Dr. G. Aarab ontvangt NVGPT-subsidie

Dr. G. (Ghizlane) Aarab van de ACTA afdeling Orale Kinesiologie ontving een onderzoeksubsidie van €5000,- van de NVGPT (Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde).

De onderzoekster ontving de subsidie voor haar onderzoek “The effects of oral appliance therapy on masseter muscle activity in obstructive sleep apnea patients: a randomized controlled trial”, meldt ACTA.

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Grote verschillen tussen arm en rijk in mondgezondheid

Grote verschillen tussen arm en rijk in mondgezondheid

Het verschil tussen armen en rijken op zeventigjarige leeftijd? Het aantal tanden. Onderzoek toont aan dat de armste mensen uit de samenleving maar liefst acht tanden minder hebben dan de rijksten uit dezelfde samenleving.

Het onderzoek werd uitgevoerd onder verschillende bevolkingsgroepen in Wales, Noord-Ierland en Engeland. Meer dan 6000 mensen van 21 jaar of ouder namen deel aan het onderzoek.

Bevestiging van eerder onderzoek
Onderzoek toonde al eerder aan dat er grote verschillen zijn in de mondgezondheid van verschillende sociaaleconomische klassen. Dat er een verschil in mondgezondheid werd gevonden was dus niet zo raar. Dat de verschillen zo groot zijn en in welke mate het mensen dus beïnvloed is echter een nieuwe bevinding.

Bron
The independent 



Lees meer over: Actueel, Kennis, Onderzoek, Thema A-Z

Voorlichting over je gebit in de bioscoop

Kinderen van 5, 6 en 7 jaar in de Engelse stad Plymouth hebben afgelopen week in een bioscoop geleerd hoe ze goed voor hun gebit kunnen zorgen.

De film ‘Open Wide and Step Inside’ wordt vertoond in een filmtheater in Plymouth waar het scherm als een halve bol om het publiek heenstaat, net zoals in het Omniversum in Den Haag. Het is voor het eerst dat deze technologie wordt gebruikt om kinderen van 5, 6 en 7 te overtuigen goed te zorgen voor hun tanden.

Zelf poetsen
Kinderen van deze leeftijd zijn de doelgroep van de film omdat kinderen van 7 moeten beginnen zelf hun tanden te poetsen, dus zonder begeleiding van hun ouders. Ook kunnen ze zelf goede keuzes maken over wat én wanneer ze eten en drinken.

3-jarigen met rotte tanden
Uit onderzoek blijkt dat andere manieren om kinderen te wijzen op beter poetsen, een beter dieet en halfjaarlijkse controles geen effect hebben. Daarnaast blijkt uit twee rapporten dit jaar dat de gebitten van kinderen in Groot-Brittannië sterk achteruit gaan. Uit de eerste blijkt dat meer kinderen in ziekenhuizen behandeld worden met dentale problemen dan wat voor ziekte dan ook. Uit het tweede rapport blijkt dat 12% van de 3-jarigen al last heeft van tandbederf.

Onderwijspakket
Naast de film is er een onderwijspakket voor onderwijzers en een tasje met cadeautjes voor de leerlingen.

Bron:
Dentistry.co.uk

Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis, Mondhygiëne, Thema A-Z

Duitse studenten Tandheelkunde studeren meer dan 40 uur per week

Het lijkt een cliché dat studenten Medicijnen en Tandheelkunde veel studeren en studenten Sociologie weinig. Maar er blijkt wel degelijk een verband te zijn tussen het type studie en benodigde studietijd, zo blijkt uit Duits onderzoek.

In Duitsland besteden studenten Tandheelkunde ná studenten Diergeneeskunde de meeste tijd aan hun studie. Tandheelkunde-studenten studeren 42,5 uur per week. Studenten Medicijnen 38,9 uur en studenten Sociologie studeren slechts 22,6 uur per week.

De Universiteit van Konstanz doet sinds 1982 namens het Duitse Ministerie van Onderwijs onderzoek naar het studiegedrag aan Duitse universiteiten en hogescholen.

Bron:
ZWP-online

Lees meer over: Kennis, Scholing

Waterkwaliteit? Mij een zorg!

Bacteriën zijn overal. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. Onlangs ook weer met de hygiëne-in-de-keuken-campagne van het ministerie van Volksgezondheid. De concept WIP-richtlijn brengt water ook onder de aandacht. Waarom is zorg voor water in de behandelunit zo van belang?

Overal
Bacteriën zijn overal. Toen Antonie van Leeuwenhoek deze micro-organismen ontdekte, werd snel duidelijk dat het er veel waren en ook van verschillende aard. Sinds de ontdekking van bacteriën is er veel aandacht voor. De meerderheid van de bekende bacteriën is gelukkig onschadelijk. Het ministerie van Volksgezondheid startte onlangs een nieuwe hygiënecampagne om weggezakte kennis over hygiëne in de keuken weer naar boven te halen. Tijdens de reclameblokken die onze TV-series onderbreken worden we eraan herinnerd dat alles hygiënisch schoon moet zijn en we regelmatig onze handen moeten wassen. De Werkgroep Infectiepreventie (WIP) brengt ook water onder de aandacht.

Waakzaam
In de afgelopen jaren hebben de kranten gelukkig niet vol gestaan met artikelen over mensen die ziek zijn geworden bij de tandarts. We leven echter in een tijd waarin steeds huiveriger wordt omgegaan met antibiotica, vanwege groeiende resistentie van micro-organismen. Nu de bevolking vergrijst en er dus meer immunogecomprimeerde patiënten in de behandelunit plaats nemen, dienen we waakzaam zijn. Er zijn veel studies over de waterkwaliteit in behandelunits gedaan die dit onderbouwen.

Water in de behandelunit
De tandartsstoel heeft zich in de laatste decennia ontwikkeld tot een heuse behandelunit. Moderne units bestaan uit meerdere complexe integrale onderdelen. Ook worden er meerdere dentale instrumenten – gekoppeld aan een behandelunit – gekoeld of gevoed door water. De instrumenten worden voorzien van water dat laminair (lagen bewegen zich parallel ten opzichte van elkaar) door dunne kunststof leidingen stroomt. De stroomsnelheid wordt hierdoor een stuk lager waar omgevingsbacteriën dankbaar gebruik van maken.

Daarbij stroomt het water niet continu door de behandelunit. Een gemiddelde behandelunit wordt niet langer dan twaalf uur per dag gebruikt. Stagnatie van het water bij kamertemperatuur draagt bij aan een toename van micro-organismen in de unit. Zo hechten ze zich aan het oppervlak in de kunststof leidingen. Zodra er een aantal zich gehecht hebben, wordt het voor andere micro-organismen makkelijker zich ook te vestigen. De bacteriën maken vervolgens een complex netwerk van allerlei polymeren om hun verblijf aan de wanden van de leidingen te vergemakkelijken. Het gevormde complex wordt dan biofilm genoemd. In deze biofilm kunnen ook pathogene micro-organismen, denk bijvoorbeeld aan Legionella, schuilgaan. Als delen van de biofilm loslaten kunnen deze in de mond van de patiënt terecht komen of middels aerosol in de luchtwegen van de patiënt of behandelaar.

Inzicht
Het is dus zaak om inzicht te krijgen in de waterkwaliteit van de behandelunit. Met het verkregen inzicht kan er een scala aan eventuele maatregelen getroffen worden om de waterkwaliteit beheersbaar te maken.

Welke maatregelen?
Maatregelen die een tandheelkundige praktijk zou kunnen nemen om de waterkwaliteit beheersbaar te maken:

– Naleven spoelprotocollen
Het strikt naleven van de spoelprotocollen beschreven in de richtlijnen van de WIP.
Spoelen zal een reductie van het aantal aanwezige micro-organismen realiseren. Echter, zal dit in een reeds sterk verontreinigde unit niet een dusdanige reductie opleveren, zodat een eventuele norm niet overschreden wordt.

– Gebruik desinfecterende middelen
Een tweede optie is het gebruik van desinfecterende middelen om de behandelunit van binnenuit te reinigen. Niet ieder desinfectiemiddel is echter even effectief. Er zijn middelen die micro-organismen goed bestrijden, maar echter niet doordringen in de eerdergenoemde biofilm. Sommige desinfectiemiddelen kunnen het binnenwerk van de behandelunit corroderen, met alle gevolgen van dien. Verder bestaat natuurlijk de mogelijkheid dat de waterkwaliteit van het aanvoerwater, voordat het in de behandelunit komt, reeds verontreinigd is. In dat geval kunt u netjes spoelen en desinfectiemiddelen gebruiken, maar zal de behandelunit binnen afzienbare tijd weer verontreinigd kunnen zijn.

– Inventarisatie leidingwerk
Middels een inventarisatie van het leidingwerk kan worden nagegaan of er bijvoorbeeld dode leidingen aanwezig zijn.

Omdat niet iedere praktijk gelijk is, is het wenselijk om per situatie te inventariseren wat eventuele knelpunten zijn. Zo blijkt maar weer: meten is weten.

Door:
Vincent Berghuis, Analist – Adviseur, DRS-Waterzorg

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit, Praktijkhygiëne, Thema A-Z

Juridische implicaties van endodontische complicaties

Bij het uitvoeren van endodontische behandelingen liggen complicaties constant op de loer. Naast de technische aspecten moet de behandelaar ook met juridische implicaties rekening houden. Welke rechtsgebieden gelden er en hoe voorkomt u een klacht?

Bij het uitvoeren van endodontische behandelingen liggen complicaties constant op de loer. Sommige complicaties hebben nauwelijks uitwerking op het uiteindelijke behandelresultaat terwijl andere zelfs kunnen leiden tot vroegtijdig verlies van het gebitselement. Naast de technische aspecten van complicaties tijdens een endodontische behandeling, moet de behandelaar ook met de juridische implicaties rekening houden.

De impact van een klacht is erg groot. Vaak is er daardoor sprake van een slechte nachtrust en een andere patiëntbenadering. Hoe kunt u problemen aanpakken en voorkomen?

Rechtsgebieden
Er zijn vier verschillende rechtsgebieden die verband houden met behandelcomplicaties binnen de endodontologie. Tijdens de lezing van Tijmen Hiep werden de eerste drie besproken.

  1. Klachtrecht
  2. Tuchtrecht
  3. Civielrecht
  4. Strafrecht

1. Klachtrecht

Voor patiënten is het klachtrecht een laagdrempelige mogelijkheid voor het indienen van klachten. Zorgverleners zijn verplicht een klachtenregeling te hebben. De meeste tandartsen hebben deze klachtenregeling geregeld bij de beroepsorganisatie (ANT/NMT) en sommige hebben zelf een klachtenregeling opgezet.

2. Tuchtrecht

Het doel van tuchtrecht is:
– Bevorderen van de kwaliteit van de beroepsuitoefening

Waar wordt bijvoorbeeld op getoetst?
– Is behandeld binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening?

Er wordt dus niet gekeken of het beter had gekund.

3. Civielrecht

In een civiele procedure stelt de patiënt de tandarts aansprakelijk voor schade als gevolg van handelen. Het doel van de patiënt is een schadevergoeding.

Hoe kun je een klacht voorkomen?

  1. Managen van de verwachtingen
  2. Vermelden van de risico’s
  3. Bespreken van alternatieven
  4. Informed consent
  5. Dossiervorming

De endodontische behandelaar heeft een inspanningsverplichting en geen resultaatsverplichting. Indien er tijdens de behandeling een complicatie is opgetreden, wees dan empatisch en leg de situatie uit. Vaak is communicatie namelijk de reden voor het indienen van een klacht.

Tijmen Hiep is tandarts-algemeen practicus sinds 2007 en sinds 2011 jurist op het gebied van het gezondheidsrecht waarbij zijn afstudeerscriptie in het teken stond van taakdelegatie en voorbehouden handelingen in de tandheelkunde. Sinds 1 september 2013 is hij Penningmeester / Vice-voorzitter bij de KNMT.

Verslag door Joanne de Roos, tandarts, van de lezing van Tijmen Hiep tijdens het congres De endodontische misser van de NVvE.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Ondernemen, Wet- en regelgeving
Een dikke wang? Wat nu?

Een dikke wang? Wat nu?

Uw patiënt krijgt na de behandeling een dikke wang: er is sprake van een odontogene ontsteking. Wat is het antibioticabeleid bij ontstekingen? Welke antibioticum heeft de voorkeur? En wanneer kunt u beter doorverwijzen naar de kaakchirurg?

Verslag van de lezing van prof. dr. Spijkervet, hoofd afdeling MKA-chirurgie, UMCG.

Odontogene ontstekingen

Submuceus abces
Stappen bij de behandeling van een submuceus abces:
1. Abces incisie. Oppervlakte anesthesie is meestal voldoende. Maak de incisie altijd op de plaats waar de zwelling de grootste bolling heeft. Cave: foramen mentale/n. mentalis bij incisie in de regio 1e molaar 1e premolaar in de onderkaak.
2. Drainage.
3. Dagelijkse professioneel spoelen.
4. Extractie of endodontische (her)behandeling worden pas later in een rustig stadium uitgevoerd.
5. Het voorschrijven van antibiotica is niet nodig.

Antibioticabeleid bij ontstekingen

De keuze om wel of geen antibiotica voor te schrijven, wordt bepaald aan de hand van de volgende factoren:

1. Status van afweer patiënt
De lokale afweer van het hoofd-halsgebied bestaat uit een intacte anatomie, normale secretie, ongestoorde drainage, het mucosale immuunsysteem en de lichaamseigen flora (kolonisatie resistentie). Indien de lokale afweer verstoord is dan bestaat er een grotere kans op ontsteking.
Naast de lokale afweer bepalen ook de humorale en de cellulaire afweer het niveau van afweer van de patiënt. Ook indien een van deze twee afweersystemen verstoord is, bestaat er een grotere kans op exacerbatie van odontogene ontstekingen.

2. Mogelijkheden van drainage
Bij een odontogene ontsteking kan drainage plaatsvinden door een opening te maken in het betreffende element (endodontische opening) of door de ontsteking te benaderen via het kaakbot (bijvoorbeeld Schröderse Lüftung). Mogelijkheden tot drainage worden soms belemmerd. Een element kan bijvoorbeeld al eerder endodontisch behandeld zijn, de kanaalvulling beperkt dan de mogelijkheden tot drainage. Bij het benaderen van een ontsteking via het kaakbot, moet er rekening worden gehouden met het niveau van de apices ten opzichte van de musculus mylohyoideus en de ligging van de apices ten opzichte van de buccale cortex. Deze kunnen de bereikbaarheid van de ontsteking beperken.

3. Oorzakelijk micro-organismen
In 70% van de gevallen veroorzaakt een aerobe-anaerobe mengflora een odontogene ontsteking. In 25% van de gevallen gaat het om een anaerobe flora en in 5% van de gevallen om een aerobe flora.

Keuze antibiotica

Bactericide versus bacteriostatisch
In principe wordt er geen antibiotica voorgeschreven wanneer er drainage mogelijk is behalve wanneer het gaat om een snelle uitbreiding (agressieve micro-organismen of sterk verlaagde afweer van de patiënt). Een bactericide antibiotica heeft de voorkeur bij acute ontstekingen omdat het een direct effect heeft. Hieronder vallen penicilline (bijv. amoxicilline ), cefalosporine en metronidazol. Bij chronische ontstekingen wordt vaak voor een bacteriostatisch antibioticum gekozen, zoals tetracycline, erythromycine, clindamycine.

Empirische keuze
Het is belangrijk dat de micro-organismen die de odontogene ontsteking veroorzaken, gevoelig zijn voor het antibioticum. Ook moet het antibioticum op de locatie van de ontsteking kunnen komen. Om het juiste antibioticum te kiezen, wordt bij voorkeur zo veel mogelijk informatie verzameld. Echter is dit niet altijd mogelijk en moet er op empirische gronden een antibioticum gekozen worden. Bij empirisch gebruik moet een antibioticum binnen 48 uur effect hebben.

Contra-indicaties
De meeste antibiotica worden uitgescheiden via de nieren. De enige contra-indicatie voor het voorschrijven van antibiotica is, naast een bewezen allergie voor het voor te schrijven antibioticum, een verstoorde nierfunctie.

Beta-lactam antibiotica
In principe wordt er bij een odontogene ontsteking altijd gekozen voor een beta-lactam antibioticum. Bij overgevoeligheid kan er een antibioticum gekozen worden uit een andere groep. Binnen de beta-lactam groep is er onderscheid te maken tussen smal spectrum en breed spectrum antibiotica:

  • Smal spectrum: benzylpenicilline, feneticilline (broxyl: komt vaak niet op plek van bestemming als gevolg van onvoorspelbare resorptie; dus beter niet voorschrijven bij een acute ontsteking).
  • Breed spectrum: o.a. amoxicilline, cefalosporine.

Abnormaal beloop odontogene ontstekingen

Een odontogene ontsteking volgt in de meeste gevallen het volgende schema:
1. Chronisch peri-apicaal granuloom, symptoomloos.
2. Acuut veretterend granuloom (peri-apicaal abces), vaak bij verminderde weerstand.
3. Periostitis, deze ontstaat 1-2 dagen na het ontstaan van een acuut veretterend granuloom.
4. Subperiostaal abces, deze ontstaat 2-3 dagen na het ontstaan van periostitis.
5. Submuceus abces, deze ontstaat 2-3 dagen na het ontstaan van het superiostaal abces.

Een submuceus abces zal dus vaak 5-8 dagen na de start van de eerste symptomen aanwezig zijn. Wanneer een ontsteking afwijkt van dit tijdschema en sneller verloopt dan moet u als tandarts bedacht zijn op de aanwezigheid zeer virulente micro-organismen en het ontstaan van een ernstige ontsteking zoals cellulitis, flegmone of een loge abces. Het is erg belangrijk om hier alert op te zijn, mortaliteit van een flegmoneuze ontsteking ligt namelijk rond de 10%, en is veelal het gevolg van onalertheid of onbekendheid in het voortraject van de exacerbatie.

Wanneer moet een patiënt verwezen worden naar de kaakchirurg?

Bij een snel progressieve ontsteking

  • Bij problemen met ademhaling
  • Bij een trismus met een mondopening van minder dan 5 mm
  • Bij slikklachten
  • Bij hoge koorts (> 39C)
  • Samenvatting
    • Het verdient aanbeveling antibiotica voor te schrijven bij een odontogene ontsteking indien er geen drainage plaats kan vinden, of sprake is van een snelle uitbreiding van de ontsteking, en wanneer er sprake is van een gecompromitteerde afweer.
    • Bij voorkeur wordt er amoxicilline voorgeschreven (breed spectrum).
    • Houd het tijdschema voor de progressie van odontogene ontstekingen in de gaten, bij een abnormaal tijdschema moet u alert zijn.
    • Redenen voor verwijzing naar de kaakchirurg zijn: moeilijkheden met ademhaling, trismus, slikklachten en koorts.

    Prof. dr. F.K.L. Spijkervet, hoofd afdeling MKA-chirurgie

    Verslag door Marieke Filius, onderzoekster afdeling kaakchirurgie, UMCG, voor dental INFO van de lezing van prof. dr. Spijkervet tijdens de klinische avond ‘Wat te doen bij niet alledaagse, maar wel herkenbare problemen in de dagelijkse praktijk’ van het Wenckebach Instituut in het UMCG.

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis
Uitneembaar gebit

Is ‘een uitneembaar gebit ’voorbij?

Is een uitneembare voorziening nog van nu of neemt het zelfs weer toe? Verslag van de lezing van Nittert Postema tijdens het NVVRT-congres Gewoon over tanden.

Gebitsprothese
Tijdens de presentatie liet Postema ons zien dat een gebitsprothese vaak een goede oplossing is om kauwen, spraak, spierfunctie, esthetiek en welbevinden te herstellen en niet voorbij is. Aan de hand van casussen werd dit duidelijk geïllustreerd en werden toepasbare tips gegeven.

Bij een gebitsprothese wordt de afname van bot vervangen door kunststof. Bij sterke resorptie wordt de bovenkaak smaller en de onderkaak breder en wordt bij voorkeur gekozen voor lingualized occlusion. De beet en beethoogte bepalen is het aller moeilijkst. Kennis van occlusie en articulatie is van groot belang. Waar moeten de boventanden staan en hoeveel mm van de fronttanden is zichtbaar bij ontspannen bovenlip. De hoeveelheid tand is afhankelijk van leeftijd en geslacht. De volledige prothese is een goede voorziening wanneer de eigen dentitie verloren gaat.

De bovenprothese functioneert goed maar de onderprothese functioneert gemiddeld slecht en dan zijn implantaten geïndiceerd. Was het vroeger tandbehoud nu staat botbehoud centraal want als het nodig is, is botvolume voorwaarde om implantaten te kunnen plaatsen. We moeten flabby ridge en botverlies voorkomen in de bovenkaak. Implantaten onder de onderprothese is een voorwaarde voor goed het functioneren van de onderprothese.

Motiverend begeleiden
De behandeling vraagt veel communicatie. Helpen is begrijpen waarom de patiënt doet wat hij doet en niet zeggen wat hij moet doen. Betrek de patiënt in het zorgproces door te vragen naar de verwachting, want kwaliteit is voldoen aan de verwachting van de patiënt. De mens achter het probleem is belangrijk voor Postema. Je hoort vaak één verhaal, maar meestal zijn het er meerdere en die kunnen het behandelresultaat blokkeren. Behandelen is luisteren en communiceren.

Citaten van Postema

  • ‘Poets de tanden die je wilt behouden. Anders worden ze vals. Tandheelkunde begint met een goede mondhygiëne.’
  • ‘Vooraf is het diagnostiek, achteraf is het excuus.’
  • ‘Alles wat je aandacht geeft, wordt groter.’
  • ‘Aandacht voor negatieve zaken is niet productief. Benoem vooral positieve dingen!’
  • ‘Doe aan OPA = Parkeren, Opbouwen, of Afbouwen: patiënten moeten weten waar ze zitten in het tandheelkundig traject.’

Nittert Postema
Drs. Nittert Postema is in 1969 te Utrecht afgestudeerd als tandarts en heeft in 1970, in Amsterdam ,een praktijk gestart die later , mede onder zijn leiding, is uitgegroeid tot een groepspraktijk. Hij was parttime 1 jaar werkzaam als klinisch-docent op de faculteit Tandheelkunde van de RU- Utrecht tot september 1970 en aansluitend aan de VU te Amsterdam tot 1975. Daarna was hij parttime werkzaam in de Bijzondere Tandheelkunde in Amsterdam noord. Vanaf 1986 tot 2008 was hij werkzaam bij het Centrum voor Bijzondere Tandheelkunde aan de faculteit Tandheelkunde en Geneeskunde van KUN te Nijmegen. Hij was 14 jaar Hoofd van het CBT. Vanaf 1972 tot heden geeft hij theoretische en klinische Bij- en Nascholings Cursussen aan tandartsen en tandtechnici. De volledige gebitsprothese, de totale rehabilitatie, de implantologie en adhesieve tandheelkunde hebben altijd zijn bijzondere belangstelling.

Verslag door Joanne de Roos voor dental INFO van het NVVRT-congres Gewoon over tanden

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Tandprothese | techniek, Thema A-Z
SOA’s en tandheelkunde

SOA’s en tandheelkunde

Hoe herkent u seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s) in de mondholte? Een overzicht van de meest voorkomende SOA’s en de besmettingskans.

Verslag van de lezing van dermatoloog dr. Van Leent tijdens het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info

Wanneer men vraagt wat bedoeld wordt met veilige seks, is het antwoord doorgaans het vermijden van HIV. Over andere seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA) zit men over het algemeen minder in, terwijl deze vaak voorkomen. SOA’s betreffen bacteriële, virale of parasitaire infecties.

Bacterieel: gonorroe, chlamydia en syfilis
Viraal: herpes, wratten en bloedoverdraagbare virussen (HIV, HBV, HCV)

Gonorroe
In 2012 bezochten 3.991 met gonorroe besmette mensen een SOA-centrum in Nederland. De prevalentie is hoger bij mannen (76%) dan bij vrouwen (24%).

Epidemiologisch:

Mannen die seks hebben met mannen (MSM):

  • 32% met Gonorroe elders heeft ook Gonorroe orofarynx
  • 16% geïsoleerd orofarynx

Vrouwen:

  • 24% Gonorroe elders heeft ook Gonorroe orofarynx
  • 11% geïsoleerd orofarynx

Hetero mannen:

  • Onbekend

Besmetting
Besmettelijke periode is tijdens de incubatietijd, tijdens de klinische fase en bij een asymptomatische infectie. De besmettelijkheid is 24 uur na behandeling met antibiotica waarvoor de stam gevoelig is voorbij.

Besmetting gaat via contact via de slijmvliezen, maar kan ook via de handen. De transmissie kans is van vrouw naar man 20-50% en van man naar vrouw 50-90%. Buiten het lichaam is het slechts kort levensvatbaar.

Bij orofaryngeale gonorroe infecties is 79% van de infecties asymptomatisch, 15% heeft een pijnlijke keelinfectie en 5% purulente tonsillitis lymfadenopathie. En heel zeldzaam is gedissemineerde gonorroe infectie.

Prognose en beleid
Een gonorroe infectie is “self limiting”, meestal verdwijnt deze binnen enkele weken, hooguit een jaar. Toch is het testen en behandelen van MSM en vrouwen relevant in het kader van transmissie. Gonorroe is resistent voor 10-20% van de penicilline en 30-60% van de tetracycline en chinolonen. Cefalosporines kunnen het beste worden ingezet, al komt er al een verminderde gevoeligheid voor in Nederland.

Chlamydia
In 2012 bezochten 14.721 personen besmet met chlamydia een soa centrum in Nederland. De prevalentie tussen mannen (7.664) en vrouwen (7.057) is nagenoeg gelijk. Chlamydia besmetting komt het meest voor op jonge leeftijd (15-19 jaar). Ook komt chlamydia meer voor bij bepaalde bevolkingsgroepen, zoals bij jongeren uit de Nederlandse Antillen, Suriname en Sub-Sahara Afrika. Het is onbekend waarom dit het geval is.

Chlamydia trachomatis komt bij voorkeur voor in het cilindrisch epitheel, meestal asymptomatisch (mannen 50%, vrouwen 70-90%). De specifieke symptomen bij keelinfectie zijn niet bekend.

Besmetting
Besmetting gaat via slijmvlies contact. Transmissiekans van vrouw naar man is 28% en van man naar vrouw 45%.

Syfilis
De prevalentie van syfilis neemt de laatste jaren af. In 2000 was nog 7% (van de MSM) besmet en in 2011 was dat slechts 2%. Ongeveer 200 van de 38.000 bezoekers op de soa poli in Amsterdam was besmet. Al is wel bekend dat het aantal besmettingen in de loop der jaren fluctueert, het komt en gaat in perioden van 20 jaar. In 2012 meldden zich op de soa-poliklinieken in Nederland 571 personen met infectueuze syfilis: 16 vrouwen en 555 mannen. Het komt vooral voor op latere leeftijd bij MSM: 93%.

Stadium 1: primaire syfilis

  • Solitair of multipel, pijnloos, schoon ulcus, op de plaats van inoculatie
  • Meestal op de genitalia of in de mond
  • De laesies zijn besmettelijk
  • 80% heeft ook regionale lymfezwelling
  • Ook zonder behandeling verdwijnt het ulcus na drie tot zes weken

Stadium 2: secundaire syfilis

  • Drie tot zes weken na primaire syfilis
  • Bij 60-90% van de onbehandelde patiënten
  • Maculopapuleus, niet jeukend exantheem op de romp en extremiteiten, inclusief handpalmen en voetzolen
  • Soms condylomata lata
  • Ook de slijmvliezen kunnen laesies vertonen
  • ‘moth-eaten’ alopecia
  • Algemene symptomen als malaise, koorts, spier- en gewrichtspijnen en lymfadenopathie

Stadium 3 is zeldzaam en hier wordt niet op ingegaan.

Syfilis in de mondholte
In het primaire stadium ontwikkelt slechts 4-12% een ulcus in de mond/keelholte. Hoewel in 40-75% extra genitale ulcera. In het secundaire stadium krijgt 30% orale afwijkingen.

Transmissie vindt nagenoeg altijd plaats via direct contact. Overdracht via naalden bij drugsgebruikers of via tatoeage is zeer zeldzaam.

Voor bestrijding van syfilis helpt penicilline het beste. Ook de penicilline die men toevallig gebruikt voor een andere aandoening.

Herpes
Herpes type 1 en 2 zijn seksueel overdraagbaar. Type 1 is wat milder en geeft een kleinere kans op besmetting met type 2. Ongeveer 80% van de Nederlanders is besmet met herpes type 1.

Via de slijmvliezen van de orofarynx, genitaliën of conjunctiva treedt herpes het lichaam binnen, het verspreidt zich naar de autonome of sensibele ganglia (type 1 in de nervus trigeminus). Het speelt periodiek kortstondig op.

Verloop herpes labialis
* Een eerste episode

  • Meestal op de kleuterleeftijd
  • Pijnlijke vesiculairelaesies van de orale mucosa (gingivo stomatitis) eventueel gepaard gaande met systemische symptomen (koorts, malaise)
  • De laesies genezen over het algemeen binnen 1-2 weken
  • Meestal verloopt de eerste episode asymptomatisch

* Een recidief herpes labialis

  • Verloopt minder heftig dan de eerste keer
  • Vaak beperkt tot de lippen, geen slijmvlies betrokkenheid, palatum molle en aangrenzende gingiva
  • Op plaatsen nabij de eerste episode infectie
  • Meestal geen systemische symptomen

Besmetting
Transmissie verloopt via direct contact met lichaamsvocht, mucosa. Via de intacte huid is het moeilijk besmet te raken, eventueel wel mogelijk via (micro)laesies. Besmetting vindt ook plaats door contact met speeksel of mondslijmvlies. Het virus overleeft niet lang in de omgeving buiten de gastheer.

Besmettelijke periode

  • Bij (a)symptomatische primaire herpes uitscheiding van soms grote hoeveelheden virus
  • Bij (a)symptomatische recidieven wordt opnieuw virus uitgescheiden
  • Geïnfecteerden zijn levenslang potentieel besmettelijk, ook zonder de symptomen

70% van de populatie verspreid minimaal een maal per maand het virus in besmettelijke hoeveelheden.

Tandheelkundige behandelingen
Voor tandheelkundige behandeling hoeven buiten de WIP-richtlijn geen extra maatregelen genomen te worden om besmetting tegen te gaan. Het is een recidief, de patiënt kan zichzelf niet opnieuw besmetten. Het is slechts nog besmettelijk voor de personen die nog niet besmet zijn.

HIV
Het is bekend dat in Nederland 20.528 mensen zijn besmet met HIV in 2012. Er overlijden 130 mensen per jaar in Nederland aan HIV. HIV is in Nederland nog nooit overgedragen via een prikaccident.

Typen
Er zijn 2 typen HIV: HIV-1 en HIV-2

Verloop

  • 2-4 weken acuut retroviraal syndroom
  • 4-6 weken seroconversie (window fase)
  • Het duurt 1 tot 15 jaar voordat HIV zich ontwikkelt tot aids.

Opportunistische infecties

  • Orofaryngeale candidiasis*
  • Uitgebreide herpes infecties
  • Kaposi sarcoom

Een gezond volwassen persoon is weerbaar tegen candidiasis, alleen bij een ernstig verstoorde weerstand kan candidiasis de overhand krijgen in de mondholte.

HIV transmissiekans

  • Zeer moeilijk te achterhalen
  • Via besmette lichaamsvloeistoffen, echter tot op heden is overdracht via speeksel of traanvocht bij de mens nog niet bewezen
  • Via slijmvliezen of beschadigde huid
  • Via prik/snijaccident (<0,3%)

Advies
Volgt altijd de WIP-richtlijnen. Onbekende HIV-dragers zijn besmettelijker dan de HIV- dragers die onder behandeling zijn. Oefen en bespreek het protocol bij prikaccidenten in de praktijk, wees voorbereid!

HPV
Het merendeel van type 6 en 11 gaat onopgemerkt, slechts 1% krijgt zichtbare wratten. Het is ernstiger bij immuno-incompetenten. De transmissie kans tijdens één seksueel contact wordt geschat op 60% en een toename hiervan bij meerdere seksuele partners. Ongeveer 25% van de mond- en keel kanker is geassocieerd met HPV type 16. Behandeling volgt vaak alleen bij klachten en is cosmetisch van aard.

Symptomen

Condyloma acuminatum

  • Bleke, verruceuze papels en plaques
  • Meestal lippen palatum durum en gingiva

HPV maligne geïnduceerde maligniteit

  • Meestal geïndureerd ulcus
  • Meestal in tonsillen of tongbasis

Overdraagbaar via direct contact op via voorwerpen.

Verwijzen
Mensen met symptomen van een SOA kunt u doorverwijzen naar een huisarts, SOA-centrum of dermatoloog. Meld erbij dat het zich uit in de mondholte, anders nemen de instanties aan dat het om de genitaliën gaat.

Onderzoek bij de huisarts kost ongeveer €300 aan lab kosten, dit kost de patiënt zijn eigen risico. Een bezoek aan een SOA-centrum wordt door de overheid gefinancierd, GGD’en regelen dit. Het onderzoek wordt gedaan door een verpleegkundige met een arts op de achtergrond.

Bij het opmerken van een keelsoa kunt u doorverwijzen naar een groot soa centrum of naar de dermatoloog.

Info voor behandelaren
www.soa.nl (tabblad professionals)
www.ggd.amsterdam.nl

Info voor patiënten
www.soa.nl
Infolijn: 0900-2042040
E: sense@soaaids.nl

Verslag door Maja Koster-Faasen voor dental INFO van het congres MRSA, soa’s en tropische infectieziekten, van Bijscholing.info

Edwin J.M. van Leent is werkzaam in het AMC en VUmc als Chef van de poliklinieken Dermatologie. Gespecialiseerd in seksueel overdraagbare aandoeningen. Dr van Leent is daarnaast verbonden aan de Soa polikliniek van de GGD Amsterdam (als plv. opleider). Hij heeft in het verleden als vrijwilliger gewerkt in diverse categorale soa klinieken. Daarnaast geeft hij les op verschillende opleidingen voor artsen en verpleegkundigen. Naast zijn drukke werkzaamheden is hij lid van de KNMG Registratiecommissie Geneeskundig Specialismen (RGS).

Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Medisch | Tandheelkundig, Thema A-Z

Beste tandheelkunde bachelor in Nijmegen

Voor de beste bacheloropleiding tandheelkunde gaan studenten naar het Radboudumc in Nijmegen. De opleiding is door de Keuzegids Universiteiten uitgeroepen tot de beste opleiding binnen zijn vakgebied.

Topopleiding
De Keuzegids Universiteiten is een onafhankelijke instelling die wetenschappelijke opleidingen beoordeelt op kwaliteit. De Keuzegids Universiteiten kent daarnaast aan de beste opleidingen in het Nederlandse bacheloronderwijs het kwaliteitskeurmerk ‘topopleiding’ toe. Dit keurmerk heeft de bacheloropleiding tandheelkunde van het Radboudumc ook in de wacht weten te slepen.

Bron: Radboudumc

Lees meer over: Kennis, Scholing

Commentaarronde richtlijn injectables

De Nederlandse Vereniging voor Dento Faciale Esthetiek (NVDFE) heeft in samenwerking met de ANT een richtlijn opgesteld voor het gebruik van injectables door tandartsen en tandarts-specialisten, meldt de ANT in haar nieuwsbrief.

Met de richtlijn kan de kwaliteit van behandelingen met injectables worden gewaarborgd en continu worden verbeterd. Volgens de ANT zijn tandartsen bij uitstek opgeleid en deskundig in deze behandeling door de handvaardigheid en de uitgebreide kennis van de anatomie, de farmacologie en de dento faciale esthetiek.

ANT-leden kunnen – binnen 6 weken – commentaar geven op de richtlijn.

Bron:
ANT

 

Lees meer over: Kennis, Kwaliteit

Het boek Beter poetsen: Tiffany Claus wil kennis delen

De Brabantse mondhygiëniste Tiffany Claus schreef het boek ‘Beter poetsen’ voor iedere bezoeker van tandarts en mondhygiënist. Ze wil klanten aanzetten tot nadenken en tot actie “want zelfzorg is de goedkoopste zorg die er is.”

“Als de kennis niet voldoende gedeeld wordt, zorgt dit voor een onevenwichtige relatie tussen zorgverlener en klant.” Dit is een van de wijze zinnen uit de mond van Tiffany Claus. Je zou zeggen dat ze met drie praktijklocaties in Noord-Brabant en een evenveel aan kinderen druk genoeg zou zijn. Maar Tiffany heeft nou eenmaal een onuitwisbare drive om tandheelkundig Nederland en de zorgconsument op één lijn te krijgen. “Mijn grootste passie is het motiveren van mensen om zelf interesse te ontwikkelen in hun mondgezondheid. Ik zie graag dat mensen zich ontwikkelen van ‘patiënt’ naar klant. Klanten die zelf zorgrichtingen kiezen en deze kunnen communiceren met hun zorgverlener.”

Uden, Oss en Schaijk
Tiffany Claus studeerde in 1998 af aan de opleiding Mondhygiëne in Nijmegen. Ze heeft bijna alle kanten van het vak al gezien. Ze heeft ervaring als mondhygiënist in de algemene tandheelkundige praktijk, orthodontie, parodontologie, implantologie, het ziekenhuis, gehandicaptenzorg en ouderenzorg. Sinds 2001 is ze eigenaar van een zelfstandige solopraktijk met locaties in Uden en Oss en sinds kort in verpleeghuis de Nieuwe Hoeven in Schaijk. Daarnaast behandelt ze ook sportpaarden als gecertificeerd Gebitsverzorger Paard.”

Visueel aansprekend boek
Tiffany heeft vele talenten, maar ook uitdagingen nodig. Ze is goed in het observeren en overzien van processen. “Zelfstandig ondernemerschap is een leuke uitdaging geweest. Ik hou van organiseren en plannen. Daarnaast heb ik de 2-jarige opleiding gevolgd voor gebitsverzorger paard in Deurne. Ik behandel dan ook regelmatig sportpaarden. Ook in dit vakgebied vind ik het voorlichten van paardeneigenaren de leukste kant. Het laatste jaar heb ik me vastgebeten in mijn boek Beter poetsen, dé gebruiksaanwijzing voor een gezonde mond.” Knap als je je bedenkt dat Tiffany dyslectisch is. “Het is een enorme klus en project geworden waar het hele gezin aan heeft bijgedragen. Ik wilde een ‘visueel aansprekend boek’ maken.” Haar dochter Sterre is fotomodel, en zo doende kreeg het boek een glossy uitstraling met allerlei sprekende en hippe foto’s.

Preventie is belangrijk
Waarom moest het boek Beter poetsen er komen?
“Het idee voor de gebruiksaanwijzing voor de gezonde mond, is ontstaan omdat ik een praktisch mens ben en denk dat klanten de juiste informatie verdienen. Zelf ben ik ervan overtuigd dat preventie van problemen het belangrijkste is. Het voorkomt namelijk pijnklachten en zorgt voor kostenbeheersing in de zorg. Daarom wil ik mensen bewust maken van de dingen die ze zelf kunnen doen in plaats van alle ‘verwachtingen’ alleen neer te leggen naast zichzelf en op het bordje van de zorgverlener. Zelf nadenken, zelf onderzoeken en ook zelf kiezen en verantwoordelijkheid nemen voor hun mond!”

Goedkoopste zorg is zelfzorg
Wat kunnen we verwachten van het boek?
“Het boek is voor jong en oud in begrijpelijke taak. In het boek Beter poetsen ben ik alle basisinformatie en menukaart van de tandheelkunde gaan bundelen in een goed vormgegeven boek. Het geeft niet alleen informatie, maar zet ook aan tot denken en actie. Ik denk dat namelijk de goedkoopste zorg, zelfzorg is.” Daarnaast willen klanten vaak andere informatie hebben dan dat wij in gedachten hebben. Met het boek probeer ik daar verandering in te brengen. Het boek combineert de nodige basisinformatie met de informatie die de klant graag wil lezen.

Uit de App store
Nog meer?
“Jawel… voor actuele informatie kan er gebruikgemaakt worden van een Layar App. Augmented Reality combineert drukwerk met digitale media. Daarom gebruik ik de Layar App. Deze App (gratis verkrijgbaar in de App store of Google play) haalt de actuele informatie naar boven, deze info wordt telkens online aangepast. Op deze manier blijft het boek altijd actueel. De informatie varieert van tandheelkundige tarieven, informatie over tandheelkundige beroepsverenigingen, kwaliteitsregister. Maar ook mondhygiëne instructiefilmpjes, het Basis fluoride advies, antwoorden op ‘veelgestelde vragen’ en social media. Op deze manier kan ik klanten langdurig voorzien van actuele informatie. Overigens is de informatie ook beschikbaar via de website www.beterpoetsen.nl

Van controle naar consult
Het boek is online verkrijgbaar. Wachtkamerexemplaren zijn te bestellen op www.beterpoetsen.nl Als u hier de kortingscode MONDZORG gebruikt krijgt u 5 euro korting. U betaalt dan 10 euro voor het boek. Wegens overweldigend succes zijn er helaas geen gratis wachtkamerexemplaren meer beschikbaar. 

Er is ook een mogelijkheid voor zorgverleners om het boek in hun praktijk voordelig te verkopen aan hun klanten. “Ik denk dat goede zorgverleners de klant alle informatie bieden die voorhanden is. Zij geven de klant daarna de ruimte om zelf hun keuzes te maken. Dit boek kan dus ook zorgverleners helpen hun klanten volledig te informeren. Op deze manier kan een klant met gerichte vragen naar de zorgverlener. Ze ontwikkelen grip op hun mondzorg. Ik hoop een bewustwording te bewerkstelligen zodat ze die kroon niet ‘moeten’ van de tandarts, maar dat ze hem willen hebben! Dit geeft een hele andere (financiële) lading aan een behandeling. Klanten gaan dan niet meer naar de ‘halfjaarlijkse controle’ maar naar een consult!”

Dynamisch proces
Wat wordt je volgende uitdaging?
“Ik zou het een uitdaging vinden om alle tandheelkundige beroepen meer op een lijn te krijgen. We bekijken allemaal de klant vanuit een ander perspectief en daar hoort wederzijdse waardering bij. Vanuit mijn beroep bekeken, als mondhygiënist, ben ik geen tandarts en heb ook geen ambitie om dat te zijn of een tandarts light te worden. De verschuivingen binnen het tandheelkundige team vormt een dynamisch proces waarin iedereen zijn plek moet zien te vinden omdat de taken niet meer volledig afgebakend zullen zijn.”

Proces van zelfreflectie
Wat zouden je collega’s kunnen doen?
“Het is goed als er een proces van zelfreflectie komt waarin we weten wat onze beperkingen in behandelingen zijn, maar ook onze sterke kanten kunnen profileren. We moeten dit eerlijk delen met de klant. In het boek Beter poetsen heb ik daar vast een aanzet tot gegeven door de beschrijving van de tandheelkundige beroepen. Kwaliteit komt in verschillende vormen. Geef klanten voldoende informatie en wij hoeven dit zelf niet meer te reguleren. Klanten kunnen heel goed zelf beslissingen nemen door wie ze behandeld willen worden. Voorlichting, dat is kwaliteitsverbetering naar de klant!”


Tiffany Claus

Interview door Lieneke Steverink-Jorna voor dental INFO. 


Mail & Win: Maak kans op het boek Beter poetsen
Maak nu kans op het boek Beter poetsen. Wilt u meedingen? Stuur een e-mail met uw naam, functie, praktijknaam en adres naar info@dentalinfo.nl vóór 6 januari a.s. Onder de inzenders worden 2 boeken verloot. De winnaars ontvangen het boek per post. Vanaf 6 januari worden de winnaars ook vermeld op dental INFO.





Lees meer over: Communicatie patiënt, Kennis

Geneesmiddelen tegen botafbraak: andere werking in de kaak

Geneesmiddelen tegen botafbraak, zoals osteoporose, werken anders tegen cellen die het bot afbreken in de kaak dan tegen soortgelijke cellen in de pijpbeenderen, blijkt uit onderzoek van Jenny Vermeer van het ACTA.

Botafbraak bij ziektes als osteoporose en naar het bot uitgezaaide kanker kan geremd worden door medicijnen als bisfosfonaten. Deze medicijnen helpen het risico op fracturen te verminderen en de botgezondheid te verbeteren. In de kaak kan het gebruik van deze middelen ertoe leiden dat beenweefsel afsterft (osteonecrose) met pijnklachten tot gevolg.

Onderzoek
Jenny Vermeer onderzocht deze bijwerking in de kaak. Haar onderzoek laat zien dat voorlopercellen van de botafbrekende cellen – de osteoclasten – uit de kaak meer bisfosfonaten opnamen dan voorlopercellen uit pijnbeenderen. Ook stelde zij vast dat bij muizen die met bisfosfonaten waren behandeld de tandwortels in de kaak werden afgebroken.

De resultaten van het onderzoek tonen aan dat er belangrijke verschillen bestaan tussen de reactie van botcellen van de kaak en die van andere botcellen op een medicijn als bisfosfonaten. Dit kan een verklaring zijn voor het afsterven van het beenweefsel in de kaak.

Promotie
Op 21 oktober verdedigt Jenny Vermeer haar promotieonderzoek aan de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU).

Tijd: 11:45
Locatie: Auditorium van de Vrije Universiteit, De Boelelaan 1105, Amsterdam
Titel: Promotie: Bone-site-specific responses to bisphosphonates – long bone and jaw compared
Promotor: Prof. dr. V. Everts, Orale Celbiologie ACTA
Copromotor:  Dr.ir. T.J. de Vries, Parodontologie ACTA


Lees meer over: Kennis, Onderzoek
Concept advies erosie

Concept Advies Erosieve gebitsslijtage

Het Advies Erosieve gebitsslijtage is bedoeld voor tandartsen, mondhygiënisten en preventie-assistenten. Het beoogt mondzorgverleners te ondersteunen bij het herkennen, diagnosticeren en preventief behandelen van erosieve gebitsslijtage. Het advies deelt de meest recente wetenschappelijke kennis van en inzicht in erosieve gebitsslijtage en adviseert over preventieve maatregelen die door de mondzorgverlener kunnen worden genomen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Conceptadvies
U kunt een gedrukt exemplaar van het conceptadvies bestellen. Bij dit conceptadvies hoort een toetsingsformulier. Op basis van de feedback wordt het concept mogelijk aangepast en wordt het definitieve advies uitgegeven.

Lees meer over: Adviezen, Communicatie patiënt, Kennis

Drastische maatregelen opleiding tandheelkunde Groningen

De opleiding tandheelkunde in Groningen neemt drastische maatregelen om de heersende angstcultuur aan te pakken. Voor Frank Abbas, hoofd van het CTM en bachelorcoördinator Nynke Blanksma is dit een reden om op te stappen, meldt UK nieuws.

Brandbrief
In het voorjaar stuurden masterstudenten een brandbrief naar het UMCG-bestuur over de kwaliteit van de opleiding. Een commissie deed vervolgens onderzoek en concludeerde dat er een gevoel van onveiligheid heerst onder veel medewerkers en studenten. ‘Binnen de opleiding heerst een crisissituatie. Mede hierdoor is bij veel medewerkers een defaitistische houding ontstaan, waardoor een aantal goede docenten is vertrokken en het momenteel onmogelijk is om goede docenten aan te trekken’, schrijft de commissie volgens UK nieuws in haar rapport. De commissie stelt dat zowel de opleiding als de organisatie van de opleiding op veel punten niet voldoet aan de kenmerken van een goede leeromgeving.

Maatregelen
Als maatregel wordt nu het hoofd van het centrum voor tandheelkunde verantwoordelijk voor zowel onderwijs, onderzoek en patiëntenzorg. Deze verantwoordelijkheden waren eerder gescheiden. De huidige interim manager Lina van der Ploeg gaat ook andere aanbevelingen van de commissie bekijken zoals herstel van een gezaghebbend leiderschap, herstel van vertrouwen, onprofessioneel gedrag door docenten, verbeteringen in communicatie, scholing van docenten en vermindering van het aantal deeltijdaanstellingen.

Geen twijfel
De commissie twijfelt niet aan de kwaliteit van de afgestudeerde tandartsen.

Lees meer over: Kennis, Scholing

Tandheelkunde studenten Luik voeren actie

Studenten tandheelkunde en geneeskunde van de universiteit van Luik voerden op donderdag 30 oktober actie. Ze zijn boos
omdat er te weinig RIZIV-nummers voor afgestudeerde tandartsen en artsen zijn. Om hun beroep te kunnen uitoefenen hebben zij een RIZIV-nummer nodig, meldt De Tijd.















































0 reacties







PAGINA 6
Centrumrechts haalt lijken uit de kast
Liefde voor Europa bij jongeren bekoeld
Rekenhof zeer kritisch over Vlaams sportbeleid






























Abonnees

Mijn Diensten



Hoe abonnee worden

Abonneren


Registeren



Helpcenter

Help


Contact & suggesties





Over

Adverteren


Algemene voorwaarden


Privacy


Vacatures



E-center

e-Books



Volg ons op

















Tools & diensten

Zoeken


Digitale krant


Tijd.tv


Foto


Grafieken


Blogs


Bedrijvengids


Vastgoedgids


Rentegids


Finipedia


Jaarverslagen


T-zine


Nieuwsbrieven & Alerts




Lees de tijd op tablet

lees de tijd op uw tablet
download de tijd android app download de tijd ios app





mediafin logo

© 2014
De Tijd
L’Echo
Netto
Mon Argent
Sabato
De Belegger
L’Investisseur
Trustmedia

logo vwdgroup
logo cim
logo license publish
Feedback

Lees meer over: Kennis, Scholing

Glasionomeervullingen even goed als amalgaamvullingen

Lange tijd werd aangenomen dat amalgaanvullingen beter en duurzamer zouden zijn dan glasionomeervullingen. Onderzoek wijst echter uit dat er helemaal geen bewijs is voor deze aanname op inferioriteit van de glasionomeervullingen.

Het onderzoek werd gedaan door dr. Steffen Mickenautsch en Professor Veerasamy Yengopal, beiden van de Systematic Review initiative for Evidence-based Minimum Intervention in Dentistry (SYSTEM Initiative). Zij voerden een systematische analyse van klinisch vergelijkende onderzoeken uit en een meta-epidemologische studie.

10.000 tandreparaties
In de meta-analyse, uitgevoerd door SYSTEM Initiative, werden 38 klinisch vergelijkende onderzoeken opgenomen. Het aantal tandreparaties dat in dit onderzoek zijn opgenomen komt daarmee boven de 10.000 uit. Op basis van de gegevens in dit onderzoek kan niet worden geconcludeerd dat glasionomeer minder goed is dan amalgaam, zoals lange tijd wel werd aangenomen. Er werd namelijk geen significant verschil gevonden tussen deze twee restauratiemethodes tijdens de verschillende follow-up periodes na de restauraties.

Onjuiste statistische vergelijkingen
Volgens dr. Mickenautsch zijn de uitspraken die eerder werden gedaan over de inferioriteit van glasionomeer ten opzichte van amalgaam gebaseerd op onjuiste statistische vergelijkingen. Hiervoor werden onderzoeken met verschillende voorwaarden en patiëntengroepen met elkaar vergeleken. Waar de voorwaarde voor een juiste statistische vergelijking is dat er sprake is van een directe vergelijking van de behandelingen door middel van klinisch vergelijkende onderzoeken.

Patiëntvriendelijk alternatief
Glasionomeer kan dienen als alternatief voor de amalgaamvullingen. Glasionomeer is daarbij meer patiëntvriendelijk omdat het bij deze vulling niet nodig is om op hoge snelheid te boren. Daarnaast is het bij het herstellen van een eerdere restauratie niet nodig om alle vulmateriaal uit de tandholte te verwijderen.

Bronnen:
University of Witwatersrand
Journal, PLOS One
South African Dental Journal
Journal of minimum intervention in dentistry

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek, Restaureren, Thema A-Z

Bacteriën in de mond kunnen veranderen van dieet

Bacteriën in de mond veranderen drastisch van gedrag wanneer je ziek bent. Dat blijkt uit onderzoek van Marvin Whiteley, professor moleculaire biowetenschap van de Universiteit van Texas in Austin.

Paradontitis
Whiteley en zijn team zetten tegelijkertijd 6.400 computers in om 160.000 genen te vergelijken van gezonde en zieke tandplak. Van de 10.000 verschillende soorten bacteriën die kunnen voorkomen in ieder mens koos Whiteley 60 representatieve soorten uit voor zijn onderzoek. Hij focuste binnen zijn onderzoek op paradontitis omdat het een van de meest voorkomende ziekten ter wereld is.

Soort bacteriën in de mond maakt niet uit
“Uit ons onderzoek blijkt dat bacteriën in je mond van dezelfde soort zijn als je gezond bent en dezelfde als je ziek bent. “Het maakt dus niet uit welke bacteriën je hebt omdat ze hetzelfde reageren. Een gezonde mond heeft een goed metabolisme, ongeacht welke bacteriën er voorkomen. Bij ziekte blijkt het metabolisme heel anders te zijn. Bacteriën blijken dan bijvoorbeeld van voeding te veranderen.

Preventie en herstel
Het onderzoek is bijzonder interessant omdat het veranderende metabolisme van de mondbacteriën kan leiden tot biomarkers die ziektes voorspellen zoals parodontitis, diabetes en de ziekte van Crohn. Dan behoren preventie en herstel van deze ziekten tot de mogelijkheden.

Bron:
TACC

 

Lees meer over: Kennis, Onderzoek

Succes en falen bij enkelvoudige composietrestauraties

Het vervaardigen van een enkelvoudige composietrestauratie in het front vormt een routine procedure in de dagelijkse praktijk. Met als uitdaging het realiseren van een minimaal invasief en duurzaam herstel in esthetiek en functie. Welke succes en faalfactoren spelen een rol?

Materiaalkeuze en kleurengamma
Bij het vervaardigen van een enkelvoudige composietrestauratie heeft de clinicus controle over de volgende factoren:

Materiaalkeuze
Er bestaan verschillende composieten die verschillen in sterkte, polijstbaarheid, kleurengamma en consistentie. Voor frontrestauraties bestaan er drie types composieten:

1. Microfijne composiet (vulstof 40-50 nm)
Een microfijn composiet kan optimaal gepolijst worden, behoudt zijn glans en geeft een goed esthetisch resultaat. Dit composiet is echter niet sterk genoeg voor zwaar belaste gebitselementen omwille van een verhoogd risico op chipping.

2. Microhybride composiet (vulstof 0.6-1micron, + microvulstof)

3. Nano-gevulde composieten (vulstof 5-100 nm): bevat sferische vulstofpartikels

4. Nano-hybriede composieten: combinatie van micro-hybried composiet en nanogevuld composiet.
Deze laatste 3 groepen van composieten zijn voldoende sterk voor frontrestauraties en kunnen ook in het posterieure gebied gebruikt worden. Deze materialen kunnen tot een goede oppervlakteglans gepolijst worden mist er voldoende tijd aan de polijstfase besteed wordt. Er bestaat een uitgebreid kleurengamma voor deze composieten.

Kleurengamma
Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen dentine-composiet, voor het opbouwen van de dentine kern, en glazuur-composiet om de glazuurlaag te vervangen. Momenteel is er qua kleur veel mogelijk met composiet. Zo kunnen er onder andere incisale opalescenties, white spots en andere karakteriserende aspecten nagebootst worden.

Herstel van cervicale slijtage laesies
Cervicale laesies komen vrij vaak voor. Om esthetische redenen of gevoeligheidsredenen kan gekozen worden voor herstel. Dit wordt gedaan in de volgende stappen:

  • Opruwen dentine oppervlakte met diamantboor (terughoudend zijn bij mild of ultra-mild‘zelf-etsend’ adhesief in verband met het creëren van een te dikke smeerlaag).
  • Bevel maken van 1-2 mm.
  • Isolatie onder rubberdam of met behulp van een contourstrip, metalen matrix, retractiedraad of teflontape.
  • Selectief etsen met fosforzuur en gebruik maken van een mild twee stappen ‘zelf-etsend’ adhesief die een 10-MDP als functioneel monomeer bevat (voorkeur).
  • Composiet in laagjes opbouwen van cervicaal naar incisaal om polymerisatie krimp op te vangen en de juiste kleur te kunnen creëren (1. Opaak dentine; 2. Dentine)
  • Aanbrengen van een heel dun laagje glazuurcomposiet. Het is belangrijk het composiet zo goed mogelijk te modelleren zodat er zo min mogelijk afgewerkt hoeft te worden.
  • Restauratie afwerken en polijsten. De volgorde van grofheid van het afwerkingsinstrumentarium is hiervoor erg belangrijk en moet dus altijd opgevolgd worden.
  • Het onderhoud van de restauratie is medebepalend voor de levensduur van de restauratie. Randen kunnen worden bijgewerkt en gepolijst.

Cervicaal slijtage letsel onder kroon
De minst invasieve oplossing voor het behandelen van een cervicaal slijtage letsel onder een goed functionerende kroon, is het vervaardigen van een cervicale composiet restauratie. Dit gaat in de volgende stappen:

  •  Dentine oppervlakte opruwen met een diamantboor.
  •  Het opruwen van de kroonrand (2-3 mm bevel) met een diamantboor of met air-abrasion.
  •  Aanbrengen rubberdam. Dit wordt aangeraden in verband met de volgende stap.
  •  Aanbrengen van een zeer toxisch zuur op de kroon (HF-zuur (4.5%); Ceramic etch gel van Ivoclar). Dit toxische zuur mag absoluut niet op het dentine komen.
  •  Grondig afspoelen en drogen.
  •  Applicatie van silaan op porselein.
  •  Adhesief systeem aanbrengen op het worteloppervlakte en kroonrand.
  •  Composiet-lagen aanbrengen. Vaak voldoet alleen dentine-composiet goed voor de kleur. Eventueel kan bij een  bestaande VMK kroon de metalen rand of de verkleurde wortel gemaskeerd worden met vloeibare opaker.

Herstel van een kroonfractuur
Empress direct van Ivoclar vivadent kan hier goed voor gebruikt worden.

Hier volgen een aantal tips bij het herstellen van een kroonfractuur:

  • Maak gebitsmodellen en een diagnostische opwas.
  • Maak gebruik van een siliconensleutel vervaardigd op de diagnostische opwas .
  • Maak gebruik maken van gepersonaliseerde kleurensleutel.
  • Teflon tape kan gebruikt worden om elementen af te zonderen.
  • Een gecontoureerde plastic strip kan gebruikt worden voor de interproximale opbouw en voor de incisale opbouw kan gebruik worden gemaakt van de siliconensleutel.
  • Breng het dentine-composiet aan in lagen en creëer eventueel speciale effecten met een extra opalescent composiet of met een witte tint.
  • Vervolgens moet het glazuur-composiet aangebracht worden.
  • De restauratie wordt gepolijst. Eerst wordt met soflex en eventueel fijne diamantboren de proximale vormgeving zo ideaal mogelijk gemaakt. Daarna volgen de incisale rand, het vestibulaire vlak, de overgangshoeklijn en de glooiing/karakteristieken. Tot slot wordt er gepolijst met een brownie en greenie.

Lokale verkleuring in het front
Het liefst worden lokale verkleuringen zo minimaal invasief mogelijk verwijderd of gemaskeerd.

Post-orthodontische vlekken
Een mooie techniek om deze vlekken te maskeren is de lokale kunsthars-infiltratie, wat betekent dat het oppervlakte met waterstofchloorzuur (15%) wordt bewerkt. Hiervoor kan het product icon (DMG) gebruikt worden:

  •  Gebruik de Icon-ets en laat het 120 seconden inwerken. Spoel en droog het vervolgens.
  •  Gebruik ethanol om het extra te laten drogen. Bij applicatie van de ethanol moet men zien dat de vlek sterk verminderd is. Indien niet wordt de applicatie met HCl zuur herhaald (tot max. 3 keer)
  •  Breng de Icon-infiltrant aan en laat het 3 minuten inwerken. Polymerisatie
  •  Breng nog een laagje Icon-infiltrant aan gedurende 1 min (om de polymerisatiekrimp van de eerste laag op te vangen). Polymerisatie
  •  Tot slot kan er worden gepolijst.
    Deze techniek is zeer geschikt voor post-orthodontische vlekken. Bij diepe vlekken lukt een volledige maskering niet.

Hypomineralisatie vlekken
Wanneer er sprake is van hypomineralisatie-vlekken in het front – dit komt vaak voor bij iemand met kaasmolaren – dan kunnen deze geel/bruine vlekken het beste weggeboord worden en met composiet opgevuld worden.

Volledige verkleurde centrale bovensnijtand
Het maskeren van een volledige verkleurde centrale bovenincisief is lastig, helemaal wanneer het element duidelijk verkleurd is door bijvoorbeeld avitaliteit. Duidelijk gemaakt moet worden dat er wel verbetering mogelijk dmv een directe composietveneer, doch het eindresultaat zal nooit optimaal zijn. Om dit te bereiken is er een chamfer-preparatie nodig die voldoende interproximaal eindigt. Het maskeren van zware verkleuringen vergt 1 millimeter dikte voor het composiet. Maak gebruik van een vloeibare opaquer, doch deze mag niet thv de preparatieranden komen. Vervolgens kan het dentine-composiet aangebracht worden en kunnen de mamelons gecreëerd worden. Na het aanbrengen van extra karakterisaties wordt het glazuurcomposiet aangebracht.

Samenvatting

  • De huidige composietrestauraties zijn behoorlijk duurzaam, indien een correcte klinische procedure wordt gevolgd.
  • Patiëntfactoren zijn mede verantwoordelijk voor de duurzaamheid.
  • Voor een zo voorspelbaar mogelijk resultaat is het belangrijk dat het kleurengamma van het composiet gekend is, dat er voldoende aandacht wordt besteed aan de kleur-analyse, kleuropbouw, vormgeving en afwerking van de restauratie.

Prof. Dr. Marleen Peumans studeerde in 1987 af aan de KULeuven waarna zij de post-graduate opleiding tot Tandarts-specialiste volgde. In 1997 promoveerde zij. Haar bijzondere aandacht gaat uit naar het herstel van elementen met adhesieve restauratiematerialen en het klinisch gedrag van deze restauraties. Verschillende nationale en internationale publicaties zijn verschenen betreffende veneer restauraties, composietrestauraties in de frontregio en de levensduur van adhesieve restauraties. Vanaf 2004 is zij full-time werkzaam als Tandarts Adjunct Afdelingshoofd op de afdeling Conserverende Tandheelkunde (UZ-Leuven), en is deeltijds hoofddocent aan de KU Leuven.

Verslag door Marieke Filius, onderzoeker bij de afdeling MKA-chirurgie, UMCG, voor dental INFO van het congres Frontrestauraties van Bureau Kalker.




Lees meer over: Congresverslagen, Kennis, Restaureren, Thema A-Z
Concept advies erosie

Concept Advies Erosieve gebitsslijtage

Het Advies Erosieve gebitsslijtage is bedoeld voor tandartsen, mondhygiënisten en preventie-assistenten. Het beoogt mondzorgverleners te ondersteunen bij het herkennen, diagnosticeren en preventief behandelen van erosieve gebitsslijtage. Het advies deelt de meest recente wetenschappelijke kennis van en inzicht in erosieve gebitsslijtage en adviseert over preventieve maatregelen die door de mondzorgverlener kunnen worden genomen. Het advies is opgesteld door het Adviescollege Preventie Mond- en Tandziekten van het Ivoren Kruis.

Concept advies
U kunt vooralsnog het concept advies bekijken,  downloaden en/of printen. Bij dit conceptadvies hoort een toetsingsformulier. Op basis van de feedback wordt het concept mogelijk aangepast en wordt het definitieve advies uitgegeven.


Download brochure ivk-advies-erosieve-gebitsslijtage-okt-2014.pdf
Download brochure ivk-advies-erosieve-gebitsslijtage-okt-2014.pdf
Lees meer over: Kennis