moeten krijgen om eventuele onzekerheid of angst te uiten. Alleen medische informatie en advies geven is niet voldoende.

Tandheelkunde
In de tandheelkunde worden ook steeds meer richtlijnen ingevoerd. Kennis over de uitkomst van dit NIVEL onderzoek is daarom ook interessant voor mondzorgprofessionals.

Bron: Nivel 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Veranderingen in de zorg: Laat uw tanden zien

“Iedereen die zich bezighoudt met gezondheid en zorg moet zorgen dat Nederlanders later ziek worden en gezonder ziek worden” stelde Ferry Kopper in zijn lezing op het congres Praktijk Anno Nu. Hoe kunt u hier als mondzorgprofessional aan bijdragen in een wereld waar constant alles verandert?

Meer ziekte en grotere verschillen
Er bevindt zich een tijdbom onder de Nederlandse samenleving: dit betreft de vlucht die het aantal (meervoudig) chronisch zieken neemt en de toename van het verschil in gezondheid tussen lager en hoger opgeleiden. We eten, drinken en roken we teveel en hebben we teveel stress. Daarnaast bewegen we te weinig. Veel Nederlanders staan er dan ook slecht voor.

Oplossingen nodig

Aan de andere kant worden we wel steeds ouder, maar we worden veel mensen ziek. Er zijn groepen die definitief kunnen afhaken, zoals laagopgeleiden en mensen met meerdere ziektebeelden. Wij moeten met zijn allen hier oplossingen voor verzinnen zodat mensen later ziek worden en gezonder ziek zijn. Dat laatste wil zeggen dat bijvoorbeeld iemand met diabetes dezelfde arbeidsproductiviteit heeft als iemand die niet ziek is en goed en gelukkig kan functioneren in zijn omgeving. Dit vraagt wel afstemming van ontwikkelingen in onder meer lifestyle, training en medicatiegebruik.

Triple Aim
Een Triple Aim benadering wordt steeds meer gebruikt bij het opstellen van doelen in de zorg. Het houdt in dat we moeten zorgen voor:

  • Een gezonde populatie
  • Betere zorg met behulp van integrated care
  • Lagere zorgkosten per capita
  • Onder voorwaarde dat de bovengenoemde aspecten meetbaar zijn

Punten die we gaan tegenkomen
De komende twintig jaar gaan we meerdere punten tegenkomen waar u als zorgprofessional iets mee moet:

  • Zorg dichtbij de burger
    Zorg verandert per 1 januari 2015. De gemeente wordt voor een groot deel verantwoordelijk voor de zorgtaak in Nederland. Alle spelers in de wijk zoals de gemeente, eerstelijns, wijkverpleging en zorgverzekeraars moeten samen de mensen in de wijk gezond houden en hen zo goed mogelijk behandelen als ze ziek zijn.
  • Wijkpopulatie bepaalt welke zorg zij willen hebben
    Per wijk kan de zorg verschillen. Dit wordt meer en meer vastgesteld door wijkraden/bewoners in samenwerking met (zorg)professionals.
  • Lokale verschillen in zorg en gezondheid worden door VWS geaccepteerd
    Door de overheveling van verantwoordelijkheid naar gemeentes, kunnen er lokaal verschillen in gezondheid en zorg gaan ontstaan. Sommige gemeenten hebben hun zaken beter op orde dan andere. Je mag niet onder een bepaalde kwaliteitsbodem zakken, maar daarboven zijn er heel veel verschillen mogelijk.
  • Sociaal economisch gezond verschil
    Het verschil qua gezondheid en (dus) levensduur tussen laag-en hoogopgeleiden moet kleiner worden. Zo blijkt momenteel dat een laagopgeleide 7 jaar korter leeft en 20 jaar langer ziek is dan een hoogopgeleide.
  • Hervorming tweedelijns zorg
    Het aantal ziekenhuizen daalt. Specialisten zouden zich meer moeten gaan richten op samenwerking met de eerstelijn en de andere wijkspelers.
  • Ziekenhuiszorg gaat naar de eerstelijns en vervolgens van de eerstelijns naar de mensen in de wijk
    Eerstelijns krijgt er heel veel taken bij, dat goede organisatie vergt. Ook de burger krijgt steeds meer eigen verantwoordelijkheid voor zijn/haar gezondheid waarbij zorgprofessionals, indien nodig, ondersteuning bieden.
  • Verantwoordelijkheid terug naar burger
    Patiënt wordt verantwoordelijk voor zijn/haar eigen gezondheid.
  • Integrated care
    Als u zorg aanbiedt, kan dit niet meer ‘stand alone’ zijn. Alle zorgprofessionals die met de burger te maken hebben moeten met elkaar in een keten werken. Als u dit als zorgprofessional niet doet, hoort u er niet meer bij.
  • Van curatief naar preventief
    Er is steeds meer aandacht voor preventie. Als u kunt aantonen dat u de gezondheid van de Nederlander bevordert, kunt u op meer vergoedingen voor die inspanningen rekenen.
  • Eindeloos doorbehandelen?
    Maatschappelijke discussie gaat sterker over de vraag of het altijd zin heeft om de levensduur van de mens met behulp van de zorg te verlengen. We gaan niet meer alles wat kan ook doen.
  • Gezondheidswinst behalen
    Je krijgt pas betaald als je gezondheidswinst hebt verworven bij een burger. Wetenschappers en zorgverzekeraars zijn al bezig met het opzetten van een raamwerk om de stapjes te kunnen meten om gezondheidswinst te behalen. Aan deze stapjes die je kunt zetten wordt een vergoeding gehangen.
  • De komende jaren zullen we meer gezondheidswinst moeten leveren tegen een gelijkblijvend budget (zo’n 73 miljard euro 2017).

Mondzorg
Hoe kunt u als mondzorgspecialist op de veranderingen inspelen? Zorg dat u een bijdrage levert aan de gezondheidswinst van de Nederlander en dat uw bijdrage aantoonbaar en meetbaar is. Hier volgt een opsomming van wat u als mondzorgspecialist kan doen:

  • Probeer een bijdrage te leveren aan het indammen van de vlucht chronische ziekten
  • Probeer sociaal economische verschillen terug te dringen.
  • Zoek partnerships en zet concrete projecten op om de wijk gezonder te maken.
  • Ga meer samenwerken met stakeholders zoals eerstelijns, zorgverzekeraar, wijkraden, gemeente en patiëntenverenigingen. Claim ook duidelijk uw rol in de samenwerking.
  • Er blijft geld over als we dingen anders organiseren en beter doen (shared savings). Een wijk bepaalt waar dit geld naartoe gaat. Probeer op een andere schaal te denken om deel te nemen aan deze shared savings. Denk hierbij aan een project om de wijk gezond te houden.
  • Maak transparant wat de inspanningen en euro’s aan de voorkant hebben opgeleverd aan meer gezondheidswinst aan de achterkant.
  • Curatieve excellentie: richtlijnen, transparantie en resultaten in benchmarks. Doe dit het beste en laat het dus zien.

Ten slotte
“We zijn goed in Mondzorg door al onze verschillende specialismen. Maak een plan en werk samen met elkaar en met huisartsen en de andere professionals in eerstelijn en wijk. Ik zou zeggen: pak dit op en laat je tanden zien”.

Ferry Koper is zelfstandig adviseur in de preventie en zorgwereld en is gevormd als epidemioloog. Hij is de drijvende kracht achter businessstrategieën en verdienmodellen in de nieuwe wereld van zorg en preventie bij bedrijven in de zorgindustrie: ziekenhuizen, eerstelijnsorganisaties en private bedrijven die een gezonder Nederland nastreven.

Verslag door Veroni van Es voor dental INFO van de lezing van Ferry Koper tijdens het congres Praktijkorganisatie Anno Nu, een initiatief van KNMT, Medisch Ondernemen en VvAA.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
patienttevredenheid

Tandheelkunde-onderzoek ACTA: zeer goed tot excellent

Het tandheelkundeonderzoek aan ACTA is beoordeeld als zeer goed tot excellent. Een externe commissie kwam tot dit oordeel over de ACTA-onderzoeken tussen 2007 en 2013. De onderzoeken op de kerngebieden van ACTA, Oral Infections and Inflammation en Oral Regenerative Medicine, worden als excellent gekwalificeerd waarmee deze tot de meest invloedrijke onderzoeksgroepen ter wereld behoren in hun werkveld, meldt de UVA.

Oral Infections and Inflammation
Het zwaartepunt Oral Infections and Inflammation (OII) is gericht op de etiologie (ziekteoorzaken), preventie en therapie van orale aandoeningen (zoals cariës en parodontitis), en de gevolgen van deze aandoeningen voor de algehele gezondheid. De commissie beoordeelt de kwaliteit van het onderzoeksprogramma als excellent: ‘De vele sterke publicaties van de OII-groep hebben een grote impact gehad binnen het vakgebied en hebben opinies in de bredere academische gemeenschap beïnvloed’. De maatschappelijke relevantie van het zwaartepunt is beoordeeld als zeer goed, onder andere vanwege de door ACTA ontwikkelde richtlijnen voor mondgezondheid bij de behandeling van diabetes die zijn opgenomen in de NHG-standaard voor huisartsen. De toekomstbestendigheid van het onderzoek is eveneens als zeer goed beoordeeld.

Oral Regenerative Medicine
De onderzoekskwaliteit van het zwaartepunt Oral Regenerative Medicine krijgt de kwalificatie excellent. In het onderzoek gaat het om de biologische processen van adaptatie en herstel van bot en parodontium, en de bio-compatibiliteit van materialen. De commissie noemt het bijeenbrengen van de celbiologie-subgroep en de prothetische/implantologie-subgroep een zeer positieve ontwikkeling. De celbiologen worden als excellent beschouwd in termen van originaliteit van denken, experimentele benaderingen, en kwaliteit en kwantiteit van onderzoeksoutput. De implantologen/tandarts-prothetisten worden beoordeeld als zeer goed en met een geschiedenis van een zeer sterk onderzoeksprogramma. De maatschappelijke relevantie wordt gekwalificeerd als zeer goed, onder meer door de ontwikkeling van producten die veelbelovend gebruik van stamcellen mogelijk maken. De toekomstbestendigheid, tot slot, wordt ook als zeer goed beoordeeld.

Aanbevelingen
Het rapport besluit met een aantal aanbevelingen. Zo moedigt de commissie ACTA-onderzoekers ten zeerste aan om meer externe samenwerking te zoeken, zowel met wetenschappers van de andere faculteiten van UvA en VU als met onderzoekers van andere onderzoeksinstellingen in Europa, en hun interacties met bedrijven te versterken.

Bron: ACTA

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Diagnostiek van fracturen: hoofdbrekens over barsten en breuken

Vaak wordt onterecht gesproken over het Crack-tooth-syndrome indien er sprake is van schade aan het gebitselement dat optreedt door chronische overbelasting. Welke klachten kunnen optreden bij een scheur of barst? Aan de hand van een classificatie kan een risicoinschatting gemaakt worden van een breuk of barst.

Cracks
Er wordt vaak onterecht gesproken over het Crack-tooth-syndrome indien er sprake is van schade aan het gebitselement dat optreedt door chronische overbelasting. Syndroom is in dit geval een onterechte benaming aangezien het niet gaat om een reeks aan symptomen die tegelijkertijd voorkomen.
Klachten die op kunnen treden wanneer er sprake is van een scheur of barst zijn pulpitisklachten en pijn bij bijten. Pijn bij bijten kan opgewekt worden met behulp van een crack-finder, vaak neemt de patiënt pas pijn waar bij het openen van de mond na dichtbijten.
De behandeling is afhankelijk van het soort scheur of barst. Zolang de barst de bodem van de pulpakamer niet doorkruist, is het element nog te redden. Indien de scheur tot in de pulpakamer loopt dan moet er een endodontische behandeling uitgevoerd worden aan het element. Het is aan te raden om tenminste de aangedane knobbel te verkorten en te overkappen.

Classificatie
Breuken en barsten kunnen in de volgende groepen verdeeld worden:

  • Craze lines: Beperkt zich alleen tot in glazuur. Er is geen sprake van pijn.
  • Fractured cusp (knobbelbreuk): De barst loopt door in het dentine en moet daarom behandeld worden. In de meeste gevallen komt knobbelbreuk voor bij gerestaureerde elementen en volgt de breuk de hoeken van de restauratie. De knobbel moet ingekort en overkapt worden, in sommige gevallen laat de knobbel vanzelf los tijdens het prepareren.
  • Cracked tooth: De verticale barst ontstaat in het glazuur en loopt door tot in dentine. Deze barst kan het beste behandeld worden door centraal de barst weg te halen en proximaal te laten zitten zodat de preparatie proximaal niet te diep wordt. De knobbels van het element moeten een volledig overkapt worden, het liefst met een partiële kroon of onlay.
  • Split tooth: Deze volledige breuk loopt verticaal door dentine en treedt vooral op bij elementen die endodontisch behandeld zijn. Om dit te voorkomen, is het aan te raden om alle endodontisch behandelde elementen te overkappen met een knobbeloverkapte restauratie.
  • Vertical root fracture: Deze verticale breuk loopt verticaal tot in dentine en vinden met name plaats op de buccale en linguale vlakken van het gebitselement.
    De breuk ontstaat ergens in de wortel (en dus niet in de kroon) en breidt zich van daar uit. Op een röntgenfoto is vaak een helo-achtige zwarting zichtbaar bij de apex. Ook is er klinisch vaak een abrupte smalle pocket sondeerbaar, soms in combinatie met een fistel.

Preventie verticale wortelfractuur
Hoe kan worden voorkomen dat er een wortelfractuur ontstaat? Belangrijk is dat er zo weinig mogelijk worteldentine afgenomen wordt bij een endodontische behandeling. Bij het plaatsen van een stift moet men genoegen nemen met de eindsituatie na de endodontische behandeling. Vermijd daarnaast condensatie krachten, er mag dus niet met een handplugger tegen de kanaalwanden geduwd worden.

If no symptoms: wait en see?
Hoe weet je van buitenaf of een scheur zich tot in het glazuur beperkt (craze lines)? Scheuren in het glazuur geven vaak geen pijnklachten maar 75% van de dentine barsten zijn ook asymptomatisch. Het komt dus geregeld voor dat de behandeling te laat is. Daarnaast is het lastig – indien er geen klachten zijn – om de patiënt te overtuigen van een behandeling. Aan de hand van lichtfoto’s zou een patiënt beter ingelicht kunnen worden.

Risico inschatten
Op de volgende manier kan het risico van een scheur of barst ingeschat worden:

  • Type 1: Geen risico. In deze groep vallen de craze lines.
  • Type 2: Medium risico. In deze groep vallen breuken die open staan en voorkomen in combinatie met slijtfacetten of een restauratie.
  • Type 3: Hoog risico. In deze groep vallen de breuken die horizontaal of diagonaal van de hoek van de restauratie lopen. Vaak blijft er bij de breuk debris van polijstpasta hangen. Ook barsten met halo van bruine gloed onder de barst, vallen in deze groep.

Jan Berghmans studeerde eerst klassieke talen en studeerde daarna magna cum laude af als tandarts aan de Vrije Universiteit Brussel in 1983. Jan is mede-oprichter en past president van de Flemish Society of Endodontology. Hij is certified member van de European Society of Endodontology (ESE) en was country representative voor België bij ESE en IFEA. Jan runt een verwijspraktijk voor endodontologie in Brussel en is een veelgevraagd spreker. In 2013 werd hij aangesteld als voorzitter van het ESE Corporate and PR committee. Jan Berghmans is tevens gastdocent aan de postgraduaat opleiding endodontologie aan de universiteit van Lissabon.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van Jan Berghmans tijdens het congres Diagnostiek van Bureau Kalker.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
NVvP Najaarscongres

NVvP Najaarscongres over de kunst van het ouder worden

‘Ouder worden is onvermijdelijk, maar de eindstreep halen kan wel op een gezondere manier’. Het NVvP najaarscongres ging over de kunst van het ouder worden. Lees het verslag.

Veroudering
Prof. dr. dr. Andrea Maier, de jongste hoogleraar interne geneeskunde van ons land, ging van start met een lezing over veroudering en de impact hiervan op onze samenleving. Vanwege de toenemende levensverwachting in, in 1895 bedroeg deze 47 jaar, anno 2015 leven we gemiddeld 78 jaar, is het niet meer reëel dat iemand aan slechts één ziekte zal overlijden. Bij toenemende leeftijd is er tendens van toename in het aantal gediagnostiseerde ziekten per persoon. Bijvoorbeeld hoge bloeddruk, dementie, depressie, visuele –en gehoorproblemen, incontinentie en verlaagde mobiliteit. Hier kan men ook de vraag stellen: ‘Kunnen deze ziekten tezamen bij ouderen als één nieuwe ziekte worden gezien, namelijk “ouderdom”?

Onderzoek bij dieren toont aan dat bij verhoogde leeftijd het aantal senescente cellen in weefsel toeneemt. Dit zijn beschadigde cellen die niet meer kunnen delen, maar wel het vermogen houden om de omringende cellen/weefsels te beïnvloeden, daar zij wel metabaal actief blijven. Het aantal verhoogde senescente cellen is te koppelen aan een verhoogde kans op ouderdom geassocieerde ziektes. Interessant genoeg komt een verhoogd aantal scenecente cellen voor bij verhoogd medicatiegebruik, diabetes en een verhoogd cortisol bij personen onder chronische stress. Dus, als het aantal scenecente cellen in de weefsels verminderd kan worden, zou een persoon ook minder met ouderdom geassocieerde ziektes kunnen ontwikkelen. Wat hierbij kan helpen: niet roken, meer fruit en groenten, matig alcohol gebruik, verhoogde fysieke activiteit en verminderde suikerinname.

Ouder worden is onvermijdelijk, maar de eindstreep halen kan wel op een gezondere manier.

Erfelijke componenten en omgeving
Als tweede spreker kreeg professor Moleculaire Epigenetica, Marianne Rots het woord. Zij vertelde ons dat veroudering mede wordt bepaald door de erfelijke component en wordt beïnvloed door de omgeving. Interessant is dat we meer invloed hebben op onze genen dan we oorspronkelijk dachten. Dankzij epigenetica. Epigenetica bepaalt of een gen ‘aan’ of ‘uit’ staat, heel hard werkt of bijna niet. Eiwitten rond onze chromosomen bepalen hoe ‘strak’ de chromosomen totaal zijn opgerold en of een gen kan worden afgelezen. Daar waar DNA ons iets zegt over onze bouwstenen, bepaalt epigenetica wat er gebouwd wordt. Omgevingsfactoren zoals voeding zijn daarop van invloed, niet alleen die van onszelf, ook wat onze ouders en zelfs onze grootouders hebben meegemaakt kan een rol spelen. In de toekomst gaat epigenetica ons mogelijk helpen bij het eerder diagnosticeren, voorspellen en voorkomen van ziekten, dankzij prognostische markers.

Link parodontitis en welvaartsziekten
De derde spreker was Wijnand Teeuw, bioloog, parodontoloog en onderzoeker aan de sectie parodontologie aan het ACTA. Hij bracht ons een mooie en heldere uiteenzetting betreffende een mogelijke link tussen parodontitis en een aantal welvaartziekten zoals hart –en vaatziekten en diabetes mellitus. Van deze welvaartziekten is het bekend dat de prevalentie toeneemt samen met leeftijd, net als bij parodontitis. Tevens is er spraken van een grote overlap betreft de risicofactoren van deze welvaartziekten en parodontitis, zoals erfelijkheid, omgeving en lifestyle.

Daarbij reist de vraag of parodontitis associatief of causatief is voor deze welvaartziekten en vice versa. De associaties tussen of deze ziekten en parodontitis zijn aangetoond, maar het oorspronkelijke verband is tot op heden minder duidelijk. Men heeft hierbij gekeken naar markers van deze systemische ziekten, zoals bv CRP, HbAlt en endodenteelfunctie in relatie tot de paradontale conditie. Sommige behandelstudies laten een verbetering zien van deze markers na een paradontale behandeling, maar helaas kan het positieve effect van de behandeling soms worden overschaduwd door het negatieve van roken en/of obesitas. Dat laatste kan ons erop attenderen dat een aantal patiënten een totaalbehandeling nodig heeft waarbij meerdere, zo niet alle, aspecten van de algehele gezondheid in ogenschouw worden genomen.

Dit leidt ook naar het idee dat de algehele gezondheidszorg zich meer zou moeten richten op de primaire preventie in plaats van het behandelen en bestrijden van symptomen, aangezien voorkomen beter is dan genezen. De oude adagia hebben meerdere sprekers deze dag laten vallen.

Onderzoeksprijs
Na de goed verzorgde lunch werd de NVvP Oral & Onderzoeksprijs uitgereikt aan Sergio Bizzarro (en dit was niet zijn eerste keer) voor zijn onderzoek naar subgingivale plaque in rokers met verschillende DNA-technieken waaronder pyrosequencing. Rokers met veel aanhechtingseverlies hebben minder diversiteit in het aantal bacteriesoorten.

Voeding
Volgens arts en onderzoeker Kris Verburgh van de Universiteit Brussel, die daarna aan de beurt was, zijn de huidige gezondheidsadviezen heel tegenstrijdig en zorgen ze voor veel verwarring. De beste manier om een gezondheidsadvies te benaderen, is via biogerontologie. Hierbij kijkt men naar het proces van ‘ouder worden’, dus naar de reactie van het lichaam op de lange termijn. Er is een aantal path-ways in het lichaam dat door stimulatie meer proteïnen produceert, waarna deze proteïnen gaan samenklonteren. Deze geklonterde proteïnen kunnen de kans op onder andere de ziekte van Alzheimer, de ziekte van Parkinson en hart –en vaatziekten vergroten.

Door een gezonde levensstijl kunnen we de kans op het ontstaan van deze ziekten verkleinen. Voeding speelt hier een grote rol in. Belangrijk is dat men zetmeel en suikerinname beperkt en het dieet verschuift naar een groente en fruitrijk dieet en slechte vetten vervangt door meer gezonde vetten. Een gezonde vervanging van het huidige voedsel is havermout, peulvruchten (erwten, bonen), groente, fruit, gevogelte, vis, noten, blauwe bessen, donkere chocolade. Brood, rijst, pasta, aardappelen, roodvlees en natuurlijke suikers zouden we minder moeten eten. Als men gezond eet, weinig abdominaal vet heeft, niet rookt en regelmatig beweegt is er 86% minder kans op een hartaanval, 90% minder kans op diabetes mellitus en 60% minder kans op Alzheimer. Zo kan een GEZONDE levensduur gerekt worden.

Gezondheidszorg
Als laatste spreker kreeg psychiater Bram Bakker het woord, die zonder presentatie een goed verhaal hield over de huidige gezondheidszorg en over hoe moeilijk het is gedag te veranderen. Om gezonder te leven, moeten we ons proberen te houden aan ‘BRAVO’ wat staat voor Bewegen minimaal een half uur per dag matig intensief, 7 dagen per week niet Roken, Alcohol met mate, gezonde Voeding en voldoende Ontspannen.

Mens erachter
Het was weer een uitermate boeiend congres, misschien wel juist omdat we naast het parodontium en de mond verder keken naar de mens erachter, maar we het immers als behandelaars toch voor doen.

Verslag van het NVvP congres Hollandse meesters: over de kunst van het ouder worden door Erol Liefferink, Elmira Baloori, Thijs de Jong, Conroy Faber. Sectie Parodontologie, Acta, Amsterdam

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ouderentandheelkunde, Thema A-Z

Weinig aandacht consument voor effect van roken op gebit

Onderzoek heeft aangetoond dat weinig rokers zich bekommeren om de gevolgen van roken op het gebit. Tandartsen in het Verenigd Koninkrijk wordt aangeraden om NoSmokingDay te gebruiken als middel om patiënten te wijzen op deze negatieve gevolgen, meldt Dentistry.

Het onderzoek werd uitgevoerd door de British Heart Foundation (BHF) onder 2000 rokers. Hieruit kwam naar voren dat slechts 44% van de rokers zich druk maakt om de negatieve effecten van roken op hun gebit. Slechts 27% maakt zich druk om het effect dat roken heeft op hun tandvlees.

Vrouwen maken zich meer zorgen
Vrouwen zijn meer bezig met de effecten van roken op het gebit dan mannen, respectievelijk 49% en 38% gaf aan dat hun gebit een reden voor bezorgdheid was. Rokers in de leeftijdscategorie 18-24 jaar hielden zich het meest bezig met de effecten van roken op het gebit.

NoSmokingDay
In het Verenigd Koninkrijk vindt jaarlijks een NoSmokingDay plaats. De BHF raadt tandartsen aan om deze dag aankomend jaar te gebruiken om aandacht te vestigen op het effect van roken op het gebit.

Bron: Dentistry.co.uk



Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Romeinen hadden gezond tandvlees

De uitspraak “vroeger was alles beter” lijkt inmiddels te dateren tot de Romeinse tijd. Recent onderzoek heeft uitgewezen dat Romeinen gezonder tandvlees hadden dan de huidige generatie. Maar zij hadden ook al last van infecties, abcessen en tandbederf.

5% had tandvleesaandoening
Een onderzoeksteam van King’s College London en het Natural History Museum heeft 303 schedels onderzocht van een begraafplaats in Engeland. De schedels dateren van 200 en 400 na. Chr.
Slechts vijf procent van de opgravingen blijkt tandvleesaandoeningen te hebben gehad. Inmiddels heeft een derde van de wereldpopulatie deze aandoening, waarbij roken en diabetes 2 als de grootste boosdoeners worden aangewezen.

Roken
“Door de belangrijke rol van roken te benadrukken, vooral bij het bepalen van de gevoeligheid voor progressieve parodontitis in moderne populaties, kan de aandoening worden voorkomen” zegt professor Hughes van het tandheelkundige instituut aan het King’s College in Londen.
De professor voegt toe dat we nu wel beter af zijn omdat de infecties vroeger onbehandeld bleven, waardoor deze jaren chronische pijn veroorzaakten.

Bron: BBC

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Opmerkelijk, Thema A-Z

Een goede toegangscaviteit: wat is de juiste grootte?

Vele missers in de endodontie kunnen vermeden worden door een goede toegangscaviteit. Een te kleine caviteit kan leiden tot een ledge. Het teveel verwijderen van pericervicaal dentine zal de kies aanzienlijk verzwakken. Wat is nu de juiste grootte?

Vele missers in de endodontie kunnen vermeden worden door een goede toegangscaviteit. Een te kleine caviteit zal snel leiden tot bijvoorbeeld een ledge, waardoor we het apicale derde van de wortel nooit goed kunnen reinigen. Het teveel verwijderen van pericervicaal dentine zal de kies aanzienlijk verzwakken, wat dan weer tot breuk kan leiden. Ook kan een gemist kanaal door de juiste opening voorkomen worden. Wat is nu de juiste grootte?

Verslag van de lezing van endodontoloog Koen Ackx tijdens het congres De endodontische misser van de NVvE.

Ackx lichtte de 6 wetten van Krasner en Rankow toe die helpen bij de zoektocht naar de kanaalingangen. Hierbij wordt gepleit voor een conservatieve opening.

Zes wetten van Krasner en Rankow voor systematische opening
(Krasner en Rankow, 2004)

  1. Law of symmetry 1
    Kanaalingangen liggen symmetrisch aan een denkbeeldige lijn van mesiaal naar distaal in het gebitselement (uitzondering hierbij is een bovenmolaar).
  2. Law of symmetry 2
    De kanaalingangen liggen loodrecht op de denkbeeldige lijn van mesiaal naar distaal (uitzondering hierbij is een bovenmolaar).
  3. Law of color change
    De kleur van de pulpabodem is donkerder dan de pulpawand.
  4. Law of orifice location 1
    Kanaalingangen liggen altijd op de overgang pulpabodem/pulpawand.
  5. Law of orifice location 2
    De kanaalingangen liggen in de hoek van de grens pulpabodem/pulpawand.
  6. Law of orifice location 3
    Kanaalingangen liggen op ontwikkelingslijnen.

Het lezen van de pulpabodem

  1. WAAR is de pulpakamer?
  2. CORONAL ACCESS. Waar starten we met de opening van de pulpakamer?
  3. VORM van de endodontische toegangscaviteit

1. Waar?

  • Law of centrality 
    De pulpakamer is centraal gelegen ter hoogte van de glazuurcementgrens.
  • Law of Concentricity
    De wanden van de pulpakamer zijn op gelijke afstand van de buitenomtrek van het gebitselement ter hoogte van de glazuurcementgrens.
  • Law of the CEJ 
    Glazuurcementgrens is een markeerpunt om de positie van de pulpakamer te bepalen.

Om te voorkomen dat bij de endodontische opening een perforatie van de pulpabodem optreedt kan een pocketsonde zeer praktisch zijn bij het vooraf inschatten van het niveau van de pulpabodem en/of glazuurcementgrens aan de hand van een röntgenfoto. Op 5/6 mm moet je vaak al het pulpadak zien. Uit dit onderzoek blijkt dat in 97% van de situaties het dak van de pulpakamer op het niveau van de glazuurcementgrens ligt. (Allan & Deutsch 2004).

2. Coronal access
Met coronal access wordt bedoeld de primaire toegangscaviteit. Voor incisieven is het advies om meer vanaf incisaal te openen. Voor onderincisieven gaat de voorkeur uit naar een opening vanaf buccaal in plaats van linguaal. Zo is de kans groter om het tweede kanaal in een onderincisief te vinden. Ongeveer 40% van de onderincieven heeft een tweede kanaal. In oudere literatuur wordt het mesiale kanaal van een bovenmolaar vaak teveel naar mesiaal afgebeeld.

3. Vorm
Koen Ackx pleit voor een conservatieve opening. Vaak wordt de toegangscaviteit te groot geprepareerd, wat resulteert in een verzwakking van het gebitselement met een grotere kans op fracturen. Vooral als het gebitselement nog beslepen wordt voor een kroon. Hiervoor moet ongeveer 60% tandmateriaal verwijderd worden voor de juiste dikte van het indirecte restauratiemateriaal. Advies is daarom om het pulpadak niet volledig te verwijderen en de pulpahoorns te laten zitten. Zo kan een minimaal invasieve toegangscaviteit geprepareerd worden.

Conclusie

  • Onderzoek de pulpakamer systematisch
  • Bewaar zoveel mogelijk pericervicaal dentine


Koen Ackx studeerde af, met de graad onderwijsbevoegdheid, aan de tandheelkunde aan de KU Leuven in 1996.In 2004 startte hij een verwijspraktijk endodontie te Heverlee en sinds 2012 is hij eigenaar van een nieuwe groepspraktijk, eveneens uitsluitend endodontie, te Herent.
Hij is sinds 1999 lid van de Flemish Society for Endodontology (FSfE) en is momenteel penningmeester van deze vereniging. Vanaf 2010 geeft hij cursussen endodontie bij het Vlaams verbond voor Tandartsen (VVT).


Verslag door Joanne de Roos, tandarts, van het congres De endodontische misser van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Winnaars Mail & Win: boek Beter poetsen

In de dental INFO e-mailnieuwsbrief van november plaatsten wij de Mail & Win aktie voor het boek Beter poetsen van  mondhygiënist Tiffany Claus. Uit alle inzendingen hebben wij ad-random de volgende 2 winnaars gekozen:

– E. Rebel, Praktijk voor Mondhygiëne E. Rebel
– A. Riem, tandarts-pedodontoloog, Tandinzicht

De winnaars krijgen het boek per post toegestuurd. Wij wensen hen veel leesplezier!

Het boek Beter poetsen
De Brabantse mondhygiëniste Tiffany Claus schreef het boek ‘Beter poetsen’ voor iedere bezoeker van tandarts en mondhygiënist. Ze wil klanten aanzetten tot nadenken en tot actie “want zelfzorg is de goedkoopste zorg die er is.”

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Leergang Parodontologie gestart op 1 januari 2015

Op 1 januari startte de Leergang Parodontologie (LP), een initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Mondhygiënisten (NVM). De leergang biedt mondhygiënisten een verdieping en verbreding van kennis en vaardigheden op het gebied van de parodontologie.

De NVM krijgt hierbij de ondersteuning in de vorm van een financiële injectie van Oral-B voor de volledige uitwerking van de
opleidingsbeschrijving. Ook dhr. Dr. Schelte Fokkema, MSc, (mondhygiënist, tandarts/parodontoloog) speelde een belangrijke rol bij het opzetten van een gedetailleerd leerprogramma.

Erkend
De LP is erkend als post-HBO door het Centrum Post Initieel Onderwijs Nederland (CPION) en richt zich op mondhygiënisten die affiniteit hebben met parodontologie. Via de LP wordt hun rol als mondhygiënist en de samenwerking met andere
mondzorgprofessionals binnen het mondzorgteam versterkt: een win-win situatie voor alle partijen.

De invulling van de LP
De cursisten volgen een aantal DentalCourses Mondhygiënisten (DCM) cursussen, nemen deel aan 7 seminars en behandelen minimaal 10 patiënten gedurende een praktijkstage in samenwerking met een parodontoloog. Mondhygiënisten die in het verleden al onderdelen van de LP volgden bij DCM, kunnen hiervoor vrijstellingen krijgen.

Om kwaliteit te kunnen garanderen, ligt het maximum aantal cursisten per studiejaar op 24.

Informatieavond
Donderdag 8 januari 2015 wordt een informatieavond voor de Leergang Parodontologie georganiseerd bij van der Valk Hotel in Breukelen. De informatieavond begint om 19.00 uur en eindigt om 22.00 uur. Toegang is gratis. Indien u zich hiervoor wilt inschrijven kunt u een mail te sturen naar info@kiesDCM.nl.

Lees meer over: Kennis, Scholing

De endodontische opening: een essentiële stap

Voor een succesvol behandelresultaat is de endodontische opening een essentiële stap. Endodontische diagnostiek door aanvullend optisch onderzoek wordt door Walter van Driel Intra Coronale Diagnostiek (ICD) genoemd. Met deze zogenoemde kijkoperatie wordt beoogd het element intern toegankelijk te maken voor visuele inspectie, het mede stellen of bevestigen van de diagnose en het inschatten van de moeilijkheidsgraad van de behandeling en de haalbaarheid ervan.

Ontwerp endodontische opening
Het ontwerp van de endodontische opening speelt een belangrijke rol. Een handigheid: oriënteer u op kleurveranderingen. Bij de endodontische opening staat de glazuurcementgrens centraal. De pulpakamer ligt ter hoogte van de glazuurcementgrens. Advies is om tijdens het openen een klem op het te behandelen element te plaatsen. De endodontische opening gaat door de kroon heen, waarbij de pulpabodem altijd apicaal ligt van de glazuurcementgrens. Dit is de plek waar de rubberdamklem aangrijpt. Het prepareren van de kanaalingangen hoort bij de endodontische openening.

De pulpakamer is centraal gelegen en heeft de vorm van de buitenomtrek van de tand of kies ter hoogte van de glazuurcementgrens.

De kanaalingangen liggen altijd op de overgang: pulpawand-pulpabodem. De overgang pulpawand-pulpabodem is te herkennen aan kleurverschil. Het dentine van de pulpabodem is altijd donkerder van kleur. Om het kleurverschil beter zichtbaar te maken is even boenen met natriumhypochloriet effectief. Onder hoeken zoeken met je sonde, want vaak is het zo dat er dentine over de kanaalingang hangt. Als er ontwikkelingsgroeven te zien zijn op de bodem, liggen de kanaalingangen altijd aan het uiteinde hiervan.

Het artikel van Krasner en Rankow uit 2004 heeft een overzicht van de anatomie van de pulpakamer en de locatie van kanaalingangen.

Endokijkoperatie

  • Visuele inspectie
    • intern (opening)
    • extern (chirurgisch)
  • Bevestigen diagnose
  • Complicaties inschatten: prognose

Aan de hand hiervan bepaalt u de diagnose. Een kanaalvulling kan er op de foto soms zeer flatteus uitzien, toch kan er wat aan de hand zijn. Bij elementen die al eerder endodontisch behandeld zijn, is het belangrijk om te achterhalen wat de meest belangrijke oorzaak is van het uitblijven van genezing en of het nog mogelijk is een duurzame restauratie te plaatsen.

Instrumentarium
Voor het doelmatig openen is het advies een scherpe boor te gebruiken, om vlot en zo geruisloos mogelijk te werken. Licht en vergroting is erg belangrijk en werken met een loepbril (3,5-6 vergroting), maar het liefst met een microscoop.

Pijnbestrijding
Als er sprake is van een irreversibele pulpitis kan het verdoven soms lastig zijn. Indien niet een complete pijnreductie verkregen kan worden, heeft u als alternatief intrapulpaire anesthesie.

Walter van Driel studeerde van 1977 tot 1984 tandheelkunde aan de UvA. Van 1997-2005 was hij universitair docent endodontologie op het ACTA. Daarnaast heeft hij diverse functies vervuld binnen de NVvE en NMT. Hij is van diverse wetenschappelijke verenigingen lid en tevens Fellow van het International College of Dentists (ICD). Sinds 1986 heeft hij een verwijspraktijk voor endodontologie. Walter geeft veel lezingen en cursussen over endodontologie. Hij is eigenaar van het CIDE in Den Haag, een cursuscentrum voor praktische cursussen, met name op het gebied van de endodontologie.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, voor dental INFO van de lezing van Walter van Driel tijdens ENDO2014 van Bureau Kalker

 

Lees meer over: Congresverslagen, Endodontie, Kennis, Thema A-Z

Uw website altijd up-to-date

Hou houdt u uw website altijd up-to-date zonder dat dit u tijd en moeite kost?

gave tanden INFO is website met informatie, nieuws en video’s voor mooie en gezonde tanden. Met een RSS-feed van gave tanden INFO geeft u steeds nieuwe informatie aan uw patiënt over mondzorg: automatisch, gemakkelijk en in de stijl van uw website.
Automatisch 
Automatisch vullen via RSS feed. Artikelen krijgt u zo automatisch op uw website met de kopregel en eerste introductietekst. Plaatsing van de feed is kosteloos.

Eigen stijl
Uw webdeveloper kan de RSS-feed in de stijl van uw website plaatsen.

Makkelijk
Uw webdeveloper plaatst eenmalig de RSS-feed op uw website en vervolgens worden de artikelen die gave tanden INFO plaatst, automatisch op uw website geplaatst.

 

Interesse?
Heeft u interesse? Stuur ons een e-mail Wij sturen u dan meer informatie en de RSS-feed die u kunt plaatsen.

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis